NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
SS;
et Huwelijk van
Sylviane.
21e Jaargang.
No. 6252
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 17 NOVEMBER 1903.
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)„1.30
Franco per post door Nederland„1.65
Afzonderlijke nummersn 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.01%
n n de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaame No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3/W* Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 17 Nov.
fat O. a.
Jnitenlandgch Overzieht. Too-
Icritiek van Frans Netcher.
irses te Woestduin. Ingezonden
ibken, Binnenlandsche en Stads
ichten.
Bij de Naamlooze
Vennootschap
Lourens Coster
NOVELLE DOOR
C. PEEREBOOM
hoofdredacteur van
Haarlem'9 Dagblad
|Eén deel \an 166 blz. Prijs
§1.50 ingenaaid 1.90 in traaien
-ichtband
Verkrijgbaar door den boek-
Indei en aan de Bureaux der
nnootschap Z. B. Spaarne 6 en
oote Houtstraat 55.
iiitenlandsch Overzicht
iien iog zijn. de vorstenbezoeken niet
dag, eloopen. Ditmaal zijn het de Ko-
3VOS Ig en Koningin van
nat ITALIË, die naar ENGELAND
.ere IB om koning Edward een bezoek
5( brengen. Het vorstelijk echtpaar
.j Irok van Pisa naar Marseille, waar
^Zondagavond aankwam. Vandaar
le reis heden naar Cherbourg,
het EngeAsch Koninklijk jacht
Bafctoria and Albert" met een viertal
jelsche kruisers liggen te wachten
ciee, <te" vorstelijke bezoekers over zee
roeren. De reis door Frankrijk ge-
„Jiedt incognito, zoodat er voorhul-
geen gelegenheid zal
Wty, Dit zal nu wel het laatste vor-
ijk bezoek van het jaar zijn, want
winter geeft zelfs een zoo reis-
man als keizer Wilhelm er de
:eur- aan stilletjes thuis te blij-
we nu ook zullen gaan hooren
extra innige betrekkingen tus-
|fl Italië en Engeland, zooals dat
jeval was ten aanzien van Frank
en Engeland na de visites, die
Edward en Loubet elkaar
iten Als dergelijke bezoeken
[algemeene verbroedering dervol-
tengevolge konden hebben, dan
iden ze gebracht te worden,
veel drukker dan dat dezen zo-
het geval is geweest.
bezoek hebben we in elk geval
te goed. 't Is dat van den Czaar
Rome, indertijd zoo plotseling
esteld. wat de bron is geweest van
'lei geruchten en veronderstellin-
en wat hoogst waarschijnlijk van
oed is geweest op het aftreden van
itt
iruit
]Q{j vorig Italiaansch ministerie.
H' fins Ouroussof. die Russisch ge-
-t te Rome zal worden, heeft ver-
"P rd, dat de reis van den Czaar
-■^pelijk niet af-, maar uitgesteld
)e Keizer vreesde, volgens dezen
ornaat niet voor zich, maar zijn
lalin, die hem vergezelde, vijan-
manifestaties en besloot ddarom
Lj homst uit te stellen. Zeker zal
er het bezoek plaats hebben, want,
prins Ouroussof, „het is dè
Wh van den Czaar en van geheel
Rusland" om alle krachten in te
spannen tot het tot stand doen ko
men van een Russisch-Italiaansch
handelsverdrag
Voor 't aanstaand] voorjaar dus?
DE SULTAN
heeft er nog niet toe kunnen besluiten
rondweg het voorstel van hervormin
gen, opgemaakt door Rusland en Oos
tenrijk en nu goedgekeurd door de
andere mogendheden, aan t© nemen
of te verwerpen, maar volgens de
„Tunes" zou de Engelsche gezant te
Konstantinopel de laatste aarzelingen
van den Sultan hebben overwonnen,
zoodat deze in principe het voorstel
accepteert. Dat „in principe" is een
voorzichtige toevoeging en laat altijd
den weg open om eindeloos over de
onderdeelen te discuteeren. Maar ver
moedelijk is het zelfs zóó weinig ver
nog niet en geloofwaardiger lijkt ons
dan ook hetgeen uit Constantinopel
van andere zijde gemeld wordt, na
melijk dat de Turksche ministerraad
het door Turkije op de Russisch
Oostenrijksche nota te geven antwoord
nog niet heeft vastgesteld. Deze cor-
respondent vermoedt, dat met de be
kendmaking van het antwoord zal
worden gewacht tot den Ramadan,
de maand, die aan het Mohamme-
daansch Nieuwjaar vooraf gaat.
