gedeeltelijk van deze verplichting ont
heffen.
Voorts stellen B. en W. een nieuwe
bepaling voor aangaande de vrij kaar
ten zij wcnschen 20 vrij kaarten voor
door hen aan te wijzen ambtenaren,
op de lijnen binnen deze gemeente en
10 niet op naam staande kaarten ten
dienste der politie.
B. en W. wijzen er verder op. dat
het thans niet meer aangaat, de E.
N. E. T. den onderhoudsplicht van de
bestrating barer bestaande lijnen op
te leggen. De waardigheid der ge
meente wordt door de terugdrijving
van de stoomtram geenszins in gevaar
gebracht. Het vervoer van kleine kin
deren achten B. en W. voldoende ge
regeld te zijn.
Daar de concessie der E. N. E, T.
niet dan in bepaalde gevallen kan
worden ingetrokken, hebben B. en V.'
geen afzonderlijke naastingsvoorwaar-
den voorgesteld. Wat met gebouwen,
vast en rollend materieel, na afloop
der concessie zal geschieden, is in art.
6 bepaald.
Overigens blijven B. en W. bij hun
ne reeds vroeger geuite zienswijze.
Metaalbewerkers.
Woensdagavond hield de afdeeung
Haarlem van den Nederlandschen
Metaalbewerkersbond een openbare
vergadering in de groote zaal van
St. Bavo.
De vergadering die zeer druk be
zocht was, werd geopend door den
voorzitter, den heer Roelofs, die in
korte trekken het doel van deze ver
gadering uiteenzette.
Hierna gaf hij het woord aan den
eersten spreker Mr. Mendels van
Zaandalm die tot onderwerp had
„Volksweekblad."
Als spr. zich ronduit afvraagt, of
het wel beslist noodig is om deze
vergadering te beleggen, en het pu
bliek bekend te maken met den in
houd van genoemd blad, moet spr.
daar ontkennend op antwoorden.
Het doet zooveel kwaad niet en de
arbeidersorganisaties behoeven er dan
ook maar weinig vrees voor te koes
teren.
Deze vergadering is dan ook niet
zoozeer belegd om tegen het blaadje
te waarschuwen, dan wel om in te
laten zien welke strijdmiddelen thans
door de bourgeoisie gebruikt worden
tegen de arbeidersorganisatie.
Zij is nu een blaadje uit gaan ge
ven, om daardoor de arbeiders naar
haar zijde over te halen.
Dit spelletje is doorzichtig, ieder
arbeider kan uit ieder artikeltje en
uit lederen regel het belang der ka
pitalistische partij zien doorscheme
ren. Men tracht nu door het zachte
gemoedelijke praatje van den redac
teur de arbeiders te verzoenen met
den tegenwoordigen toestand.
Vervolgens besprak spr. de oprich
ters van het blad, de statuten en
eenige artikeltjes.
Het zal voorwaar lang duren eer dat
de bourgeoisie door deze middelen
de arbeidersorganisatie afbreuk doet,
wij zijn goede vakvereenigingsman-
nen en in ons hart oprechte socialis
ten.
Een warm applaus beloonde den
spreker.
De heer C. EIterink besprak mede
de artikelen uit het Volksweekblad,
en kwam mede tot de conclusie dat
het niet lang meer Volksweekblad
zal zijn, maar Patroonsblad zal zijn
geworden.
Aan het einde van het betoog
pleitte spr. nog voor_de arbeiders
organisatie.
Ook deze spr. werd door den voor
zitter dank gebracht, waarna de ver
gadering werd gesloten.
Bij het verlaten der zaal werd een
collecte" gehouden ten voordeele van
de slachtoffers der Aprilstaking.
Hondententoonstelling.
Woensdagmiddag hebben wij even
een kijkje genomen in de groote zaal
der Sociëteit Vereeniging, alwaar ge
durende Vrijdag, Zaterdag en Zon
dag a.s. eene groote internationale
hoiidententoonstelling wordt gehou
den.
Men was druk bezig met de voorbe
reidende werkzaamheden, om de vele
honden, die Donderdagmiddag om 2
uur beginnen te komen, een goede
ontvangst te bereiden.
Bijna was men reeds met het op
stellen der benching gereed, en dat
dit geen klein werk is, zal men het
best kunnen beoordeelen bij een be
zoek op één der volgende dagen, wan-
neer_men de talrijke met stroo gevul
de hokken ziet, welke nu nog onbe
woond waren, doch waarin men dan
de schoonste dieren der hondenwereld
aantreft,.
