NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
De Werkloosheid in Haarlem.
Ik: Erfgenaam van
het Majoraat.
21e Jaaigang. No. 6336
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 26 FEBRUARI 1904.
HAARLEM S DAGBLAD
AB<!
»NNEMENTEN
1PEK IBROB MAANöENs
Voor Haarlem 1.20
Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1.30
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers 0.02
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37>|
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Leowns Coster. Directeur J C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiÊn 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Hoofdbureau .en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122.
Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Abonnementen en AdvertentiÊn worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiSn
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bls Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van
26 Februari bevat o.a.
Nabetrachting van den Gemeen
teraad, Bnitenlandsch Overzicht,
Oorlogsnieuws, Tooneelcritiek van
Frans Netscher, Kameroverzicht,
Nieuws uit Haarlem en Omstreken,
Binnenl.- en Gemengde Berichten.
NABETRACHTING
van (leu Gemeenteraad.
De Raadsvergadering van Woens
dag verdient aangeteekend te worden
in de jaarboeken van Haarlems ge
schiedenis er is een verordening vast
gesteld op de melk, de eerste in ons
land, die zonder twijfel weer verbete
ring brengen zal in de gezondheids
toestanden, waaronder wij in Haar
lem leven. Jammer, dat de Voorzitter
van de Gezondheidscommissie, Mr.
Rasch, niet aanwezig was om de hul
de aan te hooren, die ook liem voor
dat stuk werk toekwam. Terecht
bracht zijn collega Raads- en Com
missielid de heer Kleijnenberg, die
zelf een belangrijk aandeel aan de
voorbereiding heeft gehad, zijnerzijds
dank aan onze drie apothekers in den
Raad, de heeren Sneltjes, Loomeijer
en Kruseman.
Men weet, waarop de verordening
neerkomt. Zij bedoelt voornamelijk,
dat de menschen die soort van melk
ontvangen, welke zij meenen te koo-
pen, dat de behandeling zindelijk is
en ongevaarlijk, dat geregelde con-
tróle geschiedt en dat de rapporten
daarvan op vaste tijden door B. en
W. worden gepubliceerd, zoodat er van
zelf een natuurlijke wedijver zal ont
staan tusschen de melkhandelaars om
de beste melk te leveren.
Dergelijke voorschriften waren voor
Haarlem waarlijk niet overbodig.
De heer Kleijnenberg, die de zaak
onderzocht, heeft het zonder in bij
zonderheden af te dalen ronduit ge
zegd, dat de melk tot voor korten tijd
in Haarlem vrij slecht was. Dat blijkt
ook uit een staatje, mij verstrekt,
waarop voorkomt de sterfte van kinde
ren beneden de twee jaar aan maag
darmontsteking, een ongesteldheid die
bijna uitsluitend voortspruit uit de
gebruikte melk. Van de twaalf groote
gemeenten behoort Haarlem met
's Hertogenbosch, Maastricht en
Utrecht tot de hoogsten in het sterf
tepercentage aan deze ziekte, terwijl
gemeenten als Dordrecht ep'Leiden in
veel beter conditie verkeeren en zelfs
groote steden als Amsterdam en Rot
terdam, die uit den aard van de zaaK
hygiënisch in ongunstiger omstandig
heden zijn, nog een beter figuur ma
ken. Dit sterftepercentage n.l. be
draagt in 1901 voor
Maastricht 68.3
Den Bosch 55.4
Utrecht 40.5
Haarlem 40
Den Haag 38.3
Amsterdam 36
Groningen 35.3
Arnhem 34.4
Leeuwarden 32.6
Rotterdam 31.7
Leiden 27.2
Dordrecht 24.9
Eigenaardig is het hierbij, dat de
betrokkenen, die nu gecontroleerd zul
len worden, wel verre van daartegen
te protesteeren, er zoodanig mee zijn
ingenomen, dat in een vergadering,
die veehouders en melkopkoopers in
Februari 1903 over dat onderwerp
hielden, de wensch is uitgesproken en
in een adres aan den Raad neerge
legd, dat het onderwerp met bekwa
men spoed door den Raad zou worden
in behandeling genomen.
