NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. TRAM(spoor) Varbinding mei de Haarlemmermeer. et Huwelijk van Sylviane. 21e Jaargang. No. 6277 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon= en Feestdagen. WOENSDAG 16 DECEMBER 1903. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)a 1.30 Franco per post door Nederland w 1.65 Afzonderlijke nummers0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. DAG BE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 16 Dec. ievat: Bnitenlandscli Overzicht, Tram spoor) verbinding met de Haar- emmermeer, Kameroverzicht, Bin- leul., Sport en Stadsbericliten. tuitenlandscli Overzicht Zooals dat gebruikelijk is, heeft de DUITSCHE eizer het bureau van den Rijks- ag ontvangen. Die ontvangst moet eer hartelijk zijn geweest. Reuter leidt verder In den Rijksdag deed later Bales- rem verslag van de ontvangst van iet bestuur bij den Keizer. De voorzit- 5i' had daarbij uitdrukking gegeven au de bezorgdheid van het Duitsche olk over de ziekte en zijn voldoening ver het herstel van den keizer. De eizer had die mededeeling genadig- jk aanvaard en drie kwartier over ijn ziekte en herstel en andere be- ingwekkende en leerzame onderwer- en gesproken. Hij had zijn oude ivendigheid volkomen herkregen. ,uide toejuiching van alle kanten.) ijn stem was weer helder en vol lechts wanneer men met zeker voor- ordeel komt, kan men misschien nog en lichten sluier over de stemwaar- emen. De keizer was vroolijk ge temd en onderhield zich allermin- lamst met het bureau. Vervolgens erd het bureau door de keizerin atvangen. (Hernieuwde toejuiching.) Daarna ging de Rijksdag tot meer ikelijke dingen over en hield Bebel en rede, die twee-en-een-half uur uurde en waarin bij den rijkskanse- er en den minister van oorlog heftig anviel wegens hun jongste redevoe- ngen. De rijkskanselier antwoordde Be il heeft mijne uiteenzetting de uiting in volslagen onbekwaamheid ge- oemd. Zij moet echter toch indruk hem gemaakt hebben, daar hij lee-en-een-half uur lang er tegen ■sproken heeft. Bebel diende bij de ioordeeling van vreemde toestanden lorzichtiger te zijn, daar de beraad- agingen van den Rijksdag in het litenland aandachtig gevolgd wor- m. De vraag naar de inrichting van »ii toekomststaat, heeft Bebel niet lantwoord. Boven het socialistische imp waait echter niet de vlag van vrijheid. Als de sociaal-democratie gepraalt. zal een ruwe sabeldwinge- nclij heerschen. Maar de gezonde a van het Duitsche volk en het in- !ht en de vastberadenheid van de oon en hare raadgevers zullen de ciaal-democratie niet laten triom- Een. .Hierop volgden levendige toejui- ingen. Van het bezoek van de deputatie uit t Duitsche arbeiders-congres te ankfort a/d. Main aan den Rijks- use lier wordt het volgende nader meld ^De rijkskanselier bedankte de de- ®?itatie, dat zij zich tot de keizerlijke geering gericht had, want alleen fbgs wettelijken weg onder bescher- g van de monarchie was op den idslag van solidariteit van alle latsburgers een werkelijke en blij- ade vooruitgang voor de Duitsche beiders mogelijk, waarbij men zich et van de wijs zou laten brengen or tegenstroomingen van links of n rechts. De Keizer bleef overtuigd, t tot zijn gewichtigste taak voor litschland's toekomst de welvaart r Duitsche arbeiders behoorde. Het Mekte het keizerschap tot blijvende fBdat het die had bevorderd en ad van alle machthebbenden het eerst het initiatief had genomen tot invoe ring van wettelijke