Binnenland
Dr. Kuyper te Brussel.
Een der Brusselsche corresponden
ten van de N. R. Crt. schrijft d.d. 10
Januari.
Uw premier, minister Kuyper, is op
dit oogenblik te Brussel de held van
den dag. In de omgeving des Konings
in de ministerieele sferen, is er slechts
van hem sprake. Gisterenavond heeft
de minister van buitenlandsche za
ken te zijner eer een groot diner ge
geven, waarvan de Brusselsche bla
den u ongetwijfeld de bijzonderheden
zullen mededeelen. Wat is het werke
lijke doel der reis van den heer Kuy
per, te Brussel? Te dezen opzichte
heeft men veel dingen verteld, doch
ditmaal heeft de honorabele chef van
het Nederlandsche kabinet, door de
ondervinding geleerd, zich beslist van
confidentiën onthouden.
Zeker is het nochtans dat uw pre
mier naar Brussel gekomen is op het
aandringen van Koning Leopold II.
Deze heeft dr. Kuyper het cordiaalste
onthaal bereid. De heer Kuyper heeft
onzen souverein bijzonder geïnteres
seerd, toen hij hem een omstandig
verhaal gaf van de gebeurtenissen die
verleden jaar in Nederland plaats
hadden tijdens de werkstakingen en
de maatregelen opsomde die door uwe
regeering genomen werden om de
werkstakende en socialistische bewe
ging te bestrijden. Zeker is er kwestie
geweest tusschen onzen Koning en
uwen premier van de Engelsche nota
betreffende den Kongo. En het is niet
moeilijk te raden wat er alsdan voor
gevallen is. De gedachte van den sou
verein van den onafhankelijken Kon-
gostaat is sedert lang bekendmeer
dan eens heeft hij die openlijk of in
geschriften door hem onderteekend
uitgedrukt. Wat niet juist is en in
strijd met hetgeen werd bericht, is,
dat er kwestie zou zijn geweest tus
schen den Koning en den chef van
het Nederlandsch Kabinet van een
speciaal toltractaat tusschen Neder
land en den Kongostaat. Om de
dwaasheid van dergelijk beweren aan
te toonen is het voldoende te zeggen
dat het tractaat van Berlijn, waar
aan Holland zijne goedkeuring hecht
te, zich beslist tegen dergelijke trac-
taten verzet.
Mijne meening is en ik ben over
tuigd den waren weg te bewandelen
dat de Koning, door dr. Kuyper
te Brussel uit te noodigen, van hem
adhaesie heeft willen bekomen voor
de officieele deelneming van Holland
aan de toekomstige tentoonstelling
van Luik.
De Koning heeft deze tentoonstel
ling onder zijn patronage genomen
hij was het die verlangde dat zij zou
plaats hebben en in zekere mate is
hij waarborg gebleven voor haar wel
slagen. Welnu, de zaken gaan nu
juist niet volgens zijn wensch. Ten
gevolge van zijn reis naar Weenen
bekwam hij de adhaesie van Oosten
rijk zijne stappen bij den Koning
van Italië, tijdens het verblijf van
dien vorst te Parijs hadden hetzelfde
resultaatFrankrijk heeft formeel
officieele deelneming beloofd; doch
deze toetredingen verzekeren het wel
slagen niet van eene internationale
tentoonstelling. Duitschland heeft ver
klaard niet te zullen deelnemen, En
geland zwijgt, Rusland en Japan, die
zóó schitterden op de tentoonstelling
van 1900 te Parijs, hebben op dit
oogenblik „andere boonen te doppen"
en het is niet mogelijk op deze landen
te rekenen. De toetreding van Holland
werd gevraagd. Uw land was zeer
prachtig vertegenwoordigd op de ten
toonstelling van 1897, doch ditmaal
zijn de voorstellen aan de handelaren
de nijveraars gedaan, zeer koel ont
vangen en men voorzag hier een vol
ledig échec. Men heeft den heer Kuy
per gevraagd diè ongunstige stroo
ming te keeren.
Ik ben overtuigd dat het zal geluk
ken, indien men niet reeds geslaagd is.
De heer Kuyper zal. alvorens Brus
sel te verlaten, nogmaals ten hove
dineeren.
Heden heeft dr. Kuyper zich naar
Gent begeven, waar hij zal worden
geïnstalleerd 'als lid der Vlaamsche
Academie van België.
De Brusselsche berichtgever van
het „Handelsblad" van Antwerpen
schrijft
..Ik geloof niet, dat ooit een vreemd
staatsman hartelijker is ontvangen,
meer gezocht werd in onze officieele
wereld, dan het geval is met dr. Kuv-
per, eerste Minister van de Koningin
van Holland.
