NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
21e Jaargang.No. 6279.Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 18 DECEMBER 1903
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
Voor Haarlem PER DRIE MAANDEN: Van 1—5 reêels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor de dorpen'in'dén omtrek waér 'een Agent gevestigd is (kom der' Haarlem van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
gemeente)1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post door Nederland1.65 0/if* vy ry j y') Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Afzonderlijke nummers0.02X 1 SVV MJjT-'V Hij* jr fll
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37)£ JÜ{ Hoofdbureau en DrukkerijZuider Buitenspaarne No. 6.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Bijkantoor: Groote Hontstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3F>.is Faubourg Montmartre.
Vervolg Gemeenteraad.
Punt 2.
Voorstel van B. en W. naar aanlei
ding van ingekomen adressen
van F. Oom, secretaris van het
comité der 10-urige actie, houdende
verzoek in de bestekken voor gemeen
tewerken op te nemen den 10-urigen
arbeidsdag
van het houtbewerkersgilde „St.
Jozef van dezelfde strekking met toe
voeging van een verzoek het mini-
mum-loon op 25 cts. per uur vast te
stellen en dit adres spoedig te be
handelen
B. en W. stellen voor adressanten
te kennen te geven, dat voorloopig
geen termen zijn gevonden om aan
hun verzoek te voldoen.
Hierbij wordt behandeld een voor
stel van den heer Van de Kamp, dat
de Raad besluiten zal B. en W. te
machtigen aan adressanten inzake
den 10-urigen arbeidsdag te kennen
te geven, dat voorloopig geen termen
dijn gevonden tot inwilliging van hun
verzoek, maar tevens om B. en W.
uit te noodigen voor het einde van
den termijn der thans loopende aan
bestedingen van onderhoudswerken,
den Raad nadere voorstellen te doen
betreffende de vaststelling van een
10-urigen arbeidsdag in de bestekken,
een minimum loon van 25 ct. per uur
voor een volslagen ambachtsman en
van 20 ct. voor een opperman.
De heer SCHRAM is teleurgesteld
door het antwoord van B. en W.
herinnert aan de bekende sympathie
van den Burgemeester voor deze zaak.
Spr. betreurt ook, dat er gesproken
wordt van een „zich noemenden" Se
cretaris van het Comité van actie. In
de Conrad bestaat de 91-uren-dag, bij
de firma Beynes die van tien uur,
werkdag. De gemeente moet het voor
beeld geven. Groote sprongen wil spr.
niet, wel. voetje voor voetje voort
schrijden op het sociaal terrein. Deze
rij van Raadsleden meende drie jaar
geleden zeker niet, dat rnen nu voor
langen tijd er af was. De scheiding
tusschen intellectueelen en lichame-
lijken arbeid moet allengs vervallen,
daar handenarbeid toch ook met
verstand moet worden toegepast en
intellectueels arbeid met groote spron
gen in bezoldiging is vooruitgegaan.
1-let standaardloon is in den laatsten
tijd hooger dan 25 cents, wat ook een
argument is voor het aannemen van
het voorstel. Zoo keert men ook het
invoeren van goedkoopere werkkrach
ten van buiten.
Spr. wenscht dus heden een tweeden
stap te doen na den eersten stap van
vóór 3 jaar, voor billijkheid en recht
vaardigheid.
De heer BEIJNES meent, van den
heer De Braai een dreigement te heb-
hen gehoord. Nemen we het niet aan
dan kunnen we niet vrij uitgaan
Dat zou treurig zijn.
De particuliere industrie heeft als
regel 10 uur gesteld, maar niet als
onverbreekbare wet, omdat omstan
digheden noodig kunnen maken, eens
11 of 12 uur te werken. Bepaalt men
10 uur als maximum, dan wordt de
werkman geborneerd en tot wandelen
gedwongen. Wettelijke bepaling acht
spr. dus niet goed. Hij heeft verno
men, dat bij stemming onder vijf
honderd werklieden de meerderheid
tegen wettelijke bepaling was.
