Bijvoegsel van „Haarlem's Dagblad" van 9 Jan.
Vervolg Gemeenteraad.
Vervolg mededeelingen en ingezon
den stukken.
3o. een schrijven van Dr. L. C. Proot
houdende mededeeling, dat hij zijne
benoeming tot Commissaris Chirur
gijn van de Stads-apotheek aanneemt.
4o. een schrijven van Jhr. F. Te-
ding van Berkhout, houdende mede
deeling, dat hij zijn benoeming tot
regent van het St. Elisabeths of Groo-
te Gasthuis aanneemt.
5o. een adres van het Bestuur dei-
neutrale kiesvereeniging „Burger-
plicht" houdende verzoek om niet te
besluiten lo. dat de tram met dub
bel spoor zal rijden en 2o. tot invoe
ring van vaste stopplaatsen in de
hoofd-winkelstraten en voorts eene
adhaesie-betuiging met het genomen
besluit inzake het verleenen van ren
te-garantie aan de Hollandsche Elec-
trische Spoorweg-Maatschappij.
6e. de rapporten van de afdeelingen
van den Raad inzake de tramplannen.
7o. een schrijven van W. de Valk
om hem vergunning te verleenen met
een oliebollenkraam te mogen staan
op de Turfmarkt of bij de Amsterdam-
sche poort.
De voorzitter stelt namens Burge
meester en Wethouders voor dit schrij
ven, als zijnde gesteld op ongezegeld
papier, ter zijde te leggen.
Goedgekeurd.
80. een schrijven van de wed.
Weyers houdende dankbetuiging voor
het haar 'verleende pensioen.
9o. een adres van K. Schraver te
Rotterdam, houdende aanbieding van
een artikel getiteld ..Het door den
curator in bewaring geven van geld
en papieren van waarde enz. uit een
faillissement afkomstig."
lOo. een amendement van den heer
W. L. Schram Azn. op het ontwerp
Werkliedenreglement.
Ho. een adres van het Haarlemsch
Arbeiders-Secretariaat, houdende het
verzoek dat de Raad wille aandrin
gen op spoedige uitvoering van ver
schillende bouwwerken, als scholen
en dergelijke, tot de uitvoering waar
van de Raad reeds in beginsel heeft
besloten, en zulks met het oog op de
onder de bouwvakarbeiders heerschen-
de groote werkeloosheid.
c. dat door den heer Commissaris
der Koningin in de provincie Noord-
Holland als buitengewoon gemeente
veldwachter eervol is ontslagen D.
Borst en als zoodanig zijn benoemd
H. C. Cobelens, C. W. de Vogel en C.
Cz. Koker.
d. dat is ingekomen
lo. een schrijven van Ged. Staten
der provincie Noord-Holland ten ge
leide van het door hen goedgekeurde
in besloten zitting van 2 December j.l.
onder no. 4 genomen besluit, in zake
het instellen eener rechtsvordering te
gen Jacob Boon te Bergen wegens
niet betalen van de door hem ver
schuldigde erfpachtscanon.
2o. een schrijven van dezelfden,
ten geleide van het door hen goedge
keurde besluit van 2 December j.l. no.
6 in zake voldoening van gelden uit
den post voor onvoorziene uitgaven
dienst 1903.
3e. een schrijven van dezelfden,
houdende bericht van ontvangst van
de verordening tot wijziging van de
Algemeene Politieverordening vastge
steld den 2en December j.l. no. 10.
4o. een schrijven van dezelfden,
ten geleide van het door hen goedge
keurde besluit van 2 December j.l.
no. 12 betreffende
le het aangaan van een overeen
komst met het Rijk in zake afstand
van grond aan het Spaarne en 2o.
het verkoopen van grond aan P. Goed
koop Dz. directeur der werf Conrad".
5o. een schrijven van dezelfde ten
geleide van het door hen goedgekeur
de besluit van 2 December j.l. no. 13
betreffende verhuring van grond aan
A. Voorting en water aan de roei- en
zeilvereeniging ,,het Spaarne".
e. De voorzitter stelt namens Bur- j
gemeester en Wethouders voor de
huur van den grond gelegen voor het
perceel „Lommerijk" in "den Haarlem
merhout. verhuurd aan Mevrouw de
Wed. P. MullerBrands over te
schrijven ten name van D. Cohen.
