NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. I Jet Huwelijk van Sylviane. 21e Jaargang. No. 6282 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 22 DECEMBER 1903. de HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: Voor Haari m PEf* MAANDEN: '"SV Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor de^rpen'in'de'n omtrek waar 'een Agent gevestigd is (kom der Haarlem van 1-5 regels ƒ0.75, elke regel meer/0.15. Reclames 30 Cent per regel gemeente)1.30 n V Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland 1.65 TvvMjjfe Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers 0.02% t Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37>| t \i Hoofdbureau en DrukkerijZuider Buitenspaarne No. 6. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Uitgave der Vennootschap Löurens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Bijkantoor: Groote Hontstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs3N's Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad vau 22 Dec. bevat: Buitenlandseh Overzicht, Too neel critiek van Frans Netscher, Kameroverzicht, Binnenl.-Sport en Stadsberichteu* ïuiteiilandsck Overzicht Hoofdschotel voor den Buiten>- landscli Overzichtschrijver blijft voor 't oogenblik de toestand in Oost-Azië. Maar helaas kan hij er al heel weinig aan eigen beschouwingen bij doen daar we geheel en al zijn aangewezen op hetgeen buitenlandsche bladen uit meer of min verdachte bron weten te rertellen en we zijn al heel content als we daarbij, zooals ditmaal nu eens, niet behoeven terecht te komen bij al te tendentieuse Engelsche be richten. De „Kölnische Zeitung" is zoo vriendelijk mee te deelen wat zij ,,uit bijzonder ingelichte bron" te St. Pe tersburg verneemt en het klinkt wer kelijk betrouwbaarder en gematigder jan hetgeen men gewoonlijk uit Lon- ien hoort. Het blad dan meldt Bij de jongste onderhandelingen usschen Rusland en Japan moet Ja pan aan de Russische regeering den iisch gesteld hebben, het protectoraat verkrijgen over Korea, in dezer voege clat Rusland onvoorwaardelijk Korea zou beschouwen als behooren- le uitsluitend tot Japan's belangen sfeer, en dat Japan een overwegen- len invloed zou uitoefenen op de taatkunde van het Koreaansche rijk. laaventegen wil Japan de thans tus- ichen Korea en Rusland bestaande ïandelsverdragen, met inbegrip van concessiën aan de Jaloe erkennen, ia Rusland ook voor de toekomst al j hike handelsvoorrechten toekennen lie Korea (in overleg met Japan, na- uurlijk) aan andere buitenlandsche taten zal verleenen. Japan zou dus oor zich in Korea volkomen staatkun- ige en commercieele vrijheid verlan- terwijl het Rusland als een reemd land beschouwd wil zien. Hoewel de correspondent dit niet leidt, zal Japan nog wel deze conces- ie doen, dat het aan Rusland geheel vrije hand laat in Mantsjoerije). Rusland van zijn kant moet ge- j ischt hebben, dat het versterkte mi- taire steunpunten zal mogen vesti- en te Masampo (zuidoosten van Ko- ea) en te Mokpo. met onbeperkte rijheid van handel in Korea. Onder voorwaarden wil Rusland een rotectoraat van Japan erkennen, en ok in de toekomst aan Japan den oornaamsten invloed overlaten in [órea. Japan zou echter de vestiging van of meer versterkte Russische f9 laatsen aan de Koreaansche kust )tweg afgeslagen hebben, en ten aan- en van den Russischen handel in orea tegenvoorstellen hebben gedaan ie de vrijheid van dien handel zeer >uden beperken. Waarop Rusland, 3C® riten handelsvrijheid, moet geëischt 3r* ebben dat op z'n minst Masampo ich erd afgestaan