NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. i stichting van een Nieuwen Schouwburg. In Zorg en Drub. 21e Jaargang. No. 6237 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 30 OCTOBER 1903. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: v PEP DRÏE MAANDEN: ^an 1—re£e's Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor de dorpen'in* den 'omtrek waar 'een Agent 'gevestigd is ('kom der Haarlem van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regeL gemeente)1.30 Z A - Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland1.65 (rfy -~;v J a) Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers0.02X V WfcV1 JV" Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem„0.37)? Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. w de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. is*"®** Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdakten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN E. JONES, Succ., Parijs, 31<"s Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 30 Oct. kerat o. a. Bnitenl. Overzicht, De stichting i een nieuwen schouwburg, Staats- begrooting, Arrond. Rechtbank, Ingezonden stukkenBinnenl., Sport- en Stadsberichten. (Ingezonden) Met groote belangstelling hebben wij kennis genomen van de vele ingezon den artikelen in de plaatselijke dag- Maden omtrent de plannen voor het stichten van een nieuwen Schouw burg, waarvoor ons comité het initia tief heeft genomen. Dat de publieke opinie zich op die wijze uitspreekt, is zeker wel het meest afdoende bewijs, dat het hier geldt eene zaak van groot belang voor onze gemeente. Onze bestrijders zijn het omtrent deze bewering geheel met ons eens. De conclusiën echter, waartoe zij en wij komen, staan lijnrecht tegen over elkaar. De openbare bestrijding bepaalt zich zoo goed als uitsluitend tot de finan cieels zijde der quaestie. Zulks maakt dat wij op afgebakend terrein kunnen blijven, wanneer wij trachten on juiste voorstellingen te weerleggen, en de financieel© gevolgen voor onze, ge meente in een juister daglicht te stellen. Wij kunnen ons onthouden van eene, zeker toch onvruchtbare, bestrij ding van de vermoedelijk vele mede- onderteekenaars van het bekende adres, die liever alle schouwburgen zagen verdwijnen. Om ons dus tot het financieele te bepalen het volgende Als hoofdargument tegen onze plan nen wordt dit bezwaar gemaakt„dat een stad met zulk een schuldenlast als de onze er niet toe mag overgaan om ruim een ton weg te schenken aan grond om daarop een luxe gebouw te bouwen. Wij willen eens nagaan, welke de gevolgen zullen zijn ten opzichte eener hoogere plaatselijke directe be lasting. Volgens het voorstel van B. en W. zal in bruikleen worden afgestaan (niet geschonken) een terrein van 2500 vierk. meter. Of dit terrein nu zal zijn dat, hetwelk de gemeente reeds bezat en dat men dus zou kun nen zeggen, dat haar niets kost, of dat het is een gedeelte van het ter- win. dat met f 20 per viert, meter is betaald, doet voor onze berekening t veel ter zake. 'e waarde van het terrein kunnen wij stellen op f56.000. Een hoogere waarde voor de ruimte er om heen aan te nemen, is ongemotiveerd. Het %t toch ir» de bedoeling het karakter van plein op de aangewezen plaatste bewaren en niet "het geheele terrein vol te bouwen, evenmin als op het Leidscher Plein is geschied. Daar de gemeente tegen pCt. geld kanlee- Mn, zou de opoffering op nog geen [2000 '8 jaars komen te staan. Of schoon niet noodzakelijk, aangezien toch het terrein gemeente-eigendom blijft en slechts tijdelijk wordt afge staan, willen wtij dit bedrag nog met 11000 verhoogen voor