Goedgekeurd.
f. De voorzitter deelt mede, dat door
Burgemeester en Wethouders tot den
staf van het korps brandblusschers
eene uitnoodiging wordt gericht, om
een onderzoek in te stellen naar het
al of niet voldoende van de maatre
gelen in den Schouwburg en andere
voor openbare vermakelijkheden be
stemde gebouwen in deze gemeente
toegepast ter beveiliging van het be
zoekende publiek.
g. De voorzitter deelt mede, dat
door Burgemeester en Wethouders in
1903 een bezoek is gebracht aan de
instellingen van weldadigheid, be
doeld bij art. 179 litt t, der gemeente
wet, welk bezoek tot geene opmerkin
gen aanleiding heeft gegeven.
Punt 8.
Voorstel van B. en W. om, daar
wegens uitbreiding van de kanali
satie der gemeente-gasfabriek en de
plaatsing van muntmeters, te voorzien
is, dat het Hoofdstuk VI van de be
grooting der gemeente-lichtfabrieken
afd .gas, voor 1903 uitgetrokken be
drag ad f 63000 krachtens de beslui
ten van 18 Maart 1903 no. 14 en 10 Juni
j.l. no. 8 verhoogd tot f129.000, nog
een aanvulling met f 42.200 zal ver-
eischen, dit bedrag van f 42.200 alsnog
ter beschikking te stellen.
Goedgekeurd.
CVóór het amendement-Stolp om de
f 71,000 voor den bouw van 4 ovens
aan de lichtfabrieken te betalen uit de
winst over 1903 stemden de heeren
Nieuwenhuijzen Kruseman, Stolp.
Schram, Modoo. Hugenholtz, De Braai
en Kleijnenberg). (Zie vorig nummer.)
Punt 9.
Werkliedenreglement.
De heer HUGENHOLTZ acht alge
meene beschouwingen overbodig, maar
wenscht één opmerking te maken, dat
de beantwoording van B. en W. op
de verslagen der afd. wat al te veel
aan kortheid lijdt, bii menig onder
deel motiveering van hunne meening
ontbreekt daarbij nu en dan. En de
schriftelijke £redachtenwisseling i=
voor voorbereiding, ja gedeeltelijk ter
voorkomine van discussieen in den
Raad. Misschien zouden uitvoeriger
antwoorden enkele bezwaren hebben
ondervangen en de talrijke amende
menten niet alle noodip- 7.nn geweest
De heer VAN DF, KAMP releveert,
dat in de 1e afd. gevraagd is om een
erkenning bii 25-jarige dienstvervul
ling.. Het antwoord van B. en W
schijnt 9-egeven in een sleehte hui. Sm
acht het goed. dat wie 25 iaar in een
brtrekking is geweest, eens door zijn
chef wordt gecomplimenteerd. Bij an
dere ambtenaren gebeurt dat wel
Snr dringt er ook op aan voor dp
werklieden.
De heer GROOT brengt ter sprake
dat B. en W verklaren dat, van par
l.iidigheid hü ben geen sprake zal
zijn. Dit. werd gezegd naar aanleiding
van dp nroef. te nemen met de kern
Snv. veronderstelt, geen nartïjdigheïd
in dien zin dat ttiph iemand ner se
zal voorsnrekenmaar wegpns ver
schil van inzicht Hepft de kern panieo
iareu beslaan en wat vaak uitspraak
"edaan dan zal er np gewezen wor
den dat de kern hüna altjid uitsnreal-
heeft gedaan in 't voordeel van den
werkman. Niet uit wantrouwen, maar
uit. logica maken werklieden vaak
juiste opmerkingen.
Vandaar dat spr. een scheidsgerecht
wenschen zou.
De VOORZ. beantwoordt de spre
kers. Te kort zijn B. en W. z. niet
geweest, voor t e lange beschouwin
gen hebben zij zich gewacht. Gingen
B. en W. zich bijv. verdiepen over de
quad'stie van vergoeding bij schorsing
dan zou dit veel te ver voeren. Het
mondeling debat, kan bovendien meer
dere toelichting opleveren.
Een huldeblijk bij langdurigen
dienst is voor een gemeentebestuur
hoogst moeilijk, naarmate de gemeen-
j te in omvang toeneemt. Evenwel kan
leen dergelijke jubilaris wel door B.
en W. gecomplimenteerd worden, ook
onder de lagere ambtenaren.
Den heer Groot wijst spr. op het
verschil in standpunt.
B. en W. plaatsen zich altijd zoo
veel mogelijk op het standpunt van
dengene, dien het betreft en geven
zich daarvoor veel moeite. Daarover
behoeft de heer Groot dus niet onge
rust te zijn.
