Al. 10, kronenorde le kl. M. 95, dito 2o kl. M. 80, dito 3e klasse M. 65, ditc 4e kl. M. 22. In Holland komen de eigenlijke ridderkruizen slechts zeer zelden voor den dag. Men draagt liet „lintje" ;n het knoopsgat en bij officieele ge legenheden een interims kruisje. Hier kent men dit gebruik niet. Op gewone dagen worden geen lintjes gedragen, doch bij elke officieele ge legenheid „werden sammtliche Or den (in natura) „angelegt". K. INGEZONDEN ME DE DEE LINGEN. 80 cent per regel. Binnenland GedacMeu van een ouden Almanak Men kon in een ouden almanak van 1839 deze gedachten lezen, ver schuldigd aan de pen van een jong 6tudent die later de eerste professor va een der .grootste geneeskundige faculteiten is geworden „Vermijdt de purgeermiddelen en blcedlatingen, men verslijt het ijzer door het te veel te reinigen." De toe komstige professor streed reeds te gen het gebruik der purgeermidde len die onverschillig onder welke om standigheden werden aangewend. De verzwakkende purgeeringen zijn op logische wijze uit de mode geraakt, door de spierversterkende, hernieu wende en ijzerhoudende behandelin gen. Een spierversterkend middel is noodig in vele gevallen, gij moet dan ook het beste kiezen. Het beste, het krachtigste is zonder twijfel de Pink Pillen. Zij passen aan alle lichaams gestellen die verzwakt en uitgeput zijn en zijn onmisbaar om de ver woestingen van den groei, de geva ren der vorming bij de jongens en de meisjes te herstellen. Men schrijft o is omtrent de Pink Pillen den vol genden brief van den heer J. A. Brceks, te Elshof bij Wijhe. Daar de gezondheid van den mensch de grootste schat op aarde is en daar di- mij ontbrak, nam ik mijn toe vlucht tot de nooit genoeg geprezene Pink Pillen. Koningin Emma in Engeland. De Londensche correspondent van het Hbld. schrijft d.d. 21 Januari: Het plan eener Ilollandsche eere- wacht voor H. M. de Koningin-Moeder bij gelegenheid van Harer Majesteits bezoek aan Engeland in Februari, zal, naar ik verneem, niet tot uitvoering geraken. Heden is namelijk door bemiddeling van den Nederlandschen consul-gene- .raal alhier, den heer H. S. J. Maas, aan de leden der Nederlandsche Ver- eeniging, van wie het plan was uit gegaan. medegedeeld, dat Have Majes teit, verklarende de bedoeling dezer heeren op prijs te stellen en' dank baar te zijn voor hunne attentie, hul debetoon in den vorm van een eere- wacht bij haar bezoek aan Engeland niet meende te moeten aanvaarden. Een jonkheer circus-directeur. 1 Jhr. B. uit Yelp, die indertijd op de 1 Boecop, ie Rheden, circus-voorstellin gen gaf, is met zijn paarden en per- j soneel naar Frankrijk vertrokken, j Door den kantonrechter te Arnhem j werd li ij, wegens het geven van voor- stellingen zonder verlof van den bur- j gemeester van Rheden, tot 10 boete, I subs. 3 dagen hechtenis, veroordeeld, van welk vonnis hij in hooger be- jroep is gekomen. Gearresteerd. J. A. BROEK, volgens portret. Waardoor ik mijne gezondheid heb terug bekomen. Alle middelen heb ik aangewend maar niets mocht mij baten ik ge voelde mij van dag tot dag al zwak ker worden en thans moet ik u ver klaren dat uwe Pink Pillen van Dr. Williams van mij een nieuw mensch gemaakt hebben, met lust verricht ik mijn werk, ik kan ze een ieder niet genoeg aanbevelen. De Pink Pillen hernieuwen en re gelen het bloedzij regelen de wer kingen in het menschelijk lichaam, herstellen de krachten, en geven de gezondheid aan de zieken terug, zelfs aU de andere, geneesmiddelen mach teloos zijn gebleven. Zij zijn onover- trcffelijk tegen bloedarmoede, bleek zucht, neurasthénie, maagkwalen, algemeene zwaate, rheumatiek, ze nuwzwakte, zenuwpijnen, heupjicht. Franco toezending tegen postwissel Prijs ƒ1.75 per doos, 9 per 6 doo- zen, verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27, Rotterdam, hoofd-depöthouder voor Nederland en Apotheken. Ook echt verkrijgbaar voor Haarlem en Omstreken bij Wed. W. PLAAT- ZER v. d. HULL- Drogerijen, Jans straat 