als versterkt maritiem ation dat was de geringste eisch e gesteld kon worden tot verzeke- ag van de gemeenschap ter zee tus- schen Wladiwostok en Port Arthur. Terwijl eenerzijds zulk een steun punt van den Russischen kant nood zakelijk geoordeeld wordt, voert men te Petersburg bovendien aan, dai Rusland nooit zou kunnen toelaten, dat in de Broughton-straat door een andere mogendheid een versterkte plaats werd aangelegd, die om zoo te zeggen als een Gibraltar tegen de Russische vloot dienst zou kunnen doen. Bovendien echter moet de stadhou der Alexejef zich nu pas weer zeer beslist tegen een Japansch protecto raat over Korea verklaard hebben, en dat zou eigenlijk de reden zijn waar om men in Tokio den toestand voor't oogenblik duister inziet. Anderzijds beweert men dat grootvorst Alexan der Michaïlowitsj, van wien nog kort geleden beweerd werd dat hij voor een beslissing met de wapens was, nu een oorlog afraadt, vooral omdat de Russische vloot thans nog de bijv. na een zeeslag zoo noodzakelijke dok ken en herstellings-inrichtingen mist; de bouw van ten minste twee nieuwe dokken zou beslist noodig zijn. En de grootvorst moet ook zijn eigen denk beelden hebben over de gevechtswaar- de van zekere Russische oorlogssche pen. Daarentegen moet minister Bes- sobrazof bepaald ten gunste van een oorlog gestemd zijn, evenals vroeger. De Tsaar is tegen den oorlog, zoolang dat met Rusland's eer en aanzien be staanbaar is, en ook graaf Lamsdorf hoopt ook thans nog dat een minne lijke schikking tot stand gebracht zal kunnen worden. Volgens den correspondent mag men evenmin van den Raad der Oud sten te Tokio een beslissing voor of tegen den ooi-log verwachten daar entegen mag men aannemen dat de onderhandelingen nog voortgezet wor den, in de hoop een voor beide partij en aannemelijken grondslag van ver standhouding te vinden. Het kan ech ter, naar het oordeel van den bericht gever, nog wel tot in het voorjaar duren voordat de opgewondenheid, en de afwisselende gex'ucliten over oorlog en vrede gestild zijn. Nadat we het voorgaande plicht matig hadden neergeschreven kwa men nog de volgende telegrafische be richten, waarvan óók alweer weinig valt te zeggen, le omdat ze als komen de uit Peking weinig betrouwbaar zijn, 2e omdat het Londensche tele gram vrij sterk met dat uit Peking in strijd is. We lateü ze hier volgen. Uit Peking wordt van den 20en ge seind De Japansche legatie alhier heeft officieel de mededeeling ontvangen, dat Ruslands nota van antwoord de re geering van den Mikado niet voldoet. Later telegram. De Japansche lega tie te Peking erkent, dat een ernstige crisis voor de deur staat. De Japan sche attaché militaire en de instruc teur van de Chineesche troepen van Joe An Sji (een Japansch kolonel) zijn naar hun land vertrokken. Eenige Chineesche nieuwsbladen verspreidden eenigen tijd geleden liet gerucht, dat Engeland zich voorstelt om, indien de Russen weigeren Mant sjoerije te ontruimen, aan de Jang Tse-rivier een protectoraat te vesti gen onder een Britschen onderkoning, ten einde een tegenwicht te hebben te gen Rusland's aanwassend prestige in het Verre Oosten. Deze artikelen wakkeren bij de Chineesche bevol king een hevigen haat aan ook tegen Engeland. En uit Londen seint Reuter Aan de Russische ambassade alhier is niets bekend van het stellen van een ultimatum. Rusland en Oostenrijk hebben het weer eens noodig geoordeeld om TURKJE wat aan te porren opdat, nu het her vormingsplan door den Sultan is goed gekeurd, ook eens een aanvang worde gemaakt met het uitvoeren dier her