ïïi
H
n
Kachelmagazif
I>. P. GRAAFF,
bijlstraat 66.
Vertegenwoordiger voor Haarlem en Omstrek;
d,
Gr. Houtstraat 71,
Werkplaatsen: Donkere Spaarne 30
plotseling werd hij aangegrepen, door
touwen opgesjord op een boerenwagen
en in triomf weggebracht naar zijn
kostbaas, de „rooie boer", waar
bruintje verder de komst van Choco-
ladewit, zijn baas, in stille berusting
afwachtte.
De bevolking van het dorp, die
eenige uren in angstvolle emotie had
doorgebracht, keerde nu ook weder
in zijn rustige Zondagsrust terug.
Eeii Jacht.
Tw»n personen, die zich aan dief
stal van '<ner b'' firma Z. te En
schedé hadden schuldig gemaakt, zou
den Maandag onder geleide van twee
rijksveldwachters naar Almelo wor
den overgebracht. Zij ontsnapten.
Agenten van politie schoten te hulp
en een wedloop ontstond. De politie
schoot meer dan eens een revolver af,
doch de vluchtelingen renden doqr.
Een hunner werd door de politie in
een privaat teruggevonden. De ander
werd gearresteerd na een langdurigen
wedloop. Zij werden des middags op
transport gesteld.
Gemengd Nieuws
De Tih et - exp editie.
Een Heuter-telegram uit Calcutta
maakt duidelijk, waarom de Engel-
sche voorhoede van de Tibet-expedi-
tie zich te Tanoe zoo sterk ver
schanst heeft.
Men had bericht gekregen, dat drie-
of vierduizend Tibetanen zich op een
65 K.M. van Fari samengetrokken
hadden, en men achtte vijandelijkhe
den best mogelijk.
En Zondag seinde Reuter uitTsjam-
bi, dat dien dag eenige Tibetaansche
ambtenaren met 600 ruiters bet kamp
te Tanoe tot op een half uur afstands
naderden. Kapitein O'Connor, secre
taris der Engelsche zending, had een
gesprek met hen, waarna de Tibeta
nen aftrokken. De ruiters waren ge
wapend met bogen en snaphanen. Op
de "heuvelen om Tanoe zijn, naar het
heet. 500 geweerdragers, van wie 300
bereden. Voorbij Tsjambi gaat nu
geen konvooi meer zonder gewapend
geleide.
Ook wordt nu bekend, dat een
troep dorpelingen teFari een Engelsch
officier en acht Goorkha's met stee-
nen gegooid en gewond beeft, en er
toen "met bet geweer van den Engel-
schen officier van door ging. Echt
Engelsch is de bijvoeging, dat die
aanvallers door Lama's opgehitst wa
ren en als slecht volk bekend staan.
Die vriendschappelijke gevoelens van
de Tibetanen schijnen intusschen niet
diep te zitten.
De manschappen van de Engelsche
expeditie blijven goed gezond, al
vriest het 'snachts 50 graden. TeFari
is daarbij zoo weinig brandstof, dat
generaal Macdonald, de bevelhebber
van de troepen, naar Gnatong terug
is, met achterlating van een bezetting
waarschijnlijk.
Nu de Engelschen bij het voortruk
ken in een streek zijn gekomen, waar
nog geen Europeanen geweest zijn,
merken zij dat „de opnemingen van
inlandsche agenten" waarschijnlijk
voor het uittrekken der expeditie ge
daan niet te vertrouwen zijn, zoo
dat de tocht nieuwe moeilijkheden
oplevert.
Instorting.
Te Wetzikon, bij Zurich, is in den
nacht van Zaterdag op Zondag, ten
gevolge van een gasontploffing, een
huis van drie verdiepingen ingestort.
