WEDSTRIJD.
Rubriek voor
4 onze Jeugd.
blij!hieven aan de Redactie van de
Kinder-af deeling moeten gezonden
worden aan Mej. M. C. v. Doorn,
brj Sophiastraat No. 22, Haarlem.
lar.T
Pr°°0fiaptein Wilson's Plan,
lentj
Vrij naar bet Engelsch.
Het was een plan van Kaptein Wil-
pS 1011. Kaptein Wilson was een 14-
[arige Schot, en hij was verschrikke-
ieWk trotsch op zijn voorouders en op
vaderland maar wanneer hij niet
iP een al to geestdriftige bui was,
en mochten zijn kostschoolmakkers hem
eld pi graag lijden.
jigJ Het was in een van de kleine vacan
te ie ies, en verschillende jongens, waarbij
;aarook Kaptein Wilson, waren om de
)renïerre reis op de kostschool gebleven.
:ezic iaptein Wilson had den heelen mid-
e jjiag zitten denken, en er was een
prachtig plan in zijn hersens gerijpt,
j )p dat oogenblik stormden Dick Per-
t dgcival, Herberts en Robertson zijn ka
per binneneen gipsen buste kwam
naar beneden getuimeld, en Robert
son begon met een oorverdoovend
Mawaaij op een ouden doedelzak te
Wazen.
Kaptein Wilson verdedigde zich
•eve tevergeefs met de wapenen van zijn
voorouders" (in dit geval een pook en
ge|een vouwbeen) tegen zijn aanvallers.
„Ik heb een prachtig plan", zei hij,
terwijl ze zaten uit te blazen„maar
3 keik vertel 't jullie niet voor je van mijn
wo doedelzak afblijft en de kop van me
erleer Burns gelijmd hebt."
,Von De jongens keken twijfelachtig naai
de scherven op den grond.
„Wel", zei Herberts, „we zullen de
ijeer hebben je een nieuwe kop aan to
aie,bieden, die dingen kosten tegenwoor
dig een kwartje. Vertel maar, wat je j zullen worden,
Dinsdag 2 uur 's morgens.
Percy heeft juist een dooie hond in
ons zeewierbed gevonden. Mijn maag
is bepaald in de war. Kaptein Wilson
begint zijn rots erg hard te vinden.
5 uur 's morgens.
Sedert half 5 is Dick Percival met
de buks er op uit. Hij heeft al 59 pa
tronen verschoten, maar nog niets ge
schoten. Kaptein Wilson is woedend.
Een krab heeft mij in mijn oor gebe
ten. We gaan samen visschen voor
ons ontbijt.
8 uur 's morgens.
We hebben 3 uur gevischt en 17
krabben gevangen. Ze zijn te klein om
op te eten.
11 uur 's morgens.
Steeds visschende. We zijn wanho
pend.
half 2 's middags.
Ik heb een groote schol gevangen,
en we hebben het Siameesche volks
lied gezongen. Waarom weet ik niet.
We hooren Dicky steeds patronen ver
schieten. Robby rookt een sigaar van
gedroogd zeewier.
2 uur 's middags.
Dick Percival heeft nog steeds niets
geschoten. Robertson voelt zich ellen
dig en raadt ons niet aan zeewier-
sigaren te rooken.
Half 3 's middags.
We hebben de schol opgegeten, be
halve Kaptein Wilson, die naar zijn
portie zoekt, want hij heeft zijn stuk
bij ongeluk laten vallen. Hij zegt, dat
't onze schuld is.
6 uur 's middags.
We hebben den heelen middag ge
slapen, en zitten nu naar onze goeie
ouwe schoolramen te kijken. We den
ken aan het eten, waar ze binnen mee
bezig zijn.
8 uur 's avonds.
Kaptein Wilson zit te brommen als
een dolle hond. Dick Percival is weer
aan 't schieten.
9 uur 's avonds.
Dick Percival heeft een rat gescho
ten.
11 uur 's avonds.
Kaptein Wilson zegt, dat wij gered
maar we merken er
weet." i niet veel van.
;rst Kaptein Wilson knikte goedkeurend, j Woensdag 9 uur 's avonds.
En de tweede prijs:
Een belegeringspel of een planten-
trommelde premiën zijn boeken, in
allebei de af deelingen.
