Stadsnieuws.
GENERAAL TAN ZUL.
Uit een voorafgaand bericht heeft
men kunnen lezen dat de Boerenge
neraal J. A. van Zijl a.s. Dinsdag
in het Brongebouw een voordracht
houden zal.
Van Zijl is een man van 40 jaar,
een van die krachtige gestalten, zoo
als wij hen uit Zuid-Afrika meer heb
ben ontmoet. In zijn jeugd woonde
hij afwisselend in den Oranje-Vrij
staat en in de Kaapkolonie, voegde
zich bij het uitbreken van den oorlog
als eenvoudig vrijwilliger bij de
strijdmacht van den Oranje-Vrijstaat
en verkreeg daar weldra den rang van
veldcornet.
Toen de Boeren op 1 Januari 1900
Koeroeman, in Betsjoeanaland, had
den genomen, werd hij daar vrede
rechter.
Bij de opheffing van het beleg van
Mafeking vluchtte hij naar Trans
vaal aan het hoofd van 33 man die
hun gezinnen en vee meevoerden. Op
2 Juni 1900 voegde het kleine troepje
zich hij het commando van comman
dant A. Cronjé (broeder van den be
kenden generaal). Op den negenden
van die maand legde dit commando
de wapens neer. Van Zijl en zijn
mannen weigerden zich over te ge
ven en voegden zich in de omstreken
van Vredefort bij het commando van
De Wet, die den Engelschen bij Rooi-
val slag leverde.
Op 16 Juni werd Van Zijl benoemd
tot commandant der milities van
Griqualand en Potchefstroom. een be
noeming die door president Steyn
werd bekrachtigd.
Van Zijl was met Generaal de Wet
toen deze president Steyn begeleidde
bij diens ontmoeting met den vice-
president van Transvaal, Schalk Bur
ger in einde 1900.
Vervolgens bleef hij tot October, No
vember bij De Wet. Daarna werd hij
naar het noorden naar De la Rey ge
zonden, die hem op 1 Februari 1901
tot generaal in het district Bloemhof
benoemde.
Aan het einde der bijeenkomst zal
een collecte gehouden worden ten
voordeele van Kaapsche Hollanders,
die door en bij hunne deelneming
aan dén oorlog alles verloren hebben.
Heden is de dag. waarop de
heer Fr. Lieftinck 25 jaar lid van de
Tweede Kamer is.
Ingevolge het verlangen van den
jubilaris, door ons medegedeeld, wa
ren er geen bijzondere feestelijkhe
den.
Alleen werd den heer Lieftinck in
„De Kroon" een diner aangeboden
door vrienden en medeleden in bestu
ren, waarbij 22 of 23 personen aan
zaten.
er niet. En zoo moest men steun bij de
Fransche Regeering zoeken. Doch het
gevolg is geweest, dat de Hervormers-
partij geen nationale wedergeboorte
heeft tot stand kunnen brengen, doch
de beweging, waartoe z ij den eersten
stoot heeft gegeven, heeft eerst groo-
te beteekenis gekregen in 1848 door
den grooten Thorbecke.
Die beweging is de voorbode van
den nieuwen tijd geweest.
De rede werd met veel belangstel
ling gevolgd en met luid applaus be
loond
Het aantal lotelingen, dat
op 18 Maart a.s. in „Den Doelen" al
hier moet worden ingelijfd, bedraagt
376. Uit de geheele provincie Noord-
Holland bedraagt dat aantal 2423
van de lichting 1904 en 282 tot aan
vulling der lichting 1903, alzoo 2705
lotelingen.
Ingevolge mededeeling van
Z. E. den Minister van Marine zal de
loting voor de Zeemilitie, bedoeld bij
art. 137 der Militiewet, niet behoeven
plaats te hebben, daar er een voldoend
aantal lotelingen zich voor de Zee
militie heeft opgegeven.
Binnenland
Teyler's Stichting.
Woensdagavond werd in de gehoor
zaal van Teylers Museum de spreek
beurt vervuld door Dr. P. J. Blok,
Hoogleeraar te Leiden.
Spr. ving zijn voordracht aan met
er op te wijzen, dat enkele gedeelten
onzer Vaderlandsche Geschiedenis ons
weinig sympathiek zijn, waarschijn
lijk, omdat ze op zichzelf staande fei
ten, los samenhangende stukken his
torisch leven geven. Eén dier gedeel
ten, welke zoo weinig belangstelling
geniet, is voorzeker de Patriottentijd.
Paar deze tijd aan spreker echter niet
zoo onsympathiek is, wilde hij om- j
trent dat gedeelte onzer Geschiedenis
één en ander mededeelen, in de ver
wachting, dat ook het auditorium dan
over de Patriottentijd eene andere
rneening zou krijgen.