aflossing, zoo- &t we op een cijfer van 3000 ko men. Er behoeven zich niet veel gegoede lamiliën hier te vestigen, of die scha- depost zal zijn ingehaald en de ba lans zal naar de andere zijde over slaan. En welken invloed zou nu eene meerdere uitgave van f3000 's jaars op onze belastingbiljetten hebben? Eene vermeerdering van f0,70 voor iederen aanslag van f100. Iemand, die een inkomen heeft van f 1000 en daarvoor f20 belasting betaalt, zou du£ (gesteld' dat een goed ingerichte schouwburg zonder eenig effect op de opbrengst der belasting bleef, wat zee,r zeker niet is aan te nemen), voortaan f20.14 hebben te betalen. De „belastingbetaler" die schreef: Niemand dan enkele meergegoeden zullen er de genoegens en voordeelen van hebben, en wij, Haarlemische middenstanders en werklieden, de las ten", zou deze stelling vermoedelijk wel in de pen hebben gehouden, in dien hij de zaak wat nauwgezetter had overwogen. Als tweede argument onzer be strijders mochten wij vernemen, dat tot heden vrijwel geen enkele schouw burg in Nederland reüsseert, en dat het gevolg daarom zal zijn eene aan vrage om stedelijke subsidiën. Hier bestaat een misverstand. Bij ons bestaat niet bet voornemen een tooneelgezelschap te exploiteeren. maar een schouwburggebouw. Dat zoodanige exploitatie niet met nadeel behoeft te geschieden, is in verschil lende plaatsen in onis land voldoende bewezen. En juist hier kan die ex ploitatie zooveel goedkooper zijn dan veelal elders, omdat de troepen uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag na afloop der voorstelling naar hunne woonplaatsen kunnen terugkeeren. Wij hebben de zaak te veel van alle kanten bekeken om te vreezen, dat de exploitatie in eene stad met circa 70,000 inwoners en bloeiende omlig gende gemeenten, financieel niiet be staanbaar zoude zijn. Wij zouden in dat geval huiverig zijn om onzemeer- gegoede ingezetenen tot financieelen steun op te wekken. Eu wat de vrees voor de aanvrage eener subsidie uit dJe gemeentekas betreft, daarvoor bestaat niet de ge ringste reden, hetgeen duidelijk blijkt uit de voorwaarden waaronder B. en W. voorstellen het terrein voor het doel af te staan. In het voorstel toch van B. en W. is voorzien in die noodlottige geval len, waarin het schouwburgbeheer niet aan de hem gestelde verplichtin gen zou voldoen. O. a eindigt de erfpacht zoodra in het te stichten gebouw gedurende 12 achtereenvolgende maanden minder dan tien voorstellingen zijn gegeven, of zoodra het te stichten gebouw ge bruikt wordt in strijd met de erf- pachtsvoorwaarden. Het in bruikleen afgestane terrein zou dan in het be zit der gemeente terugkeeren. De gemeente loopt dus alleen de goede kansen, en is volkomen gevrij waard tegen de slechte. Wij hebben ons geenszins voorge steld dat wij, het initiatief nemende tot het stichten van een Schouwburg en ons daartoe tot den Gemeenteraad wendende, van dezen een geschenk vragen. Hoezeer wij ook vertrouwen, dat de zaak op de wijze als door ons ont worpen financieel bestaanbaar is, als een uitnemende geldbelegging zal het daarvoor te verstrekken kapitaal wel dóór niemand beschouwd worden. Zal het noodige kapitaal gevonden worden, dan zullen zij, die in dezen iets kunnen bijdragen, ook bereid moeten gevonden worden, om in het welbegrepen belang der gemeente hun steun te verleenen. Noch echter van hen, noch van de gemeente zelve vra- gen wij een geschenk wij vragen alleen beider samenwerking om ten nutte onzer gemeente iets tot stand te brengen. Oordeelt nu de gemeente zelve dat het doel geen enkele opof fering harerzijds waard is, dan zou de een beroep op de bereidvaardig heid der