=T NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. lover de zelfstandigheid j lan den Kiasse-ondsrwijzer. e Erfgenaam van het Majoraat. 21e Jaargang. No. 6321 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 9 FEBRUARI 1904. MAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PES? H>WE MAANDEN? Voor Haarlem 1.20 Voor de dorpen to den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1.30 Franco per post door Nederland y 1.65 Afzonderlijke nummers 0.02X Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37>f de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lout ens Coster Directeur J, C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. lonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre. irlem's Dagblad van 9 Januari berat o. a. itenlaiidsch Overzicht, Nieuws Haarlem eu Omstrekeu, lage leu Stukken, Binuenl., Sport- Jemengd Nieuws. (Ingezonden.) Augustus 1900 is aan den Raad (jplGenieente Haarlem door de afd. trlem" van den Bond van Ned. 'wijzers een adres gezonden, •in zij dit college vroeg „dat bij lentelijke verordening aan alle lentescholén in deze gemeente [Ouden van geregelde schoolver- 7 Iringen worde verplicht gesteld." kr alle hoofden van scholen te Ir stede werd het houden van Bklvergaderingen wenschelijk ge- L doch zij verzetten zich tegen de •Jlichtstelling. Ifelk verschil bestaat er tusschen joogenaamde vrije schoolvergade- jen en de verplichte? j laatste moeten door het hoofd [jjJ school minstens zooveel malen ^MJaar belegd worden als bij regle- iruf"~ t is voorgeschreven, moeten door jeheele personeel worden bezocht gebonden aan een reglement 'ïeUfcesteld door den Raad of door iM-fc w. t O pp vragen wij welk bezwaar kan dejestaan om een goede instelling te pmenteeren? De „vrije" schoolver- iringen blijven achterwege, wan- bet hoofd der school ze niet uit- jft, of mislukken, wanneer een ter of kleiner deel van het perso- ze niet wil bezoeken. Meer macht it bij verplichtstelling aan de on- ijzers niet verleend, want onder egenwoordige wet op het L. O. len zij niet anders dan advies engen. oit kan het hoofd der school ge- igen worden een besluit van een olvergadering, waar hij zich niet kan vereenigen, uit te voeren n kan hem bij reglement worden geschreven de motieven schrifte meiden, die hem er toe brach- niet met hpt advies der meerder- mede te 'gaan. Toch krijgen bij lichtstelling de onderwijzers eenig n.l. een beperkt recht van ad- wil men dat noemen een aan- ing van de macht der hoofden scholen, ons goed, maar het Is aanranding van het gezag, het bestuur van een land demo- sch is of wel dat de regeering st in handen van een despoot, in gevallen kan het gezag streng ndhaafd worden. In Amsterdam voorstel van B. en W. zonder issie door den Raad tot het in- •n van verplichte schoolvergado in besloten, nadat ook de afd. terdam van de Vereeniging van den van scholen in Nederland om had verzocht. Niemand toch den Amsterdamschen Raad met n W. incluis, mitsgaders de Hoof- van Scholen bij genoemde Afd. resloten voor gezagaanranders len. Berlijn heeft de schoolvergade- beslissende stem in de re geling der schoolaangelegenheden. Wij meenen, dat iedereen het met ons eens zal zijn, dat Pruisische auto riteiten zeker wel geneigd zullen zijn het gezag hoog te houden. Schoolvergaderingen zijn goed. Te gen de verplichtstelling is niets houd baars aan te voeren, voor de ver plichtstelling is alles te zeggen. Ieder die het goed meent met ons onder wijs, dient dus ons streven naar ver plichte schoolvergaderingen te steu nen. Of de resultaten van het onderwijs te Haarlem blijven beneden die te Groningen, Zutphen, enz., waar de verplichte schoolvergaderingen wel bestaan? Dat weten we niet, want er zijn vele factoren als voldoende school ruimte, verwisseling van personeel, enz. enz., die gunstig of schadelijk op het onderwijs inwerken en zelfs als men met feiten kon aantoonen, dat het onderwijs te Groningen slechter jwas, dan in onze stad, dan zou dat niet als argument tegen het invoeren j van verplichte schoolvergaderingen I kunnen