ZELFBEDROG. Jonge schrijverHet is toch verba zend, zoo vlug als de post tegenwoor dig is. Vanmorgen heb ik mijn no vellen aan de redactie gezonden en 's avonds had ik ze alweer terug. LIEFDE. Zoo, buurvrouw, wat heb ik ge hoord, neem je heusch den ouden brievenbesteller als tweeden man Mag je hem zoo graag? Ja, wat zal ik je zeggen; oud is ie, ziekelijk is-ie en een aardig pensioentje krijg ik later. Waarom zou ik hem dan niet graag mogen KINDERLOGICA. Waarom ga je niet om met kin deren van je leeftijd, Jantjeheb je dan geen één vriendje? O, ja, moe, ik heb er wel een, maar daar heb ik zoo vreeselijk het land aan. ANGSTIG. Zeg, buurvrouw, heeft je Jantje de mazelen al gehad? Sst, praat niet zoo hard, waar het kind bij ishij wil alles hebben, waar hij over hoort praten OP DE PLATTELANDS-STOOM TRAM. De passagiers van de stoomtram naar Negerijberg kijken uit de ven sters, als de locomotief plotseling op het vrije veld stopt. Wat gebeurt er vraagt een reiziger. Een koe op de railsluidt het barsche antwoord van den conduc teur. De tram gaat verder, maar natiën minuten staat ze weer plotseling stil. Wat is er nu weer aan de hand We hebben de koe weer inge haald, zegt de conducteur. EVENTJES. Wat scheelt er aan, vrouwtje, je bent zoo vreeselijk heeschHeb je kou gevat Neen, ik heb eventjes met de buurvrouw van den overkant staan praten. FATALE DUBBELZINNIGHEID. Burgemeester: Waar ga je al zoo vroeg heen? VeldwachterIk ga eens op ver kenning uiter zwerft hier weer al lerlei gespuis rond. Is u al niet een paar dagdieven tegengekomen? BurgemeesterNeen, jij bent de eerste, dien ik vandaag ontmoet. SchoonvaderNu, waarde schoon zoon, zeg mij eens oprecht, hoe je over mijn dochter tevreden zijt. Schoonzoon Ik kan mij inderdaad over niets beklagen dan daarover, dat u mij de deur niet heeft uitgeworpen toen ik haar hand kwam vragen I Een heer bezoekt een drukkerij en plaatst zijn cylinder-hoed op een bank. Eenige oogenblikken later komt een jongen van de drukkerij binnen en zet zich, zonder het hoofddeksel te hebben gezien, op den hoed neer. Toornig snelt de eigenaar op den knaap toe en roeptVlegel, wat doe jij daar? Neem me niet kwalijk, mijnheer, 't is maar een drukfout, antwoordt de jongen gevat. Een onderwijzer is bezig den kin deren begrip van bescheidenheid 'je geven. Nu vraagt hij Als je moeder binnenkomt mef een schaal met koekjes en je neemïi het kleinste, wat ben je dan, Piet Een ezel, meester. Jantje heeft lang zitten kijken naar grootvaders vriendelijk, rimpelig ge- I laat. Wel Jan, zei de oude man einde lijk, wat zeg je nu wel van mijn ge-1 zicht Het is een heel aardig gezicht,! grootpa, antwoordde Jantje. Maar waarom laat u het niet eens wat glad strijken MOPPENTROMMEL. OVERIJVERIG. Officier van justitie De beklaagde behoort ook tot dat twijfelachtige slag van menschen, die alleen bij nacht hun dagtaak verrichten. VERRASSENDE MEDEDEELING. Jantje: Zeg eens, moe, wanneer heeft de ooievaar me eigenlijk ge bracht, 's morgens of 's avonds Moeder 's Morgens om 11 uur. Jantje: En op welken datum? MoederOp den eersten Februari. Jantje (met van vreugde stralend gelaat)Dus precies op mijn ver jaardag. RARE CRITIEK. Ik ben er zeker van, dat mijn gedichten nog bewonderd zullen wor den, als Goethe, Schiller en Sha kespeare al lang vergeten zijn. Ja, maar vóór dien tijd niet RAKKERS. Zeg eens, nou motten we naar huis. Ben je besestigt? 