NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
OE ZAAK EOUARD OE LANOY.
De Erfgenaam van
het Majoraat.
21e Jaargang.
No. 6301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ZATERDAG 16 JANUARI 1904.
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
PER. DRIE MAANDEN? lliC- ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem - - 1*20 Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
gemeente)811. !T B f f". ,.30 WMgf Groote letters naar plaatsruimte Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per post'door'Nederland t65 !gy gjLvYUÏSSKleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
GeïHustreercf Zondagsblad, 'voor Haarlem' I I I 037)1 Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarue No. 6.
de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31b's Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van
16 Januari bevat o. a.
De Zaak Eduard de Lanoy,
Buitenlandsch Overzicht, De
Raadsafdeelingen over de Tram
plannen, Binnenl.- en Stadsbe-
ricbten.
Als Bijvoegsel het vervolg van
de Zaak De Lanoy voor de Recht
bank.
Het moet op de menschen, die hem
in betere dagen goed gekend hebben,
een diepen indruk hebben gemaakt,
toen zij Eduard de Lanoy Donderdag
in de bank der beklaagden hebben
zien staan, op de plaats der misda
digers, verbleekt en verouderd, met
een rijksveldwachter naast zich.
Die indruk van het verschil tusschen
nu en voorheen, heeft zich afgespie
geld in den geheelen loop van het
rechtsgeding. De beklaagde heeft niet
veel harde woorden gehoord, noch
van de getuigen, noch van de rech
ters en de ambtenaar van het Open
baar Ministerie heeft zich er toe be
paald te zeggen, dat hij zich schan
delijk aan anderer geld heeft vergre
pen en dat zijn verblijf te Haarlem
een ramp voor de stad is geweest.
Méér niet. Het is niet weinig, maar
velen hadden allicht meer verwacht.
Intusschen moet men zich eenoogen-
blik goed in de zaak indenken. Nadat
het faillissement van de Noord- en
Zuidhollandsche Bank was uitgespro
ken, heeft de Lanoy zich wèl van
schuld bewust eenige dagen door
gebracht in de allerpijnlijkste span
ning. Hij wist dat de justitie in de
zaak gemengd was, elk belletje aan
de voordeur kondigde hem hare komst
reeds aan, totdat hij ten slotte zich-
zelven is gaan aangeven, overtuigd,
dat hij boeten moest.
Dat was in September. Nu volgen
vier maanden van voortdurend ver
hoor, van confrontatie met anderen,
totdat hij om te helpen aan 't opma
ken van den inventaris wordt terug
gebracht in zijn vroegere huis, binnen
gesmokkeld door de achterpoort om
aan de nieuwsgierigheid van 't pu
bliek te ontkomenbesprekingen moet
houden met menschen, die hij vroe
ger op voet van gelijkheid heeft ont
moet en die nu niet weten, hoe ze zich
tegenover hem moeten houden, even
min als hij het zelf weet.
Zijn gezin is vertrokken, maar de
stemmen van zijn kinderen moet hij
er nog gehoord hebben, terwijl de
rijksveldwachter, zwijgend maar ze
ker, hem volgt als zijn schaduw, met
hem een boterham eet, hem zelfs niet
uit het oog verliest, wanneer hij zich
een oogenblik afzonderen moet. Op een
oogenblik vroeg hij om een sigaar te
mogen rooken.
Wanneer dat voorbij is, komt de
openbare terechtzitting nader, met al
den angst, die daaraan verbonden we
zen moet. Dan de zitting zelf, het be-i
wustzijn, dat een groot publiek hem
nieuwsgierig bekijkt, vóór hem de
rechters, die hij voorheen misschien
min of meer familiaar gekend heeft,
de spanning hoe de eisch zal uitvallen.
Het is voor een ander niet gemak
kelijk, zich in al deze sensaties in te
denken, maar wie zich daarvoor eeni
ge moeite geeft, zal gevoelen welk een
zielelijden deze man moet hebben
doorgemaakt tot op den dag van gis
teren. Nu volgt nog de spanning tot
den dag der uitspraak, dan komt het
oogenblik, waarop de gewone klee
ding wordt verwisseld met het geel
grijze boevenpak, de eenzaamheid van
de cel, waarin men niet meer een
mensch, maar een nummer is en ten
slotte, het pijnlijk moment van den
terugkeer in de maatschappij, onder
de menschen, die weten en die laten
voelen
Waarlijk, het is geen overgevoelig
heid om even stil te staan bij wat de
ze man in de laatste maanden heeft
doorleefd en later nog doorleven zal
zoo tienvoudig pijnlijk, omdat het
zoo verschillend is van het standpunt,
dat hij vroeger in de Haarlemsche sa
menleving innam.
