NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. De Erfgenaam van liet Majoraat. 21e Jaargang. No. 6348. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 11 MAART 1904. HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PB® ©ROE MAANÖEN: Voor Haarlem 1-20 Voor de dorpen in den omtrek waas een Agent gevestigd is (kom der gemeente) 1.30 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers 0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37% „de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lroftns Coster, Directeur J C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regcL Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31t><s Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 11 Maart bevat o. a. Nabetrachting van den Gemeen teraad, Bnitenlandsch Overzicht, Oorlogsnieuws, Nieuws nit Haarlem en Omstreken, Binnenl.- en Ge mengd Nieuws. NABETRACHTING van den Gemeenteraad. Eenigszins onverwacht is door Mr. Bijvoet een verzoek om inlichtingen gedaan over desluiting van den schouwburg. Een verzoek om inlich tingen, meer niet. Geen afkeuring van het gebeurde. Wanneer ik mij niet bijzonder vergis, dan was het eenig en alleen zijn goede bedoeling, het gemeentebestuur gelegenheid te geven tot het afleggen eener verkla ring over de redenen, die tot de slui ting hebben geleid. Verviel de spre ker daarbij, meegesleept door zijn onderwerp, min of meer in een de- batteerenden toon, dan geschiedde dit zijns ondanks en de Burgemeester zou zich daaraan niet geërgerd hebben (wat hij nu wel deed) als de heer de Breuk Z.E.A. maar even vooraf de boodschap had overgebracht, dat de heer Bijvoet van plan was te inter- pelleeren. In zooverre had de Burgemeester dus minder aanleiding tot ontstem ming, dan wel over de opmerkingen, die na des heeren Bijvoets inleiding volgden. Alsof het College van B. en W. een schietschijf was die daar tot oefening neergezet was, zoo poeften verschillende Raadsleden er op los. De heer Modoo, tegenwoordig eenigs zins onberekenbaar, opperde een mo tie van afkeuring aan 't adres van B. en W., omdat dezen hadden toe gelaten, dat er nog zóólang in zoo'n gevaarlijken schouwburg werd ge speeld, de heer Spoor wou liever aan de gemeente-ambtenaren, die jaren lang den toestand gekend hadden, die afkeuring bij wijze van Paasch- eieren thuis sturen en de heer Schram had gewild, dat B. en W. het sluitingsbesluit zachtjes aan hadden genomen, zonder iemand pijn i-. doen, een opvatting die de heer de Braai, onparlementair maar niet on juist, water- en melk-achtig noemde. Wanneer bij deze discussie de bur gemeester gedacht heeft aan den fa bel van Lafontaine over den boer en zijn zoon, die het bij 't berijden van hun ezel niemand naar den zin kon den maken, dan zou mij dat niet ver wonderen. Weliswaar hebben B. en W. nooit anders, dan afkeuring over hun beleid aan den schouwburg ge kend. Toen zij, begeerig om den schouwburg het voortbestaan moge lijk te maken, de houten veiligheids- trap buiten het gebouw voorschre ven, werd er gemopperdtoen er streng de hand aan werd gehouden dat men nergens dan in den foyer rookte, werd er gemopperdtoen ge last werd, dat twee brandwachts ach ter de coulissen zouden staan werd er gemopperdditmaal door de Di rectie die het vervelend vond, dat zij de mannetjes moest betalen. En thans, nu door de ramp te Chi cago opnieuw de aandacht op de zaak is gevestigd en B. en W. uit de rap porten van de deskundigen de ge vaarlijkheid van den schouwburg dis- tilleerende, de sluiting daarvan heb- ben gelast, nu begint het gemopper pas goed. En waarom eigenlijk Men laat luid de schade klinken, die aan zoovelen door dit besluit plotseling is toegebracht. Maar ik vraagwaar zijn die rampzaligen, voor wie ons medelijden wordt inge roepen Ik zie ze niet. De eigenaar van den Schouwburg is wakker man van zaken genoeg om ons beklag niet noodig te hebben hij zint alweer op nieuwe plannen. De Commissie die den Schouwburg exploiteert heeft zich heusch niet rijk ge- theaterd. De heer van Gasteren, benijdenswaardige