NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. OE ZAAK EOUARD OE LANOY. De Erfgenaam van het Majoraat. 21e Jaargang. No. 6301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 16 JANUARI 1904. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: PER. DRIE MAANDEN? lliC- ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem - - 1*20 Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. gemeente)811. !T B f f". ,.30 WMgf Groote letters naar plaatsruimte Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post'door'Nederland t65 !gy gjLvYUÏSSKleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. GeïHustreercf Zondagsblad, 'voor Haarlem' I I I 037)1 Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarue No. 6. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31b's Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 16 Januari bevat o. a. De Zaak Eduard de Lanoy, Buitenlandsch Overzicht, De Raadsafdeelingen over de Tram plannen, Binnenl.- en Stadsbe- ricbten. Als Bijvoegsel het vervolg van de Zaak De Lanoy voor de Recht bank. Het moet op de menschen, die hem in betere dagen goed gekend hebben, een diepen indruk hebben gemaakt, toen zij Eduard de Lanoy Donderdag in de bank der beklaagden hebben zien staan, op de plaats der misda digers, verbleekt en verouderd, met een rijksveldwachter naast zich. Die indruk van het verschil tusschen nu en voorheen, heeft zich afgespie geld in den geheelen loop van het rechtsgeding. De beklaagde heeft niet veel harde woorden gehoord, noch van de getuigen, noch van de rech ters en de ambtenaar van het Open baar Ministerie heeft zich er toe be paald te zeggen, dat hij zich schan delijk aan anderer geld heeft vergre pen en dat zijn verblijf te Haarlem een ramp voor de stad is geweest. Méér niet. Het is niet weinig, maar velen hadden allicht meer verwacht. Intusschen moet men zich eenoogen- blik goed in de zaak indenken. Nadat het faillissement van de Noord- en Zuidhollandsche Bank was uitgespro ken, heeft de Lanoy zich wèl van schuld bewust eenige dagen door gebracht in de allerpijnlijkste span ning. Hij wist dat de justitie in de zaak gemengd was, elk belletje aan de voordeur kondigde hem hare komst reeds aan, totdat hij ten slotte zich- zelven is gaan aangeven, overtuigd, dat hij boeten moest. Dat was in September. Nu volgen vier maanden van voortdurend ver hoor, van confrontatie met anderen, totdat hij om te helpen aan 't opma ken van den inventaris wordt terug gebracht in zijn vroegere huis, binnen gesmokkeld door de achterpoort om aan de nieuwsgierigheid van 't pu bliek te ontkomenbesprekingen moet houden met menschen, die hij vroe ger op voet van gelijkheid heeft ont moet en die nu niet weten, hoe ze zich tegenover hem moeten houden, even min als hij het zelf weet. Zijn gezin is vertrokken, maar de stemmen van zijn kinderen moet hij er nog gehoord hebben, terwijl de rijksveldwachter, zwijgend maar ze ker, hem volgt als zijn schaduw, met hem een boterham eet, hem zelfs niet uit het oog verliest, wanneer hij zich een oogenblik afzonderen moet. Op een oogenblik vroeg hij om een sigaar te mogen rooken. Wanneer dat voorbij is, komt de openbare terechtzitting nader, met al den angst, die daaraan verbonden we zen moet. Dan de zitting zelf, het be-i wustzijn, dat een groot publiek hem nieuwsgierig bekijkt, vóór hem de rechters, die hij voorheen misschien min of meer familiaar gekend heeft, de spanning hoe de eisch zal uitvallen. Het is voor een ander niet gemak kelijk, zich in al deze sensaties in te denken, maar wie zich daarvoor eeni ge moeite geeft, zal gevoelen welk een zielelijden deze man moet hebben doorgemaakt tot op den dag van gis teren. Nu volgt nog de spanning tot den dag der