NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. De Werkloosheid in Haarlem. Ik: Erfgenaam van het Majoraat. 21e Jaaigang. No. 6336 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 26 FEBRUARI 1904. HAARLEM S DAGBLAD AB<! »NNEMENTEN 1PEK IBROB MAANöENs Voor Haarlem 1.20 Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1.30 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers 0.02 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37>| de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Leowns Coster. Directeur J C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiÊn 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau .en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en AdvertentiÊn worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiSn en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 26 Februari bevat o.a. Nabetrachting van den Gemeen teraad, Bnitenlandsch Overzicht, Oorlogsnieuws, Tooneelcritiek van Frans Netscher, Kameroverzicht, Nieuws uit Haarlem en Omstreken, Binnenl.- en Gemengde Berichten. NABETRACHTING van (leu Gemeenteraad. De Raadsvergadering van Woens dag verdient aangeteekend te worden in de jaarboeken van Haarlems ge schiedenis er is een verordening vast gesteld op de melk, de eerste in ons land, die zonder twijfel weer verbete ring brengen zal in de gezondheids toestanden, waaronder wij in Haar lem leven. Jammer, dat de Voorzitter van de Gezondheidscommissie, Mr. Rasch, niet aanwezig was om de hul de aan te hooren, die ook liem voor dat stuk werk toekwam. Terecht bracht zijn collega Raads- en Com missielid de heer Kleijnenberg, die zelf een belangrijk aandeel aan de voorbereiding heeft gehad, zijnerzijds dank aan onze drie apothekers in den Raad, de heeren Sneltjes, Loomeijer en Kruseman. Men weet, waarop de verordening neerkomt. Zij bedoelt voornamelijk, dat de menschen die soort van melk ontvangen, welke zij meenen te koo- pen, dat de behandeling zindelijk is en ongevaarlijk, dat geregelde con- tróle geschiedt en dat de rapporten daarvan op vaste tijden door B. en W. worden gepubliceerd, zoodat er van zelf een natuurlijke wedijver zal ont staan tusschen de melkhandelaars om de beste melk te leveren. Dergelijke voorschriften waren voor Haarlem waarlijk niet overbodig. De heer Kleijnenberg, die de zaak onderzocht, heeft het zonder in bij zonderheden af te dalen ronduit ge zegd, dat de melk tot voor korten tijd in Haarlem vrij slecht was. Dat blijkt ook uit een staatje, mij verstrekt, waarop voorkomt de sterfte van kinde ren beneden de twee jaar aan maag darmontsteking, een ongesteldheid die bijna uitsluitend voortspruit uit de gebruikte melk. Van de twaalf groote gemeenten behoort Haarlem met 's Hertogenbosch, Maastricht en Utrecht tot de hoogsten in het sterf tepercentage aan deze ziekte, terwijl gemeenten als Dordrecht ep'Leiden in veel beter conditie verkeeren en zelfs groote steden als Amsterdam en Rot terdam, die uit den aard van de zaaK hygiënisch in ongunstiger omstandig heden zijn, nog een beter figuur ma ken. Dit sterftepercentage n.l. be draagt in 1901 voor Maastricht 68.3 Den Bosch 55.4 Utrecht 40.5 Haarlem 40 Den Haag 38.3 Amsterdam 36 Groningen 35.3 Arnhem 34.4 Leeuwarden 32.6 Rotterdam 31.7 Leiden 27.2 Dordrecht 24.9 Eigenaardig is het hierbij, dat de betrokkenen, die nu gecontroleerd zul len worden, wel verre van daartegen te protesteeren, er zoodanig mee zijn ingenomen, dat in een vergadering, die veehouders en melkopkoopers in Februari 1903 over dat onderwerp hielden, de