RADIUM. Wat is radium Een metaal, als ijzer, lood, goud, aluminium, enz. maai- van zoo bijzondere hoedanig heid, van zoo wondere eigenschappen, dat het bestaan er van een sprookje lijkt. In 1895 werd door professor Rönt gen het bestaan van de X-stralen ont dekt, een lichtbron, die den mensch toestond door te dringen in ondoor- zichtbare lichamen, opnamen te doen van wat in het dierlijk lichaam voor het bloote oog verborgen was. Eenige maanden daarna leidde deze ontdek-1 king tot een andere, nog verwonder lijker. Professor Becquerel, een Franschman, deelde aan de geleerde wereld mede, dat uranium een licht bron bevat met dezelfde eigenschap pen als de X-stralen, met dit onder scheid echter, dat de nog onbekende bron onuitputtelijk was. Drie jaar later vond professor Curie (ook een Franschman), met behulp van zijn vrouw, den oorsprong van de constante lichtbron. Het gelukte hem den schakel te pakken, volgend op de door Becquerel gedane ontdekking. Uit het mineraal, waaruit het urani um afgescheiden was, werd een nieu we stof geïsoleerd, die dezelfde eigen schappen bezat als de stralen door Becquerel ontdekt, maar met een in tensiteit, die twee millio en-ma al grooter was. Deze stof werd radium genoemd. Als een bewijs van hoe groot be lang die ontdekking was, hoe. de we tenschappelijke wereld haar beoor deelde, diene, dat het Instituut Nobel aan professor Becquerel met het echt paar Curie dit jaar een der Nobel prijzen ten bedrage van honderddui zend gulden toekende. Welke zijn nu die bijzondere eigen schappen van het zoo belangrijke me taal Men weet ze nog niet alle, maar wat er tot heden van bekend is, be loont ruimschoots het onderzoek. De ontzettend hoogc kosten zijn wel een belemmering. Duizenden kilo's erts of mineraal zijn noodig om slechts een luttele hoeveelheid radium in een zijner verbindingen te isoleeren. Ver bindingen, dat wil zeggen, dat de stof het best vastgehouden kan worden in een harer zouten, zooals b.v. keuken zout een verbinding, is van het me taal natrium met een chloride, waar in men toch eigenschappen kan terug vinden van het metaal. De productiekosten zijn hoog, ten minste tot heden. Voor 1 gram radium heeft men meer dan 10 duizend kilo mineraal noodig 1 gram radium heeft nu nog een waarde van 75 duizend gulden Loont dit' wel het wetenschappelijk, maar vooral het maatschappelijk be lang, dat men er zich van voorstelt? We zullen de tot heden ontdekte eigenschappen van radium eens na gaan. Zooals gezegd, is radium een onuit puttelijke lichtbron. Onuitputtelijk? Neen, niet volkomen. Kort na de ont dekking dacht men, dat de stelling de in het heelal aanwezige energie, de kracht, één massa, die in hoeveelheid steeds gelijk blijft, zoodat wat aan het eene lichaam ontnomen wordt, aan een ander weer ten goede komt, voorgoed afgedaan had. Immers de kracht, de energie, de werking van ra dium leek oneindig. Intusschen is het tegendeel geble ken. Niettemin, de bron is zoo rijk, dat het is of zij altijd blijft vloeien. De energie, die uitgaat van zelfs een miniem klein deeltje radium is zoo groot, dat zij onveranderlijk lijkt. Men had gedacht met deze stof ook het perpetuum mobile, de eeuwige be weging te hebben bewezen, dat de capaciteit, hoewel nauwelijks waar neembaar, toch vermindert. De radiumzouteu zijn nagenoeg- permanent lichtgevend. Dit is al een voorname eigenschap. En wel zooda nig lichtgevend, dat zij met grooter kracht dan de X-stralen liet effect te weegbrengen van zonlicht. Bijvoor beeld een gevoelige fotografische plaat ondervindt den invloed van de radiumstralen, al is zij ook afgeslo ten door een ander voorwerp, onver schillig welk. De kortere of langere belichting van de plaat hangt af van het voorwerp, dat haar afsluit. Bij alle temperaturen blijft de uit stralingskracht gelijk, van 252 gra den onder nul tot 100 graden boven het vriespunt en meer. De radiumstralen zijn niet als de gewone lichtstralen aan breking on derhevig, wat met een prisma bewe zen kan wordenzij gaan rechtuit, zonder eenige afwijking. Een