Herbert P. Vindt je het niet leuk,
dat de eerste brief, dien ik kreeg van
jou was Ik wil heel graag een tee-
kening van je hebben, maar ik ben
nog lang niet jarig. Van bloemen houd
ik ook erg veel. Heb je teekenles, en
waar ga je op school? Je schrijft keu
rig, hoor
K o b u s K. Ik vind het heerlijk, dat
je veel raadsels weet, KobusEn je
mag toch mee raden, als je me iedere
week een raadsel stuurt. Je vindt de
courant nu zeker nóg aardiger, nu er
een antwoord voor jou in staat
Piet en Betsy P. Dank jullie
wel voor de raadsels. Het eerste kan
ik zelf niet vinden. Weet jullie nog,,
wat het antwoord was? Ik begrijp
niet wat je bedoelt voor een plaats in
Nederland met 1 2 13 14 12 10, en wat
voor een meisjesnaam is 3 1 7 Heb
je je daar niet mee vergist Dat moet
je me maar eens schrijven
Elze W. is een dom meisje. Ten
eerste stuurt ze haar antwoorden nu
al, en er heeft toch duidelijk in mijn
brief gestaan, dat ze alle 30 eerst com
pleet moeten zijn, en ten tweede stuurt
ze ze aan 't Bureau Haarlem's Dag
blad. Had je niet gezien, dat mijn
adres in de courant stond Voor deze
keer zal ik de antwoorden voor je be
waren, maar stuur ze nu niet weer
te vroeg.
Gerard H. O, Gerard, wat een
mooi raadsel heb je bedachtRe zal
het in de courant zetten. Als je er
weer een bedenkt, zet je het dan op
een apart stukje papier? En het ant
woord in je brief. Doe maar flink mee
aan den wedstrijd. Dag Gerard
Francisca v. M. Je was juist nog
op tijd met je brief, om deze week een
antwoord in de courant te vinden.
Schrijft Johan ook al brieven? De
groeten aan J. en Chr. en aan je zelf.
M. C. VAN DOORN.
„Dat is verstandig gezegd", zei hij j Ik schrijf dit in slaapzaal no. 7. On
plechtig. „Nu, zooals je weet, worden: ze vacantie is voorbij. Wat een dag!
ie jde slaapkamers boven gewit, en we j Twee uur geleden zaten we nog opdat
and mogen in tijd doen, wat we wil-; ellendige eiland. Kaptein Wilson was
z lenlaten we met z'n vieren gaan j gewoon gek vannacht, en droomde
n i, kampeeren op het Roode Eiland. De j hardop van zijn Schotsche voorouders.
directeur vindt het goed, omdat het s We zochten den heelen dag naar eten
oof Roode Eiland net nog in het gezicht j en vonden niets. Van 4 uur af zaten
van de school is, en we huren oude j we bij elkaar te wachten op oude
Ben's boot om er naar toe te komen." j Ben's boot. Hij was precies op tijd.
„Je bent een-genie", riep Dick Per-1 Hij scheen ons erg vermakelijk te
cival bewonderend. „Kom jongens, vinden, en herhaalde steeds: „Wat|
driemaal hoera voor Kapteintje 1" I een smaak."
,Wat nemen we voor eten mee j De jongens stonden aan wal
Dat was Mis.
Ik ben pardon, ik was een oude
vrijgezel en leefde als zoodanig vijf
tig jaar lang gelukkig en tevreden.
Waarvoor had ik ook een vrouw noo
dig? Ik had gehoord, dat vrouwen al
tijd haar eigen zin volgen en een
j groote hoeveelheid geld verbruiken,
j Ik leef echter graag naar mijn eigen
zin -en geef mijn geld het liefst zelf
vroeg Robertson, toen 't weer stil ge-'juichen, toen wij aankwamen. Kap- j ujt - bovendien wordt een vrijgezel
Hej worden was. J tein Wilson zag er uit als een dron- j van mijn leeftijd, die een aardig for-
i „Ja, dat is nu nog het leukste vanke waschvrouw en Dick Percival cni tuin bezit en er goed uitziet, in gezel-
bo alles, raadt eens." j Robertson als een paar landloopers. j schap altijd beter ontvangen dan een
en „Koude kip en ham?" vroeg Her-- We hebben thee en boterhammengetrouwd man en ook het schoonege-
Qerj berts. j gehad 't was een hemelsch maal. We slacht kijkt hem met heel andere
„Nee."
„Gerookte paling en sinaasappels?"
begon Robertson.
„Nee, nee."
„Broodjes met kaas en gemberbier
dan
„Ik zie wel, dat jullie 't niet kunt
raden", lachte Kaptein Wilson, „we
nemen niets mee, we gaan visschen."
„Dan doe ik 't niet", zei Robertson,
„ik heb niets geen zin in vasten."
zijn innig dankbaar, en voelen
allerpleizierigst
Eerste Afdeeling.
(11 jaar of beneden 11 jaar.)
oogen aan. Als gezegd, had ik dus
geen aanleiding, wijziging te bren
gen in mijn manier van leven.
Bovendien had juffrouw Rugby, de
weduwe van onzen eerbiedwaardigen
huisknecht, die op zekeren dag van
een hooizolder gevallen was en bij die
gelegenheid den nek gebroken had,
welwillend er in toegestemd, keuken
meid bij me te worden. O, wat was
Wat, veranderen?