bepalingen tot be scherming van de arbeiders. In het rijk zijn zoodoende instellingen van voorzorg ontstaan die andere De- schaafde landen nog niet kennen. De Keizer liet de deputatie weten dat hij hare bemoeiingen op prijs stelde en zorg zou dragen voor een ernstige en zakelijke overweging van de Frank- fortsche resoluties. De verbonden re geeringen waren zich hun zedelijke verplichtingen jegens de arbeiders be wust en waren besloten die nauwge-, zet na te komen. j Dat OOSTENRIJK EN HONGARIJE j heel vriendschappelijk tegenover cl- kaar staan, kan men nog altijd niet zeggen. Nu heeft de Hongaarsche i premier weer eens zijn hart lucht ge- f geven in het Huis van Afgevaardig- den. Zijn Excellentie zeide, dat hij zich heeft verbaasd over de pas in j het Oostenrijksche Heerenhuis geda- j ne verklaringen. Wij ontmoeten, zei- j de hij, er levendige herinneringen in aan het centralisme, dat tweemaal i den staat in het grootste gevaar heeft j gebracht. Het dualisme maakte een einde aan dat tijdperk. De hoofdge-1 dachte van het Vergelijk was een i Hongaarschen staat op te richten, I bevestigd op nationalen grondslag. Hongarije heeft uit alle macht ge- j steund, wat Oostenrijk met dat doel deed, maar die pogingen hebben wei-1 nig uitgewerkt.De banden tusschen de f staatsmachten in Oostenrijk zijn los ser geworden en wij zijn thans ge tuigen van een noodlottige verblin ding. De factoren, die vanzelf tot taak hadden Oostenrijk te bevestigen heb ben integendeel aanspraken doen gel den, om in Hongarije invloed te oefe nen. Spr. voegt er hij, dat de militai re hervormingen geèn uitgemaakte zaak kunnen zijn.Men zou te kort doen aan den aan de Kroon verschuldig- den eerbied, als men twijfelde aan de verwezenlijking van de beloofde hervormingen. Die hervormingen zijn niet in strijd met het Vergelijk, aan hetwelk Hongarije trouw blijft. Engeland kan liet maar niet uit staan, dat de zaken in bet VERRE OOSTEN tusschen Rusland en Japan waar schijnlijk zonder een oorlog in orde zullen komen en uit nijd, misschien ook wel met de bedoeling zooveel mo gelijk kwaad bloed te zetten, zendt liet allerlei oorlogsberichten de we reld in. Wat zegt men bijvoorbeeld van het volgende bericht uit Londen Men denkt zoo vast dat er een oor log tusschen Rusland en Japan zal uitbreken, dat verscheidene bladen reeds hun oorlogs-correspondenten naar het uiterste Oosten hebben ge zonden. De „Daily Telegraph" heeft Bennet Burleigh naar Port Arthur ge zonden (die zooals men weet oorlogs correspondent was van genoemd bljjd in Soudan en Transvaal). Bennet Burleigh telegrafeerde dat bij zijn vertrek uit Japan een Japansch smal deel, bestaande uit 9 oorlogsbodems, te Sasebo aan het oefenen was. Dit smaldeel had de oorlogskleur, zwart, aangenomen. De Russische vloot heeft eveneens de oorlogskleur doen aan brengen op de oorlogsschepen. Door het bestuur der Kiesvereeni- ging „Liberale Unie" is heden een adres tot den Gemeenteraad gericht, verzoekend te willen bevorderen de tot stand koming der ontworpen tram (spoor) verbinding met de Haar lemmermeer. De onderteekenaars (mr. II. Ph. de Kanter en K. Reyne) be pleiten die verbetering der verkeers middelen op de volgende overwegin gen dat een zoo uitgestrekte en vruchtbare polder, thans bijna geheel in exploitatie bij groote landbouwon dernemingen, na haar ontsluiting voor klein bedrijf en intensieve cul tuur zal kunnen komen tot grooter bloei en voorspoed dat Haarlem als nabijgelegen en dan