meer gegoede ingezetenen weinig uitwerking hebben. En aan een nieuwen schouwburg bestaat reeds sedert jaren een drin gende behoefte. En die behoefte is niet alleen ten believe der meerge goeden. zooals wordt voorgesteld neen, ze strekt zich uit over alle stan den onzer maatschappij de mindere rangen in onzen Schouwburg zijn over het algemeen zeker niet de minst bezette. Zoolang er geklaagd wordt over halfvolle en leege zalen, zegt men, is zeker van de behoefte aan een nieu wen Schouwburg niets gebleken. Wij kunnen deze bewijsvoering niet alleen niet onderschrijven, maar uit volle overtuiging tegenspreken. Het feit, dat de Schouwburg hier niet drukker bezocht wordt, is uit sluitend hieraan toe te schrijven, dat hij in geen enkel opzicht voldoet aan de eischen, die men billijkerwijze daaraan mag stellen. Een groot aantal personen maakt er geen geheim van, dat zij onzen Schouwburg niet bezoeken wegens het brandgevaar, anderen vermijden hem wegen gemis aan schier alles, wat het bezoek van een schouwburg behaaglijk maakt. Er zijn ons faini- liën bekend, die zich hier metterwoon gevestigd hadden en zich zoo teleur gesteld zagen in een voorgenomen schouwburgbezoek, dlat zij zich op grond daarvan naar elders verplaat sten. Viij aanzienlijke ontvangsten gingen daardoor op' directe wijze voor onze gemeentekas verloren. Hoezeer te bejammeren dit ook zij, zeker is he,t nog meer te betreuren, dat wegens hun vertrek eenige dui zenden gulden jaarlijks aan den om zet van neringdoenden, winkeliers, enz. werd onttrokken. Het laatste spreekt eigenlijk te dui delijk om er op te wijzen, maar wij meenden toch de aandacht op dit punt te moeten vestigen, omdat onze tegenstanders er zoo bij herhaling op doelen, dat in "t bijzonder voor den winkelstand de oprichting van een nieuwen Schouwburg zulke noodlot tige financieele gevolgen zal hebben Wij voor ons gelooven, dat juist zij het zijn, die er financieel het meeste voordeel van zullen trekken, en kun nen dan ook bezwaarlijk aannemen dat de beschouwingen dezer dagen van ..een winkelier" door zijne vak- genooten, die toch genoeg mannen van zaken zijn, zullen gedeeld wor- den. Wij houden ons overtuigd, dat bij welslagen onzer pogingen, indien het ons mochf, gelukken ons plan tot uitvoering te brengen, zij die alléén om financieele redenen thans tot onze bestrijders behoor en. later zullen moe ten erkennen, dat een aan de eischen destijds voldoende schouwburg Haar lem's bloei op zichtbare wijze in de hand zal hebben gewerkt. Het" Comité voor de oprichting van een nieuwen schouwburg te Haarlem. Buitenlandsch Overzicht l De toestand in SPANJE wordt er nog niet beter op. Er is herhaaldelijk inde straten gevoch ten en er zijn ook al slachtoffers *re- vallen. Bij de onlusten van Dinsdag werd eene vrouw gedood en zestien per sonen gewond, waarvan zes ernstig. Op het oogenblik dat gisteren een regiment infanterie Arenal doorkruis te, werd1 uit een venster een geweer schot op de troepen gelost. De sol daten antwoordden dadelijk en reden daarop een charge. Hevig werd tus- schen de troepen en werklieden ge vochten. Velen werden gewond, on der wie een kapitein van de genie. Tegen vier uur kwam het opnieuw tot een treffen tusschen werklieden en soldaten. Vijf werklieden werden gedood1, vele gewond. De troepen bewaken de banken en bezetten punten van strategische waarde. De consuls der vreemde mogend heden vroegen den militairen gou verneur de bescherming te verzeke ren van de schepen hunner nationa liteiten in de haven. Daar de zetters staken verschenen er geen kranten. Schouwburgen en koffiehuizen zijn gesloten, het station is door