'tls zes uur, als we nu thuis komen, worden we afgerost. En asse we om negen uur komen, worden we met open armen ontvangen en afgezoend, omdat we niet verdronken zijn. GOED MIDDEL. Professor (op het examen)Wat zoudt u doen, als een patiënt, in weer wil van alle aangewende middelen, nog niet gezond worden wil? CandidaatIk zou hem de rekening sturen. MOOI GEZEGD. Bakvischje (uit de keuken komend) Ziezoo, hier zijn de radijsjes, die ik in het zweet mijns aanschijns vooru gewasschen heb. Een^nieuwe Pijpedop. In Amerika werd onlangs een nieu we en zeer practische pijpedop in den handel gebracht, welke nevens zijn gewone functie, ook in staat stelt de tabak van tijd tot tijd wat vaster aan te drukken. Het eenvoudige instru ment bestaat uit een geperforeerd plaatje met pootjes, welke steun vin den tegen den binnenwand der pijp. Op het plaatje is een buisje aange bracht, waarin het stempeltje loopt, dat dient, om de tabak neer te druk ken. Een spiraalveertje houdt den stempel steeds in den hoogsten stand, zoodat, als de tabak is neergedrukt, het geheele toestelletje medezakt. Daar het heele toestel uitteraard in den pijpedop past, is het boven de algemeen bekende grootere zeker te prefereeren. 1. Een „Flexbé-rijtuig2. een Bolide-motor van 10 P.K.3. schroef voor motorbootjes4. en 4 bis, de automobieltrein van Renard en zijn wagen koppeling 5. automobiel voor 't transport van tooneeldécor6. Peugeot motorfiets met veerenden vork; 7. motor voor een visschersboot. Een Automobielen-Tentoonstelling. Het „Automobielen-Salon" van 1903 thans te Parijs gehouden moet al wat tot heden op dat gebied te zien was, glansrijk overtreffen. Niet alleen door het aantal der inzendin gen, maar ook en meer nog, door de wijs van expositie. Geen stad ter we reld bood ooit zoo iets. Het is geen lichte taak een tentoon stelling als deze artistiek op te zet ten, maar dank zij 'tFransch ver nuft, is de „Automobile Club de France" daarin glorieus geslaagd. Een algemeen plan van decoratie en verlichting werd met de geëxpo seerde rijtuigen tot een kostelijk en semble maar niet alleen binnen maar ook buiten het paleis biedt de ten toonstelling interessants en vaak staan er evenveel wachtende tuf-tufs buiten als geëxposeerde binnen. Reken daarbij het licht dat 's avonds van de langs 'tgroote paleis trossen de booglampen straalt en ge hebt een schouwspel der „ville lumière" volko men waardig. Het aantal frappante nieuwigheden is uitteraard niet zoo groot dit jaar, wel staat de verbetering der verschil lende typen niet stil, maar ze bepaalt zich tot kleinigheden. Twee belangrijke uitvindingen zijn er echter de automobiel-trein, door kolonel Renard uitgevonden en de Bollée-automobiel. De firma Bollée is de oudste fabri kant van motorvoertuigen en had een jaar of tien geleden groot succès met een lichte rijtuig-type, doch verdween toen van 'ttooneel. Thans echter is ze weer opgedoken met een nieuw rijtuig van haar vin ding, dat naar verluidt het bes te der Fransche auto's van 't moment moet zijn. De heer Bollée de uitvinder schijnt er in geslaagd het onaangena me stooten der benzinemotoren geheel op te heffen en het rijden op eeri vlakken wtr ?n genoeglijk te ma ken, als dat in een electrische tram. Uiterlijk