zeer gering quantum radium- zout, vermengd met een hoeveelheid bindende stof, waarmede een of an der voorwerp kan bestreken worden, geeft een bijna voortdurende licht bron, waarbij men zeer gemakkelijk kan lezen. Het radium is ook een zeer over vloedige bron van electriciteit. Een stukje zout, besloten in een glazen omhulsel, vult dit constant met elec- triciteit als een Leidsche flesch. Brengt men, door aanraking van het glazen tieve uit de aldus gevormde Leidsche flesch, m. a. w. is b.v. het menschelijk lichaam geleider, dan krijgt dit een schok. Het radium is ook een bijna onuit puttelijke bron van warmte. Plaats een thermometer in de na bijheid van een stukje radiümzout voortdurend wijst het instrument een temperatuur aan 3 a 4 graden hooger dan die in de omgeving. Een zeer merkwaardig verschijnsel bij radium is, dat het zijn eigenschap pen meedeelt aan andere lichamen, aan metalen, stoffen, vloeibaar of vast, aan gassen, enz. Deze eigenschap is het best te ver gelijken hij die van muskus. Men weet uit ondervinding, dat de reuk van de ze stof zoo doordringend is, dat alles in de nabijheid er als 'tware mee besmet, van doordrongen wordt. Wel nu, het radium deelt zijn lichtgevend vermogen, zijn electriciteit aan alles in de omgeving mede zonder zelf schijnbaar in capaciteit te vermin deren, Maar, typisch verschijnsel alweer de lichtkraclit, afgestaan aan die voorwerpen, bezit niet meer de oor spronkelijke eigenschappen, de stra len zijn geen X-stralen meer, dringen niet door. Ten slotte eenige eigenschappen, die, worden door de onderzoekingen de vermoedens bewaarheid, van ont zettend groot nut kunnen zijn voor de lijdende menschheid. Men heeft opgemerkt, dat een stuk je radiurnzout (chloor- of broomver- ■binding) op het gesloten oog een le- vendigen lichtindruk te weeg brengt. Alle deelen van het oog worden als 'tware phosphoresceerend. Zou hier in een hjjjde toekomst liggen voor on-, ze blinden Het menschelijk lichaam ondervindt geen oogenblikkelijke gevolgen van dé radium-stralen, maar een belichting gedurende "cruimen tijd, van eenige dagen, ontbindt de weefselser ont staat een dusdanige wond, dat slechts lange behandeling haar geneest. Deze eigenschap denkt men met succes te kunnen aanwenden bij kan ker en lupus. Dénk eens aan, als het der weten- schap mocht gelukken deze vreeselij- ke ziekten met goed gevolg te kunnen bestrijden, dit alleen zou de ont dekking loonen. Geprojecteerd on de centrale zenu-1 wen veroorzaakt de inwerking van radium-stralen verlamming en den dood. Zelfs een radium-serum zal vermoe-i delijk den medicus niet onthouden worden. Professor d'Arsonval en dr. Bordas te Parijs houden zich nu bezig met inspuitingen in dierlijke lichamen van een radium oplossing. Dit serum zou het zwaard zonder genade, de verdelger zijn van kwaadaardige ba cillen. Zou de ontdekking van bet radium belangrijk genoeg zijn? We meenen van wel. We staan immers nog aan een beginpunt. Wie zag in de eenvoudige proeven uit de prille jeugd der electriciteit, bet aantrekken van stukjes pap'er door wrijving van een pijp lak, onze tegenwoordige krachtige dynamo's de schitterende elcctrische verlichting, de ontzettende snelheid bij electrische voortstuwingskracht Zoo zal het, met het radium gaan. De bereiding zal minder kostbaar worden' en daarmede de practische i toepassing een reuzenvlucht nemen. I In radium ligt een toekomst DE PRIJS VAN HET RADIUM. Uit Londen wordt aan de „Sehles. J Zeitung" geschreven j Tengevolge der nieuwe onderzoe- j kingen van het Radium, is een sterke (navraag naar dit kostbare element gekomenniet alleen van artsen en j geleerden, maar zelfs van particulie ren. De kleinste hoeveelheid, die verkre- i gen kan worden, kost 120 gulden. Eén der vennooten van de firma W. Harrison Martindale, die den alleen- j verkoop van het Radium in Londen heeft, vertelde, dat in de laatste da- I gen de aanvraag enorm was. I In vergel ijking met het Radium zijn j goud en platina spotgoedkoop. Bij (den tegenwoordigenprijs van 120 gul den voor 