optimist die hij is, was na den eersten schrik, wel overtuigd dat er toch altijd in Haarlem een lokaal zou wezen, waar komedie werd gespeeld en dat men daar zijn goede diensten zou behoe ven. De tooneelmeester gaat in de Kroon bouwen, zooals hij in de Jans straat zalen en straten en kamers heeft gebouwd, de requisiteur Sik- j man heeft, naar mij verteld is, werk! gevonden aan de Lichtfabrieken en de suppoosten, voor wie het toch maari een bijverdienste was, zullen ook in de Kroon te pas kunnen komen. Ik vraag duswelke schade wordt er nu wel geleden? Welke koe is hier over boord Er is gesproken van schrik en ont-1 roering, die in de stad ontstaan zouden zijn. Geen van die aandoeningen heb! ik bijgewoond, de menschen waren! alleen maar verwonderd. En nog niet eens verwonderd over de sluiting, maar over de onmiddellijke! sluiting. Ze vonden dat het wel plot- i seling kwam, dat het toch nog wel een paar maanden had kunnen wach- ten, totdat het seizoen uit zou zijn. i Wij met ons allen hebben makkelijk praten. Was er in die twee maanden iets gebeurd, dan zouden wij met ons allen geen greintje verantwoordelijk heid hebben gedragen. Wij zouden afgegeven hebben op B. en W., die hun plicht hadden verzuimd omdat zij niet onmiddellijk na de ontvangst der rapporten den schouwburg had den gesloten, wij zouden de ver scherpte maatregelen, waarvan men nu spreekt, dan kinderachtig en on beduidend hebben gevonden, wij zou den B. en W. voor het ongeluk in zijn vollen omvang en in zijn geheele zwaarte aansprakelijk hebben ge steld. De Burgemeester had meer waar-; deering verwacht voor het kloeke be sluit, waarmee B. en W. den knoop hebben doorgehakt. Mij verwondert het wegblijven van die waardeering niet, integendeel durf ik het College nog wel een nieuwe teleurstelling voorzeggen. Worden namelijk de rap porten van de deskundigen ter visie gelegd, dan zal men zeggen dat die tegenvallen. Het kan niet anders, of de door de geheimzinnigheid sterk ge spannen verwachting, moet teleurge steld worden. Men zal vragenis dat nu alles De heeren Bijvoet en de Braai heb- j ben beiden gezinspeeld op beweringen van 't publiek, die zij niet noemden, maar die wel onaangenaam moesten; zijn voor B. en W., daar beiden ver-j klaarden, dat B. en W. daarboven j verheven waren. Ik zal die insinuatie i noemen. Men fluistert elkander toe, dat de sluiting van dezen schouw-j burg voordeel is voor den bouw van een nieuwen, waarvan B. en W. zoo groote voorstanders zijn, dat zij heb ben voorgesteld daarvoor kosteloos gemeentegrond af te staan. Ik heb deze insinuatie alleen ge noemd, om in de gelegenheid te zijn deze ten krachtigste tegen te spreken. Naar mijn vaste overtuiging is er niemand in 't College, van wien zulk een onwaardige ideeëncombinatie ook maar een oogenblik mag worden ver wacht. De heer Van de Kamp behaalde een aardig en welverdiend succes bij zijn voorstel, om aan de weduwe van den gemeente-ambtenaar W. C. Schouten een pensioen uit te keeren, gegrond op de verordening en niet een onder stand, zooals B. en W. voorstelden. Zij zal daardoor meer ontvangen en de meerderheid van den Raad achtte dit, blijkens de stemming billijk, waar die meerderheid tevens van oordeel scheen te zijn, dat Schouten de ramp der krankzinnigheid, die over hem gekomen is, te danken had aan mo- reele kwellingen, in dienst der ge meente door hem ondergaan. Daar het voorstel-Van de Kamp iets anders bedoelde dan dat van B. en W., vormde het succes van den een dus een nederlaagje voor den ander. De pensioen-gevallen, die nu en dan te pas komen, worden van de be- j stuurstafel wel eens wat benauwd geïnterpreteerd. Veel milder was de stemming van B. en W. over het verzoek van den aannemer Nelissen om vergoeding van door hem betaalde premie ter verzekering van zijn werklieden tegen ongelukken, bij een bouwwerk voor de gemeente. Hij had daarvoor inge schreven, toen de wet nog niet bestond en naderhand tijdens de wet het werk moeten uitvoeren. De billijkheid van 't verzoek inzien de, stelden B. en W. voor