Twee vrouwen werden dood onder
het puin vandaan gehaaldeen derde
vrouw, in zwangeren toestand, over
leed terwijl zij naar het ziekenhuis
werd-gebracht. Haar man is zeer ern
stig gewond. De bewoners van de der
de verdieping, een echtpaar met twee
kinderen, die op hun bedden naar
beneden vielen, zijn geheel ongedeerd
gebleven.
Er lag een gasleiding in het huis,
die sedert twee jaar niet meer ge
bruikt werd. Ze was vermoedelijk door
verzakking van het licht gebouwde
huis gescheurd.
Krankzinnig.
Een Amerikaansche dame vroeg Za
terdag, om bij den Paus te worden
toegelaten, maar haar verzoek werd
geweigerd. Zij ging daarop kalm
heen en begaf zich naar het station.
Daar gekomen wierp zij zich op de
rails, vlak voor een binnenlcpmenden
trein. Het gelukte eenige spoorweg
ambtenaren haar nog juist bijtijds,
om zoo te zeggen van onder de wie
len der- locomotief, weg te halen.
Een edel drietal.
Het Hooggerechtshof te Kopenha
gen heeft thans in een rechtzaak te
beslissen, die veel overeenkomst heeft
met de Humbert-zaak te Parijs. De
beklaagde is een jonge vrouw van
bijzondere schoonheid, mevrouw Pe
tersen. Zij heeft met een musicus
een liefdesbetrekking aangeknoopt en
dezen, onder allerlei voorwendsels,
2000 kronen weten afhandig te maken
Na den dood van haar man zou zij
hem, naar zij den musicus beloofd
had, huwen.
Toen echter haar echtgenoot stierf,
huwde de schoone weduwe met een
koopman, zekeren Mortensendezen
had zij verteld, dat zij het natuur
lijke kind van een reeds overleden
graaf was en na het sterven van diens
echtgenoote een half millioen kro
nen zou erven.
Het testament mocht zij echter nie
mand toonen, daar zij anders onterfd
zou worden.
In de verwachting op het geld, be
gon de koopman er lustig op los te
leven. Hij leende overal waar hij
maar geld kon krijgen, doch toen de
erfenis van zijn vrouw te lang op
zich deed wachten, drong hij er bij
haar op aan, dat zij hem een bewijs
zou geven, waardoor hij kon toonen,
dat er werkelijk een erfenis te wach
ten was. De sluwe vrouw wist daar
wel raad op. Zij liet zich door den
musicus, die ondanks alles haar aan
bidder was gebleven, een document
fabriceeren, onderteekend „Kolonel
Hirsch" en waarin werd medegedeeld
dat zij de erfenis zeker te verwachten
had en dat de oude gravin thans
tachtig jaren telde.
De koopman begon thans opnieuw
geld te leenen en de musicus fabri
ceerde nog meer documenten, waar
door langzamerhand een groot aan
tal menschen in de erfenis gingen
gelooven en geld voorschoten.
Ten laatste echter liep de zaak
spaak en thans staan de schoone
„erfgename", haar echtgenoot en de
aanbidder alle drie terecht.
De zaak wordt alom vroolijk opge
nomen, zelfs door de schuldeischers.
De Moord door de Telefoon.
De vreeselijke werkelijkheid van een
tooneelstuk, dat onder den titel „Aan
de Telefoon" ook hier te lande is op
gevoerd, beleefde de tooneelspeler
George Hartsock te Minneapolis.
Hij werd telefonisch in zijn woning
opgebeld en herkende de stem van
zijn kunstbroeder James Garfield, die
tot hem zeide „Blijf een oogenblik
aan de telefoon en luister goed toe.
Hartsock hoorde toen, hoe Garfield
met zijn vrouw sprak en hoe deze
hem smeekte, haar leven te sparen.
gelijk verl.
voor
21
18
19
10
teg. punt
Ranglijstje 1ste Klasse N. Y. B.
