Geregelde Bezorging. De Administratie Tan Haar lem's Dagblad verzoekt beleefd, klachten over de bezorging der courant NIET tot de onibren- gers te richten, maar aan de Bureaux der courant zelve, het zij mondeling of schrif telijk. Bureaux: (troote Houtstraat 55 Zuider Buitenspaarne 6. Binnenland Staten-Oeueraal Kameroverzicht. Wat nog overbleef van de begroo tingen van Binuenlandsche Zaken en Marine is gisteren door de Kamer afgedaan. Het debat bij Binnenlandsche Za ken liep hoofdzakelijk over de toepas sing der Ongevallenwet, waarbij de heeren Passtoors, De Visser en De Boer de opneming van land- en tuinbouw bepleitten, en in verband daarmede eenige opmerkingen maak ten. De heer De Boer hield ze zelfs achterwege maar de Minister vroeg hem om zijn onuitgesproken rede (ter bekorting van het debat ..ingeslikt") te mogen lezen. De Minister zeide overigens dat de opneming van den landbouw, waaromtrent hij nog geen bepaalde toezegging kon geven, niet zou plaats hebben zonder landbouw- lichamen te hooren. Voor het overige opmerkingen be antwoordende betreffende de toepas- ving der wet (o. m. van den heer Schapergaf de Minister toe dat de uitkeeringen der Bank sneller moes ten geschieden, doch daarvoor was uitbreiding van personeel noodig. dat ook komen moest, hoewel nu het gebouw der bank reeds veel te klein was en 'i personeel onder ongunstige omstandigheden werken moest. Van een monopolie der Rijksbank wilde de Minister niets weten. Hij gaf toe, dat' de Bank ook naar zijn gevoelen de wet wel eens verkeerd toepaste ten aanzien van tijdeliike uitkeerin gen. Maar van tweeën éénof de Mi nister moest de zelfstandigheid van het Bankbestuur erkennen, öf zijn zienswijze voorschrijven en dat moest dan op een conflict met dat bestuur j uitloopen. Het slot van deze beraadslaging, was een vinnige discussie over de benoemingen bij de Rijksbank,, waar over reeds zooveel geschreven en ge- j wreven is. De heer Troelstra stelde de vraag of de ambtenaren benoemd j werden buiten het bestuur der Bank om (en die vraag bleef in het verdere j debat onbeantwoord). De spreker her- haalde zijn grief, dat de Minister bij de benoemingen zijn geestverwanten had voorgetrokken ook in bezoldiging en keurde het af, dat Kamerleden protégés aanbevalen. Ook wees hij op bevoorrechting van bepaalde per sonen bij de Rijksbank en drong aan op vaste regeling van promoties. De Minister deelde mede, dat van de in Juli benoemden van de 32 door het bestuur aanbevolenen 24 werden benoemd. De Minister heeft het recht van benoeming. De Bankdirectie kan dé duizenden sollicitatiën niet na- gaan, de Minister wel. Van een par tijkwestie was geen sprake de direc tie was vol lof over het personeel. Socialisten waxen niet uitgesloten. Er waren er 4 bij de Bank .de heer Troelstra van de 250Van de 210 waren er 96 van de rechterzijde. De Minister ontkende dat antirev. propa gandisten als belooning voor bewezen diensten zouden benoemd zijn. Een scherpe repliek van den heer Troelstra volgde. Dat de Minister zich verontwaardigd toonde, deerde hem niet. De Minister had zelf, als Ka merlid. tegenover een liberaal minis ter gezegd, dat een bewindsman altijd verontwaardiging toont, als men hem partijschap verwijt, doch dat veront waardiging niets bewijst. Na dit ci taat van dr. Kuyper voerde de heer Troelstra aan, dat wel van een aan beveling van 32 personen door de Bankdirectie gebleken was, maar van de anderenWaren die gebeurd te gen het advies der Bankdirectie in Spr. kwam er tegen op, dat men van administratieve instellingen politieke colleges zou maken; de verantwoor delijkheid moest aan de besturen dier instellingen blijven. De Minister zeide, dat hij vroe ger