NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
in Praatj8 oyer de Financiën
van onze Gemeente.
Feuilleton.
De Erfgenaam van
het Majoraat.
No. 6311.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 28 JANUARI 1904. B
ARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) „1.30
Franco per post door Nederland „1.65
Afzonderlijke nummers 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37%
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENT1ËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Tweede Blad.
IN
II.
Bij de beschouwing van de cijfers
i het vorig artikel vermeld, komen
rij als vanzelf tot de vraag, wat wij
an de naaste toekomst te verwachten
ebben.
Naar mij dunkt, niet veel goeds. Er
i geen enkele reden om te meenen,
ai de draagkracht van Haarlem be-
mgrijk zal klimmen, dat wil zeggen,
at het belastbare kapitaal in de
erstvolgende jaren in verhouding
ïeer zal toenemen, dan het in de af-
eloopen jaren gedaan heeft. En toch
dit, waar men van belasting spreekt
eu hoofdzaak. Op dit stuk wordt een
emeente niet bloeiend, omdat er zich
eel personen vestigen, maar omdat
r veel belastingbetalende in-
ezetenen hij komen.
Evenmin is er goede kans, dat het
iu met de toeneming van onze gewo-
ie uitgaven eens voor een poosje
edaan zal zijn. Integendeel, op ver
skillend gebied staan ons groote uit-
aven te wachten. Binnen enkele ja-
en zullen er vier of vijf nieuwe
icholen voor lager onderwijs moeten
vorden bijgebouwd. En wanneer men
ïu weet, dat voor 1904 de jaarwedden
Ier onderwijzers reeds zijn geraamd
ip 193.850 (zooals we zagen werd in
902 hiervoor 182.728.85 uitgegeven)
n dat de goedkoopste school <he van
len heer P. C. Bouwmeester) voor dat
aar aan traktementen vordert een
om van f 12.450, dan kan men gemak
kelijk genoeg becijferen, dat deze post
ie 2h ton spoedig bereikt zal heb-
m.
Is er van de kosten der politie stil
stand te verwachten Allerminst.
iVanneer over enkele maanden de
grenzen der gemeente naar het zui
den, het noorden en het westen zul
len zijn uitgezet, dan zal het hoofd
tier politie zeer zeker nieuwe bedra
gen moeten aanvragen voor de bewa-
van de nieuw verkregen gron
den.'
Wat het onderhoud van straten,
wegen en pleinen betreft, de toestand
van ons plaveisel is waarlijk niet zóó.
dat daarin het laatste woord gezegd
is, De eischen gaan ook in dat op
zicht allengs hoogeris er nog maar
kort geleden niet van asphalteeren
der hoofdstraten gesproken?
Het Armwezen met zijn steeds klim
mende eischen voor ziekenverpleging
moet noodwendig grootere sommen
vorderen een verbouwing van ligt
St. Elizabeths-gasthuis kan niet lang
meer uitblijven. Een nieuw Stads-Ar-
men- en Ziekenhuis staat bovenaan
op de lijst der onontbeerlijke zaken.
Voor de Hoogere Burgerschool is een
'nieuw gebouw noodig. Zoodra dat er
is, zal een splitsing van de klassen,
die nu veel "te groot zijn, niet uit
blijven, zelfs is er mogelijkheid, dat
de tegenwoordige school in twee scho
len zal worden verdeeld. Wat er ook
[ebeui't, het eene of het andere, be-
angrijke uitgaven zullen niet achter
weeg kunnen blijven.
Van dit allps kan men het gemeen
tebestuur seen verwijt maken. Ver
langt de belastingbetaler, verdrietig
dat hij maar altijd meer afschuiven
moet, een zondebok, dan kan hij die
vinden in den geest des tijds, die
eigenaardige drijfkracht, waardoor
wij a yen gestuwd worden en die wij
allen, onbewust, weer helpen voort'
drijven de geest des tijds, die goede
bestrating, goed ónderwijs, goed licht,
een goede armverzorging en de grootst
mogelijke veiligheid voor personen en
goederen gebiedend eischt.
Tegenover dit eindeloos rekken van
uitgaven staat ongelukkigerwijze ge
ringe spankracht in de inkomsten.