uitspraak, dan komt het oogenblik, waarop de gewone klee ding wordt verwisseld met het geel grijze boevenpak, de eenzaamheid van de cel, waarin men niet meer een mensch, maar een nummer is en ten slotte, het pijnlijk moment van den terugkeer in de maatschappij, onder de menschen, die weten en die laten voelen Waarlijk, het is geen overgevoelig heid om even stil te staan bij wat de ze man in de laatste maanden heeft doorleefd en later nog doorleven zal zoo tienvoudig pijnlijk, omdat het zoo verschillend is van het standpunt, dat hij vroeger in de Haarlemsche sa menleving innam. Buitenlandsck Overzicht ,Toch zouden we ons zeer vergissen, wanneer niet het pleidooi van den verdediger bij velen een zekere wreve ligheid had opgewekt. Er waren ver zachtende omstandigheden het feit van zijn eenvoudig leven, van de ar moede, waartoe hij zelf vervallen is, van zijn blijven, terwijl hij gemakke lijk had kunnen vluchten, zelfs tot zekere hoogte van zijn onbekwaam heid. Had de verdediger dè.arop alleen het volle licht laten vallen, dan zou zeker niemand hem dat kwalijk heb ben genomen. Maar het maakt een eigenaardigen indruk, dat Mr. Jolles, terwijl zijn cliënt zelf alles op zich neemt en dus als het ware vraagt om boete te doen door straf, zijn kracht zoekt in een juridische finesse en vrij spraak vraagt, op grond hiervan, dat de Noord-Zuidhollandsche Bank zou hebben verduisterd en niet de Lanoy. Op het argument zelf gaan wij niet in de Rechtbank zal daarover haar oordeel spoedig uitspreken en, zonder daarop vooruit te loopen, willen wij doen opmerken, dat hare weigering om den beklaagde in vrijheid te stel len, voorloopig niet aan instemming met het systeem van den verdediger denken doet. Toch is er, al kan den verdediger het recht om alles wat in het voordeel van zijn cliënt wezen kan te berde te brengen, niet ontzegd wor den, iets hinderlijks in dit betoog. En dat te meer, waar de beklaagde zelf daar staat als een zondaar, die boete wil doen en zijn advocaat gevraagd heeft, hem niet schoon te wasschen. Zal hij dan zonder boete te doen, al thans zonder zijn boete te voleindigen, vrij uit kunnen gaan, alleen om een leemte in de wet? Het openbare bil lijkheidsgevoel zou daardoor pijnlijk getroffen wezen. En waarlijk niet omdat de publieke opinie een slachtoffer wenscht. Hoe ontzaglijk veel leed deze beklaagde ook aan velen heeft berokkend, van wraakgeroep, mogelijk vernomen in de dagen der eerste ontsteltenis, hoort men niet meer. Maar de publieke meening is hierin logisch, dat zij verlangt, dat waar schuld is ook straf zal zijn. De be-' klaagde zelf, wanneer zijn berouw oprecht gemeend is (waaraan we niet mogen twijfelen) zou het moeten be jammeren, wanneer hij om zulk een motief zijn straf zou ontgaan. De berichten uit het VERRE OOSTEN gelijken heden meer dan ooit een pot pourri, zoowel de vriend van een vre delievende oplossing als de voorstan der van gewapend optreden vindt er van zijn gading in. We laten ze dan ook maar zonder er iets van te zeg gen hier volgen. Een telegram uit St. Petersburg I naar New-York zegt, dat de Tsaar op de Nieuwjaarsreceptie in het Winter- paleis zeide „Ik wensch alles te doen wat in mijn vermogen is om den vrede in het Verre Oosten te bewa ren." Hajasji, de Japansche gezant te Londen, heeft aan Reuter's bureau medegedeeld, dat hij Japan's ant woord aan Rusland heeft ontvangen. De -ezant voegt er bij. dat het geens zins een ultimatum is, noch een tijd bepaalt voor de beantwoording. Het is in vredelievenden toon gesteld, masf beslist flink. Japan heeft zijn positie ten aanzien der voornaamste eischen. die wij gesteld hebben, in geen enkel opzicht gewijzigd. De hoofdpunten in het antwoord zijn een herhaling van onze oorspronkelij