De geheele groote zaal, die zich o. i.
uitstekend voor eene hondententoon
stelling leent, bevat verschillende
rijen aan elkander grenzende getra
liede hokken, en de opstelling daar
van is zoodanig geregeld, dat de be
zoekers zich gemakkelijk tusschende
twee rijen hokken kunnen bewegen.
Op het tooneel komen de dames
hondjes.
De twee laatste rijen der benching
nabij het tooneel zijn gereserveerd
voor inzendingen van de Ned. Her
dershondenclub en wat de verdere
bijzonderheden betreft, daarover zul
len wij in onze volgende nummers
mededeelingen doen.
Alleen zij nog vermeld, dat de éta
lages en mooie schilderijen op hon
den betrekking hebbende, zullen wor
den opgesteld aan den linker zijkant.
De bekende firma en hofleverancier
A. van Hattum te Rotterdam heeft
voor de benching gezorgd en zal ook
voor de voeding der honden zorg
dragen, zoodat het deze aan niets zal
ontbreken.
Vermeldingswaard zijn nog de bij
uitstek prachtige keuringsringen, ver
vaardigd door de Haarlemsche firma
Th. Blom, Jansweg.
Deskundigen verzekerden ons, dat
deze keuringsringen, die in den tuin
zijn geplaatst en bij slecht weder
overdekt zullen worden, uitmunten
door flinke ruimte, groote doelmatig
heid en fraaie afwerking, zoodat ze
alle overige keuringsringen verre over
treffen.
Een 7-tal van die keuringsplaatsen
zijn in den tuin aangebracht.
Besluiten wij dit verslag met de
mededeeling, dat Woensdagmiddag
reeds één enkele hond zijn opwach
ting bij de regelingscommissie had
gemaakt.
Maar het was dan ook een buiten
land sche viervoeter
Na 3 dagen sporens was dit zeld
zaam mooie dier des morgens uit
Oostenrijk-Hongarije gearriveerd. En
het zou ons niet verwonderen, wan
neer liet weder daarheen terug reisde
met één lauwer meer.
R. K. Leesvereeniging.
De tweede lezing in dit seizoen werd
Woensdagavond in de bovenzaal der
Sociëteit „Vereeniging" gehouden door
den heer Alph. Laudij, redacteur van
„De Tijd".
In een weldoorwrochte rede, uit
muntend door mooie taal en schoo-
nen vorm, behandelde spr. de oude
en nieuwe Nederlandsche poëzie.
In een tijd, dat het Socialisme en
andere stelsels meer op den voorgrond
treden, is het eene behoefte, omgang
te zoeken met de zonnige poëzie. En
daarom wenschte spr. dezen avond
door te brengen onder den scepter der
kunst, onder de tooverstaf der poëzie,
welks macht hij in beeld wilde ver
tolken.
Achtereenvolgens behandelde spr.
nu kunstwerken van dichters vóór
1880, en daarna van de jongeren, die
hebben gebracht eene nieuwe lente,
een nieuw geluid.
Door het citeeren van verschillende
gedichten en fragmenten uit kunst
werken van beroemde dichters, deed
spr. het mooie zien in de oude en in
de nieuwe poëzie, die, zoo hij hoopt,
éénmaal naast elkaar zullen komen
te staan.
Daar de 19e eeuw een eeuw van
strijd was. was het geenszins te ver
wonderen, dat de poëzie toen meer
malen daverde van krijgsgeschal.
Maar dat neemt niet weg, dat ook de
dichters vóór 1880 zwier, losheid en
kracht aan hun poëzie wisten bij te
zetten, of wel de toon van het ziele-
leed in hun gedichten werd aangesla
gen. We noemen slechts het gedicht
van C. Honigh, waarin hij zijn eigen
smart uitdrukt. Het is getiteld „De
eerste nacht" en daarin herdenkt hij
zijn overleden zoontje, dat den eersten
nacht op het kerkhof sluimert. Een
tweede gedichtje van hem„Potlood
krabbels", is niet minder mooi.
En dan„Klein Zusje's keus", een
gedichtje met een humoristisch draad
je, en een veel zeggend slot; ien
pareltje.
De natuurlijkheid en eenvoud spre
ken uit de dramatische scheppingen
van de oude school en daarom zal
deze nooit worden verdrongen door
de nieuwe poëzie, die eischen stelt
aan smaak en intellect.
Pater Jonckbloedt's gedichten han
delend over „de Liefde" werden even
eens door spreker voorgedragen, en
zoo zou hij kunnen voortgaan met,
het aanhalen van gedichten van
Beets, Douwes Dekker, Da Costa, De
Genestet, Bilderdijk, Schaepman, A1-:
berdinck Thym enz., om te doen zien,
dat er vóór 1880 ook dichters zijn ge
weest, wier poëzie evenveel recht van
bestaan heeft als van de modernen.
