Binnenland Dr. Kuyper te Brussel. Een der Brusselsche corresponden ten van de N. R. Crt. schrijft d.d. 10 Januari. Uw premier, minister Kuyper, is op dit oogenblik te Brussel de held van den dag. In de omgeving des Konings in de ministerieele sferen, is er slechts van hem sprake. Gisterenavond heeft de minister van buitenlandsche za ken te zijner eer een groot diner ge geven, waarvan de Brusselsche bla den u ongetwijfeld de bijzonderheden zullen mededeelen. Wat is het werke lijke doel der reis van den heer Kuy per, te Brussel? Te dezen opzichte heeft men veel dingen verteld, doch ditmaal heeft de honorabele chef van het Nederlandsche kabinet, door de ondervinding geleerd, zich beslist van confidentiën onthouden. Zeker is het nochtans dat uw pre mier naar Brussel gekomen is op het aandringen van Koning Leopold II. Deze heeft dr. Kuyper het cordiaalste onthaal bereid. De heer Kuyper heeft onzen souverein bijzonder geïnteres seerd, toen hij hem een omstandig verhaal gaf van de gebeurtenissen die verleden jaar in Nederland plaats hadden tijdens de werkstakingen en de maatregelen opsomde die door uwe regeering genomen werden om de werkstakende en socialistische bewe ging te bestrijden. Zeker is er kwestie geweest tusschen onzen Koning en uwen premier van de Engelsche nota betreffende den Kongo. En het is niet moeilijk te raden wat er alsdan voor gevallen is. De gedachte van den sou verein van den onafhankelijken Kon- gostaat is sedert lang bekendmeer dan eens heeft hij die openlijk of in geschriften door hem onderteekend uitgedrukt. Wat niet juist is en in strijd met hetgeen werd bericht, is, dat er kwestie zou zijn geweest tus schen den Koning en den chef van het Nederlandsch Kabinet van een speciaal toltractaat tusschen Neder land en den Kongostaat. Om de dwaasheid van dergelijk beweren aan te toonen is het voldoende te zeggen dat het tractaat van Berlijn, waar aan Holland zijne goedkeuring hecht te, zich beslist tegen dergelijke trac- taten verzet. Mijne meening is en ik ben over tuigd den waren weg te bewandelen dat de Koning, door dr. Kuyper te Brussel uit te noodigen, van hem adhaesie heeft willen bekomen voor de officieele deelneming van Holland aan de toekomstige tentoonstelling van Luik. De Koning heeft deze tentoonstel ling onder zijn patronage genomen hij was het die verlangde dat zij zou plaats hebben en in zekere mate is hij waarborg gebleven voor haar wel slagen. Welnu, de zaken gaan nu juist niet volgens zijn wensch. Ten gevolge van zijn reis naar Weenen bekwam hij de adhaesie van Oosten rijk zijne stappen bij den Koning van Italië, tijdens het verblijf van dien vorst te Parijs hadden hetzelfde resultaatFrankrijk heeft formeel officieele deelneming beloofd; doch deze toetredingen verzekeren het wel slagen niet van eene internationale tentoonstelling. Duitschland heeft ver klaard niet te zullen deelnemen, En geland zwijgt, Rusland en Japan, die zóó schitterden op de tentoonstelling van 1900 te Parijs, hebben op dit oogenblik „andere boonen te doppen" en het is niet mogelijk op deze landen te rekenen. De toetreding van Holland werd gevraagd. Uw land was zeer prachtig vertegenwoordigd op de ten toonstelling van 1897, doch ditmaal zijn de voorstellen aan de handelaren de nijveraars gedaan, zeer koel ont vangen en men voorzag hier een vol ledig échec. Men heeft den heer Kuy per gevraagd diè ongunstige stroo ming te keeren. Ik ben overtuigd dat het zal geluk ken, indien men niet reeds geslaagd is. De heer Kuyper zal. alvorens Brus sel te verlaten, nogmaals ten hove dineeren. Heden heeft dr. Kuyper zich naar Gent begeven, waar hij zal worden geïnstalleerd 'als lid der Vlaamsche Academie van België. De Brusselsche berichtgever van het „Handelsblad" van Antwerpen schrijft ..Ik geloof niet, dat ooit een vreemd staatsman hartelijker is ontvangen, meer gezocht werd in onze officieele wereld, dan het geval is met dr. Kuv- per, eerste Minister van de Koningin van Holland. 