was opgekomen tegen uitbrei ding van het benoemingsgezag der Reg. Maar nu was het iets anders de instelling is er en er moeten amb- woordde zij fluisterendik beminde je ik heb je lief, Arthur Geloof je mij niet? Ik geloof je, zei hij, zonder zich te bewegen ga voort, Sylviane. Je weigering van het fortuin en het feit, dat je alles al lang wist, was een streep door hun rekening. Nu moesten zij weer opnieuw beginnen. O, Arthur, ik hoorde, wat zij samen bespraken dien nacht, toen jij zoo ernstig ziek waart; ik was vervuld van een vreeselijken argwaan, en daarom sloop ik 's nachts tot bij de deur van het salon en hoorde, wat Dr. Colpus en mama tot elkaar zei den. Mama mamaik kan het je niet vertellen. Je moet het mij zeggen, Sylvia ne. Zij zij wilden je dooden, Ar thur. Zij opende het venster van je slaapkamer opdat je opdat je niet beter zoudt worden, Arthur. Het stond nog een beetje open, nadat zij de kamer verlaten hadzij had het niet goed gesloten. Ik zou, ik weet niet wat gegeven hebben om haar te be schuldigen, maar ik durfde niet ik durfde niet. Ik ben altijd bang voor haar geweest. Waarom wilde je moeder, dat ik sterven zou vroeg hij koel. Zij dacht, dat als jij dood was, het fortuin voor mij opgeëischt kon worden dat hoorde ik hen zeggen, maar Dr. Colpus zei, dat het moeilijk tenaren zijn. En nu beweerde de Mi nister, dat de tegenwoordige Regee ring aangevallen werd, omdat zij ook anderen dan liberalen heeft benoemd, in afwijking van vroegere Regeerin gen... De heer Troelstra; Toen kwaamt gij er tegen op De heer Borgesius: Nooit heeft één Reg. te voren naar richting in politiek of godsdienst gevraagd... De Minister zeide, dat dit nu ook niet geschiedt, maar 't toeval is, dat de liberalen vroeger slechts libe ralen geschikt vonden en nu ook de aandacht op anderen valt. Het verwijt van propagandisten te bevoordeelen klonk onaangenaam waar de heer Bijleveld tegen-candi- daat was van den heer Troelstra. De heer Troelstra: Zoo klein ben ik niet. De Minister wilde niet twisten over de vraag wat groot is of klein... De heer Troelstra li is klein De Minister vond het klein en het wekte zijn verontwaardiging, dat de spreker hier zelfs personen bespre ken ging. Dat was beneden de waar digheid van het debat. De begrooting werd daarna zonder stemming aangenomen, evenzoo de begrooting der Landsdrukkerij, waar van de Minister een geheele vernieu wing in uitzicht stelde. Vervolgens ging-men weer naar Ma rine terug. Daarbij maakte de heer Hugenholtz eenige opmerkingen over de noodzakelijke herstelling van de Zeeland", op gezag van een ar tikel in de ..Forens", van een onbe kend officier en onder erkenning dat hij niet goed op de hoogte was. Dat dit inderdaad ook het geval was, kreeg hij nog eens van den Minister te hooren. Verschillende détailpunten werden nog besproken, die in het algemeen voor het groote, buiten de militaire en zeemacht-wereld staande publiek, weinig belangwekkend waren. Het werd laat en de Kamer begon reeds onvoltallig te worden. Daarom ver klaarde de heer Troelstra namens zijn vrienden geen stemming te zullen vragen en werd het geheele hoofdstuk dus goedgekeurd. Heden 10 uur Financiën. (Per telegraaf). Bij het Hoofdstuk Financiën wer den geen algemeene beraadslagingen gevoerd. De heeren Nolens, Jansen en Bos wisselden met den Minister van gedachten over de toelating van vreemd geld in de grensplaatsen. De Koningin naar Den Haag H. M. de Koningin en de Prins zijn gisteren te ruim 2 uur met den Ko ninklijken trein van het Loo naar 's-Gravenhage vertrokken. Het echt paar wandelde te voet naar het per ron. H. M. de Koningin droeg een bou quet. Een aantal publiek juichte bij het verschijnen