NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. in Praatj8 oyer de Financiën van onze Gemeente. Feuilleton. De Erfgenaam van het Majoraat. No. 6311. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 28 JANUARI 1904. B ARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) „1.30 Franco per post door Nederland „1.65 Afzonderlijke nummers 0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37% de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENT1ËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Tweede Blad. IN II. Bij de beschouwing van de cijfers i het vorig artikel vermeld, komen rij als vanzelf tot de vraag, wat wij an de naaste toekomst te verwachten ebben. Naar mij dunkt, niet veel goeds. Er i geen enkele reden om te meenen, ai de draagkracht van Haarlem be- mgrijk zal klimmen, dat wil zeggen, at het belastbare kapitaal in de erstvolgende jaren in verhouding ïeer zal toenemen, dan het in de af- eloopen jaren gedaan heeft. En toch dit, waar men van belasting spreekt eu hoofdzaak. Op dit stuk wordt een emeente niet bloeiend, omdat er zich eel personen vestigen, maar omdat r veel belastingbetalende in- ezetenen hij komen. Evenmin is er goede kans, dat het iu met de toeneming van onze gewo- ie uitgaven eens voor een poosje edaan zal zijn. Integendeel, op ver skillend gebied staan ons groote uit- aven te wachten. Binnen enkele ja- en zullen er vier of vijf nieuwe icholen voor lager onderwijs moeten vorden bijgebouwd. En wanneer men ïu weet, dat voor 1904 de jaarwedden Ier onderwijzers reeds zijn geraamd ip 193.850 (zooals we zagen werd in 902 hiervoor 182.728.85 uitgegeven) n dat de goedkoopste school <he van len heer P. C. Bouwmeester) voor dat aar aan traktementen vordert een om van f 12.450, dan kan men gemak kelijk genoeg becijferen, dat deze post ie 2h ton spoedig bereikt zal heb- m. Is er van de kosten der politie stil stand te verwachten Allerminst. iVanneer over enkele maanden de grenzen der gemeente naar het zui den, het noorden en het westen zul len zijn uitgezet, dan zal het hoofd tier politie zeer zeker nieuwe bedra gen moeten aanvragen voor de bewa- van de nieuw verkregen gron den.' Wat het onderhoud van straten, wegen en pleinen betreft, de toestand van ons plaveisel is waarlijk niet zóó. dat daarin het laatste woord gezegd is, De eischen gaan ook in dat op zicht allengs hoogeris er nog maar kort geleden niet van asphalteeren der hoofdstraten gesproken? Het Armwezen met zijn steeds klim mende eischen voor ziekenverpleging moet noodwendig grootere sommen vorderen een verbouwing van ligt St. Elizabeths-gasthuis kan niet lang meer uitblijven. Een nieuw Stads-Ar- men- en Ziekenhuis staat bovenaan op de lijst der onontbeerlijke zaken. Voor de Hoogere Burgerschool is een 'nieuw gebouw noodig. Zoodra dat er is, zal een splitsing van de klassen, die nu veel "te groot zijn, niet uit blijven, zelfs is er mogelijkheid, dat de tegenwoordige school in twee scho len zal worden verdeeld. Wat er ook [ebeui't, het eene of het andere, be- angrijke uitgaven zullen niet achter weeg kunnen blijven. Van dit allps kan men het gemeen tebestuur seen verwijt maken. Ver langt de belastingbetaler, verdrietig dat hij maar altijd meer afschuiven moet, een zondebok, dan kan hij die vinden in den geest des tijds, die eigenaardige drijfkracht, waardoor wij a yen gestuwd worden en die wij allen, onbewust, weer helpen voort' drijven de geest des tijds, die goede bestrating, goed ónderwijs, goed licht, een goede armverzorging en de grootst mogelijke veiligheid voor personen en goederen