gedeeltelijk van deze verplichting ont heffen. Voorts stellen B. en W. een nieuwe bepaling voor aangaande de vrij kaar ten zij wcnschen 20 vrij kaarten voor door hen aan te wijzen ambtenaren, op de lijnen binnen deze gemeente en 10 niet op naam staande kaarten ten dienste der politie. B. en W. wijzen er verder op. dat het thans niet meer aangaat, de E. N. E. T. den onderhoudsplicht van de bestrating barer bestaande lijnen op te leggen. De waardigheid der ge meente wordt door de terugdrijving van de stoomtram geenszins in gevaar gebracht. Het vervoer van kleine kin deren achten B. en W. voldoende ge regeld te zijn. Daar de concessie der E. N. E, T. niet dan in bepaalde gevallen kan worden ingetrokken, hebben B. en V.' geen afzonderlijke naastingsvoorwaar- den voorgesteld. Wat met gebouwen, vast en rollend materieel, na afloop der concessie zal geschieden, is in art. 6 bepaald. Overigens blijven B. en W. bij hun ne reeds vroeger geuite zienswijze. Metaalbewerkers. Woensdagavond hield de afdeeung Haarlem van den Nederlandschen Metaalbewerkersbond een openbare vergadering in de groote zaal van St. Bavo. De vergadering die zeer druk be zocht was, werd geopend door den voorzitter, den heer Roelofs, die in korte trekken het doel van deze ver gadering uiteenzette. Hierna gaf hij het woord aan den eersten spreker Mr. Mendels van Zaandalm die tot onderwerp had „Volksweekblad." Als spr. zich ronduit afvraagt, of het wel beslist noodig is om deze vergadering te beleggen, en het pu bliek bekend te maken met den in houd van genoemd blad, moet spr. daar ontkennend op antwoorden. Het doet zooveel kwaad niet en de arbeidersorganisaties behoeven er dan ook maar weinig vrees voor te koes teren. Deze vergadering is dan ook niet zoozeer belegd om tegen het blaadje te waarschuwen, dan wel om in te laten zien welke strijdmiddelen thans door de bourgeoisie gebruikt worden tegen de arbeidersorganisatie. Zij is nu een blaadje uit gaan ge ven, om daardoor de arbeiders naar haar zijde over te halen. Dit spelletje is doorzichtig, ieder arbeider kan uit ieder artikeltje en uit lederen regel het belang der ka pitalistische partij zien doorscheme ren. Men tracht nu door het zachte gemoedelijke praatje van den redac teur de arbeiders te verzoenen met den tegenwoordigen toestand. Vervolgens besprak spr. de oprich ters van het blad, de statuten en eenige artikeltjes. Het zal voorwaar lang duren eer dat de bourgeoisie door deze middelen de arbeidersorganisatie afbreuk doet, wij zijn goede vakvereenigingsman- nen en in ons hart oprechte socialis ten. Een warm applaus beloonde den spreker. De heer C. EIterink besprak mede de artikelen uit het Volksweekblad, en kwam mede tot de conclusie dat het niet lang meer Volksweekblad zal zijn, maar Patroonsblad zal zijn geworden. Aan het einde van het betoog pleitte spr. nog voor_de arbeiders organisatie. Ook deze spr. werd door den voor zitter dank gebracht, waarna de ver gadering werd gesloten. Bij het verlaten der zaal werd een collecte" gehouden ten voordeele van de slachtoffers der Aprilstaking. Hondententoonstelling. Woensdagmiddag hebben wij even een kijkje genomen in de groote zaal der Sociëteit Vereeniging, alwaar ge durende Vrijdag, Zaterdag en Zon dag a.s. eene groote internationale hoiidententoonstelling wordt gehou den. Men was druk bezig met de voorbe reidende werkzaamheden, om de vele honden, die Donderdagmiddag om 2 uur beginnen te komen, een goede ontvangst te bereiden. Bijna was men reeds met het op stellen der benching gereed, en dat dit geen klein werk is, zal men het best kunnen beoordeelen bij een be zoek op één der volgende dagen, wan- neer_men de talrijke met stroo gevul de hokken ziet, welke nu nog onbe woond waren, doch waarin men dan de schoonste dieren der hondenwereld aantreft,. De geheele groote zaal, die zich o. i. uitstekend voor eene hondententoon stelling