De heer KLEIJNENBEG zegt, dat
de heer Beijnes van de heele quaes-
tie niets begrijpt. Er wordt geen wet
gemaakt, maar alleen voorgesteld
10 uur als maximum te bepalen.
Daarover behoeven we nu toch niet
meer te redeneeren. Daarmee is niet
gezegd, dat de werkman niet langer
wil werken, maar dan is er ook spra
ke van overgeld.
In het typografenvak heeft de Raad
al een stap verder gedaan en 10 uur
als maximum bepaald. Daarom en
wegens den raad van de patroons om
zich eerst tot den Raad te wenden,
hoopt spr. op aanneming van het
voorstel.
De heer DE BRAAL heeft geen
bedreiging uitgesproken, noch be
doeld, maar men kent de adressen
der Amsterdamsche werklieden, die
jaren onbeantwoord bleven tot in dit
voorjaar de gemoederen zeer verbit
terd waren. Toen heeft men gezegd,
dat noch B. en W. noch de Raad van
Amsterdam vrij kon uitgaan, omdat
op de adressen geen acht was gesla
gen. Datzelfde paste spr. toe op den
Raad hier, als deze het voorstel niet
aannam.
De heer HUGENHOLTZ wijst er op,
dat het verzoek om verhooging van
loon van 23 op 25 cts., alleen een ge
volg is van het verzoek om korter ar
beidsdag. Voor de arbeiders levert het
dus geen verhooging van weekloon
op, de beweging strekt alleen tot het
verkrijgen van korter arbeidsduur.
Alleen zou misschien iets vaker over-
loon moeten worden betaald.
Het verzoek is gebaseerd o. a. op
de heerschende werkloosheid in de
bouwvakken, spr. noemt als andere
argumenten, het gezinsleven, dat te
genwoordig op den achtergrond raakt
en bandeloosheid teweeg brengt on
der de jeugd en.de eigen ontwikkeling
van den arbeider. Het moreele gehalk-
te siijgt bij verkorting van arbeidsr
duur, hét drankmisbruik daalt. Vrees
voor schade voor de Gemeente bev-
hoeft niet te bestaan, het werk stijgt
niet of niet noemenswaard er door in
prijs. Evenmin zal de loonstandaard
in de Gemeente er door verhoogd wor
den, de patroons immers raden zelf
een verzoek bij de Gemeente aan.
Sprekende over het amendement-
Van de Kamp, zegt spr., dat hij voor
de motieven daarin veel billijks voelt.
De heer GROOT zegt, dat de heer
De Braai zoo drukt op het volgen van
den wettigen weg, alsof dat niet ge
schieden zou, wanneer dit afgewezen
wordt en de arbeiders het bijltje er
bij neerleggen. Dat is integendeel zeer
wettig.
De VOORZITTER betoogt het goed
recht van de uitdrukking „zich noe
mende secretaris", daar de vereeni-
girig geen koninklijke goedkeuring
bezit. B- en W. waren niet verrast,
omdat zij niet zouden hebben geweten
wat enkelen wenschten, maar omdat
zij een zoo ingrijpend voorstel zoo
kort na de vorige beslissing niet ver
wacht hadden. Spr. heeft zich destijds
theoretisch voor een korteren werk
dag verklaard en is daar nog voor,
maar wat men nu wenscht gaat zoo
veel verder. B. en W. voorzien daarvan
zeer groote financieele gevolgen, al
ontkent de heer Hugenholtz beslist
dat het hier een loonquaestie is.
Den goeden niet te na gesproken,
wordt door verkorting van den ar
beidstijd de arbeid niet intenser. Mis
schien op den zeer langen duur, maar
dan moet men toch heel voorzichtig
te werk gaan.