Wat wil men voor meerdere op
brengst verwachten van de schoolgel
den? De Raad zal zich nog wel eens
bedenken voordat hij het schoolgeld
aan de Burgerschool van 60 op f 100
brengt en van het lager onderwijs is
niet veel meer te halen. Wat is er
voor kans op uitzetting van de ont-
vangsten der reiniging, van de haven
en kaaigelden, de marktgelden, de
hondenbelasting, de leges, de vergoe
ding voor het gebruik van wallen en
kaden Weinig of geen. Met hun allen
zouden ze niet tot tienduizend gulden
meer zijn op te voeren.
't Is waar, we hebben de gemeente
bedrijven waterleiding en gasfabriek.
1-Iet gemeentelijk slachthuis laten we
buiten beschouwing omdat het er nog
niet is en wanneer het er zijn zal
grooter kansen geeft op een nadee-
lig, dan op een voordeelig saldo. De
waterleiding is zonder twijfel een
bron van inkomsten, maar groote
sprongen in hare ontvangsten zijn
niet te verwachten.
Anders is het met de Lichtfabrieken.
Althans van de gasfabriek mogen met
tertijd nog flinke jaarlijksche winsten
verwacht worden. Toch is niet te voor
zien, dat zij een tegenwicht kunnen
vormen voor de uitgaven, die van
alle kanten kunnen worden verwacht.
Een zuivere winst van f 100,000 op de
gasfabriek is al een mooie som. Be
denken we nu, dat op de begrooting
voor 1904, waarop 4 pCt. als inkom
stenbelasting is uitgetrokken, reeds
een som van ƒ55,000 onder de ont
vangsten is gebracht als winst van de
gasfabriek, dan wordt het ons duide
lijk, dat zelfs de Lichtfabrieken, hoe
voordeelig ook, niet méér kunnen, dan
ons voor nog erger behoeden.
Elastisch is ook de vergoeding, die
de Gemeente ontvangt van het Rijk,
maar daar zij gebaseerd is op de uit
gaven der Gemeente, ontvangt deze
daarvan alleen belangrijk meer, wan
neer aan den anderen kant hare uit
gaven nog veel belangrijker klimmen.
Ik meen dus niet teveel te hebben
gezegd, toen ik betoogde, dat de 4 pCt.
die we thans van ons belastbaar in
komen aan hoofdelijken omslag oe-
talen, binnen enkele jaren tot 5 zullen
zijn gestegen en dat wel door een
natuurlijken loop van zaken, die wij
noch kunnen veranderen, noch tegen
houden en waarvoor wij niets of nie
mand verantwoordelijk kunnen stel
len, dan alleen onze eigen toenemende
behoeften en klimmende eischen.
Dit wil evenwel niet zeggen, dat wij
daarom niet zouden kunnen mede
werken aan pogingen die gedaan wor
den, om van het Rijk voor de steden
meer financieelen steun te verkrijgen,
daar zij het juist zijn, meer dan de
plattelandsgemeenten, die gebukt gaan
onder den druk van deze stijgende
lasten. In deze richting wordt dan ook
door de groote gemeenten, met Am
sterdam voorop, een oplossing ge
zocht.
"Weliswaar heeft het Rijk nog maar
kort geleden hulp verleend. Nadat
verschillende gemeenten door het
fixeeren van hun aandeel in de op
brengst van het personeel zwaar wa
ren getroffen, is in 1897 de nieuwe
wet aangenomen, waarbij de finan-
cieele verhouding van het Rijk tot de
gemeenten gewijzigd werd en Haar
lem een belangrijk hooger bedrag ont
ving.
Voor 1904 is dat bedrag geraamd op
meer dan ƒ206.000.
Toch heeft, zooals wij weten, ook
dat ons niet voor een hoog percentage
van onze inkomstenbelasting kunnen
bewaren.
Binnenland
Hersteld.
Bontje Beijert, het meisje, dat m
de laatste dagen van het oude jaar
door haar gewezen minnaar R. K.
te Haulerwijk, aanvallenderwijze een
revolverschot in de zijde bekwam, is
weder hersteld en verricht hare be
zigheden als voor dien tijd. De ko
gel is niet verwijderd, doch de ge
ne esheeren verklaren, dat het pro
jectiel successievelijk zakkende, op
den duur wel weggenomen zal kun
nen worden. Alleen bij het tillen van
zwaardere voorwerpen gevoelt zij nog
eenige pijn.