Buitenlandsck Overzicht
,Toch zouden we ons zeer vergissen,
wanneer niet het pleidooi van den
verdediger bij velen een zekere wreve
ligheid had opgewekt. Er waren ver
zachtende omstandigheden het feit
van zijn eenvoudig leven, van de ar
moede, waartoe hij zelf vervallen is,
van zijn blijven, terwijl hij gemakke
lijk had kunnen vluchten, zelfs tot
zekere hoogte van zijn onbekwaam
heid. Had de verdediger dè.arop alleen
het volle licht laten vallen, dan zou
zeker niemand hem dat kwalijk heb
ben genomen. Maar het maakt een
eigenaardigen indruk, dat Mr. Jolles,
terwijl zijn cliënt zelf alles op zich
neemt en dus als het ware vraagt om
boete te doen door straf, zijn kracht
zoekt in een juridische finesse en vrij
spraak vraagt, op grond hiervan, dat
de Noord-Zuidhollandsche Bank zou
hebben verduisterd en niet de Lanoy.
Op het argument zelf gaan wij niet
in de Rechtbank zal daarover haar
oordeel spoedig uitspreken en, zonder
daarop vooruit te loopen, willen wij
doen opmerken, dat hare weigering
om den beklaagde in vrijheid te stel
len, voorloopig niet aan instemming
met het systeem van den verdediger
denken doet. Toch is er, al kan den
verdediger het recht om alles wat in
het voordeel van zijn cliënt wezen kan
te berde te brengen, niet ontzegd wor
den, iets hinderlijks in dit betoog. En
dat te meer, waar de beklaagde zelf
daar staat als een zondaar, die boete
wil doen en zijn advocaat gevraagd
heeft, hem niet schoon te wasschen.
Zal hij dan zonder boete te doen, al
thans zonder zijn boete te voleindigen,
vrij uit kunnen gaan, alleen om een
leemte in de wet? Het openbare bil
lijkheidsgevoel zou daardoor pijnlijk
getroffen wezen.
En waarlijk niet omdat de publieke
opinie een slachtoffer wenscht. Hoe
ontzaglijk veel leed deze beklaagde
ook aan velen heeft berokkend, van
wraakgeroep, mogelijk vernomen in
de dagen der eerste ontsteltenis, hoort
men niet meer.
Maar de publieke meening is hierin
logisch, dat zij verlangt, dat waar
schuld is ook straf zal zijn. De be-'
klaagde zelf, wanneer zijn berouw
oprecht gemeend is (waaraan we niet
mogen twijfelen) zou het moeten be
jammeren, wanneer hij om zulk een
motief zijn straf zou ontgaan.
De berichten uit het
VERRE OOSTEN
gelijken heden meer dan ooit een pot
pourri, zoowel de vriend van een vre
delievende oplossing als de voorstan
der van gewapend optreden vindt er
van zijn gading in. We laten ze dan
ook maar zonder er iets van te zeg
gen hier volgen.
Een telegram uit St. Petersburg
I naar New-York zegt, dat de Tsaar op
de Nieuwjaarsreceptie in het Winter-
paleis zeide „Ik wensch alles te doen
wat in mijn vermogen is om den
vrede in het Verre Oosten te bewa
ren."
Hajasji, de Japansche gezant te
Londen, heeft aan Reuter's bureau
medegedeeld, dat hij Japan's ant
woord aan Rusland heeft ontvangen.
De -ezant voegt er bij. dat het geens
zins een ultimatum is, noch een tijd
bepaalt voor de beantwoording. Het
is in vredelievenden toon gesteld,
masf beslist flink. Japan heeft zijn
positie ten aanzien der voornaamste
eischen. die wij gesteld hebben, in
geen enkel opzicht gewijzigd. De
hoofdpunten in het antwoord zijn
een herhaling van onze oorspronkelij
ke voorwaarden betreffende onze stel
ling in Korea en Mantsjoerije. Een
der voornaamste, zoo niet het hoofd
punt, waarop wij aandringen, is Chi
na's souvereiniteit over Mantsjoerije.