1/12 Gran (1 ..Gran gelijk j aan 0.046 gram) kost een Eng. pond. Radium 8.294.000 gulden, eenzent- ner 829.440.000 gulden en een ton 16.588.800.000 gulden. Om dus een ton Radium te koopen, j moesten Pierpont, Morgan, Carnegie i en Rockefeller al hunne papieren tot geld maken en hun geld te zamen brengen. Dan moesten zelfs zij nog vele- millioenen borgen. Deze hooge prijs komt daardoor, omdat Oostenrijk den uitvoer van hei erts, waaiin het Radium gevonden is. verboden heeft. De hoeveelheid Radium, die voor 1120 gulden verkocht worclt, hevind: zich in een klein glazen buisje en zï-p er uit als een grauwe stof. In Londen was in den tijd v.an dit bericht, slechts 20 gran, dus voor 2400 gulden in voorra.ad. Wanneer dat verkocht was, was i men bevreesd, dat er voorloopig niet meer te krijgen zou zijn. ALLERLEL Een nieuwe Geneesmethode Wie herinnert zich niet meer het gerucht, dat in zijn tijd de man met den vork maakte. De man amuseerde zich aan tafel met de sabelslikkers na te doen, door een vork in het strottenhoofd te brengen, maar on gelukkig liet hij hem doorglijden. Wat moest hij beginnen met dat voorwerp in zijn lichaam De ge volgen van zijn ongeluk geleken een roman. Ten slotte werd een operatie onvermijdelijk geacht, die niet min der opschudding heeft verwekt dan het geval zelf. Uit geneeskundig opzicht is de man met den vork achtergesteld bij den man met den spijker. Wel is een spijker hebbelijker dan een vork, maar de spijker van den held, dien de ,,Société de Chirurgie" in behandeling heeft gehad, verhuis de naar de longen, waar hij minder hebbelijk was. Ilij had geen ongun stiger plaats kunnen uitkiezen voor den ongelukkige, die hem herbergde. Binnen korten of langen tijd zou de dood volgen, moest de dood volgen. En tlians loopt hij vrij rond, verlost en heel gerust over de gevolgen van dit ongeluk. Het belang van deze genezing ligt minder in de verwijdering van den spijker dan in de wijze, waarop er Dr. Guizen in het hospitaal van Saint-Antoine toe kwam. Den 15 October van het vorig jaar was een vijf- en twintigjarig behan ger druk met zijn werk bezig en had daarbij eenige spijkers in zijn mond. Een grap van een kameraad maakte hem aan 't lachenhij lachte echter niet lang, want hij voelde dra, dat een der spijkers in de keel geraakt was. Onmiddellijk volgde een gewel dige hoestaanval, die een half uur aanhield. De werkman liet zich dan naar het hospitaal van Laënne bren gen. Dr. Reclus deed onderzoek naar het vreemde voorwerp in de lucht pijpen en verrichtte met chloroforme de gewone manoeuvres in zulk geval schudden met het lichaam, kloppen op de borstholte. Echter te vergeefs. Hoewel het voorwerp in de borst den bezitter nog weinig hinderde, kon het toch spoedig doodelijk wor den. Men raadde den behanger een borstoperatie aan, om de luchtpijp takken te onderzoeken. Het voorstel maakte den ongelukkige razend. Hij weigerde zich te onderwerpen aan een operatie met bijna zeker gevaar lijken afloop. Hij begaf zich naar het hospitaal van Saint Antoine, waar dr. Beclère hem met X-stralen onder zocht. Hoe dat in zijn werk ging, zullen wij een ooggetuige laten verhalen ,,Dat onderzoek bracht aan 't licht, lo. dat een spijker aanwezig was in de rechter groote luchtpijp2o. dat hij vast ingesloten zat in het lucht pijpkanaal. De radioscopie toonde aan dat hij met den kop omlaag lag, een weinig rechts van den ruggegraat op de hoogte van de zevende rib." Het was dus zeker dat het vreemde voorwerp in de luchtpijp zat. Maar hoe het er nu te verwijderengedul dig afwachten tot de spijker uitge braakt werd, dit was den zieke bloot stellen aan langdurig lijden met nog geen half kans op genezing. Een borstoperatie ondernemen, het zou den man bijna zeker en onmiddellijk den dood overleveren. Men stelde den zieke voor en deze nam er genoe gen mee een methode toe te pas sen, die in Frankrijk nog niet be proefd was in zulke omstandigheden en te beproeven den spijker langs den natuurlijken toegang uit te trekken. De bronchoscopie, kortelings in Duitschland