't Is niet de eerste maal, dat hij ons land bezoekt, maar hij heeft er nooit zoo lang verbleven en hij was nooit, voor zoover ik weet, bij den koning ter tafel geweest. Hij heeft bij de eerste ontmoeting aanstonds de sympathie gewonnen van Leopold II, die met hem lange gesprekken voerde. Men mag veronderstellen, dat die gesprekken geloopen hebben over po litieke vraagpunten aan de dagorde maar aangezien geen derde persoon ze bijwoonde, i6 er geen middel om het geheim van deze gedachtenwisse- ling te doordringen. Daar aan het feestmaal, ten pa- leize van Brussel gegeven, de koning een heildronk instelde aan Koningin Wilhelmina en den voorspoed van Holland, heeft het gerucht zich ver spreid en crediet gevonden, dat Mi nister Kuyper voor zending had een bijeenkomst voor te bereiden tusschen zijne jonge Vorstin en den koning der Belgen. Hoewel de veronderstelling inhaar- zelve niet onwaarschijnlijk is, komt het mij toch voor, dat zij op veel te onbepaalde aanduidingen berust, om ze zonder voorbehoud aan te nemen." Hetzelfde blad meldt, dat ook graaf De Smet de Naeyer genoodigd was op het feestmaal dat minister De Fave- reau Zaterdag ter eere van. onzen mi nister van binnenlandsche zaken heeft gegeven, maar dat hij niet aanwezig kon zijn, omdat hij, wegens een ern stige ziekte van zijn vader, telegra fisch naar Gent was geroepen. De „Soir" roept uitWie zou gezegd hebben .dat men eens 1830 bijna zou betreurenMen heeft elkaar be schimpt, men heeft gevochten. Men complimenteert elkaar, men omhelst elkaar. Het blad vindt het merkwaar dig, dat Belgische bladen, roomscher dan de paus zelf, in den protestant Kuyper den „vertegenwoordiger van een groot idee" zien. De groote idee in kwestie is verwezenlijkt in Neder land aaneensluiting tusschen pro testanten en roomschen. Maar men twijfelt of dr. Kuyper daarvoor te Brussel gekomen is. De „Soir" gelooft, dat men over een tolverbond onderhandelt. Dat lijkt haar. daar „het behoud der kleinen, van welk ras ook, ligt m aaneensluiting". En als iemands lijfsbehoud er van afhangt, bekommert men zich weinig oin het ras van zijn strijdmakker allen „racisten" ten spijt. Van de Belgische bladen weet de „Petit Bleu" te vertellen, dat de Ne derlandsche minister Zondagmiddag in het hotel Métropole een langdurig onderhoud heeft gehad met den boe rengeneraal Van Zijl, den wakkeren helper van generaal Delarey. Waar over het onderhoud geloopen heeft, meldt de Petit Bleu niet. De Réforme spreekt van voortreffe lijke berichten, als zij gewaagt van het bezoek van dr. Kuyper en van het tegenbezoek, mogelijk door den Ko ning in Den Haag te brengen. Het blad brengt in herinnering, hoe het sedert de oprichting niet heeft nage laten aan te dringen op een toenade ring tusschen België en Nederland, die zooveel stoffelijke en geestelijke belangen gemeen hebben. En meer dan ooit is België in staat om er voor deel bij te hebben op dit oogenblik, nu het nadert aan het eindpunt, waar zijn eigen talenten het brengen. De Réforme prijst den Koning, die hier den eersten stap genomen heeft. De Arbeid in Nederland. Verschenen is het „Verslag nopens het onderzoek naar de voorwaarden en verhoudingen bij den arbeid in Nederland, ingesteld door het bestuur van het Christelijk Arbeids-Secretari- aat in Nederland." De commissie vat haar conclusiën als volgt samen 1. Worden er in menig bedrijf nog loonen betaald, waarvan het ons een raadsel blijft, hoe men daarmede in de behoeften van zich en de zijnen kan voorzien, al beperkt men zich ook tot het onontbeerlijkste. 2. Is de arbeidsduur meermalen van dien aard, dat hij beslist te lang kan worden genoemd. 3. Wordt zeer willekeurig bij menig bedi'ijf gehandeld met v^rhooging van net loon bij overwerken, nacht- en Zondagsarbeidja, vrij algemeen er kent men zelfs nog niet het billijke en noodzakelijke dier verhooging. 4. Komt vrouwenarbeid in beden kelijke mate voor, vaak met voor de vrouw weinig passende werkzaam heden. 