Achtereenvolgens schetste spr. nu
de gebeurtenissen uit dien tijd de
dagen van Verval der Republiek ten-
gevolge van verkeerd Staatsbeleid 1
den oorlog met Engeland van 1780 tot
1784den strijd tusschen Patriotten
en Oranje-gezinden. j
Lane bleef spreker stilstaan bij de
verschillende hervormingen, die men
op godsdienstig-, maatschappelijk-,
wetenschappelijk-, natuurwetenschap
pelijk-, letterkundig- en kunstgebied j
en op dat van handel en verkeer i
trachtte in te voeren. Doch de groote
hervormingspartij vond geen steun bij
den Prins van Oranje, den weiwillen
den ouden zwakken Willem V, noch
bij de Regenten, noch bij de lagere
volksklassen. Slechts bij enkele Edel- j
lieden, e enige Regenten van goeden
wil en de middenklasse vond de par
tij steun.
Doch haar ontbrak een krachtig
aanvoerdereene persoonlijkheid, die
in den strijd wist voor te gaan, die
wist te houden, wat men veroverd
had.
Een Hervormer, die leiden kon, was
Staten-Öeneraal
Kameroverzicht.
De Tweede Kamer heeft hare open
bare beraadslagingen gisteren hervat
en naar alle waarschijnlijkheid zal
zij alleen reeds aan het ontwerp tot
herziening der Wet op het Hooger
Onderwijs tusschen 3 en 4 weken wij
den.
Alvorens de beraadslaging aanving
kreeg de heer Fock verlof om op een
lateren dag te interpelleeren over het
zalmtractaat en werd een wetje
behandeld betreffende onteigening teu
behoeve van het maken van een sta
tionsemplacement voor de Westland-
sche stoomtram, te Monster. Een din-
gie van zuiver locaal belang, waarte
gen nogal oppositie was. omdat de
tram door het dorp zou rijden en geen
aansluiting krijgen aan het haventje,
noch ook verbinding geven met de
spoorwegen, wat voor het vervoer van
groenten en fruit nadeelig werd ge
acht.
Na eenige discussie werd het echter
met 41 tegen 29 stemmen goedge
keurd.
Men ziet uit deze cijfers, dat de
Kamer niet zeer druk bezocht was.
Het Hooger Onderwijs-debat kan nog
zeer belangwekkend blijken. Maar het
was gisteren voorshands wat saai en
taai en de stemming in de Kamer
eerder aan den flauwen kant. om een
beursterm ie gebruiken.
Prof. Van der Vlugt, de eerste spre
ker die tegen het ontwerp in debat
kwam, nam dan ook een van dat der
overige liberalen eenigermate afwij
kend standpunt in. Immers hij zette
op den voorgrond, dat er vroeger re
den was tot klagen over de liberalen,
die bij het Hooger Onderwijs de leer
huldigden, dat openbarings-geloof en
wetenschappelijkheid tegenover elk
ander stonden. Men richtte daarna de
benoemingen van professoren. Geheel
uitgewerkt had nog niet de stelling,
dat wetenschap, op dogma gegrond,
geen wetenschap is. Erkende hij tot
zoover de juistheid der grieven van
de voorstanders van het bijzonder on
derwijs opmerkend dat echter ook
vroeger de theologische faculteiten
geenszins enkel uit modernen waren
samengesteld de waan, dat weten
schap en dogma niet in één geest
konden samengaan, was aan het ta
nen. Geen ernstig man voorspelde nog
hooge bergen van onkerksche weten
schap. Kerkelijke mannen werden van
de voordrachten thans niet meer uit
gesloten. Sedert het optreden van deze
regeering had men er voor 16 plaat
sen 2 benoemd, weinig, weliswaar,
maar omdat meerderen nog niet te
vinden waren. De hoogleeraren der
rijks-universiteiten, spr. kon dat van
zichzelf en velen zijner collega's ver
zekeren, beijverden zich om ook recht
te doen aan de R.-K. wijsbegeerte en
anti-revolutionaire Staatsleer, zonder
hun eigen meening op te dringen. De
uinversiteiten waren inrichtingen
voor vrij onderzoek; de vrije universi
teiten konden niet anders zijn dan
propaganda-instellingen. De studen
ten moesten zelf zoeken en vinden. Te
gen eenzijdigheid van den hoogleer
aar waakte de critiscbe geest der
beste studenten. Aan de hoogescholen
werkte dan ook de liberale wereld
beschouwing niet meer onbeperktte
Leiden was onder de studenten de
Christelijk-historische Staatsleer aan
de winnende hand.