De dader bevindt zich nog te Gro
ningen tot herstel van de wonde, zich
bij een poging tot zelfmoord toege
bracht. Algemeen wordt hij hier een
flinke en oppassende jongen genoemd
en is dus de dorpsopinie zeer in zijn
voordeel.
Een onregelmatigheid.
Bij de candidaatstelling voor twee
leden van den Raad van Naaldwijk
heeft zich, naar de „N. R. Crt." meldt
een zonderling geval voorgedaan, dat
nogal sensatie verwekt. Een candi-
datenlijst werd voor 't vastgestelde
uur aan 't gemeentehuis bezorgd en
door een der onderteekenaars, die
op reis moest, aan den gemeente
bode afgegeven met verzoek ze aan
den burgemeester ter hand te stellen.
Deze voldeed hieraan en de burge
meester hield de lijst den ganschen
dag onder zijn berusting, doch deed
geen afschrift aanplakken. Nu rijst
de vraag bij de betrokken partij, wier
candidaten niet zijn geplaatst, of de
burgemeester een candidatenlijst, die
niet overeenkomstig art. 52 der kies
wet door een der onderteekenaars
persoonlijk wordt aangeboden, wel
mag aannemen. Bij weigering bad
de fout dadelijk hersteld kunnen
worden, wat nu niet mogelijk was,
daar de lijst als erkend werd be
schouwd.
dat deze op loffelijke wijze onmiddel
lijk alle gevraagde hulp verleenden,
kan als vrij zeker worden vastge
steld, dat het schip reeds den volgen
den morgen naar Merxem zou ver
trekken.
Tijdig was evenwel de politie ter
plaatse om den vermoedelijken da
der het vertrek te verhinderen. Het
bleek te zijn de 32-jarige C. v. W.,
bevarende liet rijnschip Senior, uit
Druten. Eëh geweer, waaruit het
schot gelost was, werd in beslag ge
nomen.
Een goede vangst.
Dinsdag werd te Alineloo gevanke
lijk binnengebracht de Duitscher G.,
die de vorige week bij den caféhou
der E. te Hengelo eene som van on
geveer ƒ2000 heeft gestolen.
De politie schijnt een goede vangst
gedaan te hebben, want naar men
verneemt is door de Duitsche jus
titie om zijn aanhouding verzocht,
omdat hij verdacht wordt van hef
stelen van 10.000 mark.
Tegen Smokkelaars.
Te Bergen op Zoom zullen de belas
ting-commiezen met karabijnen wor
den bewapend.
Kort aangebonden.
Maandagavond te ruim 9 uur kwam
de 47-jarige schipper L. H. gedomi
cilieerd te Sliedrecht, met zijn vaar
tuig van Zuid-Beijerland, en wilde
ankeren aan de Oude Maas, tegen
over de suikerfabriek, te Dordrecht.
Door den sterken stroom geraakte
hij den koers kwijt en liep met zijn
anker in het mastwant van een an
der schip, dat daar,reeds lag, waar
door schade aan liet want werd toe
gebracht. De tweede schipper hielp
het anker losmaken, waarop hij L. H.
verzocht bij hem aan boord te ko
men, om eens te spreken over de aan
gerichte schade.
Het antwoord luidde, dat zulks
den volgenden morgen wel kon plaats
hebben, waarop plotseling L. H. een
schot hoorde, en zich getroffen voel
de in het rechteroog. Door zijn zoon
naar den wal geroeid, werd de poli
tie van het gebeurde in kennis ge
steld, terwijl di*. Jong de eerste ge
neeskundige hulp verleende.
Een onderzoek scheen moeilijk,
daar de naam noch van den verdach
ten schipper, noch van zijn schip be
kend was. Verschillende reeders te
Dordrecht werden opgeklopt, en, na
De liefhebberij te ver gedreven.
Men schrijft uit Sneek aan de
Leeuw. Crt. d.d. 25 Januari
Gisterenavond ongeveer halfvijf
moest kapitein Kaspersma met zijne
stoomboot, de Sneek 4, op zijn terug
reis van Rotterdam naar hier, de
Westerbrugsloot te Uitwellingerga
passeeren. Daar er ijs in de vaart
lag, vreesde hij moeilijkheden van
de bevolking aldaar, die maar niet
kan aanzien dat het ijs gebroken
wordt. Bekend is het, dat Oppenhui
zen en Uitwellingerga op het gebied
van schaatsenrijden veel liefhebberij
toonen, en menig hardrijder van
naam werd daar gekweekt, zoodat
hunne sympathie voor het ijs in die
waterrijke streek verklaarbaar is.