- Het betreft den koetsier Thomas,
mijnheer, zei juffrouw Rugby. Hij is
een kalme, fatsoenlijke man en dringt
zoo bij mij aan, dat ik u binnen veer
tien dagen moet verlaten. Thomas en
ik hebben geld op de spaarbank en
willen een restaurant beginnen. Maar
ik moet zeggen, dat het mij spijt,
want ik had het hier goed naar mijn
zin.
Weggaan? U mag niet weggaan,
juffrouw Rugby! zeide ik. Ik ben aan
Thomas gewend. Trouw met hem en
blijf bij me, ik zal u hooger loon ge
ven. Ik zal alles doen,, maar ga niet
weg.
Het spijt me. maar als getrouw
de vrouw kan ik niet in dienst blij-
ven en bovendien is ons klein restau
rant een droom, die mij reeds lang
op 'thart ligt, verklaarde juffrouw
Rugby. Ik kan het niet helpen, maar
ik moet heengaan.
Daarbij hield juffrouw Rugby haar
zakdoek aan de oogen, toen zij de
kamer verliet. Ik was wanhopig. Ik
wierp me in een stoel en trachtte na
te denken. Ik moest een ander zoe
ken.
Een Engelsche keukenmeid zou
misschien het gebraad kunnen bezor
gen, maar haar desserts zouden na
tuurlijk ongenietbaar zijn. Een Fran-
sche keukenmeid zou pasteitjes voor
me klaar maken, waarvan ik ziek zou
worden. Negerinnen zijn van huis uit
goede keukenmeiden, maar zij bezit
ten toch niet hoe zal ik het zeggen
zij bezitten toch niet het repertoire
van juffrouw Rugby.
Ik belde. Juffrouw Rugby verscheen
in hoogst eigen persoon.
ik ben blij, dat u gekomen
zei ik, want ik moet u spreken. U
mag niet weggaan, ik kan u niet mis-
Maar ik heb het Thomas toch
beloofd en kan zijn hart niet breken,
zei juffrouw Rugby, ik ben veel te
gevoelig van aard, om met iemands
liefde te spelen.
Ik zuchtte en sloot de oogen.
Is er anders nog iets vroeg juf
frouw Rugby.
Ik zal van honger sterven, ant
woordde ik.
Kom, kom. troostte zij, u zult
het wel te boven komen; er zijn
vrouwen genoeg, die voor u kunnen
koken.
Met deze woorden verdween zij. Dit
maal liet ik haar niet weer roepen,
maar zond om Thomas.
Thomas, zei ik, toen hij binnen
kwam, juffrouw Rugby heeft u be
paald iets heel bijzonders te eten ge
geven. Thomas, ga zitten en luister
naar me. Ik heb zooeven gehoord, dat
je me juffrouw Rugby wilt ontrooven.
Ik ben zeer verrast, Thomas, en keur
je keuze sterk af.
—Wij hebben beiden den leeftijl des
onderscheids en per slot van reke
ning zijn we toch geen lijfeigenen,
verklaarde Thomas.
Maar denk toch om nnj, zei ik.
Wij hebben er al over gesproken,
zei Thomas, en een oogenblik hebben
we er zelfs aan gedacht bij u te blij
ven, maar het restaurant is beter en
dan, mag ik u eens vragen Zoudt u
uw vrouw bij een ander laten, als u
getrouwd was
Dus jullie wilt niet blijven?
vroeg ik.
Neen, mijnheer, ik dank u. Mijn
devies is ..Mijn huis is mijn heilig-
Ik had den volgenden dag eenige
moeielijkheden met Thomas, maar
ten slotte liet hij zijne rechten afkoo-
pen. Hij trouwde met de knappe ka
menier en opende het restaurant.
Wat mij betreft, ik ben de vorige
week met juffrouw Rugby getrouwd,
doch den avond van de huwelijks
voltrekking zei ze plotseling tot me
Lieve man, nu moeten wij uit
zien naar een keukenmeid.
Wij hebben toch geen keuken
meid noodig, wierp ik tegen, met jou
talent...
Zoo Als je denkt dat ik nu nog
blijf koken, vergis je je riep mijn
vrouw. Daar heb ik nu genoeg van.
Of je schaft je een keukenmeid aan.
óf je moet maar zien, hoe je wat te
eten krijgt 1
Ik smeek den lezer om stil mede
lijden.
ALLERLEI.
Hoeveel een oorlog kost.