't Is niet de eerste maal, dat hij ons
land bezoekt, maar hij heeft er nooit
zoo lang verbleven en hij was nooit,
voor zoover ik weet, bij den koning
ter tafel geweest.
Hij heeft bij de eerste ontmoeting
aanstonds de sympathie gewonnen
van Leopold II, die met hem lange
gesprekken voerde.
Men mag veronderstellen, dat die
gesprekken geloopen hebben over po
litieke vraagpunten aan de dagorde
maar aangezien geen derde persoon
ze bijwoonde, i6 er geen middel om
het geheim van deze gedachtenwisse-
ling te doordringen.
Daar aan het feestmaal, ten pa-
leize van Brussel gegeven, de koning
een heildronk instelde aan Koningin
Wilhelmina en den voorspoed van
Holland, heeft het gerucht zich ver
spreid en crediet gevonden, dat Mi
nister Kuyper voor zending had een
bijeenkomst voor te bereiden tusschen
zijne jonge Vorstin en den koning
der Belgen.
Hoewel de veronderstelling inhaar-
zelve niet onwaarschijnlijk is, komt
het mij toch voor, dat zij op veel te
onbepaalde aanduidingen berust, om
ze zonder voorbehoud aan te nemen."
Hetzelfde blad meldt, dat ook graaf
De Smet de Naeyer genoodigd was op
het feestmaal dat minister De Fave-
reau Zaterdag ter eere van. onzen mi
nister van binnenlandsche zaken heeft
gegeven, maar dat hij niet aanwezig
kon zijn, omdat hij, wegens een ern
stige ziekte van zijn vader, telegra
fisch naar Gent was geroepen.
De „Soir" roept uitWie zou gezegd
hebben .dat men eens 1830 bijna zou
betreurenMen heeft elkaar be
schimpt, men heeft gevochten. Men
complimenteert elkaar, men omhelst
elkaar. Het blad vindt het merkwaar
dig, dat Belgische bladen, roomscher
dan de paus zelf, in den protestant
Kuyper den „vertegenwoordiger van
een groot idee" zien. De groote idee
in kwestie is verwezenlijkt in Neder
land aaneensluiting tusschen pro
testanten en roomschen. Maar men
twijfelt of dr. Kuyper daarvoor te
Brussel gekomen is.
De „Soir" gelooft, dat men over
een tolverbond onderhandelt. Dat
lijkt haar. daar „het behoud der
kleinen, van welk ras ook, ligt m
aaneensluiting".
En als iemands lijfsbehoud er van
afhangt, bekommert men zich weinig
oin het ras van zijn strijdmakker
allen „racisten" ten spijt.
Van de Belgische bladen weet de
„Petit Bleu" te vertellen, dat de Ne
derlandsche minister Zondagmiddag
in het hotel Métropole een langdurig
onderhoud heeft gehad met den boe
rengeneraal Van Zijl, den wakkeren
helper van generaal Delarey. Waar
over het onderhoud geloopen heeft,
meldt de Petit Bleu niet.
De Réforme spreekt van voortreffe
lijke berichten, als zij gewaagt van
het bezoek van dr. Kuyper en van het
tegenbezoek, mogelijk door den Ko
ning in Den Haag te brengen. Het
blad brengt in herinnering, hoe het
sedert de oprichting niet heeft nage
laten aan te dringen op een toenade
ring tusschen België en Nederland,
die zooveel stoffelijke en geestelijke
belangen gemeen hebben. En meer
dan ooit is België in staat om er voor
deel bij te hebben op dit oogenblik,
nu het nadert aan het eindpunt, waar
zijn eigen talenten het brengen.
De Réforme prijst den Koning, die
hier den eersten stap genomen heeft.
De Arbeid in Nederland.
Verschenen is het „Verslag nopens
het onderzoek naar de voorwaarden
en verhoudingen bij den arbeid in
Nederland, ingesteld door het bestuur
van het Christelijk Arbeids-Secretari-
aat in Nederland."
De commissie vat haar conclusiën
als volgt samen
1. Worden er in menig bedrijf nog
loonen betaald, waarvan het ons een
raadsel blijft, hoe men daarmede in
de behoeften van zich en de zijnen
kan voorzien, al beperkt men zich ook
tot het onontbeerlijkste.
2. Is de arbeidsduur meermalen van
dien aard, dat hij beslist te lang kan
worden genoemd.
3. Wordt zeer willekeurig bij menig
bedi'ijf gehandeld met v^rhooging van
net loon bij overwerken, nacht- en
Zondagsarbeidja, vrij algemeen er
kent men zelfs nog niet het billijke
en noodzakelijke dier verhooging.
4. Komt vrouwenarbeid in beden
kelijke mate voor, vaak met voor de
vrouw weinig passende werkzaam
heden.
5. Werkloosheid (dit ontzettende
verschijnsel), slechts weinig bedrijven
zijn er, die deze niet kennen.
