NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Het Huwelijk van
Syiviane.
21e Jaargang.
No. 6276
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 15 DECEMBER 1903.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) „1.30
Franco per post door Nederland1-65
Afzonderlijke nummers0.02>£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37)|
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regeL
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdakten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAG BE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 15 Dec.
rat:
St. Nicolaasfeest, Buitenlandscli
erzicht, Kameroverzicht, Biii-
nl.. Sport en Stadsberichteu.
t. NICOLAASFEEST.
Tegen twaalf uur Zondagochtend was
t in de vestibule van de groote zaal
r sociëteit „Vereeniging" zwart van
ceders met kinderen, die aan het St.
icolaasfeest voor de kinderen van uit-
slotenen en werkloozen zouden deel-
imen Vaders waren zeldzaam. Maar
tkindertal was natuurlijk 't grootst;
waren er 340, in de meest verschil -
ade leeftijden, van de zuigeling af
t wel twaalf jaar toe.
De heer Timmer, als Voorzitter van
et Comité, opende de feestelijkheid,
,et een kort toespraakje „St. Niklaas
aeft jullie vergeten, kinderen", zei
ij, „dat komt misschien omdat jullie
at achteraf woont, maar toen wij
it merkten zijn we hem achterna ge-
lisd en hebben een heeleboel voor
illie bij elkaar gekregen. We hopen,
at jelui veel plezier zult hebben en
at de ouders het St. Niklaasfeest een
dgenden keer weer met jullie in den
uiselijken kring zullen kunnen
gen."
Daarna bracht de spreker een woord
an dank aan de Commissie en aan
pers en begonnen rappe dames-
ancien de gasten te bedienen met
hocola en krentenbrood. De dames
au de Commissie, hadden vrieude-
jke hulptroepen gezocht en gevon-
en in eenige onderwijzeressen en on-
erwijzers, die nu meehielpen om de
roote schare vlug te bedienen en
rdelijk te doen spelen.
Mejuffrouw C. Westendorp hanteerde
en groote fluit om stilte te krijgen,
an neer iets aan de kinderen moest
rorden gezegd of gevraagd. In het
egin was dat gemakkelijker, danna-
erhand, toen na de eerste schuchter-
I leid, de tongetjes loskwamen en de
oetjes begonnen te schuifelen. Toch
rerd, hoe" druk 't ook liep, de orde
een oogenblik verstoord. En met
andacht luisterden de kinderen naar
uffrouw Westendorp, die een sprookje
ertelde van Ida Heijerinans, hoe de
oede Sint potjes met lelietjes wou
even aan het liefste kind en dat ein-
elijk, na veel rondreizen, gaf aan een
ief, klein meisje, dat zoo heel dap-
icr was geweest om haar zieke broertje
en genoegen te doen.
Een van de leden van het Comité
ïertelde ons, hoe zij bezoeken hadden
tebracht bij de werkloozen, om te zien
fat er voor St. Niklaascadeau het
neest welkom wezen zou. Hij kwam
i een gezin dat pas vermeerderd was.
er was niets voor het kind; geen
uier, geen lakentje niets.
De man had sedert October geen
werk. Hij kwam er rond voor uit, dat
lij na een bruiloft te laat op de
ileekerij gekomen was en toen drie
lagen straf had gekregen, met de
nededeeling dat hij i October vertrek-
len kon. Misschien zou de patroon
ïem wel weer nemen, als 't drukker
werd in de zaken.
Intusschen was al 't meubilair ver-
tocht moeten worden, ,,ook een ovale
tafel" zei de man, „die negen gulden
gekost heeft". Aan dit laatste spoor
van weelde scheen bij vooral te hech
ten- „Ik vent met turf en hout, maar
dat haalt niet veel op. Vrijdag heb
ik veertig cent verdiend en gister voor
84 cent verkocht. Een bus voor olie
heb ik geleend, maar ik heb geen
centen om olie te koopen."
Daar ging op eens de deur van de
groot e zaal open en verscheen St.