Na de Zondag gespeelde wedstrijden is de stand van de 1ste
Comp. als volgt:
Westelijke Isto lilasse Comp. A
Gesp
H.F.C. (Haarlem) 5
H.B.S. ('s-Gravenhage) 4 3
Sparta (Rotterdam) 4 3
Ajax (Leiden) 5 1
R A.P. (Amsterdam) 3 0
Quick (Amersfoort) 5 0
Westelijke Isto Klasse Comp. K
Velocitas (Breda) 4
Hercules (Utrecht) 5
Rapiditas (Rotterdam) 4
Haarlem (Haarlem) 5
H-V.V. ('s-Gravenhage) 4
Volharding (Amsterdam) 4
Oostelijke 1ste Klasse. Comp
Vitesse (Arnhem) 4
Utile Dulci (Deventer) ,4
Prinses Wilhelmina (Enschede) 4
G.V.C. (Wageningen) 4
Quick (Nijmegen) 4
15
14
13
13
16
6
12
9
6
12
3
7
14
18
22
5
13
14
14
12
14
9
5
9
10
16
gemid
1,^0
1,75
1,75
0,60
0,00
0,(0
1.75
1,00
1,00
0,80
0,75
0,75
1,25
1,25
1,00
0,75
0,75
Hij meende eerst, dat het echtpaar
zijn 'rollen voor een nieuw stuk instu
deerde, maar weldra ontdekte hij, dat
het hier geen tooneelrepetitie, maar
vreeselke werkelijkheid gold. Gar
field riep hem door de telefoon een
„vaarwel voor eeuwig" toe, daarna
klonk een schot, gevolgd door een
vreeselijken gil, een tweede schot, een
dof steunen en toen een geluid als
viel een lichaam loodzwaar op den
grond.
Hartsock stond als versteend.
In het eerste oogenblik wilde hij
om hulp roepen, werktuigelijk be
woog hij de lippen, maar de stem
weigerde haar dienst. Ten slotte ^her
stelde hij zich in zooverre, dat hij de
politie kon opbellen, wie hij vertelde,
wat hij gehoord had. Deze begaf zich
naar de woning van Garfield, waar
van zij de deur openbrak en toen
vond zij daar het lijk van mevrouw
Garfield, waarvan het hoofd met twee
kogels was doorboord, terwijl de. echt
genoot eveneens doodgeschoten op
den grond lag.
Garfield had in het tooneelstuk de
rol gespeeld van den man, wiens
vrouw door inbrekers wordt ver
moord, terwijl hij zelf aan de telefoon
dien moord bijwoont.
Het schijnt dat deze rol hem zoo
zeer heeft aangegrepen, dat hij er
krankzinnig van geworden is.
Oude adel.
Z. M. Moetsoehito, keizer van Ja
pan. heeft een stamboom, die opklimt
tot het jaar 666 vóór Christus. Sinds
den eersten mikado, die volgens de le
gende een zoon van de Godin der Zon
was, moet de kroon vaxx Japan onaf
gebroken van vader op zoon zijn over
gegaan.
Bij zulk een stamboom geleverd
door een priesterlijk genealogisch-
heraldïsch bureau zinken die der
Pruisische Hohenzollera, der Beier-
sche Wittelbachers en zelfs van Reu's-
Greitz-oudere linie in 't niet.
Koloniën
Een Moordaanslag.