28. Neemt Keatings Borst-Pastilles als gij bo stHet is het genees middel zonder weerga tegen hoest, asthma, bronchitis en keelziekten; gij zult terstond verlicht en weldra genezen zijn. Volgens verklaring der beste geneesheeren bestaat er geen heter voorbehoed- en genees middel voor de borstziekten dan de Keati nas-Pastil les. Voor eenige dagen werd meegedeeld dat een kantoorlooper te Amsterdam, na ten postkantore een aangeteeken- den brief te hebben in ontvangst ge nomen, op weg naar huis door een hem onbekend persoon werd aange sproken. blijkbaar met minder goede bedoelingen, welk verdacht geval ook een anderen kantoorbediende bleek te zijn overkomen. Naar aanleiding dezer rnededeelingen, werd de laatste dagen in en nabij het postkantoor door de politie scherp toezicht gehouden en met gunstig resultaat. Donderdagmid dag werd een persoon, op wien ver moeden viel, door een inspecteur van af het postkantoor gevolgd en op hee- terdaad betrapt. De verdachte werd gearresteerd en voorloopig in verze kerde bewaring gehouden. Ongelukken. Op de stoomtramlijn Bergen-op- ZoomAntwerpen is ter hoogte van Beirendrecht de heer P. J. L. door de tram overreden en op slag gedood. Eigen onvoorzichtigheid schijnt hier van de oorzaak. Tolverband met België. In de ,Utr. Courant" bespreekt de heer Obreeu deze quaes tie. Hij vangt aan met eene toelichting vaiuJjet begrip tolverband en schrijft o.a. „Wanneer zegt de heer O. twee Staten zulk een verbond sluiten, behouden zij geheel en ai hun vrijheid van bestuur, met dien verstande echter, dat zij éénzelfde douane-tarief aannemen, de ge meenschappelijke douanegrens doen vervallen en langs hun overige gren zen invoerrechten heffen, alsof zij samen één enkelen Staat vormen. Die gelieven rechten worden ge stort in één kas, welke verdeeld wordt tusschen hen beiden, volgens vooraf vastgestelde grondslagen, bij voorbeeld naar evenredigheid van hun beider bevolkingscijfer, of naar eenigen anderen maatstaf. ..Binnenlandsche douane-linien zijn in de voornaamste Staten van West-Europa gaandeweg verdwenen en het is te voorzien, dat ze ;n geheel West-Europa weldra zullen hebben opgehouden te bestaan. Het versnelde verkeer duldt geen opont houd meer. „Een douane-linie beteekent vier- en-tvvintig uren oponthoud voor de spoorwegwaggons, een of meer lig dagen voor de schepen, uitstappen voor het verkeer der reizigers, be waking van een strook gronds, ver scheidene kilometers breed aan weerszijden der grens,dagelijkseh ge vecht met smokkelaars, eindelooze administratieve formaliteiten, vaak netelige onderhandelingen tusschen de betrokken Regeeringen, kans op internationale conflicten, en al wat daaruit kan voortvloeien". Bij een grooten Staat is dat van weinig gewicht, want die is veilig door zijn overmacht. Maar met een kleinen Staat is 't anders gesteld. België en Nederland bijv. zitten met hun uitvoeren in het nauw, want deze stuiten op de hooge douane-tarieyen van Duitschland, Frankrijk, de Ver- eenigdc Staten en de landen van Zuid Europa en van Zuid-Amerika. Een fabrikant in Duitschland of in Frankrijk, wanneer hem uitvoer on mogelijk wordt gemaakt door elders bestaande hooge toltarieven, heeft nog altijd tot zijn dienst de groote bin nenlandsche markt. Bij kleine Staten is die te beperkt. Vandaar, dat zij noodzakelijk tusschen de groote Sta ten met hooge toltarieven moeten te gronde gaan. Daarom moeten deze de handen in een slaan om elkander op de been te houden. En dat kunnen zij in de eer ste plaats doen door eenzelfde tarief van invoerrechten aan te némen, om de douane-grens te doen vervallen. Bovenal geven zij daardoor aan hun eigen pioducenten een aanzien lijke binnenlandsche markt. Die van Nederland en België samen zou twaalf millioen verbruikers tellen. Maar ook bestaat er meer kans. dat bij onder handelingen met andere Staten voor- deelige voorwaarden bedongen kun nen worden voor den uitvoer. Een markt van vijf millioen Neder landers legt