Tour d'Auvergne ©n Arkliip Osipov. ALLERLEI. MOP PENTKO.HU EL rïï\ ZIJ udt De naam La Tour d'Auvergne is be- •nd als die van een der dapperste ransche soldaten. Napoléon, toen 'pg eerste consul, huldigde de nage- dichtenis van den „eersten grenadier jvun Frankrijk", die den 27en Juni ver 00 gedood werd in den slag bij Neu- eai urg in de gelederen van de 46e live brigade, door het volgende be- uit uit te vaardigen „De naam van La Tour d'Auvergne il worden gehandhaafd op de appèl sten en contröle-staten. Op alle ap- ze ls zal die naam worden genoemd de oudste grenadier der compagnie fcarvan hij deel uitmaakte, zal aut- nS{ jorden met de woorden gevallen op it veld van eer Dat is meer dan honderd jaren ge iden. Het voorschrift van het plech- ijfe houden der appèls is uit de regie enten geschrapt en toch roept nog ui j het 46e regiment infanterie, wan- eer het vaandel naar buiten wordt T bracht, de kapitein van de vaandel- ra£ mpagnie voor het front "van het ®ment: La Tour d'Auvergne! en de Best sceptischen zelfs worden ont- erd als dan de oudste sergeant een Ik is vooruit doet en antwoordtge- e llen op het veld van eer wij Een dergelijke traditie is bewaard ibleven in het Russische leger bij het e regiment van Tenginsk in garni- te Achazich (militair district den Kaukasus). Eiken avond ?an men bij de le compagnie van len d regiment den naam Arkhip Osipov de oudste antwoordtgevallen ve or den roem der Russische wape- in het fort van Mikhaïlovsk. Bovendien worden bij die compagnie soldij en de vivres voor den sol- lat Arlchip Osipov nog steeds uitge- okken en die komen ten bate van zet» arrnsten soldaat der compagnie. De naam van Arkhip Osipov is ak ren populair in het Russische leger hejs die van La Tour d'Auvergne in jn. 'n/' n. i it Fransche. De eerste was een jon- >n uit het volk, de tweede behoorde den adelmilitaire heldenmoed jet maatschappelijke ongelijkheid rdwijnen en, beiden op het veld a'di® eer gevallen, hebben zij zich de de isterfelijkheid verworven, zoowel de upitein van het 46e Fransche regi- ik. sent of liever „de eerste grenadier i ^bn Frankrijk" als de gewone soldaat het 77e Russische. Ziehier onder welke omstandighe- m de soldaat Arkhip Osipov de hel- tac mdaad verrichtte, waarbij hij den Idatpod vond. Gedurende den langen strijd vanon- vijftig jaren, die Rusland in «fen Kaukasus had te voeren vóór wefet (in 1864) erin slaagde de volken, :ste- schrappen omdat wij niet gelooven aan den dood van hen, die ze droe gen. Daarom tellen wij hen onder de levenden. De twee krijgslieden, die deze namen dragen, zijn generaal Souwarof en de soldaat Arkhip Osipov. Een schilderij van de hand van den Russischen schilder Grinerisk stelt de glorierijke daad van Osipov voor zij neemt de eereplaats in de vergader zaal der officieren van het 77e Russi sche regiment in. Reproducties van deze schilderij hangen in bijna alle kadettenscholen. Het wapenfeit van den soldaat Osi pov is ook vereeuwigd op het tooneel. Lavrov heeft naar aanleiding van dit onderwerp een drama van vier be drijven gemaakt, getiteldGevallen voor de eer der Russische wapenen. Zooals Lavrov zeer juist in zijn voorspel zegtde soldaat Osipov heeft door zijn heldenfeit naast zichzelf ook het geheele garnizoen van Mikaï- lovsk vereeuwigd en in het bijzonder het 77e regiment van Tenginsk, een der oudste Russische regimenten dat in 1901 zijn 200e verjaardag heeft ge werd. itV' weigerden zijn gezag te erken- »jn, te onderwerpen, had men een wa( iker aantal forten opgericht aan den istelijken oever van de Zwarte Zee. at eze forten hadden voornamelijk ten >el een einde te maken -aan den avenhandel, die veel gedreven werd sschen Turkije en de Kaukasische ammen, hi het begin van 1840 stonden de irgbewoners, die uitstekend bewa- ind waren en opgewonden werden )or het fanatisme, waartoe de be- oec lemde Schamyl, de Abd-el-kader van in Kaukasus, hen geprikkeld had, h jnieuw .op en namen stormender- E and bijna al deze