9. Meteen m geeft het licht in den - --- - - -
nacht; met een h is het zeer waak- £3. een pracht van een keukenmeiddom". Eerst was ik van plan meteen
Zij was volstrekt geen bekoorlijke kleine kamenier, hier dichtbij, te trou-
Bedoel je, dat we van visch enzaammet een z is het een rivier,
wild moeten leven", vroeg Herberts. waaraan veel molens gevonden wor-
„Ja, natuurlijk, hoor nu nog eens den.
het heele plan. Plaatsbet Roode Mi-n eerste is een zwarte vloei-
Eiland, we gaan met z nvierenba-sMmijn tweede rond en hol_ en
fel^b^enlwnderioatïonen 't meestal van carton in mijn geheelmaar juist dat maakfe haar
een buks en honderd patronen. wordt mijn eerste bewaard. uitstekende huishoudster,
„Ik heb niets geen zin om in 't ge-
Tjcn Ho cphitfil tp vp.Thnn?ftrpn.
persoonlijkheid en ook geen jonge
vrouw, maar het is ook volstrekt niet
noodig, dat de huishoudster van een
vrijgezel het een of het ander is. Zij
ook nogal opvliegend van aard,
tot een
uitstekende huishoudster, want de
wen. Ze is allerliefst,
jaar, maar ze heeft
pas achttien
jclcli JSL no niets overge
spaard, en juffrouw Rugby heefteen
hoop geld. Zij heeft wel een wrat op
haar neus en is een beetje te dik,
maar dat doet er niet toe. Als de
andere haar geld had, zou ik die na-
H jjf het,
rirbt van dp school te verhongeren 1 11. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 is een groote s andere dienstboden waren zeer bang tuurlijk nemen, maar zij heeft
maar 'tverderenlanlacht me toch stad9 8 3 4 staat op een schipalsvoor haar. En zij waagden het niet. i helaas, niet.
wel toe" eindigde Dick Percivalop men de lengte van iets wil weten dan haar slechte luimen aan mij bot te Hoeveel heeft juffrouw Rugby
b - neemt men de 2184; 3456 staat I vieren. dan wel overgespaard vroeg ik.
1 aan den hemeleen 7 1 2 dient om 7ii pt, dat w«s w p„ n, n*t hpm
jouw verantwoording, Kapteintje t"
Het Roode Eiland was niet meerhet water tegen te houden, en 4 8 9 is
dan een groepje rotsen, met zeewier j niet wild.
bedekt. De vele holen dienden de zee- j 12. Met een k is het een hooge
meeuwen tot woonplaats. Om zevenwaardigheid, en met h iets zoets,
uur 's avonds landde Ben's boot, door- 13 Hefc eerste deel ^ndt ge aan het
Ben zelf bestuurd, in de nauwe kreek.s^rand en 0p het tweede kunt ge
De vier passagiers hieven een soortn ^itten mijn geheel is in zee.
van krijgsgeschreeuw aan. j ,,r
„Geef de bagage, Hen", brulde Kap-!. Wat is het omgekeerde vaneen
tein Wilson, terwijl hij een pakje in jager?
zijn zak moffelde, welks inhoud voor j 15. Men vindt mij in den hagel,
ieder een geheim was. „Dat gaat jul-Dnrb nimmer in de sneeuw
Doch nimmer in de sneeuw
Ook altijd bij den luipaard,
Doch nimmer bij den leeuw.
Nooit in den frisschen regen,
Wel altijd in den dauw
En de arend voert mij mede,
Ik leef in 's hemels blauw.
Tweede Afdeeling.
(Boven 11 jaar.)
9. Hoe moet ge dit lezen?
tdeihcseg u tad tliw tein ijg taw
tein redna nee naa koo tad eod.
10. Met d vormt het met de zee de
aardemet s is het een wapen en
wolf", begon Robertson; „ik denk, dat met g js het nooit klein.
in dat geheimzinnige pakje wat taartu Uet e0n k ][Unt er yan alle3
en ossetong en...... 'in bergen; met een 1 moet het ge-
Hou op schreeuwde Dick Perci- d nbworden, en met een m is het
val ik krijg zoon trek,! Maar wat, yan een 3chi
is dat voor een geluid? 1
„Zeemeeuwen" antwoordde Her-j Iemand oopt een hoed, laarzen
berts zenuwachtig. „Wat een naar'en wandelstok. Voor de hoed en de
gekrijsch, he laarzen betaalt hij f 12, voor de hoed
„Zeemeeuwen kunnen geen Schot-! en de wandelstok ƒ8, en voor de wan-
sche liedjes krijschen", bromde Ro-delstok en de laarzen f 10.
lie niets aan", zei hij, toen de jon-1
gens er naar vroegen „maak nu maar
dat de boel aau wal komt."
„Wat een rare smaak hebben die j
jongeheeren toch", bromde Ben „van-
daag is 't Maandag, moet jullie hier}
nu lot Woensdagavond zonder eten
blijven, wil ik jullie maar niet liever i
morgen komen halen
Maar dit voorstel werd met veront-1
waardiging van de hand gewezen, en
oude Ben roeide in zijn boot weg.
