Tour d'Auvergne
©n Arkliip Osipov.
ALLERLEI.
MOP PENTKO.HU EL
rïï\
ZIJ
udt
De naam La Tour d'Auvergne is be-
•nd als die van een der dapperste
ransche soldaten. Napoléon, toen
'pg eerste consul, huldigde de nage-
dichtenis van den „eersten grenadier
jvun Frankrijk", die den 27en Juni
ver 00 gedood werd in den slag bij Neu-
eai urg in de gelederen van de 46e
live brigade, door het volgende be-
uit uit te vaardigen
„De naam van La Tour d'Auvergne
il worden gehandhaafd op de appèl
sten en contröle-staten. Op alle ap-
ze ls zal die naam worden genoemd
de oudste grenadier der compagnie
fcarvan hij deel uitmaakte, zal aut-
nS{ jorden met de woorden gevallen op
it veld van eer
Dat is meer dan honderd jaren ge
iden. Het voorschrift van het plech-
ijfe houden der appèls is uit de regie
enten geschrapt en toch roept nog
ui j het 46e regiment infanterie, wan-
eer het vaandel naar buiten wordt
T bracht, de kapitein van de vaandel-
ra£ mpagnie voor het front "van het
®ment: La Tour d'Auvergne! en de
Best sceptischen zelfs worden ont-
erd als dan de oudste sergeant een
Ik is vooruit doet en antwoordtge-
e llen op het veld van eer
wij Een dergelijke traditie is bewaard
ibleven in het Russische leger bij het
e regiment van Tenginsk in garni-
te Achazich (militair district
den Kaukasus). Eiken avond
?an men bij de le compagnie van
len d regiment den naam Arkhip Osipov
de oudste antwoordtgevallen
ve or den roem der Russische wape-
in het fort van Mikhaïlovsk.
Bovendien worden bij die compagnie
soldij en de vivres voor den sol-
lat Arlchip Osipov nog steeds uitge-
okken en die komen ten bate van
zet» arrnsten soldaat der compagnie.
De naam van Arkhip Osipov is
ak ren populair in het Russische leger
hejs die van La Tour d'Auvergne in
jn.
'n/'
n. i
it Fransche. De eerste was een jon-
>n uit het volk, de tweede behoorde
den adelmilitaire heldenmoed
jet maatschappelijke ongelijkheid
rdwijnen en, beiden op het veld
a'di® eer gevallen, hebben zij zich de
de isterfelijkheid verworven, zoowel de
upitein van het 46e Fransche regi-
ik. sent of liever „de eerste grenadier
i ^bn Frankrijk" als de gewone soldaat
het 77e Russische.
Ziehier onder welke omstandighe-
m de soldaat Arkhip Osipov de hel-
tac mdaad verrichtte, waarbij hij den
Idatpod vond.
Gedurende den langen strijd vanon-
vijftig jaren, die Rusland in
«fen Kaukasus had te voeren vóór
wefet (in 1864) erin slaagde de volken,
:ste-
schrappen omdat wij niet gelooven
aan den dood van hen, die ze droe
gen. Daarom tellen wij hen onder
de levenden. De twee krijgslieden, die
deze namen dragen, zijn generaal
Souwarof en de soldaat Arkhip
Osipov.
Een schilderij van de hand van den
Russischen schilder Grinerisk stelt de
glorierijke daad van Osipov voor zij
neemt de eereplaats in de vergader
zaal der officieren van het 77e Russi
sche regiment in. Reproducties van
deze schilderij hangen in bijna alle
kadettenscholen.
Het wapenfeit van den soldaat Osi
pov is ook vereeuwigd op het tooneel.
Lavrov heeft naar aanleiding van dit
onderwerp een drama van vier be
drijven gemaakt, getiteldGevallen
voor de eer der Russische wapenen.
Zooals Lavrov zeer juist in zijn
voorspel zegtde soldaat Osipov heeft
door zijn heldenfeit naast zichzelf ook
het geheele garnizoen van Mikaï-
lovsk vereeuwigd en in het bijzonder
het 77e regiment van Tenginsk, een
der oudste Russische regimenten dat
in 1901 zijn 200e verjaardag heeft ge
werd.
itV'
weigerden zijn gezag te erken-
»jn, te onderwerpen, had men een
wa( iker aantal forten opgericht aan den
istelijken oever van de Zwarte Zee.
at
eze forten hadden voornamelijk ten
>el een einde te maken -aan den
avenhandel, die veel gedreven werd
sschen Turkije en de Kaukasische
ammen,
hi het begin van 1840 stonden de
irgbewoners, die uitstekend bewa-
ind waren en opgewonden werden
)or het fanatisme, waartoe de be-
oec lemde Schamyl, de Abd-el-kader van
in Kaukasus, hen geprikkeld had,
h jnieuw .op en namen stormender-
E and bijna al deze forten. Dat van
ikhaïlovsk deelde het lot der an-
sre. Het had een garnizoen van 300
an, voor het raeerendeel behoorend
na t het 77e regiment infanterie, met
en inige stukjes van klein kaliber. Het
delisheel stond onder commando van
ipitein Liko.
koj f)en 22en Maart vielen 11000 Tscher-
essen Mikhaïlovsk aan.