daaraan te voldoen en de Raad ging, zonder een woord erover te kikken mee, tot groote verwondering van een der le den, die blijkens zijn halfluid ge uite verklaring een groot debat ver wacht had. Deze beslissing is niet alleen voor den adressant van be lang, maar ook voor andere aanne mers, die in hetzelfde geval verh.ee- ren en dus nu gerust hunne requesten aan den Raad kunnen zendenzij zullen niet worden afgewezen. En nu ik toch over bouwwerken spreek wil ik er eens op wijzen, hoe voortdurend, wanneer de gemeente lijke bouwadministratie ter sprake komt, de herinnering aan onzen vroe- geren gemeente-architect Leijh in de Raadszaal rondwaart. Eerst thans be gint men in te zien welk een massa arbeid hij verrichtte, zonder veel waardeering en voor een karig trak tement. Eerst thans, nu het blijkt, dat de werkzaamheden zoo overstel pend zijn, dat onder den directeur nog een ingenieur en een architect noodig zijn om alles regelmatig te kunnen afwerken Dit is geen critiek op den heer Du- mont, integendeeluit alles blijkt dui delijk, dat deze ambtenaar met werk overladen is. De heer Rinkema, die niet gewoon is een blad voor den mond te nemen, zei het zoo juist van pas, dat hij niet meende, dat de werkzaamheden zoodanig zijn toege nomen, maar dat hij vóór de benoe- ming van een architect was, omdat hij van den heer Dumont niet zóóveel zou willen vergen, als van vroegere ambtenaren gevergd is. Deze uiting is als een bloem op het graf van Leyh. Jammer maar, dat die bloempjes van lof bij zijn leven niet gebloeid hebben. Als laatste punt van de agenda werden de Commissiën tot wering van Schoolverzuim benoemd, die, zooals wij een- en andermaal opmerkten, reeds den eersten Maart in functie hadden moeten zijn. Beter laat dan nooit. De Commis siën zijn er nu, maar hoe Door de zonderlinge samenstelling van de voordrachten, waardoor men niet dui delijk zien kon, wie de gewenschte personen waren, zijn er gekozen, die gem benoeming wenschten en alleen hun naam leenden als no. 2 om een voordracht te completeeren. Men schijnt op 't Stadhuis met die Commissiën maar niet op dreef te kunnen komen. De leden van de vo rige Commissiën hadden meerendeels hunne ambitie in de functie verloren. Althans van de 23 hebben er niet meer dan 10 een herbenoeming ge- wenscht. De overigen pasten voor de eer. BuitenlandsclTO verziekt wanneer de kwaadwilligheden van bereden bandieten, die telegraaflijnen doorsnijden en den spoorweg in jMantsjoerije vernielen, niet ophou den. China's onzijdigverklaring als teniet gedaan zal worden beschouwd. Uit Tokio wordt gemeld Volgens inlichtingen uit geloofwaar-' dige bron is tijdens de poging van de Japanners om den toegang tot de haven van Port Arthur te versperren 1 een Russische torpedojager, die naai de binnenhaven trachtte te ontsnap pen, op een mijn geloopen en gezon ken. Acht van de dertien Russische schepen in de haven moeten bescha digd zijn. De Hwang-sing-ban forten bij Port Arthur zijn gedeeltelijk ver nield dpor de Japansche projectielen slechts drie batterijen zijn nog bruik baar. Vierhonderd Chineezen en 400 Russen zijn bezig met de herstelling 'van de oorlogsschepen. Men zegt, dat de Russische strijdmacht ongeveer 2000 man bedraagt. J De Russen hebben per spoor twee DE OORLOG. Vóór we er toe overgaan de oor logstijdingen te geven, willen we eerst nog eens waarschuwen tegen het licht vaardig geloof slaan aan de berichten die inkomen. Blijkbaar is men op 't oogenblik in een stemming, die doet verlangen naar oorlogsnieuws en als er dat niet is, dan fabriceert men maar wat. Zóó bijv. het dwaze tele gram, dat we gisteren nog konden opnemen: Men gelooft dat de Ja pansche vloot het Wladiwostok-esca- der heeft aangevallen en men g e- looft dat de Russische schepen ver nield of genomen zijn. Waarop dat geloof steunt, blijkt in 't geheel niet. We laten thans de ingekomen be richten volgen. Allereerst een dat spreekt van een nieuwen Aanval der Japanners op Port Arthur en nu ook op Taliën- wan. Uit Tokio wordt van 9 Maart ge meld Japansche