Al. 10, kronenorde le kl. M. 95, dito
2o kl. M. 80, dito 3e klasse M. 65,
ditc 4e kl. M. 22.
In Holland komen de eigenlijke
ridderkruizen slechts zeer zelden
voor den dag. Men draagt liet „lintje"
;n het knoopsgat en bij officieele ge
legenheden een interims kruisje.
Hier kent men dit gebruik niet. Op
gewone dagen worden geen lintjes
gedragen, doch bij elke officieele ge
legenheid „werden sammtliche Or
den (in natura) „angelegt".
K.
INGEZONDEN ME DE DEE
LINGEN.
80 cent per regel.
Binnenland
GedacMeu van een ouden Almanak
Men kon in een ouden almanak
van 1839 deze gedachten lezen, ver
schuldigd aan de pen van een jong
6tudent die later de eerste professor
va een der .grootste geneeskundige
faculteiten is geworden
„Vermijdt de purgeermiddelen en
blcedlatingen, men verslijt het ijzer
door het te veel te reinigen." De toe
komstige professor streed reeds te
gen het gebruik der purgeermidde
len die onverschillig onder welke om
standigheden werden aangewend. De
verzwakkende purgeeringen zijn op
logische wijze uit de mode geraakt,
door de spierversterkende, hernieu
wende en ijzerhoudende behandelin
gen. Een spierversterkend middel is
noodig in vele gevallen, gij moet dan
ook het beste kiezen. Het beste, het
krachtigste is zonder twijfel de Pink
Pillen. Zij passen aan alle lichaams
gestellen die verzwakt en uitgeput
zijn en zijn onmisbaar om de ver
woestingen van den groei, de geva
ren der vorming bij de jongens en
de meisjes te herstellen. Men schrijft
o is omtrent de Pink Pillen den vol
genden brief van den heer J. A.
Brceks, te Elshof bij Wijhe.
Daar de gezondheid van den mensch
de grootste schat op aarde is en daar
di- mij ontbrak, nam ik mijn toe
vlucht tot de nooit genoeg geprezene
Pink Pillen.
Koningin Emma in Engeland.
De Londensche correspondent van
het Hbld. schrijft d.d. 21 Januari:
Het plan eener Ilollandsche eere-
wacht voor H. M. de Koningin-Moeder
bij gelegenheid van Harer Majesteits
bezoek aan Engeland in Februari, zal,
naar ik verneem, niet tot uitvoering
geraken.
Heden is namelijk door bemiddeling
van den Nederlandschen consul-gene-
.raal alhier, den heer H. S. J. Maas,
aan de leden der Nederlandsche Ver-
eeniging, van wie het plan was uit
gegaan. medegedeeld, dat Have Majes
teit, verklarende de bedoeling dezer
heeren op prijs te stellen en' dank
baar te zijn voor hunne attentie, hul
debetoon in den vorm van een eere-
wacht bij haar bezoek aan Engeland
niet meende te moeten aanvaarden.
Een jonkheer circus-directeur.
1 Jhr. B. uit Yelp, die indertijd op de
1 Boecop, ie Rheden, circus-voorstellin
gen gaf, is met zijn paarden en per-
j soneel naar Frankrijk vertrokken,
j Door den kantonrechter te Arnhem
j werd li ij, wegens het geven van voor-
stellingen zonder verlof van den bur-
j gemeester van Rheden, tot 10 boete,
I subs. 3 dagen hechtenis, veroordeeld,
van welk vonnis hij in hooger be-
jroep is gekomen.
Gearresteerd.
J. A. BROEK, volgens portret.
Waardoor ik mijne gezondheid heb
terug bekomen.
Alle middelen heb ik aangewend
maar niets mocht mij baten ik ge
voelde mij van dag tot dag al zwak
ker worden en thans moet ik u ver
klaren dat uwe Pink Pillen van Dr.
Williams van mij een nieuw mensch
gemaakt hebben, met lust verricht ik
mijn werk, ik kan ze een ieder niet
genoeg aanbevelen.
De Pink Pillen hernieuwen en re
gelen het bloedzij regelen de wer
kingen in het menschelijk lichaam,
herstellen de krachten, en geven de
gezondheid aan de zieken terug, zelfs
aU de andere, geneesmiddelen mach
teloos zijn gebleven. Zij zijn onover-
trcffelijk tegen bloedarmoede, bleek
zucht, neurasthénie, maagkwalen,
algemeene zwaate, rheumatiek, ze
nuwzwakte, zenuwpijnen, heupjicht.
Franco toezending tegen postwissel
Prijs ƒ1.75 per doos, 9 per 6 doo-
zen, verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger
27, Rotterdam, hoofd-depöthouder
voor Nederland en Apotheken.