de vorstelijke perso nen toe. Op het perron waren de bur gemeester en de hofarts Pot met wie handdrukken gewisseld werden. De trein, vertrok onder een luid hoera der aanwezigen. De trein bestond uit 4 salonrijtui gen, waarvan weder een personenrij tuig en drie bagagewagens. Het Hof wordt einde April op het Loo terug verwacht. Uit den Haag wordt van gisteren gemeld Na een langdurige afwezigheid zijn H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins, met groot gevolg, hedenmiddag om half vijf aan het staatsspoorsta tion in de residentie aangekomen. Ter begroeting van de vorstelijke personen waren op het perron aanwe zig de gouverneur der residentie, ge neraal van Ermel Scherer, en de waarnemend burgemeester dr. Mou- ton, met welke autoriteiten Hare Ma jesteit en de Prins zich eenige oogen- blikken onderhielden. De Koningin, die een ruiker in de hand droeg, en wier uiterlijk getuig de van eene goede gezondheid, was gekleed in een licht wandeltoiletde Prins droeg burgerkleeding. Op het perron werd ditmaal door de politie niemand toegelaten, maar daar buiten in de Rijnstraat, gelijk trouwens den geheelen weg tot aan het paleis, stonden duizenden en dui zenden, die de vorstelijke personen zeer spontaan en hartelijk verwel komden. In de Rijnstraat werden door eenigen de vaderlandsche liederen aangeheven. In een gesloten rijtuig begaven H. M. en Z. K. H. zich naar het paleis in het Voorhout, tot het afleggen van zou gaan, en dat jij in ieder geval gered moest worden. Toen hoorde ik hem tot haar zeggen dat de ande re Arthur meer in denweg stond. Zij denken, dat. als Mr. Peterson maar eenmaal dood was, jij zeker het vermogen wel zoudt aannemen. Het kan niet waar zijnriep Forrest uithet is ongeloofelijk. Een siddering van verbazing en onuit- sprekelijke woede deed hem van het hoofd tot de voeten beven. Het is waar, zei zeen daarom is Sims nu hier. Sims is onschatbaar. Sims doet wat hem gezegd wordt daarop kunnen zij zich verlaten. Forrest liep de kamer op en neer. Ja, zei hij, eindelijk voor ziju vrouw stilstaande, het is waar; diep in mijn hart heb ik altijd vermoed, dat je moeder een avonturierster was. Maar ik dacht enkel aan jou. Arthur, ik zal je morgen verla ten; dat is het minste, wat ik doen kan. Laten wij elkaar nu goedendag zeggen. Zij stond nu ook op en keek hem een oogenblik aan. Haar wonder schoon gelaat omlijst door het los hangende krulhaar vormde een over weldigend beroep op zijn genade. Het aandoenlijke van haar positie bracht hem de tranen in de oogen en deed hem het gevaar vergeten, dat hij zelf geloopen had, en dat, waardoor Ar thur Peterson nog omgeven1 was. een bezoek aan H. M. da Koningin Moeder. Een geestdriftige menigte, die zich daar opgesteld had, juichte het Kon. Paar toe. H. M. de Koningin- Moeder ontving de Koningin en Haar gemaal in de voor-vestibule. Het be zoek duurde ruim een half uur. Hon derden hadden zich bij het paleis in 't Noordeinde opgesteld. Ook hier werden de vorstelijke personen met hoera's ontvangen. Kort na aankomst in het paleis ver schenen II. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins voor een der ramen en groetten vriendelijk het belangstel lend publiek. Acad. Examens. Utrecht. Cand. Theol. 1J. F. Th. v. d. Linde en J. Kraay. Doet. Scheikunde A. J. Ultee. 1. Natuurk. ex. A. C. Copper. Cand. Nederl. Lett.W. Bruijel, (met lof), en N. J. J. de Voogd. Groningen. Kerkelijk voorbereidend examen P. Beijer. Doctoraal examen geneeskunde J. A. van Hasselt. Amsterdam. Candidaats-examen in de rechtsgeleerdheid M. Tresling, J. Th. R. Gongrijp, en cum laude P. Groote Jr. Een kranige kerel. Uit Nijmegen meldt men van gis teren Het bij het Valkhof gelegen Ivelf- kensbosch, dat, toen de muren onzer stad nog niet waren gesloopt, hier de paradeplaats was, diende heden weer eens voor een niet alledaagsch mili tair schouwspel. Tegen den middag had zicli daar het garnizoen opge steld (infanterie en koloniale reserved ter eere van den onder-luitenant der infanterie ü.