Nicolaas zelf. Hij was het, met den
mijter op en de grijze baard en het
prachtige kleed en achter hem zijn
zwarte knecht, met een grooten zak
in zijn hand, waar hij een heel vrachtje
aan had. Dat was me een gejubel.
En van alle kanten klonken opeens
St. Nicolaasliedjes, terwijl de goede
Sint, vriendelijk knikkende, door de
zaal stapte en voor het orkest op een
stoel ging zitten, terwijl hij de kin
deren wenkte om bij hem te komen.
Ze stormden op hem af, dat hij er
bijna van in de verdrukking kwam
en de goede Sint het maar beter vond,
de rijen langs te gaan en aan ieder
een zakje lekkers te geven uit den
grooten voorraad van zijn zwarten
knecht.
Een zoon van den heer Reinalda
speelde vroolijke deuntjes op de piano,
dat de voetjes er van in beweging
kwamen en St. Nicolaas ging op het
toon eel zitten, dat de kinderen hem
goed konden zien en later speelde
zoowaar de zwarte knecht ook nog
van den kleinen Cohn en weergalmde
dat geliefde lied door de zaal.
„Heeft u ons magazijn al gezien?"
vroeg ons een van de dames van het
Comité. I-Iet magazijn was gevestigd
in de solistenkamer naast hettooneel.
Vol was het kleine vertrek met groote
pakkendat warén de cadeaux, die
de moeders straks zouden krijgen bij
hot heengaan. Daar zaten prenten
boeken en leesboeken in voor de kin
deren en speelgoed, maar ook kleeren
en schoenen, want die waren in de
gezinnen hoog noodig.
,,We hebben op onze bezoeken wel
veel ellende gezien," zei het Comitélid -.
„een verlaten vrouw met zeven kin
deren en de man schijnt hier in de
stad rond te loopen. Kunt u zooiets
begrijpen? Dan hebben we een gezin
gevonden, waarvan de man sedert
April geen werk meer had hij ziet
er uit als een geest en nog willen ze
de kinderen niet naar Vincentius laten
gaan, omdat de buren daar zooveel
over te zeggen hebben. U zou niet
gelooven wat een trots er bij zulke
armoede nog in zit. Er zijn ouders,
die bun kinderen om dezelfde reden
niet aan dit feest hebben willen la
ten meedoen."
De spelletjes gingen voort. Wie
niet mee konden doen, hupten en
sprongen er maar wat om heen en
hadden allicht niet minder plezier.
Toen het zoowat donker begon te
worden, werd de tooverlantaarn ver
toond. Toen werden ze kalmer, maar
vergaten daarom hun biscuits en
chocolade niet, die met graagte naar
binnen gingen.
De Commissie heeft inderdaad eer
van haar werk. Zij kreeg zooveel in
natura, prentenboeken, speelgoed, eet
waren, dat het ontvangen geld geheel
en al kon worden gebruikt voor klee
ding, schoeisel en andere nuttige
zaken. Een verantwoording zal, naar
ons verzocht is te berichten, daarvan
nog in de couranten gegeven worden.
Hoe de menschen deze zware dagen
van werkloosheid doorkomen Ik weet
het niet," gaf een van de dames op
onze vraag ten antwoord, „ik heb er
geen goed denkbeeld van. Natuurlijk
wordt eerst alles verkocht wat maar
waarde heeft en danja, dan gaat
het zooals 't gaan wil. De eene buur
vrouw geeft een maaltje eten en de
andere helpt eens wat en dan is er
natuurlijk de liefdadigheid, maar die
geeft niet veel geld. Wat de menschen
het meest benauwt, dat is de huur.
Daarmee zijn ze allen ten achter en
beven voor de mogelijkheid dat ze er
uitgezet zouden kunnen worden...
t Was al vijf uur, toen de feestelijk
heid was afgeloopen. Voor leidsters
en leiders een vermoeiende middag,
maar een van voldoening tevens, om
dat zij eenige uren van blijdschap
hebben verschaft aan stumpers, die
in deze benauwde dagen niet anders
dan zorg en kommer zien.