De Russen verdedigden zich met de
vj rootste dapperheid tegen deze hor-
liegen; verscheidene malen werden de
-ianvallers, die vasten voet in het fort
add en gekregen, er weder uitgewor-
joien. Maar ten slotte behaalde de
verweldigende menigte de overwin-
^Mng en na een hardnekkigen strijd
an twee uren bleven de Tscherkes-
in meester van de plaats. Toen be-
iph
loot Arkliip Osipov, oud soldaat van
TjlejO dienstjaren, op eigen initiatief het
haWt in de lucht te laten vliegen, op-
all at hij en zijn kameraden niet de
ichtjchande beleefden zich over te geven
a 1 a levend in handen der Tscherkessen
>evi0 vallen.
e Al de verdedigers van het fort koes-
Brden trouwens dezelfde gedachte als
Isipov en kapitein Liko vernam met
•lai reugde zijn plan.
Op het oogenblik dat de Tscherkes-
jmtfen het fort binnenrukten snelde Osi-
tov met een lont in de hand naar de
ielE ruitkamer en liet die in de lucht
apringen. Vóór hij deze heldendaad
errichtte, had hij gezegdKamera-
en, herinner u wat ik gedaan heb
(jaf Slechts enkel Russische soldaten
va ntsnapten aan den dood.
Keizer Nicolaas I beloonde de fami-
jaaiën van allen, die deel hadden uit
gemaakt van het garnizoen en beval
lat, om de herinnering aan de hel-
8 lendaad van Osipov te doen voortle-
ine en' z^n naam elken avond bij het
inziippèl zou worden afgeroepen.
De wensch, dien Osipov vóór zijn
lood uitsprak, werd alzoo vervuld
lij is niet vergeten, de herinnering
lan hem zal steeds in het Russische
t j eger voortleven. Eenigen tijd geleden
1 lubliceerde het blad „Rousskiï Inva
lid" (De Russische invalide) een ar-
oeIikol, getiteld: „Over hetgeen eeuwig
èeft" en dat aldus aanving „Onze
lej nilitaire geschiedenis telt vele na
tten, die eeuwig zullen voortleven,
naar daaronder zijn er slechts twee,
we niet uit de naamlijsten willen
Een Attisch hol.
Het plaatsje Bari in Attica was tot
dusver slechts in den herfst bij de ja
gers in trek, die daar in dien tijd een
rijken buit vinden. Voortan zal het-
ook op archeologen een bijzondere
aantrekkingskracht uitoefenen, sinds
daar bij de opgravingen van het Ame-
riltaansche Archeologisch Instituut,
gevestigd te Athene, een heel eigen
aardig heiligdom is ontdekt. Ten N.
van Bari ligt, op slechts 3 K.M. af
stand van het stadje, een rots-heilig
dom, zooals er in Rusland nauwelijks
éón beter bewaard is gebleven. Het
is een loodrecht in den berg afdalende
druipsteengrot, welker opening onge
veer 300 M. boven de oppervlakte der
zee ligt. Een vijgeboom verspert den
4 M. langen en 2 M. breeden ingang,
maar zijn takken en wortels zijn een
gemakkelijk steunpunt voor wie langs
de twaalf in de rots uitgehouwen tre
den in het donkere hol naar beneden
daalt. Met moeite ontdekt het oog in
het schemerdonker twee kamers, die
door een massief rotsblok van elkaar
zijn gescheiden. Eerst den Amerika
nen is het door middel van kunstlicht
gelukt, dieper in de geheimzinnige
diepte af te dalen, welker bestaan men
reeds meer dan honderd jaar vermoed
de. Reeds op de trap ziet men twee in
schriften in de rots. waarvan het kort
ste slechts een naam vermeldt en het
tweede mededeelt, dat Archedemus
het hol als een heiligdom van de nym
phen heeft ingericht. Links ziet men
een rotsaltaar, een ruwe nabootsing
van een tempelgevel. Het is blijkens
het opschrift aan Pan gewijd de god
is voorgesteld op een relief, en is uit
gebeeld in zittende houding, met de
lier in de hand. Dan volgen er nog
meer altaarnissen twee ervan zijn ge
scheiden door een in de rots gehouwen
zittende vrouwefiguur, waaraan het
hoofd ontbreektde naam is niet meer
te lezen. Achter die vrouwefiguur
staat een bank voor het neerleggen
der offers. Dan volgt weer een nis,
aan Pan gewijd. Het volgend altaar
heeft twee verdiepingen en dient voor
offers van welriekende drankenhet