forten. Dat van ikhaïlovsk deelde het lot der an- sre. Het had een garnizoen van 300 an, voor het raeerendeel behoorend na t het 77e regiment infanterie, met en inige stukjes van klein kaliber. Het delisheel stond onder commando van ipitein Liko. koj f)en 22en Maart vielen 11000 Tscher- essen Mikhaïlovsk aan. De Russen verdedigden zich met de vj rootste dapperheid tegen deze hor- liegen; verscheidene malen werden de -ianvallers, die vasten voet in het fort add en gekregen, er weder uitgewor- joien. Maar ten slotte behaalde de verweldigende menigte de overwin- ^Mng en na een hardnekkigen strijd an twee uren bleven de Tscherkes- in meester van de plaats. Toen be- iph loot Arkliip Osipov, oud soldaat van TjlejO dienstjaren, op eigen initiatief het haWt in de lucht te laten vliegen, op- all at hij en zijn kameraden niet de ichtjchande beleefden zich over te geven a 1 a levend in handen der Tscherkessen >evi0 vallen. e Al de verdedigers van het fort koes- Brden trouwens dezelfde gedachte als Isipov en kapitein Liko vernam met •lai reugde zijn plan. Op het oogenblik dat de Tscherkes- jmtfen het fort binnenrukten snelde Osi- tov met een lont in de hand naar de ielE ruitkamer en liet die in de lucht apringen. Vóór hij deze heldendaad errichtte, had hij gezegdKamera- en, herinner u wat ik gedaan heb (jaf Slechts enkel Russische soldaten va ntsnapten aan den dood. Keizer Nicolaas I beloonde de fami- jaaiën van allen, die deel hadden uit gemaakt van het garnizoen en beval lat, om de herinnering aan de hel- 8 lendaad van Osipov te doen voortle- ine en' z^n naam elken avond bij het inziippèl zou worden afgeroepen. De wensch, dien Osipov vóór zijn lood uitsprak, werd alzoo vervuld lij is niet vergeten, de herinnering lan hem zal steeds in het Russische t j eger voortleven. Eenigen tijd geleden 1 lubliceerde het blad „Rousskiï Inva lid" (De Russische invalide) een ar- oeIikol, getiteld: „Over hetgeen eeuwig èeft" en dat aldus aanving „Onze lej nilitaire geschiedenis telt vele na tten, die eeuwig zullen voortleven, naar daaronder zijn er slechts twee, we niet uit de naamlijsten willen Een Attisch hol. Het plaatsje Bari in Attica was tot dusver slechts in den herfst bij de ja gers in trek, die daar in dien tijd een rijken buit vinden. Voortan zal het- ook op archeologen een bijzondere aantrekkingskracht uitoefenen, sinds daar bij de opgravingen van het Ame- riltaansche Archeologisch Instituut, gevestigd te Athene, een heel eigen aardig heiligdom is ontdekt. Ten N. van Bari ligt, op slechts 3 K.M. af stand van het stadje, een rots-heilig dom, zooals er in Rusland nauwelijks éón beter bewaard is gebleven. Het is een loodrecht in den berg afdalende druipsteengrot, welker opening onge veer 300 M. boven de oppervlakte der zee ligt. Een vijgeboom verspert den 4 M. langen en 2 M. breeden ingang, maar zijn takken en wortels zijn een gemakkelijk steunpunt voor wie langs de twaalf in de rots uitgehouwen tre den in het donkere hol naar beneden daalt. Met moeite ontdekt het oog in het schemerdonker twee kamers, die door een massief rotsblok van elkaar zijn gescheiden. Eerst den Amerika nen is het door middel van kunstlicht gelukt, dieper in de geheimzinnige diepte af te dalen, welker bestaan men reeds meer dan honderd jaar vermoed de. Reeds op de trap ziet men twee in schriften in de rots. waarvan het kort ste slechts een naam vermeldt en het tweede mededeelt, dat Archedemus het hol als een heiligdom van de nym phen heeft ingericht. Links ziet men een rotsaltaar, een ruwe nabootsing van een tempelgevel. Het is blijkens het opschrift aan Pan gewijd de god is voorgesteld op een relief, en is uit gebeeld in zittende houding, met de lier in de hand. Dan volgen er nog meer altaarnissen twee ervan zijn ge scheiden door een in de rots gehouwen zittende vrouwefiguur, waaraan het hoofd ontbreektde naam is niet meer te lezen. Achter die vrouwefiguur staat een bank voor het neerleggen der offers. Dan volgt weer