Ook echt verkrijgbaar voor Haarlem
en Omstreken bij Wed. W. PLAAT-
ZER v. d. HULL- Drogerijen, Jans
straat 28.
Neemt Keatings Borst-Pastilles
als gij bo stHet is het genees
middel zonder weerga tegen hoest,
asthma, bronchitis en keelziekten;
gij zult terstond verlicht en weldra
genezen zijn. Volgens verklaring
der beste geneesheeren bestaat er
geen heter voorbehoed- en genees
middel voor de borstziekten dan
de Keati nas-Pastil les.
Voor eenige dagen werd meegedeeld
dat een kantoorlooper te Amsterdam,
na ten postkantore een aangeteeken-
den brief te hebben in ontvangst ge
nomen, op weg naar huis door een
hem onbekend persoon werd aange
sproken. blijkbaar met minder goede
bedoelingen, welk verdacht geval ook
een anderen kantoorbediende bleek te
zijn overkomen. Naar aanleiding dezer
rnededeelingen, werd de laatste dagen
in en nabij het postkantoor door de
politie scherp toezicht gehouden en
met gunstig resultaat. Donderdagmid
dag werd een persoon, op wien ver
moeden viel, door een inspecteur van
af het postkantoor gevolgd en op hee-
terdaad betrapt. De verdachte werd
gearresteerd en voorloopig in verze
kerde bewaring gehouden.
Ongelukken.
Op de stoomtramlijn Bergen-op-
ZoomAntwerpen is ter hoogte van
Beirendrecht de heer P. J. L. door de
tram overreden en op slag gedood.
Eigen onvoorzichtigheid schijnt hier
van de oorzaak.
Tolverband met België.
In de ,Utr. Courant" bespreekt de
heer Obreeu deze quaes tie.
Hij vangt aan met eene toelichting
vaiuJjet begrip tolverband en
schrijft o.a.
„Wanneer zegt de heer O.
twee Staten zulk een verbond
sluiten, behouden zij geheel en ai
hun vrijheid van bestuur, met dien
verstande echter, dat zij éénzelfde
douane-tarief aannemen, de ge
meenschappelijke douanegrens doen
vervallen en langs hun overige gren
zen invoerrechten heffen, alsof zij
samen één enkelen Staat vormen.
Die gelieven rechten worden ge
stort in één kas, welke verdeeld
wordt tusschen hen beiden, volgens
vooraf vastgestelde grondslagen, bij
voorbeeld naar evenredigheid van
hun beider bevolkingscijfer, of naar
eenigen anderen maatstaf.
..Binnenlandsche douane-linien
zijn in de voornaamste Staten van
West-Europa gaandeweg verdwenen
en het is te voorzien, dat ze ;n
geheel West-Europa weldra zullen
hebben opgehouden te bestaan. Het
versnelde verkeer duldt geen opont
houd meer.
„Een douane-linie beteekent vier-
en-tvvintig uren oponthoud voor de
spoorwegwaggons, een of meer lig
dagen voor de schepen, uitstappen
voor het verkeer der reizigers, be
waking van een strook gronds, ver
scheidene kilometers breed aan
weerszijden der grens,dagelijkseh ge
vecht met smokkelaars, eindelooze
administratieve formaliteiten, vaak
netelige onderhandelingen tusschen
de betrokken Regeeringen, kans op
internationale conflicten, en al wat
daaruit kan voortvloeien".
Bij een grooten Staat is dat van
weinig gewicht, want die is veilig
door zijn overmacht. Maar met een
kleinen Staat is 't anders gesteld.
België en Nederland bijv. zitten met
hun uitvoeren in het nauw, want deze
stuiten op de hooge douane-tarieyen
van Duitschland, Frankrijk, de Ver-
eenigdc Staten en de landen van Zuid
Europa en van Zuid-Amerika.
Een fabrikant in Duitschland of in
Frankrijk, wanneer hem uitvoer on
mogelijk wordt gemaakt door elders
bestaande hooge toltarieven, heeft nog
altijd tot zijn dienst de groote bin
nenlandsche markt. Bij kleine Staten
is die te beperkt. Vandaar, dat zij
noodzakelijk tusschen de groote Sta
ten met hooge toltarieven moeten te
gronde gaan.
Daarom moeten deze de handen in
een slaan om elkander op de been te
houden. En dat kunnen zij in de eer
ste plaats doen door eenzelfde tarief
van invoerrechten aan te némen, om
de douane-grens te doen vervallen.
Bovenal geven zij daardoor aan
hun eigen pioducenten een aanzien
lijke binnenlandsche markt. Die van
Nederland en België samen zou twaalf
millioen verbruikers tellen. Maar ook
bestaat er meer kans. dat bij onder
handelingen met andere Staten voor-
deelige voorwaarden bedongen kun
nen worden voor den uitvoer.