uitgevonden, en door dr. Guinez toegepast en verbeterd, was hiervoor aangewezen. De man met den spijker werd over gebracht naar het laboratorium van dr. Lermoyez, wiens assistent dr. Guisez isdeze paste de hoogere bronchoscopie toe. Bij de vierde bewerking was de zieke zoover, dat men een buisje van 8 millimeter in doorsnee in de rech ter luchtpijp kon brengen. Bij de zesde bewerking drong dat buisje door tot een diepte van 37 centime ter men zag toen duidelijk let wel, men zag door de buis heen den spijker op de hoogte van de split sing der rechter luchtpijp. Ongeluk kig was de electromagneet, voor die gelegenheid vervaardigd, een weinig te kort. Een hevige hoestbui belette trouwens den voortgang. Maar de spijker verplaatste zich en gleed ver der en een nieuwe radioscopie van Dr. Beclère toonde hem in 't midden van de achtste rib. Den 8 November besloot men de tijdelijke tracheotomie toe te passen, om te komen tot de inferieure hron- choscopïe, die het gebruik van kor tere buizen toelaat. Men behoefde hiervan geen spijt te hebben. Integendeel. Na enkele da gen van rust voor den zieke, werd op den 13 November de eerste be werking met deze inferieure bron choscopie begonnen. Spoedig kon een buisje van 10 millimeter in doorsnee en 5 centimeter lengte naar binnen gebracht worden. De operateur her kende de luchtpijpsplitsing, drong door in de rechter pijp, „zag" het innerlijke van een eerste vertakking, ging verder, kwam in een tweede vertakking en eindelijk in een derde; daar zag hijop 1 of 2 centimeter voor den ingang van de laatste, den kop van den spijkerhij bracht den j electromagneet naar binnen en bij de eerste terugtrekking verscheen de spijker, hangend aan den magneet. De heele operatie duurde vijf minu ten. De zieke was gered. Deze nieuwe operatie zal het idee j wijzigen, dat men tot nu toe had van de ziekteleer der luchtpijptakken. Dit is de eerste maal, dat in Frankrijk deze soort van operatie is beproefd en tot een goed einde ge bracht. Tot voor eenige jaren was de behandeling van hinderende voor werpen in de luchtpijpen bedroevend. Men liet om zoo te zeggen den zieke aan zijn lot over. Men beproefde met tangen in het luchtvat te drin gen, maar het resultaat dier manoeu vres was wanhopig. Grootere waag halzen openden de borstholte, maai de resultaten waren al weer zoo wei-, nig schitterend, dat men 100 sterf gevallen op 100 operaties consta teerde. Competente geleerden zullen wel de noodige commentaren leveren over deze ontdekking. Wij bepalen ons natuurlijk tot de vermelding van 't feit. Voortaan valt het verborgen terrein, de luchtpijptakken, direct onder het bereik van het oog van den geneesheer, zooals bij den strot. Het innerlijke van het menschelijk lichaam zal dra geen geheimen meer bezitten. Mag ook oorzaak en begin van 't leven ons onbekend blijven, wij zullen toch weldra zijn geheele gebied kennen. legd hadden, zich van hun geheelen onverkoopbaren voorraad te ontdoen. Zoo kwam het dan ook, dat dage lijks een menigte heel of half ge- Ivulde flesschen op tafel bleef staan, welke dan als buit aan de talrijke bedienden, rijknechten enz. ten deel vielen. In de eerste dagen scheen hij nog al te smaken maar later lieten ook zij het zure vocht staan of goten het lachende in het zand. Tegelijker tijd vertoonden zich echter sporen van dronkenschap onder het dienst doend personeel. Deze teekenen wa ren op den avond van den derden dag bij den oppasser van den luite nant von U. zoo duidelijk te bespeu ren, dat zijn heer, welke veel van een glas wijn hield, en door de ont bering daarvan midden in het wijn- land geheel uit zijn humeur was, hem norsch toevoegde„Kerel, ik geloof waarlijk, dat gij een roes hebt „Ik geloof het zelf, heer luitenant!" antwoordde de oppasser„maar het was waarlijk mijn schuld niet, want ik heb nauwelijks een halve flesch gedronkendoch de wijn was bui tengewoon goed en sterk o zoo sterk „Goed sterk Daar hoorde de lui tenant van op, en het scheen dat hij begon te watertanden. Waar hebt J ge dien van daan