ke voorwaarden betreffende onze stel ling in Korea en Mantsjoerije. Een der voornaamste, zoo niet het hoofd punt, waarop wij aandringen, is Chi na's souvereiniteit over Mantsjoerije. De Japansche gezant te Washing ton heeft minister Hay medegedeeld, dat Japan's antwoord neerkomt op een weigering van alle belangrijke voorstellen van Rusland, terwijl Ja- pan's tegenvoorstellen van zoodanigen j aard zijn, dat zij bijna zeker voor Rusland onaannemelijk zijn. Dienten gevolge beschouwt men te Tokio den toestand met groot pessimisme. Volgens een telegram uit St. Peters burg aan de „Patrie" is men sedert 24 uur in diplomatieke kringen ten gevolge van uit het Verre Oosten ge komen telegrammen overtuigd, dat Japan vast besloten is het geschil door de wapenen te beslechten. Een Japansch diplomaat te Pariis heeft in een onderhoud verklaard, dat Rusland's antwroord op Japan's nieu- we nota geen bevrediging geeft, de status quo ante zal blijven bestaan. De geruchten van oorlog hebben geen enkelen ernstigen grond. Japan zal waarschijnlijk in geen geval oorlog verklaren, maar den aanval afwach ten. De diplomaat is echter zeker, dat het tot een vreedzame oplossing zal komen. Het Russische linieschip „Osljabja" is te Port Said aangekomen. De Engelsche kruiser „King Alfred" en de Russische „Dimitri Donskoj" zijn te Suez aangekomen en nemen kolen in. De „Kasoega" en de „Nis- jin", de beide nieuwe Japansche sche pen, zijn in het kanaal. Twee groote schepen der Russische vrijwillige vloot, vol troepen, zijn den Bosporus doorgevaren op weg naar het Verre Oosten De Vereenigde Pers te New-York verneemt uit Tokio, d.d. 14 dezer Gisteren heeft Komoera achtereen volgens een bezoek gebracht bij Ito, Kïtsöera, den Keizer en den Russi- schen gezant. Men gelooft, dat Ko moera zelf Japan's antwoord aan Ro sen heeft overhandigd. Men zegt, dat het geen ultimatum is, maar in tegelijk gematigden en flinken toon is gesteld. Het handelt grootendeels over Koreaansche aangelegenheden, aangezien men Japan krachtig gera den heeft, niet om Mantjoerije alleen te gaan vechten. De Parijsche Matin" zegt, dat er volgens inlichtingen, geput uit de beste bron, alle reden is om aan te nemen, dat de Engelsche regeering er over denkt in het Uiterste Oosten tus- schenbeide te komen op vriendschap pelijke wijze, door het aanbieden der „goede diensten", zooals de Haagsche Vredesconferentie het heeft genoemd. In diplomatieke kringen gelooft men, dat dit optreden alle kans van slagen zal hebben. De „Times" verneemt uit Peking In diplomatieke kringen wordt alge meen hét voorstel, dat Rusland aan Japan heeft gedaan, onaannemelijk, vernederend en tartend geacht. Een gezant noemde de Russische nota on beschaamd. Deze houding van de Rus sen tegenover de kalme en waardige houding van Japan heeft, volgens den correspondent der „Times", in China de openbare meening ten gunste van Japan bekeerd. De Russische politiek heeft de Chineezen de oogen geopend en hen in Japan's armen geworpen. De „Daily Mail" verneemt uit To kio Het antwoord van Japan op de Russische nota is gisteren aan den Russischen gezant overhandigd. Het antwoord is hoffelijk gesteld, ademt vrede, maar is toch ferm van toon. Het hei-haalt dat Japan niet kan te rugtreden en Rusiand's voorstel be treffende Mantjoerije en Korea aan vaarden. Daarom verzoekt het Rus land dat voorstel te herzien. Japan stelt geen termijn voor het antwoord van Rusland. De „Daily Mail" verneemt uit Së- oelEr komen hier voortdurend vreemde troepen aan; gisteren hon derd man Russen met twee kanon nen. De Amerikanen bewaken het station en de electrische werkplaat sen, ook omdat de Ivoreanen roerig worden en een dreigende houding aannemen. Aan zevenduizend man Koreaansche