AVONTUREN EN REISVERHALEN.
Een elecirisciie Varrekijke
De Supercargo van Bully Hayes.
Kusaie, of zooals het in de zeebrie
ven genoemd wordt, Strong's eiland,
is een van de vruchtbaarste en prach
tigste plaatsen in de Stille Zuidzee.
Het is het meest Oostelijk gelegene
van de groote Carolinen-archipel,
heeft een omtrek van ongeveer veer
tig mijlen, wordt doorsneden door een
keten van met hout begroeide bergen
en wordt prachtig besproeid door hon
derden stroompjes, die in zee uitloo-
pen. Er is overvloed van tropische en
sub-tropische vruchten en op de West
zijde van het eiland zijn er mijlen en
mijlen van pijnboomen en bergbana-
nen (pisang), die in*'t wild groeien en
voedsel opleveren voor de troepen zwij
nen, die daar leven.
Ik had het geluk den 17en Maart
1873 op de kust van Strong's eiland
geworpen te worpen en bracht daar
ongeveer 13 van de gelukkigste maan
den mijns levens door. Het schip,
waarmee ik schipbreuk leed en waar
van ik de supercargo was, was de
brik Leonore van Shanghai en gezag
voerder ervan was de bekende kaptein
„Bully" Hayes, over wien zooveel is
geschreven.
Ruim een jaar later verscheen het
oorlogsschip Rosario, dat Haves aan
't zoeken was, op beschuldiging van
zeeroof, voor het eiland.
Om kort te gaanHaves ontsnapt
met één metgezel in een klein bootje
en slaagde erin Guam te bereiken, on
geveer een duizend mijlen meer
Noordwaarts, terwijl aan schrijver
dezes aan boord der Rosario overtocht
werd verleend naar Sydney.
flink uiterlijk, oorlogszuchtigheid en
trotsche, onafhankelijke manieren.
Bij die. welke aan boord van de
..Leonora" waren, was ik gelukkig
genoeg zeer gezien te zijn en eens,
toen er muiterij uitbrak, waarvan de
aanvoerders de vier blanke hande
laars waren, en Hayes bijna het leven
verloor, drongen drie of vier van hen
's nachts mijn woning binnen, waar
schuwden mij stil te zijn en brachten
mij naar een visschershut, op een
mijl afstand gelegen. Twee van hen
blevon bii mij. terwijl een mij wel
een uur lang bij de pols hield, mij
verzoekend geen poging tot ontsnap
ping te doen, daar ik anders zeker
vermoord zou worden.
De manier, waarop Bully de mui
terij dempte, is een verhaal op zich
zelf. Niet alleen ontwapende hij de
kwaadwillige handelaars, maar gaf
den Pleasant-eilanders zóó slaag, dat
zij van dien nacht af de grootste be
wondering voor hem koesterden. Mijn
redders weigerden mij' te vertellen,
wat in "het dorn voorviel. Beiden wa
ren gewapend niet Snider-geweren en
daar ik wist, dat wij slechts weinig
patronen b': de schipbreuk hadden
kunnen redden, trachtte ik hen over
te halen door ze er 50 te beloven, zoo
ze me wilden laten gaan.
Zij schudden verwijtend het hoofd
en ik hield niet langer aan. Onge
veer één uur in den morgen snelde
een meisje van Pleasant-eiland de hut
binnen en riep 't Is al gedaan, de
kaptein is ongedeerd. Tiki (een van
de blanken, die Dick heette) vuurde
tweemaal op hem, maar toen sloeg
de kaptein hem en Pita (Piet, een an-
Mijn connectie met den „Zeeroover j dere blanke) met zijnvuisten, zoodat
van de Zuidzee", zooals hij genoemd
werd, ontstond op een zeer eenvou
dige wijze.
Twee jaren vóór het vergaan van de
Leonora was ik werver in het han
delsgebied tusschen Samoa en de Gil-
bert-eilanden en op zekeren dag werd
mij door een Engelsche firma te Apia
gevraagd, of ik een klein schip, dat
haar toebehoorde, wilde overbrengen
naar de Maarschalks-eilanden en over
geven aan kapitein Hayes, die het zou
verkoopen aan den koning van Ahrnu,
een eiland van den Maarschalks-
archipeL Ik stemde erin toe en bereik
te na een reis van vier en veertig da
gen Milli Lagoon, waar Hayes mij
wachtte.
De reis van Samoa was ongelukkig
ze voor dood lagen.