hoegenaamd geen ge wicht in de schaal voor de Duitschers of voor de Franschen, om ons weder- keerig faciliteiten toe te staan voor onze uitvoeren Zijn wij echter samen met België twaalf millioen in aantal, dan begin nen wij op oeconomisch terrein zwaar der te wegen, en hebben wij meer geza^ om onze stem te doen hooren. Schr. betoogt de noodzakelijkheid in beide landen, eener omwerking van de accijnsen. Een zelfden grondslag daarvoor in beide staten van het tol verbond acht hij zeer gewenscht, zoo- al niet'onvermijdelijk. Waren gedis tilleerd en suiker in Nederland hooger belast dan in België, zoo zou het ver voer dier artikelen toch aan grens- formaliteiten onderhevig blijken, al v. are de douane-grens voor andere ar tikelen opgeheven. In België zou men niet gaarne be lasting op geslacht zien invoeren. Daarentegen zouden bij ons de thans in België bestaande lage accijnsen op tabak en margarine zeer impopulair zijn. Het hoofdverschil acht de heer O. echter hierin gelegen dat het tarief van invoerrechten bij ons lager is ongeveer de helft op brengt van dat onzer Zuidelijke na buren. Dat is juist bij de aanstaande ver hooging van ons tarief te vinden, door rekening te houden met het Belgische tarief. Het tegenwoordige verschil tus schen de tarieven van Nederland en België is onbeduidend tegenover de veel hoogere tarieven van Duitschland Frankrijk. Noord-Amerika en andere nabuur-Sta ten. Wanneer de vrede in West-Europa aanhoudt, is nauwere aansluiting der beschaafde Staten geboden tegenover dé doorgaans onvriendelijke Amerika nen m het Westen en tegenover de reusachtig talrijke Aziaten in liet Oosten. Die toekomstige eenheids beweging in West-Europa schijnt on vermijdelijk. Willen de thans nog levende kleine Staten hun onafhankelijkheid daarin niet geheel zien te gronde gaan, dan moeten zij die strooming trachten te kanaliseeren tot hun eigen behoud. Daartoe ligt het voor de hand, dat z>; moeten beginnen met de handen ineen te slaan, om elkaar op econo misch gebied te steunen. zijn oogen, dat zijn wederhelft al spoedig voor de gemeenschappelijke zaken een aanwinst bleek. Want liet kwam in het niets en niemand ont ziende systeem van afpersing door de vennootschap Moedjemi Abdoellah en Co. gedreven, wel eens voor dat ook vrouwen „bewerkt" moesten wor den, een „bewerking", uit den aard der zaak het best toe te vertrouwen aan een vrouw en wie zou daartoe beter bestemd zijn dan de vrouw van Abdoellah, den schrijver bij den de- mang, welke vrouw bovendien als kokki dienst deed bij den demang. De woorden, door deze vrouw gesprokeu tot haar zusters in de kampong, had den natuurlijk gezag Zoo langzamerhand komen wij er toch toe gelijk te krijgen in onze rne dedeelingen, dat onze Maffia Abdoel- lah-Heynis de rechterhand van den demang de linkerhand is naar alle waarschijnlijkheid te zoeken onder eenige der reeds lang bij de politie gesignaleerde Europeanen, wier werk zaamheid bestaan zou in het helen van gestolen waar en in deze richting wordt dan ook gezocht Men kan zich, nu het balletje een maal rolt, op alle mogelijke verrassin gen voorbereid houden. Wij zijn nu pas aan het begin. Koloniën De Maffia. Idyllische toestanden komen toch in de afdeeling Meester-Cornelis aan het licht! schrijft het „B. N.". Onze lezers hebben kunnen lezen hoe door de justitie de hand is ge legd op den inlander Abdoellah, alias Heijnis, een sedert 1890 gedrost sol daat, die als inlander het eerzaam baantje uitoefende van schrijver bij den sedert geschorsten demang van Bekasi. Deze gevangenneming is een gevolg van de schorsing en de verwijdering van den demang. Nu de bevolking ontslagen is van den dwang om te zwijgen, lijdzaam te dragen, komt het sedert jaren opgehoopte vuil aan de oppervlakte, nu, in den aanvang, nog wel wat traag maar toch reeds zóó, dat 't onzer politie de handen vol geeft. En onder de eerste rnededeelin gen, die der politie bereikten, was de ze dat de demang een verdacht per soon in