-l. leger A. A. van Haa ien, aan wien door majoor Drijber, commandant der koloniale reserve, zou worden uitgereikt de Militaire Willemsorde 4e klasse. De meeste der hier en in de omstreken dezer ge meente woonachtige ridders dier orde waren mede op het terrein. Toen een carx-é was geformeerd, sprak majoor Drijber (die, zooals be kend, ook de M. W.-orde heeft en tevens de eeresabel draagt) ongeveer als volgt De onder-luitenant Van Haaien, dxe na een onafgebroken dienst van bijna 17 jaren in ons Indische leger thans met een éénjarig verlof hier vertoeft, maakte het vorige jaar deel uit vaxx onze troepenmacht in Djambi. Op 5 Maart moest een transport levensmiddelen gebracht worden van Limboer naar Tjilatjang. De weg, dien dat transport te volgen had, was een voetpad. Vorige transporten wa ren daar steeds door den vijand be schoten op een punt, waar het voet pad de bre.ede rivier naderde. De vij and had zich daar genesteld in loop graven aan gene zijde der rivier en op een heuveltop aan de andere zijde van het voetpad. waar de vijand ook zeer moeilijk te bereiken was. De ondei'-luitenant Van Haaien werd, een half uur voor den afmarsco van liet transport, met 20 man voor uitgezonden, om zóó stelling te ne men, dat het transport zoo mogelijk ongehinderd kon doortrekken. Tien man. onder commando van een sex- geant, werden door Van Haaien een stelling aangewezen, van waaruit de vijand aan de overzijde der rivier on der vuur kon worden genomen niet de overige .tien man (Amboineesche fuseliers) kwam Van Haaien onge merkt aan den voet van den heuvel. Daar, waar de heuvel het steilst en het moeilijkst te beklimmen was, maar vanwaar de vijand hem daar om ook niet veiwaehtte, werd met de meest mogelijke krachtsinspanning op handen en voeten de heuvel in alle stilte beklommen. Bijna op den top gekomen, hoorde Van Haaien, dat het nadex-end transport door den zich in zijne onmiddellijke nabijheid bevindenden, in loopgraven verscho len, vijand werd beschoten. Van Haa ien ziet zich no- maar vergezeld van 4 zijner 10 Amboineezen: de andere 6 volgden en zouden weldra bij hem zijn. Hij wilde echter den vijand, die uit vooxlaadgeweren had geschoten, niet den tijd laten voor herladen en stortte zich daarom, zonder zich te bedenken, met den blanken sabel in de hand en gevolgd en bijgestaan door zijn 4 Amboineezen, tusschen dexx 16 man sterken vijand een hand gemeen volgde. In minder dan geen tijd was hel pleit beslist, toen ook de zes andev< Amboin. fuseliers waren aangesloten. De vijand was, met achtei-lating zij ner wapens, de wildernis ingevlucht of lag zieltogend ter aarde, neergeveld door den sabel van Van Haaien (op welk wapen hij den meestergraad had verworven) en door de bajonet der fuseliers, van wie Malonda (stam boeknummer 60902)voornamelijk dier.t genoemd. Ook op 21 Mei gaf Van Haaien blijk van beleid, doortastendheid en moed Des nachts was een bijna open Ik zal je morgen verlaten 1 her haalde zij flinker. Zij sloeg haar oogen neer, toen zij de zijne ontmoette. Mij verlaten riep hij uit. Ja, ik moet. Ik zeg je, dat het het minst is., wat ik doen kan mijn moeders bloed stroomt mij in de aderen. Heb ik eerst niet mijn toe stemming gegeven tot de intrigue O, ja, jaIk ben alleen goed voor de helIk ben onwaardig, dat je mij ooit weer zoudt aankijken. Maar laat mij je eerst zweren, Arthur, dat ik niet wist, dat