gebiedend eischt. Tegenover dit eindeloos rekken van uitgaven staat ongelukkigerwijze ge ringe spankracht in de inkomsten. Wat wil men voor meerdere op brengst verwachten van de schoolgel den? De Raad zal zich nog wel eens bedenken voordat hij het schoolgeld aan de Burgerschool van 60 op f 100 brengt en van het lager onderwijs is niet veel meer te halen. Wat is er voor kans op uitzetting van de ont- vangsten der reiniging, van de haven en kaaigelden, de marktgelden, de hondenbelasting, de leges, de vergoe ding voor het gebruik van wallen en kaden Weinig of geen. Met hun allen zouden ze niet tot tienduizend gulden meer zijn op te voeren. 't Is waar, we hebben de gemeente bedrijven waterleiding en gasfabriek. 1-Iet gemeentelijk slachthuis laten we buiten beschouwing omdat het er nog niet is en wanneer het er zijn zal grooter kansen geeft op een nadee- lig, dan op een voordeelig saldo. De waterleiding is zonder twijfel een bron van inkomsten, maar groote sprongen in hare ontvangsten zijn niet te verwachten. Anders is het met de Lichtfabrieken. Althans van de gasfabriek mogen met tertijd nog flinke jaarlijksche winsten verwacht worden. Toch is niet te voor zien, dat zij een tegenwicht kunnen vormen voor de uitgaven, die van alle kanten kunnen worden verwacht. Een zuivere winst van f 100,000 op de gasfabriek is al een mooie som. Be denken we nu, dat op de begrooting voor 1904, waarop 4 pCt. als inkom stenbelasting is uitgetrokken, reeds een som van ƒ55,000 onder de ont vangsten is gebracht als winst van de gasfabriek, dan wordt het ons duide lijk, dat zelfs de Lichtfabrieken, hoe voordeelig ook, niet méér kunnen, dan ons voor nog erger behoeden. Elastisch is ook de vergoeding, die de Gemeente ontvangt van het Rijk, maar daar zij gebaseerd is op de uit gaven der Gemeente, ontvangt deze daarvan alleen belangrijk meer, wan neer aan den anderen kant hare uit gaven nog veel belangrijker klimmen. Ik meen dus niet teveel te hebben gezegd, toen ik betoogde, dat de 4 pCt. die we thans van ons belastbaar in komen aan hoofdelijken omslag oe- talen, binnen enkele jaren tot 5 zullen zijn gestegen en dat wel door een natuurlijken loop van zaken, die wij noch kunnen veranderen, noch tegen houden en waarvoor wij niets of nie mand verantwoordelijk kunnen stel len, dan alleen onze eigen toenemende behoeften en klimmende eischen. Dit wil evenwel niet zeggen, dat wij daarom niet zouden kunnen mede werken aan pogingen die gedaan wor den, om van het Rijk voor de steden meer financieelen steun te verkrijgen, daar zij het juist zijn, meer dan de plattelandsgemeenten, die gebukt gaan onder den druk van deze stijgende lasten. In deze richting wordt dan ook door de groote gemeenten, met Am sterdam voorop, een oplossing ge zocht. "Weliswaar heeft het Rijk nog maar kort geleden hulp verleend. Nadat verschillende gemeenten door het fixeeren van hun aandeel in de op brengst van het personeel zwaar wa ren getroffen, is in 1897 de nieuwe wet aangenomen, waarbij de finan- cieele verhouding van het Rijk tot de gemeenten gewijzigd werd en Haar lem een belangrijk hooger bedrag ont ving. Voor 1904 is dat bedrag geraamd op meer dan ƒ206.000. Toch heeft, zooals wij weten, ook dat ons niet voor een hoog percentage van onze inkomstenbelasting kunnen bewaren. Binnenland Hersteld. Bontje Beijert, het meisje, dat m de laatste dagen van het oude jaar door haar gewezen minnaar R. K. te Haulerwijk, aanvallenderwijze een revolverschot in de zijde bekwam, is weder hersteld en verricht hare be zigheden als voor dien tijd. De ko gel is niet verwijderd, doch