,De heer STOLP is het eens met B.
en W. Kosten zal het voorstel zeker
meeslepen, men hoort reeds dat de
bedoeling is meer arbeiders aan 't
werk te zetten, zoodat het werk duur
der worden zal
De heer VAN DE KAMP vraagt den
heer Stolp, wanneer deze het moment
wèl gelukkig vinden zal. Sprekers
amendement zal den Raad in de ge
legenheid stellen, te oordeelen over
het financieele gedeelte, nu kan men
dat niet.
De heer SCHRAM herinnert er aan,
dat in 1889. Mr. N. G. Pierson al ver
klaarde, dat alles wat boven 10 uur
ging uit den booze was.
i.Een stem: dat zijn machtspreuken).
De woninghuur is sedert 3 jaar met
10 pet. verhoogd, verschillende levens
behoeften zijn ook duurder gewor
den. Dit wettigt een verhooging van
loon, hij verkorting van arbeidsduur.
De lieer MODOO heeft altijd als
boerenbedrog beschouwd, dat bij ver
korting van den arbeidsduur het werk
evenveel zou zijn als in langer tijd.
Men moet den arbeider niet beschou
wen als een werkpaard, maar als een
medemensch, die zijn deel opeisclit.
Hij beschouwt den handenarbeid als
niet zooveel minder, dan intellectuee
len arbeid, die toch zooveel hooger
wordt betaald. Spr. zou betreurd heb
ben, dat na verkorting van den ar
beidsduur de menschen harder zou
den zijn gaan werken. Immers het zou
wezen, alsof zij vroeger hun plicht
niet hadden gedaan. De kosten zullen
zoo groot niet zijn, maar al ware dat
zoo, dan mag dat toch niét op den
voorgrond staan.
De lieer HUGENHOLTZ, repliceeren-
de, gaat met gegevens na, dat bij ver
hooging van loon in verband met kor
ter arbeidsduur, de bouwkosten niet
of nauwelijks toenemen. Kon men
hier bij een zoo geringe ver
mindering, n.l. van 12 op 11
uur, grooter productiviteit verwach
ten Spr. meent van niet, wel bij een
verlaging van 12 op 10 uur. Aan de
fabriek van Van Marken heeft men
met vermindering van den arbeidstijd
zeer goede ervaring opgedaan. Over
5 jaar is van den heer Stolp zeker geen
anderen kijk op de zaak te ver
wachten.
De heer DE BREUK wijst er op,
dat de heer Modoo den vinger op het
hoofdmotief heeft gelegd verhooging
van het loon, al meent de heer Hu
genholtz ook van niet. Is eenmaal het
loon in de bestekken hooger, dan zul
len de eigen arbeiders der Gemeente
ook om verhooging van loon komen,
al hebben dezen ook vast werk
nooit verzuim. En die verhooging is
nu pas gegeven, ze heeft 15,000 ge
kost. Daarvoor wil spr. waarschuwen.
Het is niet juist, dat de patroons per
se zullen volgen, als de Gemeenti
voorgaat. De patroons hebben alleen
gezegd, dat zij de zaak dan eens zul
len overwegen.
De VOORZ. meent, dat hij in deze
getoond heeft hart voor den arbeider
te hebben. Spr. beschouwt volstrekt
niet den arbeider als een object, waar
men alles uit halen moet, maar wil
dat hij goed en flink werkt.
Wat de kosten betreft, waardeert
spr. de openhartigheid van den heer
Modoo.
De heer KLEIJNENBERG zegt, dat
de Gemeente reeds in beginsel den
10-urigen werkdag aangenomen heeft.
Als werkgever durft spr. verklaren,
dat de werkman zeer gevoelig rea
geert in zijn arbeid op vermindering
van werktijd.
(De heer Bijvoet komt ter vergade
ring.)
Het amendement-Van de Kamp
wordt in stemming gebracht en aan
genomen met één stem meerderheid.
De heer De Braai klapt enthousiast
in de handen.
Voor waren de heeren Groot, Hof
land, Loomeijer, De Braai, Hugen
holtz, Kleijnenber*» Thijssen, Van
den Ber" Bijvoet, Beijnes, Modoo,
Schram en Van de Kamp.