zij over moord dach ten, ik wist alleen, dat je rijk, heel rijk zoudt worden. Als ik je niet be mind had, beste man, zou ik je zon der bezwaar getrouwd hebben. En toen ik bemerkte, dat ik je lief had, zei ik tot mij zelf, dat ik je niet moest trouwen, dat het" niet mooi tegenover je zou zijn. Maar mijn liefde voor je verleidde mij. en de verleiding was mij, arme, te sterk en mama was zoo kwaadaardig. En ik verlangde zoo je vrouw te zijn, Arthur. Ik beloofde mij zelf, dat ik je alles zou zeggen, nadat wij getrouwd warenmaar zelfs toen durfde ik niet ik was bang, dat je mij verachten zoudt en mij naar mama terugzenden. En nu, nu ik jou en mr. Peterson bijna het slachtoffer heb zien worden, nu kan ik niet langer zwijgen. Arthur, je moet je best doen mij te vergeven en als je niet kunt verseven, vergeet' bivak door eene compagnie betrok ken te Rantau Panjang. Tegen den morgen werd door een schildwacht gemeld, dat hij op 25 passen afstands iets verdachts meende te hebben ge hoord. Met enkele manschappen be gaf Van Haaien zich langs een om weg in alle stilte naar het aangedui de punt en verraste daar een zestal Djambiëx's, die het bivak trachtten te bekruipen. In het daarop gevolgd ge vecht werden5 Djambiërs neergelegd, terwijl de zesde zich door de vlucht wist te redden. Later op den dag kweet Van Haaien zich als commaxx- dant van de achterhoede van zijne opdracht, om den opdxlngenden vij and te verdrijven op een wijze, waar bij zijn voortvarendheid en zijn waar de als aanvoerder weder ten zeerste uitkwamen. Na die feiten te hebben medege deeld. deed de parade-commandant (kapt. Kros) den troep de geweren pre senteeren, werd de ban geopend en voorlezing gedaan van het Kon. Besl.. waarbij aan Van Haaien het ridder kruis was verleend. Daarop schouderde de troep de ge weren, legde Van Haaien op de voor- geschx-even wijze den ridder-eed af en werd hem door majoor Drijbex-, on der 't spelen van 't Wien Neerlandsch Bloed het kruis op de borst gehecht. Nadat majoor Drijber en de andere aanwezige ridders den nieuwen rid der de accolade hadden gegeven,werd de ban gesloten, de linie hersteld en wensclite de majoor Van 1-Iaalen ixi hartelijke bewoordingen geluk waar na de troepen defileerden. Na afloop der plechtigheid werd hem in de socië teit De Harmonie de eerewijn aange boden. Ondei'-luitenant Van Haaien is ge boren te Ubbergen, in 1864, trad in 1880 dienst ^te Kampen en vertrok in 1887 als koi-poraal naar Indië. Na tweemaal in Atjeh te zijn geweest, ging hij in 1902 met de expeditionnai- re troepen naar Djambi. Een tegenspraak. De heer J. A. N. Travaglino, lid der Tweede Kamer voor het district Druten, wien het voornemen werd toe geschreven zich in 1905 niet meer ver kiesbaar te stellen, schreef aan de redactie der Maas- en Waalsche Cou rant aldaar, die er naar informeerde, dat het niet waar is. Overdaad. De gemeente Echt (Limburg), met 6000 zielen telt 1039 huizen, waarvan 139 herbergen, dat is op 7 8 huizen een herberg. Bij de 139 herbergen zijn 21 vergun ningen, zijnde op 288 inwoners een vergunning. De heer A. C. Wessels, secretaris van den Nederlandschen Scheeps- en Bootwerkersbond, heeft, naar wij ver nemen, het Hoofdbestuur van dien Bond medegedeeld, dat hij 15 Januari a. s. zijn functie neerlegt. Hij zal dan weer trachten als gewoon bootwerker zijn brood te verdienen. (Tel.) Yriendelijke bejegening. Men meldt uit Bax-neveld Na een kleine woordenwisseling ontstond tusschen een paar boei'en- knechts alhier twist, die aanstondsin een hevige vechtpartij ontaardde. Ge wapend met een mes, ging de een hiermede zijn tegenpartij te lijf, en daarmede nog niet tevreden, greep eerstgenoemde een zwaar stuk