Waardeerde spr. nu de offervaardig
heid van hen, die op vrij Hooger
Onderwijs aandringen, waar zij van
een dwaling uitgingen, van de onjuis
te onderstelling dat het openbaar on
derwijs heidensch is, meende hij dat
zij geen recht hadden op bescherming.
En velen hunner stuurden dan ook
hun zonen naar de openbare universi
teit om dubbele examens te ontgaan.
Waar was hier de offervaardigheid?
Een gevaar van deze wet zag spr.
in de onvoldoende waardigheid eener
instelling van Hooger Onderwijs, die
haar hoogleeraren te voren bindt aan
bepaalde leerstellingen. De hoogleer
aren moesten vrij blijven in het geven
van. him meening. Dat konden zij aan
bijzondere instellingen nietde heer
Lohman had dat als hoogleeraar aan
de Vrije Universiteit ervaren. Dit gaf
rechtsonzekerheid.
En eindelijk op Lager Onderwijs
gebied had men de natie reeds ver
deeld. Men zou beter gedaan hebben
met kracht te zoeken in Christelijke
kweekscholen. Thans wilde men het
zelfde doen met het Hooger Onderwijs,
zonder reden, op gronden en grieven
die van jaren her dateerden en thans
geen recht van bestaan meer hadden.
Deze wet was dan ook een anachro
nisme zij teerde op oud zeer.
De heer Roëll, zich in hoofdzaak bij
dit betoog aansluitende, vond in deze
wet een principieele wijziging, geen
verbetering. Alvorens te spreken over
den effectus civilis (het aan een graad
verbonden recht tot uitoefening van
een bepaald beroep), maakte hij de
opmerking, dat het verkeerd was om
organieke wetten stuksgewijze te her
zien. want het partieele was nog on
volledig en men praejudicieerde op
den eventueelen arbeid der commis
sie voor de aaneenschakeling van het
onderwijs in het algemeen.
Deze regeling zou duur zijn en de
resultaten niet daaraan geëvenredigd,
nog niet uitgemaakt was of provin
cies en gemeenten subsidies mochten
verleenen aan het bijzonder hooger
onderwijs.
Nu wilde mpn den effectus civilis
geven aan de vrije universiteiten.
Waarom'? Werd bij de examens der
openbare ooit gelet op richting of
godsdienst? Ook de dubbele examens
waren geen bezwaar, gelijk dr. Kuy-
per in 1888 erkende. Bevordering van
vrij-universitair onderwijs dan
maar dit lag niet op den weg van
den Staat, omdat niet het onderwijs
(als bij het L. O.) maar de weten
schap hoofddoel is. Vakscholen met
beperkte' en te kleine faculteiten ble
ken tot nu toe, vooral in het buiten
land, steeds minderwaardig. De effec
tus civilis kon slechts aan een com
plete hoogeschool worden verleend.
Aan een andere mogelijkheid had dr.
Kuyper. nog in 1896, ook niet gedacht.
Spr. verklaarde, dat er misschien één
weg wasExamen-commissies te be
lasten met alle examens, die den ef
fectus civilis zouden geven. Zooals
het ontwerp daar lag, was het voor
hem onaannemelijk.
Heden 11 uur voortzetting.
(Per telegraaf).
Bij de voortzetting van het debat
over het Hooger Onderwijs verdedigde
de heer Van Idsinga het ontwerp,
ofschoon daarmede niet geheel in
stemmend.
Academische Examens.
Groningen. Geslaagd voor het docto
raal examen in de klassieke letteren
de heer T. Heeringa.
Leiden. Bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap, de heer F. G.
Schalkwijk, geb. te Rotterdam, op
proefschrift„Art. 757 B. R. beslag
op door publiekrechtelijke lichamen
verschuldigde bezoldigingen en pen
sioenen."
Onpractisch en gevaarlijk.
Men meldt uit IJlst van 16 Febr.
Uit den van Leeuwarden komenden
sneltrein, die hier ongeveer te 7 uur
des avonds passeert, wordt steeds door
den postconducteur het voor deze
plaats bestemde pakket brieven en
couranten in het voorbijrijden naar
buiten geworpen, waarna een wach
tende postbode het in ontvangst
neemt. Dezen avond echter scheen de
worp minder goed te gelukken en
kwam het pakket onder den trein te
recht, zoodat de inhoud grootendeels
erg beschadigd werd. Eeu pakje brie
ven was o. a. tot één massa samen
geperst, en de brieven daardoor na
tuurlijk geheel onbestelbaar, een aan
tal couranten en stukken, waaronder
dienstbrieven, bestemd voor het ge
meentebestuur, geheel van één gereten
en verscheurd.