de ge ne esheeren verklaren, dat het pro jectiel successievelijk zakkende, op den duur wel weggenomen zal kun nen worden. Alleen bij het tillen van zwaardere voorwerpen gevoelt zij nog eenige pijn. De dader bevindt zich nog te Gro ningen tot herstel van de wonde, zich bij een poging tot zelfmoord toege bracht. Algemeen wordt hij hier een flinke en oppassende jongen genoemd en is dus de dorpsopinie zeer in zijn voordeel. Een onregelmatigheid. Bij de candidaatstelling voor twee leden van den Raad van Naaldwijk heeft zich, naar de „N. R. Crt." meldt een zonderling geval voorgedaan, dat nogal sensatie verwekt. Een candi- datenlijst werd voor 't vastgestelde uur aan 't gemeentehuis bezorgd en door een der onderteekenaars, die op reis moest, aan den gemeente bode afgegeven met verzoek ze aan den burgemeester ter hand te stellen. Deze voldeed hieraan en de burge meester hield de lijst den ganschen dag onder zijn berusting, doch deed geen afschrift aanplakken. Nu rijst de vraag bij de betrokken partij, wier candidaten niet zijn geplaatst, of de burgemeester een candidatenlijst, die niet overeenkomstig art. 52 der kies wet door een der onderteekenaars persoonlijk wordt aangeboden, wel mag aannemen. Bij weigering bad de fout dadelijk hersteld kunnen worden, wat nu niet mogelijk was, daar de lijst als erkend werd be schouwd. dat deze op loffelijke wijze onmiddel lijk alle gevraagde hulp verleenden, kan als vrij zeker worden vastge steld, dat het schip reeds den volgen den morgen naar Merxem zou ver trekken. Tijdig was evenwel de politie ter plaatse om den vermoedelijken da der het vertrek te verhinderen. Het bleek te zijn de 32-jarige C. v. W., bevarende liet rijnschip Senior, uit Druten. Eëh geweer, waaruit het schot gelost was, werd in beslag ge nomen. Een goede vangst. Dinsdag werd te Alineloo gevanke lijk binnengebracht de Duitscher G., die de vorige week bij den caféhou der E. te Hengelo eene som van on geveer ƒ2000 heeft gestolen. De politie schijnt een goede vangst gedaan te hebben, want naar men verneemt is door de Duitsche jus titie om zijn aanhouding verzocht, omdat hij verdacht wordt van hef stelen van 10.000 mark. Tegen Smokkelaars. Te Bergen op Zoom zullen de belas ting-commiezen met karabijnen wor den bewapend. Kort aangebonden. Maandagavond te ruim 9 uur kwam de 47-jarige schipper L. H. gedomi cilieerd te Sliedrecht, met zijn vaar tuig van Zuid-Beijerland, en wilde ankeren aan de Oude Maas, tegen over de suikerfabriek, te Dordrecht. Door den sterken stroom geraakte hij den koers kwijt en liep met zijn anker in het mastwant van een an der schip, dat daar,reeds lag, waar door schade aan liet want werd toe gebracht. De tweede schipper hielp het anker losmaken, waarop hij L. H. verzocht bij hem aan boord te ko men, om eens te spreken over de aan gerichte schade. Het antwoord luidde, dat zulks den volgenden morgen wel kon plaats hebben, waarop plotseling L. H. een schot hoorde, en zich getroffen voel de in het rechteroog. Door zijn zoon naar den wal geroeid, werd de poli tie van het gebeurde in kennis ge steld, terwijl di*. Jong de eerste ge neeskundige hulp verleende. Een onderzoek scheen moeilijk, daar de naam noch van den verdach ten schipper, noch van zijn schip be kend was. Verschillende reeders te Dordrecht werden opgeklopt, en, na De liefhebberij te ver gedreven. Men schrijft uit Sneek aan de Leeuw. Crt. d.d. 25 Januari Gisterenavond ongeveer halfvijf moest kapitein Kaspersma met zijne stoomboot, de Sneek 4, op zijn terug reis van Rotterdam naar hier, de Westerbrugsloot te