Ten huize van den ass.-res. te Poei*-
wodadi (Grobogan) is, naar de „Se-
marang Courant" bericht, het volgen
de gebeurt
Een inlander, gelxeel in 't wit ge
kleed, had tusschen 12 en 1 uur 's mid
dags het erf weten binnen te dringen
tot de voorgalerij van de ass.-resi-
dentswoning, waar hij zich had neer
gevlijd in een luiaardstoel. Een klerk,
die den ass.-res. eenige stukken ter
teekening wilde brengen, zag denman
daar zitten en haastte zich, dit den
ass.-res„ die in zijn kantoortje zatte
werken, mede te deelen. Deze ging
onmiddellijk naar de aangeduide
plaats en trof er den gewapenden, in
't wit gekleeden Javaan aan, die op
de eerste vraag dadelijk opsprong en
den ass.-res. te lijf wilde de ass.-res.,
ziende, dat de man gewapend was,
moest wel de verstandigste partij kie
zen en retireerde, met het doel zijn
revolver uit de kast te halen ongeluk
kigerwijze had hij de sleutels opzijn
schrijftafel laten liggen, zoodat hij
vrijwel machteloos tegenover den ge
wapende stond hij had echter geluk
kig de kracht om den inlander te
weerstaan, die hem, achtervolgend,
kort daarop aanviel, ten gevolge waar
van een worsteling ontstond, waarbij
de ass.-res. hoegenaamd geen letsel
bekwam. Een toegeschoten politie
oppasser, die den inlander wilde grij
pen,. werd aan de hand verwond. In
tusschen was de klerk vorenbedoeld,
met een geweer teruggekomen en de
ass.-res. had zich weten los te rukken,
waarop tot driemalen toe een somma
tie volgde om de wapens neer te leg
gen. Toen de ixxan hieraan niet voldeed
en zelfs aanstalten maakte om amok
te maken, loste de klerk op last van
den ass.-res. een schot, waarvan de
kogel het dijbeen raaktede man
viel, maar stond dadelijk weer op om
den aanval te hernieuwen, toen het
tweede schot hem in den buik trof met
doodelijk gevolg.
Men beweert dat de man krankzin
nig was, maar anderen spreken ex-
stil heel anders over en betreuren 't,
dat hij niet levend gevangen werd om
uit te hoor en wat hem aanleicBg ge
geven kon hebben tot zijn roekelooze
daad.
Hij moest sterk onder den invloed
zijn geweest van opium.
OOSTENRIJKSCHE LOTEN van 1858
groot fl. 100.
155e Trekking op 2 Januari 1904.
34 Seriën.
Serie 51 145 426 985 1007 1025 1180
1324 1640 1757 1890 1932 2073 2081 2086
2294 2505 2641 2663 2740 2879 2980 3239
3240 3357 3688 3753 3777 3842 3972 3988
4008 4110 4123
Premiën.
Serie 3240 No. 6 Kr. 300000.
Serie 2505 No. 13 Kr. 60000.
Serie 3688 No. 36 Kr. 30000.
Serie 3240 No. 44 3357 4 elk Kr.
10000.
Serie 985 No. 66 4008 35 elk Kr. 4000
Serie 985 No. 41 3842 64 3972 69 elk
Kr. 3000.
Serie 3357 No. 47 3842 25 4110 12
elk Kr. 2000.
Serie 426 No. 21 985 79 1007 16 26
1025 29 1324 3 40 1757 32 45 61 1932
16 24 68 2073 66 73 2086 75 2641 72
73 2663 19 2740 73 2980 48 3357 42 96
3777 19 3842 83 95 3972 99 4008 16 4110
16 38 50 57 65 80 4123 78 elk Kr. 800.
Alle overige in bovenstaande Se
riën begrepen nommers elk Kr. 400.
Betaalbaar 1 Juli 1904.
OOSTENRIJKSCHE ROODE-KRUIS-
LOTEN v. 1882, groot fl. 10.
54e Trekking op 2 Januari 1904.
Premiën.
Serie 9771 No. 21 Kr. 60000.
Serie 2366 No. 36 5240 37 elk Kr. 1000
Serie 513 No. 6 2101 6 5017 36 5143
40 7921 14 8932 50 9857 22 10360 31
10609 23 11476 32 elk Kr. 200.
Serie 3295 No. 1 4563 12 5952 32 5974
31 6731 9 6993 29 7298 31 7341 33 8853
50 9205 6 9823 2 9867 28 9922 2 11367 46
11784 30 elk Kr. 100.
Voorts ter amortisatie met Kr. 30
de 2000 nommers begrepen in de vol
gende 40 seriën.