Een markt van vijf millioen Neder
landers legt hoegenaamd geen ge
wicht in de schaal voor de Duitschers
of voor de Franschen, om ons weder-
keerig faciliteiten toe te staan voor
onze uitvoeren
Zijn wij echter samen met België
twaalf millioen in aantal, dan begin
nen wij op oeconomisch terrein zwaar
der te wegen, en hebben wij meer
geza^ om onze stem te doen hooren.
Schr. betoogt de noodzakelijkheid
in beide landen, eener omwerking van
de accijnsen. Een zelfden grondslag
daarvoor in beide staten van het tol
verbond acht hij zeer gewenscht, zoo-
al niet'onvermijdelijk. Waren gedis
tilleerd en suiker in Nederland hooger
belast dan in België, zoo zou het ver
voer dier artikelen toch aan grens-
formaliteiten onderhevig blijken, al
v. are de douane-grens voor andere ar
tikelen opgeheven.
In België zou men niet gaarne be
lasting op geslacht zien invoeren.
Daarentegen zouden bij ons de thans
in België bestaande lage accijnsen op
tabak en margarine zeer impopulair
zijn. Het hoofdverschil acht de
heer O. echter hierin gelegen dat
het tarief van invoerrechten bij ons
lager is ongeveer de helft op
brengt van dat onzer Zuidelijke na
buren.
Dat is juist bij de aanstaande ver
hooging van ons tarief te vinden, door
rekening te houden met het Belgische
tarief. Het tegenwoordige verschil tus
schen de tarieven van Nederland en
België is onbeduidend tegenover de
veel hoogere tarieven van Duitschland
Frankrijk. Noord-Amerika en andere
nabuur-Sta ten.
Wanneer de vrede in West-Europa
aanhoudt, is nauwere aansluiting der
beschaafde Staten geboden tegenover
dé doorgaans onvriendelijke Amerika
nen m het Westen en tegenover de
reusachtig talrijke Aziaten in liet
Oosten. Die toekomstige eenheids
beweging in West-Europa schijnt on
vermijdelijk.
Willen de thans nog levende kleine
Staten hun onafhankelijkheid daarin
niet geheel zien te gronde gaan, dan
moeten zij die strooming trachten te
kanaliseeren tot hun eigen behoud.
Daartoe ligt het voor de hand, dat
z>; moeten beginnen met de handen
ineen te slaan, om elkaar op econo
misch gebied te steunen.
zijn oogen, dat zijn wederhelft al
spoedig voor de gemeenschappelijke
zaken een aanwinst bleek. Want liet
kwam in het niets en niemand ont
ziende systeem van afpersing door de
vennootschap Moedjemi Abdoellah
en Co. gedreven, wel eens voor dat
ook vrouwen „bewerkt" moesten wor
den, een „bewerking", uit den aard
der zaak het best toe te vertrouwen
aan een vrouw en wie zou daartoe
beter bestemd zijn dan de vrouw van
Abdoellah, den schrijver bij den de-
mang, welke vrouw bovendien als
kokki dienst deed bij den demang. De
woorden, door deze vrouw gesprokeu
tot haar zusters in de kampong, had
den natuurlijk gezag
Zoo langzamerhand komen wij er
toch toe gelijk te krijgen in onze rne
dedeelingen, dat onze Maffia Abdoel-
lah-Heynis de rechterhand van den
demang de linkerhand is naar alle
waarschijnlijkheid te zoeken onder
eenige der reeds lang bij de politie
gesignaleerde Europeanen, wier werk
zaamheid bestaan zou in het helen
van gestolen waar en in deze richting
wordt dan ook gezocht
Men kan zich, nu het balletje een
maal rolt, op alle mogelijke verrassin
gen voorbereid houden. Wij zijn nu
pas aan het begin.
Koloniën
De Maffia.
Idyllische toestanden komen toch in
de afdeeling Meester-Cornelis aan het
licht! schrijft het „B. N.".
Onze lezers hebben kunnen lezen
hoe door de justitie de hand is ge
legd op den inlander Abdoellah, alias
Heijnis, een sedert 1890 gedrost sol
daat, die als inlander het eerzaam
baantje uitoefende van schrijver bij
den sedert geschorsten demang van
Bekasi.