Tegen waren de heeren Stolp, Snel-
tjes, Van Lennep, Leupen, Rasch,
Spoor, Sabelis, Thijssen, Van den
Berg, Tol. De Haan Hugenholtz,
Nieuwenhuijzen Kruseman, Kruse-
man, De Breuk.
Punt 3.
Voordracht van B. en W., naar aan
leiding van een advies van het Burg.
Armbestuur in verband met het
amend. Bijvoet in zake bedeeling van
turf of cokes, om het aangeboden ta-
ief onveranderd vast te stellen.
Aangenomen.
Punt 4.
Voorstel van den heer M. de Braai,
strekkend B. en W. uit te noodigen de
verordening op het museum der gemeen
te zóó te wijzigen dat niet alleen Zon
dags, maar ook verschillende andere da
gen van het jaar de toegang kosteloos is.
De VOORZ. wijst er op, dat vroeger
het Museum Vrijdags kosteloos open
was. Naderhand is dat gesteld op Zon
dag, omdat de werkman op Vrij da
geen tijd had.
De heer DE BRAAL vindt hierin een
nieuw argument voor zijn voorstel.
Niet alleen uit principe gaan men
schen niet op Zondag, velen zijn op
dien dag verhinderd. Spr. heeft niet
omschreven, welke dagen en hoeveel
dagen, maar de regeling aan B. en
W. overgelaten.
De heer SCHRAM noemt het perso
neel bij spoor en trams, dat op Zon
dag verhinderd is. Verschillende an
dere musea zijn ook op andere dagen
dan de Zondag open. Het Koloniaal
Museum is in de week kosteloos te
bezien voor wie een kaart afhaalt
Iets van dien aard raadt spr. ook
voor het Stedelijk Museum aan.
De heer HUGENHOLTZ zal voor de
motie stemmen, dat ook het stand
punt van Zondagsheiliging moet wor
den geeerbiedigd.
Het voorstel-De Braai wordt verwor
pen met 14 tegen 11 stemmen.
Tegen de heeren Stolp, Sneltjes,
Van Lennep, Leupen. Rasch, Spoor,
Sabelis, Tol, De Haan Hugenholtz.
Nieuwenhuijzen Kruseman, Kruse
man, De Breuk.
Voor waren de heeren Groot, Hof
land, Loomeijer, De Braai, Hugen
holtz, Kleijnenberg, Bijvoet, Beijnes,
Modoo Schram en Van de Kamp.
Punt 5.
Voorstel van- den heer Van de Kamp,
met het oog op de omstandigheid, dat
de staten voor pensioen en wachtgeld
in Januari 1904 opnieuw zullen moe
ten worden vastgesteld.
lo. in beginsel aan te nemen, dat
alle personen in dienst der gemeente,
of eener gemeentelijke instelling, die
vun eene vaste aanstelling zijn voor
zien en eene vaste jaarwedde genie
ten, behooren voor te komen op de
staten, bedoeld bij art. 2 der aange
haalde verordeningen.
2o. B. en W. uit te noodigen, bij de
aanbieding in Januari 1904 van be
doelde staten met het bovenstaande
rekening te houden.
De heer VAN DE KAMP acht ver
dere toelichting overbodig. Spr. zag
pas uit de notulen, wie wel pensioen
had en wie niet. De Comm. heeft gee
nerlei uitsluiting bedoeld.
De heer KRUSEMAN licht opnieuw
het standpunt van B. en W. in deze
toe. Spr. is door den tegenstand tegen
de staten van B. en W. verrast ge
weest en heeft zich afgevraagd, of B.
en W. het standpunt der Commissie
wel goed hadden begrepen. De heer
Sabelis, het eenig opergebleven lid
der Commissie, was ziek en spr. heeft
dus gevraagd den rapporteur, tevens
voorzitter, wat het criterium der
Comm. is geweest. Het was dit, dat de
ambtenaar zelf buiten de mogelijk
heid is geweest voor zijn pensioen te
zorgen. Daarom vallen de horlogema
ker en dergel. er buiten, ,,'t Is te mal
om van te praten", zegt de voorzitter.
