Geregelde Bezorging.
De Administratie Tan Haar
lem's Dagblad verzoekt beleefd,
klachten over de bezorging der
courant NIET tot de onibren-
gers te richten, maar aan de
Bureaux der courant zelve,
het zij mondeling of schrif
telijk.
Bureaux:
(troote Houtstraat 55
Zuider Buitenspaarne 6.
Binnenland
Staten-Oeueraal
Kameroverzicht.
Wat nog overbleef van de begroo
tingen van Binuenlandsche Zaken en
Marine is gisteren door de Kamer
afgedaan.
Het debat bij Binnenlandsche Za
ken liep hoofdzakelijk over de toepas
sing der Ongevallenwet, waarbij de
heeren Passtoors, De Visser en De
Boer de opneming van land- en
tuinbouw bepleitten, en in verband
daarmede eenige opmerkingen maak
ten. De heer De Boer hield ze zelfs
achterwege maar de Minister vroeg
hem om zijn onuitgesproken rede (ter
bekorting van het debat ..ingeslikt")
te mogen lezen. De Minister zeide
overigens dat de opneming van den
landbouw, waaromtrent hij nog geen
bepaalde toezegging kon geven, niet
zou plaats hebben zonder landbouw-
lichamen te hooren.
Voor het overige opmerkingen be
antwoordende betreffende de toepas-
ving der wet (o. m. van den heer
Schapergaf de Minister toe dat de
uitkeeringen der Bank sneller moes
ten geschieden, doch daarvoor was
uitbreiding van personeel noodig.
dat ook komen moest, hoewel nu het
gebouw der bank reeds veel te klein
was en 'i personeel onder ongunstige
omstandigheden werken moest. Van
een monopolie der Rijksbank wilde
de Minister niets weten. Hij gaf toe,
dat' de Bank ook naar zijn gevoelen
de wet wel eens verkeerd toepaste
ten aanzien van tijdeliike uitkeerin
gen. Maar van tweeën éénof de Mi
nister moest de zelfstandigheid van
het Bankbestuur erkennen, öf zijn
zienswijze voorschrijven en dat moest
dan op een conflict met dat bestuur j
uitloopen.
Het slot van deze beraadslaging,
was een vinnige discussie over de
benoemingen bij de Rijksbank,, waar
over reeds zooveel geschreven en ge- j
wreven is. De heer Troelstra stelde
de vraag of de ambtenaren benoemd j
werden buiten het bestuur der Bank
om (en die vraag bleef in het verdere j
debat onbeantwoord). De spreker her-
haalde zijn grief, dat de Minister bij
de benoemingen zijn geestverwanten
had voorgetrokken ook in bezoldiging
en keurde het af, dat Kamerleden
protégés aanbevalen. Ook wees hij
op bevoorrechting van bepaalde per
sonen bij de Rijksbank en drong aan
op vaste regeling van promoties.
De Minister deelde mede, dat van
de in Juli benoemden van de 32 door
het bestuur aanbevolenen 24 werden
benoemd. De Minister heeft het recht
van benoeming. De Bankdirectie kan
dé duizenden sollicitatiën niet na-
gaan, de Minister wel. Van een par
tijkwestie was geen sprake de direc
tie was vol lof over het personeel.
Socialisten waxen niet uitgesloten.
Er waren er 4 bij de Bank .de heer
Troelstra van de 250Van de 210
waren er 96 van de rechterzijde. De
Minister ontkende dat antirev. propa
gandisten als belooning voor bewezen
diensten zouden benoemd zijn.
Een scherpe repliek van den heer
Troelstra volgde. Dat de Minister zich
verontwaardigd toonde, deerde hem
niet. De Minister had zelf, als Ka
merlid. tegenover een liberaal minis
ter gezegd, dat een bewindsman altijd
verontwaardiging toont, als men hem
partijschap verwijt, doch dat veront
waardiging niets bewijst. Na dit ci
taat van dr. Kuyper voerde de heer
Troelstra aan, dat wel van een aan
beveling van 32 personen door de
Bankdirectie gebleken was, maar van
de anderenWaren die gebeurd te
gen het advies der Bankdirectie in
Spr. kwam er tegen op, dat men van
administratieve instellingen politieke
colleges zou maken; de verantwoor
delijkheid moest aan de besturen dier
instellingen blijven.
De Minister zeide, dat hij vroe
ger was opgekomen tegen uitbrei
ding van het benoemingsgezag der
Reg. Maar nu was het iets anders
de instelling is er en er moeten amb-
woordde zij fluisterendik beminde
je ik heb je lief, Arthur Geloof je
mij niet?