Serie 357 501 669 1101 1110 1355 1865
2232 2257 2569 2867 4041 4715 4941 5000
5135 5437 5869 5996 6108 6576 7138 7399
7483 7579 8018 8362 8599 8803 9048 9631
9636 9801 9989 10623 10714 10826 20931
11719 11981.
Betaalbaar 5 Januari 1904.
4 pCt. OOSTENRIJKSCHE LOTEN
van 1854 groot fl. 250.
99e Seriëntrekking op 2 Jan. 1904.
86 Seriën.
No. 2 205 249 282 387 411,448 449 553
555 557 634 674 681 699 700 735 760 799
849 859 921 949 1060 1067 1156 1243
1263 1353 1354 1384 1472 1508 1567 1620
1628 1637 1638 1706 1788 1800 1817 1823
1853 1887 1926 1978 19S3 1987 2009 2016
2032 2147 2150 2204 2224 2289 2338 2342
2382 2405 2410 2425 2447 2499 2551 2556
2784 2825 2926 2934 3106 3223 3237 3298
3350 3367 3401 3415 3494 3611 3618 3707
3856 3910 3917
Premiëntrekking op 1 April 1904.
3e pCt. OOSTENRIJKSCHE BODEN-
CREDIET LOTEN van 1889,
groot fl. 100 (Kr. 200).
68e Trekking op 5 Januari 1904.
Premiën.
Serie 189 No. 13 Kr. 100000.
Serie 791 No. 50 Kr. 4000.
Serie 2-443 No. 20 7538 8 elk Kr. 2000
Serie 63 No. 43 170 47 2075 39 4827
28 5392 15 6835 24 6853 15 6904 50 6906
31 7708 6 elk Kr. 400.
Voorts ter amortisatie met Kr. 200
dB 500 nommers begrepen in de vol
gende 10 Seriën.
Serie 520 1312 1668 2290 3125 3273
4597 4908 6547 7205.
Betaalbaar 1 Augustus 1904.
van
Groote sorteering van Ainerlknanscli
Jaarsnia's en andere soorten Kachels
Baarden.
Spo.-dige levering en plaatsing.
Xegelplaten in ruime keuze.
Fabriek: Nofoelstraat
TELEPHOOS 154.
0EST NIET MEER - GEBRUIKT S
OEST NIET MEER-GEBRUIKT
OEST NIET MEER-GEBRUIKT
OEST NIET MEER-GEBRUIKT g
Er is volstrekt geen ander geneesmiddel dat zoo*snel$
too volkomen werkt. Eene enkele pastille geeft verlichtirv^L
xif kannen door de delicaatste personen gebruikt w>or<fe|?
EATING'S PASTILLEN
EATING'S PASTILLEN
EATING'S PASTILLEN
LEATING'S PASTILLEN
Indien de koest u verhindert te slapental eene enkt
Keating's pastille u helpen. Blh geneesheer zal u zeggen i
zijn volstrekt eenig.
Het publiek wordt verzooht acht te gevea op de woorden Keating'* Coup
Lozenges, gedrukt door bet Britach Gouvernement op het roode cachet i
zonder de welken geen eene doos echt ia.
De eigenaar Thomas Seating, chemist te Londen.
Overal In al da goeds apotheken verkrijgbaar ii
blikken doozen.
VAN
Brand- en Inbraak L
vrije, gepantserde j
Brandkasten.
Kluisdeuren, Hekkeij
Safe deposit
inrichtingen,
alwaar modellen te zien en inlichtingen gratis vul
krijgbaar zijn.
werd, dat alleen plaats had voor een
reiziger en een koetsier. De eerste zat
nog geheel gedrukt onder de kap, de
beenen wijd uitgestrekt in zeer onge
makkelijke houding. Hij had zich om-
gedraaid en sprak tegen den jeugdi
gen koetsier, ten minste zij schreeuw
den beiden uit alle macht, begrepen
elkaar in weerwil daarvan heelemaal
niet, omdat de een Duitsch en de an
der Noorsch sprak.