militairen bezet. Vele families verlaten de stad. Men begrijpt dat deze toestand on mogelijk lang kan duren. Van de zaken in OOST-AZIE valt weinig nieuws mede te deelen. We maakten eenige dagen geleden melding van het samenstellen eener Russische bijzondere commissie voor de zaken in het Verre Oosten Tot lid d'ier commissie is nu, naar deRuss- ky Invalid meldt, benoemd de contre- admiraal Abassa, adjunct van den president van den Raad voor han delsscheepvaart, grootvorst Alexander Michaelowitsj. cn tevens aangewezen tot leider der beraadslagingen vair die commissie. Hoewel het geen toonaangevend blad is. is toch merkwaardig hetgeen de te Port Arthur verschijnend Novi Krai schrijft, als teekenend voor de in gewone kringen heerscliende denk beelden De Japanners hebben nog niet de Europeesche beschaving bereikt, en kunnen niet. met dezelfde rechten als dezé op het vasteland van Azië wor den toegelaten. Rusland laat zijn troepen in Mantsjoerije totdat de Oost-Aziatische quaestie in den geest van Rusland beslist is. Voor Rusland is juist thans het oogenblik aange broken om het politieke evenwicht in Oost-Azië te herstellen. Dit laatste is nu wel een eenigs- zins merkwaardige uiting, daar men eer zou zeggen, dat een aangroeien van Rusl-ands macht in Oost-Azië het evenwicht juist geheel zal verbreken en Rusland daar een overwegenden invloed geven. In RUSLAND is weer eens een aanval gepleegd op een hoog Regeeringsambtenaar. Of de misdaad1 een politieken grond heeft valt uit het bericht, dat we hier la ten volgen, niet op te maken. Toen de gouverneur van den Kau- kasus. prtns Galitzine. Dinsdagmid dag met zijn gemalin van een ritje in den omtrek naar de stad terugkeer de, werd de equipage door drie in boorlingen overvallen. Een hunner bracht den prins verschillende dolk steken toe, die* door de muts heen het hoofd wondden; ook de linkerhand werd gekwetst. De schedel c-n de beenderen werden niet geraakt, zoodat de wonden niet gevaarlijk zijn. Toen de misdadigers den prins uit de equipage wilden trekken, werden zij door den kozak, die den prins begeleidde, daarin ver hinderd. Tijdens het gevecht reed de equipage van den prins weg. De misdadigers vluchtten in een diepe kloof, door een politie-agent en een burger achtervolgd. Uit de stad kwam weldra een af deeling bereden kozakken ter plaatse. De aanvallers vluchtten van het eene bosch naar het anderedoor de geweerschoten der kozakken werd een hunner ge dood, de tweede doodelijk gewond, de derde zwaar gewond. De beide laatsten stierven kort daarna. De prins verscheen na zich te heb ben laten verbinden, in een zaal van het gouvernementsgebouw waar de voornaamste personen der stad bij eengekomen waren. Onder de bevol king heerscht groote verontwaardi ging over den aanslag. De voorstel lingen in de schouwburgen werden af ge c ommande er d. De Sultan van TURKIJE geeft ons nu reeds gelijk in hetgeen wij gisteren schreven, namelijk, dat hij wel een middeltje zal vinden om aan de invoering der hervormingen in Macedonië te ontkomen of die ten minste op de lange baan te schuiven. Aan de „Frankf.Ztg." toch wordt gemeld Het antwoord van den Sultan op de Russisch-Oostenrijksch© nota, be treffende Macedonië kan langen tijd op zich laten wachten daar de Sultan behalve het advies van den minister raad nog dat van andere bekende Turksche Staatslieden inroept, o. a. van Hussein Hilmi Pasja, die advi seert tot verwerping der voorstellen. Een staaltje van het beschaafd en men®chlievend optreden van Bulga ren die aïlijd zoo op Turksche wreedheden afgeven geeft het vol gend bericht. De helft der inwoners van het bij Newrokop