Buitenlaiidscli Overzicht
meening behoort het tot de vele sen-
satieberichten uit het Verre Oosten,
die ongegrond gebleken zijn. De ver
zekering, dat Pavlof, de gezant te
Sëoel, een formeele waarschuwing
tot de Koreaansche regeering gericht
zou hebben, wordt onjuist genoemd.
Volgens de laatste, te Petersburg ont
vangen berichten, had Pavlof aan de
Koreaansche regeering gevraagd, of
en onder welke voorwaarden Jongam-1
po opengesteld zou worden de gezant 1
ontving een ontwijkend antwoord.
.Men acht het onwaarschijnlijk, dat
de stadhouder Alexejef, hoe uitge
breid zijn volmacht ook wezen moge,
een zoo ernstigen stap zou doen als j
thans uit Tokio gemeld wordt, zon-i
der vooraf Petersburg te raadplegen.
Ook in de Russische diplomatieke
kringen zoo voegt de correspondent
er bij vertrouwt men de genoem
de berichten niet. Zulk een optreden
zou immers in de tegenwoordige om
standigheden de nationale eigenliefde
kunnen prikkelen, en de kwestie tot
een crisis brengen, die de mogendhe
den wenschen te vermijden. Van
Alexejef of van Rosen is nog geen
tijding ontvangen, men verwacht ech
ter iederen dag het bericht, dat Rus-
land's antwoord aan de Japansche re
geering overgebracht is.
Uitvoeringen.
Het groote nieuws van het oogen
blik is, dat
JAPAN RUSLAND'S
antwoord ontvangen heeft. W ij zijn
echter niet veel verder met die weten
schap, want het bericht, dat het heug
lijk nieuws brengt, voegt er in één
adem bij, dat van den inhoud van
het antwoord niets bekend is. Nu zal
de Japansche Regeering als goede di
plomate, die zij is, van dat antwoord
zeker niets publiceeren, wanneer het
niet naar haar zin is, want dan zou
ze het volk maar opwinden. In dè,t
geval zal die Regeering dus opnieuw
aan 't onderhandelen gaan om beter
voorwaarden te krijgen en hoorenwe
waarschijnlijk voorloopig niets. Is
daarentegen het antwoord van Rus
land bevredigend of besluit de Japan
sche Regeering zich er maar bij neer
te leggen, omdat ze geen kans ziet op
dit oogenblik meer te bereiken, dan
bestaat alle kans, dat heel spoedig
bekend wordt, hoe de afloop van dit
diplomatiek duel is.
De algemeene verkiezingen in Ja
pan zullen niet, zooals we verwacht
hadden, spoedig plaats vinden, maar
eerst 1 Maart. In elk ander rijk zou
zoo iets onder gelijke omstandighe
den iets onbestaanbaars zijn, of ge
lijk staan met een staatsgreep, maar
in Japan neemt men het zoo nauw
niet en zendt in moeilijke omstandig
heden de volksvertegenwoordiging
maar voor eenige maanden naar huis
en regeert zonder haar. Als de regee
ring dan eenmaal gedaan heeft, wat
zij wilde en door het Parlement werd
afgekeurd dan mag dit laatste terug
komen, maar dan is r niets meer
aan te doen.
Omtrent den toestand in het Verre
Oosten verneemt Reuters bureau te
Londen uit St. Petersburg
Men slaat hier ter stede geen ge
loof aan het bericht uit Tokio, dat de
Russische vloot, voor Tsjemoelpo aan
gekomen, troepen ter ontscheping ge
reed houdt om ze naar Sëoel te laten
oprukken, indien Korea weigert, aan
Rusland's vertoog tegen de openstel
ling van Jongampo gehoor te geven.