Uitwellingerga passeeren. Daar er ijs in de vaart lag, vreesde hij moeilijkheden van de bevolking aldaar, die maar niet kan aanzien dat het ijs gebroken wordt. Bekend is het, dat Oppenhui zen en Uitwellingerga op het gebied van schaatsenrijden veel liefhebberij toonen, en menig hardrijder van naam werd daar gekweekt, zoodat hunne sympathie voor het ijs in die waterrijke streek verklaarbaar is. Minder duidelijk is het, dat die lief de de bevolking aldaar kan verleiden tot vandalisme, dat doet terugden ken aan de dagen der donkere mid deleeuwen, toen vuistrecht als wet geldende was. Voor ongeveer 13 jaren, ook op een Zondagavond, eenigen tijd na afloop der middag-kerk, hebben genoemde kapitein en zijn bemanning, en voor al de stoomboot, daarvan de onaan genaamste gevolgen moeten onder vinden. Boot en bootsvolk hebben toen wat te verduren gehad. Delaat- sten verkeerden in levensgevaar, zoo dat het een wonder mag heeten, dat er toen geen dooden gevallen zijn. 't Was een waar bombardement met steenen, waaraan een groot deel der bewoners, men zegt zelfs vrouwen, deelnamen. Tot zelfs de stoomfluit werd vernield, waardoor alle stoom ontsnapte, de boot machteloos bleef liggen en de bemanning zich moest bergen voor de volkswoede. De grootste wagen had ruimte te weinig om al de steenen te laden, die op de boot lagen. Politie-onder- zoek heeft toen weinig mogen baten. Twee mannen, die zich daarover voor den rechter hadden te verantwoorden, hebben zich toen naar het buitenland begeven, waarmee de zaak schijnt geëindigd te zijn. Later, doch niet in zoo erge mate, heeft genoemde kapitein weer met ijsbreken dergelijke moeilijkheden gehad, waarvan ook kapitein Baan- stra, van de Nijverheid I, weet mee te praten. Dat kapt. Kaspersma dus thans j vreesde voor onaangenaamheden, ligt voor de hand. Uit voorzorg had hij i daarom thans de meest kwetsbare plaatsen, als stuurstel, kompas, enz. beschut, door er zeildoek voor te spannen, om een mogelijke aanval van projectielen af te weren. Nabij de trambrug gekomen zag men al spoedig, dat die voorzorgen goed genomen waren, daar de bevol king in grooten getale was opgeko men. Eene afdeeling van 10 man, zeker een deputatie der anderen, ging bij genoemde brug de boot tege moet en raadde den kapitein aan om terug te gaan of te blijven, daar ze anders hem zouden doodgooien. De kapitein antwoordde echter niet en stoomde door. ..Jongens, gooi raakwas het toen. Nauwelijks was dit bevel gegeven of de veldslag, nu bootslag, begon. Trouw werd het commando uitge voerd. Met een hoop steenen, meest gebroken dakpannen, meer dan een kruiwagen vol, zeker niet toevallig daar, werd weer ijverig naar de boot gemikt. Een 2de afdeeling volk stond bij de boterfabriek, een derde bij het pontveer der Westerbrugsloot, samen wel 100 personen. Gelukkig voor Kaspersma en de zijnen lagen langs het vaarwater daar ter plaatse vele schepen, hier en daar een dubbele rij, die vele bommen op dek en touw werk kregen, waarvoor ze nu juist niet dankbaar waren. Door krachtig stoomen liep de boot gemakkelijk door de dupne ijslaag, en bleef niet in het ijs steken, zooals voor 13 jaar. Spoedig was zij de ge vaarlijke plek en de kwaadgezinde bevolking voorbij en arriveerde zon der verder hinder te hebben gehad ongeveer te halfzes in veilige haven alhier. Rijkspolitie alhier en gemeentepo litie van Wijnbritseradeel hebben heden een onderzoek naar dit meer dan ergerlijke feit ingesteld. rens zij voor hun dames andere hee- ren hadden gevonden. De overste werd kwaad, dat aan zijn verzoek niet terstond gehoor werd gegeven