behoorlijk verbonden gemeente; in hooge mate bij dien meerderenj bloei belanghebbende is, daar toene-l niiug van de Haarlemmermeer in. i voorspoed, bevolking en koopkracht! kan en zal strekken om voor Ilaar-I lemsche waren en fabricaten het ver-j koopterreïn uit te breiden en de ar-, beidsgelegenheid beter te maken dat ook de rechtstreeksche ver-; binding met Utrecht en het wegen-1 net der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen voor Haarlem zeer nuttig zal blijken en het verkeer met binnen- en buitenland kan ver beteren en uitbreiden dat de nu ontworpen plannen in tegenstelling met vorige ontwerpen niet tot stand brengen een recht-! streeksche spoorverbinding van Am-j sterdam met Leiden en derhalve de; tot stand koming van dit plan nu en in de toekomst uitsluit de zooge-J naamde snijlijn, die door Haarlem's; ingezetenen terecht zoo werd en wordt gevreesd. Tot zoover het adres. Als toelich ting van de eerste en tweede overwe-j ging zij het me vergund nog eenigej opmerkingen te maken. De Haarlemmermeer is grootendeels in exploitatie als groot-landbouwbe drijf. De grond (gemeten op 18.525 hectaren met inbegrip van dijken en wegen, doch op een belastbare opper vlakte van ruim zeventienduizend hec taren) is te onderscheiden in 11045 hectaren bouwland, 5914 hectaren grasland en 543 hectaren erven van gebouwen, boomgaarden, tuinen en bloemisterijen. Het bouw- en grasland is verdeeld over meerendeels groote boerderijen, de tuingrond bepaalt zich bijna geheel tot tuintjes voor eigen gebruik bij de boerderijen en andere woningen. Beteekenende bedrijven van handel of nijverheid zijn er niet. men kan dus met recht zeggen, dat de bevol king er leeft niet alleen op, maar ook van den grond. De gemeente telde bij de voorlaatste volkstelling 15,297 in woners, in 1S99 was dit cijfer geste gen tot 16,560, op 1 Januari 1903 tot 17.204. Oogenschijnlijk dus een voort durende normale vermeerdering van het inwonersaantal. Toch is er reeds wat bijzonders op te merken aangaande die bevolking. In de laatste jaren vertrekken er ge regeld meer personen uit de gemente, dan dat er zich personen vestigen, voor de laatste 3 jaren bedroeg dit reeds te zamen 354 en de blijvende toename van het inwonersaantal, is derhalve allen hieraan toe te schrij ven, dat de geboorten het aantal sterfgevallen ver overtreffen. Dat verschil tusschen vestiging en vertrek is niet louter toevallig, maar hangt samen met wat men zou kun nen noemen een natuurwet in het landbouwbedrijf. Er be staat namelijk een zekere grens, aan gevend het aantal menschen, dat op den grond arbeid en levensonderhoud kan vinden. Die grens nauwkeurig af te bakenen is niet mogelijk, want ze is afhankelijk van bedrijfsvorm en' vruchtbaarheid, die beide sterk wisse len in de verschillende deelen des lands. Doch ze bestaat en ze wordt niet straffeloos overschreden, want als de bevolking klimt boven dat denkbeeldig cijfer, daar heeft dit on middellijk ernstige gevolgen. De over bevolking brengt voor den boer steeds verhooging van zijn grondrente of pacht, voor den arbeider werkeloos-! heid en groote armoede. Bereikt is; dan het oogenblik, waarop in vervul-; ling komt het teekenend woord vanj Malthus „dat allen worden verwij- derd voor wie geen plaats is bereid! aan den disch der maatschappij." De j zachtste vorm dezer verwijdering is j vertrek uit een gemeente, provincie of land om elders levensonderhoud te zoeken. Hoe hoog dan wel die grens is te stellen