6. Van een leerling-stelsel naar vas
te regelen is slechts bij zeer hooge
uitzondering sprake, en wordt er bij
na algemeen geklaagd over absentie
van opleiding.
7. Vacantie-dagen, met behoud van
loon, cynisch klinkt het ons meerraa-
len te gemoet„zooveel ge maar wilt,
doch zonder loon(werkloosheid).
Echter, ook dit valt op te merken,
"hier en daar geeft men vacantie op
tamelijk milde wijze. Laat ons hopen
dat die voorbeelden aanstekelijk mo
gen werken op die patroons, die va
cantie tot dusver hun werklieden ont
hielden.
8. Boeten en straffen komen bijna
overal en in alle bedrijven voordoch
van een scheidsgerecht is slechts in
een enkel geval sprake. Vrij alge
meen luidt het„bij het bestuur on
zer verecniging komen wij met onze
klachten, dat naar vermogen voor
ons recht opkomt bij de betrokken pa
troons."
9. Aannemen van werklieden zeld
zaam geschiedt zulks bij schriftelijk
contract; bijna altijd mondeling.
10. Hoewel in dit verslag het loon
gemiddeld wordt gegeven ontmoetten
wij overal stuk- of tariefwerk met al
den aankleve van dit stelsel.
11. Fondsen bij ziekte, ouderdom of
overlijden, soms met zorg voor de
begrafeniskosten, hier en daar vindt
men ze, al of niet met medewerking
der patroons. In die gevallen, waarin
de patroon het boetegeld zelf niet be
houdt, komt dit meestal ten bate dier
fondsen.
12. Afdragen voor het gebruik van
gereedschap, vuur en licht, behalve
voor de fondsen, komt meer voor dan
we dachten. Ofschoon niet altijd werd
vermeld, dat zulks wordt gedaan bij
stuk- of tariefwerk, meenen wij tocL
dat het in die omstandigheden wordt
„Over de geuite wenschen met be
trekking tot het loon, arbeidsduur,
bijslag bij overwerk, enz., vrouwenar
beid en leerlingen, zullen wij hier
maar zwijgenzij zijn vele en zeer
onderscheiden. Laat ons hopen en
verwachten, dat de steeds grooter
wordende vakbeweging al deze vraag
stukken, wat meer gepreciseerd, aan
de orde zal stellen.
„In elk gevalvoor zoover wetge
ving der Overheid op voorwaarden en
verhoudingen bij den arbeid invloed
kan oefenen, deze niet langer op zich
zal laten wachten; ook al erkennen
wij de groote moeillijkreden bij dien
arbeid te ontmoeten."
Wel erkennen ze, dat de weesvader
niet altijd met het noodige beleid en
met oordeel is opgetreden, en zij ver
klaren, dat de man herhaaldelijk er
op gewezen is, zijn gebreken zooveel
mogelijk te onderdrukken, en dat
vloeken en ruwe woorden in het wees
huis beslist worden afgekeurd maar
wijl de regenten ook vele goede eigen
schappen bij den vader ontdekten,
hebben zij gemeend, wel wat door de
vingers te kunnen zien, omdat zij
overtuigd waren van zijn goede be
doelingen en goede trouw, ook
omdat vele van de weezen zijn opge
groeid onder levensomstandigheden,
welke zoodanigen invloed hebben ge
had op hun karakter en handelingen
dat de orde niet altijd met zachtheid
is te handhaven.
De weesmoeder is bij het onderzoek
weer gebleken een vrouw te zijn, ten
volle voor haar taak berekend.
Gala costuum voor de leden
van den Ilaad van Beroep.
Uit Alton aar schrijft men aan Het
Volk:
Een mijner kennissen, werkman
lid van den Raad van Beroep, ont
ving van de firma C. Mouwen te Bre
da de volgende prijscourant voor het
gala-costuum zijner waardigheid
1 galarok van zwart cachemire
laken, met zijde-voering en
rijk bewerkte echt zilveren
borduursels 185.
1 gala pantalon van zwart sa-
tin de cour 18.
1 gala pantalon van wit satin
de cour met echt zilveren
galon 34.—
1 steek met echt zilveren bouil
lons en zwarte struisveeren 32.
1 zwarte verlakte steekdoos met
slot 2.75
1 gala-degen met in 't vuur ver
guld en jour bewerkt ge
vest, in zwarte schegde 28.1
1 Porte-épée 3.50
1 castoren degen-foudraal 1.25
1 blikken doos voor gala-uni
form met slot 6.50
een juistere opvatting had plaats ge
maakt. Immers stond de stemming
de eerste maal als twee tegen één, dit
maal stond zij ongeveer vier-en-een-
half tegen één.
De drie kleinere, religieuze organi
saties, hebben eveneens besloten tot
onderhandeling.
