ïïi H n Kachelmagazif I>. P. GRAAFF, bijlstraat 66. Vertegenwoordiger voor Haarlem en Omstrek; d, Gr. Houtstraat 71, Werkplaatsen: Donkere Spaarne 30 plotseling werd hij aangegrepen, door touwen opgesjord op een boerenwagen en in triomf weggebracht naar zijn kostbaas, de „rooie boer", waar bruintje verder de komst van Choco- ladewit, zijn baas, in stille berusting afwachtte. De bevolking van het dorp, die eenige uren in angstvolle emotie had doorgebracht, keerde nu ook weder in zijn rustige Zondagsrust terug. Eeii Jacht. Tw»n personen, die zich aan dief stal van '<ner b'' firma Z. te En schedé hadden schuldig gemaakt, zou den Maandag onder geleide van twee rijksveldwachters naar Almelo wor den overgebracht. Zij ontsnapten. Agenten van politie schoten te hulp en een wedloop ontstond. De politie schoot meer dan eens een revolver af, doch de vluchtelingen renden doqr. Een hunner werd door de politie in een privaat teruggevonden. De ander werd gearresteerd na een langdurigen wedloop. Zij werden des middags op transport gesteld. Gemengd Nieuws De Tih et - exp editie. Een Heuter-telegram uit Calcutta maakt duidelijk, waarom de Engel- sche voorhoede van de Tibet-expedi- tie zich te Tanoe zoo sterk ver schanst heeft. Men had bericht gekregen, dat drie- of vierduizend Tibetanen zich op een 65 K.M. van Fari samengetrokken hadden, en men achtte vijandelijkhe den best mogelijk. En Zondag seinde Reuter uitTsjam- bi, dat dien dag eenige Tibetaansche ambtenaren met 600 ruiters bet kamp te Tanoe tot op een half uur afstands naderden. Kapitein O'Connor, secre taris der Engelsche zending, had een gesprek met hen, waarna de Tibeta nen aftrokken. De ruiters waren ge wapend met bogen en snaphanen. Op de "heuvelen om Tanoe zijn, naar het heet. 500 geweerdragers, van wie 300 bereden. Voorbij Tsjambi gaat nu geen konvooi meer zonder gewapend geleide. Ook wordt nu bekend, dat een troep dorpelingen teFari een Engelsch officier en acht Goorkha's met stee- nen gegooid en gewond beeft, en er toen "met bet geweer van den Engel- schen officier van door ging. Echt Engelsch is de bijvoeging, dat die aanvallers door Lama's opgehitst wa ren en als slecht volk bekend staan. Die vriendschappelijke gevoelens van de Tibetanen schijnen intusschen niet diep te zitten. De manschappen van de Engelsche expeditie blijven goed gezond, al vriest het 'snachts 50 graden. TeFari is daarbij zoo weinig brandstof, dat generaal Macdonald, de bevelhebber van de troepen, naar Gnatong terug is, met achterlating van een bezetting waarschijnlijk. Nu de Engelschen bij het voortruk ken in een streek zijn gekomen, waar nog geen Europeanen geweest zijn, merken zij dat „de opnemingen van inlandsche agenten" waarschijnlijk voor het uittrekken der expeditie ge daan niet te vertrouwen zijn, zoo dat de tocht nieuwe moeilijkheden oplevert. Instorting. Te Wetzikon, bij Zurich, is in den nacht van Zaterdag op Zondag, ten gevolge van een gasontploffing, een huis van drie verdiepingen ingestort. Twee vrouwen werden dood onder het puin vandaan gehaaldeen derde vrouw, in zwangeren toestand, over leed terwijl zij naar het ziekenhuis werd-gebracht. Haar man is zeer ern stig gewond. De bewoners van de der de verdieping, een echtpaar met twee kinderen, die op hun bedden naar beneden vielen, zijn geheel ongedeerd gebleven. Er lag een gasleiding in het huis, die sedert twee jaar niet meer ge bruikt werd. Ze was vermoedelijk door verzakking van het licht gebouwde huis gescheurd. Krankzinnig. Een Amerikaansche dame vroeg Za terdag, om