Waarom die correspondent reden
heeft dat te denken, vermeldt hiij niet.
Misschien redeneert de Turksche re-
geerihg aldusMijn antwoord zal
toegevend moeten zijnwacht ik nu
tot den Ramadan, een maand, die ge
wijd is aan drukke godsdienstoefenin
gen en waarin zeer streng vasten voor
alle Mohammedanen verplicht is tot
zonsondergang, dan bestaat er niet
zooveel kans, dat er uitingen van on
tevredenheid uver ons toegeven plaats
grijpen, want de aandacht is in hoofd
zaak bij de godsdienstoefeningen en...
een ledige maag maakt gedwee.
We weten niet of de Porte deze ver
nuftige iredeneering gehouden heeft,
maar gelooven toch óók wel. dat het
antwoord zich nog een poos zal laten
wachten.'.
HET TOONEEL.
„MUISJE" door het Rotter-
darnsch Tooneelgezelscliap
wijl die van „muisje" (de ingénue-rol)
aan mej Mauhs was toegewezen.
Maar nu willen we tot het belangrijk
ste van den avond terugkomen, n.m.l.
tot het s p e 1.
En het valt niet te ontkennen, dat de
aandacht geconcentreerd was op
een moeder van twee zulke dochters
te spreken dat ze dus wel wat te wei-
nig „geposeerde" dame was (wat niet
door een grijze pruik alleen te maken is)
was dus niet haar schuld.
Aangenaam werden we ook nu weer
getroffen door den beschaafden toon,
Prins Ferdinand1 heeft Zaterdag
het
BULGAARSCHE
Parlement geopend met een troonre
de. waarin gezegd wordt, dat ver
schillende uitgaven noodzakelijk moes
ten geschieden ten behoeve van het
leger, we weten waarom. Het was op
Turkije gemunt en Bulgarije zou het
zeker vóór eenige maanden hebben
aangegrepen als het de hoop had kun
nen koesteren gesteund te worden door
Rusland. Alle uitzicht daarop was
echter door dit Rijk op afdoende wijze
ontnomen.
Voorts belooft de Bulgaarsche re
geering in de troonrede alle mogelijke
pogingen te zullen doen om de goede
verstandhouding tegenover Rusland
(dat gelooven we gaarne) en tegen
over de overige buurstaten (dit is
minder geloofwaardig) te laten be
staan en zoo mogelijk nog te verbe
teren.
Vermelden we ten slotte nog, dat
blijkens bericht van Zondag de toe
stand van
KEIZER WILHELM
zoo goed moet zijn als men in de ge
geven omstandigheden wenschen kan.
De wond is bijna geheel genezen en
de Keizer mag weer zacht spreken.
„Muisje" (La Souris) is geen nieuw
stuk. en zijn schrijver is geen nieu-|
weling.
Deze laatste (n.m.1. de schrijver) is
Edouard Pailleron, tijdens zijn leven een
zeer gevierd, rijk en succesvol
auteur van verschillende stukken, o.a.
van „De wereld waar men zich verveelt".
Bovendien was hij geestig enlid der
jFransche Académie.
Het eerste (n.m.l. het stuk) dagteekent
ui; het jaar 1887, en werd 't eerst gegeven
in Frankrijk's beroemdsten schouwburg,
de „Comédie Francaise" te Parijs, met
tooneelheroemdheden als Mad.lle Rei-
chenberg en Worms in de twee belang
rijkste rollen.
Van de Fransche hoofdstad uit maakte
het een triomftocht over alle tooneelen
van Europa en werd het op zijn minst1
in zes of zeven Europeesche talen over
gezet en gespeeld.