gekregen? Waar is die te bekomen? Aan de officiers tafel moeten wij ons met dien mise rabelen drank vergenoegen." „Ja, met de heeren officieren is dit iets anders," zeide de oppasser glim lachende, „die krijgen den wijn uit de stad geleverd, maar wij „Nu gij?" voerde hem de luitenant tegemoet, „gij koopt hem misschien, of krijgt gij hem uit den kelder van het slot?" De oppasser mompelde iets, als wilde hij te kennen geven, dat zijn heer het geraden hadintusschen wachtte hij zich toch wel de vraag ronduit met ja te beantwoorden, en vergenoegde zich met te zeggen „Wilt gij eens een fleschje uit onze bron proeven? Ik kan er u terstond een bezorgen." „Nu, daar ben ik toch eens nieuws gierig naar," zeide de luitenant, die door dat vooruitzicht plotseling in een goecle luim was gebracht. De oppasser spoedde zich weg, kwam na "verloop van een paar mi nuten terug, haalde uit eene paar dendeken een flesch voor den dag en reikte ze zijn heer over. Deze be schouwde de eenvoudige etiquette en riep verwonderd Volney 1811 wel die naam belooft iets 1" Toen haalde hij een kurkentrekker uitzijn zak, die ieder goed officier in het veld bij zich moet dragen, opende de flesch en slorpte, met de gebaren van een echten kenner, eenige teu gen naar binnen. Nauwelijks was de wijn over zijne tong gegleden, of zijn gelaat helderde zich op. „Een koste lijke drank!" zeide hij; „beter kan de keizer hem niet in den kelder hebben Toen hij zijn eersten lust bevre digd had, vroeg hij zijn oppasser nog maals „Kerel, hoe kom je aan dien wijn Dat is echte Nelctar 1" „Als gij mij niet verraden wilt, zal ik u de waarheid zeggen." „Kunt gij mij nog meer van dien wijn verschaffen." „Dagelijks, zooveel als gij wilt van dien of van andere soorten, die even zoo goed zijn." „Nu goed, dan geef ik u mijn eere woord er op, uw geheim te bewaren." Toen kwam de oppasser met zijne biecht voor den dag. „Gij weet," zeide hij, dat vóór den ingang van den keizerlijken wijnkelder twee schild wachten staan. Nu grenst echter de stal, die mij en eenige andere rij knechten aangewezen is, aan den zij wand van dezen kelder en schijnt daarmede vroeger door een deur ge meenschap te hebben gehad. Deze opening is thans, wel is waar, dicht gemetseld doch het gelukte ons, met weinig moeite, er zooveel stee- nen uit te breken, dat een mensch er door kan, en wij halen er dage lijks zooveel uit, als wij en onze goede vrienden noodig hebben, die overigens het geheim niet kennen, dat wij, die paarden in den stal heb ben, getrouw bewaren. De luitenant hield zijn woord, en zoolang het hoofdkwartier te St. Cloud "bleef, dat tot zijn leedwezen nog slechts eenige dagen duurde, werd de keizerlijke wijnkelder van voren streng bewaakt, doch van ach teren dagelijks trouw aangesproken, zonder dat de schenker of zijn knecht begrijpen konden, waardoor de be- langrijke gapingen ontstonden, die hunne aandacht natuurlijk niet kon den ontgaan. hoofdstraten zouden moeten bestellen. In vele groote steden zijn bijna alle bijkantoren met bestelling belast. Berlijn bijv. bestelt niet alleen van uit het hoofdkantoor, maar bovendien nog van pl. m. 48 bijkantoren, welke kantoren trouwens ook zelfstandig ex- pedieeren. In 1889 bestelden de bijkan toren van Berlijn per dag ongeveer 150,000 brieven, verdeeld over 12 be stellingen. Het gevolg van het zelf standig bestellen der kantoren is ech ter, dat, daar in de groote steden het getal stadsbrieven zoo enorm groot is, de bijkantoren ook onderling in ver binding moeten worden gebracht. Dit nu is een der grootste bezwaren van het bestellingssysteem immers, bij 12 bestellingen zullen de bijkantoren ook onderling drukke dépêche-wisseling moeten onderhouden. Om de dépêche wisseling te bespoedigen en vooral de werkzaamheden der kantoren te ver lichten, heeft men in 1889 te Berlijn de „Straszen-posten" ingesteld, een soort rijdende postkantoren. Zij die nen ora de bijkantoren op de snelste wijze met elkaar, en met het hoofd kantoor te verbinden en onder het rij den voor verschillende richtingen dé pêches