worden aangevoerd, maar voor ons staat dit vast, dat als het onderwijs in Groningen, bij ons on derwijs achterstond, het nog slechter zou zijn wanneer er geen verplichte schoolvergaderingen waren. Hiermede hebben wij niet alle vra gen beantwoord, die ons gesteld wer- den, maar hebben we de hoofdzaak j uiteengezet. Wordt op alle vragen een antwoord gewenscht, we zullen aan j dat verlangen volgaarne voldoen. Nu I willen we alleen nog tot slot aanha- 1 len, wat de heer K. de Vries eertijds, hoofd der school te Enschedé in het I „Verslag der Schoolvergaderingen, gehouden door hei personeel der 2e O. L. S. te Enschede in het jaar 1898" schreef „Aan het einde van dit verslag ge komen, meen ik het als mijne ern stige overtuiging te mogen uitspreken een overtuiging, die, naar ik weet, door het geheele personeel onzer school wordt gedeeld dat de school vergaderingen ook dit jaar weer ten bate van onze schoolorganisatie, ten bate van het onderwijs, ten bate ook van de onderlinge samenwerking en verstandhouding der leden hebben gewerkt." A. KLOK Czn. Bovenstaand artikel, dat een ant woord is op ons artikel „Is het on derwijs in Haarlem in Nood?" wensch- te de afd. Haarlem van den Bond van Ned. Onderwijzers liever op deze plaats, dan als ingezonden stuk in de gewone rubriek geplaatst te zien. Aan dat verzoek voldoende, doen wij opmerken, dat zooals de schrij ver zelf blijkt te gevoelen onze i vragen daarin niet alle worden be antwoord. Wij wezen op de tegen spraak in de Bondsbrochure aangaan de despotisme en anarchie in het schoolbestuur, wij vroegen of inder daad naar deze brochure deed ver moeden wegens het ontbreken van schoolvergaderingen wrijving van denkbeelden onder de onderwijzers geheel ontbrakop deze vragen ant woordt bovenstaand artikel niet. Daar wij nog een slot-artikel mo gen verwachten, hopen wij daarin deze vragen beantwoord te vinden. REDACTIE. Boiteiilandsch O verziclit log is mogelijk! De Japanners heb-| ben hem gewild God helpe ons Zoo zal het dan toch tot een oorlog komen in het VERRE OOSTEN. Zooals we reeds opmerkten, lieten de tijdingen der laatste dagen weinig hoop meer op een oplossing langs vre-1 delievenden weg en die hoop is nu nagenoeg geheel verdwenen, nu de j diplomatieke betrekkingen zijn afge- j broken. Het afbreken der diplomatieke be-j trekkingen werd bekend door een schrijven der Russische regeering aan haar gezanten in den vreemde, lui- dend „Op bevel van zijn regeering heeft „de Japansche gezant aan het Keizer lijk Hof een nota bekend gemaakt, „waarin der keizerlijke regeering ken- „nis gegeven wordt van het besluit „door Japan genomen, om de onder- handelingen af te breken en daarom „zijn gezant te St. Petersburg en het „geheele personeel der Japansche le- „gatie dadelijk terug te roepen. „Als gevolg van deze verklaring1: „heeft het Z. M. den keizer behaagd „te gelasten, dat de Russische gezant! „te Tokio en het geheele personeel der „Russische legatie oogenblikkelijk Ja-j „pan's hoofdstad zullen verlaten." Volkomen zeker maakt dit den oor log nog niet, de mogelijkheid van een verder onderhandelen bestaat nog, maar is uiterst gering en zóó wordt er ook algemeen over gedacht. De Japansche gezant te Londen gaf als zijn meening te kennen, dat het terugroepen der gezanten gelijkstaat met een oorlogsverklaring. Hij zeide voorts, dat het Russische antwoord vergeet te melden, dat Ja pan kalm drie weken gewacht heeft op de nota. Gedurende dien tijd haast te Rusland zich voorbereidselen te ma ken en troepen te zenden naar de Ko- reaansche grenzen. Tegenover dit ge drag hebben wij een ja of een neen gevraagd. Men kan dus Japan er geen verwijt van maken, dat het niet lan ger gewacht heeft. Uit Tokio seint men De oorlogsverklaring wordt spoedig verwacht. Japan heeft aan de mogendheden een nota gericht, waarin de feiten worden behandeld, die geleid hebben tot het afbreken der onderhandelin gen. Het personeel van het Russische ge zantschap maakt zich gereed te ver trekken. Een datum hiervoor is even wel nog niet vastgesteld. De bevolking is rustig. En