Wij keerden nu naar het dorp terug,
waar ik Hayes vond, die in zijn groot
huis allen, zij die hem trouw waren j te geven.
men, evenals ijzeren beslag en dit
overtuigde mij, dat het schip geplun
derd was door de eilanders. Lang na
dat ik het eiland verlaten had, hoorde
ik, dat de bemanning van H. M.'s
Larne in 1863 twee dekkanonnen, eeni-
ge musketten en kogels vond in een
soort kelder verborgen bij Schelpen-
haven. Ik nam een paar jongens aan
om een gat in den modder te maken,
groot genoeg, dat een van hen den
bodem van het schip kon bereiken en
een siddering van opgewondenheid
voer door mij, toen hij uitriep, dat
hij stond op kleine vierkante dingen,
zoo zwaar als ijzer. Hij maakte er een
met eenige moeite los en zond het mij
naar boven in een emmer. Ik keerde
deze op 't dek om, krabde er den
zwarten modder af met mijn mes en
bevond, dat het een straatsteen was.
Zonder twijfel waren er honderden in
het ruim, waar zij misschien waren
meegevoerd als ballast, tenzij ze mis
schien. wat ik uit de hardheid ervan
afleidde, bestemd waren geweest om
ovens te bouwen.
Na deze teleurstelling zette ik mijn
onderzoekingen niet voort. Ik kan er
aan toevoegen, dat het schip van teak
hout gebouwd was. Bij een Westelij
ken storm werd het weer geheel met
zand bedekt.
Ik verliet Kusaie met een oprecht ge
voel van spijt en was zeer verheugd,
het in 1880 weer te bezoeken.
Rubriek voor Dames.
WANNEER MOET MEN DE KAMER
PLANTEN BEGIETEN
Deze voor alle bloemenvrienden zoo
gewichtige vraag is in het algemeen
niet zoo gemakkelijk te beantwoorden.
Een hoofdvoorschrift is men mag
iedere plant slechts dan begieten, als
zij er behoefte aan heeft. Oefeningen
ondervinding toonen den tuinman bij
den eersten blik wanneer de plant be
hoefte aan water heeftvoor leeken
is liet echter veel moeielijker het juis
te tijdstip waar te nemen. Eenige re-
•gels, die zeker ook niet zonder uit
zondering zijn, zijn daarover wel aan
gebleven en zij, die gemuit hadden,
verzameld had.
Een voor een, zoowel blanke als in
boorling, moesten zij hem plechtig ge
hoorzaamheid zweren en de geheele
historie eindigde met een dansje en
het drinken van veel arak.
Hayes vroeg mij eens naar de twee
blanken te zien, daar hij meende „hen
even te hebben geraakt." Ik ging naar
hun recpectieve woningen en bevond,
dat de een de kaak en de ander twee
ribben had gebroken. Beiden waren
flink geraakt en ik had geen medelij
den met hen. Ik ging terug naar
geweest, maar ik behoef hier met - Hayes, die nu persoonlijk naar hun
meer te zeggen dan dat ten gevolge j kwetsuren ging zien. In het boschach-
daarvan het sclnp m zoodamgen toe- {jg heuvelterrein achter Schelpen
stand was. dat Hayes eerst weigerde haven krioelde het van wilde zwijnen
het in ontvangst te nemen. Later, en ging menigmaal op jacht met
ls de aarde en de pot zoo droog ge
worden, dat de wortels het voedsel
niet meer kunnen opzuigen,dan treedt
<er bii de plant een toestand van ver
slapping in, een gevolg van het in-
jkrirnpen der celwanden, die met de
uitdrukking „verwelken" aangeduid
wordt. Zoo ver mag men de plant
echter nooit laten konten, omdat die
toestand op zichzelf al gevaarlijk is.
Zijn er echter omstandigheden
waardoor de plant reeds zeer verslapt
is, dan is begieten alleen niet meei
voldoendedan moet men de takken
der plant bevochtigen en daaraa'eerst
de aarde voorzichtig van water ver
zadigen.
Men kan zien hoeveel water een
plant noodig heeft aan de aarde,
waarmee de pot gevuld is. Is de aar
de aan de oppervlakte zoo droog, dat
zij tusschen twee vingers genomen en
gedrukt niet aanéén bliift hangen,
maar als stof uiteengaat" dan is het
noodig de plant te begieten; het is
dan zelfs hoog tijd. Zoover moet men
het echter over 't algemeen niet laten
komen
Er zijn namelijk aardsoorten, bijv.
heide-aarde of bosch-aarde, die, een
maal uitgedroogd, hun planten bijv.
erika en andere fijnbladige, bijna ze-
EEN DUEL.