bij den Paus te worden toegelaten, maar haar verzoek werd geweigerd. Zij ging daarop kalm heen en begaf zich naar het station. Daar gekomen wierp zij zich op de rails, vlak voor een binnenlcpmenden trein. Het gelukte eenige spoorweg ambtenaren haar nog juist bijtijds, om zoo te zeggen van onder de wie len der- locomotief, weg te halen. Een edel drietal. Het Hooggerechtshof te Kopenha gen heeft thans in een rechtzaak te beslissen, die veel overeenkomst heeft met de Humbert-zaak te Parijs. De beklaagde is een jonge vrouw van bijzondere schoonheid, mevrouw Pe tersen. Zij heeft met een musicus een liefdesbetrekking aangeknoopt en dezen, onder allerlei voorwendsels, 2000 kronen weten afhandig te maken Na den dood van haar man zou zij hem, naar zij den musicus beloofd had, huwen. Toen echter haar echtgenoot stierf, huwde de schoone weduwe met een koopman, zekeren Mortensendezen had zij verteld, dat zij het natuur lijke kind van een reeds overleden graaf was en na het sterven van diens echtgenoote een half millioen kro nen zou erven. Het testament mocht zij echter nie mand toonen, daar zij anders onterfd zou worden. In de verwachting op het geld, be gon de koopman er lustig op los te leven. Hij leende overal waar hij maar geld kon krijgen, doch toen de erfenis van zijn vrouw te lang op zich deed wachten, drong hij er bij haar op aan, dat zij hem een bewijs zou geven, waardoor hij kon toonen, dat er werkelijk een erfenis te wach ten was. De sluwe vrouw wist daar wel raad op. Zij liet zich door den musicus, die ondanks alles haar aan bidder was gebleven, een document fabriceeren, onderteekend „Kolonel Hirsch" en waarin werd medegedeeld dat zij de erfenis zeker te verwachten had en dat de oude gravin thans tachtig jaren telde. De koopman begon thans opnieuw geld te leenen en de musicus fabri ceerde nog meer documenten, waar door langzamerhand een groot aan tal menschen in de erfenis gingen gelooven en geld voorschoten. Ten laatste echter liep de zaak spaak en thans staan de schoone „erfgename", haar echtgenoot en de aanbidder alle drie terecht. De zaak wordt alom vroolijk opge nomen, zelfs door de schuldeischers. De Moord door de Telefoon. De vreeselijke werkelijkheid van een tooneelstuk, dat onder den titel „Aan de Telefoon" ook hier te lande is op gevoerd, beleefde de tooneelspeler George Hartsock te Minneapolis. Hij werd telefonisch in zijn woning opgebeld en herkende de stem van zijn kunstbroeder James Garfield, die tot hem zeide „Blijf een oogenblik aan de telefoon en luister goed toe. Hartsock hoorde toen, hoe Garfield met zijn vrouw sprak en hoe deze hem smeekte, haar leven te sparen. gelijk verl. voor 21 18 19 10 teg. punt Ranglijstje 1ste Klasse N. Y. B. Na de Zondag gespeelde wedstrijden is de stand van de 1ste Comp. als volgt: Westelijke Isto lilasse Comp. A Gesp H.F.C. (Haarlem) 5 H.B.S. ('s-Gravenhage) 4 3 Sparta (Rotterdam) 4 3 Ajax (Leiden) 5 1 R A.P. (Amsterdam) 3 0 Quick (Amersfoort) 5 0 Westelijke Isto Klasse Comp. K Velocitas (Breda) 4 Hercules (Utrecht) 5 Rapiditas (Rotterdam) 4 Haarlem (Haarlem) 5 H-V.V. ('s-Gravenhage) 4 Volharding (Amsterdam) 4 Oostelijke 1ste Klasse. Comp Vitesse (Arnhem) 4 Utile Dulci (Deventer) ,4 Prinses Wilhelmina (Enschede) 4 G.V.C. (Wageningen) 4 Quick (Nijmegen) 4 15 14 13 13 16 6 12 9 6 12 3 7 14 18 22 5 13 14 14 12 14 9 5 9 10 16 gemid 1,^0 1,75 1,75 0,60 0,00 0,(0 1.75 1,00 1,00 0,80 0,75 0,75 1,25 1,25 1,00 0,75 0,75 Hij meende eerst, dat het echtpaar zijn 'rollen voor een nieuw stuk instu deerde, maar weldra