Hernösand, zoo heette moeder's geboorteplaats, niet waar 3 a, zoo heette de stad, waar ik haar vandaan haalde. O, mijne Inge. mijne Inge. En snikkend lag de man op de knieën naast de kist, en kleine Anne- lies viel hem om den hals en riep Vader, ik ben er immers nog voor u 1 Ja daarin had ze wooid gehouden. Zij was er altijd voor haren vader ze deed geheel alleen voor hem de huishouding en bracht met hare teere armen en haar ruim hart zooveel tot stand, dat haar vader zich langzamer hand troostte en nu in zijne dochter, zooals vroeger in zijne vrouw al zijn geluk zag. Annelies dacht niet veel aan de toe komst ze leefde eigenlijk precies naar het Bijbelsche voorschrift, door te doen, wat de dagelijksche plicht van haar eischte. Op zekeren dag stierf ook haar va der en Annelies was nu geheel alleen op de wereld geheel alleen, be halve, dat ze nog een vriend uit hare jeugd had, Clemens Visscher. Eigenlijk heette hij Schwarz, maar wijl het dorp tal van bewoners had. die. denzelfden naam droegen, onder scheidde men die naar hun beroep en zoo heette Clemens voor goed Vis scher. Hij bezat de oudste en grootste visscherij van de plaats en zijne kar- 'erden tweemaal per waarom zou men ook acht slaan op zoo n toevallig verspreken Annelies was in slaap gekomenze sliep op den warmen lentevoormiddag zoo vast. alsof het avond was. En de sterke, jonge man hield zich heel stil. opdat ze niet zou ontwaken. Toen dit na eenige minuten toch geschiedde, pers en bleien week in kunstig bedachte water-re- jn eeng 00j. de gc^oone Ingeborg was servoirs naar de Berlijner maikthal-o-ocf nr-von on ia vnni) i-nt am iommo». treurig te moede zijn, als je ons aan ziet, en je je vroegere leven herin nert. noe je in rijkdom waart en nu in armoede leeft. Glimlachend zeide Iljasz Wanneer ik tot u spreek van geluk en ongeluk, zult gij mij niet ge looven. Maar vraag het aan mijne vrouw. Wat eeue vrouw in het hart heef», dat heeft zij ook op de tong. Zij zal u de volle waarheid zeggen. En de gsst riep Zeg mij, grootmoedertje, hoe gij denkt over liet vroegere geluk en het tegenwoordige ongeluk Schamscheniagi achter het gordijn zeide Ik denk er zóó over. Eene halve eeuw leefde ik met mijnen man. Wij zochten het geluk, en vonden het niet en eerst nu, sedert een jaar, nadat wij alles verloren hadden, en thans als arbeiders leven, hebben wij het ware geluk gevonden, en verlangen niets anders. Over deze woorden verwonderden zich de bloedverwanten, en ook de heer des huizes was verbaasd; hij schoof het gordijn op zijde, om de oude vrouw te kunnen aanzien. Zij stond met over elkaar gekruiste ar men,en met een glimlach op het ge laat zag zij haren man aan. Nog eens herhaalde zij Ik spreek de waarheid, ik scherts nietgedurende vijftig jaren zochten wij het geluk en vonden het niet, zoolang wij rijk waren. Nu ons niets is overgebleven en wij bij vreemden ons brood verdienen, hebben wij het geluk ge\ ouden. Waarin bestaat dan uw tegen woordige geluk? Toen wij rijk waren, hadden wij geen uur rust, hadden geen tijd om met elkander te spreken, aan onze ziel te denken, tot God te bidden. Wat beslommeringen hadden, wijl olmen'daarom kwaad i kwamen gasten en terstond met hen van haar zei o( niet. de zorgen hos hen te onthalen, waar Zc dued immers geen kwaad Dat mede hen te beschenken, opdat zij en nacht hadden de buren bij haar des te gezonder vrouw zal zijn. geen kwaad konden spreken achter mogen komen kijken, ze zouden niets I Daar heeft de dokter ook volko- onzen rug! Wanneer zij weggereden verkeerds hebben gevonden. Maar men gelijk in. Maar spreek niet zoo waren, moesten wij naar onze knechts juist omdat ze zoo eerbaar was. moestveel, lieve. Slaap liever weer. omzien. Zij waren lui geworden en 7c> dulden dat men haar onrerhtvaar gewend aan lekkerder eten dan ge- dig beschimpte en giftige toespelin- woonlijkdat mocht zoo niet duren; gen maakte. wij moesten trachten het onze bij Clemens lachte, wanneer