vormingen, wat nog steeds niet ge daan is. In het bijzonder noemden de gezanten het aanstellen van twee burgerlijke agenten en het benoemen van commandanten der gendarmerie. Zoo heel gauw zal intusschen wel geen beslissing genomen worden, want de Sultan heeft den raad van ministers bijeengeroepen om over de zaak te beraadslagen en we weten wat dat in Turkije zeggen wil. De Sultan is alweer uit een moei lijkheid gered. Men herinnert zich dat op den vice-consul der Vereenigde Staten te Alexandrette een aanslag was gepleegd terwijl liet nog altoos onzeker was wat de Ver. Staten als genoegdoening zouden eischen. Nu blijkt dat zij tevreden zijn zoo de Porte den vice-consul verontschuldi gingen aanbiedt, zoodat de zaak met een sisser afloopt. HET TOONEEL. "EEN PUBLIEK GEHEIM" door liet Rotterdamsch Tooiieel- gezelscliap. (Dir. P. D. v. Eijsden.) Het is maar goed, dat het stuk, het- welkZaterdagavond in den Schouw burg is gegaan, door een Franschman was geschreven. Ware bijvoorbeeld een Duitscher er de auteur van ge weest, dan zou er waarschijnlijk niet veel van terecht zijn gekomen, en ware er veel kans geweest, dat 't een moraliseerende of sentimenteele draak zou zijn geworden. En dat ligt hoofdzakelijk aan het onderwerp van het stuk, hetwelk een speciaal talent vereischt om er naar behooren iets van terecht te brengen; een ietsje" te veel of te weinig van een eigenaardige gave er aan ten koste gelegd, zou het werk hebben doen mislukken. Het gegeven is wel aardig maar niet nieuw, ofschoon 't zich tot aller lei oplossingen op het tooneel zou leenen. In 't kort luidt de geschiedenis al dus een gelukkig getrouwd paar te Parijs, dat er warmpjes inzit, heeft een eenigen zoon van 25 jaar, die kort geleden is gepromoveerd en juist zijn eerste zaak als advocaat achter den rug heeft. De oudjes, die veel van hun eenig kind houden, hebben nu, volgens Fransche manier, trouwplannen met hem voor en denken er over hem uit te huwelijken aan een jong meisje, een ingénue, die door haar mama op de huwelijksmarkt wordt gebracht, welke mama er ook zeer happig op is haar dochter met den zoon uit deze gefortuneerde familie getrouwd te zien. Tiet jongemensch zelf houdt er ech ter heel andere opvattingen over de liefde en het huwelijk op na. Want op een goeden dag komen zijn ouders, die niets vermoed hebben, te weten, dat hun zoon al vijf jaar een liaison heeft. De oudelui, ofschoon zij tegen el kaar doen alsof zij dit geval met hun zoon heel erg vinden en elkander daardoor over en weer in den waan brengen, dat zij zijn daad afkeuren, vinden 't in hun hinnenste-hinnen toch zoo verschrikkelijk niet. Vooral dat er een kind is, hun kleinkind dus, wekt hun belangstelling op en verzoent hen een weinig met het ge beurde. En eerst is 't de oude heer, die zijn ongeduld en nieuwsgierigheid om het kind en de moeder eens te zien, niet meer kan weerstaan. Hij gaat in het huis van zijn zoon een bezoek brengen en is dan niet al leen dadelijk ingenomen met dit lieve, mooie, eenvoudige en brave meisje, maar hij wordt ook dol op het jongetje, een schat van een kind. En na dat eerste bezoek komt hij meer, komt hij telkens terug. Dan komt de beurt aan de moeder. Deze gaat ook eens kijken, wordt evenals haar man dadelijk ingepalmd en komt ten slotte ook meermalen terug. Eindelijk is de toestand zóó, dat de oude Jauvenel iederen dag van 24 uur, en mevrouw Jauvenel iederen dag van 46 bij het meisje van hun zoon gaat doorbrengen om met hun klein kind te spelen, dat zij allerlei ca deautjes meebrengen. Maar zij weten 't