dienst li ad als schrijver, aan wiens zuiver inlandsche afkomt twij fel bestond. Langs allerlei omwegen kwam de politie te weten, dat die twijfel gegrond was en het was al weder de substituut-officier van justi tie, mr. J. Duparc, ditmaal in zijn qualiteit van auditeur militair voor de landmacht en zeemacht, die zijn medewerking verleende om den vogel te knippen. Abdoellah blijkt nu reeds heel wat méér te zijn dan het looze schrijver tje. Abdoellah wist van de zaken des demangs zooals deze wist van Abdoel- lah's geheimen zoo, de een den ander aanvullend, dreven zij voor ge zamenlijke rekening de zaken, waar voor de bevolking nu jaren gebloed heeft. En Abdoellah deed méér. Hij trouwde een inlandsche vrouw wat oogenschijnlijk moest dienen omzijn rechtzinnigheid in de leer te bewijzen! en hij "keek daarbij zóó goed uit Bedreiging. Een bekend industrieel te 'sGraven- hage ontving op den 23en September van het vorige jaar .van een ontsla gen w.erkman een brief, waarin hij gesommeerd werd aan een opgegeven adres 500 te doen bezorgen; werd daaraan geen gevolg gegeven, dan zou de schrijver ..op zijn leven loopen en hem dood steken." Te dier zake had bedoelde werkman zich voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden. Uit het getuigenverhoor bleek, dat de man ontslagen was, omdat hij on geregeld en soms half beschonken op zijn werk kwam. Een verzoek om te rug te mogen komen bij zijn patroon, was geweigerd. De brief was in een koffiehuis ge schreven. Verschillende personen, daar aanwezig, hadden hem nog afgeraden den brief te verzenden, maar de be- klaagde had dit toch gedaan, naar hij beweerde in dronkenschap, om I den industrieel schrik aan te jagen. De beklaagde beweerde vier glazen bier en 10 of 12 borrels gedronken te hebben, maar de tapper die geen „vergunning" had ontkende dit en zeide slechts vier glazen bier geschon ken te hebben. De verdediger, mr. P. J. Troelstra, meende getuige er op te moeten wij zen, dat hij ge\ aar liep.zich aan mein eed schuldig te maken. De president deed den verdediger opmerken, dat hij dit wel aan hem kon overlaten. Nogmaals ondervraagd, verklaarde de tapper nu, dat hij aan den be klaagde oj) den bewusten dag drie borrels had geschonken en verder bier.-Hij hield vol dat beklaagde dien dag niet beschonken was. Nadat een brief was voorgelezen, waarin de man, zeer bescheiden, aan zijn patroon had verzocht om hem terug te nemen en waarin hij beter schap liad beloofd, verkreeg de subst. off. van justitie, mr. Van Geuns, het woord tot het nemen van zijn requi sitoir. Z.Ed. Achtb. deed uitkomen, dat uit gemaakt is, dat het er niet toe doet. welke bedoeling de persoon heeft, die iemand dreigt, maar welken indruk de bedreiging gemaakt heeft op den persoon, die bedreigd wordt. En nu hebben wij hier gehoord, dat de be dreigde volstrekt niet aan een grap gedacht heeft, maar de bedreiging zeer ernstig heeft opgenomendat hij een intensen schok heeft gekregen. Na een brief, om bij zijn patroon terug te komen, welke brief een sym pathieken indruk op hgt O. M. heeft gemaakt, is hij moedeloos geworden, de drank heeft de rest gedaan en in dien staat van moedeloosheid heeft hij den brief geschreven.Deze verzach tende omstandigheden in aanmerking nemende, eischte het O. M. 6 weken gevangenisstraf. De verdediger, mr. Troelstra, bracht hulde aan het M. voor de wijze, waarop het deze zaak van alle kan ten had bekeken en sloot zich aan bij het genomen requisitoir. Verder acht te pleiter zich verplicht op te merken, dat de industrieel niet niet den noo- digen ernst in deze zaak heeft gehan deld. Diens verklaringen omtrent de redenen van ontslag achtte pleiter wel wat vaag. Verder wees hij er op. dat zijn cliënt zich niet te lui heeft getoond om te werken en op den be- zadigden toon in den brief om terug te mogen komen. Pleiter betreurde het, dat die brief onbeantwoord werd gelaten. Hij ves tigde er ten slotte, de aandacht op, dat de tweede brief duidelijk