„Waar is Kapteintje toch gebleven?"
vroeg Herberts knorrig.
„Ik heb nu al een honger als een
bertson„Kapteintje heeft zijn doe
delzak meegebracht
Het geheim van het pakje was op
gelost.
Herberts heeft een dagboek gehou
den van die nooit te vergeten va
cantie.
De inhoud is als volgt
Maandag, 7 uur 's avonds.
Aangekomen op het Roode Eiland.
Kaptein Wilson verdwijnt, en komt
voor gek spelend op een doedelzak
blazend terug. Percival gooit hem
flink nat. We zijn allemaal hongerig,
en Kapteintje zit te bibberen.
9 uur 's avonds.
Het is bijna donker. We spreken
Hoeveel
kost ieder
13. 1 2 3 4 5 6 7 8 is een zeeheld
1 2 4 zit binnenin een vrucht: 4 7 8
is een metaal1 3 6 8 is een wortel
4 5 6 3 komt in kistjes uit China, maar
wordt hier gedronken.
14. Mijn eerste is een edel metaal,
mijn tweede is een verzameling van
schepen, en mijn geheel hoort bij het
vorige raadsel.
Brievenbus.
Aan alle kinderen.
Even kom ik jullie vertellen, dat er
door teekens, want het rumoer van de voor iedere afdeeling van den wed-
golven maakt alles onverstaanbaar, strijd twee prijzen en twee premien
Robby heeft een groote garnaal ge- zijn.
vangen, en verdeelt die met z'n zak-De eerste prijs voor de eerste afdee-
mes in vieren. Kaptein Wilson heeft ling is
gewaagd, of we het niet heerlijk vin-1 Een album voor geïllustreerde brief
den, en we hebben gezegd van ja. kaarten, een ringwerpspel of een
10 uur 's avonds. winkel.
We gaan slapen. Dicky en ik liggen De tweede prijs is
op een hoop zeewier, 't Is een afschu- Een handwerkdoos of een schip,
welijke lucht. Kapteintje ligt op een i Voor de tweede afdeeling is de eer
rots, en Robertson zegt, dat hij de ste prijs een doos met raketten, een
wacht zal houden. hockeystok of een schilderdoos.
Zij kookte kolossaal en dat was Hij vertelde het mij en ik liet hem
alles, wat ik verlangde. Haar soepen, j heengaan. Misschien liet hij zich af-
haar gebraad, haar voorgerechten i koopen, maar welken prijs zou juf-
waren hemelsch. Haar puddingen en j frouw Rugby vragen Ik besloot er
pasteitjes wonderen, eenvoudig won-n0g denzelfden dag naar te informee-
deren. Een lijst van de gerechten, i ren. Thomas was weggegaan, om
waarin zij uitmuntte, kan ik helaasnaar de paarden te kijken, en het
niet opgeven. Bij het dessert had zij dienstmeisje was met haar vrijer uit.
inspiraties en van vele harer schep- j u; ging dus naar de keuken en vond
pingen bestaan geefi recepten. er juffrouw Rugby voor de keuken-
Dat zij bijna twee meter lang was, tafel zitten met een zakdoek voor de
een dikken neus en een snor, zeer oogen.
weinig peper- en zoutkleurig haar gij slaakte een luiden kreet en stond
had en met de stem van een scheeps-1 0p.
het'm!nstsprak' hinderde mli met jGa zitten, juffrouw Rugb.v, zeide ae Franéche provincies, Parijs was
Ik was gelukkig. Mijn woning zageë^taerWke daariuKcn> in bijna alle opgaven van
oiooanf. rm hphn»<rHïir nit Tb nnn-neM u yanuaag weer een neernjKe djen En uit de berekeningen, die
ge raa preyCjnet geeft in zijn Guerre en
province zien wij, voor hoeveel man
deze berekening geldt.
De oorlog in Oost-Azië, die reeds
maanden dreigde, doch die men
steeds hoopte te voorkomen, is thans
aangevangen.
Voor enkele dagen gaf het Duitsche
weekblad Ulk een caricatuur te zien
op den toestand, die veel te denken
gaf. Rusland en Japan stonden daar
gereed elkaar aan te vallen, maar zij
werden weerhouden door een leege
beurs.
En meer dan ooit is er, om oorlog
te voeren, geld noodiggeld, dat niet
ten onrechte de nervus rerum wordt
genoemd, zou men zeker ook den
„zenuw des oorlogs" nervus hel
ium "kunnen noemen. Om een denk
beeld te geven van wat in onzen tijd
een oorlog kost, zou men kunnen aan
halen wat 'de bekende economist
Schaffe ,die in Oostenrijk minister van
handel was, in 1896 daarover schreef.