te maken. Van 's morgens 10 uren tot 's avonds 7 uren rijden in elf richtingen, om het uur de wagens af. Gedurende den rit lichten de con ducteurs de bussen, stempelen en sor- teeren de brieven en ontvangen en ma ken dépêches. De inrichting der wa gens is de volgende de wagen heeft een bijzonder onderstel, waarin, de kast in een samenstel van slappe vee- ren hangt. Die kast, ..het kantoor" dus, is 2.26 M. lang, 2.11 M. hoog en 1.69 breed. Groot is de ruimte dus niet, als men bedenkt, dat sommige vier wielige postrijtuigen een vloeropper vlakte van 9010 M. bij 2940 M. hebben. De wagens worden door paarden getrokken. Links naast de deur is een brievenbus voor bet publiek aange-1 bracht. Zooals bij trams, geeft een schild de richting aan, welke de wa gen rijdt. De ramen zijn niet op zijde aangebracht, maar de verlichting ge schiedt door bovenlicht. De wagen be vat een stempeltafel en paktafel, voorts de noodige loketkastjes, stem pels, een zakkenbergplaats en een bergplaats voor waarde-zendingen. Door een statistiek, in het eerste jaar vau dezen nieuwen dienst gehouden, kwam men tot de verrassende resul taten, dat in dat jaar 70,000 brieven door de „Straszenposten" waren ver over anderen beleefdheidsgewoonten van den adel na. Het is door den oorsprong ook ver klaarbaar, waarom de gewoonte nooit tot de vrouwen is uitgebreid. De voornaamste zeehavens der wereld. De voornaamste zeehavens der we reld worden volgens de tonmaten in twee reeksen verdeelddie, welke bii 't binnenzeilen der schepen boven de twee millïoen tonnen gaan en die van 1 tot 2 millioen. Volgens de jongst bekend geworden cijfers, door het bureel van statistiek te Antwerpen opgemaakt, moeten de worden 1. Londen 10.177.023 ton. 2 Hongkong 9.598.639 ton. Z. New-York 8.682.767 ton. 4. Hamburg 8.682.707 ton. 5. Antwerpen 8.425.127 ton. 6. Liverpool 6.843.200 ton. 7. Rotterdam 6.546.473 ton. 8. Sjanghai 4.726.431 ton. 9. Marseille 4.566.115 ton. 10. Genua 4.325.458 ton. 11. Kaapstad 4.245.602 toil. 12. Lissabon 3.612,051 ton. 13. Buenos-A.vr. 3.307.843 ton. 14. Kopenhagen 3.111.512 ton. 15. Algiers 3.035.131 ton. 16. Breinen 2.984.410 ton. 17. Melbourne 2.827.949 ton. 18. Sidney 2.706.651 ton. 19. Alexandrië 2.561.252 ton 20. Barcelona 2.430.257 ton. 21. Savannah 2.262.053 ton. 22 Havre 2.247.900 ton. 23'. Triest 2.199.528 ton. 24. Yokohama 2.036.218 ton De zeehavens van de tweede reeks volgens de belangrijkheid der tonma ten. komen volgenderwij ze voor van 2 millioen tonnen tot 1 millioen Nagasaki 1.964.700; Fiume. Phila delphia, Amsterdam, Durban. Rio de Janeiro, Duinkerken. Gothenberg, Montreal, Odessa. Valparaiso, Vene tië, Kroonstadt, Vera-Cruz, Calcutta. Bombay, Riga. San-Francisco. Bor- deau, Tampico, 1.009.001. Afstanden in hot. heelal. Buiten óns zonnestelsel weten wij niet heel veel van het bestaan van dergelijke zonnestelsels, ofschoon deels vermoed, deels met zekerheid bewezen wordt, dat sommige vaste werkt. Hiervan waren 47,300 brieven I sterren donkere begeleiders hebben, 1 uur eerder, 15,000 brieven 2 uur eer-die evenals de planeten slechts der en 8000 brieven 12 uur eerder be-?)vreemd" licht ontvangen. De veran- steld dan onder de oude omstandig-1 derlijklieid in glans van vele ster heden het geval zou zip geweest in Wjjst daarop zeer duidelijk. In po&n"^aTerdlfnrtallóo^TroÏ!"0» VMl Stoter aantal zijn voor- Ven in 1899 ingevoerd. Men had in j ^f^en van eigenlijke dubbelsterren Weenen dat nu juist geen prachtige bekend, waarin zich twee zelflichten- bestrating beeft, vooral veel moeite j de zonnen om elkaar bewegen en er met het construeeren der wagens. Ein- zijn ook verbindingen van drie, vier Een bewaakte Wijnkelder. Toen in bet jaar 1815, voor den slag van Waterloo, het hoofdkwar tier van vorst Blücher te St. Cloud stond, waren de talrijke officieren, welke daartoe behoorden, in het prachtvol keizerlijk slot gelegerd, en aten aan de gemeenschappelijke tafel die bij levering verzorgd werd. Zij waren over de spijzen en hare toebereiding volkomen tevreden. Met den wijn