leent, bevat verschillende rijen aan elkander grenzende getra liede hokken, en de opstelling daar van is zoodanig geregeld, dat de be zoekers zich gemakkelijk tusschende twee rijen hokken kunnen bewegen. Op het tooneel komen de dames hondjes. De twee laatste rijen der benching nabij het tooneel zijn gereserveerd voor inzendingen van de Ned. Her dershondenclub en wat de verdere bijzonderheden betreft, daarover zul len wij in onze volgende nummers mededeelingen doen. Alleen zij nog vermeld, dat de éta lages en mooie schilderijen op hon den betrekking hebbende, zullen wor den opgesteld aan den linker zijkant. De bekende firma en hofleverancier A. van Hattum te Rotterdam heeft voor de benching gezorgd en zal ook voor de voeding der honden zorg dragen, zoodat het deze aan niets zal ontbreken. Vermeldingswaard zijn nog de bij uitstek prachtige keuringsringen, ver vaardigd door de Haarlemsche firma Th. Blom, Jansweg. Deskundigen verzekerden ons, dat deze keuringsringen, die in den tuin zijn geplaatst en bij slecht weder overdekt zullen worden, uitmunten door flinke ruimte, groote doelmatig heid en fraaie afwerking, zoodat ze alle overige keuringsringen verre over treffen. Een 7-tal van die keuringsplaatsen zijn in den tuin aangebracht. Besluiten wij dit verslag met de mededeeling, dat Woensdagmiddag reeds één enkele hond zijn opwach ting bij de regelingscommissie had gemaakt. Maar het was dan ook een buiten land sche viervoeter Na 3 dagen sporens was dit zeld zaam mooie dier des morgens uit Oostenrijk-Hongarije gearriveerd. En het zou ons niet verwonderen, wan neer liet weder daarheen terug reisde met één lauwer meer. R. K. Leesvereeniging. De tweede lezing in dit seizoen werd Woensdagavond in de bovenzaal der Sociëteit „Vereeniging" gehouden door den heer Alph. Laudij, redacteur van „De Tijd". In een weldoorwrochte rede, uit muntend door mooie taal en schoo- nen vorm, behandelde spr. de oude en nieuwe Nederlandsche poëzie. In een tijd, dat het Socialisme en andere stelsels meer op den voorgrond treden, is het eene behoefte, omgang te zoeken met de zonnige poëzie. En daarom wenschte spr. dezen avond door te brengen onder den scepter der kunst, onder de tooverstaf der poëzie, welks macht hij in beeld wilde ver tolken. Achtereenvolgens behandelde spr. nu kunstwerken van dichters vóór 1880, en daarna van de jongeren, die hebben gebracht eene nieuwe lente, een nieuw geluid. Door het citeeren van verschillende gedichten en fragmenten uit kunst werken van beroemde dichters, deed spr. het mooie zien in de oude en in de nieuwe poëzie, die, zoo hij hoopt, éénmaal naast elkaar zullen komen te staan. Daar de 19e eeuw een eeuw van strijd was. was het geenszins te ver wonderen, dat de poëzie toen meer malen daverde van krijgsgeschal. Maar dat neemt niet weg, dat ook de dichters vóór 1880 zwier, losheid en kracht aan hun poëzie wisten bij te zetten, of wel de toon van het ziele- leed in hun gedichten werd aangesla gen. We noemen slechts het gedicht van C. Honigh, waarin hij zijn eigen smart uitdrukt. Het is getiteld „De eerste nacht" en daarin herdenkt hij zijn overleden zoontje, dat den eersten nacht op het kerkhof sluimert. Een tweede gedichtje van hem„Potlood krabbels", is niet minder mooi. En dan„Klein Zusje's keus", een gedichtje met een humoristisch draad je, en een veel zeggend slot; ien pareltje. De natuurlijkheid en eenvoud spre ken uit de dramatische scheppingen van de oude school en daarom zal deze nooit worden verdrongen door de nieuwe poëzie, die eischen stelt aan smaak en intellect. Pater Jonckbloedt's gedichten han delend over „de Liefde" werden even eens door spreker voorgedragen, en zoo zou hij kunnen voortgaan met, het aanhalen van gedichten van Beets, Douwes Dekker, Da Costa, De Genestet, Bilderdijk, Schaepman, A1-: berdinck Thym enz., om te doen zien, dat er vóór 1880 ook dichters zijn ge weest, wier