niet van elkaar. Het aardige van de situatie is nu, dat de ouders voor zich zelf zich met het gebeurde verzoend hebben, ineen huwelijk van hun zoon met dit meisje geen bezwaar meer zouden zien, maai er met elkander toch niet over willen of durven spreken. Een vriend van den huize neemt dan echter op zich de zaak tot een einde te brengen. Hij verzint een truc, om hen met elkander aan 't praten te krijgen. In een geestige en goed ge voelde scène bekennen de oudjes el kaar dan, dat zij alles weten, er iede ren dag aan huis komenen 't ein digt, dat zij hun toestemming tot het huwelijk. Het ingénutje en haar mama hebben voor niets naar deze „goede partij" gehengeld. „Een publiek geheim" is wel geen diepgaand karakterstuk, maar het levert toch nog genoeg moeilijkheden voor een auteur op, dat er veel aan te bederven valt. Had een Duitsch schrijver zich met zijn gemoedelijk heid van dit onderwerp meester ge maakt, dan zou er veel kans zijn ge weest, dat het een flauw, smakeloos, burgerlijk ding zou zijn geworden en had hij 't met Germaansche senti mentaliteit behandeld, dan ware er een draalt uit te voorschijn gekomen. Maar de Franschman, Pierre Wolff, heeft dit sujet op de éénig juiste wij ze behandeld. Door zijn geestigheid, zijn tooneelhandigheid, zijn gevoel- met mate, zijn „esprit Gaulois", die hem in staat stelde er aardige zetten en leuke tooneeltjes in te vlechten, bleef het stuk in zijn handen onder houdend, hier en daar zelfs amusant en alles te samen binnen de perken der mogelijke werkelijkheid. Het heeft het Haarlemsch publiek dan ook gepakt en den geheelen avond bezig gehouden. Henri Poolman vond in den ouden Jauvenel een rolletje naar zijn hand, en hem viel dan ook het leeuwendeel van het succes ten deel. Mevrouw Kleij, als zijn echtgenoote, met haar diepe, melodramatische stem, was echter allesbehalve een geposeerde Parijsche dame. Smith en Alida Tar- taudKlein, die voor Jauvenel Jr, en zijn maitresse speelden, voldeden goed in hun rollen, en Morriën (die voor een bejaarden Parijschen „viveur" een vreemdsoortig, poenig, rood vest droeg was als de huisvriend beter dan we hem in lang gezien hebben. Mej. de Roode, die voor het zoontje van de jongelui speelde, gaf blijken van een tooneelvrijmoedigheid, die men zelden in kinderrolletjes (die gewoonlijk vrij stumperig gespeeld worden) aantreft, en Marie van Eijsden-Vink had als de chique Mevr. Santenay veel werk van haar toiletten gemaakt. De overige optredenden in dit stuk waren met te ondergeschikte rollen bedeeld, dan dat we ze afzonderlijk behoeven te vermelden. Het bleek Zaterdag overigens op nieuw, dat het Rotterdamsche gezel schap van den heer Van Eijsden steeds aantrekkingskracht op het Haarlemsch publiek uitoefent, want ofschoon de schouwburg niet vol was, waren er toch meer menschen opge komen dan wij dat in den laatsten tijd wel gewend zijn. FRANS NETSCHER. Stadsnieuws DE SUGGESTIONS SOIEEE. Zondagavond zou prof. E. Mielke in De Kroon proeven geven van zijn be kwaamheid, of moeten we het niet liever noemen „macht", in het sugge- reeren van personen in wakenden toe stand, in tegenstelling met zooals de heer Mielke in een korte toelich ting vooraf opmerkte anderen, die hun sujetten in hypnotische toestan den brengen om hen willoos te ma ken. Laat ons maar terstond zeggen, dat de heer Mielke groot succes had. Zoo wel, vermoedelijk, de minderheid der aanwezigen, die gekomen was om het psychologisch verschijnsel te bestu- deereri als de meerderheid, wier doel liet was zich te amuseeren, kon over den avond tevreden