een nis, aan Pan gewijd. Het volgend altaar heeft twee verdiepingen en dient voor offers van welriekende drankenhet is aan Apollo gewijd. Aan zijn zijde heeft de bouwmeester van het heilig dom zichzelf vereeuwigd Het is een ruw uitgehouwen reliefbeeld, voor stellende een man met een hamer m de handdat het de bouwmeester van het heiligdom is, blijkt uit den naam Archidemus. Het volgend altaar be vat twee afdeelïngen, waarin een kunstig nagebootst kanaal uitloopt dat is aan de nymphen gewijd. De tweede kamer, die nog donkerder is, maakt een somberen indruk, daar de Attische schaapherders, die de daar door vlietende bron opzoeken, er dik wijls vuur hebben ontstoken, waar door de wanden zwart zijn aangesla gen. De groote ontdekking nu van de Amerikanen is een derde kamer, wel ker ingang totnogtoe door puin was versperd. In die kamer lagen niet minder dan vijftig brokken marmer toen men deze met veel moeite weer in elkaar had gezet, kwamen er vijf bijna ongeschonden reliefs en twee stukken van geschonden reliefs te voorschijn. Het waren offers aan de godheden, die in deze grot werden vereerdPan, Hermes en de nym phen. liermes vat de nymphen voor (een dans bij de hand en Pan musi ceert op een herdersfluit. Behalve 20 inschriften op 426 vazen en 71 terra cotta's, vindt men in die kamer eenige bronzen, waaronder een aan Pan gewijde herdersklok. Aan de de wetenschappelijke onder zoekingen werd, behalve door eenige professoreri, ook door twee dames deel genomen. dat dan ook veel toepassing vindt bij den scheepsbouw. Een merkwaardig staaltje is, dat in 1902, bij 't woeden van een zwaren brand in de Victoriadokken te Lon den, deze gestuit werd door een sta pel jarrahout, waardoor het der brandweer mogelijk werd het vuur meester te worden en een nog grootere uitbreiding tegen te gaan. Verder is 't toen nog gebleken, dat het hout slechts aan de buitenzijde een weinig verkoold was, cloch overigens volko men onaangetast was gebleven. Even zoo werden ettelijke spoorwagens ge heel vernield, zoodat slechts de meta len deelen er van overbleven, bene vens de blokken jarrahout, waarmede zij geladen waren. Ook het karrihout heeft dergelijke goede eigenschappen, 't geen afdoen de is gebleken uit proeven, daarmee dit jaar te Londen genomen. Men maakte n.l. een gebouw, 20 c.M. dik belegd met platen van dit hout en gedragen door blokken van 85 bij 58 c.M., eveneens van dit hout en bovendien belast met een gewicht van 7000 K.G. aan steenen. Van binnen werd alles aan een hit te van 2000 graden onderworpen en toen bleek het, dat na den brand de zware belasting van 6 ton evengoed door de dakbedekking werd gedragen als te voren. Uit een en ander blijkt dus voldoen de, dat karri- en jarrahout alle aan beveling verdienen, waar het bestand zijn tegen vuur op den voorgrond treedt, zooals b.v. bij spoorwagens, trappen, deuren en vloeren. ten algemeen voor een product der groote steden te verklaren. „De ervaring leert, dat ten platte- lande en in kleine steden ook zeer vele zenuwlijders voorkomen, ofschoon het niet is te ontkennen, dat het aan tal in de groote steden naar verhou ding eenigszins grooter is." Buiksprekende kippen. De „Jardin des Plantes," te Parijs is verrijkt met een collectie kippen en hanen, ingezonden door den heer Merwart, algemeen secretaris van Fransch-Guinea, die de eigenaardige natuurgave bezitten van zoogenaamd „buikspreken" en aanleiding tot veel pret geven. Deze hanen en kippen maken een geluid, dat nu eens uit de boomen, dan uit den grond, dan weer midden uit de toeschouwers schijnt te komen, tot groot amusement van het publiek. De Latijnsche benaming dezer kip- pensoort is „Hoccos alector." Het vleesch en de eieren dezer kip pen worden door de Amerikaansche fijnproevers zeer geroemd als smake lijk en voedzaam. Keizerin Josephine heeft te vergeefs getracht de Hoccos te acclimatiseeren. Verwarming Tan Tramwagens. In Berlijn zijn onlangs in de tram wagens proeven genomen met electri- sche