Ik geloof je, zei hij, zonder zich
te bewegen ga voort, Sylviane.
Je weigering van het fortuin en
het feit, dat je alles al lang wist, was
een streep door hun rekening. Nu
moesten zij weer opnieuw beginnen.
O, Arthur, ik hoorde, wat zij samen
bespraken dien nacht, toen jij zoo
ernstig ziek waart; ik was vervuld
van een vreeselijken argwaan, en
daarom sloop ik 's nachts tot bij de
deur van het salon en hoorde, wat
Dr. Colpus en mama tot elkaar zei
den. Mama mamaik kan
het je niet vertellen.
Je moet het mij zeggen, Sylvia
ne.
Zij zij wilden je dooden, Ar
thur. Zij opende het venster van je
slaapkamer opdat je opdat je niet
beter zoudt worden, Arthur. Het stond
nog een beetje open, nadat zij de
kamer verlaten hadzij had het niet
goed gesloten. Ik zou, ik weet niet
wat gegeven hebben om haar te be
schuldigen, maar ik durfde niet
ik durfde niet. Ik ben altijd bang voor
haar geweest.
Waarom wilde je moeder, dat ik
sterven zou vroeg hij koel.
Zij dacht, dat als jij dood was,
het fortuin voor mij opgeëischt kon
worden dat hoorde ik hen zeggen,
maar Dr. Colpus zei, dat het moeilijk
tenaren zijn. En nu beweerde de Mi
nister, dat de tegenwoordige Regee
ring aangevallen werd, omdat zij ook
anderen dan liberalen heeft benoemd,
in afwijking van vroegere Regeerin
gen...
De heer Troelstra; Toen kwaamt
gij er tegen op
De heer Borgesius: Nooit heeft
één Reg. te voren naar richting in
politiek of godsdienst gevraagd...
De Minister zeide, dat dit nu
ook niet geschiedt, maar 't toeval is,
dat de liberalen vroeger slechts libe
ralen geschikt vonden en nu ook de
aandacht op anderen valt.
Het verwijt van propagandisten te
bevoordeelen klonk onaangenaam
waar de heer Bijleveld tegen-candi-
daat was van den heer Troelstra.
De heer Troelstra: Zoo klein
ben ik niet.
De Minister wilde niet twisten
over de vraag wat groot is of klein...
De heer Troelstra li is klein
De Minister vond het klein en
het wekte zijn verontwaardiging, dat
de spreker hier zelfs personen bespre
ken ging. Dat was beneden de waar
digheid van het debat.
De begrooting werd daarna zonder
stemming aangenomen, evenzoo de
begrooting der Landsdrukkerij, waar
van de Minister een geheele vernieu
wing in uitzicht stelde.
Vervolgens ging-men weer naar Ma
rine terug. Daarbij maakte de heer
Hugenholtz eenige opmerkingen
over de noodzakelijke herstelling van
de Zeeland", op gezag van een ar
tikel in de ..Forens", van een onbe
kend officier en onder erkenning dat
hij niet goed op de hoogte was. Dat
dit inderdaad ook het geval was,
kreeg hij nog eens van den Minister
te hooren.
Verschillende détailpunten werden
nog besproken, die in het algemeen
voor het groote, buiten de militaire
en zeemacht-wereld staande publiek,
weinig belangwekkend waren. Het
werd laat en de Kamer begon reeds
onvoltallig te worden. Daarom ver
klaarde de heer Troelstra namens zijn
vrienden geen stemming te zullen
vragen en werd het geheele hoofdstuk
dus goedgekeurd.
Heden 10 uur Financiën.
(Per telegraaf).
Bij het Hoofdstuk Financiën wer
den geen algemeene beraadslagingen
gevoerd. De heeren Nolens, Jansen en
Bos wisselden met den Minister van
gedachten over de toelating van
vreemd geld in de grensplaatsen.
De Koningin naar Den Haag
H. M. de Koningin en de Prins zijn
gisteren te ruim 2 uur met den Ko
ninklijken trein van het Loo naar
's-Gravenhage vertrokken. Het echt
paar wandelde te voet naar het per
ron.
H. M. de Koningin droeg een bou
quet. Een aantal publiek juichte bij
het verschijnen de vorstelijke perso
nen toe. Op het perron waren de bur
gemeester en de hofarts Pot met wie
handdrukken gewisseld werden. De
trein, vertrok onder een luid hoera
der aanwezigen.