oorlogsschepen heb ben in den afgeloopen nacht de for ten van Ta-liën-wan beschoten en daarna Port-Arthur aangevallen. Weer heet het eens, dat de Russen een telegraaf-kantoor bezet hebben Uit Seoel bericht men ten minste Russen hebben vandaag beslag ge legd op het Koreaansche telegraaf kantoor te Joengwon. Men zegt, dat er op den Koreaanschen oever van de Toemen een gevecht geleverd is tusschen Koreanen en Russen. Als 't maar niet weer onjuist blijkt De „Morning-Post" verneemt uit Tsjifoe d.d. gisteren Ik hoor op uit stekend gezag, dat De Choenchoezen in Mantsioerije snel hun strijdkrach ten vermeerderen en met goed gevolg afgelegen afdeelingen der Russische troepen aanvallen, terwijl zij tege lijkertijd telegraaflijnen afsnijden en stukken van den spoorweg vernielen. Een waarschuwing. De Engelsche bladen vernemen uit Tokio d.d. gisteren, dat de Russische gezant te Peking de Chineesche re- geering heeft kennis crogeven. dat. Zware kanonnen en twee houwitsers te Nioe-tsjwang gebracht. De En«relsche consul spoort de Engelschen aan, hun vrouwen en kinderen weg te zenden, voordat de i krijgsverrichtingen beginnen. De on- Izijdige mogendheden willen, naar men verneemt, J apan niet hinderen door de aanwezigheid van oorlogs- schepen, vandaar dat de belangen j der neutralen van ambtelijke zijde j niet meer waargenomen worden. Inboorlingen maken melding van gevechten ten oosten van den spoor- weg. j De Egyptische regeering heeft krachticr verzet aangeteekend tegen het langdurige verbliif van den Rns- sischen kruiser ..Dimitri Donskoj maar de commandant van den krui ser beweert, dat de noodige herstel lingen nog niet verricht zijn. commissie, die de ambassadeurs be noemd hebben. De Porte ziet daarin een aanslag op hare souvereine rech ten, die zij voorbehouden heeft toen zij het Oostenrijksch-Russische pro gram aannam. De DUITSCHE Rijksdag zette de behandeling der le- gerbegrooting voort. Bebel zeide, dat er tegenwoordig een geest van ijver zucht en persoonlijken wrok gaat door groote deelen van het leger. De kritiek, die in de buitenlandsche pers te lezen staat, overtreft verdie.wolke door de sociaal-democraten in den Duitscben Rijksdag wordt uitgesproken. Deze laatsten streven er naar, door den bestaanden toestand kritisch te be schouwen, Duitschland tot het eerste land ter wereld te maken (Geroep Dat gelooft u zelf toch nietHoe treu rig de toestand is, bewijst het feit, dat de sociaal-democratie reeds tot "n de hoogste kringen aanhangers telt. Te gen een gezonde beweging kunnen de heerschende klassen doen wat zij wil len, de beweging laat zich toch niet tegenhouden. Tusschen den minister van oorlog von Einem en Bebel ontstond een twistgesprek over het geval te Friedel- berg. waar jonge boeren, die nog aan de militaire rechtspraak onderworpen waren, geweld gebruikt hadden tegen onderofficieren. De minister had ge zegd, dat de voornaamste dader reeds verscheiden vonnissen op zijn regis ter had, en sociaal-democraat was. Bebel noemde dat laster. De minister vroeg of Bebel deze uitdrukking wilde terugnemen, en toen Bebel weigerde, zeide de minister, dat hij dan een be roep moest doen op de vergadering om uitspraak te doen over de vraag, of Bebel werkelijk de wanrheidslieven- dc man was waarvoor hij altijd ge houden wilde worden. (Langdurige toejuichingen. In het ENGELSCHE Lagerhuis heeft Percy geantwoord op een .vraag betreffende voorzorgsmaat regelen, die genomen konden worden tegen de mogelijkheid, dat Russen of Japanners schepen in het Suez-kanaal laten zinken. Percy zeide, dat de vrije vaart door het Suezkanaal gewaar borgd is door artikel 4 der Conventie van 1888, waarbij Rusland aangeslo ten is. En ofschoon Japan niet tot de Conventie is toegetreden, heeft de En gelsche regeering geen reden om aan te nemen, dat de Japansche schepen anders dan overeenkomstig de begin selen van die overeenkomst zullen handelen. Na een levendige beraadslaging heeft het Lagerhuis een motie ver worpen betreffende de redevoeringen van verschillende ministers ten gunste van