nam
den volgenden morgen zeilden wij uit
voor een kruistocht van zes maanden
door de Carolinen, Pellews en Ma-
rianen-archipel. Ik bleef met hem op
de Leonora tot de brik verloren ging
kwamen wij echter tot een vriend-1 Kusis en een man, Nana genaamd,
schappelijke oplossing, de „zeeroover beiden goede jagers. Gelukkig had ik
zette zijn timmerlieden aan het werk een Wimchester geweer en een Snider-
en de schoener werd opgeknapt en karabijn met overvloed van munitie,
naar Ahrnu gezonden onder bevel van dje jk had weten te redden met nog
een Duitschen schipper, waardoor ik - meer andere nuttige dingen uit aan-
met de zaak niets meer uitstaande gespoelde kisten eenige dagen na de
had. waarvoor ik zeer dankbaar was. stranding van de Leonora. Dank zij de
Ik sloeg mi]» bivak aan wal op om verpakking was alles droog gebleven,
een of ander schip af te wachten,Ook deed ik aan duivenjacht,
waarmee ik naar Samoa terug koni Twee of rlrie dap-pn van pika wppk --•>
keeren. Hayes, die ik herhaaldeliikins ik vereraeW van mijn ,^enSenVer moeten iaten doodgaan. In zoo'n
vroeger m Samoa ontmoette waar zon „lsschen in diep-zee. ongeveer een mijl I ?™£r 2?' m ee-n
vrouw en kinderen woonden, vertelde buitBn Sclielpen-haven. waar op een z zn„ w^ihh
™1. dat ik misschien wel zes maan-1 diete Tan zeventig tot tachtig va&m l
e'ensSp'èn haalcTm f^'r m the'S ti<m ieeoTge u^dSe,?d'^
mee te^gaan als^supercargo ?k JSgSeVerdcr kad da
den man altijd graag mogen lijden en ;kwamgvan visschen waaronder vele1 water opmaken uit de klank, die ont-
dus terstond zijn aanbod aan v g af^eling; Er was ééljs00rt "jet den vinger tegen
oleenden moreen zeilden wn uit ,1,-,, nm rinn wana van ae pot tiKt. is ae aaia-
visch, die zeer geroemd werd om den kluit namelijk uitgedroogd dan krimpt
smaak, welke een zeer groote afme-zjj inéén, zoodat er tusschen de kluit
tmg bereikte en tot honderdvijftig en den Wand van de pot een kleine,
P°nd woog. 1 hoiie ruimte ontstaat.
Drie dezer knapen vulden onze ka- j Klinkt het tikken helder, dan moet
no, zoodat ik Kusis eens voorstelde ze rnen begieten, is de klank dof, dan is
te bevestigen aan de houten van de het verlangen naar water nog niet
loefboom, opdat zij niet zooveel plaats groot.
in de boot zouden innemen. Ook kan men de vochtigheid der
De haaien zouden den loefboom aarde bepalen uit haar kleur,
in stukken bijten en zoowel ons als j De met water verzadigde aarde ziet
de visschen opeten, antwoordde hij, 1 er altijd donkerder uit, dan die, wel
en ik geloofde dat graag, want ik had ke gebrek aan water heeft,
al eens, toen ik aan 't visschen was, Bovendien kan men de behoefte
bij een vloot van kano's gezien, dat aan water nog constateeren uit het
een blauwe haai zich wierp op een gewicht van de not. maar daarvoor is
loefboom, waarop op eenige planken ook alweer ondervinding noodzake
een paar jonge meisjes gezeten wa- lijk.
ren. Met één hap van zijn machtige
kaken brak het ondier den loefboom DE ARAUCARIA IN DEN WINTER,
iu stukken en deed de kano kantelen, j Dikwijls hebben wij de opmerking
Gelukkig was de vader der meisjes een gemaakt. dat onze mooie kamer-den,
koelbloedig man en toen de haai zijn nadat zij tijdens den zomer buiten
tanden sloot op het zachte hout van jiad gestaan, in de kamer piet recht
den loefboom, sprong hij over boord meer scheen te willen tieren. De on-
en met één steek van zijn groot vis- derste tafel begint geel en bru'.n van
schersmes sneed hij het dier den buik kleur te worden, wit-achtige puntjes
open. Er werd niet veel drukte oververtoonen zich aan de Jongste naai
de zaak gemaakt en dc kinderen wer- den en de plant ziet er over 't alge
den hartelijk uitgelachen, omdat ze meen ziekelijk uit. Hoe komt dat?
gegild hadden. j Wij hebben de araucaria in de kamer
Een halve mijl van het huis, waar opgesloten. Ze krijgt heelemaal geen
ik woonde, lag de kiel van een klein frissche lucht, ofschoon men die best
schip, dat misschien vóór een eeuw Wij hebben de aurocaria in de kamer
daar was begraven in het zand van toegang had kunnen geven door liet
een bank bij den mond van een water- openen der vensters in de kamer
tje, dat in Schelpen-haven uitstroom- daarnaast.Daarbij komt nog de warm
de. Ongeveer zes maanden nadat ik te van het gaslicht en de plaatsing
te Leassé kwam, had er zwaren vloed der plant, die in salons lang met al-
plaats en een geweldige hoeveelheid "]d de beste is.