ontdekte hij, dat het hier geen tooneelrepetitie, maar vreeselke werkelijkheid gold. Gar field riep hem door de telefoon een „vaarwel voor eeuwig" toe, daarna klonk een schot, gevolgd door een vreeselijken gil, een tweede schot, een dof steunen en toen een geluid als viel een lichaam loodzwaar op den grond. Hartsock stond als versteend. In het eerste oogenblik wilde hij om hulp roepen, werktuigelijk be woog hij de lippen, maar de stem weigerde haar dienst. Ten slotte ^her stelde hij zich in zooverre, dat hij de politie kon opbellen, wie hij vertelde, wat hij gehoord had. Deze begaf zich naar de woning van Garfield, waar van zij de deur openbrak en toen vond zij daar het lijk van mevrouw Garfield, waarvan het hoofd met twee kogels was doorboord, terwijl de. echt genoot eveneens doodgeschoten op den grond lag. Garfield had in het tooneelstuk de rol gespeeld van den man, wiens vrouw door inbrekers wordt ver moord, terwijl hij zelf aan de telefoon dien moord bijwoont. Het schijnt dat deze rol hem zoo zeer heeft aangegrepen, dat hij er krankzinnig van geworden is. Oude adel. Z. M. Moetsoehito, keizer van Ja pan. heeft een stamboom, die opklimt tot het jaar 666 vóór Christus. Sinds den eersten mikado, die volgens de le gende een zoon van de Godin der Zon was, moet de kroon vaxx Japan onaf gebroken van vader op zoon zijn over gegaan. Bij zulk een stamboom geleverd door een priesterlijk genealogisch- heraldïsch bureau zinken die der Pruisische Hohenzollera, der Beier- sche Wittelbachers en zelfs van Reu's- Greitz-oudere linie in 't niet. Koloniën Een Moordaanslag. Ten huize van den ass.-res. te Poei*- wodadi (Grobogan) is, naar de „Se- marang Courant" bericht, het volgen de gebeurt Een inlander, gelxeel in 't wit ge kleed, had tusschen 12 en 1 uur 's mid dags het erf weten binnen te dringen tot de voorgalerij van de ass.-resi- dentswoning, waar hij zich had neer gevlijd in een luiaardstoel. Een klerk, die den ass.-res. eenige stukken ter teekening wilde brengen, zag denman daar zitten en haastte zich, dit den ass.-res„ die in zijn kantoortje zatte werken, mede te deelen. Deze ging onmiddellijk naar de aangeduide plaats en trof er den gewapenden, in 't wit gekleeden Javaan aan, die op de eerste vraag dadelijk opsprong en den ass.-res. te lijf wilde de ass.-res., ziende, dat de man gewapend was, moest wel de verstandigste partij kie zen en retireerde, met het doel zijn revolver uit de kast te halen ongeluk kigerwijze had hij de sleutels opzijn schrijftafel laten liggen, zoodat hij vrijwel machteloos tegenover den ge wapende stond hij had echter geluk kig de kracht om den inlander te weerstaan, die hem, achtervolgend, kort daarop aanviel, ten gevolge waar van een worsteling ontstond, waarbij de ass.-res. hoegenaamd geen letsel bekwam. Een toegeschoten politie oppasser, die den inlander wilde grij pen,. werd aan de hand verwond. In tusschen was de klerk vorenbedoeld, met een geweer teruggekomen en de ass.-res. had zich weten los te rukken, waarop tot driemalen toe een somma tie volgde om de wapens neer te leg gen. Toen de ixxan hieraan niet voldeed en zelfs aanstalten maakte om amok te maken, loste de klerk op last van den ass.-res. een schot, waarvan de kogel het dijbeen raaktede man viel, maar stond dadelijk weer op om den aanval te hernieuwen, toen het tweede schot hem in den buik trof met doodelijk gevolg. Men beweert dat de man krankzin nig was, maar anderen spreken ex- stil heel anders over en betreuren 't, dat hij niet levend gevangen werd om uit te hoor en wat hem aanleicBg ge geven kon hebben tot zijn roekelooze daad. Hij moest sterk onder den invloed zijn geweest van opium. OOSTENRIJKSCHE LOTEN van 1858 groot fl. 100. 