Chamberlain's gedragslijn en ter veroordeeling der beschermings-poli- tielc. De uitslag was 289 tegen 243 stemmen. Balfour herhaalde, dat de politiek der receering omschreven was in de te Sheffield gehouden rede. De nationalisten en een 20-tal unionisten en voorstanders van vrije voedings middelen stemden met de minderheid. De oppositie begroette met luide toe juichingen de bekendmaking van de geringe regeeringsmeerderheid. Men bevestigt dat DE PORTE weigert, de wijze van hervorming der Macedonische gendarmerie te aan- vaarden. welke voorgesteld is door de Feuilleton, Naar het Duitsch van E. VON WERNER. 55) Maar waarom toch? Wat was de aanleiding? De kapitein fronste het voorhoofd. De aanleiding zal wel onbedui dend geweest zijn, maar het was de uitbarsting van een lang gevoede vij andschap, die mij helaas niet onoe- kend was. Tusschen Thorvik en de beman ning Ja. Ik weet, dat u met hem be vriend is, mijnheer von Hohenfels, maar ik moet u toch zeggen, dat hij alleen er de schuld van is. Onze ver houding tot de Noren is anders zoo best als 't kan, wij zijn altijd maan denlang hipr in 't Noorden en verkee- ren vriendschappelijk met hen. maar van 't oogenblik af, dat Thorvik aan boord kwam, was de oorlog verklaard Iedere tegemoetkoming wees hij koel en beleedigend van de hand en tegen over de mannen nam hij een toon aan, als was hij heer en meester op den ..Zeeadelaar". Dat zette eerst kwaad bloed, toen allerlei kleinighe den en eindelijk'ging het in haat over. Zoo iets komt eindelijk tot een uitbar sting en dat is gisteren gebeurd. Bernard luisterde met steeds groo- ter bezorgdheid toe, hij kende zijn vroegere speelkameraad en'Siens on verschilligheid. En wat zegt Harald vroeg hij snel. U heeft hem toch zeker onder vraagd Zeker, maar hii geeft geen ant woord en hult zich in een koppig stilzwijgen. Van den toedracht der zaak weet ik zelf niet veel. Onze man nen hadden gisteren ook een feestje en de prins is bij zulke gelegenheden altijd zeer vrijgevig, maar ik voer sinds jaren hier het bevel en nooit is hier een vechtpartij voorgekomen. De mannen waren misschien niet heele- maal meer nuchter en de stuurman schijnt hen met zijn opmerkingen ge prikkeld en nijdig gemaakt te hebben. Toen ik tusschenbeiden kwam, lag hij al op den grond, de anderen overnem heen, het mes hadden zij hem ont rukt, maar hij verdedigde zich nog altijd met de vuisten. Ik had mijn overwicht geheel noodig om ze tot rust te brengen. Om Godswilviel de jonge man in. Zij hebben hem toch niet werke lijk mishandeld Dat hebben zij wel gedaan, hij draagt de sporen er van op zijn ge zicht, en de anderen ook. Als een aan geschoten beer heeft hij zich tegen hen verdedigd, tot hij voor de over macht moest bukken. En is hij in weerwil daarvan op het jacht gebleven De kapitein keek den vrager ver wonderd aan. Natuurlijk, hij kan toch zijn post niet verlaten maar zijn verhouding tot de bemanning zal voortaan meer dan pijnlijk wezen. Bernard zweeg, hij wist, dat deze verhouding totaal onmogelijk was. Harald Thorvik was de man niet om zoo'n schimp te verdragen en te ver geten. De heeren en de barones waren gelukkig al in hun hutten, ging ie kapitein voort. Zij hebben niets ge boord of het voor vreugdekreten ge houden. De geheele geschiedenis speel de zich in een paar minuten af. maar ik kan er moeilijk over zwijgen tegen den prins. Hij is helaas zeer onder den indruk als er iets onaangenaams op den Zeeadelaar" voorvalt, ik vrees dat ik het geheele reisje voor hem bederf. Ik zal met Thorvik spreken, zei Bernard, na even gezwegen te hebben. Misschien wil hij mij iets vertellen. Waar is hij In zijn hut. Het zou mij zeer aan genaam zijn, mijnheer Hohenfels, als u uw invloed wilde aanwenden. Op recht gesproken, ik vertrouw den man heelemaal niet in zijn somber, kop pig zwijgen. De jonge man knikte slechts en stapte een paar minuten later bij Ha rald Thorvik binnen, die voor 't ven ster van zijn hut naar buiten 6tond te staren. Hij droeg een verband om het voor hoofd en zijn gezicht droeg de sporen