poëzie evenveel recht van bestaan heeft als van de modernen. Hierna droeg spreker nog voor een fragment uit de Aia Sofia, daarmede eene hulde bedoelend aan wijlen Mgr. Schaepmanen het te weinig beken de kunstwerk van Broere„Het Hei lige Mirakel van Amsterdam", om na de pauze meer in 't bijzonder de nieu we poëzie te behandelen. Weldadigheids-Concert A.s. Zondagavond wordt in het Brongebouw een weldadigheids-con cert gegeven door de muziekvereeni- ging „St. Caecilia", directeur de beer C. Liefheid, met medewerking van de rederijkerskamer „AlberdingckThijm en de zangvereeniging „St. Bavo" alle onderafdeelingen van de afdee- ling Haarlem van den Ned. R.-K. Volksbond, en verder van den beken den karakterkomiek, den heer A. M. Vrugt. Het weldadigheids-concert, tot bij woning waarvan wij gaarne eenieder opwekken, wordt gegeven ten voor deele van de onderafdeeling van den Ned. R.-K. Volksbond, afd. Haarlem „Hulp in Nood". Congres. Het jaarlijksche Paaschcongres van den Nederlandschen Metaalbewer kersbond zal dit jaar in Haarlem ge houden worden. De zang- en operettevereeniging „Kunst zij ons streven" en de mu- ziekvereeniging „Kunst zij ons doel", directeur de hr. C. N. Wagner, geven een gecombineerde uitvoering Zater dag 30 Jan. in de groote zaal van St. Bavo. Brutaal. Bij het verlaten der Rechtzaal nad de veroordeelde Möhringer, die zoo als men onder Rechtszaken kan zien, getuige was in de zaak Ranschaart, tot groote hilariteit zijner vrienden op de publieke tribune een eindje sigaar in zijn mond. Hoe was de man in het gevangenis pak daaraan gekomen? Hij had namelijk eenige o ogenblik ken op de getuigenbank gezeten, vlak achter één der andere getuigen, en in een onbewaakt oogenblik uit diens jaszak het eindje sigaar „gegapt", 't Is brutaaL Gevonden voorwerpen. Een rood bruine kinderhandschoen een bijbeltje een pakje, waarin 2 mesjeseen rieten leuningstoel. Ontvreemd. Aangifte is gedaan, dat uit een gang van een hótel aan den Kruisweg een heerenrijwiel is ontvreemd. Bekeurd. Een bierhuishoudster is bekeurd we gens overtreding der Drankwet Vergadering van werkloo- in. Naar ons wordt medegedeeld, werd de vergadering van werkloozen (zie verder onder ingezonden stukken) bij gewoond door 300 personen, terwijl er in 't geheel 1200 moeten zijn. Een collecte zal aangevraagd wor den bij het Gemeentebestuur en werk aan de burgerij verzocht. HET TOONEEL. „TAPTOE" door de Ned. Too- neelvereeniging. „Taptoe" van den nieuwen Duit- schen auteur Beierlein wordt nog iederen avond in het Lessing-Theater te Berlijn met succes gespeeld, ln Amsterdam had 't eveneens volle za len toen het gezelschap van den heer Van der Horst het opvoerdeen ook gisterenavond had het een niet onaan zienlijk deel van het zoo moeilijk ter schouwburg gaand Haarlemsch pu bliek naar den Jansweg gelokt. We begrijpen dit succes dan ook zeer goed. Er zit iets in, dat pakt en trektbovendien speelt 't in kringen, die in den laatsten tijd veel van zich hebben doen spreken door het geval- Brüssewitz en door luitenant Bilse's roman „Aus einer kleinen Garnison", nml. uit de kringen van „das Mili- tar" in Duitschland. Het stuk loopt dus over aktueele toestanden. Het gegeven er uit, is zeer eenvou dig. De opperwachtmeester van een Duitsch grensgarnizoens-regiment, een man, die den oorlog van '70 heeft mee gemaakt, een parade-figuur uit het regiment, een stram militair en een brave kerel, die opgaat in de vervul ling zijner militaire plichten, heeft een mooie dochter, die in stilte ver loofd is geweest met een brigadier, een pleegzoon van haar vader. Maar als deze na een tweejarigen afwezig heid terug komt, vindt hij haarveel veranderd. En de reden hiervan is, dat zij een liaison met een luitenant heeft aangeknoopt. De brigadier vermoedt ditmeldt zich 's avonds op de kamer van den luitenant aan, overtuigt zich, dat 't waar is, en wanneer er dan een schermutseling