Ook Holland heeft er indertijd zijn
deel van gehad. Mientje Sasbach (nu
Mevr. Erfman). Anna Reukers e.a.
bebbeia er vroeger naam in gemaakt.
Over het stuk zouden we dus eigenlijk
niets meer behoeven te zeggen, want
het spel wordt bij een reprise hoofd
zaak. De verdiensten en de fouten van
het werk zijn in vroeger jaren reeds vol
doende ontleed en in het licht gesteld
het eenige wat dan nog voor belang-1
rijks overblijft, is een vergelijking tus- j
schen het spel van vorige en de heden-
daagsche spelers en speelsters. En dat
was dan ook het meest interessante van
den avond, van Zaterdag.
Maar aangezien 't reeds zoo vele jaren
geleden is. dat „Muisje" hier gegaan
is, willen we toch nog even, met een
heel enkel woord aan den inhoud van
het stuk herinneren
't Komt dan hier op neer, dat op een
buitenplaats, ergens in Frankrijk, een
weduwe woont met twee dochterséén,
wier man na een leven van zwieren en
uitgaan, in een gekkenhuis zit; en één,
nog een ..bakvischje" dat den bijnaam
van „muisje" heeft gekregen, omdat ze
zoo klein, stil en zacht is. zich onhoor
baar door het huis beweegt en de ka
mers binnen komt zonder dat men het
merkt.
En in dit huis komt een hartenbreker,
een Don Juan, uit Parijs logeeren, die
zijn hof aan de oudste dochter maakt.
Maar nu is het zielkundig gegeven van
het stukde psychologische ontleding
van het gemoedsleven van het bak
vischje, dat op den Don Juan, die haar
eerst nog als een kind behandelt en
haar lastig vindt (omdat hij bemerkt
dat men een huwelijk tusschen hen in
den zin heeft) verliefd is, totdat deze
haar ware gevoelens voor hem bemerkt
en zelf ook verliefd wordt.
Het „opengaan van een zieltje" zou
men dit tooneelwerk van Pailleron ook
kunnen noemen, hetwelk, aangezien
het van dezen Franschen auteur is, vol
aardige zetten en conversatie-geestighe
den is. die de medespelenden elkander
telkens toekaatsen.
De rol van den Don Juan, van een
„jeune premier in zijn nadagen" (de
eenige mannenrol tusschen rijf Vrouwen)
werd door Frits Tartaud gespeeld, ter
Mej. Mauhs, eene nieuwelinge die dit- die het spel vooral van de dames
maal nu eens niet door de Amsterdam- van het Rotterdams clie gezelschap gun-
sche Tooneelschooi was afgeleverd, j stig kenmerktwel begonnen de dames
maar die haar theatrale opleiding geno- j in den aanvang weer hun Rotterdam-
ten had op de particuliere dramatische sche poppen- of hoofdstemmetjes op te
school van Mej. Esser. zetten, welke we vroeger al eens om-
En die belangstelling kwam niet aj- 6chreven hebben (en die men elkander
leen voort uit de belangrijkheid vanbij dit gezelschap nadoet) .maar geluk-
hare rol (n.m.l. die van Marthe. feitelijk kig won later op den avond de Natuur
de voornaamste vrouwenpartij), in wel- 't toch weer van de Onnatuur.
ke zij Mad.elle Reichenberg, Mientje De dames hadden veel succes met haar
Sasbach e.a. als voorgangsters heeft ge-[fraaie toiletten; alleen viel mevr. Tar-
had, maar ook uit het feit, dat er overtaud er wel wat „uit" met haar reform-
haar en haar vertolking al zooveel in'japonnen, die 't in deze chique, Fran-
de pers geschreven was. Ook hier in desche omgeving, minder goed deden,
stad was de verwachting gespannen door Het stuk, waarvan het décor (eene
kranten-uitknipsels die verspreid wa
ren, niet over liet stuk, maar uitslui
tend en alleen over Mej. Mauhs en haar
spel.