water kwam omlaag van het geberg- En debloem potten mogen dikwijls
te. groote boomen met rich vierend, 'eL'MAM
die lan de zwaarste stormen hadden da"; °™da'L^d"e„n/?„
licht met de mooie gordijnen maan-
wee tand. geboden. Nadat het weei raking zouden komen. Opdat de ka-
weder goed was geworden en de Kreek mer_den jn }iuis zal gedijen, heeft zij
zijn gewoon aanzien had herkregen, zoo niogelijk koele temperatuur noo-
bemerkte ik, dat het water een nieuw digi verder een dikwijls herhaald
kanaal had gevormd. Terwijl ik met besproeien der naalden en als 'tkan
de kinderen dit kanaal onderzocht, bovenlicht. De toevoer van frissche.
vonden wij dat scheepje, dat tot op lucht, al was 't 's middags maar een
enkele duimen na door het water van half uur, is van het grootste belang,
zand was ontdaan. Van het dek zelf Opdat de aardkluit niet zoo snel uit
was bijna niets meer over, maar de droogt, moeten wij boven op de aarde
indecling van het inwendige kon men rondom wat vochtig mos leggen, het-
uog wel onderscheiden. We namen geen heel goed staat en gelijkmatige
onze visch-harpoenen en openden vochtigheid veroorzaakt. Het laatste
daarmee de deur van de kajuit. j is °°k geschikt bij een grooter soort
Nu kwamen ook eenige mannenpalmen,
aangeloopen, die verbaasd waren over HUISHOUDELIJKE WENKEN.
rfllTS31 L Japansche theebladen kan men
dat geen der bewoners van het eiland het begt sc[,0onmaken door ze af te
iets over het schip zou kunnen ver- wrijven met een doek> bevochtigd met
tellen. Ik knikte, maar zei mets, want enkeje druppels olie. Na die behande-
zelfs nog in 1830 waren de Strongs jj,)g worden de bladen mooi glan-
eilanders bekend om hun zeeroovenj zend.
en menig koopvaardijschip werd door IL Het dekseitje van een theepot
hen buit gemaakt en de bemanningmoet altijd zoover open gezet wor-
vermoord. j den. dat ile lucht in de theepot kan
Geholpen door de dorpskinderen be- dringenmen kan daarvoor een
steedde ik een week om de kajuit van stukje papier tusschen liet deksel zet-
modder te ontdoen, maar ik vond ten. Daardoor wordt dufheid voorko
Klets
Twee klappen worden gewisseld in
een café, waar een aantal menschen
de courant zitten te lezen.
Tengevolge van een langdurige dis
cussie over onzen politieken toestand,
heeft de heer Goedbloed een slag in
zijn bol aangezicht gekregen.
Twee vrienden voegen zich bij hem.
De kaartjes moeten gewisseld wor
den.
O, ge behoeft me uw kaartje niet
te geven, zegt meneer Goedbloed tot
zijn tegenstanderwant ik ben al
meer dan zesmaal bij je aan huis ge
weest om die vijftig gulden, die ik nóg
altijd van je hebben moet.
Daar zijn ze; ik wil u geen mi
nuut langer iets schuldig zijn.
Mooi, dat heb ik er toch mee
gewonnenzei de lieer Goedbloed.
Wij zijn bereid, u tot getuigen
te dienen, verklaarden de vrienden
gedienstig.
Wat ik heb een klap gekre
gen en moet ik bovendien nog mijn
leven wagen
Uwe eer is aangerandgij moet
den beleediger uitdagen. Welk wapen
kiest gij
.-Üs men beleedigd is, zooals ik,
dan ken ik maar ééne manier van
vechtenwij zullen de pistool nemen.
Een der beide pistolen zal geladen
zijn.
Sacrebleu, wat vat je die zaak
ernstig op En dan zal er geloot wor
den
Neen ik houd de geladen pi
stool, omdat ik de eerste klap ont
vangen heb.
Dat is onmogelijk. Wij zullen de
degen kiezen.
Op veertig pas.
t Is nu geen tijd voor schertsen.
De beleediging is te ernstig.
Maar ik heb nog nooit zoo'n ding
in de hand gehad.
Dan moet je maar les in het
schermen nemen. Wij zullen de ont
moeting een paar dagen later doen
plaats hebben.
In vredesnaam dan
Ga met ons mee; wij zullen je
hij een bekwaam schermmeester bren
gen.
Hij begeeft zich naar Jonathan
Praatman, meester op punt, sabel en
stok.
Meneer, zei hij, ik heb een duel
en 'kwou den ander dood steken.
Uitstekend. Hebt u wel eens ge
trokken
Getrokken? Waaraan?
Op de punt ik bedoelge
schermd. Zoo noemen we dat.
Geschermd In den wind an
ders niet, fluisterde een der secondan
ten, zich verwijderende en Goedbloed
Esq. aan de goede zorgen van Jona
than Praatman overlatende.
Dus geheel onbekend met de
wapenen
Om u te dienen.