ontstaat, heft hij de hand tegen den luitenant, zijn supé rieur, op. En dan neemt het militaire recht zijn verloop de luitenant brengt zijn medeminnaar voor den krijgs raad, en als na afloop van de zitting de oude opperwachtmeester tevergeefs den luitenant (den bekladder van zijn eerlijken naam en van de eer zijner dochter) om voldoening op de wape nen heeft gevraagd want 't gaat volgens de heerschende begrippen toch niet, dat een luitenant aan een min dere satisfactie op de wapenen geeft - dan richt hij den revolver, dien hij reeds eenmaal in drift tegen den lui tenant heeft gekeerd, op zijn dochter, die hij dood schiet. Dan wordt in de kazerne de „tap toe" geblazen, en het militaire leven kan opnieuw een slachtoffer gaan zoeken voor zijn begrippen van eer en kastegeest en 't kwaad doen door de leegheid van een garnizoensdienst- jedeze kritiek heeft tenminste de auteur op de schaduwzijden van..das Militar" willen uitoefenen. Diepe k a r a k t e rstudie ligt er wel niet in dit stuk, maar Beierlein heeft toch eenige goede typen uit de mili taire kringen met enkele trekken ge- teekend, die, doordat ze niet overdre ven zijn, „menschén" zijn gebleven, ook pakken. Men voelt, dat er zulke lieden in het Duitsche leger kunnen zijn en dat er zulke dingen in een leger met een sterken kastegeest ge beuren moeten ten koste van het le vensgeluk van oppassende lieden, die er het- slachtoffer van worden. En juist doordat men begrijpt, dat 't ln d i e kringen, na het gebeurde, niet anders kon afloopen, voelt men net noodlottige, tragische uiteinde van zoo'n leven van trouwe plichtsbetrach ting en eerlijkheid als dat van den opperwachtmeester Volkhardt, des te dieper. Het stuk lééftde personen uit het stuk léven ook. En dit voor een groot deel, dank zij het zeer goede spel der leden van de „Nederlandsche Tooneel-vereeniging". In de eerste plaats dient de heer Holkers genoemd te worden, die vóór dat hij aan het tooneel kwam, zelf militair is geweest en wien 't spelen van een militaire rol nog altijd zeer goed afgaat. Hij had nu van den op perwachtmeester Volkhardt een mooie creatie gemaaktin zijn woord en houding liet hij den braven militair levenen in de groote scène in het laatste bedrijf met den luitenant en zijn dochter ontwikkelde hij een kracht, die we nog in geen ander stuk van hem gezien hadden. Het is niet mogelijk van alle op tredenden melding te maken, en we moeten dus volstaan met hier alleen te noemen Ternooy Apel als luitenant Von Höwen (een goede vriendenrol van hem), van Musch als een heerlijk type van een oppasser (een Pool, die 't Duitsch bijna niet verstaat), Van der Horst als een ritmeester der Kuras siers (zooals ..Simplissimus" ze wel eens parodieert), v. d. Lugt Melsert als de brigadier Helbig (die in het 2e en 3e bedrijf eerst goed op dreef kwam) en Faassen als luitenant Von Lauffen (de verleider), dien we ech ter wat opgewekter, innemender en strakker van houding en doen als officier zouden hebben gewenscht't was nu niet altijd even gemakkelijk te gelooven, dat er zooveel verleiding van hem op de dochter van den op perwachtmeester uitgaat. Dit meisje de eenige vrouwenrol in het stuk werd door Mevr. Van der Horst ge speeld. En 't behoeft dus wel niet ver zekerd te worden, dat we goed spel te zien kregen; mooi vooral was ze, toen ze in het 3e bedrijf voor den Krijgsraad verscheen 't gaf een schrik en ontroering in de zaal. Wanneer we een algemeene opmer king wilden maken, dan zou 't deze zijn, dat onze Hollandsche acteurs de Duitsche müitaire uniform wel met wat meer chic en stramheid hadden mogen dragenals men eenigen ten minste vergeleek met de officieren, die men in Duitschland ziet. dan hadden ze wel iets al te gemoedelijks en tams, wat vooral in de Krijgsraadscêne in 't oog vieleen tooneel, waar in de kranten in ingezonden stukken een heele polemiek over heeft plaats ge had, maar dat