De trein bestond uit 4 salonrijtui
gen, waarvan weder een personenrij
tuig en drie bagagewagens. Het Hof
wordt einde April op het Loo terug
verwacht.
Uit den Haag wordt van gisteren
gemeld
Na een langdurige afwezigheid zijn
H. M. de Koningin en Z. K. H. de
Prins, met groot gevolg, hedenmiddag
om half vijf aan het staatsspoorsta
tion in de residentie aangekomen.
Ter begroeting van de vorstelijke
personen waren op het perron aanwe
zig de gouverneur der residentie, ge
neraal van Ermel Scherer, en de
waarnemend burgemeester dr. Mou-
ton, met welke autoriteiten Hare Ma
jesteit en de Prins zich eenige oogen-
blikken onderhielden.
De Koningin, die een ruiker in de
hand droeg, en wier uiterlijk getuig
de van eene goede gezondheid, was
gekleed in een licht wandeltoiletde
Prins droeg burgerkleeding.
Op het perron werd ditmaal door de
politie niemand toegelaten, maar
daar buiten in de Rijnstraat, gelijk
trouwens den geheelen weg tot aan
het paleis, stonden duizenden en dui
zenden, die de vorstelijke personen
zeer spontaan en hartelijk verwel
komden. In de Rijnstraat werden door
eenigen de vaderlandsche liederen
aangeheven.
In een gesloten rijtuig begaven H.
M. en Z. K. H. zich naar het paleis
in het Voorhout, tot het afleggen van
zou gaan, en dat jij in ieder geval
gered moest worden. Toen hoorde ik
hem tot haar zeggen dat de ande
re Arthur meer in denweg
stond. Zij denken, dat. als Mr.
Peterson maar eenmaal dood was,
jij zeker het vermogen wel zoudt
aannemen.
Het kan niet waar zijnriep
Forrest uithet is ongeloofelijk. Een
siddering van verbazing en onuit-
sprekelijke woede deed hem van het
hoofd tot de voeten beven.
Het is waar, zei zeen daarom
is Sims nu hier. Sims is onschatbaar.
Sims doet wat hem gezegd wordt
daarop kunnen zij zich verlaten.
Forrest liep de kamer op en neer.
Ja, zei hij, eindelijk voor ziju
vrouw stilstaande, het is waar; diep
in mijn hart heb ik altijd vermoed,
dat je moeder een avonturierster was.
Maar ik dacht enkel aan jou.
Arthur, ik zal je morgen verla
ten; dat is het minste, wat ik doen
kan. Laten wij elkaar nu goedendag
zeggen.
Zij stond nu ook op en keek hem
een oogenblik aan. Haar wonder
schoon gelaat omlijst door het los
hangende krulhaar vormde een over
weldigend beroep op zijn genade. Het
aandoenlijke van haar positie bracht
hem de tranen in de oogen en deed
hem het gevaar vergeten, dat hij zelf
geloopen had, en dat, waardoor Ar
thur Peterson nog omgeven1 was.
een bezoek aan H. M. da Koningin
Moeder. Een geestdriftige menigte, die
zich daar opgesteld had, juichte het
Kon. Paar toe. H. M. de Koningin-
Moeder ontving de Koningin en Haar
gemaal in de voor-vestibule. Het be
zoek duurde ruim een half uur. Hon
derden hadden zich bij het paleis in
't Noordeinde opgesteld. Ook hier
werden de vorstelijke personen met
hoera's ontvangen.
Kort na aankomst in het paleis ver
schenen II. M. de Koningin en Z. K.
H. de Prins voor een der ramen en
groetten vriendelijk het belangstel
lend publiek.
Acad. Examens.
Utrecht. Cand. Theol. 1J. F. Th.
v. d. Linde en J. Kraay.
Doet. Scheikunde A. J. Ultee.
1. Natuurk. ex. A. C. Copper.
Cand. Nederl. Lett.W. Bruijel,
(met lof), en N. J. J. de Voogd.
Groningen. Kerkelijk voorbereidend
examen P. Beijer. Doctoraal examen
geneeskunde J. A. van Hasselt.
Amsterdam. Candidaats-examen in
de rechtsgeleerdheid M. Tresling, J.
Th. R. Gongrijp, en cum laude P.
Groote Jr.
Een kranige kerel.