155e Trekking op 2 Januari 1904. 34 Seriën. Serie 51 145 426 985 1007 1025 1180 1324 1640 1757 1890 1932 2073 2081 2086 2294 2505 2641 2663 2740 2879 2980 3239 3240 3357 3688 3753 3777 3842 3972 3988 4008 4110 4123 Premiën. Serie 3240 No. 6 Kr. 300000. Serie 2505 No. 13 Kr. 60000. Serie 3688 No. 36 Kr. 30000. Serie 3240 No. 44 3357 4 elk Kr. 10000. Serie 985 No. 66 4008 35 elk Kr. 4000 Serie 985 No. 41 3842 64 3972 69 elk Kr. 3000. Serie 3357 No. 47 3842 25 4110 12 elk Kr. 2000. Serie 426 No. 21 985 79 1007 16 26 1025 29 1324 3 40 1757 32 45 61 1932 16 24 68 2073 66 73 2086 75 2641 72 73 2663 19 2740 73 2980 48 3357 42 96 3777 19 3842 83 95 3972 99 4008 16 4110 16 38 50 57 65 80 4123 78 elk Kr. 800. Alle overige in bovenstaande Se riën begrepen nommers elk Kr. 400. Betaalbaar 1 Juli 1904. OOSTENRIJKSCHE ROODE-KRUIS- LOTEN v. 1882, groot fl. 10. 54e Trekking op 2 Januari 1904. Premiën. Serie 9771 No. 21 Kr. 60000. Serie 2366 No. 36 5240 37 elk Kr. 1000 Serie 513 No. 6 2101 6 5017 36 5143 40 7921 14 8932 50 9857 22 10360 31 10609 23 11476 32 elk Kr. 200. Serie 3295 No. 1 4563 12 5952 32 5974 31 6731 9 6993 29 7298 31 7341 33 8853 50 9205 6 9823 2 9867 28 9922 2 11367 46 11784 30 elk Kr. 100. Voorts ter amortisatie met Kr. 30 de 2000 nommers begrepen in de vol gende 40 seriën. Serie 357 501 669 1101 1110 1355 1865 2232 2257 2569 2867 4041 4715 4941 5000 5135 5437 5869 5996 6108 6576 7138 7399 7483 7579 8018 8362 8599 8803 9048 9631 9636 9801 9989 10623 10714 10826 20931 11719 11981. Betaalbaar 5 Januari 1904. 4 pCt. OOSTENRIJKSCHE LOTEN van 1854 groot fl. 250. 99e Seriëntrekking op 2 Jan. 1904. 86 Seriën. No. 2 205 249 282 387 411,448 449 553 555 557 634 674 681 699 700 735 760 799 849 859 921 949 1060 1067 1156 1243 1263 1353 1354 1384 1472 1508 1567 1620 1628 1637 1638 1706 1788 1800 1817 1823 1853 1887 1926 1978 19S3 1987 2009 2016 2032 2147 2150 2204 2224 2289 2338 2342 2382 2405 2410 2425 2447 2499 2551 2556 2784 2825 2926 2934 3106 3223 3237 3298 3350 3367 3401 3415 3494 3611 3618 3707 3856 3910 3917 Premiëntrekking op 1 April 1904. 3e pCt. OOSTENRIJKSCHE BODEN- CREDIET LOTEN van 1889, groot fl. 100 (Kr. 200). 68e Trekking op 5 Januari 1904. Premiën. Serie 189 No. 13 Kr. 100000. Serie 791 No. 50 Kr. 4000. Serie 2-443 No. 20 7538 8 elk Kr. 2000 Serie 63 No. 43 170 47 2075 39 4827 28 5392 15 6835 24 6853 15 6904 50 6906 31 7708 6 elk Kr. 400. Voorts ter amortisatie met Kr. 200 dB 500 nommers begrepen in de vol gende 10 Seriën. Serie 520 1312 1668 2290 3125 3273 4597 4908 6547 7205. Betaalbaar 1 Augustus 1904. van Groote sorteering van Ainerlknanscli Jaarsnia's en andere soorten Kachels Baarden. Spo.-dige levering en plaatsing. Xegelplaten in ruime keuze. Fabriek: Nofoelstraat TELEPHOOS 154. 0EST NIET MEER - GEBRUIKT S OEST NIET MEER-GEBRUIKT OEST NIET MEER-GEBRUIKT OEST NIET MEER-GEBRUIKT g Er is volstrekt geen ander geneesmiddel dat zoo*snel$ too volkomen werkt. Eene enkele pastille geeft verlichtirv^L xif kannen door de delicaatste personen gebruikt w>or<fe|? EATING'S PASTILLEN EATING'S PASTILLEN EATING'S PASTILLEN LEATING'S PASTILLEN Indien de koest u verhindert te slapental eene enkt Keating's pastille u helpen. Blh geneesheer zal u zeggen i zijn volstrekt eenig. Het publiek wordt verzooht acht te gevea op de woorden Keating'* Coup Lozenges, gedrukt door bet Britach Gouvernement op