Een aanslag.
Gisternacht werd te Lonneker op
den koffiehuishouder Van der Graven
terwijl deze huiswaarts keerde, met
revolvers geschoten. Hij werd gewond,
doch niet levensgevaarlijk.
Een belangrijk proces.
Naar de „Winsch. Ct." verneemt,
heeft de heer R. Kunst te Nieuwe Pe-
kela, de Oude Landbouwvereeniging
aldaar aangesproken tot betaling van
f 30,000 door hem betaald op accepten,
afgegeven aan den gefailleerden kas
sier A. E. Groeneveld, te Winschoten.
De belangen van den heer Kunst wor
den behartigd door den heer mr. A.
W. Romkes te Groningen, terwijl de
Landbouwvereeniging zich gewend
heeft tot den heer mr. P. A. Zeven te
Wildervank.
Gierig.
In de gemeente Tietjerksteradeel
overleden twee bij elkaar inwonende
vrouwen, die zeer armoedig leefden,
ofschoon zij vrij welgesteld waren. Zij
sliepen op stroo, zonder voldoende
dekkinghare kleeren geleken op
vodden. Na haar dood vond men tal
van nieuwe hemden, kindergoed, wol
len dekens, enz. Ze waren te gierig
geweest een en ander te gebruiken.
Alweer een.
Te Rotterdam is gearresteerd en
vervolgens gebracht naar het bureau
van politie in de Pauwensteeg, de
klerk der posterijen en telegrafie B.,
werkzaam op het hoofd-telegraafkan-
toor aldaar. Hij wordt verdacht zich
te hebben schuldig gemaakt aan ver
duistering van gelden, betaald voor
ter overseining aangeboden telegram
men, welke gelden niet verantwoord
werden. Door het terugkomen van
een onbestelbaar telegram, werd de
oneerlijkheid ontdekt.
Yoor straf verplaatst.
Naar Het Volk verneemt heeft de
kantoorknecht Linthuis van het Am-
sterdamsche postkantoor, de met over
plaatsing gestrafte redacteur van De
Posthoorn, tnans mededeeling gekre
gen dat hij verplaatst is naar Venlo
met ingang van 1 Maart. Zijn salaris
wordt door deze overplaatsing met
f 25 verminderd, daar hij in een lager
kantoorklasse komt.
Naar men meldt, is er onder de
lagere post- en telegraafbeambten
thans een beweging gaande, om van
de regeering te verkrijgen, dat deze
zeer ernstige bestraffing wordt inge
trokken, op grond, dat bij dezen be
ambte de bedoeling tot beleediging
niet voorzat en bij ter bestrijding
van inhumaniteit en protectiestelsel
meende te handelen in het belang
van het lagere personeel.
Doodslag.
De Limb. Koer. meldt
Heden werd der justitie ter kennis
gebracht dat in den afgeloopen nacht
een moord was gepleegd op J. Vran-
cken, te Echt. De officier van justitie,
mr. Mathon, rechter-commissaris, mr.
baron de Bieberstein en de beëedigd
klerk ter griffie te Roermond bega
ven zich hedenvoormiddag per trein
van 9.23 uur derwaarts en vonden
daar te Schilberg J. Vrancken voor
noemd levenloos liggen. Meende men
aanvankelijk (altijd het publiek) dat
men hier met geen moord, maar met
eene dooding door zelfverweer te doen
had, het onderzoek der justitie duidde
echter het eerste aan en werd J. W.
Meerten, oud 38 jaren, fabrieksarbei
der wonende te Echt, als verdacht
van doodslag, op rechterlijk bevel
aangehouden en nog heden naar de
gevangenis tè Roermond overgebracht
Als oorzaak dezer daad verneemt
men dat Vrancken in voormelden
nacht in de woning van Meerten is
gekomen, en deze op verzoek van
Meerten die woning niet willende
verlaten, en terwijl hij een mes in
de hand hield, Meerten zou gezegd
hebbenals ge niet uit mijn buis
gaat schiet ik je kapot.
Dat Vrancken, nog altijd het mes in
de hand hebbende (doch dicht) niet
wilde heengaan, Meerten het geweer
zou hebben genomen en dit, op zeer
korten afstand van Vrancken, op
diens midden gericht houdende, af
gevuurd, waardoor de kogel het
lichaam van Vrancken doorboorde en
in den muur terecht kwam.
Vrancken overleed tengevolge van
het vele bloedverlies uit de ontstane
wonde nog dienzelfden nacht.
Yriendelijke nitnoodiging.
