Een nieuw Spreekbuiseindstuk. Hoe de menschen slapen Daar wij gemiddeld het derde ge deelte van ons leven op het bed door brengen, schrijft het Engelsche tijd schrift „Health"Is het niet te verwonderen, dat veel moeite, zorg en geld voor onze slaap plaatsen besteed wordt. In Engeland is het ongezonde veerehbed door de gezondere matras verdrongen, welke ook in Amerika gebruikt wordt, Fran- sche bedden zijn om hunne hardheid bekend en de Duitsche zijn zoo be lachelijk kort, dat buitenlanders dik wijls te lang er voor zijn. Vele Noor- weegsche bedden worden van biezen g6maakt. In Zuid- en Middel-Amerika worden algemeen hangmatten gevonden. De Indianen van Guyana vlechten zeer mooie hangmatten uit gras en verven ze fraai. De Japanneezen liggen op matten, die op den vloer uitgespreid zijn, en hebben een hard houten voor werp onder hun hoofd. De Europea nen zouden jaren noodig hebben, om zich aan dit martelaarsbed te gewen nen. De Chineezen wierpen zich op eenvoudige kunstig gesneden bedstel- len in Morpheus' armen. Iiun matras sen en dekens zijn van matten ver vaardigd. Des winters trekken zij zwa re, met boomwol gewatteerde kleeren aan, waarin zij slapen. Van alle volkeren zijn de negers het gemakkelijkst met betrekking tot hun slaapplaatsen te bevredigen. Een Ame- rikaansche neger kan zich evenals een wild dier tezamenrollen. ONPRACTISCH. Mijnheer Wat is er Kareisen? Zou ik geen drie dagen verlof kunnen krijgen ik wil gaan trou wen. Drie dagen, sprak de patroon, groote oogen opzettend en de pen langzaam achter het oor stekend, nu weer, en je bent pas een maand gele den drie dagen thuis gebleven. Toen had ik de influenza, meneer Precies, zoo is het, toen ben je drie volle dagen voor de influenza van het kantoor gebleven, toen had je toch al den tijd om te trouwen of als je liever nu trouwt waarom heb je de influenza niet uitgesteld. Hoor eens, zulke onpractische kerels kunnen wij op ons handelskantoor niet gebruiken. Ga maar naar den kassier. Adieu Je plaats is vacant EEN OPTIMIST. Student. Vandaag komt er zeker een postwissel. Gister was de bestel ler al hier tegenover. Jachtavonturen zijn altijd spannend en ze worden dan ook steeds gaarne gelezen of afgebeeld zien. Boven staande geeft ons een ontmoeting te zien in de Indische wildernis. De blanke jager, gevolgd door zijn brui nen bediende, is op tijgerjacht. Een spoor heeft hij nog niet gevonden en hij is dus wel eenigszins verrast wan neer hij, aan een bocht van het rot sig pad, plotseling komt te staan te genover een koningstijger, die bezig is aan zijn ontbijt in den vorm van een buffel. Fluks is echter het jachtgeweer j gereed. Ook aan de zijde van den tijger is de verrassing groot. Maar spoedig maakt hij zich gereed tot den sprong, waarmee hij zich op de verstoorders van zijn maaltijd werpen wil. Voor 't echter zoover komt, heeft de jager zijn geweer aangelegd en den roover een kogel tusschen de schouders gejaagd, die hem allen lust tot springen beneemt. Reutelend rolt het prachtige dier om en blaast, na eenige zweepende slagen van zijn staart, den laatsten adem uit. En voldaan gaan de jager en zijn bediende verder, om de hulp te halen, die den jachtbuit naar huis brengen moet EEN JACHTAVONTUUR dat hier de individueele waardeerini in 't geding komt Victor Hugo wen rd< tot 1870 als ooren-verscheurend ge lor proclameerdprdi De regels, die de „journalisten professoren" aangeven zoo gaa g' Brunetière door kunnen dus be 8Vl schouwd worden als niet dienstig ii "k het onderwijzen van de schrijfkunst rP' Men moet elders in de leer gaan ei n^r de conferencier stelt de volgende defi 'jj1 nitie voorstir „Goed schrijven isuitdrukken a £el wat men wil zeggen, niets uitdruk' |oe ken, dan wat men wil zeggen en uit8' 1 drukken wat men wil zeggen zóó, all het in deze omstandigheid moet ge lt"t zegd worden." nh' In het licht van deze definitie derzoekt Brunetière eenige pass: w. van klassieke schrijvers. Zekere stro phe van de „Mort du loup" van Alfred|e^ de Vigny is veroordeeld, omdat d dichter er niet in kon leggen, wat hi ons wilde zeggenmen kan er bijm elk woord critiseerenen twee stro phen verder is er een prachtige passf ge, waarvan geen enkel woord