De Russische regeeriug geeft te ken
nen, dat zij geen bevestiging ontvan
gen heeft van dit bericht, naar hare
Uit Berlijn wordt thans gemeld, dat
nu dan toch werkelijk de
DUITSCHE KEIZER
geheel hersteld moet zijn. Zaterdag
bracht het Keizerlijk echtpaar een be
zoek aan Berlijn, voor het eerst na
's Keizers ziekte. Er werd een bezoek
gebracht aan een schilderijen-ten
toonstelling en 's avonds woonden de
Keizer en Keizerin de voorstelling in
den schouwburg bij. Zij werden met
warmte door het publiek begroet.
Omtrent de behandeling van de be-
grooting in den Duitschen Rijksdag
valt tot nog toe niets merkwaardigs
te vermelden. Hedenmiddag zouden de
discussies worden voortgezet.
De Rijkskanselier von Bülow heeft
een deputatie ontvangen van het Duit-
sche Arbeiderscongres, die hem de
wenschen der werklieden kwam voor
leggen. Von Bülow wenschte de werk
lieden geluk met hun pogingen om
langs wettigen weg verbetering in
hun positie te verkrijgen en hij ver
klaarde hun, dat zij op den steunen
de medewerking van den Keizer zou
den kunnen rekenen.
SERVIE
gaat weer eens ondervinden, dat nog
niet is vergeten, hetgeen van den
zomer te Belgrado is voorgevallen.
Te Weenen wordt namelijk door de
bladen meegedeeld, dat de gezanten
van Turkije, Duitschland en Oosten
rijk te Belgrado voor onbepaalden tijd
van hun post zullen vertrekken, ten
einde niet deel te behoeven te nemen
aan de op handen zijnde feesten en
de recepties ten Hove, en om zoodoen
de niet" de kans te loopen van in
contact te komen met de personen,
die deelnamen aan den Konings
moord.
Als nu eens waar was, hetgeen be
weerd wordt, namelijk dat Koning
Peter nu toch eindelijk het ferm be
sluit heeft genomen om al die ge
vaarlijke klanten van het Hof te ver
wijderen. Dan steeg hij ten minste
weer wat in de achting, maar we zien
het nog niet gebeuren
KLNDER ZANGSCHOOL
Een eigenaardige uitvoering gaf Za
terdagavond in „De Kroon" de heer
A. v. d. Velden Jr. met zijn Kinder
zangschool.
Door een aantal misschien 25
of 30 kinderen, hummels van 45
jaar tot jongens en meisjes van 1213,
werd een programma liederen ten ge-
hoore gebracht, dat door samenstel en
uitvoering aan de vele belangstellen
den een recht amusant uurtje heeft
verschaft. Nu eens door allen te za-
men, dan door afzonderlijke groepjes,
waaronder weer een of meer solisten,
werden de aardige nummertjes op
smakelijke wijze het dankbaar pu
bliek voorgediend en meer dan eens
werd een bis verlangd en gegeven.
Dit was o.a. geval met het aller
liefst in scène gezette liedje van Dal-
croze „La visite du docteur" en met
de nummers uit het bundeltje „Speel-
liedjes" van Hendrika van Tussen
broek tusschen twee haakjes een
zeer aanbevelenswaardige verzame
ling gezellige spelletjes met muziek.
Ter afwisseling van het overi
gens volstrekt niet vervelende kin
derprogramma, kwamen ook „groote
menschen" eenige staaltjes van hun
kunst aanbieden. De dames M. Kok en
Joh. Corver gaven een paar duetten
van Abt en C. v. Rennes, mej. Oorver,
een altzangeres van reeds goede vor
ming, trad bovendien met Schubert's
„Gretchen am Spinnrade" als so
liste op.
De dames ontvingen den dank van
het publiek, uitgedrukt door hartelijk
applaus en die der kinderen, in den
vorm van mooie en bij monde van
twee hunner op melodieuze wijze
aangeboden bouquetten.