In de jongste zitting van den Raad
van Blaricum werd door een der le
den de volgende motie ingediend
„Ondergeteekenden, leden van den
Raad der gemeente Blaricum, mee-
nen, dat de belangen hunner gemeen
te door de heereif K. Borsen en S. de
Jong als wethouders niet naar behoo-
ren worden behartigd, dat genoemde
wethouders door genoemd college be
noemd zijn in bet volle vertrouwen,
dit wèl te zullen doen, dat de alge-
meene belangen ten zeerste moeten
lijden onder de zoovele, onnoembare
vitterijen en spitsvondigheden tegen
over den EdelAchtbaren heer Burge
meester.
Redenen, waarom ondergeteekenden.
leden, genoemde heeren verzoeken,
als wethouders hun ontslag binnen
acht dagen bij den Raad dezer ge
meente in te dienen."
(Get.) W. Puijk. T. de Graaf, F.
Heerschop en J. Verver.
De heer De Jong tracht zijn optre
den als wethouder te verdedigen en
zegt, dat de gemeenteraad, indien
deze meent, dat de wethouders hun
plicht niet doen, hen maar ontslaan
moet, doch dat hij zijn ontslag niet
neemt.
De voorzitter merkt op, dat dit
niet kan, doch dat het verlangen, uit
gedrukt in de motie aan duidelijkheid
niets te wenschen overlaat.
Na eenige discussie wordt deze mo
tie zonder hoofdelijke stemming, daar
niemand het woord verlangde, aan
genomen.
De Feestmarkt.
Men meldt uit Amsterdam
De Feestmarkt en de inschrijvings
biljetten voor de bijdragen van het
Emma-fonds. hebben, naar wij ver
nemen, f92.000 opgebracht. De feest
avond, die gisteravond in het Con
certgebouw werd gegeven aan de da
mes en heeren der feestmarkt, bracht
f 1000 op voor het sanatorium Hoog
Laren.
Ongelukken.
Men meldt van den Hoek van
Holland
Een man van het machinepersoneel
der Harwichboot werd door een slag
der machine onmiddellijk gedood. Hij
laat een vrouw en drie kinderen ach
ter.
Een driejarig dochtertje van een
tuinder te 's-Gravenzande is in een
onbewaakt oogenblik in een mestput
geraakt en verdronken.
Uit de Arbeiderswereld.
De Strijd in liet Diamantvak.
Uit Amsterdam wordt gemeld
De uitsluiting omvat circa 6500 man,
daar 1500 van de 8000 diamantbewer
kers aan het werk kunnen blijven op
de acht fabrieken der niet aangeslo
ten fabriekseigenaren. Deze 1500 man
zullen in twee ploegen blijven door
werken. t. w. de eerste ploeg van
's morgens 5 uur tot 9^ uur, en van
10 uur tot 's middags 2i uur de twee
de ploeg van 's middags 3£ uur tot
8 uur 's avonds en van 8i uur tot
's nachts 1 uur.
Wat de uitkeering zal zijn, die de
voortwerkenden aan de bondskas zul
len hebben te doen, ten bate der uit
gesloten kameraden en hunne gezin
nen, zal met andere maatregelen
van taktiek bepaald worden op
eene bondsvergadering, die waar
schijnlijk aan het einde der week zal
worden gehouden.
De bondskas bevat circa 170,000.
Het „H.bld." schrijft
Het ware dwaasheid reeds nu voor
spellingen te willen wagen omtrent
den vermoedelijken afloop van den
strijd, die nog moet aanvangen. „Zelfs
een profeet als Mahomed", zeide een
der betrokkenen tot ons, „zou niet
kunnen voorspellen wat het einde zal
zijn, noch wanneer het zal komen."
Beide partijen zien den strijd even
ernstig in. Zij ontveinzen ziclï geen
van beiden, dat de strijd feitelijk is
een sociaal-economische botsing, een
worsteling tusschen „het proletariaat
en het kapitaal" en zijn beiden ten
volle bereid dien strijd te strijden tot
het bittere einde, de nederlaag van
een van beide partijen. Juist daarom
wordt deze strijd zoo intens belang
rijk en zullen het verloop en de uitslag
van zoo groot gewicht zijn. Wordt in
derdaad de strijd ten einde uitgevoch
ten, dan zal de overwinnende partij
jaren lang een groote overmacht heb
ben.
Beide partijen doen natuurlijk gaar-'
ne gelooven, dat ze er uitstekend voor
staan. Van juwelierszijde wordt opge
merkt, dat er nog voor drie maanden'
voorraad bewerkt goed is en zij dus
den strijd drie maanden kunnen vol
houden zonder schade te lijden, ter
wijl de kleinere juweliers zich heb
ben kunnen dekken voor de noodza
kelijkheid om zich misschien in schuld
te steken.
