AVONTUREN EN REISVERHALEN. Een elecirisciie Varrekijke De Supercargo van Bully Hayes. Kusaie, of zooals het in de zeebrie ven genoemd wordt, Strong's eiland, is een van de vruchtbaarste en prach tigste plaatsen in de Stille Zuidzee. Het is het meest Oostelijk gelegene van de groote Carolinen-archipel, heeft een omtrek van ongeveer veer tig mijlen, wordt doorsneden door een keten van met hout begroeide bergen en wordt prachtig besproeid door hon derden stroompjes, die in zee uitloo- pen. Er is overvloed van tropische en sub-tropische vruchten en op de West zijde van het eiland zijn er mijlen en mijlen van pijnboomen en bergbana- nen (pisang), die in*'t wild groeien en voedsel opleveren voor de troepen zwij nen, die daar leven. Ik had het geluk den 17en Maart 1873 op de kust van Strong's eiland geworpen te worpen en bracht daar ongeveer 13 van de gelukkigste maan den mijns levens door. Het schip, waarmee ik schipbreuk leed en waar van ik de supercargo was, was de brik Leonore van Shanghai en gezag voerder ervan was de bekende kaptein „Bully" Hayes, over wien zooveel is geschreven. Ruim een jaar later verscheen het oorlogsschip Rosario, dat Haves aan 't zoeken was, op beschuldiging van zeeroof, voor het eiland. Om kort te gaanHaves ontsnapt met één metgezel in een klein bootje en slaagde erin Guam te bereiken, on geveer een duizend mijlen meer Noordwaarts, terwijl aan schrijver dezes aan boord der Rosario overtocht werd verleend naar Sydney. flink uiterlijk, oorlogszuchtigheid en trotsche, onafhankelijke manieren. Bij die. welke aan boord van de ..Leonora" waren, was ik gelukkig genoeg zeer gezien te zijn en eens, toen er muiterij uitbrak, waarvan de aanvoerders de vier blanke hande laars waren, en Hayes bijna het leven verloor, drongen drie of vier van hen 's nachts mijn woning binnen, waar schuwden mij stil te zijn en brachten mij naar een visschershut, op een mijl afstand gelegen. Twee van hen blevon bii mij. terwijl een mij wel een uur lang bij de pols hield, mij verzoekend geen poging tot ontsnap ping te doen, daar ik anders zeker vermoord zou worden. De manier, waarop Bully de mui terij dempte, is een verhaal op zich zelf. Niet alleen ontwapende hij de kwaadwillige handelaars, maar gaf den Pleasant-eilanders zóó slaag, dat zij van dien nacht af de grootste be wondering voor hem koesterden. Mijn redders weigerden mij' te vertellen, wat in "het dorn voorviel. Beiden wa ren gewapend niet Snider-geweren en daar ik wist, dat wij slechts weinig patronen b': de schipbreuk hadden kunnen redden, trachtte ik hen over te halen door ze er 50 te beloven, zoo ze me wilden laten gaan. Zij schudden verwijtend het hoofd en ik hield niet langer aan. Onge veer één uur in den morgen snelde een meisje van Pleasant-eiland de hut binnen en riep 't Is al gedaan, de kaptein is ongedeerd. Tiki (een van de blanken, die Dick heette) vuurde tweemaal op hem, maar toen sloeg de kaptein hem en Pita (Piet, een an- Mijn connectie met den „Zeeroover j dere blanke) met zijnvuisten, zoodat van de Zuidzee", zooals hij genoemd werd, ontstond op een zeer eenvou dige wijze. Twee jaren vóór het vergaan van de Leonora was ik werver in het han delsgebied tusschen Samoa en de Gil- bert-eilanden en op zekeren dag werd mij door een Engelsche firma te Apia gevraagd, of ik een klein schip, dat haar toebehoorde, wilde overbrengen naar de Maarschalks-eilanden en over geven aan kapitein Hayes, die het zou verkoopen aan den koning van Ahrnu, een eiland van den Maarschalks- archipeL Ik stemde erin toe en bereik te na een reis van vier en veertig da gen Milli Lagoon, waar Hayes mij wachtte. De reis van Samoa was ongelukkig ze voor dood lagen. Wij keerden nu naar het dorp terug, waar ik Hayes vond, die in zijn groot huis allen, zij die hem trouw waren j te geven. men, evenals ijzeren beslag en dit overtuigde mij, dat het schip geplun derd was door de eilanders. Lang na dat ik het eiland verlaten had, hoorde ik, dat de bemanning