troepen in Sëoel zijn de scherpe patronen ontnomen. Er is een keizerlijk edikt verschenen, waar in het heet, dat wanneer de Koreanen hun zelfstandigheid verliezen, zij dat 'te wijten zullen hebben aan hun eigen zwakheid en lijdelijkheid. Een ander edikt beveelt de Koreaansche troepen, wanneer de vreemdelingen onder elkaar beginnen te vechten, zich er buiten te houden. Naar het heet, heeft de keizer drie millioen jen onder een schuilnaam bij een bank te Sjanghai belegd, en elders ook nog geld. De bevolking volgt dat voorbeeld. Inmiddels koo- pen Chineezen al het beschikbare land op. Een Engelschman, pas uit Mant sjoerije teruggekeerd, vertelt, dat de Russen druk oorlogstoerustingen ma ken. Zij zullen, als het tot vechten komt, den heiligen oorlog afkondigen. De Russische soldaten zweren den dood aan de gele duivels. In een bekendmaking van het de partement van buitenlandsche zaken te Washington wordt gesproken over lie voordeelen. die ten gevolge van het pas gesloten Chineesch-Ameri- kaansche verdrag uit de openstelling van Moekden en Antoeng in Mantsjoe rije kunnen voortvloeien. Ook ge waagt het stuk van de openstellig van Ta-toeng-kou tengevolge van het Chineesch-Japansche verdrag. De vestiging van Amerikaansche en an dere consuls in die plaatsen zal veel bijdragen tot de toepassing van het beginsel der open deur, waaraan Amerika zich onvoorwaardelijk houdt en zal medewerken tot het behoud van China's grondgebied en van zijn bestuur over Mantsjoerije. Van de socialistisch-radicale partij in FRANKRIJK, die 115 afgevaardigden telt, hebben zich niet minder dan 50 leden afge scheiden, terwijl nog een groot aan- tal leden op het punt staat hetzelfde te doen. Naar gezegd wordt zouden de uitgetredenen van plan zijn een nieu we partij te vormen onder den naam van socialistische hervormings-partij en inet de eigenlijke socialisten in nauwe gemeenschap willen treden. Men acht het niet onmogelijk zegt de „Frankf. Ztg." dat Mille- rand, onlangs door de socialisten van het Seine-departement uit hun gele deren gebannen, van deze nieuwe par tij de leider zal worden. De oppositie-pers ziet in de geringe meerderheid, die Brisson voor het Kamer-presidium vei-kreeg en in de nederlaag van Jaurès voor het vice- presidentschap een teeken voor „de beginnende omzetting der regeerines- meerderheid", ofschoon zij toegeeft, dat het aan deze meerderheid wel gelukken zal, de regeering nog eeni- gen tijd op het kussen te houden. Ook door de republikeinsche bladen worden intusschen de povere zege door Brisson behaald en de nederlaag, y/el- ke Jaurès heeft geleden, ten zeerste be treurd. De socialistische „Petit Ré- publique", alsmede de radicale „Lan- terne" haasten zich echter te verkla ren, dat het verraad door eenige ra dicaal-socialisten gepleegd", toch op de Kamer-meerderheid geen invloed zal hebbenen dat de socialisten aan het „bloc" getrouw zuUen blijven. Over hetgeen is voorgevallen in den boezem der radicaal-socialistische fractie, deelt de „Radical" mede, dat het besluit om de candidatuur van Dublefs te handhaven, slechts door overrompeling is tot stand kunnen I komen. Volgens dit blad ook, zouden nog alle verdere leden der „oude fractie" het voornemen koesteren, zich bij de 50 uitgetreden leden der partij aan te sluiten, zoodat er ten slotte geen vrees bestaat voor een verdwijnen der „radicaal-socialistische partij", doch j slechts van eene absolute afscheiding van de fractie Hubbard-Bos, die bij elke gelegenheid de eenheid der re publiek in gevaar bracht. In de Fransche Kamer deelde Bris son gisteren mede, dat hij een ver zoek tot het houden van een interpel latie over de uitzetting van den Elzas- ser pastoor Delsor had ontvangen, j Combes stelt voor de