st geeft tot critiek; de gedachte vandi dichter Iaat zich duidelijk lezen. Men nvoet toegeven, dat de eersbEJL regels van „Mme. Firmiani" van Bal zac slecht geschreven zijnhet is go Lsj noeg ze luidop te lezen, om in een lach te schieten. Waarom? Balzac no' overschrijdt zijn gedachten, in dc eli hoogte door declamatie, in de diepte w door platheid. Tot toelichting leest Brunetière een passage voor van „Madame Bovary", de uitdeeling der prijzen op het land- bouwconcoursmen applaudiseert, want die passage is uniek, daar de ju auteur er zijn gedachte in wist te en. leggen, zonder ze ooit te overschrij den, en de uitdrukkingen zich passen aan de omstandigheden. En is de definitie, die Brunetièw in, geeft van de schrijfkunst, correct, zoo begrijpt men, dat er slechts één ant woord is op de vraag, die hij zich in don aanvang stelde, dat de schrijf kunst niet te onderwijzen valt. Of tenminste daar de schrijfkunst wordt teruggebracht tot de kunst van denken de schrijfkunst is niet te onderwijzen voor zooverre de denk- kunst niet onderwezen kan worden. Niet meer mag er gewezen worden op doorzetten van vergelijkingen, op het vluchten van ..die's" en dat's", op har monie en wat dies meer zij, maar men moet zelfstandig leeren denken en er voor alles op letten uit te drukken, wat men denkt en niets dan wat men denkt. Een gedachte origineel, met diepte uitdrukken, een stijl, een eigen stijl hebben, kan men niet aanleeren. BEDROG. Mevrouw Er is toch overal bedrog. MijnheerHoe zoo somber, lieve vrouw? Mevrouw Ik was vanmorgen toe vallig bij de hand, toen de gasman er was. Hij deed water in den meter A. Waarom ga jij zoo te keer? B. Hoe zou men nietDaar heb ik mijn proces in eerste en tweede instantie gewonnen en bij de derde verlies ik het A. Maar wees toch niet zoo af gunstig, jij hebt tweemaal gewopnen, laat den ander éénmaal winr Een Sociëteit yoor Dames-Kantoorbedienden. Nog niet zoo lang geleden gaven we een beschrijving met plaatjes vaneen door een rijke en voorname Engelsche dame opgerichte sociëteit voor vrou welijk wiukelpersoneel in Londen. Thans geven we een paar kijkjes en 't portret van de bestuurster eener an dere en meer zelfstandige damessocie- teit, de „Enterprise Club" namelijk. Deze soos stelt haar lokalen open voor alle jonge dames, die op een der kantoren in de Londensche City een betrekking vervullen, als typiste, ste- nografe, of wat ook. En het aantal leden is in de vier jaren van haar be staan van 100 tot 400 geklommen. Na haar arbeid verzamelen zich de rli leden in de lokalen en velen gebrul |or; ken er haar lunch of middagmaal. Dinsdag en Zaterdag zijn receptii De dagen en hebben de leden recht man r(j, nelijke kennissen en vrienden te in troduceeren, de overige dagen echtt WT betreedt geen lid van 't sterke geslach j» den drempel. Dansavondjes en andere fuifjes, ni A vens ernstige lezingen, worden ve« den leden aangeboden, zoodat het gee r~ wonder is, dat het steeds stijgend aan jj] tal leden steeds meer uitbreiding de localiteit vordert. Dat clubs als deze van groot nut zijt pe voor de vele vrouwelijke werksters genwoordig, behoeft wel geen betoog nde Merkwaardige Minnebrieven. Niet iedereen is tevreden met pa pier en inkt, om waardig uiting te geven aan zijn liefde. Vooral onze Angelsaksische buren schijnen daar toe dikwijls de vreemdste methoden te bedenken. Een Engelsch tijdschrift baalt een paar voorbeelden aan. Miss Amie Oakley, die bet wereld- Kampioenschap voor vrouwen in het schieten met de buks verworven heeft, ontving onlangs een hoogst merk waardig huwelijksaanzoek. Zij was op zekeren dag als naar gewoonte bezig met schijfschieten, toen een vreemde ling naderde, een in reserve liggend geweer opnam en 109 schoten loste, die zoodanig naast elkander zaten dat men er duidelijk letters in herkende, die te lezen gaven„Wilt u mijn vrouw worden De dame was zeer verrast, liet zich echter niet overbluf fen en antwoordde op dezelfde wijze met haar geweerNatuurlijk niet." Ook een vrouw, die in een Zuidelij ke voorstad van Londen woont, is in het bezit van verscheidene minnebrie ven, die met het geweer „geschreven" zijn. De dame in quaestie was vroe ger werkzaam in een schiettent in