van H. M.'s Larne in 1863 twee dekkanonnen, eeni- ge musketten en kogels vond in een soort kelder verborgen bij Schelpen- haven. Ik nam een paar jongens aan om een gat in den modder te maken, groot genoeg, dat een van hen den bodem van het schip kon bereiken en een siddering van opgewondenheid voer door mij, toen hij uitriep, dat hij stond op kleine vierkante dingen, zoo zwaar als ijzer. Hij maakte er een met eenige moeite los en zond het mij naar boven in een emmer. Ik keerde deze op 't dek om, krabde er den zwarten modder af met mijn mes en bevond, dat het een straatsteen was. Zonder twijfel waren er honderden in het ruim, waar zij misschien waren meegevoerd als ballast, tenzij ze mis schien. wat ik uit de hardheid ervan afleidde, bestemd waren geweest om ovens te bouwen. Na deze teleurstelling zette ik mijn onderzoekingen niet voort. Ik kan er aan toevoegen, dat het schip van teak hout gebouwd was. Bij een Westelij ken storm werd het weer geheel met zand bedekt. Ik verliet Kusaie met een oprecht ge voel van spijt en was zeer verheugd, het in 1880 weer te bezoeken. Rubriek voor Dames. WANNEER MOET MEN DE KAMER PLANTEN BEGIETEN Deze voor alle bloemenvrienden zoo gewichtige vraag is in het algemeen niet zoo gemakkelijk te beantwoorden. Een hoofdvoorschrift is men mag iedere plant slechts dan begieten, als zij er behoefte aan heeft. Oefeningen ondervinding toonen den tuinman bij den eersten blik wanneer de plant be hoefte aan water heeftvoor leeken is liet echter veel moeielijker het juis te tijdstip waar te nemen. Eenige re- •gels, die zeker ook niet zonder uit zondering zijn, zijn daarover wel aan gebleven en zij, die gemuit hadden, verzameld had. Een voor een, zoowel blanke als in boorling, moesten zij hem plechtig ge hoorzaamheid zweren en de geheele historie eindigde met een dansje en het drinken van veel arak. Hayes vroeg mij eens naar de twee blanken te zien, daar hij meende „hen even te hebben geraakt." Ik ging naar hun recpectieve woningen en bevond, dat de een de kaak en de ander twee ribben had gebroken. Beiden waren flink geraakt en ik had geen medelij den met hen. Ik ging terug naar geweest, maar ik behoef hier met - Hayes, die nu persoonlijk naar hun meer te zeggen dan dat ten gevolge j kwetsuren ging zien. In het boschach- daarvan het sclnp m zoodamgen toe- {jg heuvelterrein achter Schelpen stand was. dat Hayes eerst weigerde haven krioelde het van wilde zwijnen het in ontvangst te nemen. Later, en ging menigmaal op jacht met ls de aarde en de pot zoo droog ge worden, dat de wortels het voedsel niet meer kunnen opzuigen,dan treedt <er bii de plant een toestand van ver slapping in, een gevolg van het in- jkrirnpen der celwanden, die met de uitdrukking „verwelken" aangeduid wordt. Zoo ver mag men de plant echter nooit laten konten, omdat die toestand op zichzelf al gevaarlijk is. Zijn er echter omstandigheden waardoor de plant reeds zeer verslapt is, dan is begieten alleen niet meei voldoendedan moet men de takken der plant bevochtigen en daaraa'eerst de aarde voorzichtig van water ver zadigen. Men kan zien hoeveel water een plant noodig heeft aan de aarde, waarmee de pot gevuld is. Is de aar de aan de oppervlakte zoo droog, dat zij tusschen twee vingers genomen en gedrukt niet aanéén bliift hangen, maar als stof uiteengaat" dan is het noodig de plant te begieten; het is dan zelfs hoog tijd. Zoover moet men het echter over 't algemeen niet laten komen Er zijn namelijk aardsoorten, bijv. heide-aarde of bosch-aarde, die, een maal uitgedroogd, hun planten bijv. erika en andere fijnbladige, bijna ze- EEN DUEL. nam den volgenden morgen zeilden wij uit voor een kruistocht van zes maanden door de Carolinen, Pellews en Ma- rianen-archipel. Ik bleef met hem op de Leonora tot de brik verloren ging kwamen wij echter tot een vriend-1 Kusis en een man, Nana genaamd, schappelijke oplossing, de „zeeroover beiden goede jagers. Gelukkig had ik zette zijn timmerlieden aan het werk een