gelegen. door Turken be woonde plaatsje Turbé is bij een overval van Bulgaarsche opstande lingen vermoord. Graaf Stephan Tisza is erin ge slaagd een HONGAARSCH ministerie bij elkaar te zoeken. Vol gens de Buda-Pester bladen zou het aidus zijn samengesteld Lukacs, financiën; Ploss, justitie, Kolozisvary, landsverdedigingHie- ronvmi. binnenlandsche zakenBei- zevigy, onderwijs; Matslath. land bouw Czeh. minister voor Croatië, Slavonië en Dalmatië. (TEamberlain, de Groote, zet in ENGELAND zijn protectie-campagne voort. Stormachtig begroet door een gewel dige volksmenigte, heeft de propagandist Dinsdagavond! te Liverpool voor de ver gadering van 5000 menschen het woord gevoerd. Hij" had het opnieuw over de eenheid op handelsgebied als eerste voorwaarde voor de eenheid van het rijk. Chamberlain richtte zich eerst weer in het bizonder tot de arbeidende klasse, door deze zijn woord te geven dat zijn voorstellen, waarbij ook de scheepvaart voordeel zou hebben, de prijzen van ae levensmiddelen niet zouden opjagen. Overgaande tot het buitenland, meende Chamberlain dat men den een of ande ren weg moest vinden, om het met de vreemde landen eens te worden, opdat de handel minder beperking zou onder vinden. Balfour's doel. en het zijne was, zich de volmacht tot de onderhandelin gen met dat oogmerk te verzekeren, en zelfs tot invoering van verg'eldingsinaat- regelen. Bleef Engeland echter bij zijn tegenwoordige stelsel en liet het zijne kolonies over, elders tegemoetkoming te zoeken, dan zag hij aankomen dat het groote rijk vroeger of later uiteen, zou vallen en geen penning zou nalaten. In den verderen loop van zijne rede stelde hij in het licht, dat de Londensche graaf- schapsraad voor 41,000 pond tramweg materiaal in Duitschland gekocht had. Het loon voor de vervaardiging van dit materiaal was ten behoeve van het bui tenland gekomen, terwijl het in het land had kunnen blijven. De statistiek leerde dat noch de zeehandel, noch de scheepsbouw in Engeland in dezelfde mate toenam als in het buitenland, en dat kwam van de premies en subsidies die het Buitenland betaalde. Hij had eenigen tijd geleden een reis naar Zan zibar gedaan en daar was hem aan de oostkust van Afrika verteld dat de Dnit- sche handel er groote vorderingen maak te. Hij had aan de kooplui, die hij ge sproken had en die meest Engelschen waren, gevraagd, of Engeland dan zoo ver bij de Duitschers ten achteren was, dat zij geen Engelsche waren meer kon den koopen. Daarop was hem geant woord dat dit niet het geval was, want de Engelsche fabrieken hadden mis schien in enkele opzichten vorderingen gemaakt. Maar de ware reden was dat Duitschland uitstekende stoomvaartlij nen had met hooge subsidies, terwijl Engeland enkel een onvoldoende lijn met een jammerlijke ondersteuning had. De Dutteche stoomschepen brachten Duitsche waren mee, en de handel volg de de vlag. Chamberlain sprak anderhalf uur. Ten slotte werd een motie aangenomen, waarbij de door hem bewezen diensten hoogelijk geprezen werden, instemming werd betuigd met de fiscale politiek van de regeering en de wenschelijkheid werd uitgesproken, om de deelen van het Tijk nauwer aaneen te sluiten door wederkeerige voorkeurrechten. De liberalen zijn verbaasd over Sir M. Hicks-Beach. Balfour heeft in zijn rede te Sheffield o.a. gezegd, dat hij En. gelands fiskale politiek tot in haar grondslagen veranderen wilde om die rede trad do hertog van Devonshire uit het kabinet en sloot hij zich, op verzoek van Hicks-Beach, bij de Free Food Lea gue aan. En nu gaat Hicks-Beach, vol gens een blijkbaar goed ingelicht blad, aan een feestmaal ter eere van Balfour