wensch is uitgesproken en in een adres aan den Raad neerge legd, dat het onderwerp met bekwa men spoed door den Raad zou worden in behandeling genomen. Het totstand komen van deze zaak mag ook een voldoening zijn voor on zen burgemeester, die altijd aan de eischen der hygiëne bijzondere aan dacht wijdt en aan wien hier voor wat nu bereikt werd, een gelukwensch een plaats moge vinden.Bij al het bit-1 tere, dat het ambt oplevert, is dit Raadsbesluit voor hem zeker een aan-1 gename satisfactie. Een goede dag was het ook voor de i bewoners van de Groote Houtstraat,1 die nu kans hebben, dat de lieve jeugd niet meer zitten en spelen.zal in en op hunne raamkozijnen en stoepen. Alleen hing de Raad zijn eigen wijs heid wel te luchten. Inplaats van zich te houden aan de redactie van de rechtsgeleerde Commissie, van wie dan toch verwacht kan worden, dat zij daarover ernstig heeft nagedacht, i kwam men van alle kanten met ver anderingen aandragen, die verbeterin gen moesten heeten. Er werd, tot ver maak van 't publiek en van den Raad zelf, als 't ware gejongleerd met hek-, ken en kettingenzelfs aan de be- stuurstafel verloor men zijn ernst en kwam plompverloren voor den dag met de vraag, of de portieken niet in 't artikel thuis behoorden, waarop de heer Spoor verklaarde, dat de Com missie eigenlijk niet recht wist wat dat voor dingen waren en de heer Bij voet er huisvredebreuk bij te pas bracht. Gelukkig nog, dat de heer De Breuk op zijn portieken niet doorging, an ders zouden we het vreemde schouw spel hebben beleefd, dat een lid van het dagelijksch bestuur zelf zich schuldig maakte aan wat de Voorzit ter altijd zoo tegengaathet rauwe lijks brengen van nieuwe denkbeel den in een aanhangig voorstel. In elk geval stond de belangrijkheid van 't debat volstrekt niet in verhouding tot den tijd, dien 't in beslag nam en toen de heer Spoor de gedenkwaar dige verklaring aflegde, dat men om te kunnen gaan staan, eerst moet gaan zitten, was het maar goed. dat de hamer viel en de Voorzitter tot stemming overging. Moest ik in mijn vorige Nabetrach ting, een week geleden, er op wijzen, dat door het niet voordragen van can- didaten voor het lidmaatschap van de Commissiën tot wering van School verzuim, in deze af deeling van onder wijstoezicht lo. Maart anarchie zou ontstaan, nu deze benoemingen ook ditmaal achterwege gebleven zijn en dus nog wel veertien dagen op zich zullen laten wachten, is de toestand nog raadselachtiger geworden. Als de schoolkinderen van die anarchie hooren. zullen we wat bele ven. Ik voorzie gespijbel in 't groot I Bnitenlandscli Overzicht DE OORLOG. Ditmaal schijnt Japan bij een Aanval op Port Arthur minder gelukkig te zijn geweest. Het door Japan geleden verlies is nog niet met zekerheid vast te stellen. Me"n zie zelf de achtereenvolgensin- gekomen telegrammen. Uit Petersburg Een aanval van de Japansche vloot op Port Arthur is afgeslagen. Vier Japansche pantserschepen en twee Japansche transportschepen zijn in den grond geboord. Het Russische schip .Retwisan' heeft zich met roem bedekt. Een gistermiddag door het Fransche ministerie van buitenlandsche zaker. uit Tsjifoe ontvangen bericht beves tigt, dat een Japansch smaldeel in den afgeloopen nacht Port Arthur heeft aangevallen. De aanval mis lukte. Vier Japansche schepen moeten op de kust liggen. Uit Wei-Hai-Wei Vier Japansche slagschepen en ne gen Japansche kruisers zijn 24 Febr. in oostelijke richting stoomende, hier voorbijgekomen. De Russische consul te Shanghai en het aldaar liggende Russische oor