Wimchester geweer en een Snider- en de schoener werd opgeknapt en karabijn met overvloed van munitie, naar Ahrnu gezonden onder bevel van dje jk had weten te redden met nog een Duitschen schipper, waardoor ik - meer andere nuttige dingen uit aan- met de zaak niets meer uitstaande gespoelde kisten eenige dagen na de had. waarvoor ik zeer dankbaar was. stranding van de Leonora. Dank zij de Ik sloeg mi]» bivak aan wal op om verpakking was alles droog gebleven, een of ander schip af te wachten,Ook deed ik aan duivenjacht, waarmee ik naar Samoa terug koni Twee of rlrie dap-pn van pika wppk --•> keeren. Hayes, die ik herhaaldeliikins ik vereraeW van mijn ,^enSenVer moeten iaten doodgaan. In zoo'n vroeger m Samoa ontmoette waar zon „lsschen in diep-zee. ongeveer een mijl I ?™£r 2?' m ee-n vrouw en kinderen woonden, vertelde buitBn Sclielpen-haven. waar op een z zn„ w^ihh ™1. dat ik misschien wel zes maan-1 diete Tan zeventig tot tachtig va&m l e'ensSp'èn haalcTm f^'r m the'S ti<m ieeoTge u^dSe,?d'^ mee te^gaan als^supercargo ?k JSgSeVerdcr kad da den man altijd graag mogen lijden en ;kwamgvan visschen waaronder vele1 water opmaken uit de klank, die ont- dus terstond zijn aanbod aan v g af^eling; Er was ééljs00rt "jet den vinger tegen oleenden moreen zeilden wn uit ,1,-,, nm rinn wana van ae pot tiKt. is ae aaia- visch, die zeer geroemd werd om den kluit namelijk uitgedroogd dan krimpt smaak, welke een zeer groote afme-zjj inéén, zoodat er tusschen de kluit tmg bereikte en tot honderdvijftig en den Wand van de pot een kleine, P°nd woog. 1 hoiie ruimte ontstaat. Drie dezer knapen vulden onze ka- j Klinkt het tikken helder, dan moet no, zoodat ik Kusis eens voorstelde ze rnen begieten, is de klank dof, dan is te bevestigen aan de houten van de het verlangen naar water nog niet loefboom, opdat zij niet zooveel plaats groot. in de boot zouden innemen. Ook kan men de vochtigheid der De haaien zouden den loefboom aarde bepalen uit haar kleur, in stukken bijten en zoowel ons als j De met water verzadigde aarde ziet de visschen opeten, antwoordde hij, 1 er altijd donkerder uit, dan die, wel en ik geloofde dat graag, want ik had ke gebrek aan water heeft, al eens, toen ik aan 't visschen was, Bovendien kan men de behoefte bij een vloot van kano's gezien, dat aan water nog constateeren uit het een blauwe haai zich wierp op een gewicht van de not. maar daarvoor is loefboom, waarop op eenige planken ook alweer ondervinding noodzake een paar jonge meisjes gezeten wa- lijk. ren. Met één hap van zijn machtige kaken brak het ondier den loefboom DE ARAUCARIA IN DEN WINTER, iu stukken en deed de kano kantelen, j Dikwijls hebben wij de opmerking Gelukkig was de vader der meisjes een gemaakt. dat onze mooie kamer-den, koelbloedig man en toen de haai zijn nadat zij tijdens den zomer buiten tanden sloot op het zachte hout van jiad gestaan, in de kamer piet recht den loefboom, sprong hij over boord meer scheen te willen tieren. De on- en met één steek van zijn groot vis- derste tafel begint geel en bru'.n van schersmes sneed hij het dier den buik kleur te worden, wit-achtige puntjes open. Er werd niet veel drukte oververtoonen zich aan de Jongste naai de zaak gemaakt en dc kinderen wer- den en de plant ziet er over 't alge den hartelijk uitgelachen, omdat ze meen ziekelijk uit. Hoe komt dat? gegild hadden. j Wij hebben de araucaria in de kamer Een halve mijl van het huis, waar opgesloten. Ze krijgt heelemaal geen ik woonde, lag de kiel van een klein frissche lucht, ofschoon men die best schip, dat misschien vóór een eeuw Wij hebben de aurocaria in de kamer daar was begraven in het zand van toegang had kunnen geven door liet een bank bij den mond van een water- openen der vensters in de kamer tje, dat in Schelpen-haven uitstroom- daarnaast.Daarbij komt nog de warm de. Ongeveer zes maanden nadat ik te van het gaslicht en de plaatsing te Leassé kwam, had er zwaren vloed der plant, die in salons lang met al- plaats en een geweldige hoeveelheid "]d de beste is. water kwam omlaag van het geberg- En debloem potten mogen dikwijls te. groote boomen met rich vierend, 'eL'MAM die lan de zwaarste stormen hadden da"; °™da'L^d"e„n/?