hij zoo 1 elkaar te houden. Zorg hadden wij, iets hoorde. Het waren immers slechts j dat de wolf niet een veulen of kalf domme meisjes, die lasterden, haar 1 verscheurde, dat dieven ons huis niet kon men toch niet te lijf gaan; als bestalen. Bij het ter ruste gaan, kwel- het nu nog de jonge mannen waren hemel op'ën'8chïïda£»~woMt iEdrêt de ons de gedachte, dat wellicht de geweest! Maar onder dezen was er gen4 terwijl Mj schreeuwde a]s een met één, die met vrien e ten doode gekweld dier. Dat duurde eeibied groette, als hij Annelies zag uren Fn toen eansr hii naar huis Stuk voor stuk, langzaam en zeker z°o,uien. toen ging nij naai nuis had ze zich in den loop der jaren een mooien uitzet aangeschaftals ze nu nog in Mei hare kleine bezitting ver kocht. was ze eveneens eene goeclj partij" en Clemens kon zijn eigen huis vergroeien, zooals hij reeds lang van plan was geweest. Maar in dezen winter hoestte Anne lies zooveel, dat de oude dokter, die ook hare moeder had behandeld het hoofd schudde. Hij schreef ham- aller- lei bittere en kwalijk-riekende dingen jIets over Reformkleeding. voor en zachtzinnig als altijd narr. Ja, zei ze droomerig, zoo moet] Een feit is, dat tegenwoordig reeds het zijnde laatste rozen moet duizende vrouwen in Duitschland den meenemen in mijn nieuw huis. moed hebben zich los te maken van Ze was zeer moe, zooals thans al-1 de heerschende, voor de gezondheid tijd, en ze leunde dichter tegen Cle-1 schadelijke mode. mens en sloot de oogenslaapdron- i Eigenlijk is die drang naar de Re ken. met een gelukkig glimlachje omformkleeding in onzen tijd niets an- de bleeke lippen, herhaalde ze ech- ders dan een onderdeel van de groote ter niet lettend op de volgorde der: behoefte om zin voor het practische woorden i en voor het artistiek schoone niet meer De laatste rozen in mijn laatste als tegen elkaar indruischende be- huis. grippen te beschouwen maar als be- Clemens kreeg een schok, maar nij grippen, die vereenigd van veredelen- wachtte zich wel dat te laten blijken; den invloed kunnen zijn op het men- schelijk bestaan. Dat bij zoo'n stre ven de kleeding bijzonder in aanmer king kwain, laat zich begrijpen. HUISHOUDELIJKE WENKEN. I. Het is aanbevelenswaardig .voor een huisvrouw om bijv. één dag in de lachte Annelies en stond op hoe konmaand vast te stellen, waarop zij alle men toch zoo lui zijn om op Muur- grendels, sloten en scharnieren m huis lichten dag te slapen! En ze moest 4 '~~x nog alle lissen aan de handdoeken naaien, daarmee was ze nog niet klaar gekomen. Ja, ze naaide vlijtig. En nog vlijti ger zorgde ze voor hare vier rozen struiken, opdat die toch maar veel bloemen zouden leveren. Toen September kwam, bloeiden ze alle nog eenmaal heerlijk. Maar Annalies lag binnen in het groote ledikant met den hemel, waar- gestorven, en ze vond het erg jammer dat het huwelijk nu eerst in October len gezonden. ™£nrozea meer den visscher moest zijn. Maar ze was het nu eenmaal en in Mei zou er brui loft worden gehouden. Tot zoolang wilde Annelies heel sti van olie voorziet of laat voorzien. II. Als uw werk u vuile handen be zorgd heeft, wrijf ze dan in met olijf olie alvorens ze te wasschen. Daar door gaat het vuil los en zullen zij veel gemakkelijker schoon te maken zijn. Een geheimzinnig ding. In den tijd, toen de Europeesche beschaving haar zegevierenden in tocht nog niet in Japan had gehou den, was den goeden bewoners van toffiëmêns,7lie"*na!St haM ïediATn't dal la"d o1"1" meer ook de spiegel zat en met heldenkracht nog altijd onbekend. Wilden daarom de meisjes kon glimlachen. utt gemakkelijk vergefelijke nieuws- in haar huisje blijven, zonder zich er bloeien, zei hij. ii .,r ii,.a i-n'o o 'l 1 Tl p f i c t.nfiT O, een paar zullen er nog Vfel Het is toch heel goed, dat ik nu zoo'n aanval had, niet waai', Cle mens De dokter zegt, dat ik later een Ze sliep weldra in vast, vast October was nog niet half om, toen lag Annelies in hare kist, zoo