hier overigens goed van stapel liep. „Taptoe" heeft 't gisterenavond „ge daan", en het publiek ging onder den indruk weg. We hopen de „Nederlandsche Too- neelvereeniging" 9poedig weer eens terug te zien. Ze heeft nog meermooi's op haar répertoire, waarmee ze nog niet hier geweest is. FRANS NETSCHER. Binnenland. Staten-Generaal Kameroverzicht. De algemeene beraadslagingen over de Staatsbegrooting zijn met eenige re plieken en enkele nieuwe spreketrs spoedig ten einde gebracht in de Eerste Kamer. De heer Vening Mei- nesz veroorloofde zich nog eens den raad aan den min. van Binnenl. Za ken om bij het ontvangen van jour nalisten omzichtig te zijn en de Min. toonde met aanhalingen van buitenlandsche bladen aan, dat het hem daaraan niet ontbroken had. De heer Reekers hield een betoog, dat de strekking had om aan te too- nen, dat wat door werkgevers in ons land fën bate hunner werklieden bul ten de wetten om was gedaan, ge schiedde niet onder den invloed der oud-liberale, maar onder dien der christelijke beginselen. De erkenning dat men zich van die beginselen, in onze samenleving doorgedrongen niet kon losmaken. Maar hij kwam op te gen den aanval op de liberale begin selen van regeeringsbeleid en tegen het vooropzetten der specifiek-chris- telijke beginselen der tegenwoordige meerderheid. Waarop de heer Hovy nog zeide, dat 't een christelijk be ginsel was de zwakken te bescher men en dat de Reg. die taak dan ook had aanvaard. De Min. van financiën dupliceerde nog op een repliek van den heer van Nierop betreffende de splitsing der uitgaven in gewone en buitengewone. En daarna werd hoofdstuk II goed gekeurd en kwam men tot buiten landsche zaken. De heer Rahusen besprak drie za ken. Hij achtte het oogenblik geko men voor een grensregeling met Duitschland aan de zijde van Oost- Friesland (de Eems) hij kwam er tegen op, dat de Min. niet krachtiger houding had aangenomen tegenover de uitzetting van Nederlandsche on derdanen uïï Duitschland (de beken de Mettinger-zaak) en eindelijk kwam hij tot de arbitrage. Na een hulde aan Carnegie, voor diens edelmoedi ge gave, sprak hij zijn genoegen uit over de toegezegde arbitrage-overeen komsten. De heer van Nierop betreurde te moeten berusten over de geheim houding der stukken in zake de N. Zuid-Afrikaan sche Spoorweg-Maatsch. De heer Dops sloot zich aan bij den aandrang van den heer Rahusen om een grensregeling van Dollard en Eems. Minister van Lijnden betoog de evenwel, dat het maken van een tweeden vaargeul in de Eems volken rechtelijk geen verandering teweeg bracht in de watergrens tusschen de twee landen. Er was geen onzeker heid, wèl omtrent de zeegrens en die moeilijkheid was niet licht op te los sen. Wat de uitwijzingen uit Duitsch land aanging, elk land kon ten aan zien van vreemdelingen zijn eigen regelen toepassen, daar was niets aan te doen. De Min. had Duitsch land gewezen op het onaannemelijke van het aangevoerde motief, maar verder kon hij niets doen. Ook de Min. sloot zich aan bij de hulde aan Carnegie en uitte zijn vertrouwen in het groote beginsel der arbitrage. Deze begrooting goedgekeurd zijn de (en een overeenkomst met Frank rijk inzake het invoerrecht op kolo niale producten) kwam men aan jus titie, waarover gisteren pas enkele sprekers het woord voerden. De heer van Berckel vroeg bespoe diging der herziening van de wet op de naamlooze vennootschappen wettelijke regeling van het accoun tantwezen (door de jongste voorval len beide noodig gebleken)een be tere regeling van het rechtsgebied van het O. M. bij de kantongerech ten verbetering van de positie der deurwaarders (veranderde voordracht en benoeming van allen bij Kon. Besl., met voldoende bezoldiging). De heer van Leeuwen toonde zich eenigszins bezorgd over 's Min. toe komstige voorstellen tot organisatie der politie als zelfstandigen tak van Staatsdienst. Zijn ondervinding had hem geleerd, dat