De heer van de Kamp wenscht gelijke
behandeling van alle ambtenaren,
maar hij maakt zich, meent spr., ten
onrechte ongerust. Allen worden met
één maatstaf gemetende verorde
ning. Personen kent men hier niet,
alleen categoriën. Reeds met het eer
ste artikel der verordening komt de
heer Van de Kamp in strijd en zelfs
met zijn eigen, vroeger verworpen,
staat, gelijk spr. uitvoerig betoogt.
De heer VAN DE KAMP houdt zich
voor verbetering door den heer Kruse
man aanbevolen. Kan het nu de be
doeling zijn, dat er weer menschen
eerbiediglijk onderstand moeten ko
men verzoeken, zooals vroeger
De heer SABELIS deelt het gevoe
len van den heer van de Kamp niet
en deelt de opinie van den voorzitter
der Commissie. Beroept hij zich op
biz. VI, waar staat dat splitsing on
mogelijk is. daar betoogt spr, dat dit
slaat op de oude verordening. Tot
staving van zijn gevoelen citeert spr.
een en ander uit de toelichting.
(De heer van Styrum komt ter ver
gadering).
Het le gedeelte van het amende
ment wordt verworpen.
Tegen waren de heeren Stolp, Snel
tjes, Van Lennep, Leunen, Rasch,
Loomeijer, Spoor, Sabelis, Thijssen,
Tol de vier wethouders, Bijvoet, Van
Styrum en Beijnes.
Voor de heeren Groot, Hofland,
De Braai, Hugenholtz, Kleijnenberg,
Van den Berg, Modoo, Schram en
Van de Kamp.
De voorsteller trekt het tweede ge
deelte in.
Punt 6.
Herziening huish. regl, commissien
tot wering van1 schoolverzuim.
en W, hebben er bezwaar tegen,
dat het uur voor de vergaderingen
dezer Commissiën facultatief zou wor
den gesteld verder tegen presentie
geld aan de leden en tegen gelijkma
tige verdeeling van den arbeid over
de drie Commiissiën.
Wel wenschen B. en W. voor bu
reau-behoeften jaarlijks ƒ2 inplaats
an f 10 uit te keeren en stelt hef
College eenige onbelangrijke redactie
wijzigingen voor.
Goedgekeurd.
Punt 7.
Voorstel van B. en W. om een
bedrag van ƒ50 beschikbaar te stellen
voor medailles ten behoeve van de in
ternationale hondententoonstelling op
29, 30 en 31 Januari, alhier te houden
door de Kynologenclub Amsterdam.
Goedgekeurd.
Tegen de heeren Groot en Schram.
Punt 8.
B. en W. stellen voor, de perceelen
Zomervaarf 10, 10A en 10B onbewoon
baar te verklaren.
Aangenomen.
Punt 9.
Voorstel van B. en W. om wegens ge
brek aan gelegenheid afwijzend te be
schikken op een nieuw adres van de afd
Haarlem van den Nederl. Behangers-
Stoffeerders en Beddenmakersbond, om
een lokaal beschikbaar te stellen voor
een te houden cursus.
De heer HUGENHOLTZ meent dat,
waar het vorige adres door den vorm
moest worden afgewezen, dit adres
thans wel kon worden ingewilligd. Er
is toch nog wel een schoollokaal be
schikbaar en niet veel vrees voor al
te veel aanvragen. Bevordering van
de vakkennis is zeer zeker een alge
meen belang. Keurde men in 't voor
jaar de richting der vakvereenigingen
af, welnu deze vereeniging wil een
anderen kant uit, laat de Raad too-
nen dit te waardeeren.