een drukbezocht openbaar lokaal en haar toenmalige beminde en legenwoordige echtgenoot, placht 's avonds bij haar te komen om zich in het schieten te oefenen. Na eenigen tijd was hij zoo bedreven, dat hij tot op een gedeelte van een centimeter treffen kon en als er geen hinderende toeschouwers wa ren, gebruikte hij dikwijls zijn han digheid op de aangegeven wijze. Zij nam dan de zoo merkwaardig geschi e- ven liefdesbetuigingen weg en be waarde ze zorgvuldig. Wijd en zijd beroemd is de zooge naamde „Bruidsluier-waterval" in het Yosemite-dal, in Calefornië. Hij valt van een 3000 voet hoog bergvlak. De romantische naam wellicht, gaf zeke ren Charles Evelijn, een jongen rijken bewoner van San Francisco, aanlei- i ding het als een zilverachtig lint val- lende water op geheel nieuwe wijze te I gebruiken. Hij besteedde verscheidene I duizenden dollars om op de plaats, I waar het water na zijn val in den afgrond weer bijeenkomt, een soort sluis te laten maken, die zoo vlug en I nauwkeurig werkte, dat zi] binnen i een minuut herhaaldelijk opgeheven en gesloten kon worden. Toen het werk voltooid was, bracht hij zijn ver loofde in het dal en door afwisselend openen en sluiten van de sluis in lange ep korte tusschenpoozen, ver telde de waterval haar in stralen, die overeenkwamen met de punten en strepen van het Mors-telegraafalfabet, van zijn liefde. Of de dame dit uitba zuinen van hetgeen een alleen voor haar oogen bestemde boodschap moest zijn, goedkeurde, wordt niet gemeld. In ieder geval heeft zij de voldoening, te weten, dat zij de eenige vrouw op aarde is, aan wie een minnebrief door middel van een waterval is ge schreven. Minnebrieven in vuurwerkfiguren zijn niet zoo buitengewoon. Zulk een minnebrief, die uit veelkleurige, vlam mende kogels bestond, werd door een Hongaarsch edelman aan zijn ver loofde te Hermannstadt gericht. Hij moet 10,000 gulden gekost hebben. Een andere, die op het landgoed van een rijken veefokker in Texas afgestoken werd, was 180 voet lang, bestond uit 63 woorden van meer dan 500 letters en brandde bijna een half uur. GOEDKOOPER. Ten einde raad seinde op het on wrikbaar zwijgen van den suikeroom student Boemel „Zend dan maar zes gulden, dan kan ik tenminste een revolver koo- pen." Tot zijn groote vreugde kwam er een gelakte brief. Er rolden twee dub beltjes uit en de brief bevatte niets anders dan „Een strop is ook uitstekend." BEGREPEN. Mijnheer, zou ik morgen ook mo gen thuisblijven, ik moet mijn oom gaan begraven. Chef. Wel zeker, maar kom me dan halen, ik ga óók naar het con- cours-hippique. VEEL GEVERGD. Peperman is grootvader geworden. Zijn zoon telegrafeert hem de ge lukkige tijding als volgt „Tweelingen morgen meer." De kunst van schrijven. Ferdinand Brunetière, de geweldige, die onlangs door het bankroet der wetenschap af te kondigen, een onbe- daarlijken storm deed opsteken, laat weer van zich hooren. Stoutweg heeft hij in een conferentie durven verkla ren, dat de kunst van schrijven niet te onderwijzen is. „Kan de schrijfkunst onderwezen worden?" vraagt hij zich af voor een talrijk gehoor. Een actuecle kwestie, merkt hij opeen halfdozijn werken in den laatsten tijd verschenen, voer den de pretentie met zich, de schrijf kunst te zullen leeren, tot zelfs in twintig lessen. Van de schrijfkunst sprekend, moet men aanstonds toege ven, dat deze in de praktijk van alle andere kunsten verschilt. Men heeft schrijvers gezien van den eersten rang die, zonder iets van de kunst te lee ren, er plotseling in hebben uitge munt. Toen Mme de Sévigné haar eerste brieven schreef, had zij zeker nooit de kunst van schrijven bestudeerd, nog niet eens de kunst van letters te schrijven. Van den anderen kant heeft men menschen ontmoet, die hun leven lang de schrijfkunst bestudeerd, ja zelfs aan anderen onderwezen hadden, en nog geen bladzijde konden schrijven. Brunetière haalt een professor aan, professor in de welsprekendheid aan de Sorbonne, die naar de Kamer werd I afgevaardigd de professor-afgevaar digde nam het woord, en ziet, zijn col lega's stonden verstomd, dat een pro fessor in de welsprekendheid een zoo droevig redenaar was. Maar waarin bestaat dan de schrijf kunst Goed schrijven