„ licht met de mooie gordijnen maan- wee tand. geboden. Nadat het weei raking zouden komen. Opdat de ka- weder goed was geworden en de Kreek mer_den jn }iuis zal gedijen, heeft zij zijn gewoon aanzien had herkregen, zoo niogelijk koele temperatuur noo- bemerkte ik, dat het water een nieuw digi verder een dikwijls herhaald kanaal had gevormd. Terwijl ik met besproeien der naalden en als 'tkan de kinderen dit kanaal onderzocht, bovenlicht. De toevoer van frissche. vonden wij dat scheepje, dat tot op lucht, al was 't 's middags maar een enkele duimen na door het water van half uur, is van het grootste belang, zand was ontdaan. Van het dek zelf Opdat de aardkluit niet zoo snel uit was bijna niets meer over, maar de droogt, moeten wij boven op de aarde indecling van het inwendige kon men rondom wat vochtig mos leggen, het- uog wel onderscheiden. We namen geen heel goed staat en gelijkmatige onze visch-harpoenen en openden vochtigheid veroorzaakt. Het laatste daarmee de deur van de kajuit. j is °°k geschikt bij een grooter soort Nu kwamen ook eenige mannenpalmen, aangeloopen, die verbaasd waren over HUISHOUDELIJKE WENKEN. rfllTS31 L Japansche theebladen kan men dat geen der bewoners van het eiland het begt sc[,0onmaken door ze af te iets over het schip zou kunnen ver- wrijven met een doek> bevochtigd met tellen. Ik knikte, maar zei mets, want enkeje druppels olie. Na die behande- zelfs nog in 1830 waren de Strongs jj,)g worden de bladen mooi glan- eilanders bekend om hun zeeroovenj zend. en menig koopvaardijschip werd door IL Het dekseitje van een theepot hen buit gemaakt en de bemanningmoet altijd zoover open gezet wor- vermoord. j den. dat ile lucht in de theepot kan Geholpen door de dorpskinderen be- dringenmen kan daarvoor een steedde ik een week om de kajuit van stukje papier tusschen liet deksel zet- modder te ontdoen, maar ik vond ten. Daardoor wordt dufheid voorko Klets Twee klappen worden gewisseld in een café, waar een aantal menschen de courant zitten te lezen. Tengevolge van een langdurige dis cussie over onzen politieken toestand, heeft de heer Goedbloed een slag in zijn bol aangezicht gekregen. Twee vrienden voegen zich bij hem. De kaartjes moeten gewisseld wor den. O, ge behoeft me uw kaartje niet te geven, zegt meneer Goedbloed tot zijn tegenstanderwant ik ben al meer dan zesmaal bij je aan huis ge weest om die vijftig gulden, die ik nóg altijd van je hebben moet. Daar zijn ze; ik wil u geen mi nuut langer iets schuldig zijn. Mooi, dat heb ik er toch mee gewonnenzei de lieer Goedbloed. Wij zijn bereid, u tot getuigen te dienen, verklaarden de vrienden gedienstig. Wat ik heb een klap gekre gen en moet ik bovendien nog mijn leven wagen Uwe eer is aangerandgij moet den beleediger uitdagen. Welk wapen kiest gij .-Üs men beleedigd is, zooals ik, dan ken ik maar ééne manier van vechtenwij zullen de pistool nemen. Een der beide pistolen zal geladen zijn. Sacrebleu, wat vat je die zaak ernstig op En dan zal er geloot wor den Neen ik houd de geladen pi stool, omdat ik de eerste klap ont vangen heb. Dat is onmogelijk. Wij zullen de degen kiezen. Op veertig pas. t Is nu geen tijd voor schertsen. De beleediging is te ernstig. Maar ik heb nog nooit zoo'n ding in de hand gehad. Dan moet je maar les in het schermen nemen. Wij zullen de ont moeting een paar dagen later doen plaats hebben. In vredesnaam dan Ga met ons mee; wij zullen je hij een bekwaam schermmeester bren gen. Hij begeeft zich naar Jonathan Praatman, meester op punt, sabel en stok. Meneer, zei hij, ik heb een duel en 'kwou den ander dood steken. Uitstekend. Hebt u wel eens ge trokken Getrokken? Waaraan? Op de punt ik bedoelge schermd. Zoo noemen we dat. Geschermd In den wind an ders niet, fluisterde een der