hout, waarin zich een lange spijker bevond. Vreeselijk waren de slagen, die het slachtoffer hiermede werden toege bracht. Zwaar gewond aan hoofd, rug en armen, zakte deze weldra ineen, zoodat men zelfs dacht, dat hij dood geslagen was. Dadelijk is geneeskun dige hulp voor hem ingeroepen. Te gen den dader, een bekend vechters baas, is proces-verbaal opgemaakt. Pokkeu. De pokken te Volendam zijn gewe ken. Een der R-Kath. pleegzusters is i'eeds vertrokkende tweede zal spoedig volgen. Te Epen (L.) hebben zich twee ge vallen van pokken voorgedaan. Een slachtoffer is aan de betere hand. Het andere is na een hevig lij den bezweken. De noodige maatrege len tot desinfectie zijn genomen om de verbreiding der ziekte te voorko men. Uit de Diamantwereld. Het bondsbestuur van den A. N. Diamantbewerkersbond bericht, dat de werklieden der firma Gebr. van Lier, te Amsterdam, besloten hebben, het bondsbestuur uit te noodigen voor de ze firma een verbod van werken uit te vaardigen. Dit is goedgekeurd, zoo dat het verboden is te werken voor, bij of met deze firma. (W. v. d. Pb.) dan. Ik zal heengaan, vèr weg van jou en vèr, vèr van mijn moeder Neen Ik zal je niet om een kus vra- gen, voordat ik heenga. Mij verlaten herhaalde hijje zegt, dat ik bijna vermoord ben, wou jij zelf mij nu vei'moorden? Arthurriep zij uit. Spreek er dan geen woord meer over, mij te willen verlaten Zij zonk neer aan zijn voeten. Arm slachtoffer riep hij onwil lekeurig uit. Zonder verder een woord te spreken, nam hij haar in zijn armen en droeg haar naar de slaapkamer; zij sloot haar oogen als in een bezwijming hij wachtte bij haar tot zij ze weer zou openen. Sylvie, fluisterde hij zachtjes, ik vertrouw je als mij zelveje moogt mij nooit verlaten Zij glirnlachte verlicht maar droe- Tig. Wat heb ik, onnut wezen, dat ik ben, gedaan om zooveel liefde en goedheid te verdienen, fluisterde zij. Engelantwoordde hij, het is voldoende, dat je bestaat. De leliën zwoegen niet en spinnen niet. En nu moet je gaan slapenje bent niet bang, is 'twel? Nu niet, zuchtte zij. Hij keex-de zich diep bewogen om Arthur, fluisterde zij. Lieveling, wat is er? Hij keek haar weer aan. De wei'klieden werkzaam voor deir Roosjeseigenwei'kmaker S. Davids te Amsterdam, hebben besloten hetwelk niet te hervatten alvorens zij 10 pCt loonsvei'hooging zullen hebben gekre gen. Ongelukkeu. Op het spoorwegstation Helmond is gistei'enavond de hulparbeider W. S., bij het rangeeren aangereden en on middellijk gedood. Rechtszaken Moord te Berkel. Voor het gerechtshof te 's Graven- hage is gister in hooger beroep behan deld de zaak van C. Uitdenboogerd, appellant van het vonnis der Haag- sche rechtbank waarbij hij tot vijftien jaar gevangenisstraf werd veroor deeld wegens diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld te Berkel (de zaak in vei'band met den moord op Ripping en zijn huishoudster aldaar.) Nadat de raadsheer-rapporteur jhr. mr. van Doorn uitvoex-ig vei-slag over de zaak had gebracht, onderging de bekl. een langduxlg verhoor en werd een 7-tal reeds bij de rechtbank gehoor de getuigen opnieuw gehoord, onder wie dr. de Josselin de Jong, die op bekl.'s kleederen bloedvlekken had ge constateerd, een paar personen die pertinent verklaarden den bekl. te herkennen als de persoon dien zij on geveer ten tijde waarop de moord ge pleegd moet zijn, in de omgeving van de woning van Ripping gezien hebben en eexx gevangene aan wien bekl. me- dedeeling zou hebben gedaan van zijn plannen omtrent een eventueelen moord op Ripping. Beklaagde bleef niettemin alle schuld zoowel aan den moord of de geweldpleging als aan den diefstal ontkennen, bewerende op den bewus- ten avond niet ter plaatse