Het totstand komen van deze zaak
mag ook een voldoening zijn voor on
zen burgemeester, die altijd aan de
eischen der hygiëne bijzondere aan
dacht wijdt en aan wien hier voor
wat nu bereikt werd, een gelukwensch
een plaats moge vinden.Bij al het bit-1
tere, dat het ambt oplevert, is dit
Raadsbesluit voor hem zeker een aan-1
gename satisfactie.
Een goede dag was het ook voor de i
bewoners van de Groote Houtstraat,1
die nu kans hebben, dat de lieve jeugd
niet meer zitten en spelen.zal in en
op hunne raamkozijnen en stoepen.
Alleen hing de Raad zijn eigen wijs
heid wel te luchten. Inplaats van zich
te houden aan de redactie van de
rechtsgeleerde Commissie, van wie dan
toch verwacht kan worden, dat zij
daarover ernstig heeft nagedacht, i
kwam men van alle kanten met ver
anderingen aandragen, die verbeterin
gen moesten heeten. Er werd, tot ver
maak van 't publiek en van den Raad
zelf, als 't ware gejongleerd met hek-,
ken en kettingenzelfs aan de be-
stuurstafel verloor men zijn ernst en
kwam plompverloren voor den dag
met de vraag, of de portieken niet in
't artikel thuis behoorden, waarop de
heer Spoor verklaarde, dat de Com
missie eigenlijk niet recht wist wat
dat voor dingen waren en de heer Bij
voet er huisvredebreuk bij te pas
bracht.
Gelukkig nog, dat de heer De Breuk
op zijn portieken niet doorging, an
ders zouden we het vreemde schouw
spel hebben beleefd, dat een lid van
het dagelijksch bestuur zelf zich
schuldig maakte aan wat de Voorzit
ter altijd zoo tegengaathet rauwe
lijks brengen van nieuwe denkbeel
den in een aanhangig voorstel. In elk
geval stond de belangrijkheid van 't
debat volstrekt niet in verhouding tot
den tijd, dien 't in beslag nam en
toen de heer Spoor de gedenkwaar
dige verklaring aflegde, dat men om
te kunnen gaan staan, eerst moet
gaan zitten, was het maar goed.
dat de hamer viel en de Voorzitter tot
stemming overging.
Moest ik in mijn vorige Nabetrach
ting, een week geleden, er op wijzen,
dat door het niet voordragen van can-
didaten voor het lidmaatschap van de
Commissiën tot wering van School
verzuim, in deze af deeling van onder
wijstoezicht lo. Maart anarchie zou
ontstaan, nu deze benoemingen ook
ditmaal achterwege gebleven zijn en
dus nog wel veertien dagen op zich
zullen laten wachten, is de toestand
nog raadselachtiger geworden.
Als de schoolkinderen van die
anarchie hooren. zullen we wat bele
ven. Ik voorzie gespijbel in 't groot I
Bnitenlandscli Overzicht
DE OORLOG.
Ditmaal schijnt Japan bij een
Aanval op Port Arthur
minder gelukkig te zijn geweest. Het
door Japan geleden verlies is nog niet
met zekerheid vast te stellen.
Me"n zie zelf de achtereenvolgensin-
gekomen telegrammen.
Uit Petersburg
Een aanval van de Japansche vloot
op Port Arthur is afgeslagen. Vier
Japansche pantserschepen en twee
Japansche transportschepen zijn in
den grond geboord.
Het Russische schip .Retwisan'
heeft zich met roem bedekt.
Een gistermiddag door het Fransche
ministerie van buitenlandsche zaker.
uit Tsjifoe ontvangen bericht beves
tigt, dat een Japansch smaldeel in
den afgeloopen nacht Port Arthur
heeft aangevallen. De aanval mis
lukte. Vier Japansche schepen moeten
op de kust liggen.
Uit Wei-Hai-Wei
Vier Japansche slagschepen en ne
gen Japansche kruisers zijn 24 Febr.
in oostelijke richting stoomende, hier
voorbijgekomen.
De Russische consul te Shanghai en
het aldaar liggende Russische oor
logsschip (de ,,Mandzjoer") hebben
ambtelijk bericht ontvangen, dat de
Japanners zonder succès een aanvai
op Port Arthur hebben gedaan. Zes
schepen moeten in het ongereede ge
bracht zijn, maar wat voor schepen
het zijn en van welke nationaliteit- is
onzekei'.