Minder duidelijk is het, dat die lief
de de bevolking aldaar kan verleiden
tot vandalisme, dat doet terugden
ken aan de dagen der donkere mid
deleeuwen, toen vuistrecht als wet
geldende was.
Voor ongeveer 13 jaren, ook op een
Zondagavond, eenigen tijd na afloop
der middag-kerk, hebben genoemde
kapitein en zijn bemanning, en voor
al de stoomboot, daarvan de onaan
genaamste gevolgen moeten onder
vinden. Boot en bootsvolk hebben
toen wat te verduren gehad. Delaat-
sten verkeerden in levensgevaar, zoo
dat het een wonder mag heeten, dat
er toen geen dooden gevallen zijn.
't Was een waar bombardement met
steenen, waaraan een groot deel der
bewoners, men zegt zelfs vrouwen,
deelnamen. Tot zelfs de stoomfluit
werd vernield, waardoor alle stoom
ontsnapte, de boot machteloos bleef
liggen en de bemanning zich moest
bergen voor de volkswoede.
De grootste wagen had ruimte te
weinig om al de steenen te laden,
die op de boot lagen. Politie-onder-
zoek heeft toen weinig mogen baten.
Twee mannen, die zich daarover voor
den rechter hadden te verantwoorden,
hebben zich toen naar het buitenland
begeven, waarmee de zaak schijnt
geëindigd te zijn.
Later, doch niet in zoo erge mate,
heeft genoemde kapitein weer met
ijsbreken dergelijke moeilijkheden
gehad, waarvan ook kapitein Baan-
stra, van de Nijverheid I, weet mee
te praten.
Dat kapt. Kaspersma dus thans j
vreesde voor onaangenaamheden, ligt
voor de hand. Uit voorzorg had hij i
daarom thans de meest kwetsbare
plaatsen, als stuurstel, kompas, enz.
beschut, door er zeildoek voor te
spannen, om een mogelijke aanval
van projectielen af te weren.
Nabij de trambrug gekomen zag
men al spoedig, dat die voorzorgen
goed genomen waren, daar de bevol
king in grooten getale was opgeko
men. Eene afdeeling van 10 man,
zeker een deputatie der anderen,
ging bij genoemde brug de boot tege
moet en raadde den kapitein aan om
terug te gaan of te blijven, daar ze
anders hem zouden doodgooien. De
kapitein antwoordde echter niet en
stoomde door.
..Jongens, gooi raakwas het
toen.
Nauwelijks was dit bevel gegeven
of de veldslag, nu bootslag, begon.
Trouw werd het commando uitge
voerd. Met een hoop steenen, meest
gebroken dakpannen, meer dan een
kruiwagen vol, zeker niet toevallig
daar, werd weer ijverig naar de boot
gemikt. Een 2de afdeeling volk stond
bij de boterfabriek, een derde bij het
pontveer der Westerbrugsloot, samen
wel 100 personen. Gelukkig voor
Kaspersma en de zijnen lagen langs
het vaarwater daar ter plaatse vele
schepen, hier en daar een dubbele
rij, die vele bommen op dek en touw
werk kregen, waarvoor ze nu juist
niet dankbaar waren.
Door krachtig stoomen liep de boot
gemakkelijk door de dupne ijslaag,
en bleef niet in het ijs steken, zooals
voor 13 jaar. Spoedig was zij de ge
vaarlijke plek en de kwaadgezinde
bevolking voorbij en arriveerde zon
der verder hinder te hebben gehad
ongeveer te halfzes in veilige haven
alhier.
Rijkspolitie alhier en gemeentepo
litie van Wijnbritseradeel hebben
heden een onderzoek naar dit meer
dan ergerlijke feit ingesteld.
rens zij voor hun dames andere hee-
ren hadden gevonden. De overste
werd kwaad, dat aan zijn verzoek
niet terstond gehoor werd gegeven en
strafte op staanden voet verschillen
de der jongere officieren met kamer
arrest, wat stellig een eigenaardig
optreden op een bal mag heeten.