geweest te zijn. De advocaat-generaal heeft bevesti ging van het vonnis der rechtbank gevorderd. Sport en Wedstrijden VOETBAL. Inter-Academiale Voetbalbond Gistermiddag had op het H. V. V. terrein in Den Haag de eerste com petitie-wedstrijd, uitgeschreven door dexx I. V. B. plaats. PLm. 200 perso nen, w.o. een leger Delftsche studen ten-supporters, woonden dezen wed strijd bij. Onder hoede van scheids rechter Vermeulen begon ruim 2 uur deze wedstrijd. De elftallen waren als volgt samengesteld Delft met Van Velzen (doel), Van WaverenHupkes (achter), Milo MoltzerHeyting (midden), Ter Horst—LagerweyVan Oosterzee— HeyningWynands (voor). Leiden met d'Arnaud Gerkens (doel) BommezijnVan Raadshoven (achter) Van Di'oogeVan ProoyeSchyff (midden), ZeemanJo Mijer—Bekker E. SolD. Hesseling (voor). Het spel kenmerkt zich al dadelijk door forschheid, en is zelfs ietwat te veel individueel. Delft komt los en wordt gevaarlijk, zoodat Gerkens het noodige te doen krijgt. Na ongeveer een kwartier onderneemt Ter Horst een rush langs de lijn, zet mooi over, Oosterzee passeert aan Wijnands, die voor doel staande, No. 1 maakt (10.) Leiden wordt dan gevaarlijk, doch de voorhoede wordt niet genoeg gesteund door midden- en achterlinie zoodat het werken van Becker c.s. voortdu rend onbeloond blijft. Na een rush, is het weer Wynands, die met een mooi schuinschot van links de leiding vergroot (20). Gedurende de rust worden de spe lers gekiekt, de Delftenaren zijn in het zwart, de Leidenaars in wit hemd. Het eerste kwartier na rust is Lei den beslist de meerdere, en heeft dan werkelijk pech door niet te scoren. Van Velzen is echter in „perfect con dition" en keert alles naar behooren. Eerst na een half uur spelen komt no. 3, door middel van D. Heyning, ter wereld, en wederom is het door toe doen van dienzelfden speler, dat Oos terzee no. 4 maakt. Zul je Mr. Peterson redden fluisterde zij. Maak je niet ongerust, liefje, zei hijen zij dankte hem met een blik voor die geruststelling. Op dat oogenblik werd er beschei den op de deur van de kleedkamer getiktzij schrikten beiden. Wie is daar riep Forrest luid. Ik, mijnheer. Wacht dan even. Forrest streek vriendelijk met de hand over het voorhoofd van zijn vrouw. Toen gipg hij de kleedkamer binnen, sloot de deur tusschen de bei de kamers en opende de deur naar de gang. Kom binnen, zei hij en een man trad binnen. O, Sims, zei Forrest, ben jij het? Wat ben je nog laat op Vlug sloot hij nu ook de gangdeur af. HOOFDSTUK XIII. Mr. Sims maakt kennis met een revolver. Niet zonder een teeken van schrik zag de onverstoorbare Sims, dat Ar thur Forrest de deur van de kleed kamer afsloot. De complimenten van Mr. Pe terson, mijnheer, zei hij kalm, en hij vergat u te zeggen, dat hij morgen ochtend vroeg uitgaat en hoopt, dat Hoe hard of Leiden ook werkt, te gen doelpunten kunnen zij niet, zoo dat ten slotte Delft welverdiend wint met 40 goals. Jammer dat scheids rechter Vermeulen niet meer in de Nederlandsche competities fungeert, een werkelijk vexlies voor den N. V. B. Zondag speelde de Haarlemsche Sportclub een voetbal-Match tegen de O. V. V. te Overveen, welke wedstrijd door eerstgenoemde club met 52 ge wonnen werd. Stand met de rust 41. Zondag a.s. zal op het terrein aan de Spanjaardslaan een voetbalwed strijd gespeeld worden tusschen H. F. C. II en Haarlem II. Gemengd Nieuws Dieust-dansers. Men herinnert zich, dat de Keizer bij een bezoek te Krefeld zoo ingeno men was met de hem ontvangende eerejuffers, dat hij haar «dans-huza- ren* beloofde. Op bevel des Keizers zal dienvolgens met i April i9o5 het Dusseldorpsche huzaren-regiment naar Krefeld overgeplaatst worden. Het plan was, ter vergoeding, een