interpellatie een week uit te stellen. De geheele rechterzijde eischt onmiddellijke be- spreking. Ribot zegt, dat het geen gebruik is om uitstel aan de regeering te wei geren, maar met het oog op dit inci dent verwondert hij zich, dat de re geering niet de eerste is om een be spreking, die noodig is, te verlangen. De maatregel is niet genomen zonder bepaalde beweegredenen, en die moet de regeering kennen. Heeft de prefect instructies gevraagd aan de regee ring? Gaat gij bij hem inlichtingen inwinnen of elders Uitstel kan het land slechts tot nadeel strekken. Combes teekent met alle macht ver zet aan tegen Ribot's betoog. Deze schijnt te willen insinueeren, dat wij uit den vreemde inlichtingen wachten, die wij noodig zouden heb ben om te kunnen discussieeren. Zul ke taal is onwaardig. Als ooit een partij een beroep op het buitenland heeft gedaan, dan is het niet de zijne. Van deze partij zijt gij en zult gij blijven de bondgenoot: gij zijt de bondgenoot van de mannen, die haar vertegenwoordigen binnen deze mu ren. Combes houdt dus aan op een verwijzing naar over acht dagen. Na een langdurig debat, en nadat verschillende redenaars zich voor en tegen het uitstel hebben uitgesproken, wordt bepaald, dat de interpellatie over acht dagen zal Dlaats hebben. Stadsnieuws Be Raads-afdeelingen OYer de Tramplauueu. Den 30sten December zijn, naar men weet, de tramplannen in de afdeelin- gen van den Gemeenteraad ter spra ke gekomen. In de eerste afdeeling bracht men eenstemmig hulde aan B. en W. voor de wijze, waarop dezen hun standpunt heb ben uiteengezet. Er werd de wensche- lijkheid betoogd van afzonderlijke werkmanstarieven, op bepaalde uren van den dag en gewezen op het late aanvangsuur van den dienst van de E. N. E. T. Tevens werd gevraagd, of de Raad bevoegd is, de aanvangs- en sluitingsuren vol ledig voor te schrijven, ook met het oog op aansluiting aan de eerste en laatste treinen der Noord-Zuidhol landsche Stoomtram-Maatschappij wanneer deze laatste haar eindpunt vond bij het Blauwbruggetje. Over dit terugdrijven tot het Blauw bruggetje werd gevraagd, of het wel overeenkomt inet de waardigheid der gemeente. Een lid zou met het oog op de belangen van de bewoners van Haarlem en omgeving, de E. N. E. T. voor dit oogenblik niet willen ver plichten, haar lijnen tot het Blauw bruggetje door te trekken. De wenschelijkheid werd betoogd, de lijn niet over de Ged. Oude Gracht doch door de Zijlstraat te leggen. In de tweede afd. verklaarde een lid zich vóór het behoud van een paardentram midden door de stad, een ander wenschte rekening te hou den met de financieele belangen en de draagkracht der betrokken maat schappijen, daar deze tot dusver geen schitterende financieele resultaten kunnen aanwijzen en het zeker in 't algemeen belang is, dat het tram- vervoer hier geschiedt door ,een fi nancieel krachtige maatschappij. Hierbij sloten meerdere leden zich aan. Eén lid wenschte juist daarom de voorstellen van B. en W. te steu nen, die z. i. ook zijn in 't belang der maatschappij. De meerderheid in deze afdeeling achtte het wenschelijk, de hartlijnen met dubbel spoor te laten berijden, in de eene richting door de Smedestraat, Groote Markt, Koningstraat en Gier straat, in de andere langs de bestaan de route. Een lid is het hiermee niet eenshij wil zoo weinig mogelijk straten onveilig maken door tramwa gens en rails. Weer een ander zou wenschen dat de lijn eerst op de Groote Markt rich ting den Hout gesplitst werd in twee lijnen. De groote meerderheid der leden is voor vaste stopplaatsen, niets is vol doend aantal, een lid acht onbillijk de stoomtram terug te dringen tot hét Blauwbruggetje en de E. N. E. T. de exploitatie op te dringen van een lijntje, dat z. i. niet rendeeren kan. Meerdere leden zijn het hiermee niet eens en achten een voldoende en alle partijen bevredigende aansluiting vol strekt niet onmogelijk. In de derde afd. werd het denk beeld geopperd om de stoomtramlijn te verleggen langs Emmauslaan en Wagenweg naar het Plein, maar ook bestreden op grond hiervan, dat men dit de Maatschappij niet kan opleg- Feuilleton. Naar het Duitsch van E. VON WERJNER. Speciaal bewerkt voor Haarlem's Dagblad. 