NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
De Erfgenaam van
het Majoraat.
21e Jaargang.
No. 6316
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 3 FEBRUARI 1904
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PEK DREE MAANDEN?
Voor Haarlem ...„c c 1.20
Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) j, 1.30
Franco per post door Nederland w 1.65
Afzonderlijke nummers 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37%
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Hontstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van
3 Februari bevat o.a.
Buitenlnndsch Overzicht, Nieuws
uit Haarlem en Omstreken, Kamer
overzicht, Binnen].- Sport- en
Gemengde Berichten.
Buitenlandsch Overzicht
Varia uit het
VERRE OOSTEN
zullen we in 't vervolg de elkaar te
gensprekende Oost-Aziatische berich
ten maar noemen, waarvan Enge
land de groote leverancier is.
Hier volgt een en ander.
De correspondent van de Daily
Mail te Tsjitoe seint, dat de Japan-
sche regeering voor het troepenver
voer ruim honderd transportschepen
heeft afgehuurd en tallooze andere
vaartuigen. Te Sasebo liggen 28 trans
portschepen en 30 oorlogsschepen, te
Takesjiki 40 transportschepen met
troepen, die, naar het heet, bestemd
zijn voor Antoeng. Ettelijke gehuurde
stoomschepen worden als hulpkrui
sers ingericht. Te Simoneseki komen
in menigte levensmiddelen aan en
worden doorgezonden, men weet niet
waarheen. De regeering laat geen
buitenlandsche correspondenten bij de
eerste expeditie naar Korea toe. Jon
ge heethoofden roepen luidkeels om
dadelijk Rusland den oorlog te ver
klaren en beschuldigen de ministers
en oudsten, die den vrede handha
ven, vooral Ito, van landverraad.
Ook verlangen zij dat 400 mannen in
Japan, in wie zij Russische spionnen
zien, ter dood gebracht worden. Over
het algemeen neemt in Japan de nei
ging toe om in iederen vreemdeling
een Russischen spion te zien. Ette
lijke vreemdelingen zijn er al ,het
slachtoffer van geworden. De finan-
cieele kwestie schijnt nog onopgelost.
De bankiers vreezen, dat Japan bui
tenslands geen geld zal kunnen krij
gen, deels als gevolg van het optreden
der regeering tegenover buitenland
sche verzekering-maatschappijen, het
welk thans betreurd wordt. Over het
opbrengen van het Russisch stoom
schip Argoen naar Tsjemoelpo heet
het dat het s^hip zich buiten de on
zijdige wateren bevond. De gezagvoer
der van het Japansche oorlogsschip
kreeg argwaan door de bewegingen
van de Argoen. Toen dit schip wei
gerde te stoppen, schoot hij er op,
en vervolgens zond hij een afdeeling
troepen om het schip te doorzoeken.
De Daily Telegraph verneemt uit
TokioDe nieuwe kruisers worden
hier den lOen Februari verwacht.
De Daily Telegraph verneemt uit
SjanghaiDe onderkoningen en gou
verneurs der zuidelijke provinciën
dringen er bij de Chineesche regee
ring op aan, om met Japan samen
te gaan, als Rusland weigert Mant-
sjoerije te ontruimen. Het verluidt,
dat de Russen Kingtsjou hebben bezet.
Rusland heeft in China veel steenko
len besteld.
Naar het Journal der Débats uit
Berlijn verneemt, heeft de Russische
regeering, wel verre van oorlogssche-
pen te willen 'koopen, aanbiedingen
van dezen aard, van verscheiden bui
tenlandsche werven afkomstig, van de
hand gewezen. Dit bericht van gezag
hebbende zijde wordt als een vrede
lievend voorteeken beschouwd.
Een Japanner in ambtelijke betrek
king te Londen, en vertrouwd met alle
bijzonderheden der onderhandelingen,
had gisteren een onderhoud met Reu-
ter's vertegenwoordiger. Hij zeide, dat
Japan vastbesloten was. een schrifte
lijke verzekering te eischen ter zake
van China's gezag over Mantsjoerije.