Mej. Mauhs heeft daar natuurlijk geen
schuld aan maar zoo iets is toch ge
vaarlijk. want de reclame kan de ver
wachting van een nieuwelinge wel eens
te hoog spannen, en dan komt, o zoo
gauw de reactie die, eenmaal teleurge
steld, licht in een ander uiterste vervalt
en dan aan 't afbreken gaat.
Maar de reclame heeft haar ditmaal
niet benadeeld. Deze jonge artieste
met een 6prookjesnaam (Elsa) is haar
rol even knap blijven spelen als we die
van haar eenige weken geleden te Rot
terdam hadden gezien.
Ze heeft een nu nog aangewezen
uiterlijk voor een ingénueeen lieven,
reinen mond. groote, nog kinderlijke
oogen, een fijn figuurtje. Ze was wel
het beeld van jeugd en reinheid, dat ze
geven moest.
Ook haar stem was lief en zacht-rein;
maar het was te bemerken, dat die stem
een zeer goede school bij haar leermees
teres had doorloop en .wat vooral opviei
bij haar uitspreken van de r en door de
wijze waarop zij de klinkers hun jufsten
klank gaf en tot hun recht deed komen;
articulatie en mondverzetting waren
eveneens zeer goed. En wanneer in de
toekomst haar natuur de baas blijft over
haar school en dat zal gebeuren wan
neer zij een vrouw van temperament is
dan heeft ons tooneel aan mej. Elsa
Mauhs bepaald een goede aanwinst ge
daan,
Tarfaud was in de rol van den Don
Juan van veertig jaar niet goedhij
was vierkant, stug. en te burgerlijk voor
tuinkamer met uitgestoken marquise)
te prijzen was, ging voor een zaal. die
op de eerste rangen (niettegenstaande
den Zaterdagavond) goed bezet was.
FRANS NETSCHER.
Stadsnieuws
Haairlem. 16 November 1903.
Zondagavond heeft de nieuwe Bis
schop van Haarlem, mgr. Callier, rijn
plechtige intrede gedaan in den Ka
thedraal.
Bij dit plechtig Lof werd de Bis
schop, die gekleed was in vol or
naat, geassisteerd door de WelEerw.
Hoeren De Vogel, kapelaan te Am
sterdam, neef van den Bisschop, als
diaken, en Wassen, kapelaan van
St. Bavo als sub-diaken.
Nadat Mgr. B. Dankelman een ge
bed had uitgesproken voor het behoud
van den Bisschop, sprak deze de zeer
talrijke menigte toe naar aanleiding
van den brief van den apostel Paulus
aan dé Teisselonisessen.
Na deze toespraak gaf de Bisschop
den aanwezigen zijn zegen, waarop
do or mgr. Dankelman werd voorge
lezen de verleening van een aflaat van
40 dagen.
Na afloop van het Lof nam Mgr.
Callier in zijn zetel plaats, liet zich
van zijn plechtgewaad ontdoen en
verliet, de menigte zegenend, de Ka
thedraal
De Inbraak in bet
Koloniaal Museum.
De Dader Bekend.
Overdragen van grond.
Wanneer iemand grond overdraagt
aan de gemeente om dien te doen
bestraten en rioleeren, dan betaalt
hij daarvan de kosten. Daar het schijnt
een Parljsclien markies en lady-killer. dat die bepaling niet B°e<i
Maar zou er wel een Hollandsch iMrd is stelt bet College van B. en
acleur zijn. die deze high-life rol naar \Y. voor te bepalen, dat voortaan be-
behooren zou kunnen spelen? Dat is geen taald zal moeten worden „de geheele
„som, die van gemeentewege gerekend
„zal worden noodig te zijn voor de
in en op de over te nemen gronden
„te maken openbare werken (dus ook
de kosten van bestrating) en dat hij
van die som bovendien nog betalen
zal 10 pCt. voor ééns, als bijdrage in
de kosten van onderhoud.