lijkt de nieuwe machine 't meest op de „Mercedes"-type van 40 p.k. Meer echter nog dan dit nieuwe pleizeir-rijtuig trekt de uitvinding van kolonel Renard, die chef is van de Fransche militaire luchtscheep vaart, de algemeene aandacht. De trein wordt niet door de locomo tief getrokken, doch deze brengt door middel van een ingenieus mechaniek de draaiende beweging op elk wagen wiel over, zooals dat bij de wielen van een spoorlocomotief geschiedt. De motorbooten,welke vroeger maar schaarsch te zien waren, worden thans alweer oudbakken. De belang rijkste inzendster op dat gebied is de bekende „Panliard"-firma. Het nieuwste is daarbij de motor voor de visscherbooten, welke op de Engelsche kust naar sardijn visschen. De aldus uitgeruste booten moeten uitstekend voldoen. Kameelen-wedren. Van tien kleine dametjes. Tien kleine dametjes stapten de wereld in, Ze hadden, als vrije vrouwtjes, in trou wen heel geen zin S Maar een, ze was 'n schooljuffrouw, Verloor op school haar hart. Ze werd een onderwijzersvrouw Tot al der and'ren smart. Negen kleine dametjes enz Maar een, 't was een winkeljuf, Even lief als schoon, Vond de vrijheid al te duf En trouwde haar patroon. Acht kleine dametjes enz Maar een, ze was typiste, Betooverde op 't kantoor Den procuratiehouder, En ging er mee van door. Zeven kleine dametjes enz Maar een, 't was een doctores Met patiënten bij de vleet, Genas een knappen jongen heer En kreeg toen de liefde beet. Zes kleine dametjes enz Maar een, ze was een pleegzusje, Zat bij 't sterfbed van 'n mevrouw, Ze troostte toen den weduwnaar En werd zijn vrouw al gauw. Vijf kleine dametjes enz Maar een, een telefonistje, Kreeg op een goeden keer Per telefoon een aanzoek En de club zag haar niet meer. Vier kleine dametjes enz Maar een, ze was advocate, Pleitte een bankier eens vrij, Die vroeg haar toen ten huwelijk, Zoo verloor zij er de vrijheid bij. Drie kleine dametjes enz Maar een, een schilderesje, Bestudeerde de natuur, Met hulp van een man-collega, En gauw was ze toen zuur. Twee 'kleine dametjes enz Maar een, een aptekeresse, Hielp iemand van kiespijn af, Hij zoende haar uit blijdschap, Moest 'r trouwen wel voor straf. Eén klein dametje enz Maar in later dagen al hield ze zich ook groot Viel 't alleenzijn zwaar te dragen, En knieBde zij zich dood. Uit Mantsjoer-ije. Twee typische kijkjes geven we uit dit, in de laatste jaren en de laatste dagen zooveel besproken land. Het ééne stelt een wedren voor tus- schen Chineesche kameeldrijvers en laat zien hoe die typische viervoe ters tot een geduchten spurt in staat zijn. Het andere is merkwaardig met het oog op denhuidigen toestand daar. Het stelt het vertrek voor van een Russisch bezettingsgarnizoen dat uit Shan-hai kwam naar Port-Arthur. Curieus moet het zijn wat de Rus sische soldaten al zoo meesjouwen. De meest waardelooze dingen, gebro ken stoelen en tafels, beschadigd vaat werk, in één woord alles wat maar mee te nemen is, gaat mede. Wie echter een blik wierp in de blokhuizen langs den Siberischen spoorweg, waarheen de troepen gin gen, zal dra van zijn verwondering bekomen zijn. In die ellendige, trieste jposthuizen is alles goed genoeg om de Ijleege holle verblijfplaatsen een huise- jlijk aanzien te geven. Vertrekkende Russische troepen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 4