en strafte op staanden voet verschillen de der jongere officieren met kamer arrest, wat stellig een eigenaardig optreden op een bal mag heeten. Veel erger was intusschen wat in de bewuste tent gebeurde. Een aan tal officieren waren zoo bang, dat zij niet aan Run portie zouden ko men, dat zij lang voor het souper begon de in de tent aangerichte ta fels bestormden, wat den vleugel-ad judant een nieuwe aanval van erger nis bezorgde. Hij verlangde, dat de tent ontruimd zou worden en toen de heeren officieren, met hun dames, meer onwrikbaarheid toonden dan in den oorlog met Turkije eenige jaren geleden, liet de overste de gaslampen uitdraaien. In een paniek stormde toen het gezelschap dames en heeren uit elkaar en naar buiten. Het spreekt vanzelf, dat verschei den officieren zich niet wenschen neer te leggen bij het gebeurde. Zij heb ben zich bij hun chefs over de radi cale procédé's van den vleugel-adju dant beklaagd. De gastheer, de Ko ning, vindt het gebeurde natuurlijk het pijnlijkst van allemaal en hij beeft een streng onderzoek gelast. Vreemd, dat zulk gedoe in West en Midden-Europa om zoo te zeggen ondenkbaar is en de bewoners van de Balkanstaten toch herig veront waardigd worden als men ze, om zulke scènes en andere redenen, van een maatschappelijk standpunt bij ons nog niet heelemaaï voor vol aan ziet. Gemengd Nieuws Griekscli. Pijnlijke incidenten hebben zich voorgedaan bij het jongste hofbal te Athene. De aanleiding was de vol gende Vroeger was het gebruik, dat officieren, die dames geleidden, sou peerden in de zalen op de eerste ver dieping van het koninklijk paleis. Ditmaal was evenwel bepaald, dat allen zich hadden te begeven naar een in den hof van het paleis geplaatste tent, waar men gezamenlijk het sou per zou gebruiken. Verschillende of ficieren nu liadden het bevel des ko- nings óf niet begrepen óf het was hen te laat medegedeeldzij gingen ia elk geval met hun dames ouder gewoonte naar boven. Daar verzocht echter 's Konings vleugeladjudant, overste Wakaloglos hun, hun plaatsen ti verlaten. De officieren antwoord den, dat niet te kunnen doen alvo Termindering van werkstakingen. Het is een feit, dat in de laatste ja ren in landen als Engeland en Duitschland schier alle groote werk stakingen mislukken, door aaneen sluiting van de patroons. De werk stakingen verminderen dan ook Lu Engeland, in getal en in omvang. In 1903 hadden er plaats 360 werk stakingen waarbij 113.873 werklieden waren betrokken, en 2.300.000 werk dagen verloren gingen. De gemiddel de getallen over de jaren 18931903 waren 724 stakingen, waaraan 271.000 arbeiders deelnamen en 8,839.000 werkdagen verloren gingen. De sta kingen zijn dus met de helft, het aan tal deelnemende arbeiders met 60 en het getal verloren arbeidsdagen met meer dan 200 verminderd. Meer dan de helft dezer stakingen betrof de mijnwerkers. Maandag is in den Circo de Prince te Madrid een ontzettend ongeluk ge beurd, doordat de jonge, schoone Amcrikaansche Mina Alix, die in een automobiel het looping the loop wil de uitvoeren, boven in de lus uit het voertuig plofte en op een hek neer kwam. Zij kreeg een ernstige schedel breuk en ligt op sterven. Het publiek slaakte verschrikte kre ten, vele dames vielen in zwijm. Gevaarlijke vrienden. Gisteren is te Walthamstow in En geland George Lockhart, een olifan tentemmer, door een zijner olifanten doodgedrukt, toen de beesten uit een trein gelost werden. Tegelijk komt bericht uit St. Louis in Amerika, dat een olifant daar in een trein dol van de koude werd en zijn begelei der bijna verpletterde. Deze kwam er met een paar gebroken ribben af. Ncw.r het Duitsch van E. VON WERNER. Speciaal bewerkt voor Haarlem's Dagblad. 