Het zou op andere punten in wijzi
gingen kunnen toestemmen, maar in
dien dit punt niet toegegeven werd,
zou Japan, welke tegemoetkomingen
er overigens gedaan mochten worden,
de onderhandelingen afbreken, en de
vrede zou niet bewaard kunnen blij
ven. Zij, die zeggen, dat aan Japan
de raad gegeven is de zaken niet te
ver te drijven, weten niet goed, wat
er gebeurd is. Engeland verlangt wel
is waar zeer naar het behoud van den
vrede, maar het weet evengoed als
Rusland, wat Japan's laagste en niet
te verminderen eischen zijn.
De vertraging in het afzenden van
Rusland's antwoord is een teeken, dat
er een laatste worsteling plaats grijpt
tusschen de vredespartij en de oor
logspartij in Rusland. Men gelooft,
dat eerstgenoemde de overhand zal
behouden.
Het Russisch blad Nowoje Wremja
schrijft
De mogelijkheid van een schikking
met Japan over Korea is te vinden in
een verdeeling van het land in krin
gen van invloed. Japan zou het Zui
delijke, Rusland het Noordelijke ge
deelte van het land tot zijn beschik
king krijgen. Verder Zuidelijk dan tot
den 39en breedtegraad, d. i. volgens
een lijn, van Port Arthur getrokken,
naar Gensan (Port-Lazaref, aan de
Oostkust van Korea), gaan Rusland's
handelsbelangen niet. Zuidwaarts van
deze lijn zou het land in oeconomisch
opzicht aan Japan overgelaten kun
nen worden. In geen geval echter zou
Rusland dulden, dat Japan in dit ge
bied versterkingen opwierp, dig, in
dien ze aan de kust ontstonden, de
verbinding tusschen Port Arthur en
Wladiwostok zouden bedreigen ter
wijl versterkingen binnenslands een
gevaar zouden vormen voor den Rus
sischen handel in het Noorden van
Korea en in Mantsjoerije. Dat zouden
ten aanzien van Korea Rusland's
voorstellen zijn, waarvan men te Pe
tersburg niet wil afwijken.
Van ambtelijke zijde te Petersburg
wordt verzekerd, dat dit artikel van
het Nowoje Wremja" niet door de
regeering geïnspireerd is, maar de
Petersburgsche correspondent van de
„Kölnische Zeitung" zegt reden te
hebben om aan te nemen, dat deze
beschouwingen niettemin ,,tot zekere
hoogte en in het algemeen" de mee
ning van de meeste invloedrijke per
sonen weergeven.
Dat Rusland, zoo zegt deze corres
pondent verder, voordat het behoud-
van den vrede zoo -goed als zeker is,
zijn krijgstoerustingen niet staakt,
spreekt van zelf, en behoeft geen re
den te geven tot onrust. De correspon
dent somt dan een aantal militaire
en strategische maatregelen op. die
in den laatsten tijd genomen zijn. Zoo
zal de minister van spoorwegen prins
Chilkof binnenkort naar Siberië ver
trekken om zelf toezicht te houden op
de regeling van den overtocht der mi
litaire treinen, die geschut, munitie,
proviand enz. naar het oosten bren
gen, over het Baikal-meer. Men weet
dat de Siberische spoorweg in tweeën
gesneden wordt door dit groote meer
de verbindingslijn langs den zuidelij
ken oever is nog bij lange na niet ge
reed. Ook zijn dezer dagen twee ad-
miraals naar Oost-Azië vertrokken,
een van lien was admiraal Mollas,
bevelhebber van het, inmiddels ont-
bondene, smaldeel der Middellandsche
zee Mollas werd voor zijn vertrek
door den Tsaar in gehoor ontvangen.
Grootvorst Sergius, gouverneur-gene
raal van Moskou, is naar Petersburg
geroepen, om raad te geven in drin
gende. zaken, zijn militaire district be
treffende. Maar de geruchten van
troepenuitzending op groote schaal,
gelijk bijv. de ..Daily Telegraph" die
verspreid heeft volgens -welke uit
de militaire districten Kief, Charkof
en Odessa reeds 85.000 man naar het
oosten onderweg zouden zijn, kunnen
als geheel onjuist beschouwd worden
Het vervoer van dergelijke troepen
massa's zou niet onopgemerkt kunnen
blijven. Voor zooveel men weet heb
ben tot dusver alleen het 17e leger
corps (Moscou) en het 10e (Charkof
hevel ontvangen, zich voor te berei
den op uitzending, en deze corpsen
zijn ook op oorlogssterkte gebracht en
geheel gereed.