De beteekenis van het besluit is, dat
onderhandelingen op positieven
grondslag thans kunnen plaats heb
ben, waarbij de leden zelf altijd het
laatste woord, de beslissende stem
zullen hebben. Wat hen, als resultaat
dier onderhandelingen, zal worden
aangeboden, zullen zij kunnen aan
vaarden als het hun redelijk, zullen
zij kunnen verwerpen als het hun on
redelijk voorkomt. De goede tactiek
van eerst onderhandelen, om te zien
wat daardoor kan worden verkregen,
een tactiek, die vooral in dit geval
door de omstandigheden geboden
was is dus niét prijsgegeven, doch,
ondanks, zeer heftige tegenkanting,
met een solide meerderheid gehand
haafd.
De vreesouders te Almeloo.
Regenten van het Ned. Herv. wees
huis hebben een verslag van hun on
derzoek openbaar gemaakt.
Daarin komen de verhooren voor
van de weesouders, die de beschuldi
gingen tegenspreken of in een geheel
ander licht plaatsen, en die van oud-
verpleegden, deels de aanklagers. Van
deze laatsten hebben niet allen hun
verklaring voor regenten afgelegd
er waren er nl., die niet dan in ge
zelschap van anderen of van de poli
tie wenschten te komen.
De verklaringen van de oud-ver-
pleegden wijken óók nogal af van die
in het politie-rapport.
Er werd beweerd, door den oud-
verpleegde G. Hinnen, dat hij ge
straft was met zesweken opsluiting
(bij dag) op de regentenkamer, zon
der kachel, terwijl 't zoo hard vroor,
dat de bloemen niet van de glazen
kwamen, waardoor hij wegens ernsti
ge aandoening van winterhandenen
voeten ongeveer zes weken onder be
handeling van den dokter geraakte.
De wees-ouders beweren, dat er wel
degelijk vuur op de kamer was, dat
hij aardappelen te schillen kreeg om
zich niet te vervelen, en dat er nooit
sprake was geweest van zes weken
opsluiting of van zulke ernstige ver
wondingen, als het rapport meldt.
Hinnen wenschte niet voor regenten
te verschijnen dan onder geleide van
een politie-agentdit werd niet toe
gestaan.
Dr. van der Wilk' en de oud-ver-
pleegden Geziena Molenhorst enSien-
tje Hinnen verklaarden anders dan
G. H., en het hoofd der school, waar
H. schoolging, zegt dat deze ver
zuimd heeft van 19 Januari tot 26
Maart 1895 tengevolge van de in het
weeshuis heerschende mazelen.
Frederika Molenhorst zei herhaal
delijk, dat de inspecteur van poli
tie niets van haar heeft vernomen van
wat hij haar in zijn rapport laat
zeggen en dat hij haar daar ook niet
naar vroeg.
In het rapport wordt gesproken van
herhaaldelijk gort met wormen; een
getuige verklaarde dat dit tweemaal
voorkwam vóór eenige jareneen
andere sprak van zwarte puntjes, mis
schien wel wormen.
Meer eenstemmig zijn de vele ge
tuigen in hun oordeel, dat de vader
ruw en opvliegend was.
De aantijging, als zou de vader met
niet behoorlijke bedoeling de meisjes
behandelen, werd door geen enkele
getuige bevestigd.
De regenten zijn eenparig van mee
ning, dat hun onderzoek het bewijs
heeft geleverd, dat de politie-rappor-
ten, door den burgemeester verspreid,
het kenmerk van een onpartijdig en
geloofwaardig onderzoek ten eenema-
le missen.
De geheele uitrusting dus
compleet ad 311.
Nu trof het toevallig dat dit werk
man-lid juist na een jaar sparens zich
een winterjas (confectie) had kunnen
verschaffen, om die reden kon hij dus
van deze gelegenheid om zich voor
311 dit gala-costuum te koopen, geen
gebruik maken. Hij nam zich echter
voor wekelijks een dubbeltje weg te
leggen tot bereiking van dit ideaal.
De Zeeland.
Men meldt uit den Haag
De commissie, door den minister
van marine benoemd, onder voorzit
terschap van den kapitein ter zee
Cramer, om een onderzoek in te stel
len naar den toestand van de stoom
ketels van het pantserschip Zeeland,
is met haar taak gereed.
Uit do Diamantwerkersvrereld.