was dit echter niet het ge val. Deze werd insgelijks geleverd wijl de schenker van het slot aan vorst Blücher verzocht had het kei zerlijk eigendom te sparen. Dit ver zoek werd terstond ingewilligd en voor den kelder, die met de fijnste wijnsoorten ruim voorzien was, een schildwacht geplaatst. Alleen hetbe- noodigde voor den vorst en de hoog ste officieren werd daaruit genomen. Over de kwantiteit van den gele- verden wijn, waarmede de andere officieren zich moesten behelpen, viel niet te klagen, maar des te meer over de kwaliteitwant het scheen, dat de leveranciers het er op toege Strantpostkantoren. tiet briefpostverkeer in de groote steden neemt jaarlijks toe. Het gevolg is, dat men overal te kampen heeft met de technische bezwaren van den besteldienst. Hier te lande wordt in de groote steden nog steeds van uit het hoofdkantoor besteld. Bij de vele ■voordeelen heeft dat toch ook weer de nadeelen van verzwaarde diensten van het bestellerspersoneel en het ver tragen van de correspondentie. Vooral de buitenwijken ondervinden de na deelen van dat systeem van bestellen, waarbij de buitenwijken van Amster dam en Rotterdam nog in gunstige omstandigheden verkeeren, daar m Amsterdam de bestellers in rijtuigen naar hun wijken worden vervoerd en zij in Rotterdam van de tram mogen gebruik maken. Echter schijnen onze steden niet groot genoeg om er met voordeel een ander systeem van be stellen in te voeren. Slechts in de al lergrootste steden schijnt het voordee- lig zooveel mogelijk bijkantoren met den besteldienst te belasten. Immers, het samenstel van hoofdkantoor met bijkantoren wordt zooveel gecompli ceerder en het verdeelen in bestellings kringen wordt moeilijk vooral daar, waar twee bijkantoren in dezelfde delijk slaagde men er toch in wagens samen te stellen, waarin de beambten zonder wagenziek te worden, konden werken. De dienst is verder geheel als in Berlijn ingericht en wordt op 13 lij nen uitgevoerd. Meer algemeen dan de „Staszen- posten" zijn in Duitschland de „Tramwayposten". n.L een tram- dienst uitfluitend voor Postvervoer. of meer vaste sterren onder elkaar. Intusschen zijn deze aan elkaar geketende zonnen een stevig eind van elkaar verwijderd; veel verder dan een der bekende planeten van óns stelsel. De aarde is van de zon ver wijderd rond 150 millioen kilometer Saturnus 1413 millioen. De dubbelster Procyon bestaat uit twee wereld lichamen, die 2573 millioen kilome- De administratie heeft in het gewoneter van elkaar verwijderd zijn. Bij tramnet der stad eenige goederenwa-de beide bestanddeelen van Siriuö gens loopen. Bij het Hoofdkantoor is klimt die afstand tot 3139 millioen een zijlijntje aangebracht, waar de kilometer. wagens geladen en gelost worden. Op0ok d[t zijn intusachen betrekkelijk gemakkelijke en goedkoops wijze ver- korte„ otstand die ook w' voert men zoo vrachten voor het sta-1 tion. 't Is om de Duitschers te benij-1 Hou Miin st.plld zich voor te Amstei-I eiseI oii]\< grenzen van ons planeten- den. Men stelle zich voor te Amster- j sieisei ven want de verst van de dam, een zijlijntje van den Dam naarzon verwijderde. Neptunus. staat op het Hoofdkantoor en een van het sta-i een afstand van 4467 millioen kilo- tionsplein naar het emplacement, en j meter. De algemeen bekende Poolster, ruime, nette electrische postrijtuigen in het sterrenbeeld van den „Grooten in één rit pakket- en brievenpost naar j Beer" is eveneens een dubbelster, het. Centraalstation voerend. j maar- de beide hemellichamen waar- Ten slotte nog iets over de straat- uit zjj bestaat, zijn over de 37 mil- postkantoren in Amerika. Hier dienen Iiard kilometer van elkaar verwij- zij niet tot instandhouding van een derd N oter js do ^aml tus- satieSvan Ppostverkeer der SSSSlT'SS.'" ""t den, ze zijn hier meer ver voerbare^ü^belstei Aldebaian m de hulppostkantoren. Een „postmaster" »st(iei - die op 42 milliard kilometer (brievengaarder) rijdt dagelijks metj1» bepaald en bij een dubbelster in één postkar tusschen de postkantoren het sterrenbeeld Eridonus klimt dit