het roode cachet i zonder de welken geen eene doos echt ia. De eigenaar Thomas Seating, chemist te Londen. Overal In al da goeds apotheken verkrijgbaar ii blikken doozen. VAN Brand- en Inbraak L vrije, gepantserde j Brandkasten. Kluisdeuren, Hekkeij Safe deposit inrichtingen, alwaar modellen te zien en inlichtingen gratis vul krijgbaar zijn. werd, dat alleen plaats had voor een reiziger en een koetsier. De eerste zat nog geheel gedrukt onder de kap, de beenen wijd uitgestrekt in zeer onge makkelijke houding. Hij had zich om- gedraaid en sprak tegen den jeugdi gen koetsier, ten minste zij schreeuw den beiden uit alle macht, begrepen elkaar in weerwil daarvan heelemaal niet, omdat de een Duitsch en de an der Noorsch sprak. Koert keek vreemd op, bij het hoo- ren van die stemmen, keek opmerk zaam dien kant uit en begon toen luide te lachen. Waarachtig, daar heb je hem Philip in levenden lijve Wie vroeg Bernard, die nu ook opmerkzaam begon te worden. Philip Roder, onze weemoedige vriend uit Rotenbach. Ik vertelde je immers, dat wij in eikaars gezelschap reisden van Kiel tot hier. Maar ik dacht, dat hij van plan was naar Drontheim te gaan en van daar uit verder naar het Noorden. Hoe komt hij nu hier? Dat mag de Hemel wetenMaar het ongeluksmensch kan zich weer eens niet verstaanbaar maken, zooals ik zie, dan zal ik wel weer als redder dienen op te treden. Ga maar door, Bernard, ik kom direct. Met die woorden haastte de jongs zeeman zich naar het wagentje, waar juist de reiziger vol vertwijfeling be zig was zich met gebaren zoo goed mogelijk verstaanbaar te maken. Hij deed zulke krampachtige pogingen, dat het paard er onrustig van werd. Koert greep vlug de teugels orn het te bedaren, toen keerde Philip zich om en herkende hem. KoertGoddank riep hij op een toon van verlichting. Eindelijk een mensch in de wildernis Dat vlei ik mij tenminste te zijn. Maar waar kom je vandaan? Over de bergen van Drontheim Philip weerde zich met handen en voeten om zich uit zijn nauwe schuil plaats te bevrijden, maar dat gelukte eerst, toen Koert hem aan den éénen en de kleine koetsier aan den ande ren kant te hulp kwam. Zij loodsten hem geduldig het wagentje uit en nu schudde en rekte hij de leden, als was hij van een dwangbuis bevrijd. Er is ten minste niets gebroken kreunde hij. Aan dezen driedaagsebpo marteltocht zal ik mijn geheele leven lang denkenHalf geradbraakt op dezen schandelijken kar en half ver hongerd, want ik kon mij nergens verstaanbaar maken. De koffer tus schen de beenen en zoo ging het maar voortdurend hop, hop, op en neer en altijd door een wildernisEn dat noemt men een wagen, dat noemt men een weg in dit land Als het nog één dag langer geduurd had. zou ik als een lijk te Raansdal aangekomen zijn. Dan zouden wij je helaas hier hebben moeten begraven, zei Koert meelijdend. Maar wie dwong je dan de wildernis in te gaan De wegen daarboven moeten schandelijk slecht zijn. Waarom ben je niet in Dront heim gebleven, waar comfortable ho tels en Duitsch sprekende kellners zijn? Ik wilde van natuur genieten. Ik ben toch niet naar Noorwegen ge gaan, om alleen in de steden te zitten en oude domkerken te bekijken. Ik wilde bergen, watervallen, Noorscho romantiek, maar ik dacht niet, dat het zoo aangrijpend was. En die dom oor van een koetsier Hij begreep hee lemaal niet, dat ik naar het höfcel wilde ik hoop toch, dat er hier een is ten minste een ding is, dat dien naam draagt. Je zult echter je eischen zeer moeten beperken. Kom, ik zal je er heen brengen, het is niet