5. Werkloosheid (dit ontzettende verschijnsel), slechts weinig bedrijven zijn er, die deze niet kennen. 6. Van een leerling-stelsel naar vas te regelen is slechts bij zeer hooge uitzondering sprake, en wordt er bij na algemeen geklaagd over absentie van opleiding. 7. Vacantie-dagen, met behoud van loon, cynisch klinkt het ons meerraa- len te gemoet„zooveel ge maar wilt, doch zonder loon(werkloosheid). Echter, ook dit valt op te merken, "hier en daar geeft men vacantie op tamelijk milde wijze. Laat ons hopen dat die voorbeelden aanstekelijk mo gen werken op die patroons, die va cantie tot dusver hun werklieden ont hielden. 8. Boeten en straffen komen bijna overal en in alle bedrijven voordoch van een scheidsgerecht is slechts in een enkel geval sprake. Vrij alge meen luidt het„bij het bestuur on zer verecniging komen wij met onze klachten, dat naar vermogen voor ons recht opkomt bij de betrokken pa troons." 9. Aannemen van werklieden zeld zaam geschiedt zulks bij schriftelijk contract; bijna altijd mondeling. 10. Hoewel in dit verslag het loon gemiddeld wordt gegeven ontmoetten wij overal stuk- of tariefwerk met al den aankleve van dit stelsel. 11. Fondsen bij ziekte, ouderdom of overlijden, soms met zorg voor de begrafeniskosten, hier en daar vindt men ze, al of niet met medewerking der patroons. In die gevallen, waarin de patroon het boetegeld zelf niet be houdt, komt dit meestal ten bate dier fondsen. 12. Afdragen voor het gebruik van gereedschap, vuur en licht, behalve voor de fondsen, komt meer voor dan we dachten. Ofschoon niet altijd werd vermeld, dat zulks wordt gedaan bij stuk- of tariefwerk, meenen wij tocL dat het in die omstandigheden wordt „Over de geuite wenschen met be trekking tot het loon, arbeidsduur, bijslag bij overwerk, enz., vrouwenar beid en leerlingen, zullen wij hier maar zwijgenzij zijn vele en zeer onderscheiden. Laat ons hopen en verwachten, dat de steeds grooter wordende vakbeweging al deze vraag stukken, wat meer gepreciseerd, aan de orde zal stellen. „In elk gevalvoor zoover wetge ving der Overheid op voorwaarden en verhoudingen bij den arbeid invloed kan oefenen, deze niet langer op zich zal laten wachten; ook al erkennen wij de groote moeillijkreden bij dien arbeid te ontmoeten." Wel erkennen ze, dat de weesvader niet altijd met het noodige beleid en met oordeel is opgetreden, en zij ver klaren, dat de man herhaaldelijk er op gewezen is, zijn gebreken zooveel mogelijk te onderdrukken, en dat vloeken en ruwe woorden in het wees huis beslist worden afgekeurd maar wijl de regenten ook vele goede eigen schappen bij den vader ontdekten, hebben zij gemeend, wel wat door de vingers te kunnen zien, omdat zij overtuigd waren van zijn goede be doelingen en goede trouw, ook omdat vele van de weezen zijn opge groeid onder levensomstandigheden, welke zoodanigen invloed hebben ge had op hun karakter en handelingen dat de orde niet altijd met zachtheid is te handhaven. De weesmoeder is bij het onderzoek weer gebleken een vrouw te zijn, ten volle voor haar taak berekend. Gala costuum voor de leden van den Ilaad van Beroep. Uit Alton aar schrijft men aan Het Volk: Een mijner kennissen, werkman lid van den Raad van Beroep, ont ving van de firma C. Mouwen te Bre da de volgende prijscourant voor het gala-costuum zijner waardigheid 1 galarok van zwart cachemire laken, met zijde-voering en rijk bewerkte echt zilveren borduursels 185. 1 gala pantalon van zwart sa- tin de cour 18. 1 gala pantalon van wit satin de cour met echt zilveren galon 34.— 1 steek met echt zilveren bouil lons en zwarte struisveeren 32. 