secondan ten, zich verwijderende en Goedbloed Esq. aan de goede zorgen van Jona than Praatman overlatende. Dus geheel onbekend met de wapenen Om u te dienen. Zoo zijn ze allemaaleerst als de nood aan den man komt, gaan ze ons opzoeken. Ga daar voor mij staan. Moet ik geen masker voor ^oen? Wij zullen niet eens fleuretten nemen. Ik zal u leeren rompeeren. t zooals dat in onze kunst genoemd wordt. Strek de hand uitbeenen een weinig gebogen. Zoo, dat is de hou ding. Op het commando Rompez 1 gaat men een stap achteruit, stampt hoorbaar met den rechter voet op den grond, en neemt dan de vorige positie weer aan. Nu attentie s.v.p. Rompez Goed zooTelkens nu, als uw tegenstander een uitval wil. dan Rompez een pas achteruit en een flink apnèl, want men moet niet den- Hoeveel kost het Slechts 2.50. Goed. En ik kan er dus zeker van zijn, dat ik den ander raken zal Daar twijfel ik niet aanals ten minste de ander niet bij toeval een meester is. Hoe heet hij Meneer Goedbloed. Een kort, dik mannetje Ja. Verduiveld Kent u hem Neen. En u zegtverduiveld Dat is, omdat ik vanmorgen een steek met een fleuret gekregen heb, dien ik nog voel Den volgenden morgen heeft de ontmoeting plaats. Een der beide getuigen kruist de degens. Heeren, kunt beginnen, zegt hij. Zij blijven onbewegelijk. Nu, schreeuwt de getuige onge duldig, blijft ge daar als steenen gas ten staan Hm, die kerel heeft me geleerd, wat ik doen moet als hij vooruitgaat of wil uitvallenmaar hij verroert geen vin, denkt de heer Goedbloed. Dezelfde gedachte doorkruist het brein van den ander. De aandacht, waarmee zij in de positie blijven staan, met gebogen arm, vermoeit hen beiden. Zweetdrop pels parelen op hun voorhoofd, zij vragen tien minuten pauze. Wonderlijke lui, zeggen de ge tuigen die benieuwd zijn hoe dat zal afloopen. Weldra staan de strijdlustigen weer tegenover elkaar. Wacht denkt de heer Goedbloed, ik zal maar gaan rompeeren, dan zal hij wel avanceeren en dat zal hem misschien meer afmatten dan mij want voor dien tijd kan ik niets doeii! De ander komt, zijne les indachtig, tot hetzelfde resultaat en, met statige stappen achterwaarts, gaan ze van elkander af tot toenemende verbazing van de getuigen, die ze hun gang la ten gaan. De strijders houden niet op met hun marsch achterwaarts. Achter ieder hunner bevindt zich een droge sloot, die hun gespannen aandacht ontgaat en zij vallen er in. Goedbloed breekt zijn linkerarm en de ander verstuikt zich den voet. Onmogelijk om het gevecht door te zetten. j De getuigen beraadslagen en ver klaren dat aan de eer voldaan is. Men begeeft zich naar het logement, waar onder een goed déjeuner de vre de verder hersteld wordt. En de heer Goedbloed droeg zes we ken lang zijn arm in een doek, en ieder, die hem zag voorbij komen en niet de détails wist, zei Dat is er ten minste nog één. die durft positie verkeerde, schoonzoon mr. Forster te Londen te zijn En zijt gij dat Yes ten minste, ik kan worden. Wilt gij dit eens lezen Ha, ha, ha Die is goed als... hm een gewaagde specula maar er steekt voordeel in vooi zaak. Wilt gij dus mijn verzoek in ligen, meneer Behrends? Ik weel mers dat het altijd uw wensch i« weest, in nauwer betrekkingen u men tot het huis Forster. Mijn a caat, die in de voorkamer wach de zaak, als ge wilt, dadelijk reg, Haltnog één ding, als gij hebber zijt in mijn zaak, dan weer zoo speculeeren, hoor houden Een jaar later reed door dc densche straten iu een pracl equipage een jong paarMr. Johi echtgenoote, de deelgenoot van huis Behrends en Co. te Chicago Hoe hij trouwde en Rijk werd. Mijnheer Forster, een oogenblik je, als 't u belieft, ouder vier oogen. Kom binnen Ze waren samen in het kantoor van de firma Forster. Wat verlangt gij vroeg de chef. Ik meende, meneer John, dat onze zaken afgedaan waren. Zeker, meneer, dat zijn ze ook, zoo als u zelf heeft erkend tot uw volle tevredenheid. En wat is dan uw verzoek Ik wou u om de hand uwer doch ter vragen, Wat... om de hand mijnerdoch- I