Zooals ik reeds aanstipte kan j dit niet precies worden gedaan. Maar; voor streken, die in vruchtbaarheid! en bedrijfsvorm met de Haarlemmer-; meer overeenkomen, kan dooreenge-j nomen het cijfer worden vastgesteld op 80 a 95 per 100 hectaren. In de Friesche kleistreek zoowel als in Zee-j land, ia Groningen evengoed als in; Noord-Holland, namelijk de deelen, die evenals Haarlemmermeer geheel1 van akkerbouw leven, leert de erva ring, dat geregeld een daling volgt, wanneer de bevolking boven die grens is toegenomen. Deze zelfde invloeden doen in Haarlemmermeer zich ook| reeds gevoelen, waarvan het aanzien- j lijk verschil tusschen vertrek uit eni vestiging binnen de gemeente reeds een bewijs is. Wat zou hieruit de conclusie zijn?; Wel, eenvoudig deze, dat bij het te- j genwooi'dig gebruik van den bodem; de bevolking tot haar hoogtepunt is j gekomen. En in verband hiermede j stel ik de tweede conclusie dat Haar-1 lem als leverancier van Haarlemmer-J meer niet heeft te rekenen op uit-' breiding van de betrekkingen. Bij het tegenwoordig ge-j .bruik van den bodem. Hier worde nadruk op gelegd. Mogelijk toch j is een andere cultuur, de intensieve, I waarbij de grond niet wprdt bestemd j voor grasland of graanakker en niet I wordt gesplitst in groote hoeven van; 30, 40 en meer hectaren, doch in klei-! ner perceelen met tuinbouwgewassen wordt bezet. Thans kan Haai'lemmermeer die cultuur niet drijven. Wel is de lig ging gunstig, nabij groote steden en nabij belangrijke spoor- en water wegen. Wel is de grond uitnemend geschikt voor den verbouw van een menigte tuinproducten. Echter, bin den den ringdijk is het wijde veld opgesloten en daar ontbreken de verkeersmiddelen van den modernen tijd. Geef deze aan de Haarlemmer meer en ge zult de poort openzetten voor een nieuwe toekomst. En welke rijke gevolgen kan dat hebben Ook voor Haarlem. Men den- ke maar eens aan de landsgedeelte, waar men is aangevangen met die intensieve cultuur. De bevolkingdicht-j heid is er een maatstaf voor het aan- tal menschen, dat op en door den grond kan leven. In enkele gemeentenj van „de Streek" tusschen Hoorn en: Enkhuizen leven 200 a 200 inwoners per 100 hectaren, in Scharwoude en Broek op Langendijk is dit reeds 307, 1 in Monster 317, in Zwijndrecht 366, in lijk acht, omdat de cijfers zouden Boskoop zelfs 720 per honderd hecta worden gebrulkt TOOr onedel0 con. ren. Laten we daarmee nu eens verge-1 lijken de Haarlemmermeer met haar icurremie- 92 menschen op hetzelfde grondopper-i De heer Schaap zijnerzijds bestrijdt vlak van 100 hectaren, dan zijn we in'die meening uitvoerig. Hij meent dat staat ons een denkbeeld te vormen crediteuren de gelegenheid moeten van de groote, van de zegenrijkever- hebbcn tot h0t controleeren der ba- andenngen. die in onze onmiddellijke nabijheid kunnen plaats vinden. Ver- ten> dat het nlet 1""1Jk ia da' de na- anderingen waar geen onafzienbare men van onsoliede debiteuren wor- tijden voor noodig zijn, maar die snel den geheim gehouden en personen en kunnen geschieden. Men denke maar zaken, die nooit met de firma in ver- aan de kleine gemeente Sint Pancras, waar voor enkele jaren geen spoor |;inding st<mdon' als fleuren wor- van tuinbouw was te vinden en waar, en genoemd. nu, dank zij de invoering der inten- j Principieel meent bovendien de heer sieve cultuur, in zeven jaren tijd deSchaap, dat de faillissementswet wel bevolking met 53 procent is toege- .degelijk de volle openbaarheid