Hierna droeg spreker nog voor een
fragment uit de Aia Sofia, daarmede
eene hulde bedoelend aan wijlen Mgr.
Schaepmanen het te weinig beken
de kunstwerk van Broere„Het Hei
lige Mirakel van Amsterdam", om na
de pauze meer in 't bijzonder de nieu
we poëzie te behandelen.
Weldadigheids-Concert
A.s. Zondagavond wordt in het
Brongebouw een weldadigheids-con
cert gegeven door de muziekvereeni-
ging „St. Caecilia", directeur de beer
C. Liefheid, met medewerking van de
rederijkerskamer „AlberdingckThijm
en de zangvereeniging „St. Bavo"
alle onderafdeelingen van de afdee-
ling Haarlem van den Ned. R.-K.
Volksbond, en verder van den beken
den karakterkomiek, den heer A. M.
Vrugt.
Het weldadigheids-concert, tot bij
woning waarvan wij gaarne eenieder
opwekken, wordt gegeven ten voor
deele van de onderafdeeling van den
Ned. R.-K. Volksbond, afd. Haarlem
„Hulp in Nood".
Congres.
Het jaarlijksche Paaschcongres van
den Nederlandschen Metaalbewer
kersbond zal dit jaar in Haarlem ge
houden worden.
De zang- en operettevereeniging
„Kunst zij ons streven" en de mu-
ziekvereeniging „Kunst zij ons doel",
directeur de hr. C. N. Wagner, geven
een gecombineerde uitvoering Zater
dag 30 Jan. in de groote zaal van St.
Bavo.
Brutaal.
Bij het verlaten der Rechtzaal nad
de veroordeelde Möhringer, die zoo
als men onder Rechtszaken kan zien,
getuige was in de zaak Ranschaart,
tot groote hilariteit zijner vrienden op
de publieke tribune een eindje sigaar
in zijn mond.
Hoe was de man in het gevangenis
pak daaraan gekomen?
Hij had namelijk eenige o ogenblik
ken op de getuigenbank gezeten, vlak
achter één der andere getuigen, en
in een onbewaakt oogenblik uit diens
jaszak het eindje sigaar „gegapt",
't Is brutaaL
Gevonden voorwerpen.
Een rood bruine kinderhandschoen
een bijbeltje een pakje, waarin 2
mesjeseen rieten leuningstoel.
Ontvreemd.
Aangifte is gedaan, dat uit een gang
van een hótel aan den Kruisweg een
heerenrijwiel is ontvreemd.
Bekeurd.
Een bierhuishoudster is bekeurd we
gens overtreding der Drankwet
Vergadering van werkloo-
in.
Naar ons wordt medegedeeld, werd
de vergadering van werkloozen (zie
verder onder ingezonden stukken) bij
gewoond door 300 personen, terwijl
er in 't geheel 1200 moeten zijn.
Een collecte zal aangevraagd wor
den bij het Gemeentebestuur en werk
aan de burgerij verzocht.
HET TOONEEL.
„TAPTOE" door de Ned. Too-
neelvereeniging.
„Taptoe" van den nieuwen Duit-
schen auteur Beierlein wordt nog
iederen avond in het Lessing-Theater
te Berlijn met succes gespeeld, ln
Amsterdam had 't eveneens volle za
len toen het gezelschap van den heer
Van der Horst het opvoerdeen ook
gisterenavond had het een niet onaan
zienlijk deel van het zoo moeilijk ter
schouwburg gaand Haarlemsch pu
bliek naar den Jansweg gelokt.
We begrijpen dit succes dan ook
zeer goed. Er zit iets in, dat pakt en
trektbovendien speelt 't in kringen,
die in den laatsten tijd veel van zich
hebben doen spreken door het geval-
Brüssewitz en door luitenant Bilse's
roman „Aus einer kleinen Garnison",
nml. uit de kringen van „das Mili-
tar" in Duitschland. Het stuk loopt
dus over aktueele toestanden.
Het gegeven er uit, is zeer eenvou
dig. De opperwachtmeester van een
Duitsch grensgarnizoens-regiment, een
man, die den oorlog van '70 heeft mee
gemaakt, een parade-figuur uit het
regiment, een stram militair en een
brave kerel, die opgaat in de vervul
ling zijner militaire plichten, heeft
een mooie dochter, die in stilte ver
loofd is geweest met een brigadier,
een pleegzoon van haar vader. Maar
als deze na een tweejarigen afwezig
heid terug komt, vindt hij haarveel
veranderd. En de reden hiervan is,
dat zij een liaison met een luitenant
heeft aangeknoopt.