uit St. PetersburgDe bevol king houdt zich kalm. Er vertoonen zich slechts weinig menschen op straat wegens de strenge kou en de sneeuw. De aanhangers van den vrede ho pen dat, wanneer Japan Rusland s antwoord heeft gelezen, het voldaan! zal zijn over de groote concessies, die j Rusland doet. De Engelsche gezant alhier is belast met de Japansche belangen. De bladen geven bulletins uit. De „Novoje Wremja" zegt, dat Ja-I pan komedie gespeeld heeft, toen het nota's wisselde. Het heeft het masker afgeworpen, zoodra zijn beide oorlogs bodems, in Italië gekocht. Singapore bereikt hadden en wachtte niet eens Rusland's antwoord af. ..Die Aziaten denken er niet aan", zegt het blad, „de eenvoudigste be leefdheid in acht te nemen. Het is on waarschijnlijk, dat de onderhandelin gen nog in het oneindige zullen voort gezet worden. Een tusschenkomst is even onwaarschijnlijk. Alleen de oor-i Het vechten in Duitsch ZUID WEST AFRIKA duurt nog voort. Te Berlijn ontvan gen berichten melden, dat een com pagnie van Okahandja over Karibil waar 200 man al twee weken lagen op Omaroeroe is losgetrokken en dit den 4en Febr. met stormloop veroverd heeft. De tegenstand was buitenge woon heftig. De Duitschers verloren 4 doocfen, 7 vermisten en 13 gewonden. De vijand leed zwaar. De kompagnie is nu door den vijand ingesloten en heeft om 400 man met geschut ge vraagd ter verlossing. Deze hulptroep, die dienzelfden dag van Swakopmond in Windhoek aankwam, werd dadelijk teruggeroepen naar Omaroeroe. Een ander gevecht is nog geleverd bij Eka- neno. De toestand van Omaroeroe ken schetst de gevaarlijke positie van het heele Noorden der kolonie. De dooden- lijst wijst 91 man aan. Vermist over de 200. Een officieele bevestiging van dit be richt moet nog afgewacht worden. Stadsnieuws. EEN DOMPERSJIAATREGEL? In het overzicht van het Raadsver- slag, dat de heer M. geeft in de Wek ker lezen wij over de beraadslaging aangaande het werkliedenreglement bet navolgende „De gelegenhe'd om hun stem te „motiveeren ontnam de Raad hun, „door de discussie vrij plotseling te „sluiten. Waartoe deze allerdwaaste „en zeer bekrompen maatregel dien- „de, is mij een raadsel. Is 't nu ai „zoover gekomen, dat de meerderheid „de minderheid niet eens het recht „gunt haar standpunt uiteen te zet- „ten? „Maar wat voor belabberd volk rijn „Haarlem's kiezers dan toch dat ze „zoo'n clubje kruideniers de lakens „laten uitgeven. „Eu zelfs Modoo werkte tot deze „dompersmaatregel mee." Als men dat nu leest zonder er ver der bij na te denkeu, dan is het ook werkelijk een verschrikkelijk geval, dat de Raad aan medeleden ('t was er tusschen twee haakjes maar één) de gelegenheid niet geeft om hun stem te motiveeren. Maar als men van de zaak op de hoogte is, wordt dat heel anders. De reden waarom de Raad de dis cussie sloot is zonder twijfel deze ge weest. dat het Raadslid in quaestie, de heer Groot reeds meermalen zijn meening over de hoofdpunten van het ontwerp geuit had. Uren lang is over het reglement gediscussieerd. Het was volkomen overbodig, dat de heer Groot nog eens kwam verklaren waarom hij er tegen zou stemmen. Iedereen wist dat of kon het in de raadsverslagen nazien. Er is dan ook geen sprake van, dat aan de minderheid niet eens het recht werd gegund haar standpunt uiteen te zetten. Wat de Raad niet verkoos, dat was dat de heer Groot nog eens herhalen zou wat iedereen al lang wist. De uitval over „het clubje kruide niers" raakt dan ook kant noch wal en de steek op den heer Modoo, die het sedert hij uit de partij ging in de Wekker ijselijk „gedaan" schijnt te hebben, is een steek in de lucht. Of is de heer M. het niet met ons eens, dat alle gepraat een einde moet hebben? Als hij wil meehelpen aan een goed werk, laat hij dan in de Wekker ook i eens aandachtig maken op de keeren, dat een Raadslid twee- of driemaal hetzelfde zegt, of herhaalt wat een ander vóór hem heeft in 't midden gebracht. Misschien keeren dan sommige veel pratende leden tot zichzelven in en zal er dus meer afgedaan kunnen worden. uitvoeringen in de Bron gezien