De kwestie van de Aziatische werk
krachten voor de mijnen in
ZUID-AFRIKA
is nog niet van de baan, maar zal.
wil men een telegram uit Londen aan
de.,,Temps" gelooven, heden in den
Wetgevenden Raad van Transvaal
worden uitgemaakt.
De eindstemming zou namelijk van
daag plaats hebben.
De wet, die daarop uitgevaardigd
zal worden, treedt onmiddellijk in
werking, zonder bekrachtiging door
de regeering van het moederland van
noode te hebben. Deze laatste heeft
het recht van veto, maar sedert 1707
is er geen voorbeeld van, dat men
van dat recht gebruik gemaakt heeft
als het een zaak van koloniaal belang
betrof.
Stadsnieuws.
Een vraag.
In de oorspronkelijke concessie aan
de E. N. E. T. is verzuimd, te bepa
len, dat de Maatschappij belast zal
zijn met het onderhoud der bestrating
van hare baan.
In de afdeelingen van den Raad is
ter sprake gekomen, of dit verzuim
thans, nu er sprake is van overdracht
van de Haarlemsche Tram aan de E.
N. E. T-, niet hersteld kan worden.
Burgemeester en Wethouders ant
woorden daarop in stuk No. 7, van
14 Januari 1904
,,Ons College meent, dat de gemeen-
,,te geenen eisch kan stellen, die een
„rechtgeaard particulier in strijd met
„de billijkheid zoude achten."
Met andere woordenB. en W.
achten het niet billijk, om hij deze
gelegenheid de algemeene voorwaar
den van de oorspronkelijke concessie
uit te breiden.
In ditzelfde stuk No. 7 evenwel ge
ven B. en W. hun voornemen te ken
nen, om den concessionaris alsnog
bezwarende voorwaarden op te leg
gen aangaande werkmanstrams en
uitbreiding te verlangen van het aan
tal vrijkaarten.
Hiermee worden de algemeene voor
waarden van de oorspronkelijke con
cessie wel degelijk uitgebreid.
Zijn deze nu niet in strijd met de
billijkheid
Rijkspostspaarbank.
Aan het postkantoor Haarlem en
de daaronder ressorteerende hulpkan
toren werd gedurende de maand
Januari 1904 ingelegd f 122938.88', te
rugbetaald f 104071.52.
Het laatste door dat kantoor uit
gegeven boekje draagt het nummer
31117.
DE H.B.S. YEREENIGING.
Een helverlichte schouwburg, met
een talrijk publiek, opgevroolijkt door
veel lichte toiletjes en vroolijke jonge
gezichtjes, dat was de omgeving,
waarin de Vereeniging H. B. S. Maan
dagavond haar uitvoering gaf ten
voordeele van Toynbee en van de Ver-
eeniging voor Kinderkleeding.
Verschillende medespelenden, jonge
meisjes en jongelui, maar een pro
gramma zonder namen. Deze gepaste
bescheidenheid van jeugdige dilettan
ten mogen wij zeker niet bederven
door hier namen te noemen, maar een
enkel woord over de uitvoering zelf
moge hier een plaats vinden.
Ze was verdeeld in tweeën voor
drachten in het eerste gedeelte, het
Anachronistisch kluchtspel Frans
Hals van Van Eeden in het tweede
gedeelte. Voor afwisseling was ge
zorgd een quatremains voor piano
opende de voordrachtenrij, een aar
dig geblazen fantasie op Faust voor
fluit met een verdienstelijk piano-
accompagnement, dan een vioolsolo,
die zeer bekoorde verdienen bijzonder
lijk genoemd te worden. Maar vooral
en in de eerste plaats de geestige dia
loog met zang „Voorheen en Thans
waarin de ouderwetsche ideeën van
een bejaarden schoolmeester botsen
tegen die van een vrouwelijke H. B.
S. leerling, uit welke botsing de
auteur (wij zouden moeten zeggen de
„autrice" als dat een woord was) zóó
veel vonken van vernuft had welen
te slaan, dat de toehoorders er
om schaterden en aan het einde de
twee uitvoerders zoo toejuichten, dat
deze, zeer terecht, de schrijfster van
achter het scherm, waar zij zich oe-
scheidenlijk had neergezet om te ac-
compagneeren, voor 't voetlicht brach
ten waardoor het publiek voor zoover
het niet in de geheimen was inge
wijd, te weten kwam, dat hier de
dvaagster van een bekenden familie
naam aan 't werk was geweest.