het politiecorps niet onafhankelijk kon wezen, plaatselijk optredend, van het plaatselijk gezag. Erkennende dat de bestaande toestand ongeregeld was en dat er conflicten wel eens voorkomen (getuige de pos- tenorder, waarin 's Min. inmenging den toestand verergerde), zette de spr. uiteen dat de inmenging een inbreuk was op het gezag van den burgemees ter. De Min. lokte conflicten uit. Hij schreef aan de Tweede Kamer, dat de burgemeester van Amsterdam de postenorder had ingetrokken. Hem (burgemeester) was daarvan niets bekend. De heer v. d. Does de Willebois vreesde niet, dat deze Min. de politie geheel tot Staatszorg wilde maken. Het zou strijden met onze opvattin gen en met de historische ontwikke ling des volks om ons een politie staat te bezorgen. De burgemeester moest de hoogste macht en verant woordelijkheid hebben, terwijl in bui tengewone gevallen overleg met de justitie (directeuren van politie) noo dig was. De heer Hovy drong eindelijk aan op wettelijk verbod van huizen van ontucht en wettelijke bestrijding van de verkeerdheden van het Neo-Mal- thusianisme. Heden 11 uur voortzetting. Een aardige waarschuwing. Uit den Haag meldt men Aan de schouwburgbezoekers wordt sedert eenige dagen op eigenaardige wijze eenige malen per avond aan gemaand om bij eventueelen onraad in het schouwburggebouw toch voor al de kalmte te bewaren. Op het brandscherm toch, dat na ieder bedrijf wordt nedergelaten, is in Oud-Hollandsch schrift de volgen de waarschuwing geschilderd Ghy die hier Sit, Bedencke dit Is onraet daer, Dreight 90ms gevaer, Kalm het buys verlaet Ghy sijt op Straet. Dr. Kuyper als boterboer. Een inzender in De Tijd weet te vertellen, dat de minister Kuyper in December j.l. incognito te Maastricht geweest is om de botermijn daar te zien. Een paar leden van het bestuur van den Zuid-Limburgschen Boeren bond hadden hem afgehaald en naar het gebouw van de mijn gebracht, waar hij alles nauwkeurig naging, de boeken inzag en informeerde hoe de verkoop van boter geschiedt en naar welke landen de meeste boter verzonden wordt. De inzender deelt over dit bezoek verder het volgende mede „Toen het uitroepen der partijen boter begon, begaf zich dr. Kuyper te midden der kooplieden, die ver baasd den nieuwen koopman aanke ken. Z.Exc. had, gelijk alle anderen, vóór zich een knop van een electri- sche toestel. In plaats van mijn te roepen, drukt men op dien knop en dan valt een nummer uit, dat aan geeft wie de kooper der uitgeroepen partij is. „Het publiek had goed gemerkt, dat die vreemde meneer geen gerou tineerd koopman was. Een paar ren had hij ook op het knopje ge- keeren had hij ook -op het knopje gedrukt, maar kwam telkens te laateen ander was han diger geweest. Een of ander glim lachte of haalde de schouders op, en toen de onbekende zich verwijderd had werd onder de kooplui wel eens gezegdhet is maar goed dat die vreemde niets gekregen heeftanders zou hij misschien nog terugkomen en ons de markt bederven. „Een ander zeide „de man ziet er zeer sympathiek uitik vind zelfs dat hij gelijkt op onzen minister, dr. Kuyper. dien ik eens in den Haag gezien heb." „Niemand echter heeft hem bepaald herkend. „Z. Exc. drukte zijne tevredenheid uit over alles wat hij gezien en ge hoord hadhij meende echter dat het chemisch laboratorium beter kon ingericht worden en beloofde te zul len zorgen voor een rijksbijdrage." nbraak in de Kerk. Uit Amsterdam meldt men Te 5 uur gistermorgen werd door een rijksveldwachter te Abcoude per telefoon aan onze politie bericht, dat in den afgeloopen nacht circa 2 uur een rijksveldwachter en een nacht waker op heeterdaad drie personen hebben betrapt, die in de roomsch- katholieke kerk aldaar poogden in te breken. Zich ontdekt ziende, heeft een der verdachten een schot gelost, waar op de rijksveldwachter driemaal te rugschoot. Een der drie werd vermoe delijk aan het hoofd verwond. Met