heb* ben en als natuurlijk gevolg daar van was het er niet erg gezellig, zoa dat de Strauss-avond vrij vroeg was geëindigd. Als gewoonlijk voerde het strijk orkest van Haarlemsch Muziekkorps onder leiding van den heer Ch. P. W. Kriens op hoogst verdienstelijke wijze een keurig Strauss-programma uit. Geen plaats meer in den Schouwburg. Zondagavond gaf de dilettanten- vereeniging ..Melpomene en Thalia" in den Schouwburg een opvoering van het bekende tooneelstuk Mottige Janus". Ongeveer half tien traden wii de vestibule van den Schouwburg binnen om een kijkje te nemen. Eerst naai de stalles, maar daar waren alle plaatsen bezet. Dan maar naar het balcon, maar ook voor niets, maar nu niet wegens plaatsgebrek. Aan den ingang werd ons den toegang gewei gerd door een politieagent, omdat op ieder balcon slechts 40, zegge veertig personen mogen plaats nemen, en de ze waren toen reeds aanwezig. Nu maar eens in het parterre geke ken. doch ook daar was alles bezet, er was geen denken aan om een plaatsje machtig te worden. Toen onze nood geklaagd aan den directeur van den Schouwburg, den heer Van Gasteren. Tevergeefsals antwoord kregen wij slechts: „Ikkan er niets aan doen, mijnheer, de po litie is hier de baas geworden." Voor de vereeniging „Melpomene en Thalia" is dit natuurlijk zeer onaan genaam geweest. Het zal voor andere gezelschappen in de toekomst ook nog wel onpleizierig en onvoordeelig blij ken te wezen, maar dat behoeft de eenige maatstaf niet te zijn. De vraag is in hoofdzaak, of hier een maatre gel is genomen in het waarachtig be lang der veiligheid van het publiek. Wij veronderstellen, dat de autori teiten gevaar zien in de losse stoelen op het balcon. Bij paniek gaan de vluchtende menschen, om zich een !weg te banen, onmiddellijk de stoe- len op en over elkander smijten, j waardoor in een oogenblik een barri cade is gevormd, die aan anderen den doorgang belet. Op andere rangen in den Schouw- burg zijn, zooals men weet, vaste zit- i plaatsen. Daar is het aantal plaatsen dan ook onveranderd gebleven. j Of onze veronderstelling juist is, 'zal wel spoedig blijken, daar hetrap- port van den kommandant der brand- weer, den directeur van openbare werken en den commissaris van poli- tie over al de lokalen van openbare i vermakelijkheid in deze gemeente, I dezer dagen aan B. en W. wordt in- cezonden en allicht mededeelingen in j den Raad tengevolge hebben zal. Strauss-avond. Of het kwam, dat Zaterdagavond een zeer druk bezocht bal werd gege ven van de heeren Martin in de So ciëteit „Vereeniging", misschien ook omdat er te weinig publiciteit aan ge geven was, zooveel is zeker, dat de Strauss-avond Zaterdag voor de leden van het Brongebouw gegeven, weinig belangstelling genoot. Het bezoek was buitengewoon gering, zoo slecht als 1 wij dit nog nimmer op één van de Timmerlieden. Zondagavond hield de afdeeling Haarlem van den Algemeenen Neder- landschen Timmerlieden- en Model makers-Bond „Door Eendracht Verbe tering" een gezellige bijeenkomst in de groote zaal van het Brongebouw. De vergadering werd geopend door den Voorzitter, den heer Dijkstra, die alle aanwezigen hartelijk welkom heette, den wensch daarbij uitspre kende, dat allen een gezelligen avond zouden doorbrengen. Hierna voerde de heer A. H. Gerhard van Amsterdam het woord, over het onderwerp „praten en doen". In een onderhoudende rede zette spr. uiteen, dat er tegenwoordig wel veel gepraat wordt, maar weinig gedaan. Ten slotte wekte hij op voor een krachtige vakorganisatie, die ook door de vrouwen en meisjes gesteund dient te worden. Het verdere gedeelte van den avond werd ingenomen door muziek van de Vereeniging „Muziek en Vriendschap", directeur de heer Stricwoldt, welke laatste ook eenige solo's op de viool ten beste gaf. Na de pauze werd een tponeelstukje opgevoerd, getiteld: ..Een bataljon in het vuur", hetwelk juist voor timmer lieden geschreven was. Dit stukje viel zeer in den smaak der aanwezigen, en werd door een welverdiend applaus beloond. Een geanimeerd bal, onder leiding van den heer R. Meenhorst, besloot