bleek en schoon als eens hare moeder. Clemens liep als eene razende in het woud rond. En daar waar niemand hem hoorde, stak hij de vuisten ten en keek naar Annelieses rozenstruik. Eéne enkele bleeke, heerlijke bloem zat er aan. Die plukte hij af en legde, haar bij Annalies in haar laatste huisje. Rubriek voor Dames. schapen de lammeren dooddrukten, en midden in den nacht stonden wij op om er naar te gaan zien. Dan we der kwamen de zorgen voor het vee voeder in den winter. Maar nog be halve dat alles tusschen ons was er geen eendracht. Hij zeidezóó moet het gebeuren en ik zeide neen, zóó moet het gaan. Er was twist en zonde tusschen ons. De zorgen volg den elkaar op, zorg en zonde wij hadden geen gelukkig uur. En nu Als wij des morgens opstaan, wisselen wij onze gedachten in liefde Voor en zachtzinnig als altijd nam] In een Beiersch blad van 1783 staat en eendracht; te twisten hebben wij Annelies ze nauwgezet in. Het scheen onder den titel: Waarschuwing voor over niets, over niets hebben wij ons weliswaar niet veel te helpen, maar de Vrouw" een door een medicus ge- zorgen te maken wij hebben slechts het beetje hoesten was eigenlijk toch schreven artikel te lezen, dat zeer ééne. zorg: onzen meester te dienen, 0ok niet zoo erg en of men daarbij en wij werken naar onze krachten, ook wat magerder werd, dat hinderde om hem voordeel te verschaffen. Als ook niet wij van den arbeid komen, is het Maar toen het voorjaar kwam, was middageten bereid, het avondbrood Annelies te zwak. om de drukte te gereed, ook aan kumys ontbreekt het kunnen doorstaan, welke de voorbe- ons nooit. Is het koud, zoo warmen reiding van een huwelijk meebren- wij ons bij het vuur, trekken onze gen de oude dokter verbood zeer he- pelzen aan. Ook hebben wij gelegen- slist dadelijk te trouwen en Clemens heid met elkander te spreken, aan ofschoon zeer teleurgesteld, voegde onze ziel te denken, tot God te bid- zich naar het verbod. De dokter echter nam de gelegen heid waar, dat hij Clemens eens al leen on het water trof, om hem bi' zich te' roepen en een ernstig woord mc-t hem te spreken. den. Vijftig jaar lang zochten wij ge lukthans eerst hebben wij het ge vonden. Iljasz echter zeide Lach niet, broeders Het geldt hier geen schertshet geldt hier het menschelijke leven. Dwazen waren wij, mijne vrouw en ik, toen wij over het verlies van onzen rijkdom treur den. Thans echter heeft God ons de waarheid geopenbaard, en het is niet tot uw vermaak, maar tot uw heil, dat wij het u hebben meegedeeld. De gasten lachten niet meer, maar sieclir vomstaat, begrepén na over hetgeen zij gehoord Ell de oulie man maakte rechtsom keert!, nadat hij dit had gezegd en vervolgde haastig zijn weg. CJemens stond, alsof hij door eene beroerte was getroffen. Zijn gelaat was vaalbleek. Zijn lip pen beefden en zijne handen waren tot vuisten gebald. Wat was er toch gebeurd V at had de dokter daar gezegd Was het was het dan mogelijk, dat zijne - dat Annelies zou moeten sterven Lieve hemel! Sterven? .Sterven '3 vrouw niet weerlegd kunnen worden. Vrouwen, die zich zoo'n pantser aan leggen, moeten het ter waarschuwing en anderen, die zich daarmee niet in laten ter bevestiging van haar ver standig opgevatte principes lezen. Dan volgt een uitvoerige opsomming van aBe door het corset teweegge- Zie je. mijn jongen, zei hij (want brachte ziekten, een lange lijst, diehe- hij sprak hot. geheele dorp met iij en den nog dienst kan doen. jou aan) dat met Annelies is eigen-] Dat werd geschreven in een tijd, lijk een rare geschiedenis; haremoe- toen niet alleen medici maar ook op bouwend is en aldus begint,,Alle geneesheeren zijn het in dit opzicht eens, dat het keurslijf of corset van zeer schadelijken invloed op de ge zondheid is en eenige van de jonge ren ijveren daartegen met redenen, die door de meest welbespraakte ti-Sum beheerscht door een vreemde gierigheid weten, of moeder Natuur haar bekoorlijkheden had toebedeeld, die den