15) Om je afwijzing te verontschul digen, die bijna beleedigend was. Hij wist niet, wat hij er van denken moest, ik zag het aan zijn gezicht. Misschien zal hij nu denken, dat je zoo iets heelemaal niet begrijpt Ik begrijp het ook niet, zei Hil- dur kalm. Laat jij je zooveel aan zijn meening gelegen liggen? Dat was niet als verwijt bedoeld, maar Bernard beschouwde het als zoodanig, hij beet zich op de lippen en antwoordde met onderdrukte woe de Ik meen jou en allen hier toch bewezen te hebben, dat ik in staat ben zelfstandig te denken en te han delen, maar de meening van Koert is mij inderdaad niet onverschillig. Bij ons is men nu eenmaal dergelijke din gen niet gewoon en men behoeft op Guntersberg niet te weten, dat mijn meisje in het huis van haar vader het goed verstelt. Hildur zag er meer verbaasd dan gekwetst uit bij die terechtwijzing, de eerste, die zij kreeg en die zij zich niet verklaren kon. Bernard verkeer de toch al langer dan een jaar in het huis van haar vader en had haar dik wijls, ook na hun verloving, aan zulk werk bezig gezien, zonder daaraan eenige aanstoot te nemen. Nu scheen hem dat plotseling als een soort ver nedering voor te komen en voor den eersten keer gebruikte hij de uit drukking „Bij onsAls hij dat vroeger zei, meende hij Raansdal, nu bedoelde hij Guntersberg. Hildur werd door een onaangename gewaar wording bevangen, maar zij had geen tijd daarover na te denken, want haar vader keerde al weer terug met de beide anderen en dezen zorgden er goed voor, dat het gesprek niet. begon te verflauwen. Ditmaal nam ook Bernard met groote levendigheid daaraan^deel en Hildur deed ten minste haar best dat ook te doen, maar het wilde haar niet recht gelukken. Alles wat zij zei, klonk zoo zwaar en ernstig en zij voelde zich steeds minder op haar gemak, toen zij zag, dat haar Bernard in tegenwoordigheid van zijn vriend een heel ander mensch was. Zij kende alleen den norschen, gesloten Ber nard Hohenfels, die ook tegenover haar zich nooit van een andere zijde had doen kennen, en zij had dat beschouwd als een eigenaardigheid van zijn karakter, die men hem niet kwalijk moest nemen. Nu kwam er leven in hem, toen Koert eenige din gen uit vroegere jaren aanroerde, die zij samen ondervonden hadden, nu kon hij ook vertellen met levendige gebarener scheen ehm plotseling een last van het hart genomen. In de stille, ernstige 'kamers van de pastorie was het misschien nog nooit zoo uit bundig vroolijk toegegaan als heden en het opgewekte lachen van Inga klonk telkens weer tusschen het spre ken door. Dominé Eriksen had er ook schik in, hij genoot van de vroolijk- heid zijner jonge gasten en dreigde alleen van tijd tot tijd zijn overmoe dige nicht schertsend met den vin ger. Het was een vroolijk, ongedwon gen gezelschap en Bernard had alle reden tevreden te zijn over dit eerste bezoek van zijn vriend, dat hij met eenige bezorgdheid had tegemoet ge zien. De beide heeren waren blijven eten en gingen pas laat op den middag naar huis terug. Edsviken lag ongeveer een half uur buiten Raansdal en de weg, die langs den oever liep, had een schoon uitzicht over het Fjord. Koert had groote belangstelling voor iedere uitstekende rots en voor eiken bocht, want het Noorsche land schap trok hem buitengemeen aan, maar