aan toont, dat deze in dronkenschap is geschreven, hetgeen natuurlijk echter geen excuus is. Omtrent de bedoeling, die beklaagde ;had heeft, valt het moeilijk, een conclusie te trekken. -Naar pleiters oordeel moet hier meer aan blagee- ren gedacht worden. Ten slotte vroeg hij, bij veroordee ling. aftrek van de preventieve hech tenis. Moonl. iu de Colebes- stracit te Amsterdam. De conclusie van het rapport der deskundigen (dr. Waller en dr. Jaco- bi) betreffende den geestestoestand van Luije van der Laan, luidtOnge twijfeld is de beklaagde een gedege- nereerde, maar een krankzinnige kan hij naar ons oordeel niet genoemd worden tot ontoerekenbaarheid we gens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke storing zijner verstandelijke vermogens kunnen wij niet conclu- deeren. In 't rapport worden de volgende dege- neratieteekenen opgesomd, welke zich bij beklaagde vertoonenvooruitste kende wenkbrauwen, breede, van het hoofd afstaande oorenaangegroeid ooidel ongevoeligheid voor spelde- prikken, en diepliggende oogen. Ver standelijk is hij goed ontwikkeld. Al dus het rapport. Voorts kan nog wor den medegedeeld, dat de beklaagde in de gevangenis zijn levensgeschiedenis heelt geschreven in twee dikke ca hiers de hand is zeer duidelijk en stijl en taal zijn, voor den stand van beklaagde, uitstekend. Hij beweert, zicbzelve herhaaldelijk te hebben wil len van kant maken, en een zijner gezegden is „hoe eerder iemand dood is, hoe beter het is." Uit Zuid-Afrika. De Boerenvrouwen. Reeds is eenigen tijd geleden éets bericht omtrent het gevangen houden van vrouwen der Boeren door Kaffers tijdens den Z. Afrikaanscheu oorlog. I Het geheele verhaal in het blad „De Goede Hoop" luidt „De jaren 1899, 1900 en 1901 waren jaren van verschrikkelijk lijden in Z.-Afrika. Men heeft dan ook veel berichten gelezen, welke het bloed deden koken, maar het valt niet te ontkennen, dat de ergste gebeurtenissen niet door de kranten werden opgenomen. Een van die gebeurtenissen w il ik u nu mede- deelen. In liet Harrismithdistrict is een ze kere kloof, die gedurende de winter maanden er zeer prachtig uitziet. Als men op een van de groene heuvels nabij die plaats gaat staan, en die groene kloof aanschouwende, nadenkt, wat daar gebeurd is, gevoelt men zich het bloed koken. Want wat viel er voor? Toen al de burgers op commando wa ren, namen vijftien Kaffers de gele genheid te baat, om vijftien vrouwen met kinderen met zich naar deze kloof te nemen, met het doel, ze als hun eigen vrouwen aan te houden en te vens ook als dienstmeiden. Des mor gens en des avonds waren de orders „Gaar maak vir ons koffie en als dit klaar was: „Veeg af jou bek!" en „Kom zoen vir mij De vrouwen waren verplicht aan deze bevelen te gehoorzamen, of zij zouden gedood worden. O, wat hadden onze dierba re moeders niet moeten uitstaan ge durende die jaren. De Kaffers waren zoo tevreden met de vrouwen, dat zij op de kinderen geen acht sloegen. Een der vrouwen dit bemerkende, liet een nacht haar zoontje uit hun midden gaan om het Boerenlager op te zoe ken en den kommandant van het la ger met het lot der vrouwen bekend te maken. Het gelukte den jongen dan ook vroeg in den morgen bij een la ger aan te komen en hij leverde de opgedragen boodschap af. De kom mandant meende, dat het 't veiligst zou zijn om zijn burgers den volgen den nacht naar de kloof te sturen en het kampje aldaar bij verrassing te nemen. Tegen den morgen met het aanbre ken van den dag, verrastten zij het •kamp. Drie kaffers, die trachten te ontsnappen, werden op de kogels ge dragen. De overigen werden naakt onder de kombaarsen gevangen geno men. Toen de vrouwen dit bemerkten, weergalmde de kloof van juichkree- ten. Eén der vrouwen, die naast een Kaffer stond, liet haar zuigeling val len, greep een bijl en hieuw den kop van den vent in tweeën. De Boeren straften toen het dozijn overgeblevene Kaffers - naar verdien ste. aldus opgevat, dat er een waterii dingbuis