De echte schooltermen spieren, hok
'k smeer 'm, en zooveel anderen wer
den alleraardigst te pas gebracht en
zullen den directeur van de H. B. S..
Dr. Brongersma, die met zijn familie
in 't balcon zat, wel vermaakt hebben.
Het publiek juichte de hulde, Jie
„Voorheen en Thans" hem bracht,
zeer toe.
Tot het komisch element droeg bij,
dat het zoogenaamde schoolmeisje
een schooljongen was, die zijn rol
uitstekend vatte en aan 't slot, als
dank voor 't applaus, op vermakelijke
manier een handkus aan 't publiek
adresseerde.
Tot slot Frans Hals, de grap van
Van Eeden, die daarom anachronis
tisch heet, omdat Hals en al de an
dere personen hun gevoelens uiten in
termen en zang van de negentiende
eeuw. Jammer, dat Hals daarin als
een onverbeterlijke pooieraar wordt
voorgesteld. De uitvoering was aller
aardigst, Adriaan Brouwer vooral
zeer goed, Frans Hals deed zich als
dilettant zanger kennen en het aardige
KI aartje verdiende de complimentjes,
die Van Dyck haar geeft, inderdaad.
Het tooneeltje van de jury miste zijn
effect niet.
In het balcon stond maar één rij
stoelen. „Ik heb een wenk gekregen",
zei de heer Van Gasteren, toen we
hem er naar vroegen.
Blijkbaar is dus onze brandweer,
naar aanleiding van de ramp te Chi
cago, al bezig met het geven van....
hm.... wenken.
Het getal ingeschrev enen
voor de nationale militie in deze ge
meente voor de lichting 1904 be
draagt 664.
Weldadigheid naar Yermogen.
Maandagmiddag vergaderde boven
genoemde vereeniging in een der lo
kalen van het departement Haarlem
der Maatschappij „Tot Nut van 't Al
gemeen".
De vergadering werd geopend door
den voorzitter, den heer J. Muilemeis
ter, die, na een woord van welkom ge
sproken te hebben tot de aanwezi
gen, den heer Mr. L. C. Kronenberg
verzoekt om de notulen der vorige al
gemeene vergadering voor te lezen. De
voorzitter deelt nog mede, dat de se
cretaris, de heer Van Stralen, in
September ontslag heeft gewaagd als
zoodanig; na dien tijd heeft de heer
Kronenberg het secretariaat waarge
nomen, terwijl nu voor deze vacature
een nieuw bestuurslid zal moeten wor
den benoemd.
De voorzitter dankt den heer Van
Stralen nog voor al hetgeen hij in
zijn vijfjarig bestuurschap voor de
Vereeniging gedaan heeft. Ook de heer
Van Stralen richt nog een woord van
dank aan den voorzitter, bestuursle
den en leden, waarmede hij geruimen
tijd heeft mogen samenwerken, en ver
klaart dat. wanneer hij de Vereeni
ging nog eens van dienst kan zijn, hij
daartoe ten allen tijde bereid is.
Nu kwam aan de orde de bestuurs
verkiezing, wegens periodieke aftre
ding van verschillende bestuursleden,
die allen evenwel herkozen worden.
In de plaats van het door den dood
ontvallen bestuurslid, den heer G. J.
van Dieren Bijvoet, wordt benoemd
diens zoon, de heer R. J. van Dieren
Bijvoet, Als secretaris wordt ge
kozen de heer W. A. van Vloten.
Hierna werden de boeken van den
penningmeester goedgekeurd, nadat
deze onderzocht en accoord bevonden
waren door de daarvoor benoemde
Commissie.
Vervolgens werd door een der oe-
stuursleden het jaarverslag uitge
bracht, welk verslag wij gisteren reeds
mededeelden.
Niets meer aan de orde zijnde,
werd de vergadering gesloten.
Maatschappij tot Verbete
ring der Huisvesting.