en houdt in alle dorpen en gehuch- j tot 70 milliard" kilometer, ten en bij boerenplaatsen stil. Hij licht Ons zonnestelsel kan dus in ver bussen,. verkoopt zegels, neemt brie- j gelijlüng met andere volstrekt geen ven, postwissels, aangeteekende stuk-1 aanspraak maken op de hoedanig- ken en pakketten aan en bestelt ze.jiei(j ..buitengewoon groot" te zijn. Onze hulpkantoren met hun „wande- J lende kantoren" lijken echter welzoo goed. Het afnemen van den hoed. Over het afnemen van den hoed als beleefdheidstoon, heeft dr. Labaude uit Straatsburg in een studie in de „Fleisersche Revue" een en ander mee gedeeld. Het gebruik is een overblijfsel van het middel eeuwsche leenstelsel. De Blinde darm-ontsteking. In de „Deutsche Medizinische Wo- chenschrift" bestrijdt dr. Villarat de vaak gehoorde meening, dat de thans veel meer dan vroeger geconstateerde gevallen van blinde-darm-ontsteking zijn te wijten aan scherfjes van ge- émmailleerde pannen, welke in de spijzen geraakt en mede opgegeten zijn. Die bewering noemt dr. V. onzin- 1 eenman stond niet alleen in dienst, nig en hij betoogt, dat er tegenwoor- maar ook oncler bescherming van den j dig niet meer, maar veeleer minder leenheer. Verscheen hij voor zijn j gevallen van blinde-darm-ontsteking deur, dan behoefde hij zichzelf niet j voorkomen dan vroeger. Door vooruit te beschermen. Hij mocht zich daar om dan niet voorzien van weermidde len. Verscheen hij gewapend voor zijn heer, dan beteekende dat trots, gebrek aan vertrouwen en aan eerbied. Het belangrijkste beschermingmid del was de helm. De leenrechtboeken schrijven dan voor, dat de vazal voor zijn heer niet slechts zwaard en mes moest afleggen, maar ook het hoofd moest ontblooten. De leenheer bleef daarentegen in wapenrusting, zooals nu nog bij de opening van den Rijks dag de Keizer den helm op het hoofd houdt, terwijl al de anderen het hoofd ontblooten. De plicht tot het afnemen van het hoofddeksel bestond slechts aan het hof van den leenheer, niet in het veld of als de leenman in militairen dienst van zijn heer was. Vandaar, dat het afnemen van het hoofddeksel geen militaire groet is. Het brengen van de hand aan den helm is een symbool van het afnemen. Deze historische oorsprong verklaart het verschijnsel, dat het afnemen, van den hoed bij die volken gewoonte is. welke het leenstelsel hebben gekend. Bij de Oostersche volken Jjijv. is het bedekken van bet hoofd een teelten van eerbied. Voorts dat het groeten geleerd en. door het afnemen van het hoofddeksel rust hare gang in de diagnose worden thans veel meer blinde-davm-ontstekingen tijdiger bemerkt dan vroeger, toen dikwijls de onzekere verschijnselen dier ziekte aan eene leverziekte of eene maagkwaal werden toegeschre ven. De ontsteking van den blinden darm leidde dan, voortwoekerend, tot eene buikvliesontstekïng, wat tegen woordig door eene tijdige operatie kan worden voorkomen. Ten bewijze van het door hem be toogde deelt dr. V. eene militaire sta tistiek mede, waaruit blijkt, dat sinds 1873 het aantal'gevallen van blinde darm-ontsteking in het leger 70 pro cent is toegenomenmaar dat daar entegen de gevallen van leverziekte 64.2 pet., van buikvliesontstekïng 70.2 procent en van chronische maagkwa len 79.9 procent zijn afgenomen, ter wijl het aantal dier vier ziekten te za men in dien tijd is verminderd met 44.5 procent. Het blijkt dus, zoo besluit hij, dat de toename der blinde-darm-ontste- kingen slechts schijnbaar is en alleen is toe te schrijven aan eene juistere diagnose, dat dientengevolge het aan tal van andere ziektegevallen is afge nomen, dat de doktoren meer hébben dat de huisvrouwen ge- geëmmailleerde pannen alom gebruikelijk is geworden tus-kunnen blijven gebruiken want van schen personen die tot de lagere klas-1 emailscherfjes zal men geen blinde- sen der maatschappij behoorden. Deze darm-ontsteking krijgen, bleven steeds buiten de leenverhou- Er is nooit een bij eene operatie ge ding staan en volgden slechts tegen-, vonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 7