logsschip (de ,,Mandzjoer") hebben ambtelijk bericht ontvangen, dat de Japanners zonder succès een aanvai op Port Arthur hebben gedaan. Zes schepen moeten in het ongereede ge bracht zijn, maar wat voor schepen het zijn en van welke nationaliteit- is onzekei'. De Japansche gezant te Londen heeft gisterenavond gezegd, dat hij vol strekt geen bevestiging had van een Japansche nederlaag bij Port Arthur. Hij sprak het bericht niet tegen: hij had over de zaak niets vernomen. En ten slotte uit Petersburg De Japanners trachtten Dinsdag vier met brandbare en ontplofbare stoffen gevulde stoombooten op Port Arthur te laten aanloopen. Dank zij de waak zaamheid van de Russische vloot is die poging geheel mislukt. De stoom booten hebben niet alleen geen schade veroorzaakt, maar zijn zelf te gronde gegaan: twee zijn gezonken, twee ge strand. Van de Japansche torpedobooten, die deze booten vergezelden, werden er twee door de Russische vloot ver nietigd. Uit deze telegrammen valt af te lei den, dat bij deze operatie Japan sche pen heeft verloren, wat voor schepen dat zijn, is niet duidelijk; 'tis moge lijk, dat men in het eerste telegram van vier gewone stoombooten, die met ontplofbare stoffen gevuld waren, pantserschepen heeft gemaakt. Waar schijnlijk zullen we er nog nader van vernemen. Dat de Vaderlandsliefde in Japan ook groot is, kan blijken uit mededee- lingen van de bankinstellingen te Tokio, volgens welke de nationale oor- logsleening van 100 millioen jen bijna vier malen volteekend is. Zelfs be dienden en boeren hebben gehoor ge geven aan de oproeping van de re geering. De lagere standen toonen zich zeer vaderlandslievend. In verband met het Russisch pro test aan de mogendheden, dat Japan onrechtmatig de macht in Korea tot zich getrokken heeft, is nu bekend ge worden een Verklaring van baron Bosen den Russischen gezant te Tokio, die zich nu te Hongkong bevindt, dat Ja pan reeds maanden van te voren be zit had genomen van alle telegraaf lijnen in Korea. Admiraal Alexejef was hieromtrent evenmin gerust en zond een cijfer-telegram aan den commandant van den „Warjag" om Tsjemoelpo te verlaten en naar Port Arthur te komen; het telegram kwam nooit terecht en de „Warjag" bleef in de Koreaansche haven, met het bekende gevolg. Het vermelden waard is nog deze bewering, van den gezant, dat Japan reeds lang van te voren den datum had vastgesteld van het afbreken der relaties met Rusland en ook de ont scheping van troepen te Tsjemoelpo reeds had bepaald. Ruslands Protest. We maakten in ons vorig nummer melding van een protest tegen de han delingen der Japanners, door de Rus sische Regeering tot de mogendheden gericht. Dat protest, vervat in een circulaire, blijkt nu aldus te luiden „De keizerlijk Russische regeering acht het noodzakelijk de ernstigste aandacht der mogendheden te vesti gen op de daden van geweld, door de Japansche regeering in Korea ge pleegd. Niettegenstaande de onschend baarheid van Korea als zelfstandig rijk door alle mogendheden is er kend, niettegenstaande Korea zich i zelf onzijdig heeft verklaard, heeft Japan voor het begin der vijandelijk heid troepen in Korea geland en in de neutrale haven Tsjemoelpo twee Russische oorlogsschepen aangeval len, wier bevelhebbers niet van het afbreken der onderhandelingen wa ren verwittigd, omdat de Japanners de verzending van kabeltelegrammen verhinderden. Japan nam verder Rus sische koopvaardijschepen in neu trale Koreaansche havens in beslag verklaarde den keizer van Korea, dat zijn land van nu af onder Japansch bestuur