is, „voor journalis ten en professoren" (Brunetière is nog aan 't woord) correct schrijven, herha lingen vermijden, de vergelijkingen volhouden, opstapelingen van „die s" en „dat's" vermijden en een zekere melodie nastreven. Het is duidelijk, dat men herhalin gen moet vermijdenook, dat som mige repetities van woorden en wen dingen noodzakelijk kunnen zijn, als men de termen wil volhouden, die aan sommige dingen eigen zijn. Is het niet bewezen, dat schrijvers, die uitmun ten door zuiverheid van stijl (Brune tière citeert hier een paar zinnen van Renan) vervallen in niet doorzetten van eens begonnen vergelijkingen, waarvan professoren in de letterkunde ons willen afschrikken Maar er is meeren de eminente spreker maakt de hilariteit gaande van zijn gehoor, door aan te toonen door zinnen, die Molière in den mond van zijn „Pré- cieuses" en van Trissotin gelegd heeft, hoezeer een metaphora, logisch volge houden, den lachlust kan opwekkeu. Trissotin „hongert" naar de verzen hij spreekt nu in den zelfden zin van „schotel", „smaak" en „zout". Een andere voorwaarde voor goed schrijven is volgens de „journalisten en professoren" het vermijden van „die's" en „dat's". In zekere mate kunnen zij gelijk hebben, maar het dient toch ook erkend, dat die woor den geschapen zijn, om er zich van te bedienen. Zeker, bij de beschrijving hinderen die formulen den kunstenaar en beder ven de schildering maar zij zijn nood zakelijk, vooral bij logische redenee ring. En weest er verzekerd van, dat een schrijver met genie, met talent, of hij, die eenvoudig de gave heeft, niet volgens die gegeven regels zijn lange en korte zinnen zal combineeren; maar hij schrijft nu lange, straks korte. Er blijft nog de harmonie. Wie ziet niet, BERENJACHT. In 't uiterste Oosten wordt gestreden. De Japanneezen zijn op de berenjacht daarin geholpen door John Bull, die van zoo'n jacht een groot liefhebber is.... uit de verte. Hij was daarom van zijn veilige zitplaats af, ijverig bezig het ruige reuzenbeest aan te hitsen. En de Japansche krijgers "hopen den beer te verslaan. Nu het eenmaal zoover gekomen is, zal John Buil het de Japanners wel laten uitvechten om wanneer zij 't ruige beest versloegen mee zijn aan deel in de huid op te eischen. Hij heeft immers geholpen En loopt het anders, delven de gele dwergen het onderspit in den harden kamp, dan blijft John Buil veilig op zijn tak in de hoogte. Zijn „medewerking" heeft hem dan wel niet gebaat, maar ach niet ge schaad ook. auiT. Gtufifi- ONTwïc^. MONBSTul^, %ÏC|lJA&L. Hoewel de telefoon ook bij de ver binding van de verschillende vertrek ken, in één huis steeds meer gebruikt wordt, heeft ze de spreekbuis nog niet geheel verdrongen. Deze laatste toch blijft vaak te prefereeren om haar eenvoud en haar geringe onderhoudskosten. Vandaar dat men thans een nieuw spreekbuiseindstuk in den handel brengt, hetwelk aan het onhygiëni sche van de algemeen bekende, oude grootendeels tegemoet komt. Onze teekening laat de samenstel ling duidelijk zien. De klankontvan ger werkt tot op 100 M. met volledige juistheid. Behalve voor huiselijk gebruik leent de nieuwe spreekbuis zich uitstekend voor rijtuigen en auto's, wijl een spre ken van de inzittenden met den be stuurder er heel gemakkelijk door wordt gemaakt. EEN NIET VERWACHT ANTWOORD Zij Als wij getrouwd zijn, moet ge het rooken nalaten. Hij Ja. ZijEn ook het drinken en niet naar je club gaan. Hij Ja. Zij Nu, weet je zelf ook nog iets, dat je zoudt kunnen nalaten Hij Ja. Zij Wat dan Hij Het voornemen om je te trou wen. ROYAAL. Kellner (tot een boer, die Amsterdam bezoekt en in een restaurant heeft ge geten) Hm, meneer, schiet er ook iets voor den kellner over Boer (naar de schaal kijkend)Ja wel. Al wat er nog op is kun je krij gen. Ik heb er mooi genoeg van. 'N PRETTIGE JAARDAG. »Och buurvrovw, moetje nu weer in die hitte den gehee- len dag in de keuken bezig zijnHeb je bezoek?» »Ja, mijn man heeft eenige vrienden genoodigd en die vieren met hem mijn verjaar dag». DIE KENDE 'T. Juffr. A.»Heeft je dochter al vorderingen gemaakt met haar pianospel?* Juffr. B. »Of zeTwee be woners hebben reeds de huur

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 8