ken, dat ge bang zijt. Het eerste be- ter vragen? Heb ik dat goed verstaan? j trinsel is, de tegenpartij af te mat- Werkelijk goed verstaan,jongmensch? ten en als die dan uitgeput is, doet Kom, dat vind ik grappig Daar op Stror.gs-eiland en woonde nog drie maanden aan wal met hem samen, toen ernstig verschil tusschen ons ont stond, zoodat wij van elkaar gingen. Enkele dagen later volgde een ver zoening en hij vroeg mij terug te keeren, maar ik weigerde en van toen af tot op het oogenblik, dat ik het eiland verliet aan boord van de Rosa rio woonde ik in een dorp, tien mijlen van de plaats, waar Hayes en zijn medeschepelingen zich hadden geves tigd. Deze plaats heette Leassé en was gelegen in Schelpen-haven aan de Westzijde, een van de prachtigste plaatsen, die ik ooit gedurende mijn acht en twintig jarig verblijf in de Stille Zuidzee heb gezien. Het dorpshoofd heette Kusis en hij en ik werden vrienden. Een natuur-edelman zou ik hem willen noemen, Kusis was een gentle man. hoffelijk waardin, dapper en waarlieidslievend. Ziin huishouden bestond uit zijn vrouw Tulpé, een mooie, olijf-kleurige vrouw van onge veer dertig jaar en een dochter uit een vroeerer huweliik. een vrooliik, guitig meisje van een jaar of elf, Ki- nie genaamd. Toen ik bij hen kwam wonen, werd een vertrek aan hun wo ning toegevoegd en ieder in het dorp droeg iets bij om mijn kamer aange naam en gemakkelijk te maken. De een zond een slaan-mat, een ander een inlandsche matras, een derde een muskietennet enz. en de jonge mannen schonken mij een nieuwe kano en zetten vischlijnen voor mij uit. Onder dit vriendelijk volk vielen de dagen mij nooit lang en terwijl in het dorp van Hayes hij bouwde nu een nieuw dorp verraad, diefstal, moord en al wat slecht is onder zijn ondergeschikten sloop, volgde hier in Leassé de eene vreedzame dag den ander op en slechts eens werden wij geplaagd door een bezoek van eenigen van Hayes volk met 30 of 40 wilde inboorlingen van Pleasant-ei land. die zich echter behoorlijk ge droegen na de Leasséers te hebben gedwongen hun een cadeau te geven van tien vette varkens. Deze inboor lingen van Pleasant-eiland, dat moet ik vermelden, waren passagier van de ..Leonora", toen deze verging en be hoorden bij vier blanke handelaars, die wij van Pleasant-eiland brachten naar Arrecifos Lagoon, een groot, on bewoond eiland in de Stille Zuidzee, dat dicht begroeid was met kokos palmen. Hayes had er bezit van ge nomen en deze blanken, hun vrou wen en huisgezinnen en hun gekleur de bedienden waren door hem ge huurd om er heen te gaan en cocos- olie voor hem te bereiden, voor viif, jaar voldoende. De inboorlingen van niets van de gewone kajuit-benoodigd- men. Hetzelfde geldt voor een koffie Pleasant-eiland zijn bekend om hun heden. Zelfs deuren waren weggeno- pot. komt op één na de jongste bediende van het huis Behrends, uit Chicago, met een geheime zending naar Lon den hij doet zijn boodschap ik moet zeggen, niet slecht ik spreek onbewimpeld mijn tevredenheid daar over uit, introduceer hem, wat ik an ders nooit doe, bij mijn familiehii dineert bij mij, hii maakt muziek met mijn dochter, doet 's middags een riitoertje met ons, neemt afscheid voor altijd, en staat den volgenden morgen voor mij, om de hand mijner dochter te vragen. Weet gij ook, Ik zal mijn best doen, om dit j dat mijn dochter drie millioen dol- ge een krachtigen uitval, begrepen Uitstekend vergun mij u de hand te drukken. Ik beschouw u als mijn redder. Nu, ik wensch je een goeden uitslag. Hoeveel ben ik u schuldig Ik geef in dergelijke gevallen geen les minder dan 15 ~ulden. En dan moet gij ook dit boekje koopen „LESSEN OP DEGEN, SABEL EN STOK." boekje van buiten te leeren, voordat ik naar de noodlottige plek ga. 