De Japansche gezant te Londen heeft
gisterenavond gezegd, dat hij vol
strekt geen bevestiging had van een
Japansche nederlaag bij Port Arthur.
Hij sprak het bericht niet tegen: hij
had over de zaak niets vernomen.
En ten slotte uit Petersburg
De Japanners trachtten Dinsdag vier
met brandbare en ontplofbare stoffen
gevulde stoombooten op Port Arthur
te laten aanloopen. Dank zij de waak
zaamheid van de Russische vloot is
die poging geheel mislukt. De stoom
booten hebben niet alleen geen schade
veroorzaakt, maar zijn zelf te gronde
gegaan: twee zijn gezonken, twee ge
strand.
Van de Japansche torpedobooten,
die deze booten vergezelden, werden
er twee door de Russische vloot ver
nietigd.
Uit deze telegrammen valt af te lei
den, dat bij deze operatie Japan sche
pen heeft verloren, wat voor schepen
dat zijn, is niet duidelijk; 'tis moge
lijk, dat men in het eerste telegram
van vier gewone stoombooten, die met
ontplofbare stoffen gevuld waren,
pantserschepen heeft gemaakt. Waar
schijnlijk zullen we er nog nader van
vernemen.
Dat de
Vaderlandsliefde in Japan
ook groot is, kan blijken uit mededee-
lingen van de bankinstellingen te
Tokio, volgens welke de nationale oor-
logsleening van 100 millioen jen bijna
vier malen volteekend is. Zelfs be
dienden en boeren hebben gehoor ge
geven aan de oproeping van de re
geering. De lagere standen toonen
zich zeer vaderlandslievend.
In verband met het Russisch pro
test aan de mogendheden, dat Japan
onrechtmatig de macht in Korea tot
zich getrokken heeft, is nu bekend ge
worden een
Verklaring van baron Bosen
den Russischen gezant te Tokio, die
zich nu te Hongkong bevindt, dat Ja
pan reeds maanden van te voren be
zit had genomen van alle telegraaf
lijnen in Korea. Admiraal Alexejef
was hieromtrent evenmin gerust en
zond een cijfer-telegram aan den
commandant van den „Warjag" om
Tsjemoelpo te verlaten en naar Port
Arthur te komen; het telegram kwam
nooit terecht en de „Warjag" bleef
in de Koreaansche haven, met het
bekende gevolg.
Het vermelden waard is nog deze
bewering, van den gezant, dat Japan
reeds lang van te voren den datum
had vastgesteld van het afbreken der
relaties met Rusland en ook de ont
scheping van troepen te Tsjemoelpo
reeds had bepaald.
Ruslands Protest.
We maakten in ons vorig nummer
melding van een protest tegen de han
delingen der Japanners, door de Rus
sische Regeering tot de mogendheden
gericht. Dat protest, vervat in een
circulaire, blijkt nu aldus te luiden
„De keizerlijk Russische regeering
acht het noodzakelijk de ernstigste
aandacht der mogendheden te vesti
gen op de daden van geweld, door de
Japansche regeering in Korea ge
pleegd. Niettegenstaande de onschend
baarheid van Korea als zelfstandig
rijk door alle mogendheden is er
kend, niettegenstaande Korea zich
i zelf onzijdig heeft verklaard, heeft
Japan voor het begin der vijandelijk
heid troepen in Korea geland en in
de neutrale haven Tsjemoelpo twee
Russische oorlogsschepen aangeval
len, wier bevelhebbers niet van het
afbreken der onderhandelingen wa
ren verwittigd, omdat de Japanners
de verzending van kabeltelegrammen
verhinderden. Japan nam verder Rus
sische koopvaardijschepen in neu
trale Koreaansche havens in beslag
verklaarde den keizer van Korea, dat
zijn land van nu af onder Japansch
bestuur stond en noodigde den Russ'-
schen gezant uit Seoel te verlaten.