aanzitten en zal hij diens Sheffield-po- litiek steunen De Westminster Gazette zegt nog, dat het vooral was om 't Hicks- Beach niet moeilijk te maken dat de libe rale leiders in de afgeloopen zitting zich onthielden van een flinken aanval op de fiskale plannen der regeering, en nu is de uitkomst, dat Hicks Beach zich aan de zijde van Balfour schaart. Een dtr voornaamste leden van, de Free Food League heeft aan een verslaggever van de Pall Mali Gazette gezegd, dat de vereeniging immers verklaard heeft niet tegen maar voor Balfour te zijn, zoodat er nies vreemds in is, dat Hicks-Beach te Bristol met Balfour op één platvorm verschijnt. Het schijnt, dat de gehecht heid aan de partij vele leden van de Free Food League tot een tweeslachtige Tol beweegt. Feuilleton. Naar het Engelsen vau ROBERT MACHRAY. Wel waren er waarschijnlijk veel Ja- aes Russell's in de wereld, en deze 'uues Russell, die op straat te Ce ssna gewoond was kon best een ander fijn dan hfij. dien hij beschouwde als Madgenoot en handlanger van Sil- "ood, maar Gilbert twijfelde er bijna aiet aan, dat het dezelfde1 man was, 'fea hij zoo graag zou vinden. En alg zijn vermoedens juist waren, Jat dan Wat deed die man in het worden van Italië, eenige mijlen van «majore af? Waarschijnlijk kwam £j daar om Silwood te ontmoeten. Weer vroeg Gilbert zichzelf in twij fel afZou Silwood dan toch gestor- en begraven kunnen zijn te Ca- 3ajore, zooals de Syndicus gezegd iad? Als dat zoo was, dan moest Sil- Jtod vóór zijn dood Russell op de r^gte hebben gebracht van dc ge- *Hne bergplaats, en dan moestzij Russell geopend zijn. Nog eens omstandigheden overwegende. moest Gilbert bij zich zelf bekennen, dat die oplossing niet onwaarschijn lijk wasen dan moest hij nog meer dan anders zijn best doen de hand te leggen op James Russell. Maar toch stond het nog bij hem vast. dat hij moest zien het graf geopend te krij gen. Want als hot lijk van Silwood daar gevonden werd, dan waren on derzoekingen in die richting overbo dig en dan zou het geheim van Lin coln's Inn voor altijd onopgelost blijven. uilbert schreef aan zijn vader een verslag van hetgeen hij ged'aan had over James Russell. Ook zond hij be richt naar den particulieren detec tie ve. die opgedragen was Russell op te sporen. Op den bepaalden tiijd ging Gilbert naar den Gezant maar daar onder vond hij een teleurstelling. Ik moet u vragen, zei Lord Pres- tonkirk, eenig geduld te oefenen, het zal nog wel een paar dagen duren, eer er een besluit genomen kan wor den. Ik heb den Minister van Buiten- l'arictsche Zaken gesproken en vertel de hem. wat u wenschte. Natuurlijk vertelde ik hem niet. wat u mij ge zegd heeft, maar zei. dat ik geloofde, dat er heel goede redenen waren om uw verzoek voor het openen van het graf te ondersteunen. Ik denk haast, dat hij veronderstelt, dat er red<1 van politiek bij in 't spel zijn. Hoe het ook zij. wij staan op zeer goeden voet en hij beloofde mij zijn hester voor te doen maar het was een zaak buiten zijn departement en daarom moest hij er met den Minister van Justitie over spreken. Ik ben u zeer verplicht, zei Gil bert ernstig. Denkt u, dat u spoedig weer van den minister hooren zal? Heel spoedig, denk ik. Ik heb laten uitkomen, dat het een zaak gold van het grootste belang, en gezegd, dat ik het aife een persoonlijken gunst zou beschouwen als er zoo weinig mogelijk mee getraineerd werd. U is zeer vriendelijk, zei Gilbert, en ik weet uiet. hoe u genoeg te danken. Laat dat. Mr. Eversleigh. U be merkt wel, ging de Gezant glimla chend verder, dat u mijn nieuwsgie righeid heeft opgewekt, en ik moet zeggen, dat ik zeer verlangend