De brigadier vermoedt ditmeldt
zich 's avonds op de kamer van den
luitenant aan, overtuigt zich, dat 't
waar is, en wanneer er dan een
schermutseling ontstaat, heft hij de
hand tegen den luitenant, zijn supé
rieur, op. En dan neemt het militaire
recht zijn verloop de luitenant brengt
zijn medeminnaar voor den krijgs
raad, en als na afloop van de zitting
de oude opperwachtmeester tevergeefs
den luitenant (den bekladder van zijn
eerlijken naam en van de eer zijner
dochter) om voldoening op de wape
nen heeft gevraagd want 't gaat
volgens de heerschende begrippen toch
niet, dat een luitenant aan een min
dere satisfactie op de wapenen geeft -
dan richt hij den revolver, dien hij
reeds eenmaal in drift tegen den lui
tenant heeft gekeerd, op zijn dochter,
die hij dood schiet.
Dan wordt in de kazerne de „tap
toe" geblazen, en het militaire leven
kan opnieuw een slachtoffer gaan
zoeken voor zijn begrippen van eer
en kastegeest en 't kwaad doen door
de leegheid van een garnizoensdienst-
jedeze kritiek heeft tenminste de
auteur op de schaduwzijden van..das
Militar" willen uitoefenen.
Diepe k a r a k t e rstudie ligt er wel
niet in dit stuk, maar Beierlein heeft
toch eenige goede typen uit de mili
taire kringen met enkele trekken ge-
teekend, die, doordat ze niet overdre
ven zijn, „menschén" zijn gebleven,
ook pakken. Men voelt, dat er zulke
lieden in het Duitsche leger kunnen
zijn en dat er zulke dingen in een
leger met een sterken kastegeest ge
beuren moeten ten koste van het le
vensgeluk van oppassende lieden, die
er het- slachtoffer van worden. En
juist doordat men begrijpt, dat 't ln
d i e kringen, na het gebeurde, niet
anders kon afloopen, voelt men net
noodlottige, tragische uiteinde van
zoo'n leven van trouwe plichtsbetrach
ting en eerlijkheid als dat van den
opperwachtmeester Volkhardt, des te
dieper.
Het stuk lééftde personen uit het
stuk léven ook.
En dit voor een groot deel, dank zij
het zeer goede spel der leden van de
„Nederlandsche Tooneel-vereeniging".
In de eerste plaats dient de heer
Holkers genoemd te worden, die vóór
dat hij aan het tooneel kwam, zelf
militair is geweest en wien 't spelen
van een militaire rol nog altijd zeer
goed afgaat. Hij had nu van den op
perwachtmeester Volkhardt een mooie
creatie gemaaktin zijn woord en
houding liet hij den braven militair
levenen in de groote scène in het
laatste bedrijf met den luitenant en
zijn dochter ontwikkelde hij een
kracht, die we nog in geen ander stuk
van hem gezien hadden.
Het is niet mogelijk van alle op
tredenden melding te maken, en we
moeten dus volstaan met hier alleen
te noemen Ternooy Apel als luitenant
Von Höwen (een goede vriendenrol
van hem), van Musch als een heerlijk
type van een oppasser (een Pool, die 't
Duitsch bijna niet verstaat), Van der
Horst als een ritmeester der Kuras
siers (zooals ..Simplissimus" ze wel
eens parodieert), v. d. Lugt Melsert
als de brigadier Helbig (die in het 2e
en 3e bedrijf eerst goed op dreef
kwam) en Faassen als luitenant Von
Lauffen (de verleider), dien we ech
ter wat opgewekter, innemender en
strakker van houding en doen als
officier zouden hebben gewenscht't
was nu niet altijd even gemakkelijk
te gelooven, dat er zooveel verleiding
van hem op de dochter van den op
perwachtmeester uitgaat. Dit meisje
de eenige vrouwenrol in het stuk
werd door Mevr. Van der Horst ge
speeld. En 't behoeft dus wel niet ver
zekerd te worden, dat we goed spel
te zien kregen; mooi vooral was ze,
toen ze in het 3e bedrijf voor den
Krijgsraad verscheen 't gaf een
schrik en ontroering in de zaal.
Wanneer we een algemeene opmer
king wilden maken, dan zou 't deze
zijn, dat onze Hollandsche acteurs de
Duitsche müitaire uniform wel met
wat meer chic en stramheid hadden
mogen dragenals men eenigen ten
minste vergeleek met de officieren, die
men in Duitschland ziet. dan hadden
ze wel iets al te gemoedelijks en tams,
wat vooral in de Krijgsraadscêne in
't oog vieleen tooneel, waar in
de kranten in ingezonden stukken een
heele polemiek over heeft plaats ge
had, maar dat hier overigens goed
van stapel liep.