Zoo zijn ze allemaaleerst als
de nood aan den man komt, gaan ze
ons opzoeken. Ga daar voor mij
staan.
Moet ik geen masker voor ^oen?
Wij zullen niet eens fleuretten
nemen. Ik zal u leeren rompeeren.
t zooals dat in onze kunst genoemd
wordt. Strek de hand uitbeenen een
weinig gebogen. Zoo, dat is de hou
ding. Op het commando Rompez 1
gaat men een stap achteruit, stampt
hoorbaar met den rechter voet op
den grond, en neemt dan de vorige
positie weer aan. Nu attentie s.v.p.
Rompez
Goed zooTelkens nu, als uw
tegenstander een uitval wil. dan
Rompez een pas achteruit en een
flink apnèl, want men moet niet den-
Hoeveel kost het
Slechts 2.50.
Goed. En ik kan er dus zeker
van zijn, dat ik den ander raken zal
Daar twijfel ik niet aanals ten
minste de ander niet bij toeval een
meester is. Hoe heet hij
Meneer Goedbloed.
Een kort, dik mannetje
Ja.
Verduiveld
Kent u hem
Neen.
En u zegtverduiveld
Dat is, omdat ik vanmorgen een
steek met een fleuret gekregen heb,
dien ik nog voel
Den volgenden morgen heeft de
ontmoeting plaats.
Een der beide getuigen kruist de
degens.
Heeren, kunt beginnen, zegt
hij.
Zij blijven onbewegelijk.
Nu, schreeuwt de getuige onge
duldig, blijft ge daar als steenen gas
ten staan
Hm, die kerel heeft me geleerd,
wat ik doen moet als hij vooruitgaat
of wil uitvallenmaar hij verroert
geen vin, denkt de heer Goedbloed.
Dezelfde gedachte doorkruist het
brein van den ander.
De aandacht, waarmee zij in de
positie blijven staan, met gebogen
arm, vermoeit hen beiden. Zweetdrop
pels parelen op hun voorhoofd, zij
vragen tien minuten pauze.
Wonderlijke lui, zeggen de ge
tuigen die benieuwd zijn hoe dat zal
afloopen.
Weldra staan de strijdlustigen weer
tegenover elkaar.
Wacht denkt de heer Goedbloed,
ik zal maar gaan rompeeren, dan zal
hij wel avanceeren en dat zal hem
misschien meer afmatten dan mij
want voor dien tijd kan ik niets doeii!
De ander komt, zijne les indachtig,
tot hetzelfde resultaat en, met statige
stappen achterwaarts, gaan ze van
elkander af tot toenemende verbazing
van de getuigen, die ze hun gang la
ten gaan.
De strijders houden niet op met hun
marsch achterwaarts.
Achter ieder hunner bevindt zich
een droge sloot, die hun gespannen
aandacht ontgaat en zij vallen
er in.
Goedbloed breekt zijn linkerarm en
de ander verstuikt zich den voet.
Onmogelijk om het gevecht door te
zetten.
j De getuigen beraadslagen en ver
klaren dat aan de eer voldaan is.
Men begeeft zich naar het logement,
waar onder een goed déjeuner de vre
de verder hersteld wordt.
En de heer Goedbloed droeg zes we
ken lang zijn arm in een doek, en
ieder, die hem zag voorbij komen en
niet de détails wist, zei
Dat is er ten minste nog één.
die durft
positie verkeerde, schoonzoon
mr. Forster te Londen te zijn
En zijt gij dat
Yes ten minste, ik kan
worden. Wilt gij dit eens lezen
Ha, ha, ha Die is goed
als... hm een gewaagde specula
maar er steekt voordeel in vooi
zaak.
Wilt gij dus mijn verzoek in
ligen, meneer Behrends? Ik weel
mers dat het altijd uw wensch i«
weest, in nauwer betrekkingen u
men tot het huis Forster. Mijn a
caat, die in de voorkamer wach
de zaak, als ge wilt, dadelijk reg,
Haltnog één ding, als gij
hebber zijt in mijn zaak, dan
weer zoo speculeeren, hoor
houden
Een jaar later reed door dc
densche straten iu een pracl
equipage een jong paarMr. Johi
echtgenoote, de deelgenoot van
huis Behrends en Co. te Chicago
Hoe hij trouwde
en Rijk werd.
Mijnheer Forster, een oogenblik
je, als 't u belieft, ouder vier oogen.
Kom binnen
Ze waren samen in het kantoor
van de firma Forster.
Wat verlangt gij vroeg de chef.
Ik meende, meneer John, dat onze
zaken afgedaan waren.
Zeker, meneer, dat zijn ze ook, zoo
als u zelf heeft erkend tot uw volle
tevredenheid.