1 zwarte verlakte steekdoos met slot 2.75 1 gala-degen met in 't vuur ver guld en jour bewerkt ge vest, in zwarte schegde 28.1 1 Porte-épée 3.50 1 castoren degen-foudraal 1.25 1 blikken doos voor gala-uni form met slot 6.50 een juistere opvatting had plaats ge maakt. Immers stond de stemming de eerste maal als twee tegen één, dit maal stond zij ongeveer vier-en-een- half tegen één. De drie kleinere, religieuze organi saties, hebben eveneens besloten tot onderhandeling. De beteekenis van het besluit is, dat onderhandelingen op positieven grondslag thans kunnen plaats heb ben, waarbij de leden zelf altijd het laatste woord, de beslissende stem zullen hebben. Wat hen, als resultaat dier onderhandelingen, zal worden aangeboden, zullen zij kunnen aan vaarden als het hun redelijk, zullen zij kunnen verwerpen als het hun on redelijk voorkomt. De goede tactiek van eerst onderhandelen, om te zien wat daardoor kan worden verkregen, een tactiek, die vooral in dit geval door de omstandigheden geboden was is dus niét prijsgegeven, doch, ondanks, zeer heftige tegenkanting, met een solide meerderheid gehand haafd. De vreesouders te Almeloo. Regenten van het Ned. Herv. wees huis hebben een verslag van hun on derzoek openbaar gemaakt. Daarin komen de verhooren voor van de weesouders, die de beschuldi gingen tegenspreken of in een geheel ander licht plaatsen, en die van oud- verpleegden, deels de aanklagers. Van deze laatsten hebben niet allen hun verklaring voor regenten afgelegd er waren er nl., die niet dan in ge zelschap van anderen of van de poli tie wenschten te komen. De verklaringen van de oud-ver- pleegden wijken óók nogal af van die in het politie-rapport. Er werd beweerd, door den oud- verpleegde G. Hinnen, dat hij ge straft was met zesweken opsluiting (bij dag) op de regentenkamer, zon der kachel, terwijl 't zoo hard vroor, dat de bloemen niet van de glazen kwamen, waardoor hij wegens ernsti ge aandoening van winterhandenen voeten ongeveer zes weken onder be handeling van den dokter geraakte. De wees-ouders beweren, dat er wel degelijk vuur op de kamer was, dat hij aardappelen te schillen kreeg om zich niet te vervelen, en dat er nooit sprake was geweest van zes weken opsluiting of van zulke ernstige ver wondingen, als het rapport meldt. Hinnen wenschte niet voor regenten te verschijnen dan onder geleide van een politie-agentdit werd niet toe gestaan. Dr. van der Wilk' en de oud-ver- pleegden Geziena Molenhorst enSien- tje Hinnen verklaarden anders dan G. H., en het hoofd der school, waar H. schoolging, zegt dat deze ver zuimd heeft van 19 Januari tot 26 Maart 1895 tengevolge van de in het weeshuis heerschende mazelen. Frederika Molenhorst zei herhaal delijk, dat de inspecteur van poli tie niets van haar heeft vernomen van wat hij haar in zijn rapport laat zeggen en dat hij haar daar ook niet naar vroeg. In het rapport wordt gesproken van herhaaldelijk gort met wormen; een getuige verklaarde dat dit tweemaal voorkwam vóór eenige jareneen andere sprak van zwarte puntjes, mis schien wel wormen. Meer eenstemmig zijn de vele ge tuigen in hun oordeel, dat de vader ruw en opvliegend was. De aantijging, als zou de vader met niet behoorlijke bedoeling de meisjes behandelen, werd door geen enkele getuige bevestigd. De regenten zijn eenparig van mee ning, dat hun onderzoek het bewijs heeft geleverd, dat de politie-rappor- ten, door den burgemeester verspreid, het kenmerk van een onpartijdig en geloofwaardig onderzoek ten eenema- le missen. De geheele uitrusting dus compleet ad 311. Nu trof het toevallig dat dit werk man-lid juist na een jaar sparens zich een winterjas (confectie) had kunnen verschaffen, om die reden kon hij dus van deze gelegenheid om zich voor 311 dit gala-costuum te koopen, geen gebruik maken. Hij nam zich echter voor wekelijks een dubbeltje weg te leggen tot bereiking van dit ideaal. De Zeeland. Men meldt uit den Haag De commissie, door den minister van marine benoemd, onder voorzit terschap van den kapitein ter zee Cramer, om een onderzoek in te stel len naar den toestand van de stoom ketels van het pantserschip Zeeland, is met haar taak gereed. Uit do Diamantwerkersvrereld. Het Volk schrijft Nauwelijks was in het begin der vorige week uitgelekt, dat het Bonds- bestuur zou adviseeren ten gunste der door de patroonsvereeniging ge- wenschte onderhandeling, of op vele fabrieken ontstond