Uit Nijmegen meldt men van gis
teren
Het bij het Valkhof gelegen Ivelf-
kensbosch, dat, toen de muren onzer
stad nog niet waren gesloopt, hier de
paradeplaats was, diende heden weer
eens voor een niet alledaagsch mili
tair schouwspel. Tegen den middag
had zicli daar het garnizoen opge
steld (infanterie en koloniale reserved
ter eere van den onder-luitenant der
infanterie ü.-l. leger A. A. van Haa
ien, aan wien door majoor Drijber,
commandant der koloniale reserve,
zou worden uitgereikt de Militaire
Willemsorde 4e klasse. De meeste der
hier en in de omstreken dezer ge
meente woonachtige ridders dier orde
waren mede op het terrein.
Toen een carx-é was geformeerd,
sprak majoor Drijber (die, zooals be
kend, ook de M. W.-orde heeft en
tevens de eeresabel draagt) ongeveer
als volgt
De onder-luitenant Van Haaien, dxe
na een onafgebroken dienst van bijna
17 jaren in ons Indische leger thans
met een éénjarig verlof hier vertoeft,
maakte het vorige jaar deel uit vaxx
onze troepenmacht in Djambi.
Op 5 Maart moest een transport
levensmiddelen gebracht worden van
Limboer naar Tjilatjang. De weg,
dien dat transport te volgen had, was
een voetpad. Vorige transporten wa
ren daar steeds door den vijand be
schoten op een punt, waar het voet
pad de bre.ede rivier naderde. De vij
and had zich daar genesteld in loop
graven aan gene zijde der rivier en
op een heuveltop aan de andere zijde
van het voetpad. waar de vijand ook
zeer moeilijk te bereiken was.
De ondei'-luitenant Van Haaien
werd, een half uur voor den afmarsco
van liet transport, met 20 man voor
uitgezonden, om zóó stelling te ne
men, dat het transport zoo mogelijk
ongehinderd kon doortrekken. Tien
man. onder commando van een sex-
geant, werden door Van Haaien een
stelling aangewezen, van waaruit de
vijand aan de overzijde der rivier on
der vuur kon worden genomen niet
de overige .tien man (Amboineesche
fuseliers) kwam Van Haaien onge
merkt aan den voet van den heuvel.
Daar, waar de heuvel het steilst en
het moeilijkst te beklimmen was,
maar vanwaar de vijand hem daar
om ook niet veiwaehtte, werd met de
meest mogelijke krachtsinspanning
op handen en voeten de heuvel in
alle stilte beklommen. Bijna op den
top gekomen, hoorde Van Haaien,
dat het nadex-end transport door den
zich in zijne onmiddellijke nabijheid
bevindenden, in loopgraven verscho
len, vijand werd beschoten. Van Haa
ien ziet zich no- maar vergezeld van 4
zijner 10 Amboineezen: de andere 6
volgden en zouden weldra bij hem
zijn. Hij wilde echter den vijand, die
uit vooxlaadgeweren had geschoten,
niet den tijd laten voor herladen en
stortte zich daarom, zonder zich te
bedenken, met den blanken sabel in
de hand en gevolgd en bijgestaan
door zijn 4 Amboineezen, tusschen
dexx 16 man sterken vijand een hand
gemeen volgde.
In minder dan geen tijd was hel
pleit beslist, toen ook de zes andev<
Amboin. fuseliers waren aangesloten.
De vijand was, met achtei-lating zij
ner wapens, de wildernis ingevlucht
of lag zieltogend ter aarde, neergeveld
door den sabel van Van Haaien (op
welk wapen hij den meestergraad
had verworven) en door de bajonet
der fuseliers, van wie Malonda (stam
boeknummer 60902)voornamelijk dier.t
genoemd.
Ook op 21 Mei gaf Van Haaien
blijk van beleid, doortastendheid en
moed Des nachts was een bijna open
Ik zal je morgen verlaten 1 her
haalde zij flinker.
Zij sloeg haar oogen neer, toen zij
de zijne ontmoette.
Mij verlaten riep hij uit.