En wat is dan uw verzoek
Ik wou u om de hand uwer doch
ter vragen,
Wat... om de hand mijnerdoch-
I ken, dat ge bang zijt. Het eerste be- ter vragen? Heb ik dat goed verstaan?
j trinsel is, de tegenpartij af te mat- Werkelijk goed verstaan,jongmensch?
ten en als die dan uitgeput is, doet Kom, dat vind ik grappig Daar
op Stror.gs-eiland en woonde nog drie
maanden aan wal met hem samen,
toen ernstig verschil tusschen ons ont
stond, zoodat wij van elkaar gingen.
Enkele dagen later volgde een ver
zoening en hij vroeg mij terug te
keeren, maar ik weigerde en van toen
af tot op het oogenblik, dat ik het
eiland verliet aan boord van de Rosa
rio woonde ik in een dorp, tien mijlen
van de plaats, waar Hayes en zijn
medeschepelingen zich hadden geves
tigd. Deze plaats heette Leassé en was
gelegen in Schelpen-haven aan de
Westzijde, een van de prachtigste
plaatsen, die ik ooit gedurende mijn
acht en twintig jarig verblijf in de
Stille Zuidzee heb gezien.
Het dorpshoofd heette Kusis en hij
en ik werden vrienden.
Een natuur-edelman zou ik hem
willen noemen, Kusis was een gentle
man. hoffelijk waardin, dapper en
waarlieidslievend. Ziin huishouden
bestond uit zijn vrouw Tulpé, een
mooie, olijf-kleurige vrouw van onge
veer dertig jaar en een dochter uit
een vroeerer huweliik. een vrooliik,
guitig meisje van een jaar of elf, Ki-
nie genaamd. Toen ik bij hen kwam
wonen, werd een vertrek aan hun wo
ning toegevoegd en ieder in het dorp
droeg iets bij om mijn kamer aange
naam en gemakkelijk te maken. De
een zond een slaan-mat, een ander
een inlandsche matras, een derde
een muskietennet enz. en de jonge
mannen schonken mij een nieuwe
kano en zetten vischlijnen voor mij
uit.
Onder dit vriendelijk volk vielen de
dagen mij nooit lang en terwijl in het
dorp van Hayes hij bouwde nu
een nieuw dorp verraad, diefstal,
moord en al wat slecht is onder zijn
ondergeschikten sloop, volgde hier in
Leassé de eene vreedzame dag den
ander op en slechts eens werden
wij geplaagd door een bezoek van
eenigen van Hayes volk met 30 of 40
wilde inboorlingen van Pleasant-ei
land. die zich echter behoorlijk ge
droegen na de Leasséers te hebben
gedwongen hun een cadeau te geven
van tien vette varkens. Deze inboor
lingen van Pleasant-eiland, dat moet
ik vermelden, waren passagier van de
..Leonora", toen deze verging en be
hoorden bij vier blanke handelaars,
die wij van Pleasant-eiland brachten
naar Arrecifos Lagoon, een groot, on
bewoond eiland in de Stille Zuidzee,
dat dicht begroeid was met kokos
palmen. Hayes had er bezit van ge
nomen en deze blanken, hun vrou
wen en huisgezinnen en hun gekleur
de bedienden waren door hem ge
huurd om er heen te gaan en cocos-
olie voor hem te bereiden, voor viif,
jaar voldoende. De inboorlingen van niets van de gewone kajuit-benoodigd- men. Hetzelfde geldt voor een koffie
Pleasant-eiland zijn bekend om hun heden. Zelfs deuren waren weggeno- pot.
komt op één na de jongste bediende
van het huis Behrends, uit Chicago,
met een geheime zending naar Lon
den hij doet zijn boodschap ik
moet zeggen, niet slecht ik spreek
onbewimpeld mijn tevredenheid daar
over uit, introduceer hem, wat ik an
ders nooit doe, bij mijn familiehii
dineert bij mij, hii maakt muziek
met mijn dochter, doet 's middags een
riitoertje met ons, neemt afscheid
voor altijd, en staat den volgenden
morgen voor mij, om de hand mijner
dochter te vragen. Weet gij ook,
Ik zal mijn best doen, om dit j dat mijn dochter drie millioen dol-
ge een krachtigen uitval, begrepen
Uitstekend vergun mij u de
hand te drukken. Ik beschouw u als
mijn redder.
Nu, ik wensch je een goeden
uitslag.
Hoeveel ben ik u schuldig
Ik geef in dergelijke gevallen
geen les minder dan 15 ~ulden. En
dan moet gij ook dit boekje koopen
„LESSEN OP DEGEN, SABEL EN
STOK."
boekje van buiten te leeren, voordat
ik naar de noodlottige plek ga.
'tls maar twee vijftig.
Ik zal mij die niet beklagen,
wanneer ik er goed af kom
Geen twijfel aan denk maar aan
hetgeen ik u gezegd heb.