23) De geheele bemanning was nog aan het werk. Men zette de booten uit en maakte toebereidselen om aan wal te gaan. alleen de Noor scheen vol- etrekt geen haast te hebben, ofschoon Raansdal zijn geboorteplaats nog wel was. Hij stond een eind van de ande ren af b de borstwering en keek on verschillig naar de bedrijvigheid om hem heen. Har a ld Thorvik was uiterlijk een echt zeeman, een man van dertig jaar ongeveer, middelmatig groot, maar een krachtige, breedgeschouderde ge stalte, wien men het kon aanzien, dat hij gestaalde spieren had. Het brui ne. door wind en weer geharde gelaat had geen onknappe, maar norsche trekken, en haar en oogen waren donkerder, dan men het gewoonlijk in 't Noorden vindt. Hij zag den jongen Hohenfels aankomen, maar hij liet sreen verrassing of vreuvde blijken en bewoog zich nauwelijks. Wees welkom. Harald zei Ber nard, terwijl hij hem de band reikte. Ik kon niet dfcrder weg om je op te zoeken. Heeft immers geen haast, ant woordde Harald droog. Het verbaast mij eer, dat je nog bij mij komt. Verbaast je dat? Ik wist im mers, dat je op den „Zeeadelaar" was Als stuurman! En jij was bij Zijn Excellentie en bij Zijne Door luchtigheid daarbij behoor je ook. Jij weet het best, waar ik mij het meest thuis voel en hoe de ver houding met mijn bloedverwanten is, antwoordde Bernard kort-af. Aan deze ontmoeting kon en wilde ik mij echter niet onttrekken. Hij legde duidelijk nadruk op het woord. Harald haalde onverschillig de schouders op. Dat wil ik gelooven. Het houdt je vast en zal je nooit meer loslaten. Nu, mij gaat het niet aan. Neen, het gaat in elk geval mij alleen aan. Waarom heb je mij toch niet geantwoord Drie weken geleden schreef ik je, heb je mijn brief niet ontvangen Thorvik leunde over de borstwe ring en stond naar den oever te tu ren. Ja in Hamburg. Ik berichtte je daarin mijn ver loving met Hildur Eriksen. Zij is met ons opgegroeid en dus mochten wij toch wel een gelukwensch van je ver wachten. Harald perste de lippen te zamen, waardoor zijn gelaat een nog harder uitdrukking scheen te krijgen als an ders. Er verliepen eenige seconden, vóórdat zijn antwoord kwam en dat klonk bijna hoonend. Heeft dat zooveel haast? Ik wist immers, dat ik in Raansdal zou ko men, daarom heb ik maar gewacht Veel geluk in je huwelijk. Zij spraken natuurlijk Noorsch met elkaar, maar het weerzien was geheel anders dan dat van Bernard met Koert Fernstein. Toen waren de beide vrienden elkaar jubelend en storm achtig om den hals gevallen, en had den het toen eerst gevoeld, hoezeer zij elkaar gemist hadden. Nu reikten de beide speelgenooten elkaar nau welijks de hand en er was duidelijk iets stijfs in hun begroeting. De een prikkelde al direct bij de eerste woor den en de ander verdroeg dat met nauwelijks verborgen ongeduld. Je bent de oude gebleven, zei hij onvriendelijk, zoo mogelijk ben je nog norscher en onverschilliger ge worden. Ik had anders wel manieren kun nen leeren op het vorstelijke schip, spotte Thorvik. Het is hier voornaam genoeg. In de kajuit daar beneden hebben zij zich ingericht als in een kasteel, koks en lakeien hebben zij meegenomen, een geheele hofhouding. Wat zoo'n prins al niet noodig heeft als hij de zee vereert met zijn tegen woordigheid. Waarom heb je deze betrekking dan eigenlijk aangenomen vroeg Bernard. Het verbaasde mij direct, toen ik het hoorde, want ik ken je ideeën genoegzaam. Men zegt, de voorwaarden waren zoo schitterend, maar daarnaar