aan- ""Doch, zal men misschien nog willen gaa"dc dc «''Wteuren bedoelt en be- opmerken, waar schuilt nu toch het;vee'^- een opinie die hij met citaten belang van Haarlem t uit Molengraaf f en uit de Mem. v. Eu dan denk ik aan dien snuggerenAntw. der Regeering nader toelicht. Hans t is al lang geleden, maar. Ik; Mr. de Kanter is evenwel bij zijn vermeen, dat t zelfs een vereemgmgJ was, een veereniging dus van snug-j §eng gebleven, zoodat op de ve- geren) die indertijd betoogde, dat rificatie-vergadering op morgen, Haarlem geen belang had bij een be-(Woensdag, deze quaestie zeker wel tere aansluiting met Haarlemmer-nader zal worden besproken. De heer meer, want.. tegenwoordig hebben1 Scha kondi t zijn verschijning de reizigers, komende van den omni-J J bus en gaande naar de spoor, gelegen-daar reeds aan en geeft in zijn arti- heid onderweg hun inkoopen te doen. i den crediteuren den raad, de be- Deze beoordeelaar (of beoordeelaars)noeming van een commissie uit hun van de publieke zaak speurt het ste- midden te verlangen. Zoo de vergade- -nSche.ijk -ht de koopen kan op dien weg van ter Dechter-Commissans dadelijk tot de nauwernood 10 minuten gaans. j benoeming over. Echter, men kan dat stedelijk be- Wij staan in dezen strijd aan de lang wel heel wat ruimer opvatten. j zijde Van den curator, omdat naar Door het bevorderen der tramverbin-t,„t ding kan Haarlem zich maken tot de^" m?en,cn hf ™ed'< dat door da markt, de stapelplaats en de leveran-fluancieele catastrophes in Haarlem cier van een aanzienlijk deel der toch al zoo geschokt is, nog meer en Meer. De bestaande relaties worden onnoodig, gevaar loopen zou wanneer versterkt en de weg wordt gebouwd |de lijst van debitcuren werd openbaar voor nieuwe betrekkingen. En wan-1 „nma,,lr( „,4 „n- neer dan in vervulling komt datgene,?Wkt Het P»»'"k. ,ms' H»»»» hierboven als de nieuwe toekomst jtocl1 "e gegevens om uit die opgaven aangeduid, dan zal de voorspoed van de meerdere of mindere soliditeit van „de Meer" ook voorspoed brengen aan den betrokken debiteur te beoordee- Hrvflem'- a --a t v I len. De openbaarmaking zou dus aan- Daar, m de wijde, nu schraal he-s volkte vlakte, is een woon- en werk-'.leidlng 8even tot verwarring en ge terrein nog voor duizenden. Er g'vaar opleveren voor onnoodigen ach- geen werkstuk en geen koopwaar of,terdocht. van hier kan de levering geschieden, Wij herinneren er aan, da,t de verf- HaLSrlfZe?snSn0^ZSdS„.(iri'iCf--gada™g 1^Voensdagocbtend En zou men dan het belang dezer stad uur 111 Paleis van Justitie willen ontkennen? Morgen zal Haarlems Gemeente raad over de tramplannen hebben te oordeelen. Dat dan in de zaal aan ons Prinsenhof het gezond verstand moge spreken K. REYNE. Stadsnieuws Haarlem, 15 December. oet faillissement laane en Van bemmel In het heden verschenen nummer van Themis publiceert de redacteur, de heer Frans Schaap Jr., een cor respondentie, die door hem gevoerd is met den curator in dit faillissement Mr. de Kanter, over het niet openbaar maken van de debiteuren in het fail lissement. Het standpunt van Mr. de Kanter is, zooals onze lezers weten, dat de wet die openbaarmaking niet beveelt en dat hij voor zich die niet wensche- in de Jansstraat wordt gehouden. Art. 118 van de faillissementswet zegt, dat de schuldeischers ter verga dering kunnen verschijnen in persoon of bij gemachtigde. De schriftelijke volmacht is vrij van zegel en van de formaliteit van registratie. Onze berichtgever inzake de voordracht