Een paar uur later komt bij den
zelfden schermmeester een man, die
er uitziet als krijt.
U hebt zeker een leelijk gevo
letje aan de hand voert meester
Jonathan Praatman hem tegemoet.
Hoe raadt je dat zoo
Dat zien wij met een oogopslag.
Ja, ik moet met een heer vech
ten, dien ik een klap om de ooren
gegeven heb. Ik ben wel wat driftig
geweest, dat moet ik erkennenmaar
ik had niet gedach* dat hij daar zoo
een drukte van maken zou.
Dus u hebt het er niet erg op
begrepen
Neen, want ik heb nog nooit zoo
een wapen in de hand gehad.
Dat dacht ik wel.
Laat ons geen tijd verliezen.
Hij doet zijn jas uit en wil een fleu
ret nemen.
Kunt gij quarte pareeren?
Neen.
Zoudt ge soms niet een coup dé-
gagé kunnen maken?
Ik begrijp niets van al die woor
den.
Dat ziin kunsttermen, mijnheer,
Fendez-vous
Wat blief
Fendez vous
Dat zal geld kosten denkt de
ander, zooveel geleerdheid!...
Ga nu staan zooals ik
Mooi. Is 't goed z8o
Telkens als uw tegenstander nu
haar u toe komt, dan rompeeren
dat is achteruit gaan, aldus Rom
pez
Maar als hij bliift vooruitgaan?
Er zal een oogenblik komen, dat
hij vermoeid is. Dan doet ge een uit
val.
Dat laat zich hooren. Best. En
nu verder?
Ik heb u niets meer te leeren.
Hoeveel ben ik u schuldig
Ik geef geen les minder dan vijf
tien gulden, wanneer het een duel be
trefttevens moet ik'u aanraden, dit
boekje te koopen.
lars bezit, en gij, behalve uw vrij-
nioedigbeid en uw mooie oogen, niets
in de wereld hebt? Nu, ik neem u
't grapje niet kwalijk. Mijn compli
menten aan het huis Behrqnds.
Adieu
Nog een woord, eer ik heenga.
Zoudt gij mij hetzelfde antwoord ge
geven hebben, als niet de onbemiddel
de bediende, maar de deelgenoot van
liet huis Behrends. dat vijftien milli
oen dollars bezit, de eer had voor u
te staan
Hm! ja... dan zouden wij eens
over de zaak kunnen spreken. Mijn
dochter heeft overigens ook nog een
woordje mee te praten. Intusschen,
gij zijt nu geen deelgenoot en...
Neen, op dit oogenblik nog niet,
maar ik kan het worden. Wilt gij
mij op schrift geven, dat ik zeker ben
van de liand uwer dochter, zoodra ik
deelgenoot van de firma Behrends
ben De toestemming van uw dochter
heb ik al. Ik verzoek u nog even te
bedenken, welk een groot voordeei
een verbintenis tusschen beide huizen
voor de zaken zijn zou. Doch dat
weet gij beter dan ik.
Nu. ik geef u de verzekering, zijt
•gij eerst het eene, dan zult gij ook
het andere worden.
Meneer Behrends, nog een oogen
blik onder vier oogen. Mijn zending
is volbracht, de zaken afgedaannu
heb ik nog een verzoek.
En dat is O, ik begrijp het al
gij wilt traktementsverhooging heb
ben, zeker?
Neen, dat is het niet... ik zou
gaarne deelgenoot in uw zaken wor
den.
Wat? Heb ik het goed gehoord?
Ge droomt, jongmensch! Ha, ha, ha.'
mijn bediende, die niets heeft dan
wat verstand en een stouten specu
latiegeest, wil aandeel in mijn zaken
hebbenNeen, zoo iets is mij nog
nooit overkomen.
Vóór ik heenga, moet ge mij nog
één vraag vergunnen. Zoudt gij wel
hetzelfde antwoord gegeven hebben,
als degene, die het waagde dit te
verzoeken, niet een bediende van uw
huis was, die niets bezit dan het ver
trouwen op zijn krachten, zoudt gij
vraag ik nogmaals, hetzelfde ant
woord gegeven hebben, als degene,
die voor u stond, in de aangename
Sedert geruimen tijd is men h
met de oplossing van de quaestii
het mogelijk is als pendant van
telefoon, den „vèr-spreker", een ve
kijker uit te vinden, die het zien!
middel van electriciteit over gri
afstanden mogelijk maakt. Daar
telefoon, nog kort voor zij in de
reld kwam, wel door ieder, die
met zijn fantasie de wegen van J
Verne bewandelde, als onmogelijl
schouwd werd, moet men zich oe
acht nemen voor een te snel oort
dat wij niet binnen korteren of la:
ren tijd door de techniek verrast
len worden met een toestel, waai
men bijvoorbeeld van Rotterdam
kan zien, wat er op den Dam te
sterdam gebeurt. Men mag zelf;
weren, dat reeds zeer belangwefi
de stappen zijn gedaan in de rich
van de oplossing van dit vraag
en het is nog geen twee jaar gelet
dat de opzienbarende mededeelin
ronde deed, dat de electrische
coop werkelijk was uitgevoni
Spoedig bleek, dat een vergissin
zijn geweest, doch de proeven
verwezenlijking van het denlcbe
zijn niet opgegeven.