is aan Apollo gewijd. Aan zijn zijde
heeft de bouwmeester van het heilig
dom zichzelf vereeuwigd Het is een
ruw uitgehouwen reliefbeeld, voor
stellende een man met een hamer m
de handdat het de bouwmeester van
het heiligdom is, blijkt uit den naam
Archidemus. Het volgend altaar be
vat twee afdeelïngen, waarin een
kunstig nagebootst kanaal uitloopt
dat is aan de nymphen gewijd. De
tweede kamer, die nog donkerder is,
maakt een somberen indruk, daar de
Attische schaapherders, die de daar
door vlietende bron opzoeken, er dik
wijls vuur hebben ontstoken, waar
door de wanden zwart zijn aangesla
gen. De groote ontdekking nu van de
Amerikanen is een derde kamer, wel
ker ingang totnogtoe door puin was
versperd. In die kamer lagen niet
minder dan vijftig brokken marmer
toen men deze met veel moeite weer
in elkaar had gezet, kwamen er vijf
bijna ongeschonden reliefs en twee
stukken van geschonden reliefs te
voorschijn. Het waren offers aan de
godheden, die in deze grot werden
vereerdPan, Hermes en de nym
phen. liermes vat de nymphen voor
(een dans bij de hand en Pan musi
ceert op een herdersfluit.
Behalve 20 inschriften op 426 vazen
en 71 terra cotta's, vindt men in die
kamer eenige bronzen, waaronder een
aan Pan gewijde herdersklok.
Aan de de wetenschappelijke onder
zoekingen werd, behalve door eenige
professoreri, ook door twee dames deel
genomen.
dat dan ook veel toepassing vindt bij
den scheepsbouw.
Een merkwaardig staaltje is, dat in
1902, bij 't woeden van een zwaren
brand in de Victoriadokken te Lon
den, deze gestuit werd door een sta
pel jarrahout, waardoor het der
brandweer mogelijk werd het vuur
meester te worden en een nog grootere
uitbreiding tegen te gaan. Verder is
't toen nog gebleken, dat het hout
slechts aan de buitenzijde een weinig
verkoold was, cloch overigens volko
men onaangetast was gebleven. Even
zoo werden ettelijke spoorwagens ge
heel vernield, zoodat slechts de meta
len deelen er van overbleven, bene
vens de blokken jarrahout, waarmede
zij geladen waren.
Ook het karrihout heeft dergelijke
goede eigenschappen, 't geen afdoen
de is gebleken uit proeven, daarmee
dit jaar te Londen genomen.
Men maakte n.l. een gebouw, 20
c.M. dik belegd met platen van dit
hout en gedragen door blokken van
85 bij 58 c.M., eveneens van dit hout
en bovendien belast met een gewicht
van 7000 K.G. aan steenen.
Van binnen werd alles aan een hit
te van 2000 graden onderworpen en
toen bleek het, dat na den brand de
zware belasting van 6 ton evengoed
door de dakbedekking werd gedragen
als te voren.
Uit een en ander blijkt dus voldoen
de, dat karri- en jarrahout alle aan
beveling verdienen, waar het bestand
zijn tegen vuur op den voorgrond
treedt, zooals b.v. bij spoorwagens,
trappen, deuren en vloeren.
ten algemeen voor een product der
groote steden te verklaren.
„De ervaring leert, dat ten platte-
lande en in kleine steden ook zeer
vele zenuwlijders voorkomen, ofschoon
het niet is te ontkennen, dat het aan
tal in de groote steden naar verhou
ding eenigszins grooter is."
Buiksprekende kippen.
De „Jardin des Plantes," te Parijs
is verrijkt met een collectie kippen en
hanen, ingezonden door den heer
Merwart, algemeen secretaris van
Fransch-Guinea, die de eigenaardige
natuurgave bezitten van zoogenaamd
„buikspreken" en aanleiding tot veel
pret geven.
Deze hanen en kippen maken een
geluid, dat nu eens uit de boomen,
dan uit den grond, dan weer midden
uit de toeschouwers schijnt te komen,
tot groot amusement van het publiek.
De Latijnsche benaming dezer kip-
pensoort is „Hoccos alector."
Het vleesch en de eieren dezer kip
pen worden door de Amerikaansche
fijnproevers zeer geroemd als smake
lijk en voedzaam.
Keizerin Josephine heeft te vergeefs
getracht de Hoccos te acclimatiseeren.
Verwarming Tan Tramwagens.