De Japansche gezant te Washing
ton heeft minister Hay medegedeeld,
dat Japan's antwoord neerkomt op
een weigering van alle belangrijke
voorstellen van Rusland, terwijl Ja-
pan's tegenvoorstellen van zoodanigen
j aard zijn, dat zij bijna zeker voor
Rusland onaannemelijk zijn. Dienten
gevolge beschouwt men te Tokio den
toestand met groot pessimisme.
Volgens een telegram uit St. Peters
burg aan de „Patrie" is men sedert
24 uur in diplomatieke kringen ten
gevolge van uit het Verre Oosten ge
komen telegrammen overtuigd, dat
Japan vast besloten is het geschil
door de wapenen te beslechten.
Een Japansch diplomaat te Pariis
heeft in een onderhoud verklaard, dat
Rusland's antwroord op Japan's nieu-
we nota geen bevrediging geeft, de
status quo ante zal blijven bestaan.
De geruchten van oorlog hebben geen
enkelen ernstigen grond. Japan zal
waarschijnlijk in geen geval oorlog
verklaren, maar den aanval afwach
ten.
De diplomaat is echter zeker, dat
het tot een vreedzame oplossing zal
komen.
Het Russische linieschip „Osljabja"
is te Port Said aangekomen.
De Engelsche kruiser „King Alfred"
en de Russische „Dimitri Donskoj"
zijn te Suez aangekomen en nemen
kolen in. De „Kasoega" en de „Nis-
jin", de beide nieuwe Japansche sche
pen, zijn in het kanaal.
Twee groote schepen der Russische
vrijwillige vloot, vol troepen, zijn
den Bosporus doorgevaren op weg
naar het Verre Oosten
De Vereenigde Pers te New-York
verneemt uit Tokio, d.d. 14 dezer
Gisteren heeft Komoera achtereen
volgens een bezoek gebracht bij Ito,
Kïtsöera, den Keizer en den Russi-
schen gezant. Men gelooft, dat Ko
moera zelf Japan's antwoord aan Ro
sen heeft overhandigd. Men zegt, dat
het geen ultimatum is, maar in
tegelijk gematigden en flinken toon
is gesteld. Het handelt grootendeels
over Koreaansche aangelegenheden,
aangezien men Japan krachtig gera
den heeft, niet om Mantjoerije alleen
te gaan vechten.
De Parijsche Matin" zegt, dat er
volgens inlichtingen, geput uit de
beste bron, alle reden is om aan te
nemen, dat de Engelsche regeering er
over denkt in het Uiterste Oosten tus-
schenbeide te komen op vriendschap
pelijke wijze, door het aanbieden der
„goede diensten", zooals de Haagsche
Vredesconferentie het heeft genoemd.
In diplomatieke kringen gelooft
men, dat dit optreden alle kans van
slagen zal hebben.
De „Times" verneemt uit Peking
In diplomatieke kringen wordt alge
meen hét voorstel, dat Rusland aan
Japan heeft gedaan, onaannemelijk,
vernederend en tartend geacht. Een
gezant noemde de Russische nota on
beschaamd. Deze houding van de Rus
sen tegenover de kalme en waardige
houding van Japan heeft, volgens den
correspondent der „Times", in China
de openbare meening ten gunste van
Japan bekeerd. De Russische politiek
heeft de Chineezen de oogen geopend
en hen in Japan's armen geworpen.
De „Daily Mail" verneemt uit To
kio Het antwoord van Japan op de
Russische nota is gisteren aan den
Russischen gezant overhandigd. Het
antwoord is hoffelijk gesteld, ademt
vrede, maar is toch ferm van toon.
Het hei-haalt dat Japan niet kan te
rugtreden en Rusiand's voorstel be
treffende Mantjoerije en Korea aan
vaarden. Daarom verzoekt het Rus
land dat voorstel te herzien. Japan
stelt geen termijn voor het antwoord
van Rusland.
De „Daily Mail" verneemt uit Së-
oelEr komen hier voortdurend
vreemde troepen aan; gisteren hon
derd man Russen met twee kanon
nen. De Amerikanen bewaken het
station en de electrische werkplaat
sen, ook omdat de Ivoreanen roerig
worden en een dreigende houding
aannemen. Aan zevenduizend man
Koreaansche troepen in Sëoel zijn de
scherpe patronen ontnomen. Er is
een keizerlijk edikt verschenen, waar
in het heet, dat wanneer de Koreanen
hun zelfstandigheid verliezen, zij dat
'te wijten zullen hebben aan hun
eigen zwakheid en lijdelijkheid. Een
ander edikt beveelt de Koreaansche
troepen, wanneer de vreemdelingen
onder elkaar beginnen te vechten,
zich er buiten te houden.