De Maatschappij tot verbetering dei-
huisvesting van minvermogenden gaat
kalm, maar gestadig met haren ar
beid voort. Heeft z'; indertijd reeds
in de Slagerspoort, tusschen Zoete-
straat en Nassaulaan gelegen, een
hofje aangekocht en door verbouwing
de straat, die er maar 1 M. breed was
tot 2.70 M. verbreed, thans heeft zij
weer een huisje in die poort en twee
op den hoek daarvan, in de Slagers-
poort, aangekocht met het plan ook
den toegang tot die poort tot M. 2.70
te verbreeden.
Op deze manier raken onze sloppen
langzaam, maar des te zekerder, uit
de wereld. De Maatschappij verdient
i steun en heeft dien. zooals van zelf
spreekt, noodig. Wel verlokt zij niet,
zooals Bankinstellingen, door hooge
dividenden tot het geven van kapi
taal, maar ook mist zij het gevaar,
dat kort na de uitbetaling van dat
dividend, het heele kapitaal verloren
blijkt te wezen.
Meer dan 3 pCt. rendeeren de aan-
deelen niet.
Museum van Kunstn ij ver
heid.
Het Museum van Kunstnijverheid te
Haarlem heeft van de firma Wed. C.
G. Kleykamp te Rotterdam ten ge
schenke gekregen eene lijst met oor
spronkelijke teekeniugen, uitgevoerd
in de kunstschool te Tokio, naar het
lakwerk eener schrijfdoos, die tus
schen 1185 en 1199 werd vervaardigd
door IJoutomo en thans in den Tsuru-
gaoka-tempel te Kamakura wordt be
waard. Deze teekeningen zijn afkom
stig van de voormalige verzameling
Bowes te Londen.
Genoemd Museum werd gedurende
,de maand Januari bezocht door 384
belangstellenden terwijl uit de aan t
Museum verbonden boekerij 58
boek- en plaatwerken naar verschil
lende plaatsen van ons land werden
verzonden.
In de tweede helft der maand Fe
bruari zal eene uitgebreide verzame
ling van oud-Japansche kunst in net
Museum worden tentoongesteld.
Het Woningvraagstuk.
Over dit onderwerp zal mevrouw L.
v. d. PekWent een lezing houden
op Donderdag 11 dezer in De Kroon,
daartoe uitgenoodigd door het be
stuur der afdeeling Haarlem van den
Volksbond.
Sedert eenige dagen vertoeven hier
drie lui uit Amersfoort, vertegenwoor
digers respectievelijk van een kruide
nier, bakker en melkboer, die de men-
schen, die van de C. W. S. der H. IJ.
S. M. naar Amersfoort overgeplaatst
worden, thuis opzoeken en zich van
hunne klandisie verzekeren.
De concurrentie is toch groot.
Overreden.
Maandagmiddag omstreeks 4 uur
werd een hond van zekeren B. te Bcn-
nebroek door den automobiel van den
heer W. C. te Heemstede overreden.
Het beest was onmiddellijk dood.
Te water gereden.
Maandagmiddag omstreeks 3 uur,
sprong een paard gespannen vooreen
tilbury van den heer Zuidgeest, in
de' Bennebroekervaart.
De koetsier sprong bijtijds uit het
wagentje. Paard en wagen werden
spoedig door behulpzame handen op
het droge gebracht, zoodat het onge
val vrij goed afliep.
D. I. N. D. U. A. Het neutraal ge
mengd koor „D.I.N.D.U.A." geeft Za
terdag a.s. een soirée met bal in de
groote zaal van het gebouw „St.
Bavo."
F.en keurig programma, waarop
behalve eenige kooi-- en kwartet-num
mers, twee blijspelen getiteld „Een
spreekuur bij den Dokter" en „Een
zegen des Hamels of zes dochters en
geen man." voorkomen, belooft den
bezoekers een genotvollen avond.
Kwajongens-streken.
Maandagmiddag 5 uur hadden in j
de Wilhelminastraat eenige kwajon-
gens de baldadigheid om een banket-
bakkersbediende die eenige doozen
gebak moest bezorgen, hem deze uit t
zijn handen te slaan, zoodat de in-
houd in stukken en brokken over de
straat viel. De belhamels namen de
vlucht.
V e c h t p a r t ij.
Maandagavond 10 uur had op de
Burgwal een hevige vechtpartij
plaats tusschen 2 personen. Al vech
tende geraakte één er van te water.