Van de zijde der werklieden wer
den geen stellige verklaringen ge
daan, vooral ook omdat nog niets is
beslist omtrent de uitkeeringen. Wat
wij echter hier vernamen, gaf ons den
indruk, dat men aan deze zijde meent
den strijd op zijn minst drie maanden
te kunnen volhouden en misschien
wel langer.
Rest nog de partij van de fabrieks
eigenaren. Voor dezen staat het be
drijf geheel stil, maar een hunner
meende, dat zelfs dit nog beter was dan
op de bestaande voorwaarden tejeld
ten doorwerken, daar bij het fetiti
schende gebrek aan werkkrachtet0b
fabrieken steeds verlies opleveren'
hebben in de laatste tijden zeer
molens stil gestaan, waarvoor
vraag wasenkele fabrieken he
zelfs met zoo weinig molens me
draaien, dat het verlies tot hoog^-fl,
dragen opliep.
En zoo is van dezen komei
strijd de merkwaardigheid, dat i
van de partijen terneêrgeslagen u
de loop der omstandigheden heefj
leid tot een botsing, die wellicht
hangende machtsvraagstuk zal
gen tot een beslissing.
INGEZONDEN MEDEDEEjde
LINGEN. Lft
80 cent per regel. wee
lt 2
ill
U
^me
Rlieumatisehe Aandoeningej
ontstaan door den invloed eener kr^
lucht, waardoor een plotselingelDe
koeling der huidstemperatuur w»ste
veroorzaakter vormt zich alfnds
onder het celweefsel een soort
zweetachtig vocht; daardoor on!
een -rootere of kleinere opzwt
waarvan pijn het gevolg is dit®ec
spier- of gewrichts-RHEUMA"1"
STIJVE NEK, LUMBAGO (lendei
aangezichts- of ribben-NEVR^
(steek in de zijde).
Andere AANDOENINGEN, ONTi
KING genaamd, hebben eveneen^iel]
eerste oorzaak tochtdeze zijn
KOUDHEID en BRONCHITIS,
PIJN en STROTTENHOOFD ON'
KING, LEVERKOLIEK, enz. enz.
Daar deze aandoeningen een
den oorsprong hebben als de rheiet
tische pijnen, zijn zij eveneens len
gens dezelfde revulsieve, stimulL,!,
en derivatieve methode te heliandF,,
welke hoofdzakelijk ten doel hees
plaatselijke ontsteking weg te nepP
en af te leiden.
Ongelukkigerwijze bestaat er en
bezwaar tegen het gebruiken dei
dusverre aangewende geneesmidt
men weet welke ongemakken aapl
huid TINCTUUR VAN JODIUM/
reeds lang geleden bereid is, kanfciai
oorzaken (wonden, zweren, enz.
pijnlijk BLAARTREKKENDE
DELEN zijn en hoe langzaam ei
zeker zij werkenhoe scherp en i ie*
lijk te verdragen TREKPLEISTlle
MOSTERDPAPPEN en THAPT
PLEISTERS zijnhoe onzind
SMEERSEL,^ZALF en PAPPEN]
en hoe weinig zij helpen.
DE THERMOGE
welke naam, zooalldez
fabrieksmerk aand
warmtehaard'
kent, biedt aanzien
voordeelen aan b5111
voornoemde oude
zen van behandel
zonder een enkel b£ei
bezwaren op te leve t
Het werkt zeker, zacht en voldoe
het maakt 't linnengoed niet vuil,
tast de huid niet aan, zoodat, ii
genstelling met TINCTUUR VAN
DIUM, men het langen tijd gebru
kan zonder gevaarhet bevat
enkele schadelijke of vergitftige
standigheid eindelijk stoort he ste
geen enkele gewoonte en verooq
het den lijder zijn bezigheden te
richten.
Wat zijn WIJZE VAN AANV
DING bevat, deze is uiterst pract vó
men vouwt het vel watte open
legt het op de pijnlijke plek i
last. Men heeft alleen te zorgen,
de watte goed tegen de huid
sluit. Wenscht men van de TI
MOGENE een onmiddellijke enki
tiger uitwerking te verkrijgen?
is het voldoende het vel watten
een weinig lauw water, azijn ofb
dewijn te besproeienKortom, ei
staat geen één afleidend middel,
zoo belangrijke voordeelen aanb
en men kan zeggen, dat de THEE
GENE WATTE zich van nu af
een der schitterendste plaatsen ii
moderne Therapie veroverd heeft
k f 0.75 PER DOOS IN ALLE A
THEKEN.
br<
ge
Sport- en Wedstrijde
Yoetbal.