stond en noodigde den Russ'- schen gezant uit Seoel te verlaten. „Daar de keizerlijke regeering van meening is, dat de aangevoerde fei ten een schandelijke inbreuk op het internationaal recht vormen, acht zij het haar plicht bij alle mogendheden tegen Japan's handelwijze te protes teeren. En zij houdt het voor noodza kelijk er tijdig opmerkzaam op tema ken. dat zij, waar Japan op onrecht matige wijze zich van de macht over Korea meester heeft gemaakt, alle verordeningen, die de Koreaansche regeering zou kunnen uitvaardigen, voor ongeldig verklaart." Als losse berichten deelen we nog de volgende mee Een in geheel Mantsjoerije ver spreide proclamatie van Alexejef roept de bevolking op, de Russische troepen bij te staan. Wie niet gehoorzaamt, zal met den dood gestraft worden. De Amerikaansche minister Hay heeft bericht ontvangen, dat Japan een verdrag met Korea gesloten heef;., waarbij de Japansche regeering de onafhankelijkheid en het grondgebied van Korea waarborgt. Men zegt dat het Chineesche minis terie van buitenlandsche zaken aan de „Mandzjoer" vergund heeft, te Shanghai te blijven, indien het roer weggenomen en de vuren gedoofd worden. De Japansche kruiser ver trekt vandaag naar het noorden. staten gemeenschappelijk zullen gel den. In een bijeenkomst van de FRANSCHE marine-commissie heeft de minister heden uitvoerige en bevredigende in lichtingen gegeven over de Fraqsche zeemacht. De minister begon met te zeggen, dat hij zelfs de mogelijkheid van een botsing niet in het verschiet zag; Frankrijk moest echter gereed staan, indien er iets gebeuren mocht. Onze vloot, zoo zeide de minister, verkeert in een u'tnemenden toestand, en is versterkt door kruisers en pantser schepen, waarvan men de beste ver wachtingen koestert. Evenals de En- gelsche marine heeft de onze tot haar Beschikking vijf gepantserde kruisers van modernen bouwvijf andeTe van dezelfde type zullen binnen eenig' weken bewapend worden. Ten aanzien van het Verre Oosten zeide de minister, dat Frankrijk daar onmogelijk een zoo krachtige vloot kan onderhouden als Japan, Amerika of Engeland. Maar vier torpedojagers worden uitgezonden om er onze strijd krachten ter zee te versterken. Relletjes zijn in SPANJE aan do orde van den dag en wanneer dan de politie optreedt om de orde te handhaven, zijn er in de Kamer al tijd wel lui te vinden, die de regee ring daarover hard vallen. Zoo ook nu weer. In de Kamer laakte gisteren Esteve- naz de houding der politie van Dins dagavond. Hij verklaarde, dat, bijal dien dat optreden weer mocht voor komen, de republikeinen zich zouden verdedigen. Blasco vertelde in 't kort wat er Dinsdag is voorgevallen. Met kracht verzette hij zich tegen de over heidspersonen onder de verzekering, dat elke nieuwe aanval zal worden afgeslagen. Wat mij betreft, ik kom met een revolver gewapend, zei hij. Wèl een waardige houding voor een volksvertegenwoordiger De minister van binnenlandsche za ken verdedigde de politie. De wet zal altijd gehoorzaamd worden, voegde hij er bij. 