achterlating van een groote vijl en een draaiboor gingen de inbrekersin de richting van Amsterdam op de vlucht. Te 7 uur in den ochtend wer den heden door twee rechercheurs twee der verdachten, gebroeders, 18 en 23 jaar, aangehouden. De eene had schotwonden aan de linkerzijde van het hoofd en in den rechterbene- den-arm. Naar het binnengasthuis overgebracht, bleek aldaar, dat hij nog een derde schotwond in den buik had. Letteren en Kunst ISRAELS. Per telegraaf werd ons in het vorig nummer reeds een en ander over Israels' jubilé gemeld. Glorierijk werd gisteren Jozef Is raels op zijn 80en verjaardag in Den Haag gehuldigd, een eerbetoon dat aanving gisterochtend in de zalen van „Pulchri Studio", waar de nestor der Hollandsche schilders ten 11 ure door het feestcomité werd binnengeleid m tegenwoordigheid van honderden ver eerders en vrienden, kunstbroeders enz., die den krassen grijsaard met luid applaus begroetten, toen men hem leidde naar een podium en hem plaats deed nemen te midden van groen en bloemen. Een cantate met pianobegeleiding en gecomponeerd door Bart Verballen op woorden van Hoele van Hensbroek, werd hem toe gezongen tot welkom. Anna Kappel zong de solo in dit gelegenheidskoor. Het slot der cantate bevattende een heilbede voor den 80-jarige, werd stormachtig toegejuicht. Het woord werd allereerst gevoerd door Mesdag (namens de beeldende kunstenaars) die zijn groote voldoe ning uitte, dat de wensch, op het ze ventigjarig feest van zijn vereerden vriend, door hem geuit, vervuld was geworden, nl. dat Israëls nog steeds is gebleven dezelfde kunstenaar en een sieraad en de nestor der Holland sche schoolhij wenschte hem namens duizenden vrienden en vereerders ge luk en hoopte ook heden dat Israëls in goede gezondheid de glorie van Nederland mocht blijven. Daarna werd na een kleine pauze door Mesdag het huldeblijk der beel dende kunstenaren aangebodeneen bronzen en zilveren eeremedaille van de Nederlandsche kunstenaars en deelnemers uit bijna alle landen der wereld en vertoonende de beeltenis van Israël9 en een symbolieke voor stelling van de plaats door hem in de wereld ingenomen. De beteekenis van dit huldeblijk werd door spr. zeer groot genoemd. Dadelijk bezichtigde de jubilaris dit kunstwerk en dankte het comité en allen, die aan het geschenk mede werkten, waarna het zangkoor net tweede gedeelte van het feestkoor zong. Israëls bedankte zelf componist en koorleden, die met een „leve Is raels" dankten. Hierop bood prof. Quack den jubila ris een huldeblijk van kunstvrienden en vereerders aan met een gloedvolle toespraak. Israëls werd nog gehuldigd door een krans, aangeboden door den heer Hudig namens de Academie van Beel dende Kunsten en Technische Weten schappen te Rotterdam en voorts ook door den Rotterdamschen Kunstkring. De heer Stoop, voorzitter der Ne derlandsche Vereeniging te Londen, bood namens vele buitenlandsche vrienden en bewonderaars 20,000 aan tot stichting van een Israëlsfonds tot aanmoediging van jeugdige kunste naren. Tal van corporatiën namen nog aan de hulde deel. Minister Kuyper heeft vóór de plech- .tigheid Israëls in een zeer treffende rede toegesproken en bij de overhan diging van het commandeurskruis van den Nederlandschen Leeuw ge-, zegd, dat dit reeds lang Israëls'borst had moeten sieren. Door de Kamerzitting kon de mi nister bij de plechtigheid niet tegen woordig zijn. 