zijn. Na de noodzakelijke vóór-proeven, die moesten uitwijzen, welke der hee ren. die zich uit de aanwezigen had den beschikbaar gesteld om de proe ven te ondergaan, geschikt waren en welke niet, vond de heer Mielke een paar voor suggestie zeer gevoelige na turen, waarmee hij dan ook prachtig en vermakelijk ..werkte". Opgemerkt zij, prof. Mielke zei het zelf vooraf en later vernamen we het nog uit den mond van een der hee- ren, met wie de proeven goed gelukt waren, dat wanneer men zich verzet, niet w i 1, bijna 'ze"Ker de proef moet mislukkenmet zoo iemand kan prof. M. niets uitvoeren. Geeft men echter een oogenblik aan zijn suggestieve kracht toe, dan is men verloren en moet doen wat prof. M. verlangt. We zagen er mooie staaltjes van. En kele der heeren kwamen gedeeltelijk onder suggestie, waren wèl genood zaakt den heer Mielke met de oogen overal te volgen, zoodat zij op hun plaats ronddraaiden, maar aan zijn uitdrukkelijk bevel naar hem toe te komen, wisten zij te weerstaan, hoe wel men kon zien, dat het moeite kostie. Veel gelach verwekte de proef met den heer, die het, op M.'s bevel, koud kreeg, tegen de sneeuw zijn kraag op zette en daarna sneeuwballen ging maken en gooien naar de ramen van een winkelier, die hem en prof. Mielke geplaagd had. En niet minder amu sant was het te zien hoe iemand twee glaasjes cognac meende te drinken uit een ledig glas en daarna waggelend van dronkenschap, heel voorzichtig het tooneel verliet. Weer in gewonen toestand teruggebracht, wilde deze heer blijkbaar niet gelooven, dat hij geen cognac gedronken had. Ook het dirigeeren van een denkbeeldig orkest, door dienzelfden heer, die daarbij de muziek meende te hooren en ten slotte al dirigeerend op den walsmaat meedanste la Strauss, ge lukte uitstekend. De verschillende heeren, met wie deze proeven geno men werden, waren bekende Haar lemmers, zoodat bedrog of afspraak vooraf buitengesloten zijn. Ook ver klaarden ze later de verschillende sen saties van kou, cognac-drinken, enz. werkelijk te hebben ondervonden. De wijze, waarop prof. Mielke de proeven neemt, maakt, dat zij niet stuitend of voor de gesuggereerden on aangenaam zijn, terwijl zij volgens 's professors verklaring geen nadeeli- ge gevolgen kunnen hebben. Het vrij talrijk publiek toonde her haaldelijk door warm applaus zeer met deze suggestions-soirée te zijn in genomen. Vermelden we nog, dat een jong- rnensch of juister ware misschien kwi'ijongen meende zich verdien stelijk Te maken door al het mogelij ke te doen om de séance in de war te schoppen door telkens op 't tooneel te verschijnen en te eischen, dat met hem proeven zouden worden genomen, hoewel gebleken was, dat hij geen ge schikt sujet was. Dank zij het uiterst net en lankmoedig optreden van prof. Mielke werden onaangenaamheden vermeden en ten slotte werd door een luid veelstemmig geroep van uit de zaal van „eraf", deze lastige gast ge noodzaakt te verdwijnen. Na hetgeen we hierboven schreven zal men begrijpen, dat we een ieder aanraden vooral niet te verzuimen de tweede soirée, die prof. Mielke 2en Kerstdag weer in de theatre-zaal van De Kroon geeft, bij te wonen. Ned. Slngersgezellenbond. De tweede jaarvergadering van den Ned. Slagershond werd Zondag in het gebouw „St. Bavo" te Haarlem ge houden. Vertegenwoordigd waren de bij den Bond aangesloten afdeelingen Am sterdam (2), Rotterdam, den Haag, Haarlem en Dordrecht. In zijn openigsrede gaf de voorzit ter, de heer L. de Wied van Amster dam, een overzicht van de werkzaam heden door de verschillende afdeelin gen in het