„Taptoe" heeft 't gisterenavond „ge
daan", en het publiek ging onder den
indruk weg.
We hopen de „Nederlandsche Too-
neelvereeniging" 9poedig weer eens
terug te zien. Ze heeft nog meermooi's
op haar répertoire, waarmee ze nog
niet hier geweest is.
FRANS NETSCHER.
Binnenland.
Staten-Generaal
Kameroverzicht.
De algemeene beraadslagingen over
de Staatsbegrooting zijn met eenige re
plieken en enkele nieuwe spreketrs
spoedig ten einde gebracht in de
Eerste Kamer. De heer Vening Mei-
nesz veroorloofde zich nog eens den
raad aan den min. van Binnenl. Za
ken om bij het ontvangen van jour
nalisten omzichtig te zijn en de
Min. toonde met aanhalingen van
buitenlandsche bladen aan, dat het
hem daaraan niet ontbroken had.
De heer Reekers hield een betoog,
dat de strekking had om aan te too-
nen, dat wat door werkgevers in ons
land fën bate hunner werklieden bul
ten de wetten om was gedaan, ge
schiedde niet onder den invloed der
oud-liberale, maar onder dien der
christelijke beginselen. De erkenning
dat men zich van die beginselen, in
onze samenleving doorgedrongen niet
kon losmaken. Maar hij kwam op te
gen den aanval op de liberale begin
selen van regeeringsbeleid en tegen
het vooropzetten der specifiek-chris-
telijke beginselen der tegenwoordige
meerderheid. Waarop de heer Hovy
nog zeide, dat 't een christelijk be
ginsel was de zwakken te bescher
men en dat de Reg. die taak dan
ook had aanvaard.
De Min. van financiën dupliceerde
nog op een repliek van den heer van
Nierop betreffende de splitsing der
uitgaven in gewone en buitengewone.
En daarna werd hoofdstuk II goed
gekeurd en kwam men tot buiten
landsche zaken.
De heer Rahusen besprak drie za
ken. Hij achtte het oogenblik geko
men voor een grensregeling met
Duitschland aan de zijde van Oost-
Friesland (de Eems) hij kwam er
tegen op, dat de Min. niet krachtiger
houding had aangenomen tegenover
de uitzetting van Nederlandsche on
derdanen uïï Duitschland (de beken
de Mettinger-zaak) en eindelijk kwam
hij tot de arbitrage. Na een hulde
aan Carnegie, voor diens edelmoedi
ge gave, sprak hij zijn genoegen uit
over de toegezegde arbitrage-overeen
komsten.
De heer van Nierop betreurde te
moeten berusten over de geheim
houding der stukken in zake de N.
Zuid-Afrikaan sche Spoorweg-Maatsch.
De heer Dops sloot zich aan bij den
aandrang van den heer Rahusen om
een grensregeling van Dollard en
Eems. Minister van Lijnden betoog
de evenwel, dat het maken van een
tweeden vaargeul in de Eems volken
rechtelijk geen verandering teweeg
bracht in de watergrens tusschen de
twee landen. Er was geen onzeker
heid, wèl omtrent de zeegrens en die
moeilijkheid was niet licht op te los
sen. Wat de uitwijzingen uit Duitsch
land aanging, elk land kon ten aan
zien van vreemdelingen zijn eigen
regelen toepassen, daar was niets
aan te doen. De Min. had Duitsch
land gewezen op het onaannemelijke
van het aangevoerde motief, maar
verder kon hij niets doen. Ook de
Min. sloot zich aan bij de hulde aan
Carnegie en uitte zijn vertrouwen
in het groote beginsel der arbitrage.
Deze begrooting goedgekeurd zijn
de (en een overeenkomst met Frank
rijk inzake het invoerrecht op kolo
niale producten) kwam men aan jus
titie, waarover gisteren pas enkele
sprekers het woord voerden.
De heer van Berckel vroeg bespoe
diging der herziening van de wet
op de naamlooze vennootschappen
wettelijke regeling van het accoun
tantwezen (door de jongste voorval
len beide noodig gebleken)een be
tere regeling van het rechtsgebied
van het O. M. bij de kantongerech
ten verbetering van de positie der
deurwaarders (veranderde voordracht
en benoeming van allen bij Kon. Besl.,
met voldoende bezoldiging).