Deze gevangenneming is een gevolg
van de schorsing en de verwijdering
van den demang. Nu de bevolking
ontslagen is van den dwang om te
zwijgen, lijdzaam te dragen, komt het
sedert jaren opgehoopte vuil aan de
oppervlakte, nu, in den aanvang, nog
wel wat traag maar toch reeds zóó,
dat 't onzer politie de handen vol
geeft. En onder de eerste rnededeelin
gen, die der politie bereikten, was de
ze dat de demang een verdacht per
soon in dienst li ad als schrijver, aan
wiens zuiver inlandsche afkomt twij
fel bestond. Langs allerlei omwegen
kwam de politie te weten, dat die
twijfel gegrond was en het was al
weder de substituut-officier van justi
tie, mr. J. Duparc, ditmaal in zijn
qualiteit van auditeur militair voor
de landmacht en zeemacht, die zijn
medewerking verleende om den vogel
te knippen.
Abdoellah blijkt nu reeds heel wat
méér te zijn dan het looze schrijver
tje. Abdoellah wist van de zaken des
demangs zooals deze wist van Abdoel-
lah's geheimen zoo, de een den
ander aanvullend, dreven zij voor ge
zamenlijke rekening de zaken, waar
voor de bevolking nu jaren gebloed
heeft. En Abdoellah deed méér. Hij
trouwde een inlandsche vrouw wat
oogenschijnlijk moest dienen omzijn
rechtzinnigheid in de leer te bewijzen!
en hij "keek daarbij zóó goed uit
Bedreiging.
Een bekend industrieel te 'sGraven-
hage ontving op den 23en September
van het vorige jaar .van een ontsla
gen w.erkman een brief, waarin hij
gesommeerd werd aan een opgegeven
adres 500 te doen bezorgen; werd
daaraan geen gevolg gegeven, dan
zou de schrijver ..op zijn leven loopen
en hem dood steken."
Te dier zake had bedoelde werkman
zich voor de Haagsche rechtbank te
verantwoorden.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat
de man ontslagen was, omdat hij on
geregeld en soms half beschonken op
zijn werk kwam. Een verzoek om te
rug te mogen komen bij zijn patroon,
was geweigerd.
De brief was in een koffiehuis ge
schreven. Verschillende personen, daar
aanwezig, hadden hem nog afgeraden
den brief te verzenden, maar de be-
klaagde had dit toch gedaan, naar
hij beweerde in dronkenschap, om
I den industrieel schrik aan te jagen.
De beklaagde beweerde vier glazen
bier en 10 of 12 borrels gedronken te
hebben, maar de tapper die geen
„vergunning" had ontkende dit en
zeide slechts vier glazen bier geschon
ken te hebben.
De verdediger, mr. P. J. Troelstra,
meende getuige er op te moeten wij
zen, dat hij ge\ aar liep.zich aan mein
eed schuldig te maken.
De president deed den verdediger
opmerken, dat hij dit wel aan hem
kon overlaten.
Nogmaals ondervraagd, verklaarde
de tapper nu, dat hij aan den be
klaagde oj) den bewusten dag drie
borrels had geschonken en verder
bier.-Hij hield vol dat beklaagde dien
dag niet beschonken was.
Nadat een brief was voorgelezen,
waarin de man, zeer bescheiden, aan
zijn patroon had verzocht om hem
terug te nemen en waarin hij beter
schap liad beloofd, verkreeg de subst.
off. van justitie, mr. Van Geuns, het
woord tot het nemen van zijn requi
sitoir.
Z.Ed. Achtb. deed uitkomen, dat uit
gemaakt is, dat het er niet toe doet.
welke bedoeling de persoon heeft, die
iemand dreigt, maar welken indruk
de bedreiging gemaakt heeft op den
persoon, die bedreigd wordt. En nu
hebben wij hier gehoord, dat de be
dreigde volstrekt niet aan een grap
gedacht heeft, maar de bedreiging
zeer ernstig heeft opgenomendat hij
een intensen schok heeft gekregen.
Na een brief, om bij zijn patroon
terug te komen, welke brief een sym
pathieken indruk op hgt O. M. heeft
gemaakt, is hij moedeloos geworden,
de drank heeft de rest gedaan en in
dien staat van moedeloosheid heeft
hij den brief geschreven.Deze verzach
tende omstandigheden in aanmerking
nemende, eischte het O. M. 6 weken
gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Troelstra, bracht
hulde aan het M. voor de wijze,
waarop het deze zaak van alle kan
ten had bekeken en sloot zich aan bij
het genomen requisitoir. Verder acht
te pleiter zich verplicht op te merken,
dat de industrieel niet niet den noo-
digen ernst in deze zaak heeft gehan
deld. Diens verklaringen omtrent de
redenen van ontslag achtte pleiter
wel wat vaag. Verder wees hij er op.
dat zijn cliënt zich niet te lui heeft
getoond om te werken en op den be-
zadigden toon in den brief om terug
te mogen komen.
Pleiter betreurde het, dat die brief
onbeantwoord werd gelaten. Hij ves
tigde er ten slotte, de aandacht op,
dat de tweede brief duidelijk aan
toont, dat deze in dronkenschap is
geschreven, hetgeen natuurlijk echter
geen excuus is.