gesprongen was. Andere yoo van meening dat een zoo onbeduide al de oorzaak niet zulke noodlotti) rtchJ gevolgen kon gehad hebben, maal ten er een waterhoos of een wol breuk van. Eerst de nadere bericl eau ten brachten meer klaarheidc bh' Waterspruit is een stroom, die dot nnu de stad loopt. Overvloedige regen Ten van Zaterdag op Zondag hadden d o. '1 zen stroom buiten zijn oevers dot treden, waardoor de lager gelege deelen der stad overstroomd wei dei tb Alle bruggen op één na werden wei kkit geslagen en verscheidene huizen, di and langs de spruit stonden, werden oi K' dei mijnd en strotten in. Daarh pon bevond zich het Royal Hotel, waa pde; verscheidene personen, waaronder d de eigenaar en zijn vrouw, zijn omgi de komen. De gemeenschap tusschen h v j noordelijk en het zuidelijk stadsda üde was afgebroken en van beide zijde st' werden terstond krachtige poginge ren 1 in het werk gesteld om deze te he stellen. Eenige honderden daklooze r> kregen voorloopig onderkomen in hi stadhuis en de verdere gouverni a*" mentsgebouwen, waar hun tevene voedsel wercT verstrekt, terwijl spcedeischende vergadering van de 'gemeenteraad en de koloniale trei sury werd gehouden om den nood ai< g'T financieelen steun te verleenei si' Teistond na de ramp werden 16 lijn ken gevonden, terwijl men toen hé ho verlies van mStfschenlevens tussche^ i de twintig en dertig schatte. Gehei leef lof gedeeltelijk verwoest waren 12a i woonhuizen 25 winkels, 3 hotels 3 koffiehuizen en restaurants, teiljv. I wijl 300 menschen dakloos zijn. B je' slachtoffers zijn op kosten der gf g meente begraven en de gemeenteraa jdi heeft onmiddellijk 1000 pd. st. toege "rl j staan, terwijl men nog steun vei wocht van de regeering, wier wel gevende raad eveneens heeft verga derd. Te Johannisburg en Pretor! p11 I circuleeren lijsten om steun te vei K zamelen voor de slachtoffers. Vol gens latere berichten is het verlie fe l aa menschenlevens veel aanzienlij en 1 ker dan men eerst had gemeend iet Dinsdag waren er reeds 23 lijken ge ie. vonden en men schat het aantal doe» j den nu op ongeveer 60. Bij de redlari j ding zijn verscheidene heldendadei nlc Vfrrifhf A 1*011 verricht. Een der voornaamste wa jdie van den politieagent Macdonald "ed die het leven van verscheidene vrou^i) wen redde en ten slotte zelf verdron] je Speciale treinen brengen de men fehc schen in de stad om de begrafenis e c plechtigheden bij te wonen en de ge erl heele stad is in rouw, alle winkel neu 'zijn gesloten. Telegrammen van deel'T0': j neming zijn ontvangen van den ko nig en uit verschillende deelen vac Zuid-Afrika. De dagbladen hebbel reeds 1000 pd. st. tot steun bijeen gebracht. Men raamt de totale scha de op 200.000 pd. st. Gemengd Nieuws ade nei gaa De Kamp te Bloemfontein, De ramp te Bloemfontein, waarde Waterspruit overstroomd is, verschei dene huizen en een hotel heeft doen instorten en menschenlevens verloren gaan, heeft een groote verwarring gesticht in de berichten der Euro- peesche pers. De eerste telegram men, eenige dagen geleden ontvan gen, werden door sommige bladen Yerbeterd adres. Onder den titel „Una voz de alli' (een stemme van ginder) bevat he Zuid-Amerikaansche weekblad Sol" (de zon) van onzen landgenoo jra dr J. M. Hoogvliet te 's-Gravenhagi nee een bijdrage, die aldus luidt Het administratief Departemeniklo var. de Hemelsche Gewesten, bij ver schillende gelegenheden telkens ver zoekschriften ontvangende met aan vragen om een optreden in 't belang vr.n de eene of andere oorlogvoeren g, d partij, brengt door deze ter ken nisse van alle bewoners der Aard sche Staten lo. dat in ons Koninkrijk geen de partement van oorlog bestaat en zoo doende ook geenerlei bureau, waai dei gelijke verzoekschriften zoudei kunnen worden gedeponeerd 2o. dat alle verzoekschriften, be oogende het voordeel van een bepaal den Staat ten nadeele van een dere, bezorgd of verzonden dienen tt worden langs den breeden weg tegen over de Poort van ons Koninkrijk naar de zware zwarte deur aan het einde van dien weg, waarop in dui delijke letters te lezen staan de be kende Italiaansche woorden Lasciate ognienz. Aan die poort bevind zich een bloedroode brievenbus mei het opschrift„zaken van oorlog". 