Naar het heet, heeft de keizer drie
millioen jen onder een schuilnaam
bij een bank te Sjanghai belegd, en
elders ook nog geld. De bevolking
volgt dat voorbeeld. Inmiddels koo-
pen Chineezen al het beschikbare land
op. Een Engelschman, pas uit Mant
sjoerije teruggekeerd, vertelt, dat de
Russen druk oorlogstoerustingen ma
ken. Zij zullen, als het tot vechten
komt, den heiligen oorlog afkondigen.
De Russische soldaten zweren den
dood aan de gele duivels.
In een bekendmaking van het de
partement van buitenlandsche zaken
te Washington wordt gesproken over
lie voordeelen. die ten gevolge van
het pas gesloten Chineesch-Ameri-
kaansche verdrag uit de openstelling
van Moekden en Antoeng in Mantsjoe
rije kunnen voortvloeien. Ook ge
waagt het stuk van de openstellig
van Ta-toeng-kou tengevolge van het
Chineesch-Japansche verdrag. De
vestiging van Amerikaansche en an
dere consuls in die plaatsen zal veel
bijdragen tot de toepassing van het
beginsel der open deur, waaraan
Amerika zich onvoorwaardelijk houdt
en zal medewerken tot het behoud
van China's grondgebied en van zijn
bestuur over Mantsjoerije.
Van de socialistisch-radicale partij
in
FRANKRIJK,
die 115 afgevaardigden telt, hebben
zich niet minder dan 50 leden afge
scheiden, terwijl nog een groot aan-
tal leden op het punt staat hetzelfde
te doen. Naar gezegd wordt zouden de
uitgetredenen van plan zijn een nieu
we partij te vormen onder den naam
van socialistische hervormings-partij
en inet de eigenlijke socialisten in
nauwe gemeenschap willen treden.
Men acht het niet onmogelijk
zegt de „Frankf. Ztg." dat Mille-
rand, onlangs door de socialisten van
het Seine-departement uit hun gele
deren gebannen, van deze nieuwe par
tij de leider zal worden.
De oppositie-pers ziet in de geringe
meerderheid, die Brisson voor het
Kamer-presidium vei-kreeg en in de
nederlaag van Jaurès voor het vice-
presidentschap een teeken voor „de
beginnende omzetting der regeerines-
meerderheid", ofschoon zij toegeeft,
dat het aan deze meerderheid wel
gelukken zal, de regeering nog eeni-
gen tijd op het kussen te houden.
Ook door de republikeinsche bladen
worden intusschen de povere zege door
Brisson behaald en de nederlaag, y/el-
ke Jaurès heeft geleden, ten zeerste be
treurd. De socialistische „Petit Ré-
publique", alsmede de radicale „Lan-
terne" haasten zich echter te verkla
ren, dat het verraad door eenige ra
dicaal-socialisten gepleegd", toch op
de Kamer-meerderheid geen invloed
zal hebbenen dat de socialisten aan
het „bloc" getrouw zuUen blijven.
Over hetgeen is voorgevallen in den
boezem der radicaal-socialistische
fractie, deelt de „Radical" mede, dat
het besluit om de candidatuur van
Dublefs te handhaven, slechts door
overrompeling is tot stand kunnen
I komen.
Volgens dit blad ook, zouden nog
alle verdere leden der „oude fractie"
het voornemen koesteren, zich bij de
50 uitgetreden leden der partij aan
te sluiten, zoodat er ten slotte geen
vrees bestaat voor een verdwijnen der
„radicaal-socialistische partij", doch
j slechts van eene absolute afscheiding
van de fractie Hubbard-Bos, die bij
elke gelegenheid de eenheid der re
publiek in gevaar bracht.
In de Fransche Kamer deelde Bris
son gisteren mede, dat hij een ver
zoek tot het houden van een interpel
latie over de uitzetting van den Elzas-
ser pastoor Delsor had ontvangen,
j Combes stelt voor de interpellatie
een week uit te stellen. De geheele
rechterzijde eischt onmiddellijke be-
spreking.