Het Volk schrijft
Nauwelijks was in het begin der
vorige week uitgelekt, dat het Bonds-
bestuur zou adviseeren ten gunste
der door de patroonsvereeniging ge-
wenschte onderhandeling, of op vele
fabrieken ontstond groote onrust en
agitatie. De slechts ten deele bekende
voorstellen, waarvan de toelichting
geheel en al onbekend was, evenals
de motieven die het Bondsbestuur
hadden geleid tot zijn advies, werden
heftig gecritiseerd en bestreden. Er
werd formeele anti-propaganda ge
maakt, die zelfs zóó ver ging, dat
strooibiljetten werden uitgegeven,
waarin de leden tot tegenstemmen
werden uitgenoodigd, terwijl des
avonds aan de zaal nog strooken, met
opwekkingen in gelijken geest, wer
den verspreid.
In de eerste vergadering zelf werd
ook nog heel wat oppositie gevoerd
ook door eenige leden van den Bonds
raad, die behoorden tot de minder
heid van dat lichaam, welke tegen
het bestuursvoorstel had gestemd.
Door anderen werd echter weer dat
voorstel aanbevolen, hetgeen, gevoegd
bij de klemmende betoogen van den
bondsvoorzitter, ten slotte de meening
zoodanig deed keeren, dat een meer
derheid van twee tegen één vóór het
bestuursvoorstel verkregen werd.
In de tweede vergadering was men
aanmerkelijk kalmer. De verhande
lingen van de eerste bijeenkomst had
den hun uitwerking niet gemist. De
uitslag van de stemming bewees dan
ook, dat het aanvankelijk inzicht voor
Een mooie Gemeentehuithouding.
De correspondent van het Hbld. te
Baflo schrijft
„Wie zitt'n op 't oogenblik ien 'n
verwarde rommel."
„Men wordt zat van al dei verwar
ring. Hou eerder 't ofloopen is, hoe
laiver ik 't heb".
„Ik wil de zoak an de loop hem'n.
Ziehier eenige gezegden, die we
hoorden uit den mond van eenige
raadsleden in de raadsvergadering
van Vrijdagavond en die we hier on-
verhollandscht weergeven in het typi
sche dialect, omdat ze zóó zoo juist
den stand van zaken typeeren. Dat de
verwarring inderdaad zeer groot is,
bleek in de eerste plaats uit een
reeks missives van Gedeputeerde Sta
ten, waarin aanmerkingen op de be-
grooting voor 1904 werden gemaakt
(die teruggezonden werd zonder goed
keuring), aanwijzingen gegeven of in
lichtingen gevraagd werden. Voordat
tot lezing en behandeling hiervan
werd overgegaan, werd gelezen het
proces-verbaal van B. en W. over de
kasnaziening. „Da's de eerste moal
zolang ik lid van den road bin" merk
te een der leden komisch op. Maar
laat ons nu het komisch genre laten
varen de zaak is te ernstig.
In de eerste plaats weigeren Gede
puteerde Staten de begrooting goed
te keuren, zoolang niet een post van
75, voor „rente van onbetaalde koop
schat" is geschrapt. Voor eenige jaren
had de gemeente van den kerkeraad
der Ned. Herv. Gem. te Baflo gekocht
het armenhuis voor ƒ2000. De ge
meente sloot een leening van ƒ2000
hiervoor. Maar er werd niet in geld
betaald. De kerkeraad gaf de quitan-
tie af op overlegging van obligatie,
namens de gemeente door den (nu
gewezen) burgemeester geteekend, die
den kerkeraad elk jaar 75 beloofde
als rente. De gemeente heeft echter
voldoende kwijtschelding verkregen,
is dus het geld niet schuldig en be
hoeft geen rente te betalen zoo re
deneeren Ged. Staten en zoo dacht
ook de raad er over, die besloot die
post van 75 te schrappen. De kerke
raad heeft den gewezen burgemeester
door een advocaat laten aanmanen
de ƒ2000 te betalen. Inmiddels schij
nen er ook andere stappen te worden
gedaan. Naar ik uit vertrouwbare
bron verneemt, zijn de gewezen bur
gemeester en de gewezen ontvanger
beiden door den rechter van instruc
tie te Groningen gehoord in deze zaak
de gewezen ontvanger als getuige.
Bij een voorstel tot onderhandsche
verhuring van een woning, in eigen
dom aan de gemeente toebehoorende,
zeide de oudste wethouder, waarne
mend burgemeester, dat deze woning
alle jaren ondershands werd verhuurd
maar dat de huursom nog nooit op
de begrooting was voorgekomen.
Naar aanleiding van een schrijven
van Ged. Staten van 15 Nov. 1903, wel
ke stappen de raad van plan was te
doen om de vermiste gelden terug
te krijgen, had het college van bur
gemeester en wethouders het advies
ingewonnen van mr. A. W. Romkes,
rijks-advocaat en wethouder der ge
meente Groningen. Omtrent de „zoek
geraakte" 7000 zeide de adviseur dat
z.i. burgemeester en wethouders hier
voor verantwoordelijk zijn en dus
hiervoor aansprakelijk moeten wor
den gesteld. Zij zijn verantwoording
schuldig aan den gemeenteraad, al
kunnen zij zich ook verhalen op der
den.