„Daar de keizerlijke regeering van
meening is, dat de aangevoerde fei
ten een schandelijke inbreuk op het
internationaal recht vormen, acht zij
het haar plicht bij alle mogendheden
tegen Japan's handelwijze te protes
teeren. En zij houdt het voor noodza
kelijk er tijdig opmerkzaam op tema
ken. dat zij, waar Japan op onrecht
matige wijze zich van de macht over
Korea meester heeft gemaakt, alle
verordeningen, die de Koreaansche
regeering zou kunnen uitvaardigen,
voor ongeldig verklaart."
Als losse berichten deelen we nog
de volgende mee
Een in geheel Mantsjoerije ver
spreide proclamatie van Alexejef roept
de bevolking op, de Russische troepen
bij te staan. Wie niet gehoorzaamt,
zal met den dood gestraft worden.
De Amerikaansche minister Hay
heeft bericht ontvangen, dat Japan
een verdrag met Korea gesloten heef;.,
waarbij de Japansche regeering de
onafhankelijkheid en het grondgebied
van Korea waarborgt.
Men zegt dat het Chineesche minis
terie van buitenlandsche zaken aan
de „Mandzjoer" vergund heeft, te
Shanghai te blijven, indien het roer
weggenomen en de vuren gedoofd
worden. De Japansche kruiser ver
trekt vandaag naar het noorden.
staten gemeenschappelijk zullen gel
den.
In een bijeenkomst van de
FRANSCHE
marine-commissie heeft de minister
heden uitvoerige en bevredigende in
lichtingen gegeven over de Fraqsche
zeemacht.
De minister begon met te zeggen,
dat hij zelfs de mogelijkheid van een
botsing niet in het verschiet zag;
Frankrijk moest echter gereed staan,
indien er iets gebeuren mocht. Onze
vloot, zoo zeide de minister, verkeert
in een u'tnemenden toestand, en is
versterkt door kruisers en pantser
schepen, waarvan men de beste ver
wachtingen koestert. Evenals de En-
gelsche marine heeft de onze tot haar
Beschikking vijf gepantserde kruisers
van modernen bouwvijf andeTe van
dezelfde type zullen binnen eenig'
weken bewapend worden.
Ten aanzien van het Verre Oosten
zeide de minister, dat Frankrijk daar
onmogelijk een zoo krachtige vloot
kan onderhouden als Japan, Amerika
of Engeland. Maar vier torpedojagers
worden uitgezonden om er onze strijd
krachten ter zee te versterken.
Relletjes zijn in
SPANJE
aan do orde van den dag en wanneer
dan de politie optreedt om de orde te
handhaven, zijn er in de Kamer al
tijd wel lui te vinden, die de regee
ring daarover hard vallen.
Zoo ook nu weer.
In de Kamer laakte gisteren Esteve-
naz de houding der politie van Dins
dagavond. Hij verklaarde, dat, bijal
dien dat optreden weer mocht voor
komen, de republikeinen zich zouden
verdedigen. Blasco vertelde in 't kort
wat er Dinsdag is voorgevallen. Met
kracht verzette hij zich tegen de over
heidspersonen onder de verzekering,
dat elke nieuwe aanval zal worden
afgeslagen. Wat mij betreft, ik kom
met een revolver gewapend, zei hij.
Wèl een waardige houding voor een
volksvertegenwoordiger
De minister van binnenlandsche za
ken verdedigde de politie. De wet zal
altijd gehoorzaamd worden, voegde
hij er bij.
's Avonds was er weer gisting onder
de menschen. In de buurt van de Ka
mer en in de Puerta del Sol trok een
opgewonden menigte her en der. Het
was een buitengewoon lawaai. De po
litie joeg de menschentroepen uit
een.
ZWEEDSCHE
blad „Dagens Nyheter" brengt in her
innering, dat in 1885, toen er oorlogs
gevaar dreigde, de kabinetten van
Zweden, Noorwegen en Denemarken
gemeenschappelijk voorschriften over
de onzijdigheid hebben opgesteld, wel
ke door Rusland onvoorwaardelijk
erkend zijn en Engeland's instemming
verkregen. Het blad voegt er bij, dat
man in het ministerie van buitenland
sche zaken bezig is met de omwer
king van deze thans verouderde on
zijdigheids-voorschriften, en dat even
als in 18S4 en 1885 met Denemarken
onderhandeld wordt over samenwer
king. om bepalingen te kunnen vast
stellen die voor de drie Noordsche
Stadsnieuws.