Koert keek vreemd op, bij het hoo-
ren van die stemmen, keek opmerk
zaam dien kant uit en begon toen
luide te lachen.
Waarachtig, daar heb je hem
Philip in levenden lijve
Wie vroeg Bernard, die nu ook
opmerkzaam begon te worden.
Philip Roder, onze weemoedige
vriend uit Rotenbach. Ik vertelde je
immers, dat wij in eikaars gezelschap
reisden van Kiel tot hier.
Maar ik dacht, dat hij van plan
was naar Drontheim te gaan en van
daar uit verder naar het Noorden. Hoe
komt hij nu hier?
Dat mag de Hemel wetenMaar
het ongeluksmensch kan zich weer
eens niet verstaanbaar maken, zooals
ik zie, dan zal ik wel weer als redder
dienen op te treden. Ga maar door,
Bernard, ik kom direct.
Met die woorden haastte de jongs
zeeman zich naar het wagentje, waar
juist de reiziger vol vertwijfeling be
zig was zich met gebaren zoo goed
mogelijk verstaanbaar te maken. Hij
deed zulke krampachtige pogingen,
dat het paard er onrustig van werd.
Koert greep vlug de teugels orn het te
bedaren, toen keerde Philip zich om
en herkende hem.
KoertGoddank riep hij op een
toon van verlichting. Eindelijk een
mensch in de wildernis
Dat vlei ik mij tenminste te zijn.
Maar waar kom je vandaan?
Over de bergen van Drontheim
Philip weerde zich met handen en
voeten om zich uit zijn nauwe schuil
plaats te bevrijden, maar dat gelukte
eerst, toen Koert hem aan den éénen
en de kleine koetsier aan den ande
ren kant te hulp kwam. Zij loodsten
hem geduldig het wagentje uit en nu
schudde en rekte hij de leden, als was
hij van een dwangbuis bevrijd.
Er is ten minste niets gebroken
kreunde hij. Aan dezen driedaagsebpo
marteltocht zal ik mijn geheele leven
lang denkenHalf geradbraakt op
dezen schandelijken kar en half ver
hongerd, want ik kon mij nergens
verstaanbaar maken. De koffer tus
schen de beenen en zoo ging het maar
voortdurend hop, hop, op en neer en
altijd door een wildernisEn dat
noemt men een wagen, dat noemt men
een weg in dit land Als het nog één
dag langer geduurd had. zou ik als
een lijk te Raansdal aangekomen
zijn.
Dan zouden wij je helaas hier
hebben moeten begraven, zei Koert
meelijdend. Maar wie dwong je dan
de wildernis in te gaan De wegen
daarboven moeten schandelijk slecht
zijn. Waarom ben je niet in Dront
heim gebleven, waar comfortable ho
tels en Duitsch sprekende kellners
zijn?
Ik wilde van natuur genieten.
Ik ben toch niet naar Noorwegen ge
gaan, om alleen in de steden te zitten
en oude domkerken te bekijken. Ik
wilde bergen, watervallen, Noorscho
romantiek, maar ik dacht niet, dat
het zoo aangrijpend was. En die dom
oor van een koetsier Hij begreep hee
lemaal niet, dat ik naar het höfcel
wilde ik hoop toch, dat er hier
een is
ten minste een ding is, dat dien naam
draagt.
Je zult echter je eischen zeer
moeten beperken. Kom, ik zal je er
heen brengen, het is niet ver.
Luitenant Fernstein beduidde den
kleinen koetsier met wagen en koffer
te volgen, toen nam hij zijn school
kameraad onder den arm en liep met
hem verder, terwijl hij voortging Ik
was juist met Bernard ondeiweg. Wij
kwamen van Edsviken, zoo heet n.l.
zijn landgoed, een half uur van hier
ligt het. Je zult hem toch zeker een
bezoek brengen
Als ik hem maar welkom ben?
antwoordde Roder onzeker. Vroeger,
in Rotenbach had hij zooiets op zien
zelf, als toen iemand zijn weg kruiste,
dien hij niet kon gebruiken, dan
Sloeg hij er altijd dadelijk op
los voltooide Koert. Wees niet bang,
dat heeft hij zich heelemaal afge
wend, hij slaat nooit meer.