deze gezellige bijeenkomst. V. v. V. v. V. Naar wij vernemen, heeft de Ver eeniging voor Verbetering van Vrou- wenkleeding, afd. Haarlem, voor de zen winter mej. \Y. den Berger, uit 's-Gravenhage, uitgenoodigd eene le zing te komen houden, welke, zooals uit de advertentie blijken zal. Woens dag aanstaande in het gebouw van den Protestantenbond, plaats zal heb ben. Mej. Den Berger is leerares in méthodisch spreken en long-gymnas- tiek. Voor het eerste is zij aan liet Conservatorium aangesteld. Maar vooral ook met long-gymnastiek had zij veel succes, bij de behandeling van asthmatici, die door het aanlee- ren van een krachtiger, regelmatiger ademhaling, hunne kwaal leerden be strijden en meestal overwinnen. Maar ook voor zwakke en bloed- arme gestellen wordt ademhalings- gymnastiek toegepast, hierdoor kwam zij tot de overtuiging, dat een niet- knellende kleeding en gelijkmatige be dekking een eerste vereischte was, zóó zelfs, dat zij een haver onvermo gende patiënten een geheel reform- uitzet bezorgde, in staat hiertoe ge steld door de financieele hulp van H. M. de Koningin-Moeder. Mej. Den Bergers onderwerp is: „Spreken en ademhalen". De V. v. V. v. V„ die hygiëne in het algemeen voorstaat, deed, ons inziens, een goed werk, ons in de gelegenheid te stellen iets te hooren over een zoo belangrijk onderwerp. Men zie verder achterstaande ad vertentie. Feuilleton. Naar het Duitsch van E. VON WERNER. leciaal bewerkt voor Haablem's Dagblad. ylvia ging alleen verder, zij volg den loop van de beek, waarlangs soort van jagerspad liep, anders het ook niet mogelijk geweest zijn weg te vinden tusschen deze zee steenen en rotsen, die uit den bo- 1 schenen op teschieten. Die stee waren ook sinds eeuwen met den nd saS ingegroeid, mos en andere iten hadden zich er op vastge- at, daartusschen groeiden kleine neboompjes, maar toch lag op het eel nog de stempel van eenzaam- d en verwoesting, die na de berg- rting hier was ingetreden, toen al- wat leven had, hier begraven pJ. oen was ook zeker de sage ont- an. die ieder kind in de Raansda- bergen kende, en die op het volk altijd nog een diepen indruk maakte. Ook Sylvia kenae haar, prins Alfred j had ze gisteren uitvoerig verteld. Isdal was in lang vervlogen tijd een bloeiend Alpendal geweest met groene weiden, mooie bosschen en talrijke wo- J ningen, het rijkste en schoonste uit j den geheelen omtrek, want hun be- j schermer was d^eweldige God Thor, die alle vijandelijke machten verre j hield. In dit dal was in de grijze oud- j heid een offerplaats, die aan hem ge- wijd was, en daar riep men hem aan om bescherming en zegen te krijgen. Toen kwam het Christendom in het land en de oude goden moesten voor het nieuwe geloof wijken. De tempels en offersteenen werden afgebroken, de heilige boomen geveld en in plaats daarvan werd een kruis opgericht. Ook voor de Raansdaler bergen kwam de tijd, dat vreemde priesters er het evangelie verkondigden. Toen werd ook hier het heiligdom van Thor ver nietigd en het volk gaf toe en boog zich voor het teeken des Verlossers. Maar de oude, Noorsche God, wiens tijd en macht nu voorbij is, nam wraak op de menschen, die hem in den steek lieten, en op de plaats, die in 't vervolg een ander geloof zou dienen. De donder rolde, de bliksem flitste on de hoogste der bergen er om heen stortte neer vernietigd door de mach tige hand van Thor. Door de neer stortende rotsmassa's werd alles, wat leefde, begraven, niets ontkwam aan de verwoesting, bosschen en weiden gingen voor eeuwig ten onder. En toen kwamen de geesten der nevelen, die nu door geen beschermgod meer ge weerd werden en namen bezit van het verlaten dal, waar alleen nog dood en verwoesting huisden. De eens met bosschen begroeide bergen ver stijfden tot ijs en in de spleten en kloven nestelden zich de wolken, daar waar eens de hoogste bergtop zich verheven had schemerde nu een wit sneeuwveld, en daaruit kwam een wilde gletscherstroom de Raan, dia zich over den rand stortte en dan schuimend en spattend zijn wegnaar beneden zocht om eindelijk bij Raans- dal in