Voor plaatsing op de Kie-
zerslijst hebben zich opgegeven:
8 voor woningkiezer, 6 voor loonkie-
zer, 2 voor spaarbankkiezer, 13 voor
examenkiezer en 8 personen, aange
slagen in eene rijksbelasting in eene
andere gemeente.
Maandag bekwam een
vierjarig kindje van den heer W. op
den Oudeweg alhier, ernst;ge brand
wonden doordat het zich met kokend
water brandde.
De moeder begoot de brandwonden
met azijn. Een later ontboden dok
ter constateerde gevaar voor bloed
vergiftiging. waarop de kleine giste
ren naar het gasthuis vervoerd is.
Men meldt ons, dat door den bur
gemeester aan het bestuur van het
Comité van Werkeloozen alhier is me
degedeeld, dat geene termen zijn ge
vonden om aan het verzoek tot het
houden van eene collecte te voldoen,
omdat na een ingesteld onderzoek ge
bleken is, dat de werkeloosheid in
deze gemeente niet van dien aard is
om een dergelijken bijzonderen maat
regel, in casu het houden van eene
collecte, te wettigen.
Tot zoover het bericht.
Wij voor ons, eenige dagen gele
den informatie nemende, hebben 'n
geheel anderen zin inlichtingen ont
vangen.
.Hoe staat het op dit oogenblik wel
met de werkloosheid in Haarlem?
vroegen wij een bestuurslid van een
patroons-vereeniging in de bouwvak
ken.
Het antwoord was niet bemoedi
gend.
„Ik neb", zeide hij, „het bijna nooit
zoo slap gekend. Ik zie veel knappe
menschen uit de bouwvakken op
straat, die anders niet gewend zijn
om rond te loopen. Architecten heb
ben weinig te doen, handelaars in
bouwmaterialen klagen, in de ijzer
winkels gaat weinig om. Flinke aan
nemers hebben weinig of geen werk.
De heele bouwerij staat, op een enkele
villa na, zoo goed als stil.
De financieele catastrophes zijn
daar zeker voor een groot gedeelte de
oorzaken var.. Toen die plaats had
den, gaven verschillende hypotheek
banken geen geld meer, ze vertrouw
den het niet. Het gevolg was, dat en
kele bouwers, die van dat geld bouw
den, het werk moesten eindigen. Nu
is het weer wat beter, naar ik hoor.
enkele banken geven weer geld, maar
er staat zooveel leeg."
„Zou Haarlem dus langzamerhand
overbouwd raken
„Overbouwd wil ik juist niet zeg
gen, maar wel dat een zeker soort
huizen beneden de waarde wordt ver
huurd. om er maar bewoners voor te
krijgen. Daar zijn bijvoorbeeld de
huizen in de Jordensstraatze wor
den verhuurd voor ƒ350.en ze
moesten, in verhouding, tot wat ze
gekost hebben, f 450 huur doen.
Bij de groote uitbreiding van de
stad zijn veel werklieden naar Haar
lem gekomen en hier met hun gezin
blijven wonen.. We hebben op het
oogenblik, naar mijne meening, te
veel ambachtslieden in Haarlem. In
dorpen en kleine plaatsen is zoo'n
werkloosheid niet, daar komt men
dikwijls handen te kort. maar de loo-
men zijn er lager en daarom gaan
menschen uit de stad er niet heen."
„En hoe staat de toekomst er
voor?" vroegen we.
„Niet schitterend", antwoordde on
ze zegsman. „Behalve werken van de
gemeente, die misschien nog wel een'
poosje op zich zullen laten wachten,
zijn er, voor zoover ik weet, geen
groote werken in 't vooruitzicht."
Roei- en Zeilvereeniging.
In de laatste jaren wordt ijverig
getracht, de Roei -en Zeilvereeniging
Het Spaarne, die wat in het achter-
spit geraakt was, weer tot nieuwen
bloei te brengen. Een vblijverig Be
stuur heeft van deze zijne pogingen
reeds succes gezien en de vereenig ing
op flinke hoogte gebracht.
Intusschen wil men niet blijven
staan, maar steeds voorwaarts schrij-
^Feuilleton.