mannen behagen, dan moes ten zij haar toevlucht nemen tot het heldere water der bron en zich tevre den stellen, met hetgeen het weer spiegelde. In een klein dorp nu geschiedde het op zekeren dag, dat een Japan ner op straat een smallen handspie gel vond, die daar waarschijnlijk door de een of andere, de wereld rondrei zende dochter Albions was verloren. Ti-ti-Sum had zulk een ding nog nooit gezien hij draaide het verbaasd heen en weer en toen hij ten slotte in het spiegelglas keek, was hij star van ontsteltenis bij het zien van een bruin gelaat, dat hem even verwon derd aanstaarde. Nadat hij het langen tijd bekeken had, mompelde hij, terwijl hij het hoofd schudde Dat is zeker het beeld van mijn overleden vaderHoe komt dat nu hier op de straat? Terwijl hij daarover peinsde, wik kelde hij het gevonden voorwerp zorgvuldig in een doek, nam het mee naar huis en borg het weg in een oude vaas. Zijn jonge vrouw, Li-li-bi, zeide hij er echter niets van vrou wen zijn nieuwsgierig en bovendien praatziek en hij had Voor geen geld van de wereld willen hebben, dat het beeld van zijn vader het onder werp zou worden van nuttelooze vrou wenpraatjes. Sedert dien dag werd de goede Ti- Zoo, riep zij hem bits toe, toen zij hem zag, op die manier bedrieg je me dus, nog voor we een jaar ge trouwd zijn I Hoe ik dat bedoel ijverde zij. heel verbluft door deze ontvangst. Hoe ik dat bedoel? ijverde zij. Sedert wanneer verbergt een getrouwd meer eigenaardig is dezelfde uitdruk king bij eenige Oostersche volken. De bewoner van Zuidelijk Chiua bijvoor, beeld vraagt deelnemend „Hebt ge uw rijst gegeten Ten in Kairo vraagt men belangstellend „Hoe hebt gij ge. zweet Het Engelsche„Hoe doe je?' een letterlijke vertaling van de mid. man portretten van vreemde vrouwen deleeuwsche Franschc wijze vangro» in zijn huis? Hier, ik wil het niet lan- ten „Hoe maakt gij het en schijnt ger zien, tiet gezicht van dit leelijke algemeen in gebruik te zijn genomen wijf, dat je liever is dan je kleine tegen 't einde der 17de eeuw, terwijl vrouw. bet bij ons, Nederlanders, nog steedi Een tranenstroom vergezelde deze wordt gebezigd, laatste woorden. Vreemd genoeg valt het aanvaarden Li-li-bi, geliefde mijns harten, 1 ^an dat gebruik juist te zamen met .ck. oog mijner ziel, ik weet niet, wat je Ultsteryen van de oude mauier om 7 nïlmöC to r»ürr|./lüt jn rlin bedoeltriep Ti-ti-Sum wanhopig want het verging hem als velen zij dames te begroeten, die toen uitdruk kelijk gevolgd werd, en die vol geus onze nieuwe begrippen als bui- >t ner broeders in het Avondland wentranen maakten hem van streek. O, slechte man, zuchtte de arme Li-li-bi. Je hebt een andere vrouwlief, niettegenstaande zij duizendmaal lee- op die wat al te hartelijke manier jor vrou- tengewoon familiaar en intiem wordt ch .-ook- beschouwd, namelijk het kussen. Eq. n, gelschen zijn vaak geneigd met een en soort voorname houding neer te zien ive lijker is dan ik. Waar blijft de trouw, die je me gezworen hebt? Alles was gelogen Maar Li-li-bi, zon mijns levens, hoe kan je zulke dingen zeggen? Kijk eens hierdat is het beeld van_ mijn van begroeten, vooral bij mannen, zoo- als dat op het vaste land soms gewoonte ismaar eenige eeuwen ge-l^1 leden werd in Engeland het meest gekust. Als toen een man een vrouw aa begroette, voor de eerste of honderd ste maal, dan kuste hij haar. Dichters overleden vader. Ik heb het op straat uj£ djen hebben er in hun werken gevonden en het m de vaas geborgen, melding van gemaakt. om het niet kwijt te raken. O riep Li-li-bL met vlammende oogen, zie je me voor zoo dom aan, dat ik de beeltenis van een man niet van die eener vrouw zou kunnen on derscheiden? Doch nu was het uit met Ti-ti-Sum's Later schreef Erasmus in een v zijn schilderachtige brieven van En geland, met veel waardeering over da! gebruik. Het hield stand gedurende de 17e en tot het begin der 18e eeuw, maar soms werd er tegen geprotes teerd. Bunyan veroordeelde het streng geduld en reeds vijf minuten later j*1 zijn geestelijke geschriften, en au- J flfii-p vr-nmo cchi-nvarc 1 .