Door eenige omstanders werd hij
echter vrij spoedig op het droge ge
bracht, doch door den schrik en het
natte pak was zijn vechtwoede zoo
danig bekoeld, dat hij zijn tegenstan
der maar liever niet meer te lijf wil
de en kalm afdroop.
Feuilleton.
Naar het Duitsch van
E. VON WERNER.
Speciaal bewerkt voor
Haablem's Dagblad.
27)
Halo, HaraldWaaraan denk je
toch wel Je loopt ons bijna omver
klonk op dit oogenblik een stem.
Thorvik keek op.
Bernard en Koert Fernstein ston
den vlak tegenover hem. Hij had op
den „Zeeadelaar" den jongen officier
niet gezien en deze sprak hem nu bij
het voorstellen zeer vriendelijk aan,
terwijl hij blijkbaar met groote be
langstelling den Noor opnam, die in
de jeugd van zijn vriend een hoofdrol
gespeeld had.
Die vriendelijkheid werd echter niet
beantwoord, Harald was zoo moge
lijk nog kariger met zijn woorden en
nog onvriendelijker dan anders, maar
Hohenfels deed, alsof hij het niet be
merkte.
Wij zijn op weg naar de pastorie,
zei hij. Ben. je nu eindelijk daar ook
geweest'? Men vond het niet aardig,
dat je heelemaal niet eens kwam. En
Edsviken wacht ook nog altijd op de
eer van je bezoek. Wanneer kom je
nu
Je kunt ook wel bij mij komen,
klonk kortaf het antwoord. De weg is
precies even-Jang als je het bij ons
niet te eenvoudig vindt.
O, begin je al weer riep Bernard
ongeduldig. Je doet, of ik de gewoon
ten van een prins heb aangenomen.
Bij onze marine worden wij waarach
tig niet vertroeteld, vraag het Koert
maar Daar is het consigne van vroeg
tot laat in dienst zijn
En kommandeeren! voltooide Ha
rald. Dat is het werk der heeren offi
cieren, de mannen hebben te gehoor
zamen en te werken niet waar,
mijnheer de luitenant?
Het kommandeeren is ook een
arbeid en geen lichte, zei Koert mis
tig. Dat zult ge ondervinden, als ge
maar eerst kapitein zijt, mijnheer
Thorvik. Bevelen is dikwijls moeilij
ker dan gehoorzamen, wegens de
groote verantwoordelijkheid.
De terechtwijzing werd begrepen,
maar het was geen vriendschappelij
ke blik, dien de Noor den luitenant
toewierp. Hij greep het eerste, het
beste voorwendsel aan, om het ge
sprek af te breken en heen te gaan.
Koert keek hem verbaasd na.
Dus dat is Harald Thorvik. Dien
moet men ieder woord uit de keel ha
len, en als het dan komt dan is het
een hatelijkheid of grofheid. Een
merkwaardigen vriend moet ik zeg
gen.
Harald en ik zijn nooit vrienden ge
weest, slechts speelkameraden, ant
woordde Bernard koel. We zijn met
elkaar opgegroeid en hebben alles sa
men gedeeld, zelfs het onderwijs van
mijn tegenwoordigen schoonvader in
spé. Wij waren de eenigen hier, die
niet tot de boerenkinderen behoorden.
Maar met jou voelde ik mij direct op
mijn gemak, jou warme, vroolijke zijn
trok mij aan als zonneschijn.
Nadat wij elkaar eerst eens flink
afgeranseld hadden, bracht Koert hier
lachend tusschen in. Maar die klop
partij had gezegende gevolgen, want
zij vestigde onze vriendschap Heb je
dat uitstekende middel nooit gepro
beerd met dien beer van een Harald?
Neen, tot zooveel vertrouwelijk
heid hebben wij het nooit gebracht.
Harald was vijf jaar ouder dan
'ik en moest nog allerlei dingen van
hem leeren. die men hier noodig had.