Veel erger was intusschen wat in
de bewuste tent gebeurde. Een aan
tal officieren waren zoo bang, dat
zij niet aan Run portie zouden ko
men, dat zij lang voor het souper
begon de in de tent aangerichte ta
fels bestormden, wat den vleugel-ad
judant een nieuwe aanval van erger
nis bezorgde. Hij verlangde, dat de
tent ontruimd zou worden en toen de
heeren officieren, met hun dames,
meer onwrikbaarheid toonden dan in
den oorlog met Turkije eenige jaren
geleden, liet de overste de gaslampen
uitdraaien. In een paniek stormde
toen het gezelschap dames en heeren
uit elkaar en naar buiten.
Het spreekt vanzelf, dat verschei
den officieren zich niet wenschen neer
te leggen bij het gebeurde. Zij heb
ben zich bij hun chefs over de radi
cale procédé's van den vleugel-adju
dant beklaagd. De gastheer, de Ko
ning, vindt het gebeurde natuurlijk
het pijnlijkst van allemaal en hij
beeft een streng onderzoek gelast.
Vreemd, dat zulk gedoe in West
en Midden-Europa om zoo te zeggen
ondenkbaar is en de bewoners van
de Balkanstaten toch herig veront
waardigd worden als men ze, om
zulke scènes en andere redenen, van
een maatschappelijk standpunt bij
ons nog niet heelemaaï voor vol aan
ziet.
Gemengd Nieuws
Griekscli.
Pijnlijke incidenten hebben zich
voorgedaan bij het jongste hofbal te
Athene. De aanleiding was de vol
gende Vroeger was het gebruik, dat
officieren, die dames geleidden, sou
peerden in de zalen op de eerste ver
dieping van het koninklijk paleis.
Ditmaal was evenwel bepaald, dat
allen zich hadden te begeven naar een
in den hof van het paleis geplaatste
tent, waar men gezamenlijk het sou
per zou gebruiken. Verschillende of
ficieren nu liadden het bevel des ko-
nings óf niet begrepen óf het was
hen te laat medegedeeldzij gingen
ia elk geval met hun dames ouder
gewoonte naar boven. Daar verzocht
echter 's Konings vleugeladjudant,
overste Wakaloglos hun, hun plaatsen
ti verlaten. De officieren antwoord
den, dat niet te kunnen doen alvo
Termindering van werkstakingen.
Het is een feit, dat in de laatste ja
ren in landen als Engeland en
Duitschland schier alle groote werk
stakingen mislukken, door aaneen
sluiting van de patroons. De werk
stakingen verminderen dan ook Lu
Engeland, in getal en in omvang.
In 1903 hadden er plaats 360 werk
stakingen waarbij 113.873 werklieden
waren betrokken, en 2.300.000 werk
dagen verloren gingen. De gemiddel
de getallen over de jaren 18931903
waren 724 stakingen, waaraan 271.000
arbeiders deelnamen en 8,839.000
werkdagen verloren gingen. De sta
kingen zijn dus met de helft, het aan
tal deelnemende arbeiders met 60 en
het getal verloren arbeidsdagen met
meer dan 200 verminderd.
Meer dan de helft dezer stakingen
betrof de mijnwerkers.
Maandag is in den Circo de Prince te
Madrid een ontzettend ongeluk ge
beurd, doordat de jonge, schoone
Amcrikaansche Mina Alix, die in een
automobiel het looping the loop wil
de uitvoeren, boven in de lus uit het
voertuig plofte en op een hek neer
kwam. Zij kreeg een ernstige schedel
breuk en ligt op sterven.
Het publiek slaakte verschrikte kre
ten, vele dames vielen in zwijm.
Gevaarlijke vrienden.
Gisteren is te Walthamstow in En
geland George Lockhart, een olifan
tentemmer, door een zijner olifanten
doodgedrukt, toen de beesten uit een
trein gelost werden. Tegelijk komt
bericht uit St. Louis in Amerika,
dat een olifant daar in een trein dol
van de koude werd en zijn begelei
der bijna verpletterde. Deze kwam
er met een paar gebroken ribben af.
Ncw.r het Duitsch van
E. VON WERNER.
Speciaal bewerkt voor
Haarlem's Dagblad.