Omtrent de bedoeling, die beklaagde
;had heeft, valt het moeilijk, een
conclusie te trekken. -Naar pleiters
oordeel moet hier meer aan blagee-
ren gedacht worden.
Ten slotte vroeg hij, bij veroordee
ling. aftrek van de preventieve hech
tenis.
Moonl. iu de Colebes-
stracit te Amsterdam.
De conclusie van het rapport der
deskundigen (dr. Waller en dr. Jaco-
bi) betreffende den geestestoestand
van Luije van der Laan, luidtOnge
twijfeld is de beklaagde een gedege-
nereerde, maar een krankzinnige kan
hij naar ons oordeel niet genoemd
worden tot ontoerekenbaarheid we
gens de gebrekkige ontwikkeling of
ziekelijke storing zijner verstandelijke
vermogens kunnen wij niet conclu-
deeren.
In 't rapport worden de volgende dege-
neratieteekenen opgesomd, welke zich
bij beklaagde vertoonenvooruitste
kende wenkbrauwen, breede, van het
hoofd afstaande oorenaangegroeid
ooidel ongevoeligheid voor spelde-
prikken, en diepliggende oogen. Ver
standelijk is hij goed ontwikkeld. Al
dus het rapport. Voorts kan nog wor
den medegedeeld, dat de beklaagde in
de gevangenis zijn levensgeschiedenis
heelt geschreven in twee dikke ca
hiers de hand is zeer duidelijk en
stijl en taal zijn, voor den stand van
beklaagde, uitstekend. Hij beweert,
zicbzelve herhaaldelijk te hebben wil
len van kant maken, en een zijner
gezegden is „hoe eerder iemand dood
is, hoe beter het is."
Uit Zuid-Afrika.
De Boerenvrouwen.
Reeds is eenigen tijd geleden éets
bericht omtrent het gevangen houden
van vrouwen der Boeren door Kaffers
tijdens den Z. Afrikaanscheu oorlog.
I Het geheele verhaal in het blad „De
Goede Hoop" luidt
„De jaren 1899, 1900 en 1901 waren
jaren van verschrikkelijk lijden in
Z.-Afrika.
Men heeft dan ook veel berichten
gelezen, welke het bloed deden koken,
maar het valt niet te ontkennen, dat
de ergste gebeurtenissen niet door de
kranten werden opgenomen. Een van
die gebeurtenissen w il ik u nu mede-
deelen.
In liet Harrismithdistrict is een ze
kere kloof, die gedurende de winter
maanden er zeer prachtig uitziet. Als
men op een van de groene heuvels
nabij die plaats gaat staan, en die
groene kloof aanschouwende, nadenkt,
wat daar gebeurd is, gevoelt men zich
het bloed koken. Want wat viel er voor?
Toen al de burgers op commando wa
ren, namen vijftien Kaffers de gele
genheid te baat, om vijftien vrouwen
met kinderen met zich naar deze kloof
te nemen, met het doel, ze als hun
eigen vrouwen aan te houden en te
vens ook als dienstmeiden. Des mor
gens en des avonds waren de orders
„Gaar maak vir ons koffie en als
dit klaar was: „Veeg af jou bek!"
en „Kom zoen vir mij De vrouwen
waren verplicht aan deze bevelen te
gehoorzamen, of zij zouden gedood
worden. O, wat hadden onze dierba
re moeders niet moeten uitstaan ge
durende die jaren. De Kaffers waren
zoo tevreden met de vrouwen, dat zij
op de kinderen geen acht sloegen. Een
der vrouwen dit bemerkende, liet een
nacht haar zoontje uit hun midden
gaan om het Boerenlager op te zoe
ken en den kommandant van het la
ger met het lot der vrouwen bekend
te maken. Het gelukte den jongen dan
ook vroeg in den morgen bij een la
ger aan te komen en hij leverde de
opgedragen boodschap af. De kom
mandant meende, dat het 't veiligst
zou zijn om zijn burgers den volgen
den nacht naar de kloof te sturen en
het kampje aldaar bij verrassing te
nemen.
Tegen den morgen met het aanbre
ken van den dag, verrastten zij het
•kamp. Drie kaffers, die trachten te
ontsnappen, werden op de kogels ge
dragen. De overigen werden naakt
onder de kombaarsen gevangen geno
men. Toen de vrouwen dit bemerkten,
weergalmde de kloof van juichkree-
ten. Eén der vrouwen, die naast een
Kaffer stond, liet haar zuigeling val
len, greep een bijl en hieuw den kop
van den vent in tweeën.