's Avonds was er weer gisting onder de menschen. In de buurt van de Ka mer en in de Puerta del Sol trok een opgewonden menigte her en der. Het was een buitengewoon lawaai. De po litie joeg de menschentroepen uit een. ZWEEDSCHE blad „Dagens Nyheter" brengt in her innering, dat in 1885, toen er oorlogs gevaar dreigde, de kabinetten van Zweden, Noorwegen en Denemarken gemeenschappelijk voorschriften over de onzijdigheid hebben opgesteld, wel ke door Rusland onvoorwaardelijk erkend zijn en Engeland's instemming verkregen. Het blad voegt er bij, dat man in het ministerie van buitenland sche zaken bezig is met de omwer king van deze thans verouderde on zijdigheids-voorschriften, en dat even als in 18S4 en 1885 met Denemarken onderhandeld wordt over samenwer king. om bepalingen te kunnen vast stellen die voor de drie Noordsche Stadsnieuws. Voor plaatsing op de Kie- zerslijst hebben zich opgegeven: 8 voor woningkiezer, 6 voor loonkie- zer, 2 voor spaarbankkiezer, 13 voor examenkiezer en 8 personen, aange slagen in eene rijksbelasting in eene andere gemeente. Maandag bekwam een vierjarig kindje van den heer W. op den Oudeweg alhier, ernst;ge brand wonden doordat het zich met kokend water brandde. De moeder begoot de brandwonden met azijn. Een later ontboden dok ter constateerde gevaar voor bloed vergiftiging. waarop de kleine giste ren naar het gasthuis vervoerd is. Men meldt ons, dat door den bur gemeester aan het bestuur van het Comité van Werkeloozen alhier is me degedeeld, dat geene termen zijn ge vonden om aan het verzoek tot het houden van eene collecte te voldoen, omdat na een ingesteld onderzoek ge bleken is, dat de werkeloosheid in deze gemeente niet van dien aard is om een dergelijken bijzonderen maat regel, in casu het houden van eene collecte, te wettigen. Tot zoover het bericht. Wij voor ons, eenige dagen gele den informatie nemende, hebben 'n geheel anderen zin inlichtingen ont vangen. .Hoe staat het op dit oogenblik wel met de werkloosheid in Haarlem? vroegen wij een bestuurslid van een patroons-vereeniging in de bouwvak ken. Het antwoord was niet bemoedi gend. „Ik neb", zeide hij, „het bijna nooit zoo slap gekend. Ik zie veel knappe menschen uit de bouwvakken op straat, die anders niet gewend zijn om rond te loopen. Architecten heb ben weinig te doen, handelaars in bouwmaterialen klagen, in de ijzer winkels gaat weinig om. Flinke aan nemers hebben weinig of geen werk. De heele bouwerij staat, op een enkele villa na, zoo goed als stil. De financieele catastrophes zijn daar zeker voor een groot gedeelte de oorzaken var.. Toen die plaats had den, gaven verschillende hypotheek banken geen geld meer, ze vertrouw den het niet. Het gevolg was, dat en kele bouwers, die van dat geld bouw den, het werk moesten eindigen. Nu is het weer wat beter, naar ik hoor. enkele banken geven weer geld, maar er staat zooveel leeg." „Zou Haarlem dus langzamerhand overbouwd raken „Overbouwd wil ik juist niet zeg gen, maar wel dat een zeker soort huizen beneden de waarde wordt ver huurd. om er maar bewoners voor te krijgen. Daar zijn bijvoorbeeld de huizen in de Jordensstraatze wor den verhuurd voor ƒ350.en ze moesten, in verhouding, tot wat ze gekost hebben, f 450 huur doen. Bij de groote uitbreiding van de stad zijn veel werklieden naar Haar lem gekomen en hier met hun gezin blijven wonen.. We hebben op het oogenblik, naar mijne meening, te veel ambachtslieden in Haarlem. In dorpen en kleine plaatsen is zoo'n werkloosheid niet, daar komt men dikwijls handen te kort. maar de loo- men zijn er lager en daarom gaan menschen uit de stad er niet heen." „En hoe staat de toekomst er voor?" vroegen we. „Niet schitterend", antwoordde on ze zegsman. „Behalve werken van de gemeente, die misschien nog wel een' poosje op zich zullen laten wachten, zijn er, voor zoover ik weet, geen groote werken in 't vooruitzicht." Roei- en Zeilvereeniging. In de laatste jaren wordt ijverig getracht, de Roei -en Zeilvereeniging Het Spaarne, die wat in het achter- spit geraakt was, weer tot nieuwen bloei te brengen. Een vblijverig Be stuur heeft van deze zijne pogingen reeds succes gezien en de vereenig ing op flinke hoogte gebracht. Intusschen wil men niet blijven staan, maar steeds voorwaarts schrij- ^Feuilleton. Naar het Duitsch van E. VÖN WERKER. Speciaal bewerkt voor Haarlem's Dagblad. 