ben de waarheid te hooren. Kom morgen terug, misschien, heb ik u dan iets meer bepaalds té vertellen. Den volgenden dag meldde Gilbert zich weer bij de Ambassade aan, met heel weinig hoop nu iets meer be paalds varT Lord,. Prestonkirk te hoo ren. maar dat vïël mee. Nu heb ik u zeer goed nieuws te vertellen, zei de Gezant hartelijk. Is het u geluktriep Gilbert op gewonden uit. Ja, maar laat ik u vertellen, hoe het zoo kwam. Ucelli, de Syndi cus van Camajore. schijnt al lang in een slecht blaadje te staan bij zijn supérieur, den Minister van Justitie. Eu dat is voor u een geluk. Zoodra hij hoorde, dat Ucelli verdacht werd een valsch bewijs van overlijden te hebben overgelegd, zei hij dadelijk, dat die beschuldiging onmiddellijk moest worden onderzocht. Het maakte op mij den indruk, alsof de Minister blij was de gelegenheid te hebben om juist Ucelli onaange naam te zijn, wien hij al maanden lang in 't oog hield. Ik geloof, dat hij zijn best doet voldoende reden te vin den om hem uit zijn betrekking te ontslaan. Dat kan u in dit geval goed te pas komen. Het is een gelukje voor u en ik hoop een goed voortee ken voor uw succes. Dank u honderdmaal, zei Gil bert. Ik ben u heel veel verschuldigd, Excellentie. Hoe zal ik u dat ooit kunnen toonen Er is maar één middel, hernam de Gezant vriendelijk. Ik zou zoo graag op de hoogte willen blijven van hetgeen er gebeurt. Ik zou zoo graag het vervolg van deze vreemde geschiedenis hooren. O, het zal mij zeer aangenaam zijn u te laten weten, hoe het er bij staatik zou dat toch in ieder geval gedaan hebben. En wat is er nu besloten. Excellentie? De Minister van Justitie is beslo ten om de zaak grondig te onderzoe ken, zei Lord Prestonkirk. Hij zal daarom niemand minder dan zijn ge deputeerd Minister naar Camajore zenden. Ik was bepaald verwonderd dat te hooren, want de gedeputeerde Minister van Justitie is een heelgroot man, daarom blijkt er uit, dat de Minister veel waarde hecht aan dat onderzoek. Het verheugt mij dat te hooren, zei Gilbert maar nauwlijks had hij deze woorden geuit of een soort van schrik bekroop hem bij het idéé, dat het lijk van Silwood in het graf ge vonden zou wordenmaar hij deed zijn best dat idéé zoo gauw mogelijk uit zijn brein te verbannen. Alles wat nu nog voor mij te doen overblijft. Mr. Eversleigh, zei de Gezant, is u bij wijze van intro ductie een briefje voor den Minister van Justitie mee te gevenu doet het verstandigst nu direct naar hem toe te gaan. Ja, dat zal ik. Lord Prestonkirk schreef een paar woorden en het aan Gilbert gevend, wenschte hij Hem goeden dag en veel succes. Vergeet vooral niet mij hei ver volg te laten weten, zei dc Gezant glimlachend, toen hij Gilbert de hand tot afscheid drukte. Toen Gilbert een paar minuten la ter bij den Minister van Justitie om gehoor vroeg, werd hij dadelijk toe gelaten in tegenwoordigheid van Sïgnor Fava. den Minister. Toen hij hoorde, dat Gilbert geen Italiaansch verstond, sprak li ij Engelsch met hem. Denkt u, dat Ucelli deelgenoot is in een komplot. zei de Minister, om Mr. Silwood te verbergen? Zoo ja, dan rijst de vraag waarom tracht hij Mr. Silwood te verbergen Wat zou daarvoor de aanleiding zijn'? Daar weet ik niets van, hernam Gilbert, Ucelli moet daartoe op een of andere wijze verleid zijn. Dat is heel' waarschijnlijk. Daar moet naar onderzocht worden De Minister drukte op een electri- sch© bel ©n zijn secretaris kwam binnen. Wilt u Sign or Vinci verzoeken, even bij mij te komen, zei de Minis ter in 't Itaiiaansch tegen zijn onder geschikte. die onmiddellijk de kamer weer uitging. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1