In Berlijn zijn onlangs in de tram
wagens proeven genomen met electri-
sche verwarmingstoestellen onder de
zitbanken. In Frankrijk worden de
electrïsche voetwarmers, die in, den
smaak van het publiek schijnen te val
len, op ruime schaal toegepast. In na
volging van de Fransche Westspoor
wegmaatschappij zijn voor de verwar
ming vier verwarmingskasten van 17
c.M. breedte en 1 M. lengte in den
middengang van den wagen geplaatst
In elecfcrisch geëxploiteerde treinen j
der lijn ParijsVersailles heeft elk
der tien voetwarmers in eiken wagen
een lengte van 80 c.M. en een breedte
van 14 c.M. bij een bedrijfsspanning
van 110 volts. Elke vijf voetwarmers
zijn op de spanning van het net van
550600 volts achter elkander ge
schakeld. De uit koper of messing
vervaardigde, en, ten opzichte van de
dichtheid, door middel van waterdruk
beproefde verwarmingskasten, zijn
zoodanig in den wagen gebouwd, dat
bij regen of bij het reinigen met wa
ter geen spoor van vocht naar bin
nen kan dringen. De kasten van aan
schaffing bedragen, zegt men, min
der dan bij elke andere methode.
Vuur vast liout.
Het is zeer zeker niet te ontkennen,
dat bij velschillende branden het ver
lies aan menschenlevens en de uit
breiding van de ramp veelal moeten
worden toegeschreven aan de min- of
meerdere mate van brandbaarheid
van het hout, bij de constructie ge
bezigd. Zoo o.a. bij den ondergrond
spoorweg te Parijs, waar de ernstige
gevolgen voor een groot deel hun oor
zaak vonden in de gemakkelijke brand
baarheid van 't hout der spoorwagens.
Vandaar dan ook, dat men meer en
meer gaat zoeken naar hout, dat be
ter bestand is tegen vuur, en waar
voor in de eerste plaats in aanmer
king komen sommige Australische
houtsoorten, zooals het hout van den
eucalyptus. Deze boom, ook karri ge
noemd, heeft bijzonder groote afmetin
gen en wordt dikwijls 120 M. hoog,
terwijl eerst op een hoogte van 90 M.
de takvorming begint. Dit hout is
zeer elastisch en duurzaam. Een twee
de Australische houtsoort is de jar-
rah-boom, die echter slechts 35 k 45
M. hoog wordt, doch voor vuur bijna
geheel onaantastbaar hout oplevert,
Zenuwachtigheid cu groote steden.
Albert Moll komt in een geschrift
„Der Einfluss des groszst&dtischen jLe-
bens und des Verkehrs auf das Ner-
vensystem" op tegen de bewering, dat
het leven in eene groote stad bijzon
der nadeelig werkt op de zenuwen.
Hij wijst er op, dat er ook in vroe
gere tijden zeer veel zenuwlijders
zijn geweest en dat het toenemen van
het aantal krankzinnigen niet vast en
zeker is bewezen.
In groote steden is het wel iets
erger dan op het platteland maar
dat is minder toe te schrijven aan
drankzucht, onzedelijke toestanden,
geestelijke overlading, woning, voe
ding enz., dan wel aan de opeenhoo-
ping in groote steden van zenuwach
tig makende beroepen.
In drie beroepen vooral komen veel
zenuwlijders voorten eerste bij mu
sici en tooneel-artistenten tweede bij
schrijvers, dagbladredacteurs, profes
soren, leeraren enz. en ten derde bij
bankiers en handelaars in effecten.
Te Berlijn vindt men 12,000 men-
schen, die den kost verdienen met
een dier zenuwachtig makende beroe
pen, welke in kleine plaatsen slechts
schaars vertegenwoordigd zijn. Daar
bij komen dan nog andere ongunsti
ge bedrijven, als post- en telegraaf
ambtenaren, kooplieden, officieren sn
rechtsgeleerden.
De concurrentiestrijd is ten platte-
lande en in kleine plaatsen niet min
der aangrijpend dan in groote steden.
Nadeelig werken in de groote ste
den de drukte en het gewoel van het
verkeermaar tegenover het gevaar
voor de gezondheid staan dan ook
weder de betere hygiënische maat
regelen.
Menige boeredeera en menige onder
wijzeres in eene kleine plaats is ze
nuwachtiger dan de groote-stadbewo-
ners en de fabrieksarbeiders ten plat-
telande zijn over het geheel zenuw
achtiger dan die in groote steden.
De "beweerde overlading der kinde
ren op de scholen wordt door Moll
ontkendde ouders zeiven, zegt hij,
doen veel meer nadeel aan de zenu
wen hunner kinderen, als zij hen
's avonds koffiehuizen en andere uit
spanningsplaatsen laten bezoeken, als
ook door pianospelen.