voor gemeente-secreta ris van Amsterdam schrijft ons van daar naar aanleiding van een tegen spraak in één der bladen „Toen ik u mijne mededeeling ver zond, was dat in de verwachting, dat de voordracht met de u meegedeelde namen in het Gemeenteblad zou staan dat den volgenden dag moest ver schijnen. Tegen de verwachting in is dat blad nog niet verschenen. Of dit in verband staat met een veran dering in de voordracht, misschien ook in verband met de tegenspraak van den heer Mr. Pynacker Hordijk, kan ik niet beoordeelen. Ik meen te mogen handhaven dat mijn bericht, op het oogenblik van afzending, juist was. Of de heer P. H. gesolliciteerd heeft of niet, kan ik niet zeggen, wel weet ik, dat de heer P. niet kon weten of hij op de voordracht stond of niet. d« F e n i 11 e t o n Naar het Engelech van ARNOLD BENNETT. - Kom nu hier; je kunt er een dig duitje mee verdienen, ldus gelokt, kwam de jongen met i eigenaardigen, sleependen gang hterbij. - Kun je deze merrie vasthouden, t? - Ik kan een ploegpaard houden, de jongen. Goed, houd haar dan met beide iden vast, en denk er aan, dat zij niet met je van doorgaan mag. e jongen lachte en gehoorzaamde. Vterson bukte zich om ec ter zijn schoen te halenmaar toen zijn knoopschoenen opmerkte, ver- ekte hij den schoenmaker te öld- tle, die hem had verzekerd, dat hij plicht was volgens de tegenwoor- mode bij sommige gelegenheden lopschoenen te dragenen Peter- i was er de man niet naar om voor verschillende gelegenheden weer andere schoenen aan te trekken. Hij keek naar de voeten van den jongen. Deze droeg een soort van klompschoe nen en wel zulke enorme, dat het Oude Vrouwtje uit het kindersprookje haar geheele familie er in had kunnen groot brengen. Welk soort van veters draag je vroeg hij aan den jongen. De jongen grinnikte, alsof Peter son een kostelijke grap had gedébi teerd. Leeren vroeg Peterson. Neen, zei de jongen. Welke dan Natuurlijk van pikdraad het zijn vaders klompen, en hij wil er nooit anders dan pikdraad voor ge bruiken. Goed, zei Peterson, trek die rech terschoen uitdie schijnt de beste ve ter te hebben. Denk je dat ik mal ben, mijn heer zei de jongen. Peterson gaf hem een oorvijg, waarvan de merrie schrikte, zoodat ze gekalmeerd moest worden. En in- tusschen ging de tijd voort. Hier heb je een halve kroon, zei Peterson. Een halve kroon is beter dan een slag om het oor, zei de jongen met vroegrijpe philosofieen hij érok zijn schoen uit, terwijl Peterson de merrie vasthield. Dank je, zei Peterson. Dank jou, zei de jongen, terwijl hij de klompschoen zonder veter weer aantrok. Dat is het onaangename van een nieuw tuig, zei Peterson in zichzelf. Na vijf minuten had hij met behulp van een zakmes en de veter het kwaad weer verholpen. Zachtjes aan nu, Betsyver maande hij de merrie en de volgen-; de vier mijlen reden zij een gange tje, dat dertien mijlen per uur niet te boven ging. Toen kwam er een halve mijl lang nog een gestadig rijzen, voordat zij Crewe berikten. De merrie hield zich kranig en had den top van den heuvel bereikt, toen zij schichtig werd voor een hoop steenen, die aan den kant van den weg lag. Met een hoek van veertig graden ging zij zigzagsgewijze over den weg, ooren en staart steeds in beweging. Het volgende oogenblik klonk er aan Peterson's linkerhand een hevig gekraak. Hij keek en zag het wiel aan dien kant waggelen. In minder dan een seconde was hij uit de dogkar gesprongen met de teugels in de hand. Op hetzelfde oogenblik