Voor exploitanten van bouwterrei
nen, is dit nieuw© beginsel niet onbe
langrijk. Immers „met hert kleine
vangt men aan om met het groote
voort te gaan". De 10 procent zouden
wel eens tot 20 of 30 of meer kunnen
aangroeien, zooals vroeger ook de bij
drage in de kosten van bestrating en
rioleering van 50 op 75 en ten riotte
op 100 procent gekomen is.
„Hollandsch" werk 1 Bovendien maakte
hij zijn terzijde's veel te dik en speelde
hij ze veel te veel in de zaal.
Mevr. Van Eijsden-Vink was zeer ver
dienstelijk in een dier rollen van koket
terie en lichamelijk-mooi. waarin we
haar 't liefst zien en waarin zij haar
grootste triomfen vierten mevr. Tar-
taud-Klein speelde met distinctie en in
gehouden bescheidenheid de rol der
vrouw, wier man in het gekkenhuis zit,
en wist zich te hoeden voor het verval
len in geknakte lelie-achtige neerslach
tigheid. Mevrouw Kerkhoven-Jonkers is
een artieste van een veel te levendig
temperament en is nog veel te jong. om
voor een weduwe van twee mannen en
Zaterdagavond omstreeks half elf heeft
een brutale inbraak plaats gehad in het
Koloniaal Museum alhier.
Na aan de zijde aan den Kleine Hout
weg te zijn bi nm engekomenheeft de
man zich door uitsnijding van een ruit
door afschuiving van den afsluit
boom aan de achterzijde van het Mu
seum toegang weten te verschaffen.
Daarna heeft hij de afsluiting van de
hoofddeur, uitkomende op de binnen
plaats, nabij het groote ijzeren hek aan
de Dreef, afgenomen, waarschijnlijk om
zoodoende zijn aftocht te kunnen dek
ken. En vervolgens heeft de man ge
tracht de"deur te forceeren, welke toe
gang geeft tot de kamer voor de In
dische Kunstnijverheid, in welk vertrek
ook het portret van wijlen den heer F.
W. van Eeden is geplaatst.
De deur verraadt duidelijk de sporen
van braak, waarschijnlijk is hier met
een beitel gewerkt. Toen de man daar
mede bezig was, heeft hij bepaald de
voetstappen gehoord van den surveil
lant, die iederen avond op verschillen
de tijdstippen de ronde doet. Daar deze
echter kwam van den kant der hoofddeur
was den inbreker den aftocht afgesne
den, en vluchtte hij derhalve verder het
gebouw in naar de zijde der Paviljoens-
laan.
De surveillant, Gijs de Lange, die ook
aanstonds bemerkt had dat de afsluiting
der hoofddeur was verbroken, vermoed
de onraad. Wei gewapend, de lantaarn
in de hand, doorzocht de 19-jarige moe
dige jongeling de stikdonkere museum-
vertrekken, natuurlijk nog niet wetende
of hij op zijn weg met één of meerdere
inbrekers te doen zou krijgen.
't Was bepaald een angstig oogenblik.
Eindelijk kwam de onverschrokken be
waker in de kamer van den custos.
Daar zag hij in een hoek een gedaante
bewegen. „Werda, of ik schiet", klonk
zijn waarschuwing.
En op hetzelfde oogenblik sprong de
man te voorschijn onder den uitroep
„O God Gijs spaar me
Bij het licht der lantaarn zag de Lan
ge nu een persoon, in wien hij aan
stonds een timmermansknecht herkende,
die eenigen tijd geleden herstellings
werken in. het Museum had verricht.
Op zijn smeeken liet de surveillant
den inbreker vrij uitgaan, waarna hij
aanstonds den directeur Dr. M. Greshoff
en vervolgens de Politie waarschuwde.
Een nauwgezet onderzoek werd nu in
gesteld, waaruit bleek dat gelukkig nog
niets was vermist en de beschadiging
alleen bestond uit de vernieling van een
ruit en van een deurpost.
Hoewel de voorwerpen voor dieven niet
de minste waarde hebben, zou het toch
zeer te betreuren zijn geweest, wanneer
de verzameling, die wetenschappelijk
hoogst belangrijk is, zou zijn geschon
den of beschadigd.