Tegenover de minder ruime wonin
gen in de steden staat het ten plat-
telande bestaande vooroordeel Legen
versche lucht en alle voorschriften der
gezondheidsleer.
De statistiek wijst niet op ontaar
ding der inwoners, maar op voortdu
rende verbetering van de verhouding
der sterftecijfers van groote steden.
Te Parijs worden naar verhouding
meer lotelingen geschikt voor den
dienst bevonden dan in het departe
ment Beneden-Seine.
Het drankmisbruik is bv. in de Op-
per-Silezische nijverheidsdistricten
veel erger dan te Berlijn en in het
landelijke Oost-Pruisen eveneens.
Kortom, er is geen scherpe grens te
trekken tusschen stad en land.
„Alles in aanmerking genomen",
zegt Moll, „kunnen wij het dogina van
de gezonde zenuwen der bewoners van
kleine steden en van liet platteland
even goed tot de sprookjes rekenen als
de landelijke onschuld.
„Het is eene dwaling, de zenuwziek-
Beyroreu planten.
Bevroren planten worden 't best ont
dooid door ze in een bak koud water
te plaatsen. Wie bevroren planten
dood wil hebben, moet ze zoo spoedig
mogelijk bij het vuur brengen. Een
bevroren plant is meestal nog niet
doodworden nu de levensgeesten
weer langzaam opgewekt, dan her
stelt zich alles weèr.
Als 'een plant bevriest, treedt het
water uit het celvocht naar buiten
en vult de ruimten tusschen de cel
len. Wat dan in de cel achterblijft,
kan door het waterverlies weer groo
ter kou verdragen. Zoo wordt de
plant, al bevriezende, voor doodvrie-
zen bewaard. Men ten slotte komt er
een oogenblik, waarop hieraan een
einde komt, en dan is de plant er ge
weest.
In de vrije natuur, waar zeer veel
planten aan lage temperatuur onder
hevig zijn, geschiedt de ontdooiing
zeer langzaam. Zoo moet men het ook
trachten in te richten.
Ijskoud water verwarmt de nog
koudere plantmaar die afgestane
warmte is niet zeer groot, zoodat de
ontdooiing langzaam geschiedt, even
als in de natuur.
Brengt men in eens te veel warmte
aan, dan geschiedt de ontdooiing te
snel"al 't water tusschen de cellen
ontdooit plotseling en daar het niet
direct kan worden opgenomen, heb
ben de cellen te weinig spankracht
en de geheele plant hangt slap.
Sommige planten kunnen nog ai
wat kou verdragen, b.v. de buitenste
bladeren van kool 10 tot 15 gr. on
der 0, en de bladeren van maïs 3 gr.
verhoudingen bevat. Laat men dit
mengsel verdampen, dan krijgt men
zijn kamer vol van den adem der zilte
zee. De oogen sluitend, een schelp aan
het oor houdend en goed met den
neus opsnuivend, krijgt men precies
den indruk, welken men zou ontvan
gen. wanneer men in een badstoel
aan het strand zat.
De uitvinder van het middel is er
zóó op verzot, dat hij er niet meer
aan denkt, met vrouw en kinderen
naar een badplaats te gaan. Hij ge
niet stil in zijn studeerkamer: daar
heeft hij wat schelpjes en wat zeewier
over den vloer gestrooid een bad
kostuum hing hij over een stoel. Zijn
kinderen mogen op bloote voeten om
hem heen spelen, zonder vrees voor
pijn in het lijf. Alles veilig, rustig,
goedkoop en hygiënisch, en de illusie
is volkomen.
Het laatste uur der echte zeebad
plaatsen schijnt geslagen
Blinde ijver.
Van den bekenden Engelschen veld
maarschalk lord Wolseley wordt de
volgende anecdote verhaald
Hij stelde zoo groot belang in de
wijze, waarop de soldaten verzorgd I
werden, dat zijn ijver hem eens een
komische poets bakte.
De soldaten kregen juist hun mid-1
dagbrood en de ordonnansen draaf-
den met dampende schotels af en aan. i
Lord Wolseley hield er een staande. 1
Neem het deksel er af, gelastte I
hij.
De ordonnans gehoorzaamde.
Laat me eens proeven, ging Wol
seley voort.
Pardon, generaal, het is...
Laat me proeven, zeg ik je.
En tegelijkertijd proefde hij.
Schandelijkriep hij met een i
grijns van walging uit. Het smaakt
als vatenwater.
Pardon, generaal, steunde de i
ordonnans, dat is het ook
Critiek op ltossini.
Gounod was destijds, als winner van
den prix de Rome, bewoner van de
Villa Médicis, waarvan de schilder
Ingrc-s toen directeur was.