De heer van Leeuwen toonde zich
eenigszins bezorgd over 's Min. toe
komstige voorstellen tot organisatie
der politie als zelfstandigen tak van
Staatsdienst. Zijn ondervinding had
hem geleerd, dat het politiecorps niet
onafhankelijk kon wezen, plaatselijk
optredend, van het plaatselijk gezag.
Erkennende dat de bestaande toestand
ongeregeld was en dat er conflicten
wel eens voorkomen (getuige de pos-
tenorder, waarin 's Min. inmenging
den toestand verergerde), zette de spr.
uiteen dat de inmenging een inbreuk
was op het gezag van den burgemees
ter. De Min. lokte conflicten uit. Hij
schreef aan de Tweede Kamer, dat
de burgemeester van Amsterdam de
postenorder had ingetrokken. Hem
(burgemeester) was daarvan niets
bekend.
De heer v. d. Does de Willebois
vreesde niet, dat deze Min. de politie
geheel tot Staatszorg wilde maken.
Het zou strijden met onze opvattin
gen en met de historische ontwikke
ling des volks om ons een politie
staat te bezorgen. De burgemeester
moest de hoogste macht en verant
woordelijkheid hebben, terwijl in bui
tengewone gevallen overleg met de
justitie (directeuren van politie) noo
dig was.
De heer Hovy drong eindelijk aan
op wettelijk verbod van huizen van
ontucht en wettelijke bestrijding van
de verkeerdheden van het Neo-Mal-
thusianisme.
Heden 11 uur voortzetting.
Een aardige waarschuwing.
Uit den Haag meldt men
Aan de schouwburgbezoekers wordt
sedert eenige dagen op eigenaardige
wijze eenige malen per avond aan
gemaand om bij eventueelen onraad
in het schouwburggebouw toch voor
al de kalmte te bewaren.
Op het brandscherm toch, dat na
ieder bedrijf wordt nedergelaten, is
in Oud-Hollandsch schrift de volgen
de waarschuwing geschilderd
Ghy die hier Sit,
Bedencke dit
Is onraet daer,
Dreight 90ms gevaer,
Kalm het buys verlaet
Ghy sijt op Straet.
Dr. Kuyper als boterboer.
Een inzender in De Tijd weet te
vertellen, dat de minister Kuyper in
December j.l. incognito te Maastricht
geweest is om de botermijn daar te
zien. Een paar leden van het bestuur
van den Zuid-Limburgschen Boeren
bond hadden hem afgehaald en naar
het gebouw van de mijn gebracht,
waar hij alles nauwkeurig naging,
de boeken inzag en informeerde hoe
de verkoop van boter geschiedt en
naar welke landen de meeste boter
verzonden wordt. De inzender deelt
over dit bezoek verder het volgende
mede
„Toen het uitroepen der partijen
boter begon, begaf zich dr. Kuyper
te midden der kooplieden, die ver
baasd den nieuwen koopman aanke
ken. Z.Exc. had, gelijk alle anderen,
vóór zich een knop van een electri-
sche toestel. In plaats van mijn te
roepen, drukt men op dien knop en
dan valt een nummer uit, dat aan
geeft wie de kooper der uitgeroepen
partij is.
„Het publiek had goed gemerkt,
dat die vreemde meneer geen gerou
tineerd koopman was. Een paar
ren had hij ook op het knopje ge-
keeren had hij ook -op het
knopje gedrukt, maar kwam
telkens te laateen ander was han
diger geweest. Een of ander glim
lachte of haalde de schouders op, en
toen de onbekende zich verwijderd
had werd onder de kooplui wel eens
gezegdhet is maar goed dat die
vreemde niets gekregen heeftanders
zou hij misschien nog terugkomen
en ons de markt bederven.
„Een ander zeide „de man ziet er
zeer sympathiek uitik vind zelfs
dat hij gelijkt op onzen minister, dr.
Kuyper. dien ik eens in den Haag
gezien heb."
„Niemand echter heeft hem bepaald
herkend.
„Z. Exc. drukte zijne tevredenheid
uit over alles wat hij gezien en ge
hoord hadhij meende echter dat
het chemisch laboratorium beter kon
ingericht worden en beloofde te zul
len zorgen voor een rijksbijdrage."
nbraak in de Kerk.