Daarom aan Gijs alle hulde voor zijn
flink en moedig optreden.
De politie onderzoekt op dit oogenblik
de zaak verder, en zal, zoo zij het nog
niet gedaan heeft, den dader wel spoe
dig arresteeren. opdat hij zijn welver
diende straf niet ontga.
Fenll I et on.
Naar het Engelsch van
ARNOLD BENNETT.
HOOFDSTUK I.
Schoone Mevrouw Cavalossi
zat in haar prachtigen privé
in Hótel Cecil en keek uit het
raam over de oevers van de
en over .die bruggen, met hun
lig leven op weg en water. De
scheen helder. Het was volle zo-
De boomen in de tuinen stonden
ia blad. de geraniums langs de
ai schitterden in hun helle kleu
mer de voortsnellende hansoms
zonnetenten bevestigd en de
te grijze plezierbooten vervoerden
ladingen van feestgangers,
frater scheen even blauw als de
zelf. alles was blij en lachend
halve mevrouw Cavalossi, wie
fas aan te zien, dat zij' ontkemd
haar gemak was.
Toch was zij nog jong, scheen rijk
en verheugde zich in het bezit van
een merkwaardige verblindende
schoonheid. Op het eerste gezicht zou
men haar voor 25 of 26 jaar hebben
gehouden, maar bij nadere beschou
wing zou men uit de vaste lijnen van
den mond, het geheimzinnige in haar
oogen en den indruk van levenserva
ring dien zij gaf, hebben opgemaakt,
dat zij wel ouder kon zijn. Inderdaad
was zij 34 jaar oud' en sedert 17 jaar
weduwe. Was zij reeds een vreemde,
raadselachtige vrouw, het vreemdste
en raadselachtigste aan haar was wel
dit. dat zij gedurende al die jaren
ongetrouwd was gebleven. Het scheen
ongeloofelijk, dat rij niet vroeger of
later was bezweken voor de talrijke
aanzoeken, die aan een vrouw van
zulke schoonheid moesten zijn ge
daan. Wie dat gelaat bekeek, verwon
derde zich en vond het verrukkelijk
dat ovaal gelaat niet donker en niet
blond, maar tusschen beide in, de
parelvormige oogen, het wonder
schoons profiel van den Griekschen
neus, de fijne, flinke mond. met de
Ietwat dunne en saamgeknepen roode
lippen, de kin, die een wonder was
van lijn, de ronde wangen als roze-
blaren zoo zacht van tint en zonder
eenig hulpmiddel van de kunst, het
hooge helderwitte voorhoofd, de klei
ne, halfverborgen ooren. Maar wie
het goed bekeek, gevoelde toch tevens
een vage vrees voor den donkeren
blik die nu en dan uit die oogen op-1
vlamde. Ja waarlijk, het moest wel I
een dapper, ja een overmoedig man 1
zijn, die mevrouw Cavalossi ten hh-j
wielijk durfde vragen.
Zij stond plotseling op en ging eenl
paar maal de kamer op en neer. Zij
was gekleed in een geheel wit wandel-
costuum, met een witten hoed, waar.
onder haar bruine haar licht gekruld
was, een zeer eenvoudig toilet, maarl
dat onberispelijk naar de laatste mo
de was. Naar het venster terugkeeren-
de, staarde zij. zonder iets te zien,
naar het prachtige panorama voor
haar en drukte toen op een electrisch
belletje.
Een dienstmeisje met het gebmike-1
lijke zwarte schort verscheen.
Adela, hoe laat is het precies j
De klok is blijven stilstaan.
Precies kwart vóór twee, me
vrouw.
Is Dr. Colpus nog niet gekomen
Neen, mevrouw.
Zeg aan Sims, zeide mevrouw
Cavalossi, op haar lippen bijtende,
dat hij in de vestibule van het hótel
op den dokter wacht en hem bij mij
brengt, zoodra hij komt. Geef mij de
handschoenen en de parasol, die gis-
teren van Doucet gekomen zijn en
vraag aan mevrouw Drew, om m
haar kamer te blijven totdat ik haar
laat roepen.