-„1 was de hevigste, echtelijke strijd tus schen hen beiden uitgebroken. dere vrome schrijvers volgden zijn voorbeeld. Gelijk andere gewoonten, stierf zijtVe Haar luid geween lokte een voorbij- langzamerhand uit, eerst onder de komenden priester naar binnen. t voornamen in de stad, zooals toen de Kom, kinderen, zeide de waardi- gezelschapsmenschen werden genoemd ge man, hoe kunt ge u zoo aan uw en later onder het volk op het platte- lei toorn overgeven? land. Zij werd gevolgd door buigingen Ik heb er het recht toe, gaf Ti-ti- en strijkages, met groote waardigheid Sum ten antwoord. Mijn vrouw heeft djePe nederigheid, maar ook deze het verstand verloren en beweert din- werden op haar beurt steeds minder gen, die niet waar zijn. SmTh" St de wissel|nf5 Dat ia niet waar nrnilrle de E1 P de Sem€enzame gewoonte terug. Dat ia met waar, pruilde de bracht m het toevallige, voor de vuist l" weg: „Hoe doe je?" Wat in negen Japansche er tusschen door. ,._0. w t Mijn man heeft de beeltenis van een van de"tien gevallen geen'"belangstel" opgewondenheidwel tienmaal op een dag liep hij van zijn werk weg, kwam naar huis en sloop in het ge heim naar de vaas, om een schuwen blik op zijn daarin verborgen schat te werpen. vreemde vrouw in die vaas verbor gen gehouden. Ik zweer, dat het de beeltenis van mijn overleden vader is verze kerde Ti-ti-Sum. Laat mij die beeltenis eens zien, beval de priester. Li-li-bi overhandigde het hem en hij keek met ernstig gelaat in den spiegel. Kinderen, zeide hij daarop op plechtigen toon, twist niet langer met elkaar, want jullie hebt heiden on gelijk. Dit is de beeltenis van een heiligen priesterIk neem het mee en zal het bij de heiligdommen in den tempel leggen. Met deze woorden verwijderde hij zich, terwijl hij den spiegel, die bijna hot Ion ge huwelijksgeluk van Ti-ti- Sum en Li-li-bi verstoord had, in den zak stak. Interview met een wonderkind. Het Hongaarsche vioolspelende wonderkind Franz Vecsey, dat dezer dagen in Duitschland zoo groote sen satie gewekt heeft, is onlangs ook te r, t T- -.nn, BudaPest opgetreden. Na afloop van El concert voerde een criticus een gesprek met den knaap en vroeg hem of hij blij was, met den bijval, wel- A.LJLJBMLKL Een Saksisch oordeel over Goethe. ling beteekent in den welstand van hem, tot wien het wordt, gezegd, maar eenvoudig een zinledige vorm van groeten is. Het nog minder beteeke- nend „goeden morgen" is van later tijd dan„Hoe doe je Voor vele haastige sprekers is dit nog te lang en zij weten het in de uitspraak aan merkelijk te bekorten. Nog enkele andere begroetingen, zooals „Hoe zijt gij en „Hoe gaat het?" zijn- ook in gebruik. Het laat ste zegt men in Holland en ook :n Frankrijk in het algemeen, maar der gelijke gemeenzame gezegden zijn steeds aan verandering onderhevig er zoo zal ook het oude „Hoe doe eens al te vulgair worden beschouwd en vervangen door een anderen vorm van begroeting die meer gepast zal lijken aan hen, die zichzelven in taal eerbiedigen. heeft uit een oud maandblad, den „Saksenfreund" een oordeel over Goethe opgediept, dat eenige maan-, den na Goethe's dood daarin werd j kea hij had behaald. Nu zijn de vrouwen in Japan even j opgenomen. Het luidt als volgt scherpziend en wantrouwend als over- der is aan de vliegende tering gestor- kunstenaars en wijsgeeren te velde r-iP;np wnnw trok Onwetend over de maar op grond van Goethe's eigen per- vc-ii en liet hoesten van Annelies ik trokken tegen de overdrijving van denr ^Tafera in het soonlijkheid. De mensch heeft slechts wil dadelijk niet het ergste zeggen - rococostijl en kort daarop moest zij Wljze'- waar°P naar z^e|s in net „WOöl - maar nu ja, mijn jongen laat zich overwonnen geven zij liet maar niet nierken, dat het er empire-stïjl. Bijna een menschenleef- hadden. DE LAATSTE ROOS. Schets door E. Fahrow. Als