groote onrust en agitatie. De slechts ten deele bekende voorstellen, waarvan de toelichting geheel en al onbekend was, evenals de motieven die het Bondsbestuur hadden geleid tot zijn advies, werden heftig gecritiseerd en bestreden. Er werd formeele anti-propaganda ge maakt, die zelfs zóó ver ging, dat strooibiljetten werden uitgegeven, waarin de leden tot tegenstemmen werden uitgenoodigd, terwijl des avonds aan de zaal nog strooken, met opwekkingen in gelijken geest, wer den verspreid. In de eerste vergadering zelf werd ook nog heel wat oppositie gevoerd ook door eenige leden van den Bonds raad, die behoorden tot de minder heid van dat lichaam, welke tegen het bestuursvoorstel had gestemd. Door anderen werd echter weer dat voorstel aanbevolen, hetgeen, gevoegd bij de klemmende betoogen van den bondsvoorzitter, ten slotte de meening zoodanig deed keeren, dat een meer derheid van twee tegen één vóór het bestuursvoorstel verkregen werd. In de tweede vergadering was men aanmerkelijk kalmer. De verhande lingen van de eerste bijeenkomst had den hun uitwerking niet gemist. De uitslag van de stemming bewees dan ook, dat het aanvankelijk inzicht voor Een mooie Gemeentehuithouding. De correspondent van het Hbld. te Baflo schrijft „Wie zitt'n op 't oogenblik ien 'n verwarde rommel." „Men wordt zat van al dei verwar ring. Hou eerder 't ofloopen is, hoe laiver ik 't heb". „Ik wil de zoak an de loop hem'n. Ziehier eenige gezegden, die we hoorden uit den mond van eenige raadsleden in de raadsvergadering van Vrijdagavond en die we hier on- verhollandscht weergeven in het typi sche dialect, omdat ze zóó zoo juist den stand van zaken typeeren. Dat de verwarring inderdaad zeer groot is, bleek in de eerste plaats uit een reeks missives van Gedeputeerde Sta ten, waarin aanmerkingen op de be- grooting voor 1904 werden gemaakt (die teruggezonden werd zonder goed keuring), aanwijzingen gegeven of in lichtingen gevraagd werden. Voordat tot lezing en behandeling hiervan werd overgegaan, werd gelezen het proces-verbaal van B. en W. over de kasnaziening. „Da's de eerste moal zolang ik lid van den road bin" merk te een der leden komisch op. Maar laat ons nu het komisch genre laten varen de zaak is te ernstig. In de eerste plaats weigeren Gede puteerde Staten de begrooting goed te keuren, zoolang niet een post van 75, voor „rente van onbetaalde koop schat" is geschrapt. Voor eenige jaren had de gemeente van den kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Baflo gekocht het armenhuis voor ƒ2000. De ge meente sloot een leening van ƒ2000 hiervoor. Maar er werd niet in geld betaald. De kerkeraad gaf de quitan- tie af op overlegging van obligatie, namens de gemeente door den (nu gewezen) burgemeester geteekend, die den kerkeraad elk jaar 75 beloofde als rente. De gemeente heeft echter voldoende kwijtschelding verkregen, is dus het geld niet schuldig en be hoeft geen rente te betalen zoo re deneeren Ged. Staten en zoo dacht ook de raad er over, die besloot die post van 75 te schrappen. De kerke raad heeft den gewezen burgemeester door een advocaat laten aanmanen de ƒ2000 te betalen. Inmiddels schij nen er ook andere stappen te worden gedaan. Naar ik uit vertrouwbare bron verneemt, zijn de gewezen bur gemeester en de gewezen ontvanger beiden door den rechter van instruc tie te Groningen gehoord in deze zaak de gewezen ontvanger als getuige. Bij een voorstel tot onderhandsche verhuring van een woning, in eigen dom aan de gemeente toebehoorende, zeide de oudste wethouder, waarne mend burgemeester, dat deze woning alle jaren ondershands werd verhuurd maar dat de huursom nog nooit op de begrooting was voorgekomen. Naar aanleiding van een schrijven van Ged. Staten van 15 Nov. 1903, wel ke stappen de raad van plan was te doen om de vermiste gelden terug te krijgen, had het college van bur gemeester en wethouders het advies ingewonnen van mr. A. W. Romkes, rijks-advocaat en wethouder der ge meente Groningen. Omtrent