Wat wist ik, die uit de vlakte van
Noord-Duitschland kwam, van rotsen
en fjorden van de zee en haar stor
men. Hij wist overal raad op en ik
als zeven of achtjarige jongen hieid
het voor een eer, dat de sterkste en
dapperste jongen in geheel Raansdal
zich met mij inliet en mij wat wilde
leeren. Dat gaf hem van 't begin af
aan een overwicht op mij en hij heeft
dat altijd misbruikt. Zoodra ik daar
tegenop kwam, moest ik direct hoo-
ren, dat ik een echt heertje was, die
de voornaamheid nog in 't bloed zat,
die niet deugde voor een vrij leven
onder vrije menschen. Daarvoor wil
de ik echter deugen en daarmee wist
hij mij altijd weer te dwingen. Ik
was nog veel te jong om den teugel
waaraan hij mij leidde, op te mer
ken. Nu ken ik hem, nu laat ik mij
niet meer aan banden leggen en dat
wil hij mij niet vergeven.
Naar je beschrijving had ik mij
dien Thorvik anders voorgesteld, ver
klaarde de jonge zeeman. Eerlijk ge
zegd, maakt die sombere, ijskoude
vent een onaangenamen indruk op
mij. Ik geloof, dat hij zich nergens
warm over maken kan.
Denk je vroeg Bernard, dan
vergis jij je zeer. Er is vuur onder
dat ijs verborgen bij Harald maar het
brandt heel diep daar beneden. Over
't algemeen heeft hij een zwaren, tra
gen aard, maar als een of andere
hartstocht hem te pakken krijgt, dan
ontziet hij vriend noch vijand, dan
gaat hij in den blinde los op hetgeen
hem in den weg staat en vraagt zich
zelfs niet af, of hij er zelf mee ten
gronde gaat.
Wees dan voorzichtig zei Koert
plotseling ernstig. Hij heeft wat te
gen je.
Wie? Harald? Nu ja, het ergert
hem. dat hij tegenover mij niet meer
dien toon kan aanslaan van vroeger.
Ik bedoel iets anders. Toen wij
hem zooeven ontmoetten en jij hem
zoo plotseling aanriep, toen schrok hij
op en keek je aan met een blik
niet alleen van ergernis maar van
haat. Neem je in acht voor hem.
Onzin! waarom zou hij mij haten,
er is niet het minste tusschen ons
voorgevallen. Dat is zoo zijn manier
van doen. Ik geef niets meer om een
omgang met hem, ik moet voortdu
rend zijn hatelijkheden aanhooren,
maar ik kan er niet geheel van af
nu wij op dezelfde plaats zijn. Of
dacht je, dat ik het gevaar zou willen
loopen te moeten hooren, dat ik mij
schaam om den stuurman van den
„Zeeadelaar" vriend te noemen, als de
prins en mijn oom hier zijn? Dat gaat
niet, Koert, ik moet rekening houden
met de dagen van vroeger, al zijn wij
elkaar ook innerlijk vreemd geworden!
Zij hadden intusschen de pastorie
bereikt en Hildur ontving ze op haar
gewone, effen manier. Geen spoor was
er bij haar meer te bekennen van de
hartstochtelijke ontboezeming, die
haar op de dreigende vraag van Ha
rald ontsnapt was. Zij nam den groet
en kus van haar verloofde even gela
ten aan als zij haar geboden werden.
Het trotsche, kuische meisje kon wel
een bewijs van hartelijkheid beant
woorden, maar niet aanbieden, waar
men haar niet te gemoet kwam. en
Bernard verwende haar in dat op
zicht alles behalve. Zij verwachtte dat
eigenlijk ook niet. Het viel haar nooit
in, te tobben over de vraag, hoe het
kwam, dat hij met zijn stormachtig
hartstochtelijken aard, zoo zeldzaam
koel en rustig was, juist dan, wanneer
iedere andere man in vuur en vlam
raakte. Van zijn liefde was zij immers
zeker. Hij had haar uit eigen vrijen
wil gekozen, hij offerde zijn familie-
goed daarvoor op. In zoo'n geval wa
ren woorden overbodig.
In Raansdal. waar de proza altijd
den boventoon voerde, ging de ver-
loovingstijd gewoonlijk zoo rustig
voorbij en Hildur wist dus niet beter.
De warme, zwijgende liefde, die zich
bij haar onder de stille oppervlakte
verborg, werd bewaakt als een ver
borgen schat, dat ging haar alleen
aan. Maar die liefde den man te too-
nen, die er totaal niet naar verlang
de, en misschien over zooveel uitbun
digheid zou lachen, omdat hij zoo vol
komen bedaard bleef dat zou Hil
dur Eriksen voor geen geld ter we
reld willen doen.
(wordt vervolgd.)