De Boeren straften toen het dozijn
overgeblevene Kaffers - naar verdien
ste.
aldus opgevat, dat er een waterii
dingbuis gesprongen was. Andere yoo
van meening dat een zoo onbeduide al
de oorzaak niet zulke noodlotti) rtchJ
gevolgen kon gehad hebben, maal
ten er een waterhoos of een wol
breuk van. Eerst de nadere bericl eau
ten brachten meer klaarheidc bh'
Waterspruit is een stroom, die dot nnu
de stad loopt. Overvloedige regen Ten
van Zaterdag op Zondag hadden d o. '1
zen stroom buiten zijn oevers dot
treden, waardoor de lager gelege
deelen der stad overstroomd wei dei tb
Alle bruggen op één na werden wei kkit
geslagen en verscheidene huizen, di and
langs de spruit stonden, werden oi K'
dei mijnd en strotten in. Daarh pon
bevond zich het Royal Hotel, waa pde;
verscheidene personen, waaronder d de
eigenaar en zijn vrouw, zijn omgi de
komen. De gemeenschap tusschen h v
j noordelijk en het zuidelijk stadsda üde
was afgebroken en van beide zijde st'
werden terstond krachtige poginge ren
1 in het werk gesteld om deze te he
stellen. Eenige honderden daklooze r>
kregen voorloopig onderkomen in hi
stadhuis en de verdere gouverni a*"
mentsgebouwen, waar hun tevene
voedsel wercT verstrekt, terwijl
spcedeischende vergadering van de
'gemeenteraad en de koloniale trei
sury werd gehouden om den nood ai<
g'T financieelen steun te verleenei si'
Teistond na de ramp werden 16 lijn
ken gevonden, terwijl men toen hé ho
verlies van mStfschenlevens tussche^
i de twintig en dertig schatte. Gehei leef
lof gedeeltelijk verwoest waren 12a
i woonhuizen 25 winkels, 3 hotels
3 koffiehuizen en restaurants, teiljv.
I wijl 300 menschen dakloos zijn. B je'
slachtoffers zijn op kosten der gf g
meente begraven en de gemeenteraa jdi
heeft onmiddellijk 1000 pd. st. toege "rl
j staan, terwijl men nog steun vei
wocht van de regeering, wier wel
gevende raad eveneens heeft verga
derd. Te Johannisburg en Pretor! p11
I circuleeren lijsten om steun te vei K
zamelen voor de slachtoffers. Vol
gens latere berichten is het verlie fe
l aa menschenlevens veel aanzienlij en
1 ker dan men eerst had gemeend iet
Dinsdag waren er reeds 23 lijken ge ie.
vonden en men schat het aantal doe»
j den nu op ongeveer 60. Bij de redlari
j ding zijn verscheidene heldendadei nlc
Vfrrifhf A 1*011
verricht. Een der voornaamste wa
jdie van den politieagent Macdonald "ed
die het leven van verscheidene vrou^i)
wen redde en ten slotte zelf verdron] je
Speciale treinen brengen de men fehc
schen in de stad om de begrafenis e c
plechtigheden bij te wonen en de ge erl
heele stad is in rouw, alle winkel neu
'zijn gesloten. Telegrammen van deel'T0':
j neming zijn ontvangen van den ko
nig en uit verschillende deelen vac
Zuid-Afrika. De dagbladen hebbel
reeds 1000 pd. st. tot steun bijeen
gebracht. Men raamt de totale scha
de op 200.000 pd. st.
Gemengd Nieuws
ade
nei
gaa
De Kamp te Bloemfontein,
De ramp te Bloemfontein, waarde
Waterspruit overstroomd is, verschei
dene huizen en een hotel heeft doen
instorten en menschenlevens verloren
gaan, heeft een groote verwarring
gesticht in de berichten der Euro-
peesche pers. De eerste telegram
men, eenige dagen geleden ontvan
gen, werden door sommige bladen
Yerbeterd adres.
Onder den titel „Una voz de alli'
(een stemme van ginder) bevat he
Zuid-Amerikaansche weekblad
Sol" (de zon) van onzen landgenoo jra
dr J. M. Hoogvliet te 's-Gravenhagi nee
een bijdrage, die aldus luidt
Het administratief Departemeniklo
var. de Hemelsche Gewesten, bij ver
schillende gelegenheden telkens ver
zoekschriften ontvangende met aan
vragen om een optreden in 't belang
vr.n de eene of andere oorlogvoeren g,
d partij, brengt door deze ter ken
nisse van alle bewoners der Aard
sche Staten
lo. dat in ons Koninkrijk geen de
partement van oorlog bestaat en zoo
doende ook geenerlei bureau, waai
dei gelijke verzoekschriften zoudei
kunnen worden gedeponeerd
2o. dat alle verzoekschriften, be
oogende het voordeel van een bepaal
den Staat ten nadeele van een
dere, bezorgd of verzonden dienen tt
worden langs den breeden weg tegen
over de Poort van ons Koninkrijk
naar de zware zwarte deur aan het
einde van dien weg, waarop in dui
delijke letters te lezen staan de be
kende Italiaansche woorden Lasciate
ognienz. Aan die poort bevind
zich een bloedroode brievenbus mei
het opschrift„zaken van oorlog".