verwarmingstoestellen onder de zitbanken. In Frankrijk worden de electrïsche voetwarmers, die in, den smaak van het publiek schijnen te val len, op ruime schaal toegepast. In na volging van de Fransche Westspoor wegmaatschappij zijn voor de verwar ming vier verwarmingskasten van 17 c.M. breedte en 1 M. lengte in den middengang van den wagen geplaatst In elecfcrisch geëxploiteerde treinen j der lijn ParijsVersailles heeft elk der tien voetwarmers in eiken wagen een lengte van 80 c.M. en een breedte van 14 c.M. bij een bedrijfsspanning van 110 volts. Elke vijf voetwarmers zijn op de spanning van het net van 550600 volts achter elkander ge schakeld. De uit koper of messing vervaardigde, en, ten opzichte van de dichtheid, door middel van waterdruk beproefde verwarmingskasten, zijn zoodanig in den wagen gebouwd, dat bij regen of bij het reinigen met wa ter geen spoor van vocht naar bin nen kan dringen. De kasten van aan schaffing bedragen, zegt men, min der dan bij elke andere methode. Vuur vast liout. Het is zeer zeker niet te ontkennen, dat bij velschillende branden het ver lies aan menschenlevens en de uit breiding van de ramp veelal moeten worden toegeschreven aan de min- of meerdere mate van brandbaarheid van het hout, bij de constructie ge bezigd. Zoo o.a. bij den ondergrond spoorweg te Parijs, waar de ernstige gevolgen voor een groot deel hun oor zaak vonden in de gemakkelijke brand baarheid van 't hout der spoorwagens. Vandaar dan ook, dat men meer en meer gaat zoeken naar hout, dat be ter bestand is tegen vuur, en waar voor in de eerste plaats in aanmer king komen sommige Australische houtsoorten, zooals het hout van den eucalyptus. Deze boom, ook karri ge noemd, heeft bijzonder groote afmetin gen en wordt dikwijls 120 M. hoog, terwijl eerst op een hoogte van 90 M. de takvorming begint. Dit hout is zeer elastisch en duurzaam. Een twee de Australische houtsoort is de jar- rah-boom, die echter slechts 35 k 45 M. hoog wordt, doch voor vuur bijna geheel onaantastbaar hout oplevert, Zenuwachtigheid cu groote steden. Albert Moll komt in een geschrift „Der Einfluss des groszst&dtischen jLe- bens und des Verkehrs auf das Ner- vensystem" op tegen de bewering, dat het leven in eene groote stad bijzon der nadeelig werkt op de zenuwen. Hij wijst er op, dat er ook in vroe gere tijden zeer veel zenuwlijders zijn geweest en dat het toenemen van het aantal krankzinnigen niet vast en zeker is bewezen. In groote steden is het wel iets erger dan op het platteland maar dat is minder toe te schrijven aan drankzucht, onzedelijke toestanden, geestelijke overlading, woning, voe ding enz., dan wel aan de opeenhoo- ping in groote steden van zenuwach tig makende beroepen. In drie beroepen vooral komen veel zenuwlijders voorten eerste bij mu sici en tooneel-artistenten tweede bij schrijvers, dagbladredacteurs, profes soren, leeraren enz. en ten derde bij bankiers en handelaars in effecten. Te Berlijn vindt men 12,000 men- schen, die den kost verdienen met een dier zenuwachtig makende beroe pen, welke in kleine plaatsen slechts schaars vertegenwoordigd zijn. Daar bij komen dan nog andere ongunsti ge bedrijven, als post- en telegraaf ambtenaren, kooplieden, officieren sn rechtsgeleerden. De concurrentiestrijd is ten platte- lande en in kleine plaatsen niet min der aangrijpend dan in groote steden. Nadeelig werken in de groote ste den de drukte en het gewoel van het verkeermaar tegenover het gevaar voor de gezondheid staan dan ook weder de betere hygiënische maat regelen. Menige boeredeera en menige onder wijzeres in eene kleine plaats is ze nuwachtiger dan de groote-stadbewo- ners en de fabrieksarbeiders ten plat- telande zijn over het geheel zenuw achtiger dan die in groote steden. De "beweerde overlading der kinde ren op de scholen wordt door Moll ontkendde ouders zeiven, zegt hij, doen veel meer nadeel aan de zenu wen hunner kinderen, als zij hen 's avonds koffiehuizen en andere uit