Verder verleenden hunne medewer
king aan deze soirée de heeren R. en
P. Parker (resp. viool en cello) en
mej. M. Warnier als begeleidster, treze
samenstelling maakte het mogelijk het
programma aan te vullen met een
paar trio's, waarvoor de uitvoeren
den welverdiende hulde inoogstten.
In die hulde had natuurlijk het al
lergrootste aandeel de leider van het
geheel, de heer v. d. Velden, die bij
deze gelegenheid niet alleen door zijn
pianospel (als begeleider en solist),
toonde een goed musicus, maar door
het ordelijk verloop van het geheel,
ook bewees hier de rechte man op de
rechte plaats te zijn. De hem door
zijn leerlingen vereerde krans zal
hem het aandenken aan dezen aan-
igenamen avond helpen bewaren.
Holl. Vocaal Kwartet.
Vervolgens heb ik te berichten over
het Hollandsch Vocaal-Kwartet, dat
zich Zondagmiddag in de bovenzaal
der „Vereeniging" deed hooren.
Dit viertal bestaat uit de dames
Georgine Kloppenburg (Sopraan) en
Everdine Wansink (alt) en de heeren
Jan Dijker (tenor) en Joh. Soutendijk
(bas). Als ensemble vind ik het kwar
tet lang niet ongelukkig. Over een
weelderig of buitengewoon mild
klankgehalte beschikt het niet en in
het forte dienen de onderstemmen
zich tegenover de sopraan wat in te
toornen, maar de wijze waarop hier
inderdaad wordt saamgewerkt ver
dient allen lof. Er is eenheid in rhyth-
miek en nuanceering, in opvatting en
voordracht en de zeer zeldzame af
wijkingen, bevestigen, juist doordat
ze onmiddellijk opvallen, den regel.
Wat mij in de voordracht niet beviel
is een te veelvuldig aanwenden van
het weeke staccats of martellato
dat slechts bij uitzondering van voor-
deelige werking kan zijn. Uitstekend
werd het o.a. te pas gebracht in
„Morgenwandeling" en „Hans und
Grete,, van Eccard. Ook het refrein
van Lasso's „Matona mia cara" kreeg
er veel karakter door. Maar in ernsti
ge nummers moet men, zelfs waar
het voorgeschreven is, met alle om
zichtigheid te werk gaan. Aan de
stemming van het middengedeelte uit
Mendelssohn's „Ballade" kwam het
zeer zeker niet ten goede. Om nog
even op het nummer van Orlando Las
so terug te komen, hier was de goede
intentie merkbaar om telkens met een
licht portamento naar den eersten
„don" van het refrein over te gaan.
Maar die intentie werd niet door alle
vier de stemmen met de noodige fijn
heid en éénheid verwezenlijkt en
ziedaar een beoogd verrassend effect
opeens ontaard in iets onafs en slor
digs. Maar afgezien van dergelijke
kleine onvolmaaktheden ontwikkelde
het kwartet zooveel goede eigenschap
pen, dat mij, oprecht gesproken, de
tamelijk koele houding van het pu
bliek eenigszins heeft verwonderd. Er
vallen toch op muzikaal gebied nog
wel andere verdiensten te waardeeren,
dan alleen die van een viertal bui
tengewone stemmen bij elkaar te
brengen. Deze stemmen zijn alle
voor haar taak berekend en in menig
nummer hebben zij echte kunst gege
ven. Het slot van Mendelssohn Bal
lade o.a. vond ik zeer indrukwekkend
en de nummers van Eccard, Clemens,
non Papa, Rheinl erger, Löwe en
Lachner stonden m. i. als voordracht
ver boven het alledaagsche.
Als soliste werkte bij deze matinée
mede onze stadgenoote, mej. Ré Levie.