3o. dat de verzoekschriften nog
sneller hun doel treffen, als zij met
name geadresseerd worden aan een
der H.H. Lucifer, Baalpeor of
zefcub aan welke H.H. men daarmede
steeds een bijzonder genoegen ver
schaft, daar zij zich steeds met de
grootste nauwgezetheid van al deze
ge
geduldigen blik naar de plaats, waar
bij de stoelen ter beschutting tegen
den wind een scherm was neergezet.
Daar stond Sylvia en vandaar was zij
getuige geweest van de begroeting,
zonder zelf gezien te worden. Zij was
de aanstookster van het geheel en
liet haar medeschuldige in den steek.
Werkelijk duurde het een heele poos,
voordat zij reden scheen te vinden
naderbij te komen.
Bernard was juist in gesprek met
den prins en stond met den rug naar
haar toe, daar ruischte een vrouwen
kleed achter hem en een stem zeide
Zullen wij elkaar ook eens begroe
ten, neef Bernard
Hij keerde zich om en deed in ware,
bijna ontstelde verrassing een stap
achteruit. De toegesproken woorden
lieten hem geen twijfel over, wien hij
voor zich had, maar zijn oogen hin
gen met groote verbazing aan die jon
ge nicht, die zich een zacht, spotach
tig lachen niet kon weerhouden.
Hij kent mij werkelijk niet meer,
papa. Ben je Sylvia totaal vergeten?
Bernard stond nog altijd onbewege
lijk als aan den grond genageld. Syl
via? Het kleine, leelijke ding? Het
jammerlijk wezen, welks leven als een
zwak, knetterend vlammetje behoed
werd? En nu deze verschijning!
Voor hem stond een slanke gestalte
in wit costuum. Onder het reismutsje,
dat slechts een klein gedeelte van haar
hoofd bedekte, kwam vol, zwart haar
te voorschijn, dat de blankheid der
huid nog des te meer deed uit komen.
Het was die matbleeke teint, waar
door een gelaat wel bleek is, maar toch
de jeugdige frischheid niet verliest.
De fijne trekken, de lichte blos op
de wangen, die geteekende, donkere
wenkbrauwen, vertoonden iets teers,
dat men alleen bij de jeugd van een
nog niet tot roos ontloken knop aan
treft. Het gezicht zelf voldeed mis
schien niet aan de strengste regelen
der schoonheid maar het bekoorde bij
den eersten blik en het hield gevan
gen als men er langer en dieper in
keek.
Het was nauwelijks mogelijk te zeg
gen, waarin deze eigenaardige bekoor
lijkheid eigenlijk lag maar zij be
stond en werkte onweerstaanbaar.
Van onder lange, zwarte wimpers
kwamen een paar groote, vochtig
glanzende oogen te voorschijn, raad
selachtige oogen. Zij hadden een on
bestemde kleur, dan weer schenen zij
matblauw dan weer donkergrijs te
zijn. Achter haar omsluierden blik liet
zich een ingehouden hartstochtelijke
natuur raden. De oogen behoorden
heelemaal niet bij het gezicht van een
negentienjarig meisje, zij hadden niets
van het onbevangene en onbezorgde
der jeugd, en toch waren zij schoon,
onuitsprekelijk schoon.
Bernards stomme verbazing duurde
maar een minuut, toen richtte hij zich
op met een gebaar, als schudde hij
een dwang van zich, die verlammend
werkte en antwoordde. Ik zo.u je in
derdaad niet weer herkend hebben. Je
was niet in Berlijn toen ik daar het
laatst een bezoek bracht, wij hebben
elkaar in langer dan zes jaar niet
gezien.
En toen was ik nog een ziekelijk
•kind, dat nergens tegen kon. Bij die
woorden gleed een donkere schaduw
over Sylvia's trekken, toen haalde zij
echter diep adem.
Dat is nu voorbij.
Zij stond in den vollen zonneschijn
en de wind woei frisch en scherp uit
zee op, maar zij had niet eens een
doek over het lichte zomerkleed ge
slagen, de wind scheen haar aange
naam aan te doen.
Ja, de doctoren hebben ten'slotte
toch gelijk gehad, zei Hohenfels, wiens
blik met oniniskenbaren trots op zijn
mooie dochter rustte. Ik hield het voor
uitvluchten en voor een middel om mij
te sparen, als zij mij met de toekomst
troostten en een volkomen genezing
voorspelden.