spanningsplaatsen laten bezoeken, als ook door pianospelen. Tegenover de minder ruime wonin gen in de steden staat het ten plat- telande bestaande vooroordeel Legen versche lucht en alle voorschriften der gezondheidsleer. De statistiek wijst niet op ontaar ding der inwoners, maar op voortdu rende verbetering van de verhouding der sterftecijfers van groote steden. Te Parijs worden naar verhouding meer lotelingen geschikt voor den dienst bevonden dan in het departe ment Beneden-Seine. Het drankmisbruik is bv. in de Op- per-Silezische nijverheidsdistricten veel erger dan te Berlijn en in het landelijke Oost-Pruisen eveneens. Kortom, er is geen scherpe grens te trekken tusschen stad en land. „Alles in aanmerking genomen", zegt Moll, „kunnen wij het dogina van de gezonde zenuwen der bewoners van kleine steden en van liet platteland even goed tot de sprookjes rekenen als de landelijke onschuld. „Het is eene dwaling, de zenuwziek- Beyroreu planten. Bevroren planten worden 't best ont dooid door ze in een bak koud water te plaatsen. Wie bevroren planten dood wil hebben, moet ze zoo spoedig mogelijk bij het vuur brengen. Een bevroren plant is meestal nog niet doodworden nu de levensgeesten weer langzaam opgewekt, dan her stelt zich alles weèr. Als 'een plant bevriest, treedt het water uit het celvocht naar buiten en vult de ruimten tusschen de cel len. Wat dan in de cel achterblijft, kan door het waterverlies weer groo ter kou verdragen. Zoo wordt de plant, al bevriezende, voor doodvrie- zen bewaard. Men ten slotte komt er een oogenblik, waarop hieraan een einde komt, en dan is de plant er ge weest. In de vrije natuur, waar zeer veel planten aan lage temperatuur onder hevig zijn, geschiedt de ontdooiing zeer langzaam. Zoo moet men het ook trachten in te richten. Ijskoud water verwarmt de nog koudere plantmaar die afgestane warmte is niet zeer groot, zoodat de ontdooiing langzaam geschiedt, even als in de natuur. Brengt men in eens te veel warmte aan, dan geschiedt de ontdooiing te snel"al 't water tusschen de cellen ontdooit plotseling en daar het niet direct kan worden opgenomen, heb ben de cellen te weinig spankracht en de geheele plant hangt slap. Sommige planten kunnen nog ai wat kou verdragen, b.v. de buitenste bladeren van kool 10 tot 15 gr. on der 0, en de bladeren van maïs 3 gr. verhoudingen bevat. Laat men dit mengsel verdampen, dan krijgt men zijn kamer vol van den adem der zilte zee. De oogen sluitend, een schelp aan het oor houdend en goed met den neus opsnuivend, krijgt men precies den indruk, welken men zou ontvan gen. wanneer men in een badstoel aan het strand zat. De uitvinder van het middel is er zóó op verzot, dat hij er niet meer aan denkt, met vrouw en kinderen naar een badplaats te gaan. Hij ge niet stil in zijn studeerkamer: daar heeft hij wat schelpjes en wat zeewier over den vloer gestrooid een bad kostuum hing hij over een stoel. Zijn kinderen mogen op bloote voeten om hem heen spelen, zonder vrees voor pijn in het lijf. Alles veilig, rustig, goedkoop en hygiënisch, en de illusie is volkomen. Het laatste uur der echte zeebad plaatsen schijnt geslagen Blinde ijver. Van den bekenden Engelschen veld maarschalk lord Wolseley wordt de volgende anecdote verhaald Hij stelde zoo groot belang in de wijze, waarop de soldaten verzorgd I werden, dat zijn ijver hem eens een komische poets bakte. De soldaten kregen juist hun mid-1 dagbrood en de ordonnansen draaf- den met dampende schotels af en aan. i Lord Wolseley hield er een staande. 