Ja, ik moet. Ik zeg je, dat het
het minst is., wat ik doen kan
mijn moeders bloed stroomt mij in de
aderen. Heb ik eerst niet mijn toe
stemming gegeven tot de intrigue O,
ja, jaIk ben alleen goed voor de
helIk ben onwaardig, dat je mij
ooit weer zoudt aankijken. Maar laat
mij je eerst zweren, Arthur, dat ik
niet wist, dat zij over moord dach
ten, ik wist alleen, dat je rijk, heel
rijk zoudt worden. Als ik je niet be
mind had, beste man, zou ik je zon
der bezwaar getrouwd hebben. En
toen ik bemerkte, dat ik je lief had,
zei ik tot mij zelf, dat ik je niet moest
trouwen, dat het" niet mooi tegenover
je zou zijn. Maar mijn liefde voor je
verleidde mij. en de verleiding was
mij, arme, te sterk en mama was
zoo kwaadaardig. En ik verlangde zoo
je vrouw te zijn, Arthur. Ik beloofde
mij zelf, dat ik je alles zou zeggen,
nadat wij getrouwd warenmaar
zelfs toen durfde ik niet ik was
bang, dat je mij verachten zoudt en
mij naar mama terugzenden. En nu,
nu ik jou en mr. Peterson bijna het
slachtoffer heb zien worden, nu kan
ik niet langer zwijgen. Arthur, je
moet je best doen mij te vergeven
en als je niet kunt verseven, vergeet'
bivak door eene compagnie betrok
ken te Rantau Panjang. Tegen den
morgen werd door een schildwacht
gemeld, dat hij op 25 passen afstands
iets verdachts meende te hebben ge
hoord. Met enkele manschappen be
gaf Van Haaien zich langs een om
weg in alle stilte naar het aangedui
de punt en verraste daar een zestal
Djambiëx's, die het bivak trachtten te
bekruipen. In het daarop gevolgd ge
vecht werden5 Djambiërs neergelegd,
terwijl de zesde zich door de vlucht
wist te redden. Later op den dag
kweet Van Haaien zich als commaxx-
dant van de achterhoede van zijne
opdracht, om den opdxlngenden vij
and te verdrijven op een wijze, waar
bij zijn voortvarendheid en zijn waar
de als aanvoerder weder ten zeerste
uitkwamen.
Na die feiten te hebben medege
deeld. deed de parade-commandant
(kapt. Kros) den troep de geweren pre
senteeren, werd de ban geopend en
voorlezing gedaan van het Kon. Besl..
waarbij aan Van Haaien het ridder
kruis was verleend.
Daarop schouderde de troep de ge
weren, legde Van Haaien op de voor-
geschx-even wijze den ridder-eed af en
werd hem door majoor Drijbex-, on
der 't spelen van 't Wien Neerlandsch
Bloed het kruis op de borst gehecht.
Nadat majoor Drijber en de andere
aanwezige ridders den nieuwen rid
der de accolade hadden gegeven,werd
de ban gesloten, de linie hersteld en
wensclite de majoor Van 1-Iaalen ixi
hartelijke bewoordingen geluk waar
na de troepen defileerden. Na afloop
der plechtigheid werd hem in de socië
teit De Harmonie de eerewijn aange
boden.
Ondei'-luitenant Van Haaien is ge
boren te Ubbergen, in 1864, trad in
1880 dienst ^te Kampen en vertrok
in 1887 als koi-poraal naar Indië. Na
tweemaal in Atjeh te zijn geweest,
ging hij in 1902 met de expeditionnai-
re troepen naar Djambi.
Een tegenspraak.
De heer J. A. N. Travaglino, lid
der Tweede Kamer voor het district
Druten, wien het voornemen werd toe
geschreven zich in 1905 niet meer ver
kiesbaar te stellen, schreef aan de
redactie der Maas- en Waalsche Cou
rant aldaar, die er naar informeerde,
dat het niet waar is.
Overdaad.
De gemeente Echt (Limburg), met
6000 zielen telt 1039 huizen, waarvan
139 herbergen, dat is op 7 8 huizen
een herberg.
Bij de 139 herbergen zijn 21 vergun
ningen, zijnde op 288 inwoners een
vergunning.
De heer A. C. Wessels, secretaris
van den Nederlandschen Scheeps- en
Bootwerkersbond, heeft, naar wij ver
nemen, het Hoofdbestuur van dien
Bond medegedeeld, dat hij 15 Januari
a. s. zijn functie neerlegt. Hij zal dan
weer trachten als gewoon bootwerker
zijn brood te verdienen.
(Tel.)
Yriendelijke bejegening.
Men meldt uit Bax-neveld
Na een kleine woordenwisseling
ontstond tusschen een paar boei'en-
knechts alhier twist, die aanstondsin
een hevige vechtpartij ontaardde. Ge
wapend met een mes, ging de een
hiermede zijn tegenpartij te lijf, en
daarmede nog niet tevreden, greep
eerstgenoemde een zwaar stuk hout,
waarin zich een lange spijker bevond.
Vreeselijk waren de slagen, die het
slachtoffer hiermede werden toege
bracht. Zwaar gewond aan hoofd, rug
en armen, zakte deze weldra ineen,
zoodat men zelfs dacht, dat hij dood
geslagen was. Dadelijk is geneeskun
dige hulp voor hem ingeroepen. Te
gen den dader, een bekend vechters
baas, is proces-verbaal opgemaakt.