liep het wiel van de kar af. draaide nog een paar maal rond en viel neer de kar plofte met een slag overzij. Groote God l iep hij uitwat nu Maar hij hield de merrie stevig vast, en ofschoon zij haar best deed om zich los te wringen, kon zij niets doen. Kalm, mijn paardje, kalm zoo suste hij haar. Jij zult niet meer n Crewe komen van middagmaar ik wel. Inderdaad kwam hij slechts een kwartier over tijd in Crewe aan gelukkig was de trein twintig minu ten te laat. Toen hij met Arthur en Sylviane langs de donkere lanen naar huis reed in een landauer in Crewe gehuurd, vertelde hij zonder ophef, hetgeen zeer voor hem pleitte, hoe hij bij de invallende schemering het paard uit het tuig had moeten losma ken, het gebracht had naar eenstal van een herberg langs den weg, hoe hij twee mannen had gezonden om den vernielden wagen weg te halen en hoe hij toen den anderhalven mijl naar het station in de helft van den tijd had geloopen. Daarom was ik buiten adem, toen u mij voor 't eerst zag. Mrs Forrest, zei hij tot Sylviane. die tegenover hem in het rijtuig zat. Zij glimlachte vriendelijkhij merkte op, dat zij in melancholische stemming scheen te zijn. terwijl haar echtgenoot zeer opgewekt was. Je kon altijd uitstekend een paard besturen, Peterson, zei Forrest kalm, trotsch op zijn vriend. Ik was nog nooit zoo in de klem geweest, antwoordde Peterson. Hoe vreemd, dat er twee ongeluk ken gebeuren op één reisje, zei Syl viane, terwijl ze Peterson aankeek. Ja heel vreemdmaar het ge beurt wel meer, dat er een wiel af loopt en ook wel dat er een streng breekt: deze twee dingen gebeurden nu op één reisje, dat is alles. Maar u moet toch eens onder zoeken, wie de merrie had ingespan nen, drong zij aan. Ik zal ze een standje maken, zei hij, bedoelt u dat niet en hij lachte. Zoolang de merrie maar niets mankeert, trekt die lichtzinnige jon geling zich er niets van aan, zei Ar thur Forrest vroolijk. Maar Sylviane scheen hunne opge wektheid niet te kunnen deelen. Ik ben altijd bang geweest in een dogkar en van sneldravende paarden, zei ze ernstig, ik ben dan nooit op mijn gemak. Dan ben ik blij, dat het wiel er afliep, zei Peterson rustig en beslist. Waarom Omdat u dan in de dogkar en achter die kostbare merrie zou geze ten hebben, in plaats van in deze landauer en achter den loggen vier voeter die van den koetsier den eere naam van paard gekregen heeft. Hij deed zijn best zich geestig voor te doen tegenover dit mooie vrouwtje. Met u zou ik niet bang geweest zijn. Waarom niet met mij Dat weet ik niet, maar het is zoo. Zij schonk hem een blik van ver trouwen, waarover hij verrukt was. De vrouw van zijn vriend had, om de waarheid te zeggen, een diepen in druk gemaakt op zijn jeugdig, leven dig temperament. En Sylviane was inderdaad mooier dan ooit. De ang sten en zorgeu, die zij nu pas had doorgemaakt wegens de ziekte van haar echtgenoot waarvan het groote gevaar Forrest zelf noch Peter son bekend was scheen haar ge laat nog grooter attractie verleend te hebben. Toen eindelijk het huurpaard met zijn begrafenisgangetje voor de voor deur van de Hoeve stilhield, en de huishoudster Sylviane haar kamer had aangewezen, nam Peterson Ar thur Forrest enkele oogenblikken mee in zijn studeerkamer, die ook als rookkamer dienst deed. Ik zeg je, oude jongen, flapte hij er uitik moet je zeggn, dat zij ge woon prachtig is. Zij is een engel, en duizend maal te goed voor jou. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1