Naar het Duitsch van
E. VÖN WERKER.
Speciaal bewerkt voor
Haarlem's Dagblad.
44)
Een slanke, witte boot, die de Duit-
sche vlag droeg, voer over de donkere,
schuimende golven van de Noordzee.
De zee was tamelijk hoog zonder
stormachtig te zijn, de wind frisch
en in weerwil van den helderen zon-
neschijn was de dampkring koud,
waardoor men er aan herinnerd werd
aan den anderen kant van de pool-i
cirkel t6 zijn.
De „Zeeadelaar" had op zijn tocht l
naar 't Noorden een zeer gelukkige
reis gehad, helder weer en een kalme
zee. Het afwisselend rotsachtig land- j
6chap aan de kust vertoonde zich dui- j
delijk voor 't oog. Het was een genot
aan' boord van dit kleine, drijvende
paleis te reizen, waar men niets miste
van de gemakken op het vasteland,1
waar alles er op berekend was den
meest verwenden gast te bevredigen, l
een reis, zooals zich alleen de vorste
lijke eigenaar van het jacht met zijn
onbegrensde middelen veroorloven
kon.
Naast het groote salon, waar men
gewoonlijk bijeenkwam, als men niet
op dek was, was een klein vertrek
dat niet zoo kostbaar, maar bijzon
der smaakvol ingericht was. De wan
den waren in teere, lichte kleuren
gehouden en in de gordijnen en meu
belen kwam lichtblauw het meest op
den voorgrond. Het was een zeldzaam
mooi boudoir, van alle mogelijke ge
makken voorzien. Prins Sassenburg
had het expres voor deze reis in orde
laten maken en het was uitsluitend
voor zijn aanstaande bruid bestemd,
aan wier slaapkamer het grensde.
Sylvia lag op het rustbed, de han
den onder het hoofd gevouwen. De
frissche zeelucht kwam door het open
venster en het koken en sissen dei-
golven, die tegen de wanden der boot
uiteen spatten. Men zag niets anders
dan donkerblauwe golven met with-
kuiven, zoo nu en _dan schoot daar
een zesmeeuw over Keen en dook neer
in het schuim en aan den hemel trok
ken witte wolken voorbij, door den
wind naar het Noorden gejaagd.
De blik van het jonge meisje hing
droomerig aan dat eentonige, maar
toch boeiende schouwspel, maar het
waren niet de droomerijen van een
verloofd meisie, die zooveel stil, ge
heimzinnig geluk verbergen. Deoogen
die de vlucht der zeemeeuwen en het
jagen der wolken volgden, hadden
een vage uitdrukking, die niet van
geluk sprak.
Plotseling schrok Sylvia op, want
de deur werd geopend en haarvader
trad binnen.
Blijf maar liggen, kindzei hij.
toen zij ging zitten. Alfred vertelde
mij juist, toen ik op dek kwam, dat
je niet wel waart en je hadt afgezon
derd. Ik hoop toch niet, dat het
erg is
Volstrekt niet, papa. Ik ben al
leen maar oververmoeid en afgemat
Oververmoeid? Hohenfels keek
zijn dochter onderzoekend en onge-
loovig aan. Daar heb je anders nooit
last van.
Maar hier leert men het, hier
wordt het nooit nacht. Altijd die
eeuwige dag met zijn fel licht 1 Men
kan daarbij rust noch slaap vinden.
Ik heb bepaald heimwee naar den
nacht en zijn sterrenhemel, ik wou.
dat wij maar weer thuis waren
De minister nam een stoel en ging
zitten.
Wat is er toch vroeg hij op
halfluiden toon. Alfred was in een
vertwijfelde stemming. Heb je hem
weer geplaagd
Neen, luidde ongeduldig het ant
woord. Maar hij plaagt mij met zijn
misplaatste hartstocht, met ziinaan
dringen op en eischen van een be
antwoording. Ik ben daarvoor nu
eenmaal niet aangelegd, dat weet hij
toch Waarom wil hij mij dan af
dwingen, wat ik hem niet geven kan?