Sylvia was op haar vijftiende jaar
nog een kind, dat ons veel angst en
zorgen bracht, maar daar begon zij
plotseling aan te sterken en er ge
beurde een waar wondei: voor onze
oogen.
- Koert, je zult je zeker eerst moe
ten voorstellen. Je was wel in de va-
cantie meer op Guntersberg dan bij je
vader thuis, maar in deze uniform ben
je toch een geheel nieuwe verschijning
j voor een vriendin uit je jeugd.
Koert liet zich dat geen tweemaal
zeggen. I-Iij was niet minder verbaasd
dan zijn vriend, maar hij had een
aangeboren geschiktheid om zich aan
gename verrassingen spoedig te laten
welgevallen, en dat dit er een .was,
bleek uit zijn gezicht, toen hij vlug
naderbij kwam en de jonge dame rid
derlijk de hand kuste.
Mag ik de herinneringen uit onze
jeugd nog doen gelden, freule? vroeg
hij. Of is u ze vergeten?
Niet geheel en al, daar heeft
Kathchen voor gezorgd, luidde schert
send het antwoord. Zij liet mij stel
lig ieder portret zien, dat haar heer
broeder naar huis zond, en bouwde
telkens luchtkasteelen over de aan
staande daden van den marineheld.
Zeer vleiendsalueerde Koert.
Voorloopig nog maar tweede luitenant
op de „Vineta".
En eens admiraal van onze vloot!
viel de minister in. Dat heeft hij zij
nen vader en mij al aangekondigd,
toen hij nog op de vensterbank in
Guntersberg zat, en zijn klimkunsten
vertoonde. Maak dat jongenswoord tot
waarheid, KoertHet is zoo schoon
vol jeugdige kracht aan 't begin van
zijn loopbaan te staan. Altijd maar
het doel voor oogen, altijd voorwaarts,
steeds hooger op Dat alleen is leven
De woorden werden tot Koert ge-
richt, maar zij golden een ander, die
er naast stond en iederen steek voel
de, terwijl hij zich tot bloedens toe op
de lippen beet.
Hij had immers geen loopbaan meer,
dien kon hij in Raansdal niet krijgen,
en het werd hem zonder pardon dui
delijk gemaakt, dat hij niet alleen
niet meer tot den stamboom van Ho
henfels gerekend werd, maar ook als
mensch voor zijn oom niet meer mee
telde, voor hem die leven als een
synoniem van werken beschouwde.
Het was gelukkig, dat Sylvia aan
wezig was, daardoor werd de pijnlij
ke spanning verzacht en zij babbelde
volkomen onbevangen als was dat de
vreedzaamste en vriendschappelijkste
ontmoeting. Zij toonde over 't alge
meen een voor een jong meisje ver
bazingwekkende zekerheid in haar op
treden. Men kon zien, dat zij gewoon
was, na den dood van haar voor
jaren gestorven moeder den eersten
rol in het huis van haar vader te
spelen. Zij was ook hier de eerste per
soon en leidde het onderhoud op die
gemakkelijke, luchtige wijze, die alles
slechts even aanroert, zonder ergens
dieper op in te gaan. De prins en
Koert namen levendig daaraan deel,
slechts Bernard bleef koel en vorme
lijk. De pogingen van zijn nicht om
hem nader in 't gesprek te betrekket
en hem als een familielid vertrouwe
lijk te behandelen, stuitten volkomen
af op zijn ontoegankelijkheid. Hij
sprak slechts zooveel, als hoognood-
zakelijk was, en na tien minuten
sprak hij al weer over vertrekken.
De familie wil aan wal, Koert. Wij
mogen ze niet langer ophouden en il
zou ook nog graag een vriend opuvt
schip begroeten. Doorluchtigheid.
Den kapitein vroeg Sassenburg,
voor wien deze alleen in aanmerking
kwam. Ik wist heelemaal niet, dat 1
hem kende, maar ik zal hem direel
laten verzoeken
Neen, den stuurman, viel Ber
nard hem in de rede. Hij is een
vriend uit mijn jeugd en we hebben
elkaar in een jaar niet gezien.
De prins trok een verbaasd gezicht
Voor hem bleef de jonge Hohenfels
in weerwil van zijn zeldzame grillen,
de Freiherr en de neef van den mi
nister en de stuurman behoorde tot
de bemanning. Sylvia riep echter le
vendig uit
Och, de NoorOnze stormvogel,
zooals ik hem gedoopt heb, want den
storm, dien wij in de Noordzee gehad
hebben, voorspelde hij met zooveel ze
kerheid, als had hij hem zelf te voor
schijn geroepen. Een vreemd mensch!
(wordt vervolgd.)