23)
De geheele bemanning was nog
aan het werk. Men zette de booten uit
en maakte toebereidselen om aan wal
te gaan. alleen de Noor scheen vol-
etrekt geen haast te hebben, ofschoon
Raansdal zijn geboorteplaats nog wel
was. Hij stond een eind van de ande
ren af b de borstwering en keek on
verschillig naar de bedrijvigheid om
hem heen.
Har a ld Thorvik was uiterlijk een
echt zeeman, een man van dertig jaar
ongeveer, middelmatig groot, maar
een krachtige, breedgeschouderde ge
stalte, wien men het kon aanzien, dat
hij gestaalde spieren had. Het brui
ne. door wind en weer geharde gelaat
had geen onknappe, maar norsche
trekken, en haar en oogen waren
donkerder, dan men het gewoonlijk in
't Noorden vindt. Hij zag den jongen
Hohenfels aankomen, maar hij liet
sreen verrassing of vreuvde blijken en
bewoog zich nauwelijks.
Wees welkom. Harald zei Ber
nard, terwijl hij hem de band reikte.
Ik kon niet dfcrder weg om je op te
zoeken.
Heeft immers geen haast, ant
woordde Harald droog. Het verbaast
mij eer, dat je nog bij mij komt.
Verbaast je dat? Ik wist im
mers, dat je op den „Zeeadelaar"
was
Als stuurman! En jij was bij
Zijn Excellentie en bij Zijne Door
luchtigheid daarbij behoor je ook.
Jij weet het best, waar ik mij
het meest thuis voel en hoe de ver
houding met mijn bloedverwanten is,
antwoordde Bernard kort-af. Aan deze
ontmoeting kon en wilde ik mij
echter niet onttrekken.
Hij legde duidelijk nadruk op het
woord.
Harald haalde onverschillig de
schouders op.
Dat wil ik gelooven. Het houdt
je vast en zal je nooit meer loslaten.
Nu, mij gaat het niet aan.
Neen, het gaat in elk geval mij
alleen aan. Waarom heb je mij toch
niet geantwoord Drie weken geleden
schreef ik je, heb je mijn brief niet
ontvangen
Thorvik leunde over de borstwe
ring en stond naar den oever te tu
ren.
Ja in Hamburg.
Ik berichtte je daarin mijn ver
loving met Hildur Eriksen. Zij is met
ons opgegroeid en dus mochten wij
toch wel een gelukwensch van je ver
wachten.
Harald perste de lippen te zamen,
waardoor zijn gelaat een nog harder
uitdrukking scheen te krijgen als an
ders. Er verliepen eenige seconden,
vóórdat zijn antwoord kwam en dat
klonk bijna hoonend.
Heeft dat zooveel haast? Ik wist
immers, dat ik in Raansdal zou ko
men, daarom heb ik maar gewacht
Veel geluk in je huwelijk.
Zij spraken natuurlijk Noorsch met
elkaar, maar het weerzien was geheel
anders dan dat van Bernard met
Koert Fernstein. Toen waren de beide
vrienden elkaar jubelend en storm
achtig om den hals gevallen, en had
den het toen eerst gevoeld, hoezeer
zij elkaar gemist hadden. Nu reikten
de beide speelgenooten elkaar nau
welijks de hand en er was duidelijk
iets stijfs in hun begroeting. De een
prikkelde al direct bij de eerste woor
den en de ander verdroeg dat met
nauwelijks verborgen ongeduld.
Je bent de oude gebleven, zei hij
onvriendelijk, zoo mogelijk ben je
nog norscher en onverschilliger ge
worden.
Ik had anders wel manieren kun
nen leeren op het vorstelijke schip,
spotte Thorvik. Het is hier voornaam
genoeg. In de kajuit daar beneden
hebben zij zich ingericht als in een
kasteel, koks en lakeien hebben zij
meegenomen, een geheele hofhouding.
Wat zoo'n prins al niet noodig heeft
als hij de zee vereert met zijn tegen
woordigheid.
Waarom heb je deze betrekking
dan eigenlijk aangenomen vroeg
Bernard. Het verbaasde mij direct,
toen ik het hoorde, want ik ken je
ideeën genoegzaam. Men zegt, de
voorwaarden waren zoo schitterend,
maar daarnaar vraag jij toch niet,
als je daarvoor jezelf een soort van
dwang moet opleggen.