Beiden spraken dikwijls vriendschap- j
pelijk over de Italiaansche muziek, i
die door Gounod werd verdedigd en
waarvan Ingres beweerde, dat zij
„hoogstens goed was voor kermisten-
ten."
Op zekeren avond, dat de toekomsti
ge componist van „Faust" aan de
piano zat en het geheele eerste be
drijf van „Don Juan" had gespeeld,
riep Ingres geestdriftig uit
Wat een muziekWat een god
delijke muziek! Je bent het zeker wel
met me eens, dat de Italianen nooit
iets dergelijks hebben gemaakt.
Toen begon Gounod zachtjes het
Jagerkoor „Du village la. cloche Son
ne" uit „Guillaume Tell" te spelen.
Sapperloot, wat is dat mooi
riep Ingres nu uit. Hoe kom je aan
zulk een liemelsche inspiraties
Inspiraties Maar die muziek
is niet van mij...
Van welk genie dan?
Van Rossini...
Rossinischreeuwde Ingres woe
dend, Rossini, die kwakzalver Het
is niet mogelijk!... Dan heeft hij zich
zeker vergist, toen hij dat compo
neerde...
Nagemaakte Zeelucht.
De gemeentelijke overheid van de
Londensche voorstad Fulham heeft ir.
één der parken een miniatuur-zee ge-
m'aakt met een strand van echt zee
zand voor de jonge Fulhammertjes,
om aan en in te spelen. Het zand is
in groote hoeveelheden van zee naar
Fulham overgebracht. Dergelijke
kunststranden bestaan reeds sedert
een poos in de voornaamste New-
Yorksche parken.
Mag men den Parijschen corres
pondent van de „Daily Telegraph" ge
looven. dan behoeft men niet eens
naar Fulham of New-York te gaan,
om zich aan een kunststrand te ver
meien. 1-Iij weet een middel, naar hij
zegt door een lid der Fransche acade
mie van Wetenschappen uitgevonden,
om zich er een te scheppen. Men heeft
slechts een zekere hoeveelheid zout
op te lossen in zuurstofhoudend wa
ter, dat ook ether en ozon in bepaalde
Winterpret.
Voor- het toeristenverkeer in het
hooggebergte is nog onbetwist de
zomer het seizoendan zijn de stroo
men het talrijkst en in breede golven
verspreiden zich pleizierzoekende rei
zigers over Zwitserland en Tirol,
Noord-Italië en Zuid-Frankrijk. Maar
terwijl \Toeger met het vallen van de
bladeren de hooggelegen hotels ge
sloten werden en het hoogland ver
laten was tot het volgend voorjaar,
zijn er thans een menigte plaatsen
aan te wijzen, waar een nieuwe, een
fleurige periode aanvangt, juist als
hooger zich de sneeuw stapelt op de
hellingen en als de vorst zich doet
gevoelen tot beneden in de dalen
zelfs.
Dan in den winter, komen langs
met groote moeite opengehouden we
gen en bergpaden toeristen aan, deels
om gezondheid te zoeken bij de har-
dingskuur der zuivere, koude, dunne
berglucht, deels ook om zich te ont
spannen bij de vele takken van win
tersport, waaraan de vermaaklieven-
de wereld zich tegenwoordig wijden
kan tot voordeel van humeur, ge
zondheid en levenslust.
Er komt steeds meer verscheiden
heid, die in het Reuzengebergte en
den Harz, in het Schwarzwald ook in
Thüringen reeds wordt beoefend, maar
toch allermeest in het gebied der Al
pen. Davos en Sankt Moritz zijn cen
trale punten in deze daar ziin hotels
overvuld met vreemdelingen uit alle
landen en werelddeelen, alleen gelokt
door de genoegens, die de winter
sport belooft.
Sneeuwschoenloopen op de vlugge
ski's, sleedje-varen en schaatsenrij
den. met allerlei variaties doen ze
opgeld. De lange ski's laten een ide
aal snelle voortbeweging toe, maar
liet leeren van de kunst is niet zoo
heel gemakkelijk en om er iets in te
presteeren en met eenige kunstvaar
digheid te rijden, moet er veel ener
gie en veel volharding aan den dag
e-elegd worden. Het komt voor, dat
geoefende skiloopers vijftien kilome
ter per uur afleggen, en een andere
kunst is hierbij het hoogspringen,
waarin men dikwijls wedstrijden "ziet
houden en waarbij sprongen tot 30 M.
toe voorkomen. Ook wedloopen met
hindernissen, springen over slooten.
hekken wallen en schuttingen geven
tot vermakelijke tooneelen aanlei
ding.