Hij berekende dat de kosten van een
oorlog per dag zouden zijnvoor
Oostenrijk 13 millioen, voor Duitsch-
land of Frankrijk 25 h 26 millioen.
voor Rusland 28 millioen francs. De
berekening der kosten van een oor
log in een vreemd werelddeel, de
oorlog van Engeland in Zuid-Afrika
heeft het bewezen, overtreft deze op
gave van Schaffe nog.
De laatste groote oorlog, die in
Europa gevoerd werd, die tusschen
Frankrijk en Duitschland, kan ons
eenigszins een denkbeeld geven van
den omvang dier cijfers, die nu en
dan doen denken aan de reusachtige
getallen, waarmede men in de ster
renkunde de afstanden der hemel
lichamen meet
De „Comptes généraux" van de
Fransche Regeering doen zien, dat in
1870 voor de gewone uitgaven van
het ministerie was uitgetrokken een
bedrag van 373 millioen francs, en (lat
de buitengewone credieten van 17 Juli
tot 26 December bedroegen 1316 mil
lioen francs. Voor de vijf maanden
van den oorlog gaf dat een gemid
deld bedrag van 250 millioen francs
per maand. De rapporten van den
heer De Roussy, gedelegeerde
van den minister van financiën bij
de regeering te Tours, zeggenGe
durende den eersten tijd beliepen on
ze uitgaven 5 millioen per dag, doch
reeds in December waren zij tot 10
millioen gestegen, en ondanks alle
pogingen om zuinig te zijn. konden
wij dat bedrag van 10 millioen niet
verminderen.
De president van de commissie voor
de landsverdediging verklaart even
eens, dat in Januari 1871 de uitgaven
10 millioen per dag bedroegen. En
dat dit bedrag niet boven de begroo
ting ging, blijkt uit hetgeen door den
minister van financiën Magne werd
gezegd, toen hij op 5 September 1870
de portefeuille aan Ernest Picard
overdroeg„Wij hebben zeker tien
millioen per dag noodig en ons cre-
diet bij de Bank raakt uitgeput."
Wij vinden datzelfde cijfer van tien
millioen per dag (voor de troepen in
gaven, voor het gereed maken van
een leger voor den oorlog, door deze
reusachtige legersterkten ontzettend
zijn gestegen. Ook hiervoor heeft De
Bloch, en op zijn voetspoor Jule9
Roche, berekeningen gemaakt.
Op den grondslag van een leger
van twee millioen menschen bereke
nen zij de eerste uitgaven entrées de
campagne, paarden en wagens, trans
portmiddelen, schoeisel, kleeding-
stukken enzoovoort, op ongeveer twee
milliard, te verdeelen over twee maan
den, dus op 33 millioen per dag.
Deze kosten komen boven de gewone
dagelijksche uitgaven voor soldij,
levensmiddelen, fourages en onder
houd- In tijd van vrede worden die,
voor het Fransche leger, berekend op
400 millioen francs. De oorlogssterkte
is ongeveer 6 maal grooter dan dë
vredessterkte, dus zouden die gere
gelde uitgaven 2400 millioen francs
worden. Doch de prijzen van alle
levensmiddelen en andere behoeften
zullen aanmerkelijk stijgenBloch
neemt aan met minstens de helft, Ju
les Roche met een derde. Deze laatste
schatting nemend zullen de 2400 mil
lioen met 800 millioen moeten wor
den vermeerderd en op 3200 millioen
worden gebracht. De fourages voor de
paarden zullen al niet minder in
prijs stijgen, en kunnen voor 600.000
paarden niet veel minder bedragen
dan 600 millioen. waardoor het to
taal op 3800 millioen komt. Voor de
overige uitgaven een bedrag van 250
a 300 millioen rekenend de begroo
ting wijst thans 278 millioen aan
komt het totaal op 4100 millioen, of
meer dan elf millioen per dag voor
onderhoud van het leger gedurende
den geheelen duur van den oorlog.
Dit leger echter trekt ten strijde.
Het levert slagen, waarin wapenen
en ammunitie worden vernield, paar
den en menschen worden gedood,
huizen, kerken, molens, fabrieken
wórden verwoest, oogst, levensmid
delen, kleeding en tal van andere
dingen worden verbrand. Bij de mil-
lioenen die wij per dag berekenden
voor het onderhoud, komen de mil-
lioenen voor telkens terugkeerende
uitgaven en schadeloosstellingen,
voor het opcommandeeren van paar
den en wagens, voor het aanmaken
van ammunitie, voor het vervaardi
gen en herstellen van wapens. Deze
uitgaven worden zeker niet te hoog
geschat, wanneer men met Bloch
daarvoor hetzelfde bedrag aanneemt,
als het dagelijksche onderhoud van
het leger kost.