Pokkeu.
De pokken te Volendam zijn gewe
ken. Een der R-Kath. pleegzusters is
i'eeds vertrokkende tweede zal
spoedig volgen.
Te Epen (L.) hebben zich twee ge
vallen van pokken voorgedaan.
Een slachtoffer is aan de betere
hand. Het andere is na een hevig lij
den bezweken. De noodige maatrege
len tot desinfectie zijn genomen om
de verbreiding der ziekte te voorko
men.
Uit de Diamantwereld.
Het bondsbestuur van den A. N.
Diamantbewerkersbond bericht, dat de
werklieden der firma Gebr. van Lier,
te Amsterdam, besloten hebben, het
bondsbestuur uit te noodigen voor de
ze firma een verbod van werken uit
te vaardigen. Dit is goedgekeurd, zoo
dat het verboden is te werken voor,
bij of met deze firma.
(W. v. d. Pb.)
dan. Ik zal heengaan, vèr weg van
jou en vèr, vèr van mijn moeder
Neen Ik zal je niet om een kus vra-
gen, voordat ik heenga.
Mij verlaten herhaalde hijje
zegt, dat ik bijna vermoord ben, wou
jij zelf mij nu vei'moorden?
Arthurriep zij uit.
Spreek er dan geen woord meer
over, mij te willen verlaten
Zij zonk neer aan zijn voeten.
Arm slachtoffer riep hij onwil
lekeurig uit.
Zonder verder een woord te spreken,
nam hij haar in zijn armen en droeg
haar naar de slaapkamer; zij sloot
haar oogen als in een bezwijming
hij wachtte bij haar tot zij ze weer
zou openen.
Sylvie, fluisterde hij zachtjes,
ik vertrouw je als mij zelveje
moogt mij nooit verlaten
Zij glirnlachte verlicht maar droe-
Tig.
Wat heb ik, onnut wezen, dat
ik ben, gedaan om zooveel liefde en
goedheid te verdienen, fluisterde zij.
Engelantwoordde hij, het is
voldoende, dat je bestaat. De leliën
zwoegen niet en spinnen niet. En nu
moet je gaan slapenje bent niet
bang, is 'twel?
Nu niet, zuchtte zij.
Hij keex-de zich diep bewogen om
Arthur, fluisterde zij.
Lieveling, wat is er?
Hij keek haar weer aan.
De wei'klieden werkzaam voor deir
Roosjeseigenwei'kmaker S. Davids te
Amsterdam, hebben besloten hetwelk
niet te hervatten alvorens zij 10 pCt
loonsvei'hooging zullen hebben gekre
gen.
Ongelukkeu.
Op het spoorwegstation Helmond is
gistei'enavond de hulparbeider W. S.,
bij het rangeeren aangereden en on
middellijk gedood.
Rechtszaken
Moord te Berkel.
Voor het gerechtshof te 's Graven-
hage is gister in hooger beroep behan
deld de zaak van C. Uitdenboogerd,
appellant van het vonnis der Haag-
sche rechtbank waarbij hij tot vijftien
jaar gevangenisstraf werd veroor
deeld wegens diefstal voorafgegaan
en vergezeld van geweld te Berkel (de
zaak in vei'band met den moord op
Ripping en zijn huishoudster aldaar.)
Nadat de raadsheer-rapporteur jhr.
mr. van Doorn uitvoex-ig vei-slag over
de zaak had gebracht, onderging de
bekl. een langduxlg verhoor en werd
een 7-tal reeds bij de rechtbank gehoor
de getuigen opnieuw gehoord, onder
wie dr. de Josselin de Jong, die op
bekl.'s kleederen bloedvlekken had ge
constateerd, een paar personen die
pertinent verklaarden den bekl. te
herkennen als de persoon dien zij on
geveer ten tijde waarop de moord ge
pleegd moet zijn, in de omgeving van
de woning van Ripping gezien hebben
en eexx gevangene aan wien bekl. me-
dedeeling zou hebben gedaan van zijn
plannen omtrent een eventueelen
moord op Ripping.
Beklaagde bleef niettemin alle
schuld zoowel aan den moord of de
geweldpleging als aan den diefstal
ontkennen, bewerende op den bewus-
ten avond niet ter plaatse geweest te
zijn.
De advocaat-generaal heeft bevesti
ging van het vonnis der rechtbank
gevorderd.
Sport en Wedstrijden
VOETBAL.