Uit Amsterdam meldt men
Te 5 uur gistermorgen werd door
een rijksveldwachter te Abcoude per
telefoon aan onze politie bericht, dat
in den afgeloopen nacht circa 2 uur
een rijksveldwachter en een nacht
waker op heeterdaad drie personen
hebben betrapt, die in de roomsch-
katholieke kerk aldaar poogden in te
breken. Zich ontdekt ziende, heeft een
der verdachten een schot gelost, waar
op de rijksveldwachter driemaal te
rugschoot. Een der drie werd vermoe
delijk aan het hoofd verwond. Met
achterlating van een groote vijl en
een draaiboor gingen de inbrekersin
de richting van Amsterdam op de
vlucht. Te 7 uur in den ochtend wer
den heden door twee rechercheurs
twee der verdachten, gebroeders, 18
en 23 jaar, aangehouden. De eene
had schotwonden aan de linkerzijde
van het hoofd en in den rechterbene-
den-arm. Naar het binnengasthuis
overgebracht, bleek aldaar, dat hij
nog een derde schotwond in den buik
had.
Letteren en Kunst
ISRAELS.
Per telegraaf werd ons in het vorig
nummer reeds een en ander over
Israels' jubilé gemeld.
Glorierijk werd gisteren Jozef Is
raels op zijn 80en verjaardag in Den
Haag gehuldigd, een eerbetoon dat
aanving gisterochtend in de zalen van
„Pulchri Studio", waar de nestor der
Hollandsche schilders ten 11 ure door
het feestcomité werd binnengeleid m
tegenwoordigheid van honderden ver
eerders en vrienden, kunstbroeders
enz., die den krassen grijsaard met
luid applaus begroetten, toen men
hem leidde naar een podium en hem
plaats deed nemen te midden van
groen en bloemen. Een cantate met
pianobegeleiding en gecomponeerd
door Bart Verballen op woorden van
Hoele van Hensbroek, werd hem toe
gezongen tot welkom. Anna Kappel
zong de solo in dit gelegenheidskoor.
Het slot der cantate bevattende een
heilbede voor den 80-jarige, werd
stormachtig toegejuicht.
Het woord werd allereerst gevoerd
door Mesdag (namens de beeldende
kunstenaars) die zijn groote voldoe
ning uitte, dat de wensch, op het ze
ventigjarig feest van zijn vereerden
vriend, door hem geuit, vervuld was
geworden, nl. dat Israëls nog steeds
is gebleven dezelfde kunstenaar en
een sieraad en de nestor der Holland
sche schoolhij wenschte hem namens
duizenden vrienden en vereerders ge
luk en hoopte ook heden dat Israëls
in goede gezondheid de glorie van
Nederland mocht blijven.
Daarna werd na een kleine pauze
door Mesdag het huldeblijk der beel
dende kunstenaren aangebodeneen
bronzen en zilveren eeremedaille van
de Nederlandsche kunstenaars en
deelnemers uit bijna alle landen der
wereld en vertoonende de beeltenis
van Israël9 en een symbolieke voor
stelling van de plaats door hem in de
wereld ingenomen. De beteekenis van
dit huldeblijk werd door spr. zeer groot
genoemd.
Dadelijk bezichtigde de jubilaris dit
kunstwerk en dankte het comité en
allen, die aan het geschenk mede
werkten, waarna het zangkoor net
tweede gedeelte van het feestkoor
zong. Israëls bedankte zelf componist
en koorleden, die met een „leve Is
raels" dankten.
Hierop bood prof. Quack den jubila
ris een huldeblijk van kunstvrienden
en vereerders aan met een gloedvolle
toespraak.
Israëls werd nog gehuldigd door
een krans, aangeboden door den heer
Hudig namens de Academie van Beel
dende Kunsten en Technische Weten
schappen te Rotterdam en voorts ook
door den Rotterdamschen Kunstkring.
De heer Stoop, voorzitter der Ne
derlandsche Vereeniging te Londen,
bood namens vele buitenlandsche
vrienden en bewonderaars 20,000 aan
tot stichting van een Israëlsfonds tot
aanmoediging van jeugdige kunste
naren.
Tal van corporatiën namen nog aan
de hulde deel.
Minister Kuyper heeft vóór de plech-
.tigheid Israëls in een zeer treffende
rede toegesproken en bij de overhan
diging van het commandeurskruis
van den Nederlandschen Leeuw ge-,
zegd, dat dit reeds lang Israëls'borst
had moeten sieren.
Door de Kamerzitting kon de mi
nister bij de plechtigheid niet tegen
woordig zijn.
's Avonds was er diner, waaraan tal
van officieele personen en kunstzus
ters en -broeders deelnamen.
Gemengd Nieuws
De Ramp van Aalesund.
Een ooggetuige van den brand te
Aalesund schrijft
„Gisteren (Zaterdag) zijn al veel
menschen van hier vertrokken vaar
Molde, en vandaan gaan er met
stoombooten nog meer weg. Vanoch
tend (Zondag) kwamen er reeds boo
ten met allerlei voorraad aan uit
Molde, en vandaag gaan er met
„Vanmiddag scheen de zon en was
de storm eenigszins bedaard.