Uit deze cijfers is het duidelijk
welke ontzettende schatten een oor
log verslindt. Het totaal der uitgaven,
waartoe Bloch en Jules Roche ko
men door redeneering en becijfering,
verschilt slechts weinig van de gege
vens die Schaffe in zijn bovengenoem
de berekening geeft.
Hbld.
er elegant en behaaglijk uit. Ik noo-"kookt'Endan het
digde een vriend ten eten, als ik EQ d^ salade Ik kan zondeï u niet
haald. Ik rookte in de beste vertrek-jf™5" De"k a»? 50E
kon. kwam thuis, als het mij aan- ï,eiffj.aan zal' al* u me m den
stond en werd door mijn getrouwde nat dnp ik 7nohtt« inffrm.w
vrienden benijd. Mooie meisjes lach- R "at üoe lk' zucmte Jurfrouw
ten tégen me, bekoorlijke weduwen rw
waren vriendelijk tegen me en vol- S"J i^'
gens mijn meening was liet bewust- 7 !"T,nle' verwachten,
zijn, een van vijf-en-twintig beminne-'da^ Thomas het hart breek, ween-
lijke vrouwen te kunnen trouwen, Z1t
veel aangenamer, dan een van haar 1 —Breek liever het mime, verklaar-
werkelijk tot vrouw te hebben. Bo-1 ae k
vendien had ik juffrouw Rugby her-Och, van uw hart is geen spra-
haaldelijk hooren verzekeren, dat zij ke' hoogstens van uw maag, zei juf-
nooit iets uitstaande zou willen heb- j Rugby. Dat weet ik wel zeker,
ben met een mevrouw, wani deze ,P, ,^e weS moet echter ook naar
had geen begrip van koken en zou hart an den man leiden, ant-
alleen in de keuken komen, als zij
zich in het salon verveelde. Neen, een i Juffrouw Rugby keek me aan.
vrouw behoort bij mij niet tot de 011-', Ik ben hier gekomen, om u de
ontbeerlijkheden des levens en, daar gedachte, te veriaten. uit het
juffrouw Ruebv dat wist, hadden wij, i hoofd 1ie praten. M at moet ik doen
i Het eenige, wat te doen zou zijn,
~:3t doen, antwoordde zi'
rerstandigen man, die me
trouwen wil, en dien laat ik alleen
Ioopen, als ik een betere kan krijgen.
Maar als er zich nu een betere
voordeed? vroeg ik.
zoolang wij leefden, rustig bijeen kun-net eenige, wat te doen zou zijn,
nen blijven, indien ik het niet plot- z 11 me* doen, antwoordde zij. Ik
seling in het hoofd had gekregen, mij heb een verstandigen man, die me
een equipage en een koetsier aan te
schaffen. Ik was tot dusver met de
huurrijtuigen zeer tevreden geweest,
maar de een of andere booze geest
blies mij in, dat een eigen rijtuig Dan zou ik over de zaak naden-
veel geschikter zou zijn. Natuurlijk
maakte mijn koetsier dadelijk kennis
met mijn keukenmeid en doordien hij
een man van smaak was, wist hij de
voortreffelijkste harer scheppingen
ook direct op prijs te stellen. Hij be
wees den goeden dingen, die hem
voorgezet werden, volop eer en er was
nog niet veel tijd voorbijgegaan, of
hij vroeg juffrouw Rugby ten huwe
lijk.
Nooit was het mij in de gedachten
gekomen, dat iemand zoo iets zou
wagenmaar hij deed het en ten
slotte kwam de vreeselijke waarheid
aan het licht. Nadat juffrouw Rugby
zich verscheidene dagen lang had
opgesmukt deelde zij mij eindelijk
mee, dat zij voornemens was te „ver
anderen".
Veranderen en juffrouw Rugby wa
ren voor mij twee zoo hemelsbreed
verschillende dingen, dat ik uitriep
ken.
Ik zweeg en streed met mezelf.
In ieder geval zou de andere toch
niet binnen veertien dagen komen,
meende de weduwe.
Ik zweeg nog altijd en keek haar
aan.
Zij nam het deksel van een pan,
die op het fornuis stond, en keek er
in. Er kwam zulk een kostelijke gem
uit, dat ik over het geheele lichaam
sidderde.
Een nieuw gerecht? vroeg ik.
Ik hield op met mezelf te strijden.
J uffrouw Rugby, zou ik de betere
man zijn, op wien u wacht? vroeg
ik.
O ja, verzekerde zij.
Laten we dan trouwen en blijf
bij me riep ik.
Arme Thomas, zuchtte zij, maar
ik moet bekennen, dat ik u reeds lang
graag mag lijden.