Het viel ons op, dat de advise^der dee
leen maar schreef van burgertyt de toe]
en wethouders, in het midden lanwaarsch
of hij het college van toen of dajzwaren
nu bedoelde. jhilleud t
Anders is het echter met 6
schulden, ongeveer ƒ5000, die geBLmiT
zijn zonder goedkeuring van^^ve
Staten. Aangetoond kan wordend en d
de gemeente de waarde hiervan^t/moes
genoten, de raad heeft autor,
verleend om de gelden op te ne
hij kan zich aldus de adviseif-
niet onttrekken. De raad besloot
eenkomstig dit advies te beri
aan Ged. Staten, dat hij burgem|~
en Wethouders aansprakelijk!
voor de ƒ7000.
Ten aanzien van de andere gDe Ams
wil de raad meer zekerheid he«derland
De raadscommissie heeft nogyaar va
kunnen uitvoeren, daar de sti$ogste n
verzegeld zijn op het parket te Gi?ziën nii
gen. Daarom zal onverwijld denj mensc
cier van justitie terugzending cèschaafd
zage der stukken worden gevrieer het
Na het onderzoek zal de comirorden.
komen met voorstellen, bijv. als Een m:
aanleiding toe bestaat, tot het lad. hoc
gaan van een procedure van d|si
meente tegen den gewezen burgeieid van
ter. Het is eigenaardig, dat er Jjnewi
laatste dagen door de leden vaaelk oob
raad zoo'n neiging bestaat om dfco hoog
ken zoo spoedig mogelijk af te &t dan
Trouwens uit de stukken mqoeten
wonderlijke dingen blijken, o.a.»henma
het eene jaar 500 en het andere wang
ƒ900 uit de armenkas is gestolen. iBeston
wie of door wien zal het ondeqet, da?
moeten leeren. Ierland
Waar de positie van den tegenigealist
digen burgemeester (oudste weioeten
der) zoo lastig is immers hij Maar
klaart zelf betrokken te zijn iajger, is
wanbeheer, in zooverre dat hij Men w
(zooals trouwens de heele raad)en zeei
den tuin heeft laten leiden wer^n ziet
zijn voorstel besloten nog een tndien
lijken wethouder te benoemen, wteld so
toe de heer Edens, de grootste besaderla:
der van den burgemeester, toen a milit
nog aan was, gekozen werd. |el te c
ijnm
IJsongelukken. lienstp'
Het ijs heeft te Katwijk aan
gisteren nog een slachtoffer geeijtobbel
eenige kinderen hadden zich niBen te
genstaande den dooi van bijna Geeft
dagen, op het P.-H.-kanaal gewawaard
met het ongelukkig gevolg, dat ian ge
er van spoedig er door zakten. ,cl„
werd gered, doch van het andere.
7-jarig zoontje van A. O.. warennen ,m
levensgeesten reeds geweken. roudig
(„L. Dian d<
Omtrent
van den
meldt het L. D.
Ongelukken.
ie best
K UCOI
een ongeluk op het tervrinch
Staatsspoorweg te Leii
Wie
V. De 1
De 19-jarige hulparbeider P. v;
B., zou zooals gewoonlijk gescl#"s v
met 2 andere arbeiders een 5-tal[an
laden goederenwagens, niet bevesten m
aan de locomotief, doch door dezmilita'
beweging gebracht, verder de gojullen
renloods induwen, waartoe hij pis Dit
nam tusschen den3enen4en wakraf
Naar het schijnt ten gevolge vam^__
misgreep, heeft hij van den 4den Pe,
gen een duw gekregen, waardoor?
buiten de rails viel. Niemand hpens<
echter gezien hoe het ongelukkig vFr 8
val is ontstaan. Eerst toen menichril
slachtoffer zag liggen, begreep npast i
dat iets ernstigs was gebeurd. Dèhet vi
middellijk ontboden dr. Timmermfs be
kon slechts den dood constateer \ya
uitwendig was alleen een wonde ziIonr
baar aan een der duimen en kon ru
een weinig bloed in mond en w C
opmerken. De politie stelde zoo s#ezW!
dig mogelijk een onderzoek in, d|flég;
van schuld kon in deze niets bïijtjjaarl
ineen
Algemeene Werkstaking. ?er
t-V Fer i
Door het Internationaal Sociajjei0f
tisch Bureau is aan het Partijbestfcnn.
van de S. D. A. P. een rapport
vraagd over de „Algemeene Werks
king." Het Partijbestuur vroeg
de redactie „De Nieuwe Tijd"
een voorstudie te maken, en noo£etu-
de voor een mondelinge gedach<tvari
wisseling uit de Kamerfractie, en zien.