„De stemming onder de bevolking
is rustig gebleven, maar men was na
tuurlijk zeer somber en terneergesla
gen. Naarmate echter het weer verbe
terde, en de berichten; over de vele
hulp die te verwachten was, van alle
zijden kwamen, werd men wat opge
wekter. Al de telegrammen over hulp
betoon in de verschillende steden, van
overheidspersonen en particulieren,
werden met dankbaarheid en geest
drift ontvangen...
..Gisterenavond heerschte er echter
groot gebrek aan eetwaren, vooral
brood. Er werd nog wel eenig brood
gebakken in de kleine boerderijen
die niet van den brand geleden had
den, maar wat maakte dat uit op een
zoo groot aantal Vanochtend wa9 er
groote volksverhuizing naar de roo-
kende puinhoopen van de stad. Men
wilde zien of het vuur nog iets ge
spaard had van hetgeen men het
zijne had genoemd. Maar voor verre
weg de meesten was alle zoeken te
vergeefs."
Hoe de brand ontstaan is, weet men
nog altijd niet. Het werkvolk in de
consei'venfabriek, waar de brand uit
brak, ging Vrijdagavond om zes uur
naar huis. Pas om twee uur 's nachts
werd de brand ontdekt. De oorzaak
zal nu wel niet meer nagegaan kun
nen worden.
De visscherij-inspecteur Wes ter-
gaard heeft aan de regeering geseind
dat de schade aan de visschersvloot
berokkend, vrij onbeteekenend is.
Het Duitsche stoomschip Weimar,
uit Bremerhaven, dat, gelijk wij heb
ben medegedeeld, reeds Zondagmid
dag vandaar vertrok met een massa
verschillende benoodigdheden, heeft
ongelukkigerwijze veel vertraging on
dervonden door mist, en is pas giste
renochtend te Bergen aangekomen.
In den loop van den avond kon het
schip, dat met den bijstand van een
loods dadelijk de reis voortzette, te
Aalesund aankomen.
Vandaag zou men een aanvang ma
ken met het opslaan van barakken.
Artsen zijn nu in voldoend aantal ter
plaatse. De stad Bergen belast zich
met de zorg voor eenige honderden
kinderen.
De Zaak Dreyfus.
Men laat natuurlijk niet na te vra
gen, wie die Val Carlos was en welke
rol hij heeft gespeeld in het proces-
Dreyfus. nu volgens de „Temps" het
derde nieuwe feit", dat den procu
reur-generaal Baudouin tot ontvan
kelijkheid van het verzoek om revisie
doet concludeeren, ten nauwste met
dien persoon Val Carlos in verband
staat. Er is een markies Val Carlos
geweest, die naar het schijnt militair
attaché geweest is voor Spanje te Pa
rijs.
Toen de zaak-Dreyfus geboren werd,
in 1894, was Val Carlos echter geen
attaché meer. Maar met de diploma
tieke wereld was hij voeling blijven
houden en zijn betrekkingen stelden
hem in staat spionnendiensten voor
Frankrijk te verrichten, en niet zon
der baat voor eigen zak.
Bij de behandeling van het eerste
proces-Dreyfus heeft kolonel Henry
uitgeroepen Sedert Maart 1894 heeft
een uiterst achtenswaardig persoon
ons gewaarschuwd dat een aan het
ministerie verbonden officier verraad
pleegde en dat die officier Dreyfus
was.
De advocaat van Dreyfus, Demange,
vroeg toen natuurlijk naar den naam
van dien achtenswaardige, maar Hen
ry verklaarde, dat die naam een van
de geheimen was, waar zelfs de kepi
van een officier niet van af mag we
ten.
Ook Roget, later te Rennes, heeft
zich op een achtenswaardig persoon
beroepen.
Dat de vaag aangeduide zegsman
van Henry en Roget die Val Carlos
zou zijn, dien de „Temps" heeft ge
noemd, staat natuurlijk allerminst
vast, en de weg om zekerheid te krij
gen omtrent de bedoeling van een
dezer twee "-etuicen, Henry, is boven
dien door het historische scheermes
afgesneden.
Wij ontleenen de hier gegeven con
jectuur aan de „Petit Bleu".
Al klinkt het heele verhaal niet on
waarschijnlijk, wij willen toch niet
vergeten, dat er officieel of officieus
niets bekend is, en dat het gissen
blijft over nieuws van de achterdeur.
Een Cycloon.
Een heftige cycloon heeft gewoed
op de Fitschi-eilanden, den 21 en 2Ï
Januari. De schade in den omtrek van
Luva bepaalt zich hoofdzakelijk tof