De heer DE BRAAL zegt, iets be
ters te hebben verwacht dan dit ad
vies en beveelt gaarne aanneming van
het voorstel aan.
De heer DE HAAN HUGENHOLTZ
zegt, dat men aanvankelijk een lo
kaal, nu een schoollokaal vraagt.
Dergelijke vereenigingen staan in geen
verband met het onderwijs, Zondags
scholen krijgen alleen Zondags loka
len en beddenmakers en stoffeerders
in schoollokalen gaat toch niet aan.
Ze zouden 's morgens niet tijdig weer
schoon kunnen zijn.
De heer MODOO acht het adres te
bescheiden. Spr. meent, dat ze slecht
af zullen wezen, wanneer zij zooals
ze aanbieden vuur, licht etc. moeten
betalen. Dat zal voor hen onvoordee-
lig wezen. Spr. wijst op tal van
subsidiën, die de Gemeentekas aan
vakonderwijs verleent en acht die
ook hiervoor mogelijk.
Er is wel een lokaal, zooals de Di
recteur van Openbare werken schijft,
maar hij ontraadt het wegens meer
dere te vreezen aanvragen. Dat vindt
spr. zeer hard en zou daarom het ver
zoek willen aangenomen zien.
De heer DE BRAAL voelt het ge
wicht van de bezwaren van B. en W.
niet. Voldoet de aanvrager niet aan
de voorschriften, dan kan men hem
toch het gebruik van het lokaal te
ontzeggen. Er wordt gesproken van
„bijna" een tekort aan lokalen
blijkbaar is er dus nog wel een
lokaal.
De lieer SCHRAM breekt zijnerzijds
ook nog een lans voor inwilliging van
't verzoek.
De heer HUGENHOLTZ acht het
onjuist verband te zoeken tusschen
scholen en godsdienstonderwijs. Al
leen wordt er in de wet van dat ver
band melding gemaakt en niet van
vakonderwijs. Deze vakvereeniging is
bereid, het lokaal geheel op te rui
men na gebruik, zoodat de concierge
daar geen werk aan heeft. En komen
zij tot de ervaring dat het duur wordt,
misschien zullen zij dan een ander
verzoek doen aan B. en W. maar dan
zal de Raad in principe hebben uit
gemaakt, dat een schoollokaal voor
vakonderwijs kan worden afgestaan.
De heer VAN STYRUM noemt de
liefde van den wethouder voor het
vakonderwijs wel wat platonisch. Spr.
is voor een proefneming, maar ver
bindt zich tot niets voor de toekomst.
Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen met 15 tegen 12 stem
men.
Voor waren de heeren Stolp, Snel
tjes, Van Lennep. Leupen, Hofland,
Rasch, Sabelis, Thijssen, Van den
Berg, Tol en de 4 wethouders.
Tegen de heeren Groot, Loomeijer,
Spoor, De Braai, Hugenholtz Kleij
nenberg, Bijvoet, Van Styrum, Beij
nes, Modoo, Schram en Van de
Kamp.
Punt 10.
Voordracht van B. en W. tot het
aankoopen voor den prijs van ƒ1000
an de muren en schuttingen, die
dienen tot afsluiting van de terreinen
der voorm. gasfabriek, welke terrei
nen uiterlijk 1 Jan. 1904 ter beschik
king der gemeente komen.
De heer BEIJNES vraagt of de
vroegere bezitter van dezen grond, de
Imperial, dien open zou hebben mo
gen laten liggen, als ze dezen niet
dadelijk aan de gemeente had ver
kocht. Spr. meent van niet Boven
dien ziet spr. dat B. en W. dezen
grond willen aanvaarden in dezen
toestand. Is dat juist? Spr. heeft ge
zien hoe treurig het er uitziet, het is
een ruïne, precies het dal van Josa-
phat (gelach). Wat in den grond zit
er uit te halen en met zand aan te
vullen, zal nog duizenden kosten. De
Zoo neen, dan zijn paaltjes met ijzer-