1 Neem het deksel er af, gelastte I hij. De ordonnans gehoorzaamde. Laat me eens proeven, ging Wol seley voort. Pardon, generaal, het is... Laat me proeven, zeg ik je. En tegelijkertijd proefde hij. Schandelijkriep hij met een i grijns van walging uit. Het smaakt als vatenwater. Pardon, generaal, steunde de i ordonnans, dat is het ook Critiek op ltossini. Gounod was destijds, als winner van den prix de Rome, bewoner van de Villa Médicis, waarvan de schilder Ingrc-s toen directeur was. Beiden spraken dikwijls vriendschap- j pelijk over de Italiaansche muziek, i die door Gounod werd verdedigd en waarvan Ingres beweerde, dat zij „hoogstens goed was voor kermisten- ten." Op zekeren avond, dat de toekomsti ge componist van „Faust" aan de piano zat en het geheele eerste be drijf van „Don Juan" had gespeeld, riep Ingres geestdriftig uit Wat een muziekWat een god delijke muziek! Je bent het zeker wel met me eens, dat de Italianen nooit iets dergelijks hebben gemaakt. Toen begon Gounod zachtjes het Jagerkoor „Du village la. cloche Son ne" uit „Guillaume Tell" te spelen. Sapperloot, wat is dat mooi riep Ingres nu uit. Hoe kom je aan zulk een liemelsche inspiraties Inspiraties Maar die muziek is niet van mij... Van welk genie dan? Van Rossini... Rossinischreeuwde Ingres woe dend, Rossini, die kwakzalver Het is niet mogelijk!... Dan heeft hij zich zeker vergist, toen hij dat compo neerde... Nagemaakte Zeelucht. De gemeentelijke overheid van de Londensche voorstad Fulham heeft ir. één der parken een miniatuur-zee ge- m'aakt met een strand van echt zee zand voor de jonge Fulhammertjes, om aan en in te spelen. Het zand is in groote hoeveelheden van zee naar Fulham overgebracht. Dergelijke kunststranden bestaan reeds sedert een poos in de voornaamste New- Yorksche parken. Mag men den Parijschen corres pondent van de „Daily Telegraph" ge looven. dan behoeft men niet eens naar Fulham of New-York te gaan, om zich aan een kunststrand te ver meien. 1-Iij weet een middel, naar hij zegt door een lid der Fransche acade mie van Wetenschappen uitgevonden, om zich er een te scheppen. Men heeft slechts een zekere hoeveelheid zout op te lossen in zuurstofhoudend wa ter, dat ook ether en ozon in bepaalde Winterpret. Voor- het toeristenverkeer in het hooggebergte is nog onbetwist de zomer het seizoendan zijn de stroo men het talrijkst en in breede golven verspreiden zich pleizierzoekende rei zigers over Zwitserland en Tirol, Noord-Italië en Zuid-Frankrijk. Maar terwijl \Toeger met het vallen van de bladeren de hooggelegen hotels ge sloten werden en het hoogland ver laten was tot het volgend voorjaar, zijn er thans een menigte plaatsen aan te wijzen, waar een nieuwe, een fleurige periode aanvangt, juist als hooger zich de sneeuw stapelt op de hellingen en als de vorst zich doet gevoelen tot beneden in de dalen zelfs. Dan in den winter, komen langs met groote moeite opengehouden we gen en bergpaden toeristen aan, deels om gezondheid te zoeken bij de har- dingskuur der zuivere, koude, dunne berglucht, deels ook om zich te ont spannen bij de vele takken van win tersport, waaraan de vermaaklieven- de wereld zich tegenwoordig wijden kan tot voordeel van humeur, ge zondheid en levenslust. Er komt steeds meer verscheiden heid, die in het Reuzengebergte en den Harz, in het Schwarzwald ook in Thüringen reeds wordt beoefend, maar toch allermeest in het gebied der Al pen. Davos en Sankt Moritz zijn cen trale punten in deze daar ziin hotels overvuld met vreemdelingen uit alle landen en werelddeelen, alleen gelokt door de genoegens, die de winter sport belooft. Sneeuwschoenloopen op de vlugge ski's, sleedje-varen en schaatsenrij den. met allerlei variaties doen ze opgeld. De lange ski's laten een ide aal snelle voortbeweging toe, maar liet leeren van de kunst is niet zoo heel gemakkelijk en om er iets in te presteeren en met eenige kunstvaar digheid te rijden, moet er veel ener gie en veel volharding aan den dag e-elegd worden. Het komt voor, dat geoefende skiloopers vijftien kilome ter per uur afleggen, en een andere kunst is hierbij het hoogspringen, waarin men dikwijls wedstrijden "ziet houden en waarbij sprongen tot 30 M. toe voorkomen. Ook wedloopen met hindernissen, springen over slooten. hekken wallen en schuttingen geven tot vermakelijke tooneelen aanlei ding. De sledesport is oneindig rijk aan variaties ontelbaar bijna zijn de ver schillende