Een der onderzoekers, die zich
voorkeur met werk van dezen
hebben beziggehouden, is Adri
Nisco te Napels. Hij is daarbij
gaan van de licht-electrische ei
schappen van hot element seleni
die ook in practijk zijn gebracht
de proeven ter verkrijging van tel
nie zonder draad. Volgens de oil
zoekingen van Nisco zijn de vi
waarden van het probleem de volj
de dat de op het selenium door
verschillende deelen van het bee
voorschijn geroepen indrukken
gelijken duur zijn dat verder de
vloed van het selenium afhankelij
van de hoeveelheid licht, die van
verschillende deelen van het weei
geven beeld uitgaat, en niet van
kleur: dat de door de verschille
hoeveelheden licht, die van de af:
derlijke punten van het beeld
gaan, op het selenium uitgeoefe
indrukken elkaar niet bedekken:
het selenium zoodanig is aangebrai
dat het zijn hoogste gevoeligheid i
tdoen gelden; en eindelijk, dat
t stroom, die door het selenium g;
niet zooveel kracht bezit, dat defi
electrische eigenschappen van
j lichaam er door gestoord worden.
I Voor de overdraging van licht
schijnselen heeft Nisco een
bedacht toestel geconstrueerd,
i Een net van metalen draden
j in een laag gummi of een and
I isoleerende stof gelegd. Voor
massa hard geworden is, wordt
het midden van iedere maas de
I van een koperdraad gestoken en
j het geheel met een vijl glad gema
Op het aldus geprepareerde vlak wi
I een dunne laag selenium gebra
I Jiie men zóó ver verhit, dat zij
voor het verkrijgen van de licht-
trische eigenschappen benoodig
j kristal-vorm aanneemt. De punten
het midden van de mazen zijn de
einden van de draden, die
digen in een trommel van
I gummi. Een metalen mes rust op
oppervlakte van dezen cylinder.
Als dit mes om den trommel
een snelheid van 600 omwentelin
in de minuut gedraaid wordt,
het achtereenvolgens in aam-alt
niet alle draaduiteinden van den
linder en wel in een seconde
ieder uiteinde éénmaal. Daardoor
staat een constante stroom.
Eén der polen eindigt in het
nium, de andere door een telefooi
het mes. Als dit draait, is de stro
gesloten, gaat door de selenium-pï
en alle draden en bereikt de and
pool, nadat hij door de telefoon
gegaan. Er zijn dus evenveel sti
men als er mazen zijn. Daar de
trische weerstand van het seleni
in iedere maas verandert met de g
tere of geringere sterkte van de
tredende lichtwisseling, zal ook
sterkte van den optredenden stro
overeenkomstig verschillend zijn.
telefoon zal dus tonen opwekk
waarvan de sterkte overeenkomt r
die van den betreffenden lichtindn
De veranderingen in de lichtstel
zijn dus eerst vervormd tot hoorb
veranderingen, die in het ontva
toestel weer in lichtveranderingen
gezet moeten worden.
Aan het ontvangstation wordt
andere telefoon iu even groote en
lijke geluidstrilliugen gebracht
brengt deze over op een stoomond
breker, die iederen keer, dat de strot
passeert, een vonk doet ontstaan.
verloop der vonkenvorming moet
komen met de prikkelingen van de
lefoon door het licht in het stati
van afzending overeenkomen,
proef geeft dus de mogelijkheid
het overbrengen van lichtverschille:
Nisco heeft echter nog niet ven
den, of hij er ook in geslaagd is,
heele beelden gelijktijdig over gro<
afstanden voor het oog te breng*
Waarschijnlijk zal het nog wel gen
men tijd duren, voor een bepaalds
ces in dit opzicht verkregen won
omdat volgens de tot dusver opgeda
ondervinding de verandering in fc
geleidingsverrnogen van het seleniu
bij belichtingsschommelingen niet sü
genoeg plaats heeft, om het ontsta
van een herkenbaar beeld mogelijk
maken.
W£
ijzer,
maai
heid,
dat 1
lijkt.
In
gen I
dekt,
toest
zicht
van
het 1
maai
king
lijke
Frar
were
bron
pen
sche
bron
Di
(ook
van
cons
den
Uit
um
we
sclu
Bec<
tens
grot
D
A
lani
tens
dee!
aan
paa
prij
zen
V
sch
taa
IV
ra
looi
E
een
erts
een
zijl
bin
het