ze des Zondags uit de kerk kwam groetten de jonge mannen haar met een blijden lach, maar de jonge meisjes met een boosaardigen blik, want de eersten vonden haar stil en ernstig als ze was, bekoorlijk de meisjes noemden haar hoog moedig en coquet. Maar Annelies was niet coquet, o. neen ze was alleen maar de doch ter van hare Zweedsche, buitenland- sche moeder, de blauwoogige, blonde, slanke Ingeborg Svenskin. V aaroni bad de Zweedsche ook in het dorp moeten komen, nu twintig jaar geleden Ze paste daar niet on der de krachtige Lausitzer boeren Karl Holberg, de „houtboer", had wel wat verstandiger kunnen doen. dan deze vreemde van zijne „wereld reis", die hem tot Stavanger had g< voerd, mee naar huis te brengen. Maar kort en goed, ze was er e was Karl's vrouw en deed zoo goed mogelijk al haar best om zich thi:>5 te leeren gevoelen onder de menschep, van Wendrowitz. Dat gelukte haar trouwens niet cn geen \::n d«* dorpe lingen stortte oprechte tranen, toen ze stierf. Alleen Karl Holberg en zin: twaalfjarig dochtertje Annelies die weenden! Heel stil tegen elkaar aan gedrukt, zaten ze in de kamer naast de kist en staarden met door tranen verduisterde oogen naar het lieve, schoone gelaat, dat daar zoo ver schrikkelijk bleek op het kussen rustte. Me dunkt, zei Annelies zachtjes dat moeder in 't geheel geen rimpel- meer in 't gelaat heeft. Ze ziet er zoo jong en zoo schoon uit Zoo zag ze er uit, toen ik naar hare hand dong. mompelde haarva der. Is ze nu werkelijk van 'thoesten gestorven, vader Ik weet het niet, steunde do arme man. Misschien is ze gestorw van verlangen naar huis! Gezei-ni heeft ze het niet, maar ik weet toch hoezeer ze naar Hernösand verlang de tijd wist die stijl zich te handhaven, daarna dook het corset weer op en ook de crinoline bleef ons daarna niet bespaard. De medici konden niet te- j gen den stroom op, de kunstenaars zelfs de beeldhouwers begonnen zoo j nu en dan de door het corset vervorm- I de lichamen als normaal te beschou- 1 wen en over te brengen in de kunst. Pas in de laatste jaren is er weer een sterke stroom om het vrouwen lichaam zijn natuurlijken vorm terug te geven en het van balein en staal i te bevrijden. Evenals vroeger is de Luide'eii 'op gillenden toon had Cle- '18de eeuw doen de waarschuwings- mens het geroepen, zoodat de vis- woorden der medici zich het duide- zii li j - i i -i „i gevoel voor het menschelijke; maar voor de Avondland ziel: in dergelijke geval- Goethe liad niets echt mensehelijks len gedragen, vroeg zij lraar cchtge- zooals ieder weet, die hem heeft ge noot zonder omwegen naar de oor- kend en niet_ gelijk een handjevol zaak van zijn herhaaldelijk van zijn „Goethomanen" alhier, met blindheid werk thuis komen. In het begin geloofde zij zijn ver klaring dat dit alleen geschiedde, i is geslagen. Hij voelde en leed niet mee met eenig ander menschelijk we zen, en de groote belangen der om naar haar toe te suellen en een menschheid waren hem totaal vreemd lijkst hooren, en een aantal kunste naars van naam zijn aan 't werk om de natuurgetrouwe en gezonde klee- schcrsjongen, die beneden de nett hanteerde, zich omkeerde en ver schrikt naar boven keek. Dat bracht Clemens tot bezinning, ding ook bekoorlijk voor 't oog Hij wendde zich om en liep of lie- maken, ver wankelde naar zijn huis. In October van 't vorige jaar had in Wat de arme dezen avond en den München een groote tentoonstelling daarop volgenden nacht leed en hoe plaats, die een getrouw beeld gaf van hij niet zich zeiven worstelde, heeft den tegenwoordigen stand der bewe- geen mensch ooit vernomen. j ging, des te meer omdat in München ze weer volkomen gezond en sterk worden. En in den herfst. In den herfst, zei Annelies pein zend, terwijl ze het hoofd tegen Cle mens schouder liet rusten, dan is het et zoo prettig bruiloft te vien- Den volgenden morgen ging hij met voor 't eerst de geheele vraag in al tamelijk vaste schreden en met vrij 1 zijn omvang en daardoor op des te wat vertrouwen naar zijne verloofde, overtuigender wijze behandeld werd. die achter het huis in den tuin zatBeschrijving van die tentoonstelling en naaide. 