soorten van sleden en sleedjes, waarbij vorm en grootte en gebruik verschillen, maar die alle den sportsman vliegensvlug doen glij den langs de besneeuwde hellingen. Er zijn daarbij sleden voor vijf per sonen in gebruik met een stuurman en een remmer, maar ook veel sleed jes en geraamten van sleedjes voor één persoon, die in suizende vaart het mooie eindweegs langs den postweg tusschen Davos en Klosters, nog geen uur gaans, in een ommezientje af-1 vliegen. Het schaatsenrijden op de mooie bergmeren lokt tot hardrijderijen, waarbij uit alle landen van Europa, ook uit ons land, velen meedoen, en dan komen er m den laatsten tijd al lerlei ijsspelen in zwang, polo, cro quet, cricket en in de laatste jaren het curlingspel. Dat bestaat daarin, dat men om twee in de mooie gladde ijsvlakte geslagen palen op 40 M. af- stands van eikaar vier kringen trekt van telkens grooter middellijn. Aan beide zijden staan een aantal spelers, wier doel het is hun steen, den cur- lingsteen, zoo dicht mogelijk te schui ven naar den paal der tegenpartij. Al naar gelang de steen in den bin nensten of in een der buitenste krin gen belandt, krijgt men punten en om den weg voor de steenen te effe nen, ziet men de spelers vaak ieder met een bezem gewapend, ten èinde liindernisjes voor de glijdende stee nen op te ruimen. Snelheid in de muziek. Een Duitsch geleerde heeft inte ressante bijzonderheden verzameld met betrekking tot de uitvoering van zware muziek op dc piano. Iemand, zegt hij. die verwacht een prijs of di ploma te verwerven aan eenige mo derne muziekschool of conservatorium moet in staat zijn vijftien honderd noten in een minuut te lezen, en ter zelfder tijd twee duizend bewegingen met de vingers te maken. Bovendien zijn ook de hersenen druk bezig om oogen en vingers te controleeren, wanneer deze aan den arbeid zijn. Om Weber's „Moto Perpetuote spelen, moet een pianist in staat zijn 4,541 notea in vier ruinuten te lezen of 19 in elke seconde, en onder Cho pin's „Etudes" is er een, die men niet kan uitvoeren zonder 3.950 noten in twee en een halve minuut te lezen, of 36 in een seconde. Herhaalde proefnemingen hebben evenwel bewezen, dat het menscheliik oog. hoe geoefend het ook moge zijn, niet in staat is meer dan tien achter eenvolgende indrukken per seconde op te nemen, en daaruit volgt natuur lijk, dat bij zeer snelle muziek de spe ler niet alle noten afzonderlijk ziet, maar dat zij groepsgewijze door het oog worden opgenomen. haar aangenomen „dochters", jonge meisjes, gekozen uit verarmde adel lijke families, die als eeredames dienst doen. Op deze wandelingen wordt vaak door een naburig bosch gedwaald, en dan wordt een tweede ontbijt op een of ander schoon plekje of in een eenzame hut gebruikt. Soms blijft de koningin daar wer ken of leest zij haar „dochters" iets voor van wat zij 't laatst heeft ge schreven. Later gaat zij terug naar het kasteel om het middagmaal te ge bruiken. Daarbij dragen de vorstelij ke personen en de hofdames gewoon lijk wit of zilver, met een langen sluier. Na den eten leest zij opnieuw, of gaat zij weer aan den arbeid. Ook houdt zij zich dun wel bezig met haar misboek in haar boudoir. Des avonds speelt koningin Elisabeth dik wijls op het orgelzij blijft zelden lang in huis, maar maakt herhaal delijk wandelingen in de bossclien, die woest en ongebaand gelaien zijn rondom het paleis, zoodat Sinaja ge lijkt op het kasteel van een of andere boschgodin. Slangen. In de warme landen in 't algemeen, vooral in dc Binnenlanden van Afri ka, langs de oevers van het Tanga- nika in 't bijzonder, treft men vele slangen aan, en sommige daarvan, zooals de reuzenslangen of pythons, hebben soms groote afmetingen. De Christenen cn de kinderen, die in de Missiestaties hun bijgeloovigen eer bied voor slangen hebben leeren af leggen, maken gedurig jacht op die gevaarlijke dieren. Zij hebben er dan ook al in triomf thuisgebracht, die meer dan vier meter lang en omtrent anderhalve palm (doorsnede) dik wa ren. „Daarbij is de huid eener leven de slang zoo verbazend rekbaar", zoo schrijft een Witte Pater in de „Anna len" van Oudenbosch, „dat ik met eigen oogen zulk een monster gezien heb, dat eene heele antiloop (zoo groot als een flinke geit) in eens moet hebben ingeslikt, omdat het geheele dier met huid en haar er weer uit te voorschijn kwam, toen het ondier opengesneden werd. „De zoogenaamde spuwslang dringt herhaaldelijk in de stallen, waar gei ten of andere huisdieren opgesloten zijn. Ook wij hebben in onzen geiten stal reeds herhaaldelijk van zulk een ougenoode gast bezoek gehad. Deze slang spuwt haar venijn in de oogen. der dieren, zoodat hun kop daarvan aanstonds geweldig begint op te zwel len en de arme dieren van de pijn razend worden, om na een paar mi nuten van zenuwschokkende stuip trekkende dood neer te vallen. Ge beurt het soms. dat een neger door een spuwslang verrast wordt, dan kan hij zijn leven nog redden, als hij ge noeg tegenwoordigheid van geest De- zit. om onmiddellijk zijn oogen met melk te betten. Laatst was een van onze ezels des nachts plotseling doodgebleven. De negers verzekerden dat dit zeker het gevolg was van den beet van een groene, lange en dunne slang, wier heet zoowel voor menschen als dieren doodelijk is. Wij zochten in den om trek en vonden werkelijk zuÏk een slang in een doornstruik zitten. Aan stonds riepen onze jongens een neger, die als slangenbezweerder bekend stond en verzochten hem, die slang te gaan grijpen. De neger verwijder de zich, om eerst een zeker kruid te gaan halen, waarmede hij zich moest inwrijven, om elkeji beet van de slang onschadelijk te maken, zooals hij zei- de. Toen hij dan gereed was, ging hij tegenover de doornstruik plaats ne men en begon te roepen, te fluiten en met gras naar de slang te werpen. Zij echter verroerde zich niet. De be zweerder ging dan wat dichter bij de slang en greep haar bij den staart, doch het dier rukte zich met zulk een krachtigen ruk uit zijn hand los, dat de toovenaar een stuk staart in de hand hield. Het ondier werd daarop door den t missionaris met een schot in den kop gedood. Carmen Sylra. Dinsdag den 5den Januari j.l. heeft „Carmen Sylva". de dichteres-konin gin van Rumenië, haar 60sten geboor tedag gevierd. Het leven van deze litteraire vorstin in het zomerpaleis t-} Sinaja, in de Karpathen, is idyl lisch. Bijna altoos is zij voor zonsop gang op. en schrijft verscheiden uren, haar correspondentie of litterair werk bespoedigende, teneinde de rest van den dag vrij te zijn. Omstreeks negen uur gaat zij uit met den koning' en VERKEERD BEGREPEN. Dominee is een stevige zestiger; maar hij ziet er ouder uit dan hij is, en hij hoort dat niet gaarne. Bij een klein station kwam een oude, kromloopende boer hijgend op het laatste oogenblik in den spoor- waggon, waar hij zat. Ik heb hard moeten loopen om den trein nog te halen, zei hij, en hard loopen, zoo vervolgde hij, zich tot den predikant wendende, is een leelijk ding voor oude menschen zoo als u en ik. Dominee fronste het voorhoofd en vroeg den boer hoe oud hij was. Ik ben zes-en-tachtig, was het antwoord. Nu, zei de predikant, dan sche len wij toch nog twintig jaren. Goede hemelriep de oude boer, ge wilt toch niet zeggen, dat gij 106 jaren oud zijt VOORBARIG. Vrouw. Ja, ik ben wèl sukkelend, maar zoo'n vrouw als mij, krijg .je toch nooit weer Man. Maar kind, wie heeft je gezegd, dat ik zóó'n vrouw weer ver- rang Mevrouw (na het huwelijk) O, Karei, ik heb onze trouwacte verloren! Mijnheer. Maak je maar niet ongerustdeze rekeningen van de modiste zijn bewijzen genoeg, voor ons werkelijk huwelijk. VOLGENS RECEPT. Dokter ('s avonds in een café ko mend, waar hij een zijner patiënten bezig ziet, flink aan Gambrinus te offeren). Maar mijn waarde heer; ik heb u immers niet meer dan één glas bier per dag gepermiteerd Patiënt. Per dag? Maar 't is nu avond Prosit dokter

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 7