Ribot zegt, dat het geen gebruik is
om uitstel aan de regeering te wei
geren, maar met het oog op dit inci
dent verwondert hij zich, dat de re
geering niet de eerste is om een be
spreking, die noodig is, te verlangen.
De maatregel is niet genomen zonder
bepaalde beweegredenen, en die moet
de regeering kennen. Heeft de prefect
instructies gevraagd aan de regee
ring? Gaat gij bij hem inlichtingen
inwinnen of elders Uitstel kan het
land slechts tot nadeel strekken.
Combes teekent met alle macht ver
zet aan tegen Ribot's betoog.
Deze schijnt te willen insinueeren,
dat wij uit den vreemde inlichtingen
wachten, die wij noodig zouden heb
ben om te kunnen discussieeren. Zul
ke taal is onwaardig. Als ooit een
partij een beroep op het buitenland
heeft gedaan, dan is het niet de zijne.
Van deze partij zijt gij en zult gij
blijven de bondgenoot: gij zijt de
bondgenoot van de mannen, die haar
vertegenwoordigen binnen deze mu
ren. Combes houdt dus aan op een
verwijzing naar over acht dagen.
Na een langdurig debat, en nadat
verschillende redenaars zich voor en
tegen het uitstel hebben uitgesproken,
wordt bepaald, dat de interpellatie
over acht dagen zal Dlaats hebben.
Stadsnieuws
Be Raads-afdeelingen
OYer de Tramplauueu.
Den 30sten December zijn, naar men
weet, de tramplannen in de afdeelin-
gen van den Gemeenteraad ter spra
ke gekomen. In de eerste afdeeling
bracht men eenstemmig hulde
aan B. en W. voor de wijze,
waarop dezen hun standpunt heb
ben uiteengezet. Er werd de wensche-
lijkheid betoogd van afzonderlijke
werkmanstarieven, op bepaalde uren
van den dag en gewezen
op het late aanvangsuur van den
dienst van de E. N. E. T. Tevens
werd gevraagd, of de Raad bevoegd
is, de aanvangs- en sluitingsuren vol
ledig voor te schrijven, ook met het
oog op aansluiting aan de eerste en
laatste treinen der Noord-Zuidhol
landsche Stoomtram-Maatschappij
wanneer deze laatste haar eindpunt
vond bij het Blauwbruggetje.
Over dit terugdrijven tot het Blauw
bruggetje werd gevraagd, of het wel
overeenkomt inet de waardigheid der
gemeente. Een lid zou met het oog op
de belangen van de bewoners van
Haarlem en omgeving, de E. N. E. T.
voor dit oogenblik niet willen ver
plichten, haar lijnen tot het Blauw
bruggetje door te trekken.
De wenschelijkheid werd betoogd,
de lijn niet over de Ged. Oude Gracht
doch door de Zijlstraat te leggen.
In de tweede afd. verklaarde een
lid zich vóór het behoud van een
paardentram midden door de stad,
een ander wenschte rekening te hou
den met de financieele belangen en de
draagkracht der betrokken maat
schappijen, daar deze tot dusver geen
schitterende financieele resultaten
kunnen aanwijzen en het zeker in 't
algemeen belang is, dat het tram-
vervoer hier geschiedt door ,een fi
nancieel krachtige maatschappij.
Hierbij sloten meerdere leden zich
aan. Eén lid wenschte juist daarom
de voorstellen van B. en W. te steu
nen, die z. i. ook zijn in 't belang
der maatschappij.
De meerderheid in deze afdeeling
achtte het wenschelijk, de hartlijnen
met dubbel spoor te laten berijden, in
de eene richting door de Smedestraat,
Groote Markt, Koningstraat en Gier
straat, in de andere langs de bestaan
de route. Een lid is het hiermee niet
eenshij wil zoo weinig mogelijk
straten onveilig maken door tramwa
gens en rails.
Weer een ander zou wenschen dat
de lijn eerst op de Groote Markt rich
ting den Hout gesplitst werd in twee
lijnen.
De groote meerderheid der leden is
voor vaste stopplaatsen, niets is vol
doend aantal, een lid acht onbillijk
de stoomtram terug te dringen tot hét
Blauwbruggetje en de E. N. E. T. de
exploitatie op te dringen van een
lijntje, dat z. i. niet rendeeren kan.
Meerdere leden zijn het hiermee niet
eens en achten een voldoende en alle
partijen bevredigende aansluiting vol
strekt niet onmogelijk.