3o. dat de verzoekschriften nog sneller hun doel treffen, als zij met name geadresseerd worden aan een der H.H. Lucifer, Baalpeor of zefcub aan welke H.H. men daarmede steeds een bijzonder genoegen ver schaft, daar zij zich steeds met de grootste nauwgezetheid van al deze ge geduldigen blik naar de plaats, waar bij de stoelen ter beschutting tegen den wind een scherm was neergezet. Daar stond Sylvia en vandaar was zij getuige geweest van de begroeting, zonder zelf gezien te worden. Zij was de aanstookster van het geheel en liet haar medeschuldige in den steek. Werkelijk duurde het een heele poos, voordat zij reden scheen te vinden naderbij te komen. Bernard was juist in gesprek met den prins en stond met den rug naar haar toe, daar ruischte een vrouwen kleed achter hem en een stem zeide Zullen wij elkaar ook eens begroe ten, neef Bernard Hij keerde zich om en deed in ware, bijna ontstelde verrassing een stap achteruit. De toegesproken woorden lieten hem geen twijfel over, wien hij voor zich had, maar zijn oogen hin gen met groote verbazing aan die jon ge nicht, die zich een zacht, spotach tig lachen niet kon weerhouden. Hij kent mij werkelijk niet meer, papa. Ben je Sylvia totaal vergeten? Bernard stond nog altijd onbewege lijk als aan den grond genageld. Syl via? Het kleine, leelijke ding? Het jammerlijk wezen, welks leven als een zwak, knetterend vlammetje behoed werd? En nu deze verschijning! Voor hem stond een slanke gestalte in wit costuum. Onder het reismutsje, dat slechts een klein gedeelte van haar hoofd bedekte, kwam vol, zwart haar te voorschijn, dat de blankheid der huid nog des te meer deed uit komen. Het was die matbleeke teint, waar door een gelaat wel bleek is, maar toch de jeugdige frischheid niet verliest. De fijne trekken, de lichte blos op de wangen, die geteekende, donkere wenkbrauwen, vertoonden iets teers, dat men alleen bij de jeugd van een nog niet tot roos ontloken knop aan treft. Het gezicht zelf voldeed mis schien niet aan de strengste regelen der schoonheid maar het bekoorde bij den eersten blik en het hield gevan gen als men er langer en dieper in keek. Het was nauwelijks mogelijk te zeg gen, waarin deze eigenaardige bekoor lijkheid eigenlijk lag maar zij be stond en werkte onweerstaanbaar. Van onder lange, zwarte wimpers kwamen een paar groote, vochtig glanzende oogen te voorschijn, raad selachtige oogen. Zij hadden een on bestemde kleur, dan weer schenen zij matblauw dan weer donkergrijs te zijn. Achter haar omsluierden blik liet zich een ingehouden hartstochtelijke natuur raden. De oogen behoorden heelemaal niet bij het gezicht van een negentienjarig meisje, zij hadden niets van het onbevangene en onbezorgde der jeugd, en toch waren zij schoon, onuitsprekelijk schoon. Bernards stomme verbazing duurde maar een minuut, toen richtte hij zich op met een gebaar, als schudde hij een dwang van zich, die verlammend werkte en antwoordde. Ik zo.u je in derdaad niet weer herkend hebben. Je was niet in Berlijn toen ik daar het laatst een bezoek bracht, wij hebben elkaar in langer dan zes jaar niet gezien. En toen was ik nog een ziekelijk •kind, dat nergens tegen kon. Bij die woorden gleed een donkere schaduw over Sylvia's trekken, toen haalde zij echter diep adem. Dat is nu voorbij. Zij stond in den vollen zonneschijn en de wind woei frisch en scherp uit zee op, maar zij had niet eens een doek over het lichte zomerkleed ge slagen, de wind scheen haar aange naam aan te doen. Ja, de doctoren hebben ten'slotte toch gelijk gehad, zei Hohenfels, wiens blik met oniniskenbaren trots op zijn mooie dochter rustte. Ik hield het voor uitvluchten en voor een middel om mij te sparen, als zij mij met de toekomst troostten