vraag jij toch niet, als je daarvoor jezelf een soort van dwang moet opleggen. Harald lachte. Ditmaal heb ik echter wel daar naar gevraagd. Verbaast je dat? Ja. niet ieder komt met een vermogen in Raansdal terug, zooals jij en neemt als heer en meester bezit van Edsvi- ken. Wij anderen moeten eerst iedere kroon zien te verdienen en ze don besparen. Dat heb ik ook eens willen probeeren. Het was dom en heeft nu heelemaaï geen doel meer, maar ik heb mij voor zes maanden verbon den. Bernard begreep de laatste toespe lingen niet en gaf zich ook geen moeite ze te doorgronden, want de toon kwetste hem en maakte hem boos. Hij maakte een einde aan het gesprek. Mijn boot wacht, ik moet weg. Naar ik hoor, blijft de „Zeeadelaar" hier eenigen tijd liggen en jij gaat zeker zooals gewoonlijk naar je moe der. Dus tot weerziens aan wal Met die woorden ging hij heen, de stuurman keek hem zwijgend en som ber na, een heele poos daarna richtte hij zich pas op en ging in zijn kajuit om zijn bagage bijeen te zoeken. Intusschen voer de boot weg. waar in de beide jongelieden aan wal ge bracht werden. Bernard as bijzón der stil, hij sprak nauwelijks een sy- labe tijdens de eerste minuten. Koert had des te meer te vertellen. Dat was een verrassingzei hij. Ik wist het al lang van papa en mijn zuster, dat Sylvia al sinds jaren ge zond is, maar op zooiets was ik toch niet op voorbereid. Wat is dat meisje mooi geworden En wat een inval, om de door storm bewogen zee van dek af te willen zienHet was een dwaas heid, maar daarvoor moet men zenu wen hebben van staal, als men het niet gewoon is, en jij sprak nog een uur geleden over het kleine ongeluks wezen. Jou schijnt dat weer niet te treffen, jij hebt je weer echt als een ijskegel gedragen, geen minuut lang ben je ontdooit. En daarentegen ben jij vuur en vlam spotte Bernard. Sylvia schijnt maar dadelijk een verovering op je gemaakt te hebben. Neem je in acht, dan kom je met Zijn Doorluchtigheid in conflict. Er is wel wat aan van de geruchten, waarvan je sprak, tenmin ste voor zoover zij hem betreffen. Ik zag het, toen hij haar dat compliment maakte over de „stormnixe" Koert lachte. Heb jij je werkelijk verwaardigd dat op te merken? Ik zag liet ook en hij heeft geen ongelijk met die op merking. Zij heeft nixen-oogen, even boeiend en gevaarlijk als die zee schepselen, die er een genoegen in vinden eerst haar offers te lokken en ze dan tnee te trekken in een gron- delooze diepte. Als die offers te vinden zijn er zijn zwakkelingen genoeg op de wereld Daarvoor behoeft men geen zwak keling tc zijn, de sterksten worden dikwijls het eerst door zoo'n harts tocht aangegrepen. Intusschen heilik blij, dat deze samenkomst voorbij is, want het was nu juist geen verkwik kelijk schouwspel, jou en je oom sa men te zien. Jij leek wanhopig veel op een vat met buskruit en hij zwaai de voortdurend met de lont er om heen. Ik dacht ieder oogenblik. dat er een uitbarsting zou komen. Over Bernard's gelaat vloog een trek van groote bitterheid. Nu, jij werdt des te genadiger behandeld, om mij te toonen, dat ik eigenlijk heelemaaï niet meer voor hem bestond. Ilij ondersteunde zelfs de uitnoodiging van den prins voor jou om op Alfheim te komen. Je bent overigens volkomen vrij in je bewe gingen, Koert, als jij de uitnoodiging aannemen wilt, doe het dan. zonder je aan mij te storen. Koert had klaarblijkelijk daarin veel lust, maar hij antwoordde een beetje aarzelend Misschien was het niets meer dan een beleefdheid jij gaat zeker niet naar Alfheim... (wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5