De heer GROOT geeft toe, dat B.
en W. zooveel mogelijk trachten
onpartijdig te zijn, maar heeft onder
vonden, dat zij daarin te kort schie
ten, wegens een ander inzicht.
De heer VAN DE KAMP wijst aan
gaande de jubilea op de Holl. Spoor,
die altijd bij 25-jarigen dienst elkeen
een stoffelijk huldeblijk geeft. Spr.
brengt van harte hulde voor het ge
zonde otuk werk, dat hier geleverd is.
(Applaus.)
De VOORZ. dankt namens het Col
lege.
De heer HOFLAND constateert, dat
zijn gedachte van voor 4 jaar aan
gaande betere regeling der rechtspo
sitie van de werklieden, reeds vrijwel
tot haar recht is gekomen. Hij hoopt
evenwel, dat door de voorgestelde
amendementen de Raad hunne rechts
zekerheid zoo goed mogelijk zal wil
len helpen maken, de bevoegdheid
van de kern zoo breed mogelijk te
maken, opdat de beoordeeling van
dienstzaken aan 't advies der kern
zal kunnen worden onderworpen. Spr.
beaamt de meening van den heer
Groot, dal het nu dikwijls kan voor
komen, dat boete en andere straffen
worden opgelegd, die beter zouden
kunnen worden beoordeeld in 't licht
van het advies van de kern.
Overgegaan wordt tot artikelsgewij-
ze behandeling.
De heer HUGENHOLTZ licht toe het
amendement tot verkorting van den
proeftijd tot één jaar. Tijdelijke werk
lieden vallen buiten dit reglement.
Hier geldt het alleen aspirant-vaste
werklieden. Bovendien stelt spr. voor,
dat na dat proefjaar de werkman
voor vast wordt aangesteld, wan
neer zijn bekwaamheid en geschikt
heid zijn gebleken. Zijn die nfet geble
ken, dan zullen B. en W. over die
eigenschappen beslissen, niet de hoofd
ambtenaar.
De VOORZ. noemt dit amendement
niet in het belang van den werkman.
Hef gebeurt, dat iemand na één jaar
niet voldoende, geschikt wordt, in het
tweede jaar en daarna voor vast wordt
aangesteld. Wordt die termijn nu im
peratief tot een jaar teruggebracht,
dan zou zoo'n werkman niet be
noemd worden.
De heer HUGENHOLTZ wijst er op.
dat de mogelijkheid bestaat, dat. ie
mand. die wél voldoende ijver en be
kwaamheid hezit. toch niet zou wor
den benoemd. Daar zit de kneep. Dat
zou aanleiding kunnen geven tot wil
lekeur. Spr. ziet in dit artikel geen
achterdeurtje voor willekeur, maar
em hoofdambtenaar die vilde, zou
er zijn houding mee kunnen excusee-
ren. Wenscht men dit niet, dan nmot
het ook duidelijk in 't artikel staan
Een ondienst heeft spr. aan de werk
lieden door zijn voorstel niet gedaan.
Wie dan niet geschikt blijkt na een
jaar, die moet maar ontslagen wor
den. De gemeente is geen asyl voor
ongeschikte werklieden.
De heer VAN DE KAMP zegt. dat de
hoofdzaak is, dat niet de hoofdamb
tenaar, maar B. en W. beslissen over
de toewijding en bekwaamheid.
De heer STOLP is het volkomen
eens met het voorstel van B. en W.,
dat liij mooi geredigeerd vindt.
De heer HOFLAND zegt, da t, als de
heer Stolp nog een derde eigenschap
noemen wil. n.l. geschiktheid, hij een
voorstel lean doen, maar daarom nog
niet het amendement behoeft af te
stemmen.
De heer GROOT begrijpt het be
zwaar tegen dit amendement niet.
Plantsoenwachters, die een jaar in
dienst zijn, krijgen nu geen aanstel
ling en weten niet waarom.
Het amendement wordt verworpen
met 5 stemmen vóór, die van de hee
ren Hofland, Hugenholtz, Van de
Kamp, De Braai en Groot.
De heer HUGENHOLTZ. hoewel niet
wenschende dat de arbeiders zpïf
zullen beslissen over hun eigen werk-
regeling, zou toch de werklieden daar
over willen hooren, omdat zij beter
dan hunne chefs en B. en klei
nigheden kunnen aantoonen, in het
belang van de zaak zelve. Daarmee
zou geen afbreuk aan de zaak wor
den gedaan, omdat als de hoofdamb
tenaar ongunstig adviseert, B. en V
het nog alLijd naast zich kunnen neer
leggen. Vaudaar een amendement.