Ik had mij je verlovingstijd an
ders voorgesteld zei Hohenfels, wiens
voorhoofd zich samentrok. Toen je
een poosje geleden uit Raansdal te
rugkwam en mij met je verloving
verraste, toen je mij daarmee mijn
vergeving afsmeekte voor het eigen
machtig bezoek in de pastorie, dat ik
hoogst ongepast vond toen dacht ik:
je hadt elkaar eindelijk gevondenen
alles, wat je beiden nog scheidde was
opgeheven. Maar het komt telkens
weer voor den dag en wie is daarvan
de schuld Alfred heeft je maar al te
lief, hij heeft tegenover jou nauwe
lijks meer een wil. Je geeft hem wei
nig daarvoor Jn plaats, hij eischt w i4.
hem toekomt, als hij meer verlangt,
Met een heftige beweging ging Syl
via zitten.
Gaat u mij verwijten doen papa
Ik heb toch uw lievelingswensch ver
vuld. Ik weet, hoe na het u aan het
hart lag.
Mij Ik wil jou gelukkig en in
een schitterende omgeving zien; maar
de beslissing heb ik aan je overge
laten daar weet je alles van
Maar ik wist niet, dat het zoo
zwaar was, zoo vreeselijk zwaar ge
bonden te zijnviel Sylvia hartstoch
telijk uit. Teerwijl ik hier lag en naar
de zee keek, heb ik de zeemeeuwen
benijd om hun vlucht, de wolken om
hun trekken door de ruimte. Zij zijn
vrij, vrij en ik ben het ook geweest
nu draag ik ketenen
Wat moet dat beteekenen? vroeg
Hohenfels ernstig boos. Je hebt het
immers maandenlang geweten, dat
Alfred je hand wilde vragen, en ik heb
het je al meer gezegdmet zulke din
gen speelt men niet.
Iedere vrouw offert met haar hu
welijk haar vrijheid op, maar niet
ieder ruilt daar zooveel voor in als
jij. Deze phantasiën zijn niet heel
vleiend voor je aanstaanden echtge
noot. Als hij ze verdraagt, des te er
ger voor hem, maar ik wil ze niet
meer hooren. Je hebt een keuze ge
daan nu is het beslistTerug kun
je niet meer.
Met dien toon wist hij zijn dochter
steeds te dwingen, daaraan gehoor
zaamde zij anders zonder beding,
maar vandaag scheen hij zijn macht
te verleeren. Sylvia wierp zich plot
seling aan haars vaders borst en om
helsde hem met beide armen.
Waarom moet ik ook trouwen?
Waarom wil u mij laten heen gaan?
Re heb u immers alleen lief, u alleen
op de geheele wereld en ik ben toch
uw eenige Wat moet Alfred tusschen
ons? Ik heb hem mijn woord gege
ven, ja, maar ik kan niet kan
niet
Bij die uitbarsting van vertwijfeling
toonde de minister zich uiterst ont
steld. Dat was geen gril meer. Er
1 klonk doodsangst uit die woorden, ter
wijl zij zich aan hem vastklemde, al»
wilde zij hulp en bescherming hij hem
zoeken, toen werd gestrengheid en
verwijten overheerscht door een ge
voel van vaderlijken angst. Hij sloot
zijn kind in de armen.
Je kunt niet Wat kun je niet
Hem liefhebben stiet Sylvia uit.
Ik ben bang voor dat huwelijk, voor
den hartstocht van Alfred, die zoo
plotseling opvlamt en dan weer terug
valt in de gewone moeheid. Ik heb al
tijd een gevoel, alsof er nog eens een
ongeluk tusschen ons gebeuren zal,
als was hij in staat zichzelf en mij te
vernietigen, als hij ontdekt
Zij hield plotseling op.
Als hij wat ontdekt? Ik begrijp
je niet, Sylvia I
Hohenfels begreep zijn dochter in
derdaad niet. Zij had het aanzoek
van den prins, en de verloring op
haar gewone wijze opgenomen, spe
lend, overmoedig en eigenlijk volko
men onverschillig. Zij was het zoo
geheel eens met haar vader, die in
dit huwelijk slechts de schitterende
toekomst zag, en nu plotseling zoo'n
scöno 1
Haar geheele lichaam beefde in zijn
armen en in plaats van een antwoord
hoorde hij niets dan krampachtig
schreien.
(Wordt vervolgd).