's Avonds was er diner, waaraan tal van officieele personen en kunstzus ters en -broeders deelnamen. Gemengd Nieuws De Ramp van Aalesund. Een ooggetuige van den brand te Aalesund schrijft „Gisteren (Zaterdag) zijn al veel menschen van hier vertrokken vaar Molde, en vandaan gaan er met stoombooten nog meer weg. Vanoch tend (Zondag) kwamen er reeds boo ten met allerlei voorraad aan uit Molde, en vandaag gaan er met „Vanmiddag scheen de zon en was de storm eenigszins bedaard. „De stemming onder de bevolking is rustig gebleven, maar men was na tuurlijk zeer somber en terneergesla gen. Naarmate echter het weer verbe terde, en de berichten; over de vele hulp die te verwachten was, van alle zijden kwamen, werd men wat opge wekter. Al de telegrammen over hulp betoon in de verschillende steden, van overheidspersonen en particulieren, werden met dankbaarheid en geest drift ontvangen... ..Gisterenavond heerschte er echter groot gebrek aan eetwaren, vooral brood. Er werd nog wel eenig brood gebakken in de kleine boerderijen die niet van den brand geleden had den, maar wat maakte dat uit op een zoo groot aantal Vanochtend wa9 er groote volksverhuizing naar de roo- kende puinhoopen van de stad. Men wilde zien of het vuur nog iets ge spaard had van hetgeen men het zijne had genoemd. Maar voor verre weg de meesten was alle zoeken te vergeefs." Hoe de brand ontstaan is, weet men nog altijd niet. Het werkvolk in de consei'venfabriek, waar de brand uit brak, ging Vrijdagavond om zes uur naar huis. Pas om twee uur 's nachts werd de brand ontdekt. De oorzaak zal nu wel niet meer nagegaan kun nen worden. De visscherij-inspecteur Wes ter- gaard heeft aan de regeering geseind dat de schade aan de visschersvloot berokkend, vrij onbeteekenend is. Het Duitsche stoomschip Weimar, uit Bremerhaven, dat, gelijk wij heb ben medegedeeld, reeds Zondagmid dag vandaar vertrok met een massa verschillende benoodigdheden, heeft ongelukkigerwijze veel vertraging on dervonden door mist, en is pas giste renochtend te Bergen aangekomen. In den loop van den avond kon het schip, dat met den bijstand van een loods dadelijk de reis voortzette, te Aalesund aankomen. Vandaag zou men een aanvang ma ken met het opslaan van barakken. Artsen zijn nu in voldoend aantal ter plaatse. De stad Bergen belast zich met de zorg voor eenige honderden kinderen. De Zaak Dreyfus. Men laat natuurlijk niet na te vra gen, wie die Val Carlos was en welke rol hij heeft gespeeld in het proces- Dreyfus. nu volgens de „Temps" het derde nieuwe feit", dat den procu reur-generaal Baudouin tot ontvan kelijkheid van het verzoek om revisie doet concludeeren, ten nauwste met dien persoon Val Carlos in verband staat. Er is een markies Val Carlos geweest, die naar het schijnt militair attaché geweest is voor Spanje te Pa rijs. Toen de zaak-Dreyfus geboren werd, in 1894, was Val Carlos echter geen attaché meer. Maar met de diploma tieke wereld was hij voeling blijven houden en zijn betrekkingen stelden hem in staat spionnendiensten voor Frankrijk te verrichten, en niet zon der baat voor eigen zak. Bij de behandeling van het eerste proces-Dreyfus heeft kolonel Henry uitgeroepen Sedert Maart 1894 heeft een uiterst achtenswaardig persoon ons gewaarschuwd dat een aan het ministerie verbonden officier verraad pleegde en dat die officier Dreyfus was. De advocaat van Dreyfus, Demange, vroeg toen natuurlijk naar den naam van dien achtenswaardige, maar Hen ry verklaarde, dat die naam een van de geheimen was, waar zelfs de kepi van een officier niet van af mag we ten. Ook Roget, later te Rennes, heeft zich op een achtenswaardig persoon beroepen. Dat de vaag aangeduide zegsman van Henry en Roget die Val Carlos zou zijn, dien de „Temps" heeft ge noemd, staat natuurlijk allerminst vast, en de weg om zekerheid te krij gen omtrent de bedoeling van een dezer twee "-etuicen, Henry, is boven dien door het historische scheermes afgesneden. Wij ontleenen de hier gegeven con jectuur aan de „Petit Bleu". Al klinkt het heele verhaal niet on waarschijnlijk, wij willen toch niet vergeten, dat er officieel of officieus niets bekend is, en dat het gissen blijft over nieuws van de achterdeur. Een Cycloon. Een heftige cycloon heeft gewoed op de Fitschi-eilanden, den 21 en 2Ï Januari. De schade in den omtrek van Luva bepaalt zich hoofdzakelijk tof

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 2