44) Een slanke, witte boot, die de Duit- sche vlag droeg, voer over de donkere, schuimende golven van de Noordzee. De zee was tamelijk hoog zonder stormachtig te zijn, de wind frisch en in weerwil van den helderen zon- neschijn was de dampkring koud, waardoor men er aan herinnerd werd aan den anderen kant van de pool-i cirkel t6 zijn. De „Zeeadelaar" had op zijn tocht l naar 't Noorden een zeer gelukkige reis gehad, helder weer en een kalme zee. Het afwisselend rotsachtig land- j 6chap aan de kust vertoonde zich dui- j delijk voor 't oog. Het was een genot aan' boord van dit kleine, drijvende paleis te reizen, waar men niets miste van de gemakken op het vasteland,1 waar alles er op berekend was den meest verwenden gast te bevredigen, l een reis, zooals zich alleen de vorste lijke eigenaar van het jacht met zijn onbegrensde middelen veroorloven kon. Naast het groote salon, waar men gewoonlijk bijeenkwam, als men niet op dek was, was een klein vertrek dat niet zoo kostbaar, maar bijzon der smaakvol ingericht was. De wan den waren in teere, lichte kleuren gehouden en in de gordijnen en meu belen kwam lichtblauw het meest op den voorgrond. Het was een zeldzaam mooi boudoir, van alle mogelijke ge makken voorzien. Prins Sassenburg had het expres voor deze reis in orde laten maken en het was uitsluitend voor zijn aanstaande bruid bestemd, aan wier slaapkamer het grensde. Sylvia lag op het rustbed, de han den onder het hoofd gevouwen. De frissche zeelucht kwam door het open venster en het koken en sissen dei- golven, die tegen de wanden der boot uiteen spatten. Men zag niets anders dan donkerblauwe golven met with- kuiven, zoo nu en _dan schoot daar een zesmeeuw over Keen en dook neer in het schuim en aan den hemel trok ken witte wolken voorbij, door den wind naar het Noorden gejaagd. De blik van het jonge meisje hing droomerig aan dat eentonige, maar toch boeiende schouwspel, maar het waren niet de droomerijen van een verloofd meisie, die zooveel stil, ge heimzinnig geluk verbergen. Deoogen die de vlucht der zeemeeuwen en het jagen der wolken volgden, hadden een vage uitdrukking, die niet van geluk sprak. Plotseling schrok Sylvia op, want de deur werd geopend en haarvader trad binnen. Blijf maar liggen, kindzei hij. toen zij ging zitten. Alfred vertelde mij juist, toen ik op dek kwam, dat je niet wel waart en je hadt afgezon derd. Ik hoop toch niet, dat het erg is Volstrekt niet, papa. Ik ben al leen maar oververmoeid en afgemat Oververmoeid? Hohenfels keek zijn dochter onderzoekend en onge- loovig aan. Daar heb je anders nooit last van. Maar hier leert men het, hier wordt het nooit nacht. Altijd die eeuwige dag met zijn fel licht 1 Men kan daarbij rust noch slaap vinden. Ik heb bepaald heimwee naar den nacht en zijn sterrenhemel, ik wou. dat wij maar weer thuis waren De minister nam een stoel en ging zitten. Wat is er toch vroeg hij op halfluiden toon. Alfred was in een vertwijfelde stemming. Heb je hem weer geplaagd Neen, luidde ongeduldig het ant woord. Maar hij plaagt mij met zijn misplaatste hartstocht, met ziinaan dringen op en eischen van een be antwoording. Ik ben daarvoor nu eenmaal niet aangelegd, dat weet hij toch Waarom wil hij mij dan af dwingen, wat ik hem niet