Inter-Academiale Voetbalbond
Gistermiddag had op het H. V. V.
terrein in Den Haag de eerste com
petitie-wedstrijd, uitgeschreven door
dexx I. V. B. plaats. PLm. 200 perso
nen, w.o. een leger Delftsche studen
ten-supporters, woonden dezen wed
strijd bij. Onder hoede van scheids
rechter Vermeulen begon ruim 2 uur
deze wedstrijd. De elftallen waren als
volgt samengesteld
Delft met Van Velzen (doel), Van
WaverenHupkes (achter), Milo
MoltzerHeyting (midden), Ter
Horst—LagerweyVan Oosterzee—
HeyningWynands (voor).
Leiden met d'Arnaud Gerkens (doel)
BommezijnVan Raadshoven (achter)
Van Di'oogeVan ProoyeSchyff
(midden), ZeemanJo Mijer—Bekker
E. SolD. Hesseling (voor).
Het spel kenmerkt zich al dadelijk
door forschheid, en is zelfs ietwat te
veel individueel. Delft komt los en
wordt gevaarlijk, zoodat Gerkens het
noodige te doen krijgt. Na ongeveer
een kwartier onderneemt Ter Horst
een rush langs de lijn, zet mooi over,
Oosterzee passeert aan Wijnands, die
voor doel staande, No. 1 maakt (10.)
Leiden wordt dan gevaarlijk, doch de
voorhoede wordt niet genoeg gesteund
door midden- en achterlinie zoodat
het werken van Becker c.s. voortdu
rend onbeloond blijft.
Na een rush, is het weer Wynands,
die met een mooi schuinschot van
links de leiding vergroot (20).
Gedurende de rust worden de spe
lers gekiekt, de Delftenaren zijn in
het zwart, de Leidenaars in wit hemd.
Het eerste kwartier na rust is Lei
den beslist de meerdere, en heeft dan
werkelijk pech door niet te scoren.
Van Velzen is echter in „perfect con
dition" en keert alles naar behooren.
Eerst na een half uur spelen komt no.
3, door middel van D. Heyning, ter
wereld, en wederom is het door toe
doen van dienzelfden speler, dat Oos
terzee no. 4 maakt.
Zul je Mr. Peterson redden
fluisterde zij.
Maak je niet ongerust, liefje,
zei hijen zij dankte hem met een
blik voor die geruststelling.
Op dat oogenblik werd er beschei
den op de deur van de kleedkamer
getiktzij schrikten beiden.
Wie is daar riep Forrest luid.
Ik, mijnheer.
Wacht dan even.
Forrest streek vriendelijk met de
hand over het voorhoofd van zijn
vrouw. Toen gipg hij de kleedkamer
binnen, sloot de deur tusschen de bei
de kamers en opende de deur naar de
gang.
Kom binnen, zei hij en een man
trad binnen.
O, Sims, zei Forrest, ben jij het?
Wat ben je nog laat op
Vlug sloot hij nu ook de gangdeur
af.
HOOFDSTUK XIII.
Mr. Sims maakt kennis met een
revolver.
Niet zonder een teeken van schrik
zag de onverstoorbare Sims, dat Ar
thur Forrest de deur van de kleed
kamer afsloot.
De complimenten van Mr. Pe
terson, mijnheer, zei hij kalm, en hij
vergat u te zeggen, dat hij morgen
ochtend vroeg uitgaat en hoopt, dat
Hoe hard of Leiden ook werkt, te
gen doelpunten kunnen zij niet, zoo
dat ten slotte Delft welverdiend wint
met 40 goals. Jammer dat scheids
rechter Vermeulen niet meer in de
Nederlandsche competities fungeert,
een werkelijk vexlies voor den N. V. B.
Zondag speelde de Haarlemsche
Sportclub een voetbal-Match tegen de
O. V. V. te Overveen, welke wedstrijd
door eerstgenoemde club met 52 ge
wonnen werd.
Stand met de rust 41.
Zondag a.s. zal op het terrein aan
de Spanjaardslaan een voetbalwed
strijd gespeeld worden tusschen H. F.
C. II en Haarlem II.
Gemengd Nieuws
Dieust-dansers.