De VOORZ. zegt. dat dit is een
grondwet, in strijd waarmee B. en
W. geen voorschriften zullen geven.
Wat het hooren der werklieden be
treft, geeft spreker de verzekering
dat waarlijk B. en W. niet als dic
tatoren zullen beschikken zonder ie
mand daarover te hooren. Zullen B.
en W. van de kern gezonde adviezen
krijgen, dan zal het College zeker
over allerlei zaken dat advies inwin
neu. maar eerst moet de goede ar
beid van de kern gebleken zijn.
De heer DE BRAAL breekt een lans
voor uitbreiding der bevoegdheid van
de kern, tot het verkrijgen van een
gelijken rechtsgrond voor patroon en
arbeider. Meer dan van haar advies
over straffen verwacht spr. resultaat
van adviezen over andere zaken, die
de heer llugenholtz noemt.
De heer HUGENHOLTZ is het eens
met den vorigen spreker, dat juist
hij straffen het verschil van standpunt
blijkt tusschen werkman en superi
eur niet dus bij het beoo/deelen der
feiten als feiten, maar bij de appre
ciatie daarvan. Vallen nu die advie
zen niet in den smaak van B. en
dan zal ook die uitbreiding van be
voegdheid niet komen. Vandaar-, dat
spr. nu reeds uitbreiding der be
voegdheid van de kern wenscht.
De heer MODOO voorziet grooter
deugdelijkheid van de voorschriften,
als het advies van de kern er over
wordt ingewonnen. Spr. geeft in over
weging de woorden..zooveel mogelijk'
in liet amendement in te voegen.
De VOORZ. wijst er op, dat B. en
W. met dit reglement advies over al
les kunnen inwinnen.
De lieer HUGENHOLTZ neemt het
sub-amendement-Modoo over.
Met amendement wordt, verworpen
met 8 stemmen vóór, die van de hee
ren Hofland, Schram, Modoo, Hugen
holtz, Van de Kamp, De Braai. Groot
en Kleijnenberg.
De lieer VAN DE KAMP verzoekt
heropening der discussie over para
graaf VII en stelt. voor. de leeftijds
grens van 35 uit te breiden lol 49
jaar. Spr. wil B. en W. de bevoegd
heid geven, een zeer goed werkman
aan te stellen ook als hij wat ouder
is.
De heer DE BRAAL stemt hier mee
in en voorziet anders van deze bepa
ling broodcloosbeid voor velen, die
ouder zijn dan 35 jaar.
De VOORZ. verklaart, dat B. en
W. wegens de pensioenverordening
deze grens nuttig achten.
Het amendement-Van de Kamp
wordt verworpen. Vóór de heeren
Hofland. Schram, Modoo. Hugon-
holtz. Van de Kamp. De Braai. Thijs-
sen en Kleijnenberg.
De heer MODOO stelt als amende
ment voor. dat een werkman bij ver
plaatsing in een ander bedrijf daar
gelijksoortige werkzaamheden
zal verrichten. Spr. zou de mogelijk
heid van willekeur willen vermijden
en bijv. beletten dat een agent van
politie tonnen moest gaan wisselen
als men aan de reiniging staakte. Het
zou verkeerd zijn en gevaarlijk kun
nen worden voor veler gezondheid.
De VOORZ. zegt. dat de politie er
heelemaal buiten valt. Overigens staat
snr. op een ander standpunt. Moe
ten B. en V. op een gegeven oogen-
blik maatregelen nemen in 't belang
der gemeente, dan zal dat geen wille
keur zijn - - bovendien zijn B. en \Y.
aan den Raad rekenschap schuldig.
De heer MODOO is er tegen hij
voorbaat alle arbeiders tot plaatsver
vangers tc benoemen.
Het amendement wordt verworpen.
Vóór waren de heeren Hofland.
Schram. Modoo, Hugenholtz en Groot.
Het voorstel van B. eu \V. wordt
daarna in omgekeerde volgorde dei-
stemming aangenomen.
De heer VAN DE KAMP wenscht.,
dat. een arbeider die een klacht heeft,
die kan uitbrengen in den tijd, die
hem betaald wordt. Spr. wil er geen
voorstel van maken, maar spreekt er
een wensch over uit.
De heer KLEIJNENBERG zegt. dal
een arbeidscontract welbeschouwd