redacties van „De Nieuwe Tijd" De
„Het Volk". De bijeenkomst hadZfaem
dag plaats in „De Kroon" te Amsfe>iis
dam en duurde van elf tot zes i,e
Zestien partijgenooten waren
kernen. J"lCJ
In de discussie bleek, dat zeer v?an]
schillend over het onderwerp werd ge
dacht. Aan het bekende sfcandjMKr01
van de redactie van „De Nieuwe Tijger
sloot zich het nauwst aan de meenwou
dat de politieke werkstaking wel overc
der de gegeven omstandigheden -wel
gebrek aan organisatie en aan alLeb,
meene deelneming zou afstuiten, m2L,.
dat het denkbeeld toch niet moe J
geweerd worden uit onze overwegiif
zich weer begon te matigen, begon
Koert opnieuw.
Ik geloof, dat wij beier doen, dit
punt niet weer aan te roeren. Het
was de eerste, ernstige strijd tusschen
ons en onze vriendschap liep toen
groot gevaar. Laten wij dat gevaar
niet weer oproepen. Maar nog één
ding, Bernard vervolg mij niet al
tijd met dat: Bij jelui daarginds 1 en:
In je geprezen Duitschland! Als i'i
er niets van weten wilt maak dat
met jezelf uit, je wilde nooit tot de
onzen behooren, maar ik ben een
Duitsch zeeman en officier en dien
toon verdraag ik niet. Blijf je daar
bij, dan blijf ik hier niet, dan ga ik
dadelijk weer heen.
Bernard ontstelde zichtbaar, een
oogenblik scheen het, als zou er een
uitbarsting volgen, maar daartoe
kwam het njet. Hij bedwong zich en
antwoordde geen sylabe, maar zijn
voorhoofd geleek een onweerswolk.
Een langdurig stilzwijgen volgde,
geen van de beide jonge mannen
toonde lust het onderhoud weer te
beginnen. In de groote vreugde van
het weerzien was een wanklank ge
komen en hij klonk weer even scherp
als indertijd, toen hij bijna oorzaak
van een scheiding was geweest.
De weg, die gedurende het laatste
half uur steeds steil naar. boven ge
gaan was, bereikte nu zijn toppunt
en hier opende zich het uitzicht op
de Fjord in al zijn omvang. Diep in
de laagte lag de waterspiegel dood
stil en door de zon beschenen, maar
aan alle kanten waren diepe inham
men, die aan de Fjord een uiterst
grilligen vorm gaven. Langs den
over stonden hier en daar eenzame
hoeven en huisjes, waarheen 's win
ters bijna geen klank van de buiten
wereld doordrong. Slechts in het
Noorden, waar de Fjord eindigde,
bood een breedere landtong plaats
voor een gehucht. Ofschoon de twee
vrienden er nog een heel eind van af
waren, kon men toch duidelijk ker
ken, omliggende huizen en op zich-
zelve liggende hoeven onderscheiden
die daarbij behoorden. Onmiddellijk
daarachter verhieven zich weer de
gebergten, en heel boven schemerden
de sneeuwvelden van de hoog-geberg-
ten, die met hun indrukwekkende
vormen den achtergrond afsloten.
Bernard hield het paard in, omzijn
metgezel ten volle van den aanblik te
laten genieten.
Dat is Raansdal en daar rechts
tegen den berg aan. op dat vooruit
springende land ligt mijn Edsviken.
Je kunt het met het. bloote oog zien.
Prachtigzei Koert, die met be
wondering het tafereel in zich op
nam. Wat ernstig en somber, maar
machtig en grootsch.
Nietwaar, ons Noorwegen is
schoon zei Bernard. Begrijp je het
nu, dat ik heimwee had naar deze
rotsen, bosschen en wateren
Hij hield plotseling op en ging toen
zachter voort
Koert, was het je ernst met je
bedreiging van zooeven Wil je wer
kelijk weer weg
Als jij mij zelf wegjaagtklonk
het verwijtende antwoord.
Ik je wegjagen
Nu, je doet er je best toch voor,
en ik heb mij zoo verheugd op deze
reis en op het wederzien
Maar niet zooals ik viel Ber
nard hem stormachtig in de rede. Ik
heb de dagen en uren geteld, diever-
loopen moesten voor je aankomst.
Blijf bij mij, Koert, gun mij toch die
paar weken, je kunt je niet voorstel
len, hoeveel behoefte ik aan je héb.
Er lag zoo'n hartstochtelijke bede
in die woorden, dat Koert hem ge
troffen aankeek. Dat waren nog de
blauwe oogen van den knaap, die
zoo vijandig konden opvlammen, als
hij zich boos maakte maar nu lag
er iets anders achter verborgen, iets,
waardoor een zware, diepe schaduw
in zijn oog lag.