eska dron bereden jagers uit Wezel naar Dusseldorp te diilgeeren. Dit is afge sprongen, de jagers gaan naar Pader- born. De Dusseldorpsche meisjes rekenen er echter vast en stellig op, dat de Keizer haar hun gespoorde dansers niet zal ontnemen, zonder andere er voor in de plaats te zen den. Toestanden in liet Duitsclie leger Tengevolge van het proces tegen lui tenant Schilling te Metz, hebben daar ook de kapitein Paschke en de ser geant-majoor Kaffarneck terechtge staan. Zij waren beschuldigd, de klachten van ondergeschikten over mishandeling niet gerappoxleerd te hebben. De kapitein kreeg 5 dagen ka merarrest, de sergeant-majoor die pas twee maanden dien graad bekleedt, werd daarentegen vrijgesproken, om dat de vooxmaamste schuld zijn voor ganger treft. Intusschen is te Rendsburg ook weer een soldatenbeul veroordeeld, de on- dex'officier Franzki van het 85ste re giment infanterie, wien meer dan 1500 gevallen van mishandeling ten laste waren gelegd. De beschuldigde ge droeg zich tijdens de behandeling van dë~*zaak volslagen onverschillig. Wezenloos erkende hij eenige gerin gere vergrijpen, de ernstige loochen de hij echter koel, of hij zei dat hij ze voor de gx-ap had bedreven. In de zeer uitgebreide akte van beschuldi ging stond dat hij van half October 1902 tot September 1903, dus in een tijdruimte van ongeveer tien maan den, zich aan bovenbedoelde mishan- del'ngen schuldig gemaakt had dat hij zijn positie misbruikte om van de sol daten geschenken te krijgen, dat hij de manschappen, door ze met nog er gere straffen te bedreigen, verhinder de, zich te beklagen, en dat hij on dergeschikten dreigde met moord en doodslag. Gelijk vele van zijn collega's, spuw de Franzki de soldaten in het gezicht en de mishandelingen en folteringen die hij bedacht waren van dien aard dat zij bijna levensgevaarlijk waren. Nu eens bediende hij zich van zijn vuisten, dan weer van een rijzweep, een ander maal van een bezemsteel, dien hij „Friedrich Wilhelm" noemde. Toen die bezemsteel stuk was, ver schafte hij zich 'een anderen, den „grooten Frits". Twintig soldaten hadden onbeschrijfelijk te lijden. On der dezen zijn er die 300, 250, 200, 180, 150, 140 en 100 mishandelingen te verduren hebben gehad. De krijgsraad vonniste Franzki tot 5 jaren gevangenisstraf en degra datie. Al te vriendelijk. In de nota, waarbij het Duitsche rijk de republiek Panama erkende, stond o. m. „De regeering van Z. M. den Duitschen Keizer spreekt de oprecht ste wenschen voor het welzijn en ge luk van de nieuwe republiek uit en hoopt op altoos vriendschappelijke be trekkingen tusschen haar en het Duit- sche rijk". De Kladderadatsch vraagt nu ironisch„Is bij zulk een ver- u met het ontbijt niet op hem zult wachten, als hij misschien laat thuis mocht komen. O zei Arthur Forrest, terwijl hij zijn rechterhand in een bruin foudraal stak, dat op tafel lag; je meester is dus van plan moigenoch- tend vroeg uit te gaan. Hij zei daar niets van tegen mij en ongeveer een kwartier geleden sprak ik nog met hem. Ja, mijnheer; hij vergat het. Is hij nu naar bed? Ja, mijnheer. Gaat hij morgenochtend jagen? Neen, mijnheerik ik denk, dat hij iets te doen heeft met be trekking tot het nieuwe huis. O riep Forrest uit, met zooveel hoogheid in zijn manier van doen, als waarover hij maar eenigszins te beschikken had, maar zonder Sims aan te kijken. Wat ik zeggen wou Sims, Mr. Peterson scheen verwon derd, toen ik hedenavond de opmer king maakte, dat je vroeger bij Mrs. Cavalossi in betrekking waart ge weest. Zoo, mijnheer. Ja. Vindt je dat niet vreemd Ik ben bang, dat ik niet begrijp, waar u heen wilt, mijnheer. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 2