De sledesport is oneindig rijk aan
variaties ontelbaar bijna zijn de ver
schillende soorten van sleden en
sleedjes, waarbij vorm en grootte en
gebruik verschillen, maar die alle
den sportsman vliegensvlug doen glij
den langs de besneeuwde hellingen.
Er zijn daarbij sleden voor vijf per
sonen in gebruik met een stuurman
en een remmer, maar ook veel sleed
jes en geraamten van sleedjes voor
één persoon, die in suizende vaart het
mooie eindweegs langs den postweg
tusschen Davos en Klosters, nog geen
uur gaans, in een ommezientje af-1
vliegen.
Het schaatsenrijden op de mooie
bergmeren lokt tot hardrijderijen,
waarbij uit alle landen van Europa,
ook uit ons land, velen meedoen, en
dan komen er m den laatsten tijd al
lerlei ijsspelen in zwang, polo, cro
quet, cricket en in de laatste jaren
het curlingspel. Dat bestaat daarin,
dat men om twee in de mooie gladde
ijsvlakte geslagen palen op 40 M. af-
stands van eikaar vier kringen trekt
van telkens grooter middellijn. Aan
beide zijden staan een aantal spelers,
wier doel het is hun steen, den cur-
lingsteen, zoo dicht mogelijk te schui
ven naar den paal der tegenpartij.
Al naar gelang de steen in den bin
nensten of in een der buitenste krin
gen belandt, krijgt men punten en
om den weg voor de steenen te effe
nen, ziet men de spelers vaak ieder
met een bezem gewapend, ten èinde
liindernisjes voor de glijdende stee
nen op te ruimen.
Snelheid in de muziek.
Een Duitsch geleerde heeft inte
ressante bijzonderheden verzameld
met betrekking tot de uitvoering van
zware muziek op dc piano. Iemand,
zegt hij. die verwacht een prijs of di
ploma te verwerven aan eenige mo
derne muziekschool of conservatorium
moet in staat zijn vijftien honderd
noten in een minuut te lezen, en ter
zelfder tijd twee duizend bewegingen
met de vingers te maken. Bovendien
zijn ook de hersenen druk bezig om
oogen en vingers te controleeren,
wanneer deze aan den arbeid zijn.
Om Weber's „Moto Perpetuote
spelen, moet een pianist in staat zijn
4,541 notea in vier ruinuten te lezen
of 19 in elke seconde, en onder Cho
pin's „Etudes" is er een, die men niet
kan uitvoeren zonder 3.950 noten in
twee en een halve minuut te lezen,
of 36 in een seconde.
Herhaalde proefnemingen hebben
evenwel bewezen, dat het menscheliik
oog. hoe geoefend het ook moge zijn,
niet in staat is meer dan tien achter
eenvolgende indrukken per seconde
op te nemen, en daaruit volgt natuur
lijk, dat bij zeer snelle muziek de spe
ler niet alle noten afzonderlijk ziet,
maar dat zij groepsgewijze door het
oog worden opgenomen.
haar aangenomen „dochters", jonge
meisjes, gekozen uit verarmde adel
lijke families, die als eeredames
dienst doen. Op deze wandelingen
wordt vaak door een naburig bosch
gedwaald, en dan wordt een tweede
ontbijt op een of ander schoon plekje
of in een eenzame hut gebruikt.
Soms blijft de koningin daar wer
ken of leest zij haar „dochters" iets
voor van wat zij 't laatst heeft ge
schreven. Later gaat zij terug naar
het kasteel om het middagmaal te ge
bruiken. Daarbij dragen de vorstelij
ke personen en de hofdames gewoon
lijk wit of zilver, met een langen
sluier.
Na den eten leest zij opnieuw, of
gaat zij weer aan den arbeid. Ook
houdt zij zich dun wel bezig met
haar misboek in haar boudoir. Des
avonds speelt koningin Elisabeth dik
wijls op het orgelzij blijft zelden
lang in huis, maar maakt herhaal
delijk wandelingen in de bossclien,
die woest en ongebaand gelaien zijn
rondom het paleis, zoodat Sinaja ge
lijkt op het kasteel van een of andere
boschgodin.
Slangen.
In de warme landen in 't algemeen,
vooral in dc Binnenlanden van Afri
ka, langs de oevers van het Tanga-
nika in 't bijzonder, treft men vele
slangen aan, en sommige daarvan,
zooals de reuzenslangen of pythons,
hebben soms groote afmetingen. De
Christenen cn de kinderen, die in de
Missiestaties hun bijgeloovigen eer
bied voor slangen hebben leeren af
leggen, maken gedurig jacht op die
gevaarlijke dieren. Zij hebben er dan
ook al in triomf thuisgebracht, die
meer dan vier meter lang en omtrent
anderhalve palm (doorsnede) dik wa
ren. „Daarbij is de huid eener leven
de slang zoo verbazend rekbaar", zoo
schrijft een Witte Pater in de „Anna
len" van Oudenbosch, „dat ik met
eigen oogen zulk een monster gezien
heb, dat eene heele antiloop (zoo
groot als een flinke geit) in eens moet
hebben ingeslikt, omdat het geheele
dier met huid en haar er weer uit te
voorschijn kwam, toen het ondier
opengesneden werd.