De H. F. C. „Haarlem" zal Zoi
a. s. voor de 1ste klasse competit
van den Nederlandschen Voetbal I
een bezoek krijgen van de Kamp
„H. V. V."
De wedstrijd zal gespeeld wol
aan den Schoterweg.
Koloniën
De zaak-Gentis.
Door den gouverneur-generaa
van de hand gewezen het ver!
van den advocaat te Batavia, m
A. van Dijk, handelende namens C
Gentis, om aan dezen gratie dan
vermindering te verleenen van
straf van tuchthuis voor den tijd
acht jaren, waartoe hij werd ver
Vaarwel, Hildur het ga je
goed
Hildur voelde een kus op haar wan
gen. Inga kreeg een glimlach en een
paar woorden tot afscheid en de
predikant een'handdruk, toen flad
derde de witte vredesduif naar buiten
in den zonneschijn en Sassenburg
volgde haar.
Koert en Bernard hadden de gasten
tot aan het rijtuig vergezeld en de
eerste vroeg nu met een verbaasd
hoofdschudden
Wat zou toch dat alles betee-
kenen
Een gril anders nietsluidde
het op harden toon gegeven ant
woord. Kom, Koert 1 Moeten wij nu
nog langer hier blijven staan om Zijn
Doorluchtigheid na te kijken Ik zou
zeggen, «lat wij wel iets beters te
doen hebben. Kom
Dat klonk bitter en hoonend en
toch was het Bernard, die, toen zij
naar binnen gingen, zich op de stoep
omdraaide en het rijtuig een langen
blik nazond, dat juist tusschen de
huizen van Raansdal verdween.
Zij moesten nog een eindweegs
langs het fjord rijden, alvorens berg
opwaarts te gaan, en Sassenburg liet
den paarden den vrijen teugel, daar
bij zei hij op half verwijtenden toon
Nu heeft u uw zin Welke ont
vangst ons echter te wachten staat,
als wij in Alfheim moeten opbiechten,
dat is een andere vraag.
Sylvia trok even de wenkbrauwen
op.
Ik wilde de kerk van Raansdal
en den Noorschen godsdienst leeren
kennen en ik kan mijn neef en zijn
verloofde toch niet als vreemden be
handelen. als ik hen daar toevallig
aantref
Toevallig spotte de prins. Denkt
u dat rnen zooiets gelooven zal? Als
wij maar een woord over onze plan
nen losgelaten hadden, zouden wij er
in verhinderd zijn. Zijn Excellentie
zou een bevel uitgevaardigd hebben,
dat wij geen van beiden zouden heb
ben durven weerstaan.
Ja, papa zou het verboden heb
ben, dat weet ik. Maar ik wilde
nu eenmaal Hildur Eriksen leeren
kennen.
En nu u haar kent?
Sylvia antwoordde niet dadelijk,
eerst na eenige seconden zei ze lang
zaam
Ik had haar mij anders voorge
steld geheel anders
Het gesprek werd met het oog op
den achter hen zittenden bediende in
'tÉngelsch gevoerd. Voor den prins
was Hildur geen nieuwe kennis, hij j
had haar bij zijn bezoeken in de pas
torie, al was 't dan ook vluchtig, al
tijd ontmoet, nu zei hij ernstig:
Het meisje is mooi en mij dunkt
ook goed. Zij zal voor uw neef een
trouwe, flinke huisvrouw zijn op|
Edsviken, en meer verlangt hij im
mers niet, naar 't schijnt
Hij moet haar toch liefhebben,
al toont hij 'tniet, zei Sylvia. Maar
ik had mij een andere voorstelling
van deze Hildur gemaakt. Mijn va
der kon met al zijn énergie den "wil
den zoon van zijn broeder niet aan
banden leggen, ten slotte rukte hij
zich toch los. Zij heeft hem zoo be
teugeld, dat hij geduldig de huwe
lijksketenen aanvaardt, hij, die niets
verdragen kon, wat maar op dwang
geleekIk 'had mij een trotsche, vor
stelijke vrouw voorgesteld, een soort
bruiel van een viking, die in storm
met hem en zijn schip uitzeilt. Maar
dit stille, eenvoudige meisje met de
ernstige, blauwe oogen
Is misschien juist de rechte
vrouw voor hem voltooide Sassen
burg. Naturen als van hem willen
thuis altijd vrede en rust, als zij
daarbuiten in storm en onweer heb
ben rondgezworven, en hij is immers
bijna altijd met zijn jacht op zee?