Ja mevrouw.
Adela ging heen, maar had nauwe
lijks de deur gesloten, of zij opende
die opnieuw en kondigde aan: Dr.
Colpns.
De bezoeker was een slank, rechtop
gaand, levendig man van gevorderden
middelbaren leeftijd. Zijn haar en
rijn lange knevel waren grijs. Hij
droeg een onberispelijk grijs reispak
en scheen buiten adem.
Mevrouw Cavalossi kwam naar hem
toe en begroette hem met een v.rien
delijken handdruk. Als ik je noo
dig heb. zal ik je wel bellen, zeide ze
en Adela ging heen. Nauwelijks waren
mevrouw Cavalossi en haar bezoeker
alleen of de uitdrukking van haar j
gelaat veranderde.
Ge zeidet. dat ge te 9 uur zoudt;
komen, zeide zij streng. Hebt ge ver-
geten. dat binnen twintig minuten
Arthur Forrest hier zal zijn
De trein is laaihij vertrok al te I
laat uit Edinburgh en had oponthoud
gedurende den nacht.
De trein I zei ze sarcastisch, als-
of Dr. Colpus verheven had moeten'
wezen boven de grillen van spoor-,
wegen.
Ja, de trein, herhaalde hij; terwijl'
hij in een koelen, onverschilligen glim
lach zijn mooie tanden liet zien.
Dacht ge, dat ik den Schotschen
sneltrein zou besturen
Zij maakte een gebaar om hem te
doen zwijgen en riep ongeduldigis
alles gereed?
Alles is in orcfe.
Hebt ge de papieren, het huwe
lijks-certificaat de geboorteacte
Ja.
En zijt ge vast en zeker over
tuigd. dlat er geen enkele moeilijkheid
of vergissing wezen kan
Beste mevrouw, daarvan was ik
zes maanden' geleden al overtuigd,
toen ik u zei. dat ik deze reis voor
onnoodig hield. Maar op echte vrou-
wenmanier besloot ge, op het laatste
oogenblik, dat het gedaan moest wor
den ©n daarom is het gedaan. Ik ben
uw onderdanige dienaar, zeer honge
rig en slaperig.
Ge zijt onschatbaar, zei ze thans
glimlachend haar witte hand op zijn
arm leggende. Wel. ge ziet zoo frisch
als een schooljongen.
De toiletkamer in den trein was
bewonderenswaardig, zei hij, en
zooals ge weet. is het mijn levensdoel
om een jonge dandy ie wezen. Maar
er is nog een zaak, die ik met u be
spreken moet en daar Forrest hier zal
zijn binnen twintig minuten, hebben
wij twintig minuten om het in orde
te maken
Wat in orde te maken?
Dat zal ik u zeggen. Wij hebben
bepaald, dat ik honderdduizend pond
zal hebben, als de zaak slaagt
Alszei mevrouw Cavalossi,
met een verbaasden nadruk op het
woord. Als de zaak slaagt Is ze
dan nog niet geslaagd
Neen, zei Dr. Colpus, ze i9
nog niet geslaagd.
Ge voorziet misschien, zei de
andere ironisch, dat onze jonge
vriend nog een zonnesteek kan krij
gen op straat of een_ ander vroolijk
ongeluk van die soort?
Neen, zeker niet, ik vertrouw,
dat onze jonge vriend in het. bezit zal
zijn van zijn volle gezondheid, zei
de dokter, glimlachende. Toc*n voegde
hij er bij, terwijl zijn gezicht plotse
ling hard. ruw en terugstootend werd:
Totdat
Totdat
Ik geloof, dat hij rijn volle ge
zondheid zal bezitten, totdat
De dokter zweeg opnieuw. Zijn
oogen ontmoetten die van de schoone
mevrouw Cavalossi en nadat zij el
kaar lang hadden aangestaard, wa
ren het niet de oogen van de vrouw,
die zich het eerst afwendden.
Totdat hij die gezondheid niet
meer bezit, zeide zij onverstoorbaar.
(Wordt vervolgd).