Zij speelde de sonate op. 2 no. 2 van
Beethoven en kleinere stukken van
Rachmaninoff en Chopin. Vooral in
de Sonate gaf zij veel muziek te hoo
ren. De technische moeilijkheden,
waaraan het eerste en het laatste deel
rijk zijn, werden met zekerheid
hoewel nog niet altijd met de noodige
losse, lichte bevalligheid overwon
nen. Ook bij de aanmerkelijk hooge-
re technische eischen in Chopin's
Scherzo gaf zij blijk van duchtige
studie, maar de muziek raakte
onder al die noten wel eens voor een
maat of wat zoek. Enfin, we weten
het allemaal welpraten en vitten is
gemakkelijk genoeg, maar nadoen!...
Dit is zeker, Mej. Levie verdient in
hooge mate onze achting en waar-
Feuilleton
Naar het Engehch van
ARNOLD BENNETT.
- En is dat alles?
Ja, alles.
Het totaal is dus...
De totale waarde vertegenwoor
digt ruw drie millioen honderd twee
duizend vijf honderd pond.
Dan is het fortuin van mijn
vader nog vermeerderd sedert zijn
dood.
Groote vermogens hebben de
aangename gewoonte van dat auto
matisch te vermeerderen. Ja, het ver
mogen is nog vermeerderd met wat
meer dan drie honderd duizend pond.
Het bedrag zou nog grooter zijn, als
i successierechten niet zoo groot
ten.
Bovendien ben ik niet in staat
jaarlijks 100,000 pond te verteren om
maar niet te spreken van 200,000 pond.
Met uw verlui, zei Mr. Thrush,
moet het mij toch van 't hart, dat ge
een origineel jongmensch zijt, Mr. i
Peterson.
Misschienmaar ik wensch een
genpegelijk leven te hebben. U zal
mijn instructies dus uitvoeren
Dat is immers mijn plicht? Maar
het moet met zorg gedaan worden;
ik heb er tijd voor noodig. Om bijv.
uw mijnaandeelen op de markt te
brengen, moet ik den besten tijd af
wachten, als het ineens gebeurde zou
zeker de waarde achteruit gaan. Ik
moet er dus den tijd voor hebben,Mr
Peterson.
Ik geef u zes maanden. Is dat
genoeg
Ik zal mijn best doen.
U sprak van 200,000 pond in de
posito is dat bij mijn bankier
Ja.
Dan kan ik dus direct een chè-
que van 25,000 pond afgeven?
Natuurlijk.
Arthur Peterson nam zijn chèque-
boek uit een lade, schreef een cheque
uit voor het bedrag, dat hij genoemd
had en overhandigde haar aan Mr.
Thrush.
Ze is op mijn naam, zei de zaak
waarnemer.
Het is voor u.
Maar waarom
Enkel uit dankbaarheid voor
uw diensten en uit waardeering van
uw houding tegenover mijn besluit
om mijn inkomen te verminderen.
Wezenlijk, Mr. Petei'son, ik kan
het niet aannemen.
- Waarom niet? Is u dan zóo
rijk?
Het is geen gewoonte.
Mr. Thrush, neem den raad aan
van een jongere. Weiger die chèque
nietzij is een uiting van goedhar
tigheid en men moest nooit uitingen
van goedhartigheid weigeren.
Als antwoord drukte Mr. Thrush
Arthur Peterson de hand.
U is al te royaal, stamelde hij,
terwijl hij de chèque in zijn zak
boekje legde.
Na een half uur verliet Mr. Thrush
de Hoeve na alle zaken besproken te
hebben. Hij was ontsteld over zijn
jongen cliënt, maar toch had de
laatste ook indruk op hem gemaakt.
Duivelsch gek mompelde hij in
zichzelf, terwijl hij plaats nam in
een eerste klasse coupé te Crewe en
toen hij te Knype moest overstappen,
mompelde hij nogmaalsDuivelsch
gekEn toen hij het Midlandstation
te Derby uitging, zei hij tot zichzelf
Er is iets in dien jongen man,
dat ik niet begrijp. Ik vraag mij nu
afMaar Mr. Thrush werd gestoord
in zijn overpeinzingen en zoo kwam
men in Derby niet te weten, wat nij
zich afvroeg en zoo verliezen wij Mr.