De jonge zeeman, die uitvorscljend
en ernstig zijn vriend aankeek, ""zag
het voor de eerste maal en plotseling
stak hij hem de hand toe.
Ik blijfzei hij met de oude har
telijkheid. Als je mij noodig hebt,
ben ik altijd op mijn post in weer
wil van alles
Bernard haalde verruimd adem, als 1
was hem een last van de borst ge
nomen. Hij antwoordde slechts met
een handdruk, waarin een woord
van dank en berouw lag opgesloten.
Toen zette hij het paard aan en in
volle vaart ging het wagentje Tjerg-
afwaarts op Edsviken aan.
Raansdal lag inderdaad afgezon
derd van het overige deel der wereld,
van de groote verkeerswegen, waar
langs des zomers de reizigers zich
bewogen.
Het was het eenige gehucht aan de
Fjord, het middelpunt voor alle een
zame hoeven en woonhuizen, die aan
de oevers verspreid lagen, maar daar
in bestond ook het eenige belangrijke
van deze plaats. De verbinding .met
de kusten was hoogst gebrekkig en
de wegen door en over de bergen wa
ren niet geschikt voor een geregeld
vreemdelingenverkeer, hetgeen dan
ook volkomen ontbrak.
Toch deed Raansdal in schoonheid
van omgeving niet onder voor eenige
andere plaats, maar het was nog
niet „ontdekt". In de reisgidsen werd
het met enkele regels aangeduid, die
wel van een zeer schoon landschap
spraken, maar ook de zwarigheden
der verbindingen en der huisvesting
te berde brachten.
Tengevolge daarvan bleef het groo-
tendeels onbekend. Zoo nu en dan
kwam er eens een verdwaalde toe
rist over de bergen, die spoedig weer
vertrok en ook dat was een zeldzaam
heid. De Raansdalers zochten en
wenschten ook volstrekt geen verkeer
met de buitenwereld.
Zij toonden zich wantrouwend en
onvriendelijk tegen iederen vreemde
en leefden onder elkaar, zooals zij
altijd gewoon geweest waren. Wat
ging hun de buitenwereld aan.
Het zag er hier nog precies zoo
uit als twintig jaar geleden, toen de
vreemdeling, de Duitscher, hierheen
gekomen was. Joachim Hohenfels
had na de breuk met zijn familie
nog eenige jaren lang een avontuur
lijk leven geleid in Amerika. In het
land der vrijheid zocht hij de vrij
heid, maar ook daar kon hij het niet
uithouden. Teleurgesteld, vervuld
van tegenzin over de algemeene jacht
naar geld en macht, die aan den an
deren kant van den Oceaan nog bru
taler en ongevoeliger optrad, keejde
hij naar Europa terug.
Toen kwam hij toevallig aan de
Noorsche kust en in Raansdal, waar
hij zich vestigde. Hij was toen ruim
dertig jaar, maar de wilde, rustelooze
had te snel geleefd en uit den vroe-
geren idealist, die zooveel voor het
heil der menschheid voelde, was een
menschenhater gegroeid.
Hij was niet geheel zonder middelen
uit Amerika teruggekeerd.
Wat hij bezat zou den vroegeren
baron Hohenfels een bedelpenning
hebben toegeschenen, voor het leven
in Raansdal was het voldoende, want
hier leidden zelfs de welgestelden een
soort van boerenbestaan.
Joachim leefde even eenvoudig als
zij, maar nooit voelde hij zich onder
hen tehuis. Zij begrepen hem niet,
'bleven wantrouwend tegenover herhoo
die uit een andere wereld kwam.
was en bleef voor hen „de vreemd 7
ling", tot aan zijn dood ton.
Met zijn jongen, met Bernard, dieme'
hij uit Duitschland haalde. was disch
iets anders. Hij groeide in Raansdidai
op en groeide vast iu de gewoontldai
daar, hij kende en wist niets ander.^0(
want de enkele herinneringen Uv-v
zijn kindschheid, die hij meebrachj
waren spoedig vergeten. Hij was ni!zeb
lichaam en ziel aan het Noorsche
vaderland gehecht, waar men heron
reeds als kind had overgeplant. Ndie
den dood van zijn vader cischte anic
familie hem wel op. maar hij had aaHv,
Harald Thorvik op handslag beloofd,,,'
dat hij spoedig terug zou komen, zon
dra hij zijn eigen meester was.
De rechten waarop Bernard Hohenlijl
fels eens als erfgenaam van GunterfWc
felsberg aanspraak zou kunnen maeei
ken, traden eerst na den dood va!™
zijn oom in werking, maar het ver,
mogen van zijn moeder, was hem;
toen hij meerderjarig werd, toebeto'
deeld. 1
(Wordt vervolgd.)
ge
re
ha
zii
ill