In de derde afd. werd het denk
beeld geopperd om de stoomtramlijn
te verleggen langs Emmauslaan en
Wagenweg naar het Plein, maar ook
bestreden op grond hiervan, dat men
dit de Maatschappij niet kan opleg-
Feuilleton.
Naar het Duitsch van
E. VON WERJNER.
Speciaal bewerkt voor
Haarlem's Dagblad.
15)
Om je afwijzing te verontschul
digen, die bijna beleedigend was. Hij
wist niet, wat hij er van denken
moest, ik zag het aan zijn gezicht.
Misschien zal hij nu denken, dat je
zoo iets heelemaal niet begrijpt
Ik begrijp het ook niet, zei Hil-
dur kalm. Laat jij je zooveel aan zijn
meening gelegen liggen?
Dat was niet als verwijt bedoeld,
maar Bernard beschouwde het als
zoodanig, hij beet zich op de lippen
en antwoordde met onderdrukte woe
de
Ik meen jou en allen hier toch
bewezen te hebben, dat ik in staat
ben zelfstandig te denken en te han
delen, maar de meening van Koert is
mij inderdaad niet onverschillig. Bij
ons is men nu eenmaal dergelijke din
gen niet gewoon en men behoeft op
Guntersberg niet te weten, dat mijn
meisje in het huis van haar vader
het goed verstelt.
Hildur zag er meer verbaasd dan
gekwetst uit bij die terechtwijzing, de
eerste, die zij kreeg en die zij zich
niet verklaren kon. Bernard verkeer
de toch al langer dan een jaar in het
huis van haar vader en had haar dik
wijls, ook na hun verloving, aan zulk
werk bezig gezien, zonder daaraan
eenige aanstoot te nemen. Nu scheen
hem dat plotseling als een soort ver
nedering voor te komen en voor den
eersten keer gebruikte hij de uit
drukking „Bij onsAls hij dat
vroeger zei, meende hij Raansdal, nu
bedoelde hij Guntersberg. Hildur
werd door een onaangename gewaar
wording bevangen, maar zij had
geen tijd daarover na te denken, want
haar vader keerde al weer terug met
de beide anderen en dezen zorgden er
goed voor, dat het gesprek niet. begon
te verflauwen.
Ditmaal nam ook Bernard met
groote levendigheid daaraan^deel en
Hildur deed ten minste haar best dat
ook te doen, maar het wilde haar niet
recht gelukken. Alles wat zij zei, klonk
zoo zwaar en ernstig en zij voelde
zich steeds minder op haar gemak,
toen zij zag, dat haar Bernard in
tegenwoordigheid van zijn vriend een
heel ander mensch was. Zij kende
alleen den norschen, gesloten Ber
nard Hohenfels, die ook tegenover
haar zich nooit van een andere zijde
had doen kennen, en zij had dat
beschouwd als een eigenaardigheid
van zijn karakter, die men hem niet
kwalijk moest nemen. Nu kwam er
leven in hem, toen Koert eenige din
gen uit vroegere jaren aanroerde, die
zij samen ondervonden hadden, nu
kon hij ook vertellen met levendige
gebarener scheen ehm plotseling
een last van het hart genomen. In de
stille, ernstige 'kamers van de pastorie
was het misschien nog nooit zoo uit
bundig vroolijk toegegaan als heden
en het opgewekte lachen van Inga
klonk telkens weer tusschen het spre
ken door. Dominé Eriksen had er ook
schik in, hij genoot van de vroolijk-
heid zijner jonge gasten en dreigde
alleen van tijd tot tijd zijn overmoe
dige nicht schertsend met den vin
ger. Het was een vroolijk, ongedwon
gen gezelschap en Bernard had alle
reden tevreden te zijn over dit eerste
bezoek van zijn vriend, dat hij met
eenige bezorgdheid had tegemoet ge
zien.
De beide heeren waren blijven eten
en gingen pas laat op den middag
naar huis terug.
Edsviken lag ongeveer een half
uur buiten Raansdal en de weg, die
langs den oever liep, had een schoon
uitzicht over het Fjord.