't Zou toch ook wel niet J wil ik u besparen voorn, omdat ze in zoo erg worden, als de dokter giste-onzen tijd van snel leven al veel te ren had gezegd. Zijne kleine Annelieslang geleden is maar om u eenig had zulke heldere oogen en zulke roo- j denkbeeld te geven van de belangstel de wangen, zeker, als de zomer met ling, waarin de nieuwe vrouwenklee- zijne lange, warme dagen kwam zou j ding zich in Duitschland reeds kan - verheugen, wil ik het laatste gedeelte van een verslag over die tentoonstel ling aanhalen. Dat over de nieuwe vrouwenklee- ding langzamerhand niet meer lachen en gekheid gemaakt wordt en dat ze ophoudt stiefkind der moderne kunst te zijn, wordt bewezen door de groote belangstelling, die niet alleen in München en Beieren maar in ge heel Duitschland was voor de genoem de tentoonstelling. Beieren's grijze vorst en bijna alle aanwezige prinsen en prinsessen van 't koninklijk huis hebben een bezoek gebracht aan de tentoonstelling. Reeds twee weken na de opening hadden meer dan 11.000 betalende bezoeksters de expositie be zocht, meer dan 2000 vrouwelijke leer lingen der verschillende inrichtingen van onderwijs werden door een lezing met, het doel van deze verandering in de kleeding op de hoogte gebracht, nl. niet het in 't leven roepen van een nieuwq mode, die snel weer verdwijnt maar een mode geerond on begrippen van hygiëne en artisticiteit. niet waar Maar weet je wat, Cle mens. de theeroos daar, die zal dan nog wel bloeienzonder rozen zou :k geen bruiloft willen houden moe der zei altijd, dat toen zij trouwde het geheele huis vol rozen was. En die gele struik, dat was haar lieveling de rozen daarvan noemde ze altij i hare geluksrozen. En toen, na eene kleine pauze, zei Annelies zoo heel plotseling Daarmee hebben we ook hare lijk kist. geheel gevuld. Clemens voelde eene koude rilling door zijne leden gaan. Hij hield 3e beide handen van zijn meisje vasten 7.ei Natuurlijk, rozen zullen we eene hecle menigte hebbenom onze huis deur moet een dikke eikenkrans han gen met de laatste rozen uit jou tuin. voor zoover het niet de belangen ren van de aristocratische kennissen, ring haar och streelde, ten slotte ttvij- XÏZf Tel felde zij er toch aan, of dat wel de mnrmnvoT, ehn9h00i,i „-co™, *uQOTi paar minuten haar aardig gezichtje te bekijken, inaar hoe deze verzeke eenige reden was. Zij begon op hem te letten, hem na te gaan, en toen had zij natuurlijk spoedig ontdekt, marmeren standbeeld, waarin alleen bet talent huisde, om de wereldver schijnselen. welke zich daarin afspie gelen. met objectieve aanschouwelïjk- dat hij zich telkens in het afgelegen heid weer te geven. Een indruk maak- achterkamertje begaf en zich bezig- ten zij niet op hem. want daarvoor is hield met de oude vaas. De nieuws- een gemoed noodig. en dat had Goethe gierigheid van Li-li-bi was ont- met Daardoor schenen zijn inzich- waakt cn daar zij de geschiedenis van en stelregels, als hij deze in een Ridder Blauwbaard niet kende, waag- onbewaakt oogenblik liet donrscheme- de zij zich bij da eerste geiegenheid, 3^^-^ K de beste moedig m ,1e ka nel, stak een dentic(,ld te vormen van zijne haar hand in de vaas en - kreeg den groote zelfzucht en hardheid. Nooit spiegel te pakken. Evenals haar echt-deed hij iemand een weldaad, die genoot bekeek ook zij het onbekende hemzelf geen diensten kon bewijzen, en nooit was hij voor bewezen welda den dankbaar. Het testament, dat hij naliet, bewijst dat., en de man, die Weimar honderdduizenden kostte, ver maakte geen cent aan de armen of aan eenige weldadige instelling. Zijn werken nu ja, zij zullen hem over leven, tenminste, de 6 of 8 deelen, waaruit een critische hand eenmaal het koren zal verzamelen, dat in 40 of meer deelen vol kaf ligt begraven. Maar dit kaf