Thrush ook uit het oog.
HOOFDSTUK XL
Kuren van een dogkar
en het tuig.
De merrie en de dogkar stonden te
wachten voor de deur, een groom
hield de teugels.
Alles in orde zei Arthur Peter
son, terwijl hij bezig met het vast-
knoopen van zijn handschoenen, de
stoep afkwam.
- Ja, mijnheer, antwoordde de
groom.
Ik ben nog een half uurtje opge
houden zou zij er nog op tijd
kunnen zijn?
O, ja, mijnheer met, gemak. Gis
teren heb ik haar nog eens geoefend;
en zij deed in 't kwartier 4 mijlen.
Ik had tot gezelschap MrIk
ben zijn naam vergetenuw nieu
wen knecht, mijnheer. Hij schijnt nog
al met paarden op de hoogte te zijn:
hij zei, dat de merrie een lust der
oogen is en dat is zoo, mijnheer.
Heeft mijn nieuwe knecht dus
verstand van paarden zei Arthur
Peterson lachend, dagelijks meer ver
baasd over de veelzijdige bekwaam-
heden van den nieuwen knecht, dien
hij onlangs in Londen had geënga
geerd.
Ja, mijnheer, hij is dikwijls In
den stal, hij schijnt er van te hou
den. Hij is een handig man, mijn
heer
Mooi zoo. Je behoeft niet met
mij mee te gaan. Is de wagen voor
de bagage al vertrokken
Ja, mijnheer, een half uur ge
leden.
Vooruit dan maar.
De zwarte merrie draafde heen als
een pijl uit de boog of als een steen
uit een catapult of liever, zij toon
de wat zij was, een kostbare merrie,
bestuurd door een vaste hand. Ar
thur Peterson verstond het mennen
volkomen, hij had het paard in zijn
macht en dat was noodig, want het
was een edel, vurig dier.
Peterson keek op zijn horloge, toen
zij het eerste mijlpaaltje passeerden
op den weg naar het station Cresse.
Drie minuten vijftien seconden voor
den eersten mijl. Hij dacht er over,
dat het eigenlijk niet zoo behoorde,
dat een millionair zijn gasten zelf in
een dogkar niet eens vergezeld van
een groom, van het station ging
halen. Maar hij had nog geen tijd ge
had om zich de vormen eigen te ma
ken en bovendien was hij bezield van
een jongensachtig verlangen om Ar
thur Forrest te laten zien, hoe goed
de merrie loopen kon en voor dat
doel moest haar last op de terugreis
niet al te groot zijn.
Bij JupiterIk hoop, dat de
liefelijke Syiviane er niets tegen heeft
om in een dogkar te zitten ik heb er
niet aan gedacht, mompelde hij. Toen
nam de merrie zijn aandacht weer in
beslageen recht eind weg van een
halven mijl gaan lag voor hem.
Nu, Betsy, zoo spoorde hij aan,
en liet de zweep zacht over haar zij
den strijken.
Zij sprong vooruit, en meteen ge
beurde er iets. De dogkar kantelde
en de merrie danste over den weg.
Met inspanning van alle krachten
werd hij haar meester en sprong er
uit. Er was een streng gebroken. Het
ongeluk had ernstige gevolgen kunnen
hebben, maar Peterson nam het kalm
op.
Toevallig lag er juist aan den kant
van den weg een jongen uitgestrekt
een kleine jongen met groote voe
ten en een onverschillige houding.
Hé daarriep Arthur.
De jongen nam er geen notitie van.
Hé daarriep Arthur weer.
De jongen keerde zich om.
Roep je, mijnheer? vroeg de jon
gen brutaal, in zijn eigenaardig dia
lect een mengsel van plat-Stafford-
shire en Cheshire.
Natuurlijk riep ik, antwoordde
Peterson is dat nu een vraag.
Kom hier, ik heb je noodig.
Maar ik jou nietmerkte de
jongen op.
(Wordt vervolgd.)