de „zoek geraakte" 7000 zeide de adviseur dat z.i. burgemeester en wethouders hier voor verantwoordelijk zijn en dus hiervoor aansprakelijk moeten wor den gesteld. Zij zijn verantwoording schuldig aan den gemeenteraad, al kunnen zij zich ook verhalen op der den. Het viel ons op, dat de advise^der dee leen maar schreef van burgertyt de toe] en wethouders, in het midden lanwaarsch of hij het college van toen of dajzwaren nu bedoelde. jhilleud t Anders is het echter met 6 schulden, ongeveer ƒ5000, die geBLmiT zijn zonder goedkeuring van^^ve Staten. Aangetoond kan wordend en d de gemeente de waarde hiervan^t/moes genoten, de raad heeft autor, verleend om de gelden op te ne hij kan zich aldus de adviseif- niet onttrekken. De raad besloot eenkomstig dit advies te beri aan Ged. Staten, dat hij burgem|~ en Wethouders aansprakelijk! voor de ƒ7000. Ten aanzien van de andere gDe Ams wil de raad meer zekerheid he«derland De raadscommissie heeft nogyaar va kunnen uitvoeren, daar de sti$ogste n verzegeld zijn op het parket te Gi?ziën nii gen. Daarom zal onverwijld denj mensc cier van justitie terugzending cèschaafd zage der stukken worden gevrieer het Na het onderzoek zal de comirorden. komen met voorstellen, bijv. als Een m: aanleiding toe bestaat, tot het lad. hoc gaan van een procedure van d|si meente tegen den gewezen burgeieid van ter. Het is eigenaardig, dat er Jjnewi laatste dagen door de leden vaaelk oob raad zoo'n neiging bestaat om dfco hoog ken zoo spoedig mogelijk af te &t dan Trouwens uit de stukken mqoeten wonderlijke dingen blijken, o.a.»henma het eene jaar 500 en het andere wang ƒ900 uit de armenkas is gestolen. iBeston wie of door wien zal het ondeqet, da? moeten leeren. Ierland Waar de positie van den tegenigealist digen burgemeester (oudste weioeten der) zoo lastig is immers hij Maar klaart zelf betrokken te zijn iajger, is wanbeheer, in zooverre dat hij Men w (zooals trouwens de heele raad)en zeei den tuin heeft laten leiden wer^n ziet zijn voorstel besloten nog een tndien lijken wethouder te benoemen, wteld so toe de heer Edens, de grootste besaderla: der van den burgemeester, toen a milit nog aan was, gekozen werd. |el te c ijnm IJsongelukken. lienstp' Het ijs heeft te Katwijk aan gisteren nog een slachtoffer geeijtobbel eenige kinderen hadden zich niBen te genstaande den dooi van bijna Geeft dagen, op het P.-H.-kanaal gewawaard met het ongelukkig gevolg, dat ian ge er van spoedig er door zakten. ,cl„ werd gered, doch van het andere. 7-jarig zoontje van A. O.. warennen ,m levensgeesten reeds geweken. roudig („L. Dian d< Omtrent van den meldt het L. D. Ongelukken. ie best K UCOI een ongeluk op het tervrinch Staatsspoorweg te Leii Wie V. De 1 De 19-jarige hulparbeider P. v; B., zou zooals gewoonlijk gescl#"s v met 2 andere arbeiders een 5-tal[an laden goederenwagens, niet bevesten m aan de locomotief, doch door dezmilita' beweging gebracht, verder de gojullen renloods induwen, waartoe hij pis Dit nam tusschen den3enen4en wakraf Naar het schijnt ten gevolge vam^__ misgreep, heeft hij van den 4den Pe, gen een duw gekregen, waardoor? buiten de rails viel. Niemand hpens< echter gezien hoe het ongelukkig vFr 8 val is ontstaan. Eerst toen menichril slachtoffer zag liggen, begreep npast i dat iets ernstigs was gebeurd. Dèhet vi middellijk ontboden dr. Timmermfs be kon slechts den dood constateer \ya uitwendig was alleen een wonde ziIonr baar aan een der duimen en kon ru een weinig bloed in mond en w C opmerken. De politie stelde zoo s#ezW! dig mogelijk een onderzoek in, d|flég; van schuld kon in deze niets bïijtjjaarl ineen Algemeene Werkstaking. ?er t-V Fer i Door het Internationaal Sociajjei0f tisch Bureau is aan het Partijbestfcnn. van de S. D. A. P. een rapport vraagd over de „Algemeene Werks king." Het Partijbestuur vroeg de redactie „De Nieuwe Tijd" een voorstudie te maken, en noo£etu- de voor een mondelinge gedach<tvari wisseling uit de Kamerfractie, en zien. redacties van „De Nieuwe Tijd" De „Het Volk". De bijeenkomst hadZfaem dag plaats in „De Kroon" te Amsfe>iis dam en duurde van elf tot zes i,e Zestien partijgenooten waren kernen. J"lCJ In de discussie bleek, dat zeer v?an] schillend over het onderwerp werd ge dacht. Aan het bekende sfcandjMKr01 van de redactie van „De Nieuwe Tijger sloot zich het nauwst aan de meenwou dat de politieke werkstaking wel overc der de gegeven omstandigheden -wel gebrek aan organisatie en aan alLeb, meene deelneming zou afstuiten, m2L,. dat het denkbeeld toch niet moe J geweerd worden uit onze overwegiif zich weer begon te matigen, begon Koert opnieuw. Ik geloof, dat wij beier doen, dit punt niet weer aan te roeren. Het was de eerste, ernstige strijd tusschen ons en onze vriendschap liep toen groot gevaar. Laten wij dat gevaar niet weer oproepen. Maar nog één ding, Bernard vervolg mij niet al tijd met dat: Bij jelui daarginds 1 en: In je geprezen Duitschland! Als i'i er niets van weten wilt maak dat met jezelf uit, je wilde nooit tot de onzen behooren, maar ik ben een Duitsch zeeman en officier en dien toon verdraag ik niet. Blijf je daar bij, dan blijf ik hier niet, dan ga ik dadelijk weer heen. Bernard ontstelde zichtbaar, een oogenblik scheen het, als zou er een uitbarsting volgen, maar daartoe kwam het njet. Hij bedwong zich en antwoordde geen sylabe, maar zijn voorhoofd geleek een onweerswolk. Een langdurig stilzwijgen volgde, geen van de beide jonge mannen toonde lust het onderhoud weer te beginnen. In de groote vreugde van het weerzien was een wanklank ge komen en hij klonk weer even scherp als indertijd, toen hij bijna oorzaak van een scheiding was geweest. De weg, die gedurende het laatste half uur steeds steil naar. boven ge gaan was, bereikte nu zijn toppunt en hier opende zich het uitzicht op de Fjord in al zijn omvang. Diep in de laagte lag de waterspiegel dood stil en door de zon beschenen, maar aan alle kanten waren diepe inham men, die aan de Fjord een uiterst grilligen vorm gaven. Langs den over stonden hier en daar eenzame hoeven en huisjes, waarheen 's win ters bijna geen klank van de buiten wereld doordrong. Slechts in het Noorden, waar de Fjord eindigde, bood een breedere landtong plaats voor een gehucht. Ofschoon de twee vrienden er nog een heel eind van af waren, kon men toch duidelijk ker ken, omliggende huizen en op zich- zelve liggende hoeven onderscheiden die daarbij behoorden. Onmiddellijk daarachter verhieven zich weer de gebergten, en heel boven schemerden de sneeuwvelden van de hoog-geberg- ten, die met hun indrukwekkende vormen den achtergrond afsloten. Bernard hield het paard in, omzijn metgezel ten volle van den aanblik te laten genieten. Dat is Raansdal en daar rechts tegen den berg aan. op dat vooruit springende land ligt mijn Edsviken. Je kunt het met het. bloote oog zien. Prachtigzei Koert, die met be wondering het tafereel in zich op nam. Wat ernstig en somber, maar machtig en grootsch. Nietwaar, ons Noorwegen is schoon zei Bernard. Begrijp je het nu, dat ik heimwee had naar deze rotsen, bosschen en wateren Hij hield plotseling op en ging toen zachter voort Koert, was het je ernst met je bedreiging van zooeven Wil je wer kelijk weer weg Als jij mij zelf wegjaagtklonk het verwijtende antwoord. Ik je wegjagen Nu, je doet er je best toch voor, en ik heb mij zoo verheugd op deze reis en op het wederzien Maar niet zooals ik viel Ber nard hem stormachtig in de rede. Ik heb de dagen en uren geteld, diever- loopen moesten voor je aankomst. Blijf bij mij, Koert, gun mij toch die paar weken, je kunt je niet voorstel len, hoeveel behoefte ik aan je héb. Er lag zoo'n hartstochtelijke bede in die woorden, dat Koert hem ge troffen aankeek. Dat waren nog de blauwe oogen van den knaap, die zoo vijandig konden opvlammen, als hij zich boos maakte maar nu lag er iets anders achter verborgen, iets, waardoor een zware, diepe schaduw in zijn oog lag. De jonge zeeman, die uitvorscljend en ernstig zijn