Het gemiddelde aantal troepen, on
der de wapens, bedroeg volgens die
opgaven 600.000 man staand leger en
30E00O tot 400.000 mobielen, dus on
geveer een millioen. Freycinet bere
kent dat de kosten van onderhoud
voor die troepen bedroegen per hoofd
en per dag 9.77 francs, hetgeen vrij
wel overeenkomt met het bovenge
noemde cijfer van 10 millioen francs
per dag.
Dat was in een periode, die dertig
jaren achter ons ligt, toen de legers
veel kleiner en de uitgaven minder
waren. Thans heeft Frankrijk niet
langer een leger van 600.000 man, met
400.000 mobielen, maar een leger van
meer dan 2.000.000 manDuitschland
van 2.500.000, Oostenrijk van 1.300.000
Italië van 1,200.000. Tegen diezelfde
berekening van 10 francs per man en
per dag zou dus een Europeesche
oorlog 70 millioen francs kosten.
Maar het minimum kosten per hoofd
is ook vermeerderd. De cijfers door
De Bloch gegeven in zijn bekend ge
worden studie, die de aanleiding tot
de vredesconferentie is geworden, zijn
veel hooger. Hij berekent den coeffi
cient gedurende den oorlog per hoofd
op minstens 15 francs. En hij doet
dat op de volgende gronden.
In 1877-78 heeft Rusland, geduren
de den oorlog met Turkije, uitgegeven
een bedrag van fr. 12 per hoofd en
per dag, en toen heeft het Russische
leger nooit grooter effectief gekend
dan 350.000 man. Het is gemakkelijk,
in te zien, dat voor een oorlog waar
in gewerkt wordt met legersterkten
van 2 tot 3 millioen man, de uitga
ven veel hooger zullen zijn, naar De
Bloch berekend minstens 25 percent.
Daarbij komt nog dat de eerste uit-
Een meester in het verralschen
van papieren geld is door de Ameri-
kaanscke politie gearresteerd. Hij had
te Revere, een voorstad van Boston,
een „fabriek" van Amerikaansch pa
piergeld opgericht. Deze fabriek was
voorzien van de beste machines, foto
grafische apparaten en inrichtingen,
tot het namaken van het watermerk.
De fabriek was ingericht voor het ver
vaardigen van 5, 10 en 20 dollar-noten
had reeds met kleine bedragen geluk
kige resultaten gehad en had in een
maand Amerika kunnen overstroomen
met 1 millioen dollar aan valsche
banknoten, als de geheime politie, die
eerst hot zaakje een poosje kalm zijn
gang had laten gaan, het verder wer
ken niet onmogelijk had gemaakt.
Zeven personen werden als medeplich
tigen gearresteerd. De voornaamste
van hen, John Davis, is vooral in En
geland zeer slecht hekend. Hij speel
de ook de hoofdrol in het proces we
gens vervalscliing van noten der En
gelsche Bank, in welk proces hij de
verwondering van alle deskundigen
gaande maakte door zijn handigheid
in liet namaken der noten. Hij ver-
valschte in Engeland alle soorten van
waardepapier. De door hem nage
maakte noten onderscheiden zich van
de echte slechts door een nauwelijks
op te merken verschil. De Engelsche
Bank loofde 1000 pond sterling uit
voor den ontdekker van den dader,
en de zaak wekte veel opzien, tot
zich op zekeren dag de „kunstenaar"
die deze vervalschingen had uitge
voerd, bij den advocaat der Bank
aanmeldde om den uitgeloofden prijs
te verdienen door het aanwijzen van
zijn „lastgevers" en verdere mede
plichtigen. Die „lastgevers" waren
twee Russische Joden, Barmasch se
nior en Barmasch junior, die tot 12
jaar tuchthuisstraf werden veroor
deeld. Helnrich Schmidt, alias Lieter-
mann, alias John Davis, die met cy
nische onbeschaamdheid als hoofdge
tuige alle bijzonderheden over zijn
nobel métier aan de rechters uitlegde
liep vrij en vertrok met de door de
Bank uitgeloofde premie naar België
waar hij zich Henry Smith noemde.
Toen „Henry Smith" later in Ame
rika weer eens als „hoofdgetuige" op
trad, vloog hij er in, en werd gear
resteerd.
ALTIJD ATTENT.
Een inbreker is er in geslaagd door
te dringen^ tot het slaapvertrek van
den heer X. „De handen in de hoog
teroept forsch de ongenoode gast
uit. zijn revolver op den heer des
huizes en diens echtgenoote richtend.
Beiden voldoen haastig aan dit bevel,
maar mevrouw kan toch niet nalaten
haar man, die bij de waschtafcl staat
toe te roepenHenri, pas op, dat je
dc gasballons niet raakt!