Koert had groote belangstelling
voor iedere uitstekende rots en voor
eiken bocht, want het Noorsche land
schap trok hem buitengemeen aan,
maar toen zij nu een boschje door
gingen en het uitzicht eenige minuten
lang voor de wandelaars verborgen
was, vroeg hij plotseling
Waarom heb je aan je meisje
verraden, dat wij gisterenmiddag al
vroeg in Raansdal ziin aangekomen
Nu zal zij mij natuurlijk de schuld
geven van je late komst en ik droug
ér gisteren nog op aan, om dadeliik
naar de pastorie te gaan, maar je
stond er op, mij eerst je Edsviken te
laten zien.
Bernard keek hem in 'teerst zeer
verwonderd aan, toen lachte hij.
Och, kom Dacht je, dat Hildur
het kwalijk genomen had Neen, zoo
sentimenteel zijn wij niet in Raans
dal. Hier ziin de vrouwen gewoon,
dat de mannen dagen lang daarbui
ten op de zee blijven, en bij den te-
terugkeer worden zij heel kalm verwel
komd, dat is alles.
Nu ja, bij de schippers en vis-
schers, die voor hun beroep telkens
weg moeten. Maar jij was alleen voor
je genoegen op zee gegaan en je bent
voorloopig alleen no~ maar verloofd.
Maar voor verliefdheid ben ik
nooit aangelegd geweest. Gelukkig
verwacht Hildur dat ook heelemaal
niet. Zij zou het heel grappig vinden,
als ik haar na een scheiding van een
paar dagen ging vertellen van heim
wee naar haar. Jij denkt natuurlijk
aan de manier, waarop verloofden in
Duitschland zich gedragen. Koert,
hier worden de meisjes heel anders op
gevoed, hier leeren zij vroeg de ruwe
werkeliikheid kennen en daarmee re
kening houden
Dat geldt toch zeker alleen voor
Raansdal, wierp Koert hiertegen in.
Hier schijnt men zich weinig om be
tuigingen van hartelijkheid te be
kreunen, maar mejuffrouw Lund-
gren zou het haren verloofde niet
vergeven, reken daarop. Ik ben haar
nog vreemd en toch heb ik er al
voor moeten boeten, dat ik haar zoo
onridderlijk in de boot zitten liet.
Inga is in de stad opgegroeid en
heeft in Christiania haar opvoeding
voltooid, bovendien is zij als eenige
dochter van een rijken groothande
laar en reeder een welbegeerde partij
en dat heeft het kleintje natuurlijk
overmoedig gemaakt. Ik zou zoo'n
teer, verwend poppetje niet kunnen
gebruiken, daarom ben ik met Hildur
veel beter klaarHildur moest na
den dood van haar moeder al vroeg
zeer ernstige plichten op zich nemen
en heeft nooit tijd gehad om zich
met beuzelarijen in te laten. Zij
neemt het leven en het huwelijk, zoo
als het werkelijk is, niet zooals het
in een of ander romantisch meisjes
hoofd schijnt. Zoodoende vormen zich
degelijke, krachtige vrouwen, zooals
wij ze hier alleen kunnen gebruiken,
en het gevolg is een goed huwelijk.
Maar een zeer nuchter huweliik
voltooide de jonge zeeman. Je moet
mij niet kwalijk nemen, maar het zal
bij jelui op Edsviken op die wijze
vervelend worden. Ik zou ten minste
niet verlangen naar een huwelijk,
waarbij het zoo buitengemeen ver
standig toegaat, waarbij het beetje
poëzie en romantiek als overbodig in
den hoek gezet wordt en heelemaal
niet op den voorgrond mag komen
dan kibbel ik maar liever met mijn
vrouw.
Een heerlijk vooruitzicht voor
jou aanstaande huwelijk spotte Ber
nard. Ik houd meer van de huiselijke
vrede.
Zeker omdat je zelf zoo buiten
gewoon vredelievend bent? Vroeger
was je altijd direct in vuur en vlam
maar in dat opzicht schijn je de wijs
heid wezenlijk in pacht te hebben.
Geluk er mede
Dank jeklonk het ironische
antwoord. Voor dezen keer moet je
het in Edsviken nog zonder huis
vrouw voor lief nemen, ik hoop. dat
je je later eens overtuigen zult, dat
wij het heel goed zonder romantiek
kunnen stellen. Daar is toch einde
lijkmijn „Freia"! Ik verwachtte haar
vanmorgen al, maar zij kon zeker
niet vooruitkomen met die windstilte.
Zij wuren het boschje weer uitge
komen, voor hen lag Edsviken en in
den kleinen bocht voor het landgoed
lag het zeiljacht voor anker.
(Wordt vervolgd.)