'tls maar twee vijftig. Ik zal mij die niet beklagen, wanneer ik er goed af kom Geen twijfel aan denk maar aan hetgeen ik u gezegd heb. Een paar uur later komt bij den zelfden schermmeester een man, die er uitziet als krijt. U hebt zeker een leelijk gevo letje aan de hand voert meester Jonathan Praatman hem tegemoet. Hoe raadt je dat zoo Dat zien wij met een oogopslag. Ja, ik moet met een heer vech ten, dien ik een klap om de ooren gegeven heb. Ik ben wel wat driftig geweest, dat moet ik erkennenmaar ik had niet gedach* dat hij daar zoo een drukte van maken zou. Dus u hebt het er niet erg op begrepen Neen, want ik heb nog nooit zoo een wapen in de hand gehad. Dat dacht ik wel. Laat ons geen tijd verliezen. Hij doet zijn jas uit en wil een fleu ret nemen. Kunt gij quarte pareeren? Neen. Zoudt ge soms niet een coup dé- gagé kunnen maken? Ik begrijp niets van al die woor den. Dat ziin kunsttermen, mijnheer, Fendez-vous Wat blief Fendez vous Dat zal geld kosten denkt de ander, zooveel geleerdheid!... Ga nu staan zooals ik Mooi. Is 't goed z8o Telkens als uw tegenstander nu haar u toe komt, dan rompeeren dat is achteruit gaan, aldus Rom pez Maar als hij bliift vooruitgaan? Er zal een oogenblik komen, dat hij vermoeid is. Dan doet ge een uit val. Dat laat zich hooren. Best. En nu verder? Ik heb u niets meer te leeren. Hoeveel ben ik u schuldig Ik geef geen les minder dan vijf tien gulden, wanneer het een duel be trefttevens moet ik'u aanraden, dit boekje te koopen. lars bezit, en gij, behalve uw vrij- nioedigbeid en uw mooie oogen, niets in de wereld hebt? Nu, ik neem u 't grapje niet kwalijk. Mijn compli menten aan het huis Behrqnds. Adieu Nog een woord, eer ik heenga. Zoudt gij mij hetzelfde antwoord ge geven hebben, als niet de onbemiddel de bediende, maar de deelgenoot van liet huis Behrends. dat vijftien milli oen dollars bezit, de eer had voor u te staan Hm! ja... dan zouden wij eens over de zaak kunnen spreken. Mijn dochter heeft overigens ook nog een woordje mee te praten. Intusschen, gij zijt nu geen deelgenoot en... Neen, op dit oogenblik nog niet, maar ik kan het worden. Wilt gij mij op schrift geven, dat ik zeker ben van de liand uwer dochter, zoodra ik deelgenoot van de firma Behrends ben De toestemming van uw dochter heb ik al. Ik verzoek u nog even te bedenken, welk een groot voordeei een verbintenis tusschen beide huizen voor de zaken zijn zou. Doch dat weet gij beter dan ik. Nu. ik geef u de verzekering, zijt •gij eerst het eene, dan zult gij ook het andere worden. Meneer Behrends, nog een oogen blik onder vier oogen. Mijn zending is volbracht, de zaken afgedaannu heb ik nog een verzoek. En dat is O, ik begrijp het al gij wilt traktementsverhooging heb ben, zeker? Neen, dat is het niet... ik zou gaarne deelgenoot in uw zaken wor den. Wat? Heb ik het goed gehoord? Ge droomt, jongmensch! Ha, ha, ha.' mijn bediende, die niets heeft dan wat verstand en een stouten specu latiegeest, wil aandeel in mijn zaken hebbenNeen, zoo iets is mij nog nooit overkomen. Vóór ik heenga, moet ge mij nog één vraag vergunnen. Zoudt gij wel hetzelfde antwoord gegeven hebben, als degene, die het waagde dit te verzoeken, niet een bediende van uw huis was, die niets bezit dan het ver trouwen op zijn krachten, zoudt gij vraag ik nogmaals, hetzelfde ant woord gegeven hebben, als degene, die voor u stond, in de aangename Sedert geruimen tijd is men h met de oplossing van de quaestii het mogelijk is als pendant van telefoon, den „vèr-spreker", een ve kijker uit te vinden, die het zien! middel van electriciteit over gri afstanden mogelijk maakt. Daar telefoon, nog kort voor zij in de reld kwam, wel door ieder, die met zijn fantasie de wegen van J Verne bewandelde, als onmogelijl schouwd werd, moet men zich oe acht nemen voor een te snel oort dat wij niet binnen korteren of la: ren tijd door de techniek verrast len worden met een toestel, waai men bijvoorbeeld van Rotterdam kan zien, wat er op den Dam te sterdam gebeurt. Men mag zelf; weren, dat reeds zeer belangwefi de stappen zijn gedaan in de rich van de oplossing van dit vraag en het is nog geen twee jaar gelet dat de opzienbarende mededeelin ronde deed, dat de