Harald lachte.
Ditmaal heb ik echter wel daar
naar gevraagd. Verbaast je dat? Ja.
niet ieder komt met een vermogen in
Raansdal terug, zooals jij en neemt
als heer en meester bezit van Edsvi-
ken. Wij anderen moeten eerst iedere
kroon zien te verdienen en ze don
besparen. Dat heb ik ook eens willen
probeeren. Het was dom en heeft nu
heelemaaï geen doel meer, maar ik
heb mij voor zes maanden verbon
den.
Bernard begreep de laatste toespe
lingen niet en gaf zich ook geen
moeite ze te doorgronden, want de
toon kwetste hem en maakte hem
boos. Hij maakte een einde aan het
gesprek.
Mijn boot wacht, ik moet weg.
Naar ik hoor, blijft de „Zeeadelaar"
hier eenigen tijd liggen en jij gaat
zeker zooals gewoonlijk naar je moe
der. Dus tot weerziens aan wal
Met die woorden ging hij heen, de
stuurman keek hem zwijgend en som
ber na, een heele poos daarna richtte
hij zich pas op en ging in zijn kajuit
om zijn bagage bijeen te zoeken.
Intusschen voer de boot weg. waar
in de beide jongelieden aan wal ge
bracht werden. Bernard as bijzón
der stil, hij sprak nauwelijks een sy-
labe tijdens de eerste minuten. Koert
had des te meer te vertellen.
Dat was een verrassingzei hij.
Ik wist het al lang van papa en mijn
zuster, dat Sylvia al sinds jaren ge
zond is, maar op zooiets was ik toch
niet op voorbereid. Wat is dat meisje
mooi geworden En wat een inval, om
de door storm bewogen zee van dek
af te willen zienHet was een dwaas
heid, maar daarvoor moet men zenu
wen hebben van staal, als men het
niet gewoon is, en jij sprak nog een
uur geleden over het kleine ongeluks
wezen. Jou schijnt dat weer niet te
treffen, jij hebt je weer echt als een
ijskegel gedragen, geen minuut lang
ben je ontdooit.
En daarentegen ben jij vuur en
vlam spotte Bernard. Sylvia schijnt
maar dadelijk een verovering op je
gemaakt te hebben. Neem je in acht,
dan kom je met Zijn Doorluchtigheid
in conflict. Er is wel wat aan van de
geruchten, waarvan je sprak, tenmin
ste voor zoover zij hem betreffen. Ik
zag het, toen hij haar dat compliment
maakte over de „stormnixe"
Koert lachte.
Heb jij je werkelijk verwaardigd
dat op te merken? Ik zag liet ook en
hij heeft geen ongelijk met die op
merking. Zij heeft nixen-oogen, even
boeiend en gevaarlijk als die zee
schepselen, die er een genoegen in
vinden eerst haar offers te lokken en
ze dan tnee te trekken in een gron-
delooze diepte.
Als die offers te vinden zijn
er zijn zwakkelingen genoeg op de
wereld
Daarvoor behoeft men geen zwak
keling tc zijn, de sterksten worden
dikwijls het eerst door zoo'n harts
tocht aangegrepen. Intusschen heilik
blij, dat deze samenkomst voorbij is,
want het was nu juist geen verkwik
kelijk schouwspel, jou en je oom sa
men te zien. Jij leek wanhopig veel
op een vat met buskruit en hij zwaai
de voortdurend met de lont er om
heen. Ik dacht ieder oogenblik. dat
er een uitbarsting zou komen.
Over Bernard's gelaat vloog een
trek van groote bitterheid.
Nu, jij werdt des te genadiger
behandeld, om mij te toonen, dat ik
eigenlijk heelemaaï niet meer voor
hem bestond. Ilij ondersteunde zelfs
de uitnoodiging van den prins voor
jou om op Alfheim te komen. Je bent
overigens volkomen vrij in je bewe
gingen, Koert, als jij de uitnoodiging
aannemen wilt, doe het dan. zonder
je aan mij te storen.
Koert had klaarblijkelijk daarin
veel lust, maar hij antwoordde een
beetje aarzelend
Misschien was het niets meer dan
een beleefdheid jij gaat zeker niet
naar Alfheim...
(wordt vervolgd.)