en een volkomen genezing voorspelden. Sylvia was op haar vijftiende jaar nog een kind, dat ons veel angst en zorgen bracht, maar daar begon zij plotseling aan te sterken en er ge beurde een waar wondei: voor onze oogen. - Koert, je zult je zeker eerst moe ten voorstellen. Je was wel in de va- cantie meer op Guntersberg dan bij je vader thuis, maar in deze uniform ben je toch een geheel nieuwe verschijning j voor een vriendin uit je jeugd. Koert liet zich dat geen tweemaal zeggen. I-Iij was niet minder verbaasd dan zijn vriend, maar hij had een aangeboren geschiktheid om zich aan gename verrassingen spoedig te laten welgevallen, en dat dit er een .was, bleek uit zijn gezicht, toen hij vlug naderbij kwam en de jonge dame rid derlijk de hand kuste. Mag ik de herinneringen uit onze jeugd nog doen gelden, freule? vroeg hij. Of is u ze vergeten? Niet geheel en al, daar heeft Kathchen voor gezorgd, luidde schert send het antwoord. Zij liet mij stel lig ieder portret zien, dat haar heer broeder naar huis zond, en bouwde telkens luchtkasteelen over de aan staande daden van den marineheld. Zeer vleiendsalueerde Koert. Voorloopig nog maar tweede luitenant op de „Vineta". En eens admiraal van onze vloot! viel de minister in. Dat heeft hij zij nen vader en mij al aangekondigd, toen hij nog op de vensterbank in Guntersberg zat, en zijn klimkunsten vertoonde. Maak dat jongenswoord tot waarheid, KoertHet is zoo schoon vol jeugdige kracht aan 't begin van zijn loopbaan te staan. Altijd maar het doel voor oogen, altijd voorwaarts, steeds hooger op Dat alleen is leven De woorden werden tot Koert ge- richt, maar zij golden een ander, die er naast stond en iederen steek voel de, terwijl hij zich tot bloedens toe op de lippen beet. Hij had immers geen loopbaan meer, dien kon hij in Raansdal niet krijgen, en het werd hem zonder pardon dui delijk gemaakt, dat hij niet alleen niet meer tot den stamboom van Ho henfels gerekend werd, maar ook als mensch voor zijn oom niet meer mee telde, voor hem die leven als een synoniem van werken beschouwde. Het was gelukkig, dat Sylvia aan wezig was, daardoor werd de pijnlij ke spanning verzacht en zij babbelde volkomen onbevangen als was dat de vreedzaamste en vriendschappelijkste ontmoeting. Zij toonde over 't alge meen een voor een jong meisje ver bazingwekkende zekerheid in haar op treden. Men kon zien, dat zij gewoon was, na den dood van haar voor jaren gestorven moeder den eersten rol in het huis van haar vader te spelen. Zij was ook hier de eerste per soon en leidde het onderhoud op die gemakkelijke, luchtige wijze, die alles slechts even aanroert, zonder ergens dieper op in te gaan. De prins en Koert namen levendig daaraan deel, slechts Bernard bleef koel en vorme lijk. De pogingen van zijn nicht om hem nader in 't gesprek te betrekket en hem als een familielid vertrouwe lijk te behandelen, stuitten volkomen af op zijn ontoegankelijkheid. Hij sprak slechts zooveel, als hoognood- zakelijk was, en na tien minuten sprak hij al weer over vertrekken. De familie wil aan wal, Koert. Wij mogen ze niet langer ophouden en il zou ook nog graag een vriend opuvt schip begroeten. Doorluchtigheid. Den kapitein vroeg Sassenburg, voor wien deze alleen in aanmerking kwam. Ik wist heelemaal niet, dat 1 hem kende, maar ik zal hem direel laten verzoeken Neen, den stuurman, viel Ber nard hem in de rede. Hij is een vriend uit mijn jeugd en we hebben elkaar in een jaar niet gezien. De prins trok een verbaasd gezicht Voor hem bleef de jonge Hohenfels in weerwil van zijn zeldzame grillen, de Freiherr en de neef van den mi nister en de stuurman behoorde tot de bemanning. Sylvia riep echter le vendig uit Och, de NoorOnze stormvogel, zooals ik hem gedoopt heb, want den storm, dien wij in de Noordzee gehad hebben, voorspelde hij met zooveel ze kerheid, als had hij hem zelf te voor schijn geroepen. Een vreemd mensch! (wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 6