electrische coop werkelijk was uitgevoni Spoedig bleek, dat een vergissin zijn geweest, doch de proeven verwezenlijking van het denlcbe zijn niet opgegeven. Een der onderzoekers, die zich voorkeur met werk van dezen hebben beziggehouden, is Adri Nisco te Napels. Hij is daarbij gaan van de licht-electrische ei schappen van hot element seleni die ook in practijk zijn gebracht de proeven ter verkrijging van tel nie zonder draad. Volgens de oil zoekingen van Nisco zijn de vi waarden van het probleem de volj de dat de op het selenium door verschillende deelen van het bee voorschijn geroepen indrukken gelijken duur zijn dat verder de vloed van het selenium afhankelij van de hoeveelheid licht, die van verschillende deelen van het weei geven beeld uitgaat, en niet van kleur: dat de door de verschille hoeveelheden licht, die van de af: derlijke punten van het beeld gaan, op het selenium uitgeoefe indrukken elkaar niet bedekken: het selenium zoodanig is aangebrai dat het zijn hoogste gevoeligheid i tdoen gelden; en eindelijk, dat t stroom, die door het selenium g; niet zooveel kracht bezit, dat defi electrische eigenschappen van j lichaam er door gestoord worden. I Voor de overdraging van licht schijnselen heeft Nisco een bedacht toestel geconstrueerd, i Een net van metalen draden j in een laag gummi of een and I isoleerende stof gelegd. Voor massa hard geworden is, wordt het midden van iedere maas de I van een koperdraad gestoken en j het geheel met een vijl glad gema Op het aldus geprepareerde vlak wi I een dunne laag selenium gebra I Jiie men zóó ver verhit, dat zij voor het verkrijgen van de licht- trische eigenschappen benoodig j kristal-vorm aanneemt. De punten het midden van de mazen zijn de einden van de draden, die digen in een trommel van I gummi. Een metalen mes rust op oppervlakte van dezen cylinder. Als dit mes om den trommel een snelheid van 600 omwentelin in de minuut gedraaid wordt, het achtereenvolgens in aam-alt niet alle draaduiteinden van den linder en wel in een seconde ieder uiteinde éénmaal. Daardoor staat een constante stroom. Eén der polen eindigt in het nium, de andere door een telefooi het mes. Als dit draait, is de stro gesloten, gaat door de selenium-pï en alle draden en bereikt de and pool, nadat hij door de telefoon gegaan. Er zijn dus evenveel sti men als er mazen zijn. Daar de trische weerstand van het seleni in iedere maas verandert met de g tere of geringere sterkte van de tredende lichtwisseling, zal ook sterkte van den optredenden stro overeenkomstig verschillend zijn. telefoon zal dus tonen opwekk waarvan de sterkte overeenkomt r die van den betreffenden lichtindn De veranderingen in de lichtstel zijn dus eerst vervormd tot hoorb veranderingen, die in het ontva toestel weer in lichtveranderingen gezet moeten worden. Aan het ontvangstation wordt andere telefoon iu even groote en lijke geluidstrilliugen gebracht brengt deze over op een stoomond breker, die iederen keer, dat de strot passeert, een vonk doet ontstaan. verloop der vonkenvorming moet komen met de prikkelingen van de lefoon door het licht in het stati van afzending overeenkomen, proef geeft dus de mogelijkheid het overbrengen van lichtverschille: Nisco heeft echter nog niet ven den, of hij er ook in geslaagd is, heele beelden gelijktijdig over gro< afstanden voor het oog te breng* Waarschijnlijk zal het nog wel gen men tijd duren, voor een bepaalds ces in dit opzicht verkregen won omdat volgens de tot dusver opgeda ondervinding de verandering in fc geleidingsverrnogen van het seleniu bij belichtingsschommelingen niet sü genoeg plaats heeft, om het ontsta van een herkenbaar beeld mogelijk maken. W£ ijzer, maai heid, dat 1 lijkt. In gen I dekt, toest zicht van het 1 maai king lijke Frar were bron pen sche bron Di (ook van cons den Uit um we sclu Bec< tens grot D A lani tens dee! aan paa prij zen V sch taa IV ra looi E een erts een zijl bin het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 6