afgeloopen jaar verricht. Met genoegen constateerde spr. dat het der afdeeling den Haag dank zij eene krachtige actie, had mogen ge lukken de Zondagsrust te veroveren. Daarentegen moest spr. met leedwe zen getuigen dat de afdeeling Leiden zich door eene quaestie in het be stuur van den Bond had afgeschei den. De afdeelingen te Amsterdam, waar zooveel slagersgezellen zijn, mo gen wel eens een voorbeeld nemen aan de afd. den Haag. In Amsterdam toch schijnen de slagersgezellen elk ander op het gebied van organisatie nog slecht te verstaan. De afdeeling Rotterdam werkt goed. De afdeeling Dordrecht dient krach tiger propaganda te voeren wil zij wat bereiken. En de afdeeling Haar lem, die is geenszins laks, zooals wel eens beweerd is, doch zij heeft met vele moeilijkheden te kampen. In ea' Feuilleton Naar het Engelsch van ARNOLD BENNETT. Vergeef mij smeekte hijen dat Dg wel op je verjaardag. Mrs. Colpus trok de wenkbrauwen en sloot een oogenblik de oogen. Laten wij naar boven gaan, zei Het was haar vijf-en-dertigsten ver- ardag, altijd een dies irae in het le- a van een mooie vrouw. Mrs Colpus was tamelijk wijs- eerig aangelegd, maar toch was deze a bittere dag voor haar. onwille- Ieurig mopperde zij tegen het nood- it, dat ook voor haar de zon niet ilstond. Vijf en dertig jaarNog ijf en zij zou veertig zijn Voor een rouw, wier hoofdkapitaal haar h rhoonheid is, moet dat een ver is hrikkelijk vooruitzicht zijn. En Mrs olpue voelde, dat zij vandaag over jf jaar waarschijnlijk een dramati- ihen en schilderachtigen zelfmoord zou plegen, die veel opgang zou ma ken. Zij gingen dus naar bed slecht ge humeurd, somber, en vol zorgen. Maar op weg daarheen ging Dr. Colpus nog even naar de loketten kijken, waarin gewoonlijk de telegrammen bewaard werden. Op geen der couverts was echter zijn achtbare naam te lezen. Is er iets vroeg zijn vrouw,, toen hij zich in de slaapkamer weer bij haar voegde. Niets, antwoordde hij droog en ging zonder verder een woord te spre ken in zijn kleedkamer. Hij bleef daar een heele poos over het verleden, het heden en de toekomst nadenken. Het was bijna drie uur, toen hij zich op een van de vergulde ledikanten uit strekte, die de pièces de résistance van de slaapkamer uitmaakten. De vrouw, die heden vijf en dertig jaar geworden was, scheen te slapen. Hij strekte zijn hand uit naar het knopje, draaide het licht uit aan het hoofd eind en ging ook slapen. Maar om vijf uur werd hij wak ker, omdat er weer licht in de kamer brandde. Zijn mooie vrouw zat ge kleed in een zeer élégant morgentoi let voor de toilettafel, die tegenover het raam stond. Daar zij met de rug naar hem toe zat, kon hij niet zien, wat zij deedmaar hij hoorde het ritselen van bankpapier en het wellui dende geklinkklank van goudstukken. Toch klonk dat geluid Dr. Colpus niet aangenaam in de ooren, het scheen hem een zwaarmoedige zwanenzang van weelde. Ben je niet koud, lieve vroeg hij rustig Zij gaf geen antwoord. liet ritselen en rinkelen ging nog een poosje door Toen fluisterde Mrs Colpus voor zich heen Ruim vier en vijftig pond. Eu onze rekening van deze week zal minstens zestig pond bedragen, antwoordde de doctor rustig. Wat ben je afschuwelijk zei de vrouw. Ik maakte mij zoo ongerust, dat ik niet kon slapen en daarom be sloot ik eens nauwkeurig na te zien, waarover wij nog kunnen beschikken, en en nu ben jij zoo afschuwelijk Dat is je onwaardig, Mariein je hart hen je overtuigd, dat ik niet afschuwelijk benje weet, dat mijn gedrag als echtgenoot boven ieder verwijt verheven is. Maar het