Men herinnert zich, dat de Keizer
bij een bezoek te Krefeld zoo ingeno
men was met de hem ontvangende
eerejuffers, dat hij haar «dans-huza-
ren* beloofde. Op bevel des Keizers
zal dienvolgens met i April i9o5 het
Dusseldorpsche huzaren-regiment naar
Krefeld overgeplaatst worden. Het
plan was, ter vergoeding, een eska
dron bereden jagers uit Wezel naar
Dusseldorp te diilgeeren. Dit is afge
sprongen, de jagers gaan naar Pader-
born. De Dusseldorpsche meisjes
rekenen er echter vast en stellig op,
dat de Keizer haar hun gespoorde
dansers niet zal ontnemen, zonder
andere er voor in de plaats te zen
den.
Toestanden in liet Duitsclie leger
Tengevolge van het proces tegen lui
tenant Schilling te Metz, hebben daar
ook de kapitein Paschke en de ser
geant-majoor Kaffarneck terechtge
staan. Zij waren beschuldigd, de
klachten van ondergeschikten over
mishandeling niet gerappoxleerd te
hebben. De kapitein kreeg 5 dagen ka
merarrest, de sergeant-majoor die pas
twee maanden dien graad bekleedt,
werd daarentegen vrijgesproken, om
dat de vooxmaamste schuld zijn voor
ganger treft.
Intusschen is te Rendsburg ook weer
een soldatenbeul veroordeeld, de on-
dex'officier Franzki van het 85ste re
giment infanterie, wien meer dan 1500
gevallen van mishandeling ten laste
waren gelegd. De beschuldigde ge
droeg zich tijdens de behandeling
van dë~*zaak volslagen onverschillig.
Wezenloos erkende hij eenige gerin
gere vergrijpen, de ernstige loochen
de hij echter koel, of hij zei dat hij
ze voor de gx-ap had bedreven. In de
zeer uitgebreide akte van beschuldi
ging stond dat hij van half October
1902 tot September 1903, dus in een
tijdruimte van ongeveer tien maan
den, zich aan bovenbedoelde mishan-
del'ngen schuldig gemaakt had dat hij
zijn positie misbruikte om van de sol
daten geschenken te krijgen, dat hij
de manschappen, door ze met nog er
gere straffen te bedreigen, verhinder
de, zich te beklagen, en dat hij on
dergeschikten dreigde met moord en
doodslag.
Gelijk vele van zijn collega's, spuw
de Franzki de soldaten in het gezicht
en de mishandelingen en folteringen
die hij bedacht waren van dien aard
dat zij bijna levensgevaarlijk waren.
Nu eens bediende hij zich van zijn
vuisten, dan weer van een rijzweep,
een ander maal van een bezemsteel,
dien hij „Friedrich Wilhelm" noemde.
Toen die bezemsteel stuk was, ver
schafte hij zich 'een anderen, den
„grooten Frits". Twintig soldaten
hadden onbeschrijfelijk te lijden. On
der dezen zijn er die 300, 250, 200,
180, 150, 140 en 100 mishandelingen
te verduren hebben gehad.
De krijgsraad vonniste Franzki tot
5 jaren gevangenisstraf en degra
datie.
Al te vriendelijk.
In de nota, waarbij het Duitsche rijk
de republiek Panama erkende, stond
o. m. „De regeering van Z. M. den
Duitschen Keizer spreekt de oprecht
ste wenschen voor het welzijn en ge
luk van de nieuwe republiek uit en
hoopt op altoos vriendschappelijke be
trekkingen tusschen haar en het Duit-
sche rijk".
De Kladderadatsch vraagt nu
ironisch„Is bij zulk een ver-
u met het ontbijt niet op hem zult
wachten, als hij misschien laat thuis
mocht komen.
O zei Arthur Forrest, terwijl
hij zijn rechterhand in een bruin
foudraal stak, dat op tafel lag; je
meester is dus van plan moigenoch-
tend vroeg uit te gaan. Hij zei daar
niets van tegen mij en ongeveer een
kwartier geleden sprak ik nog met
hem.
Ja, mijnheer; hij vergat het.
Is hij nu naar bed?
Ja, mijnheer.
Gaat hij morgenochtend jagen?
Neen, mijnheerik ik denk,
dat hij iets te doen heeft met be
trekking tot het nieuwe huis.
O riep Forrest uit, met zooveel
hoogheid in zijn manier van doen,
als waarover hij maar eenigszins te
beschikken had, maar zonder Sims
aan te kijken. Wat ik zeggen wou
Sims, Mr. Peterson scheen verwon
derd, toen ik hedenavond de opmer
king maakte, dat je vroeger bij Mrs.
Cavalossi in betrekking waart ge
weest.
Zoo, mijnheer.
Ja. Vindt je dat niet vreemd
Ik ben bang, dat ik niet begrijp,
waar u heen wilt, mijnheer.
(Wordt vervolgd.)