„De zoogenaamde spuwslang dringt
herhaaldelijk in de stallen, waar gei
ten of andere huisdieren opgesloten
zijn. Ook wij hebben in onzen geiten
stal reeds herhaaldelijk van zulk een
ougenoode gast bezoek gehad. Deze
slang spuwt haar venijn in de oogen.
der dieren, zoodat hun kop daarvan
aanstonds geweldig begint op te zwel
len en de arme dieren van de pijn
razend worden, om na een paar mi
nuten van zenuwschokkende stuip
trekkende dood neer te vallen. Ge
beurt het soms. dat een neger door
een spuwslang verrast wordt, dan kan
hij zijn leven nog redden, als hij ge
noeg tegenwoordigheid van geest De-
zit. om onmiddellijk zijn oogen met
melk te betten.
Laatst was een van onze ezels des
nachts plotseling doodgebleven. De
negers verzekerden dat dit zeker het
gevolg was van den beet van een
groene, lange en dunne slang, wier
heet zoowel voor menschen als dieren
doodelijk is. Wij zochten in den om
trek en vonden werkelijk zuÏk een
slang in een doornstruik zitten. Aan
stonds riepen onze jongens een neger,
die als slangenbezweerder bekend
stond en verzochten hem, die slang
te gaan grijpen. De neger verwijder
de zich, om eerst een zeker kruid te
gaan halen, waarmede hij zich moest
inwrijven, om elkeji beet van de slang
onschadelijk te maken, zooals hij zei-
de. Toen hij dan gereed was, ging hij
tegenover de doornstruik plaats ne
men en begon te roepen, te fluiten en
met gras naar de slang te werpen.
Zij echter verroerde zich niet. De be
zweerder ging dan wat dichter bij
de slang en greep haar bij den staart,
doch het dier rukte zich met zulk
een krachtigen ruk uit zijn hand los,
dat de toovenaar een stuk staart in
de hand hield.
Het ondier werd daarop door den t
missionaris met een schot in den kop
gedood.
Carmen Sylra.
Dinsdag den 5den Januari j.l. heeft
„Carmen Sylva". de dichteres-konin
gin van Rumenië, haar 60sten geboor
tedag gevierd. Het leven van deze
litteraire vorstin in het zomerpaleis
t-} Sinaja, in de Karpathen, is idyl
lisch. Bijna altoos is zij voor zonsop
gang op. en schrijft verscheiden uren,
haar correspondentie of litterair werk
bespoedigende, teneinde de rest van
den dag vrij te zijn. Omstreeks negen
uur gaat zij uit met den koning' en
VERKEERD BEGREPEN.
Dominee is een stevige zestiger;
maar hij ziet er ouder uit dan hij is,
en hij hoort dat niet gaarne.
Bij een klein station kwam een
oude, kromloopende boer hijgend op
het laatste oogenblik in den spoor-
waggon, waar hij zat.
Ik heb hard moeten loopen om
den trein nog te halen, zei hij, en
hard loopen, zoo vervolgde hij, zich
tot den predikant wendende, is een
leelijk ding voor oude menschen zoo
als u en ik.
Dominee fronste het voorhoofd en
vroeg den boer hoe oud hij was.
Ik ben zes-en-tachtig, was het
antwoord.
Nu, zei de predikant, dan sche
len wij toch nog twintig jaren.
Goede hemelriep de oude boer,
ge wilt toch niet zeggen, dat gij 106
jaren oud zijt
VOORBARIG.
Vrouw. Ja, ik ben wèl sukkelend,
maar zoo'n vrouw als mij, krijg .je
toch nooit weer
Man. Maar kind, wie heeft je
gezegd, dat ik zóó'n vrouw weer ver-
rang
Mevrouw (na het huwelijk) O,
Karei, ik heb onze trouwacte verloren!
Mijnheer. Maak je maar niet
ongerustdeze rekeningen van de
modiste zijn bewijzen genoeg, voor
ons werkelijk huwelijk.
VOLGENS RECEPT.
Dokter ('s avonds in een café ko
mend, waar hij een zijner patiënten
bezig ziet, flink aan Gambrinus te
offeren). Maar mijn waarde heer;
ik heb u immers niet meer dan één
glas bier per dag gepermiteerd
Patiënt. Per dag? Maar 't is
nu avond Prosit dokter