Dat zal later wel niet veranderen, de
zeeman zit hem te veel in het bloed,
hij houdt het niet uit op het land.
en daarom heeft hij een vrouw noc-
dig. die hem daarin niet aan banden
legt en geduldig op den terugkeer
van den echtgenoot wacht. Begrijpt
u dat niet?
O. ja. Ik begrijp, dat men zoo'n
vrouw kan kiezen maar men heeft
haar niet lief
Die woorden klonken zoo driftig,
dat Sassenburg haar verbaasd aan
keek, toen echter haalde hij de schou
ders op en antwoordde rustig
Men offert ten minste aan zoo
iemand geen Guntersberg op.
Maar Bernard is nu eenmaal
anders dan een ander, onberekenbaar
als zijn vader. Van zijn kant werd
onze toenadering al heel ondankbaar
opgenomen en toch zullen wij er een
storm voor moeten doormaken.
Om de lippen der jonge dame speel
de een half spotachtige, half min
achtende uitdrukking.
Is u daar bang voor? Ik zal
aan mijn vader zeggen, dat u ten
minste in 't begin beslist weigerde mij
te vergezellen, dat u eerst toegaf, toen
ik verklaarde desnoods alleen te zul
len gaan. Dan is de schuld van u af.
O, neen, ik sta er op, voor mijn
aandeel als mede-schuldige ie gelden.
Maar wij moeten ons zeil niet verhe
len, dat dit nog wat anders is dan de
onschuldige uitnoodiging om op den
„Zeeadelaar" te komen. Wij hebben
aan de geheele gemeente van Raans
dal laten zien, hoe wij het verïbofde
paar begroetten en toen een bezoek
aan de pastorie gingen brengen Dat
staat gelijk met een erkenning en
wordt ook zoo opgenomen, terwijl uw
vader haar beslist wTeigcrt. Ditmaal
kunnen wij van zijn volkomen onge
nade zeker zijn en daarin heeft hij
niet eens ongelijk.
Sylvia wist dat evengoed en nog
beter dan hij, in weerwil daarvan
had zij haar wil doorgezet en op zijn
gezelschap aangedrongen. Maar nu
scheen zij eerst ten volle te beseffen,
hoezeer zij daardoor den toorn haars
vaders verdiend had en haar vader
was de eenige, voor wien zij bang
was, voor wien zij boog. Maar intus-
schen was het eenmaal gebeurd, nu
was de leusstandhouden.
Sassenburg las die gedachten zeker
op haar gelaat, want na een korte
pauze begon hij weer
Er is een middel den storm te
bezweren. Geeft u mij de toestemming
naar uw vader te gaan en hem te
zeggen, dat hij u geen verwijt mag
doen, dat ik u uitdrukkelijk toege
staan had. wat hij beslist weigerde,
en dat ik het recht daartoe heb. Maar
dat recht moet ik eerst van u gekre
gen hebben.
Die woorden begreep Sylvia maar
al te goed, maar zij antwoordde niet.
Alfred boog zich dichter tot haar
over en zijn stem kreeg een warme,
bevende klank, toen hij voortging
Ik wacht daarop al zoo lang.
Wil je mij dan eindelijk geen toe
stemmend antwoord geven? Sylvia
Hij wilde haar hand grijpen, maar
zij trok haar snel terug.
Doorluchtigheid, denk er aan,
wij zijn niet alleen 1
Dat was niet de gewone, spotach
tige overmoed, waarmee zij tot nu
toe iedere verklaring vermeden had.
Het klonk onzeker, zenuwachtig
dat moedigde den prins aan.
Hij sprak met gedempte stemn
des te hartstochtelijker.
Hier zijn we niet alleen,
wij kunnen het rijtuig vooruitzen
Ik zou u zoo graag dien boscb
laten zien, die tot boven aan de E
voert. Hij is zoo mooi en u kent
heelemaal nog niet. Mag ik
Sylvia zweeg nog altijd, zij
hem niet aan, maar keek onbest
voor zich uit met een starende,
bere uitdrukking in de oogen.
hield Sassenburg de paarden in,
had zijn besluit genomen en tej
hij den bediende de teugels oven
tc, zei hij luid en beslist
Wij stappen hier uit en gaa
voet door het bosch. Jij rijdt n
«loor en wacht daarboven. Ma
u verzoeken, barones
Zij keerde zich langzaam tot 1
nog altijd met die starende, b
onvriendelijke uitdrukking in de
gen. Hij was er reeds afgespron
en stak de armen uit om haar e
te helpen. Slechts een oogenblik h
hij de slanke, witte gestalte in
armen, toen sprong zij vlug op
grond.
Welnu, laten wij dan gaan
(Wordt vervolgd