ver. Luitenant Fernstein beduidde den kleinen koetsier met wagen en koffer te volgen, toen nam hij zijn school kameraad onder den arm en liep met hem verder, terwijl hij voortging Ik was juist met Bernard ondeiweg. Wij kwamen van Edsviken, zoo heet n.l. zijn landgoed, een half uur van hier ligt het. Je zult hem toch zeker een bezoek brengen Als ik hem maar welkom ben? antwoordde Roder onzeker. Vroeger, in Rotenbach had hij zooiets op zien zelf, als toen iemand zijn weg kruiste, dien hij niet kon gebruiken, dan Sloeg hij er altijd dadelijk op los voltooide Koert. Wees niet bang, dat heeft hij zich heelemaal afge wend, hij slaat nooit meer. Deze verzekering scheen Philip ge heel gerust te stellen en nu begon aij spoedig over een onderwerp, dat hem zeer na aan het hart scheen te lig gen. Hohenfels wachtte je zeker aan den steiger, niet? vroeg hij. Je was zoo gauw weg, dat wij niet eens goed afscheid 'nemen konden, en er was nog iemand in de boot. Een jonge da me, die ook naar Raansdal wilde. Mijn God, Koert, weet je daar niets meer van Er ging immers een heele scène vooraf met zekeren Hansen, die toen met mij wegstoomde naar Dront heim. Je hebt immers nog als tolk dienst gedaan tusschen mij en juf frouw Inga. Ben je dan alles ver geten De jonge zeeman schudde het hoofd. Nu ging hem inééns een licht op over het ware doel van deze merkwaardi ge reis, maar hij was zoo boosaardig zich heelemaal niets te herinneren en liet den ongeduldigen nog een neele poos vragen en uitvorschen, toen -ein delijk zijn geheugen hem te hulp scheen te komen. O, nu ben ik er, meen je mejuf frouw LundgrenJa, zij is hier bij haar oom, dominé Eriksen. De predikant? Dat is zeker een hoofdpersoon in Raansdal Als vreem deling kan men hem toch wel opzoe ken? Ken je hem? Natuurlijk, want Bernard is ver loofd met zijn dochter. Wij zijn heel dikwijls in de pastorie, maar men spreekt daar alleen Noorsch, en als jij alleen zulke vertwijfelde gebaren maakt als zooeven met je koetsiei*, dan denken zij stellig, dat je uit een of ander Duitsch krankzinnigengesticht ontsnapt bent. In woerwil van deze weinig vleien de toespraak helderde het gelaat van Philip in die mate op, dat er geen twijfel meer mogelijk wasde mag neet, die hem hierheen getrokken hau, zat in de pastorie. Ik ga er natuurlijk met je heen, verklaarde hij. Jij moet mij daar 'n- troduceeren en bovendien heb ik mij in Drontheim een Noorsche spraak kunst aangeschaft. Het gaat hier toen niet, zonder dat men de taal kent, dat heb ik al gemerkt. Daar kwam Christiaan Kunz aan- geloopen, vuurrood van opgewonden heid. Mijnheer de luitenant, de „Zee adelaar" komt in 't zichtHij vaart met volle kracht, in een half uur is hij hier Wat Die spreekt ook Duitschl nog wel platriep Philip vol ven king. Dat is een landsman uit Holsteinsche vaderland Landsms hoe kom je hier? Nu was het de beurt van Chi aan om verrukt te zijn. maar lui'] nant Fernstein maakt# aan de klaringen en verhalen spoedig einde. Daarvoor hebben wij nu g< tijd, zei hij. Re kom dadelijk, Chrj tiaan, ik zal dien mijnheer nu ee| de herberg hier wijzen. Kom Philf wij moeten voortmaken, ik moet genwoordig zijn, als „de Zeeadela^ landt. De „Zeeadelaar"? Is dat Duitsch schip vroeg Röder, ten hij den zich wegspoedenden lani man een blik van spijt achterna zor Ja, het jacht van Prins Sass burg en behalve de prins is nog nister Hohenfels met zijn dochter boord. Wij zullen hen ontvangen, zt als je ziet., ben ik in uniform. (Wordt vervolgd.lt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 6