loopt ons niet mee, en omdat je wel weet, dat het niet helpt boos te worden op het noodlot, daarom keert je woede zich tegen mij. Heb ik je niet maan den geleden bijna op mijn knieën ge smeekt dit hotelleven met al zijn luxe vaarwel te zeggen, om rustig met mij op die kamers in Bloomsbury Square te gaan wonen, waarvan ik je ver teld heb? Kamers in Boomsbury Square riep Mrs Colpus uit, zich in haar stoel omkeerende denk je, clat ik zoo dwaas zou willen zijn. Ik zou in Bloomsbury Square sterven. O neen! zei de Doctor; er zou heel wat strenger klimaat noodig zijn om jou te dooden dan dar'van Bloomsbury Square, lieve. Ik dacht niet, dat wij al deze maanden voorbij zouden laten gaan zonder iets belangrijks verder te ko men. Ik had meer vertrouwen in je krachten, Frank. Wel, lieve kind, zei dedoctor, ik heb gedaan, wat ik kon ik doe alles wat ik kanSims doet alles wat hij kan: en jij zult je herinneren, dat ik je dezen zomer waarschuwde, dat der-, tik weken niet te veel zouden zijn Eigen lijk zijn de dertig weken nog niet voorbijmaar wij zijn zoo buitenspo rig geweest, dat Met is geen buitensporigheid, bracht zij hiertegen in zoo ben ik het altijd gewoon geweest, en dat heb ik noodig. Ik begrijp niet. hoe het komt, dat wij niets van Sims gehoord hebben. Zonder twijfel zullen wij heden morgen van hem hooren, zei de Doc tor, en als dat je eenigszins kan ge ruststellen, lieve schat, dan zal ik je als een groot geheim vertellen dat ik nog een banknoot van honderd pond in mijn zakportefeuille heb, zoodat wij nog niet van honger behoeven te sterven en onze rekening aan 't eind van de week ruimschoots kunnen be- talen. Je vergist je, zei ze eergisteren liet je je portefeuille hier op tafel liggenik zag dat banknootje en heb het mij toegeëigend. Mariezuchtte hij. Ja: en ik zond het naar mijn cosLuumnaaister'; zij begon zoo lastig te worden. Er volgde een pauze. Morgen, zei de Doctor plechtig, neem ik vijftig pond van die vier en vijftig en daarmee zal ik mijn geluk beproeven in Monte Carlo. Jij moet dan bidden voor mijn succes. Toen ging hij met bewonderens waardige zelfbeheerschïng op ééne zij de liggen en sliep in. Zijn vrouw zuchtte, borg het bankpapier en de goudstukken weer op, trok haar och tendkleed uit en kroop zachtjes in bed. Om kwart over acht, toen het licht van een Londensche winterochtend door de geborduurde gordijnen scheen werd er aan de deur getikt, enAdela kwam binnen met thee en geroosterd brood voor twee personen. Adela bracht ook vijf missives mee vier er van warén rekeningende vijfde was een verzegelde brief en droeg het postmerk Crewe. Na ze neergelegd en de gordijnen opgetrokken te hebben, ging Adela weer heen De Doctor las den brief met onver stoorbaar gelaat. Het loopt ons niet mee merkte hij op en gaf hem aan zijn vrouw. Sims wordt oud, zei dezehij had zoo slim moeten zijn om Lieve, zoo viel de Doctor haar in de rede, je bent ziek. Hij glimlach te plotseling. Ik ben niet ziek, bracht zij hier tegen in. Ja, je bent ziek, hield hij vol;je bent ziek, ómdat ik het zoo wensch. Ik heb een plan bedacht, beste, een nieuw plan. Wat dan Er sprak hoop uit haar gelaat. Hij fluisterde haar iets in 't oor, en zij scheen er mee in te stemmen. Een kwartier later werd Adela be richt, dat, haar meesteres ernstig ziek was. De Doctor stond op en gebruikte een stevig ontbijtzijn lunch "was ech ter minder aangenaam. Intusschen had hij een telegram van Sims ont vangen, dat hem dwong in meer dan één opzicht zijn plan te wijzigen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1