Deze verzekering scheen Philip ge
heel gerust te stellen en nu begon aij
spoedig over een onderwerp, dat hem
zeer na aan het hart scheen te lig
gen.
Hohenfels wachtte je zeker aan
den steiger, niet? vroeg hij. Je was
zoo gauw weg, dat wij niet eens goed
afscheid 'nemen konden, en er was
nog iemand in de boot. Een jonge da
me, die ook naar Raansdal wilde.
Mijn God, Koert, weet je daar niets
meer van Er ging immers een heele
scène vooraf met zekeren Hansen, die
toen met mij wegstoomde naar Dront
heim. Je hebt immers nog als tolk
dienst gedaan tusschen mij en juf
frouw Inga. Ben je dan alles ver
geten
De jonge zeeman schudde het hoofd.
Nu ging hem inééns een licht op over
het ware doel van deze merkwaardi
ge reis, maar hij was zoo boosaardig
zich heelemaal niets te herinneren en
liet den ongeduldigen nog een neele
poos vragen en uitvorschen, toen -ein
delijk zijn geheugen hem te hulp
scheen te komen.
O, nu ben ik er, meen je mejuf
frouw LundgrenJa, zij is hier bij
haar oom, dominé Eriksen.
De predikant? Dat is zeker een
hoofdpersoon in Raansdal Als vreem
deling kan men hem toch wel opzoe
ken? Ken je hem?
Natuurlijk, want Bernard is ver
loofd met zijn dochter. Wij zijn heel
dikwijls in de pastorie, maar men
spreekt daar alleen Noorsch, en als
jij alleen zulke vertwijfelde gebaren
maakt als zooeven met je koetsiei*, dan
denken zij stellig, dat je uit een of
ander Duitsch krankzinnigengesticht
ontsnapt bent.
In woerwil van deze weinig vleien
de toespraak helderde het gelaat van
Philip in die mate op, dat er geen
twijfel meer mogelijk wasde mag
neet, die hem hierheen getrokken hau,
zat in de pastorie.
Ik ga er natuurlijk met je heen,
verklaarde hij. Jij moet mij daar 'n-
troduceeren en bovendien heb ik mij
in Drontheim een Noorsche spraak
kunst aangeschaft. Het gaat hier toen
niet, zonder dat men de taal kent,
dat heb ik al gemerkt.
Daar kwam Christiaan Kunz aan-
geloopen, vuurrood van opgewonden
heid.
Mijnheer de luitenant, de „Zee
adelaar" komt in 't zichtHij vaart
met volle kracht, in een half uur is
hij hier
Wat Die spreekt ook Duitschl
nog wel platriep Philip vol ven
king. Dat is een landsman uit
Holsteinsche vaderland Landsms
hoe kom je hier?
Nu was het de beurt van Chi
aan om verrukt te zijn. maar lui']
nant Fernstein maakt# aan de
klaringen en verhalen spoedig
einde.
Daarvoor hebben wij nu g<
tijd, zei hij. Re kom dadelijk, Chrj
tiaan, ik zal dien mijnheer nu ee|
de herberg hier wijzen. Kom Philf
wij moeten voortmaken, ik moet
genwoordig zijn, als „de Zeeadela^
landt.
De „Zeeadelaar"? Is dat
Duitsch schip vroeg Röder, ten
hij den zich wegspoedenden lani
man een blik van spijt achterna zor
Ja, het jacht van Prins Sass
burg en behalve de prins is nog
nister Hohenfels met zijn dochter
boord. Wij zullen hen ontvangen, zt
als je ziet., ben ik in uniform.
(Wordt vervolgd.lt