zal worden vergeten. De Nemesis zal ook hier haar taak vol voeren, gelijk zij het ten opzichte van zijn huiselijke omstandigheden deed." Natuurlijk, antwoordde de klei- „Onze Goethe is vergeten, zooals te j ne, dat bevalt mij zeer goed, maar al elders op aarde. Geen wonder dus, verwachten was. Niet op grond van. het meeste applaus heb ik toch dat het vreemde doen van Ti-ti-Sum de onverschilligheid van de Weima- Berlijn gehad, waar ik bij den keizer spoedig de aandacht van zijn aardige rianen tegenover groote mannen, ben ontboden. m a IT- in m-nnrI von iZnatVu'o nirmn - En waarover heb je met den kei zer gesproken? vroeg de recensent verder. Met den keizer weinig, luidde het antwoord, maar de keizerin heeft me op haar schoot genomen en me gevraagd, waar ik vioolspelen ge leerd heb en of ik broertjes of zusjes heb. En spreek je goed Duitsch? Niet heel goed. Hoe heb je de keizerin aange sproken Tante keizerin. Intusschen was een dame naderbij gekomen en liefkoosde den knaap, die zich schuw terugtrok. Hou je niet van dames? Neen, ik heb er een afschuw van. Te Berlijn hebben ze me ook niet met rust gelaten. Ik zal later nooit trouwen. En wat- gebeurt er met al het geld, dat je verdient? Papa brengt het op de spaar bank als ik groot ben. zal ik er me een Stradivarius, een huis, rijtuigen, paarden en een automobiel voor koo- pen. v Speel je wel eens met kinderen? O, heel graag, en daarbij maakte de tienjarige virtuoos een beweging, alsof hij een bal wilde wegwerpen. Sedert wanneer leer je viool spelen? Sedert drie jaar. 42 Concertstuk ken ken ik van buiten. In vijf dagen leer ik alles en kan dan ook de noten opschrijven. Een klein meisje, het jongste zusje van van Vecsey, kwam zich in het gesprek mengen. Eens is er ook over mij in de krant geschreven, zei ze. En wat heeft men van je ge schreven? Dat ik niets kan, antwoordde de kleine zelfbewust. Ja, jij bent brutaal, riep Franz er tusschendoor. Jij eet alles op, als ik me niet haastMen deze woorden liep hij weg. Later kwam hij echter weer terug en vertelde, hoe graag hij van Ro binson Crusoe en de boeken van Ju les Verne leest. flé Va' ooft a 1 Ie ite IJ ding van alle kanten, terwijl zij zich het hoofdje over brak, wat het toch wel zou zijn. Toen echter viel haar blik in het spiegelglas en met een licht gilletje sprong zij achter uit. Wat zij gezien had, was het ge laat van een haar onbekende vrouw! Ja, nu begreep zij, waarom Ti-U-Stun zoo dikwijls in het geheim hierheen sloopHij was haar ontrouw hij beminde een ander O, wat een schan delijk verraad Had zij niet rotsvast aan zijn trouw geloofd Ilem niet voor den besten, eerlijksten man ge houden? Bedroefd en boos tegelijk ging zij op den grond zitten en keek opnieuw met brandende ijverzucht naar bet gelaat van haar mededing ster. Wat staarden die donkere oogen haar nu boos en vol haat aan Het was onbegrijpelijk, dat de zachtaar dige Ti-ti-Sum verliefd had kunnen worden op zulk een leelijk, boosaar dig gelaat. Onder dergelijke gedachten vergat zij geheel en al het middagmaal te bereiden en toen haar man thuis kwam. was hij zeer verbaasd, dat zijn lief wijfje hem niet als gewoonlijk met een vriendelijken groet tegemoet snel de. Na lang zoeken vond hij haar eindelijk in het achterkamertje op den grond zitten met zijn kostbaren schat in de hand. Arme Goethe Hoe is 't mogelijk, dat zijn geüsurpeerde roem zich nog al tijd staande heeft gehouden Groeten. Het is opmerkelijk, misschien is het ook inbeelding, dat de wijze van groeten, in verschillende landen ge bruikelijk, somtijds weergeeft de eige naardigheden van het ras en volks karakter. De Spanjaard en de Italiaan zeg gen „Hoe ben je Dat wijst op het verlangen, den algemeenen toestand van den toegesprokene te leeren ken nen. De Franschman, correct in zijn houdmg, vraagt„Hoe draagt ge u zelf?" De Engelschman, de man van handelen, zegt: „Hoe doe je?" Nog

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 6