geven kan? Ik had mij je verlovingstijd an ders voorgesteld zei Hohenfels, wiens voorhoofd zich samentrok. Toen je een poosje geleden uit Raansdal te rugkwam en mij met je verloving verraste, toen je mij daarmee mijn vergeving afsmeekte voor het eigen machtig bezoek in de pastorie, dat ik hoogst ongepast vond toen dacht ik: je hadt elkaar eindelijk gevondenen alles, wat je beiden nog scheidde was opgeheven. Maar het komt telkens weer voor den dag en wie is daarvan de schuld Alfred heeft je maar al te lief, hij heeft tegenover jou nauwe lijks meer een wil. Je geeft hem wei nig daarvoor Jn plaats, hij eischt w i4. hem toekomt, als hij meer verlangt, Met een heftige beweging ging Syl via zitten. Gaat u mij verwijten doen papa Ik heb toch uw lievelingswensch ver vuld. Ik weet, hoe na het u aan het hart lag. Mij Ik wil jou gelukkig en in een schitterende omgeving zien; maar de beslissing heb ik aan je overge laten daar weet je alles van Maar ik wist niet, dat het zoo zwaar was, zoo vreeselijk zwaar ge bonden te zijnviel Sylvia hartstoch telijk uit. Teerwijl ik hier lag en naar de zee keek, heb ik de zeemeeuwen benijd om hun vlucht, de wolken om hun trekken door de ruimte. Zij zijn vrij, vrij en ik ben het ook geweest nu draag ik ketenen Wat moet dat beteekenen? vroeg Hohenfels ernstig boos. Je hebt het immers maandenlang geweten, dat Alfred je hand wilde vragen, en ik heb het je al meer gezegdmet zulke din gen speelt men niet. Iedere vrouw offert met haar hu welijk haar vrijheid op, maar niet ieder ruilt daar zooveel voor in als jij. Deze phantasiën zijn niet heel vleiend voor je aanstaanden echtge noot. Als hij ze verdraagt, des te er ger voor hem, maar ik wil ze niet meer hooren. Je hebt een keuze ge daan nu is het beslistTerug kun je niet meer. Met dien toon wist hij zijn dochter steeds te dwingen, daaraan gehoor zaamde zij anders zonder beding, maar vandaag scheen hij zijn macht te verleeren. Sylvia wierp zich plot seling aan haars vaders borst en om helsde hem met beide armen. Waarom moet ik ook trouwen? Waarom wil u mij laten heen gaan? Re heb u immers alleen lief, u alleen op de geheele wereld en ik ben toch uw eenige Wat moet Alfred tusschen ons? Ik heb hem mijn woord gege ven, ja, maar ik kan niet kan niet Bij die uitbarsting van vertwijfeling toonde de minister zich uiterst ont steld. Dat was geen gril meer. Er 1 klonk doodsangst uit die woorden, ter wijl zij zich aan hem vastklemde, al» wilde zij hulp en bescherming hij hem zoeken, toen werd gestrengheid en verwijten overheerscht door een ge voel van vaderlijken angst. Hij sloot zijn kind in de armen. Je kunt niet Wat kun je niet Hem liefhebben stiet Sylvia uit. Ik ben bang voor dat huwelijk, voor den hartstocht van Alfred, die zoo plotseling opvlamt en dan weer terug valt in de gewone moeheid. Ik heb al tijd een gevoel, alsof er nog eens een ongeluk tusschen ons gebeuren zal, als was hij in staat zichzelf en mij te vernietigen, als hij ontdekt Zij hield plotseling op. Als hij wat ontdekt? Ik begrijp je niet, Sylvia I Hohenfels begreep zijn dochter in derdaad niet. Zij had het aanzoek van den prins, en de verloring op haar gewone wijze opgenomen, spe lend, overmoedig en eigenlijk volko men onverschillig. Zij was het zoo geheel eens met haar vader, die in dit huwelijk slechts de schitterende toekomst zag, en nu plotseling zoo'n scöno 1 Haar geheele lichaam beefde in zijn armen en in plaats van een antwoord hoorde hij niets dan krampachtig schreien. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1