toen zij nu een boschje door gingen en het uitzicht eenige minuten lang voor de wandelaars verborgen was, vroeg hij plotseling Waarom heb je aan je meisje verraden, dat wij gisterenmiddag al vroeg in Raansdal ziin aangekomen Nu zal zij mij natuurlijk de schuld geven van je late komst en ik droug ér gisteren nog op aan, om dadeliik naar de pastorie te gaan, maar je stond er op, mij eerst je Edsviken te laten zien. Bernard keek hem in 'teerst zeer verwonderd aan, toen lachte hij. Och, kom Dacht je, dat Hildur het kwalijk genomen had Neen, zoo sentimenteel zijn wij niet in Raans dal. Hier ziin de vrouwen gewoon, dat de mannen dagen lang daarbui ten op de zee blijven, en bij den te- terugkeer worden zij heel kalm verwel komd, dat is alles. Nu ja, bij de schippers en vis- schers, die voor hun beroep telkens weg moeten. Maar jij was alleen voor je genoegen op zee gegaan en je bent voorloopig alleen no~ maar verloofd. Maar voor verliefdheid ben ik nooit aangelegd geweest. Gelukkig verwacht Hildur dat ook heelemaal niet. Zij zou het heel grappig vinden, als ik haar na een scheiding van een paar dagen ging vertellen van heim wee naar haar. Jij denkt natuurlijk aan de manier, waarop verloofden in Duitschland zich gedragen. Koert, hier worden de meisjes heel anders op gevoed, hier leeren zij vroeg de ruwe werkeliikheid kennen en daarmee re kening houden Dat geldt toch zeker alleen voor Raansdal, wierp Koert hiertegen in. Hier schijnt men zich weinig om be tuigingen van hartelijkheid te be kreunen, maar mejuffrouw Lund- gren zou het haren verloofde niet vergeven, reken daarop. Ik ben haar nog vreemd en toch heb ik er al voor moeten boeten, dat ik haar zoo onridderlijk in de boot zitten liet. Inga is in de stad opgegroeid en heeft in Christiania haar opvoeding voltooid, bovendien is zij als eenige dochter van een rijken groothande laar en reeder een welbegeerde partij en dat heeft het kleintje natuurlijk overmoedig gemaakt. Ik zou zoo'n teer, verwend poppetje niet kunnen gebruiken, daarom ben ik met Hildur veel beter klaarHildur moest na den dood van haar moeder al vroeg zeer ernstige plichten op zich nemen en heeft nooit tijd gehad om zich met beuzelarijen in te laten. Zij neemt het leven en het huwelijk, zoo als het werkelijk is, niet zooals het in een of ander romantisch meisjes hoofd schijnt. Zoodoende vormen zich degelijke, krachtige vrouwen, zooals wij ze hier alleen kunnen gebruiken, en het gevolg is een goed huwelijk. Maar een zeer nuchter huweliik voltooide de jonge zeeman. Je moet mij niet kwalijk nemen, maar het zal bij jelui op Edsviken op die wijze vervelend worden. Ik zou ten minste niet verlangen naar een huwelijk, waarbij het zoo buitengemeen ver standig toegaat, waarbij het beetje poëzie en romantiek als overbodig in den hoek gezet wordt en heelemaal niet op den voorgrond mag komen dan kibbel ik maar liever met mijn vrouw. Een heerlijk vooruitzicht voor jou aanstaande huwelijk spotte Ber nard. Ik houd meer van de huiselijke vrede. Zeker omdat je zelf zoo buiten gewoon vredelievend bent? Vroeger was je altijd direct in vuur en vlam maar in dat opzicht schijn je de wijs heid wezenlijk in pacht te hebben. Geluk er mede Dank jeklonk het ironische antwoord. Voor dezen keer moet je het in Edsviken nog zonder huis vrouw voor lief nemen, ik hoop. dat je je later eens overtuigen zult, dat wij het heel goed zonder romantiek kunnen stellen. Daar is toch einde lijkmijn „Freia"! Ik verwachtte haar vanmorgen al, maar zij kon zeker niet vooruitkomen met die windstilte. Zij wuren het boschje weer uitge komen, voor hen lag Edsviken en in den kleinen bocht voor het landgoed lag het zeiljacht voor anker. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1