het Fjord uit te monden. Op de plek echter, waar eens de offerplaats van den Dondergod had gestaan, stond nu een reusachtig rots gevaarte als een gedenkteeken en daarop stonden de runen, die nie mand ontcijferen kon. Thor zelf had ze er in gegrift, toen hij voor altijd moest wijken van zijn heiligdom en het dal met zijn met ijs bezette hoog ten heette voortaan in den mond van het volk het Isdal. Het was een sombere sage, eigen lijk hadden de Noorsche sagen alle maal zoo iets sombers en zwaarmoe digs en dat was volstrekt niet naar den smaak der jonge dame, die eigen lijk alleen uit nieuwsgierigheid hier kwam. Sylvia had gisteren zonder veel be langstelling toegeluisterdhier eerst in deze omgeving scheen zij zich van het dreigende, het geheimzinnige van het oude sprookje, bewust te worden. Sassenburg had gelijk, schoon was Isdal niet, maar overweldigend. Hoe verder zij er binnenging, hoe meer scheen zij ten prooi aan een beklemd gevoel. Het stijgen langs de gletscherbeek was niet geschikt voor verwende voe ten en het was ook niet geheel zon der gevaar, want het water schuimde dikwijls tot aan den rand, een mis stap kon gevaarlijk worden. De jonge dame bekommerde zich daar in 't ge heel niet aan, maar ging zonder vrees verder. Plotseling echter bleef zij ver rast staan, want zij was niet alleen in deze eenzaamheid, zooals zij ge meend had. Een paar honderd schreden verder i stond een man in jachtcostuum met den rug naar haar toe. Misschien een jager op den loer, omdat hij zoo on bewegelijk op zijn plaats bleef, maar hij stond zoo vrij en van alle kanten onbedekt en nu merkte Sylvia ook op, dat hij het geweer over den schouder droeg. Reeds bij den eersten aanblik was haar zijn hooge gestalte opge vallen, die had iets bekends en onder den hoed kwam dicht, blond haar te voorschijn er was geen twijfel aan, het was de Noorsche berenneef Bernard stond op zij van het pad, aan den voet van een rots, waar iets zijn blik scheen te boeien. Hij hoorde den lichten tred der naderende, niet door het bruisen van het water, tot dat zij vlak achter hem stond en zijn naam noemde. Bernard I Hij schrok op bij dat zachte roepen, maar er verliepen nog eenige secon den, vóór hij zich langzaam en aar zelend omwendde en daarbij droeg zijn gelaat een vreemde uitdrukking. Iets als een geheim verdriet was er op te lezen, dat eerst verdween, toen hij zijn jonge nicht herkende. Ben jij het Sylvia riep hij verrast, maar met een diepen zucht. Doe ik je schrikken, je kijkt, of een booze geest je heeft geroepen spotte zij. Dacht je, dat er een spook achter je stond? Ik zou het haast ver onderstellen. Bernard had zich al weer hersteld, maar hij ging niet op die spotternij in. Hoe kom je in Isdal? vroeg hij verbaasd. En ben je hier alleen? Neen, niet heelemaal, daarboven zit een jager uit Alfheim, die mij hierheen gebracht heeft. Ik wilde lie ver alleen naar den waterval, of eigenlijk naar den runensteen uit de sage O, daar is hij, ik herken hem uit de beschrijving. Toevallig was haar oog op de rotsen gevallen, aan welks voet zij samen stonden. Het was ook een der brok ken van de bergstorting, maar het stond rechtop als een gedenkteeken, het stak boven alle andere uit en was evenals die afgebrokkeld en vol klo ven, waarin mos groeide. Slechts aan den vóórkant was een gladde opper vlakte en op het donkere, verweerde gesteente slingerden zich allerlei vreemde lijnen en teekens het oude, geheimzinnige runenschrift. Prins Alfred heeft mij gisteren de sage van Isdal verteld, ging Syl via voort, terwijl zij dichterbij kwam, om de teekens te bekijken. Jij kent haar natuurlijk ook? Ja zeker, zei hij vluchtig. Ér bestaat hier een overvloed van sagen met betrekking tot de zee en de ber gen maar je was immers van plan naar den waterval te gaan. Kom, ik zal je er heen brengen. Zoo straks, eerst moet ik dat souvenir aan Thor eens goed bekijken. Is het waar, dat de sleutel tot deze runen nog altijd niet gevonden is? Bernard trok onverschillig de schou ders op. (wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1