vriend aankeek, ""zag het voor de eerste maal en plotseling stak hij hem de hand toe. Ik blijfzei hij met de oude har telijkheid. Als je mij noodig hebt, ben ik altijd op mijn post in weer wil van alles Bernard haalde verruimd adem, als 1 was hem een last van de borst ge nomen. Hij antwoordde slechts met een handdruk, waarin een woord van dank en berouw lag opgesloten. Toen zette hij het paard aan en in volle vaart ging het wagentje Tjerg- afwaarts op Edsviken aan. Raansdal lag inderdaad afgezon derd van het overige deel der wereld, van de groote verkeerswegen, waar langs des zomers de reizigers zich bewogen. Het was het eenige gehucht aan de Fjord, het middelpunt voor alle een zame hoeven en woonhuizen, die aan de oevers verspreid lagen, maar daar in bestond ook het eenige belangrijke van deze plaats. De verbinding .met de kusten was hoogst gebrekkig en de wegen door en over de bergen wa ren niet geschikt voor een geregeld vreemdelingenverkeer, hetgeen dan ook volkomen ontbrak. Toch deed Raansdal in schoonheid van omgeving niet onder voor eenige andere plaats, maar het was nog niet „ontdekt". In de reisgidsen werd het met enkele regels aangeduid, die wel van een zeer schoon landschap spraken, maar ook de zwarigheden der verbindingen en der huisvesting te berde brachten. Tengevolge daarvan bleef het groo- tendeels onbekend. Zoo nu en dan kwam er eens een verdwaalde toe rist over de bergen, die spoedig weer vertrok en ook dat was een zeldzaam heid. De Raansdalers zochten en wenschten ook volstrekt geen verkeer met de buitenwereld. Zij toonden zich wantrouwend en onvriendelijk tegen iederen vreemde en leefden onder elkaar, zooals zij altijd gewoon geweest waren. Wat ging hun de buitenwereld aan. Het zag er hier nog precies zoo uit als twintig jaar geleden, toen de vreemdeling, de Duitscher, hierheen gekomen was. Joachim Hohenfels had na de breuk met zijn familie nog eenige jaren lang een avontuur lijk leven geleid in Amerika. In het land der vrijheid zocht hij de vrij heid, maar ook daar kon hij het niet uithouden. Teleurgesteld, vervuld van tegenzin over de algemeene jacht naar geld en macht, die aan den an deren kant van den Oceaan nog bru taler en ongevoeliger optrad, keejde hij naar Europa terug. Toen kwam hij toevallig aan de Noorsche kust en in Raansdal, waar hij zich vestigde. Hij was toen ruim dertig jaar, maar de wilde, rustelooze had te snel geleefd en uit den vroe- geren idealist, die zooveel voor het heil der menschheid voelde, was een menschenhater gegroeid. Hij was niet geheel zonder middelen uit Amerika teruggekeerd. Wat hij bezat zou den vroegeren baron Hohenfels een bedelpenning hebben toegeschenen, voor het leven in Raansdal was het voldoende, want hier leidden zelfs de welgestelden een soort van boerenbestaan. Joachim leefde even eenvoudig als zij, maar nooit voelde hij zich onder hen tehuis. Zij begrepen hem niet, 'bleven wantrouwend tegenover herhoo die uit een andere wereld kwam. was en bleef voor hen „de vreemd 7 ling", tot aan zijn dood ton. Met zijn jongen, met Bernard, dieme' hij uit Duitschland haalde. was disch iets anders. Hij groeide in Raansdidai op en groeide vast iu de gewoontldai daar, hij kende en wist niets ander.^0( want de enkele herinneringen Uv-v zijn kindschheid, die hij meebrachj waren spoedig vergeten. Hij was ni!zeb lichaam en ziel aan het Noorsche vaderland gehecht, waar men heron reeds als kind had overgeplant. Ndie den dood van zijn vader cischte anic familie hem wel op. maar hij had aaHv, Harald Thorvik op handslag beloofd,,,' dat hij spoedig terug zou komen, zon dra hij zijn eigen meester was. De rechten waarop Bernard Hohenlijl fels eens als erfgenaam van GunterfWc felsberg aanspraak zou kunnen maeei ken, traden eerst na den dood va!™ zijn oom in werking, maar het ver, mogen van zijn moeder, was hem; toen hij meerderjarig werd, toebeto' deeld. 1 (Wordt vervolgd.) ge re ha zii ill

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 2