van een vechtpartij. Toen de deur ge opend werd. keerde hij zich langzaam om, gaf echter geen teeken van ver rassing, toen hij Bernard zag binnen komen. die naar hem toe kwam met de driftige vraag Harald wat is er toch gebeurd? Dat zul je toch wel weten, klonk koel het antwoord. Anders zou je niet gekomen zijn. Maar. ik zei tot den kapitein, dat ik naar je toe wilde, en toen hoorde ik van hem, wat er voorgevallen is. Heb jij het mes getrokken Was je dan heelemaal buiten jezelf? Begin jij nu ook al zei Harald driftig. Wat gaat het jou aan? Dat Ss mijn zaak Die je zult moeten hoeten Je kent immers het zeereriit en als de kanitein van de geschiedenis melding maakt Daar zal hij zich wel voorwach ten viel Thorvik hem in de rede. Die heeft een bespottelijke angst zijn prins iets onaangenaams te zeggen. Er kan moord en doodslag op het schip plaats I grijpen, als zijn Doorluchtigheid daar- i door maar niet gestoord wordt, j Het schijnt ook bijna zoo ver ge- I komen te zijn, zei Bernard verwijtend. Jij moet de mannen hevig gesard heb- ben en toen zijn ze je te lijf gegaan. Ja Harald lachte kort en bitter. Als de losgelaten honden op het wild Gemakkelijk heb ik het hun niet ge maakt mij onder te krijgen Zes durf ik er staan, maar als het tien tegen één gaat, dan is het uit. Maar waar toe dienen eigenlijk die praatjes, de geschiedenis is immers voorbij. Voor jou niet, of ik moest je niet kennen. Jij kunt onmogelijk op den „Zeeadelaar" blijven, na hetgeen er gebeurd is en je zult ook niet blijven. I Waarom niet vroeg Thorvik spottend, maar zijn oogen schoten daarbij dreigend vonken. Ik ben 'm- mers stuurman, moet dienst doen, en dat zal ik, reken daarop I Je ligt voor de stad, zei Bernard. Misschien is hier raad te schaffen. Als jij een plaatsvervanger aanstelt en gaan wilt, dan zal de kapitein je niet houden. Dat denk ik ookWeer liet Ha rald een korte, droge lach hooren. Hij I is nooit een vriend van mij geweest en trok altijd partij voor zijn man De onlusten in Spanje. In de Spaansche Kamer van afge vaardigden verklaarde de minister president Maura, dat hij de gebeurte nissen te VallaSodid beschouwt als revolutionnaire onlusten. Het is vol gens hem onjuist, dat tot herstel van de orde in de straten de troepen op moesten treden. Te Barcelona voorkwam de politie een aantal anarchistische aanslagen. De medeplichtige personen zijn gear resteerd. Zij zullen weldra voor het gerecht gebracht worden. De regee ring gelooft de kiem van een samen zwering tegen haar ontdekt te hebben. De onlusten te Valladolid droegen een zeer ernstig karakter. Meerma len kwam liet tot een botsing tusschen de politie en de gendarmes. De betoo- gers hadden in hun vaandel geschre ven „Brood en Arbeid" en verdedig den 't met steenen en revolverschoten, waarop ook de soldaten begonnen te schieten. Toen het den rustverstoor ders aan kruit en lood begon te ont breken, plunderden zij een winkel van vuurwapenen uit. In het gevecht met de politie werd een man gedood, vele anderen werden gewond. Het volk droeg het lijk met ontbloote borst door de stad. Ten slotte wist de politie in de wachtkamer van het station het lijk machtig te worden en de oproerlingen te verjagen, 's Middags kwam een regiment cava lerie in de stad aan. Toen werd de rust langzamerhand hersteld. Op vele huizen ziet men de sporen van kogels. nen. Als hij mij gisteren ontzette, dan was het alleen, omdat hij de verant woordelijkheid vreesde. Maar wat hij tot mij zei, toen ik weer op adem kwam, zei tegenover de geheele be manning, dat zal ik nooit vergeten Nu, het gaat in één moeite door! Hij sprak heel kalm, maar toch was er iets zeer onaangenaams in die kalm te. Het door de zon verbrande gelaat was met een vaal. geelbleek bedekt en onder het verband, dat het voorhoofd bedekte, schoten de oogen vonken. Bernard keek hem eenige seconden lang zwijgend en onveranderd aan, toen vroeg hij plotseling Wat voer je in 't schild Ik Wat een vraag Ik breng den „Zeeadelaar" naar Raansdal dat voer ik in 't schild. Goed, geef mij de hand er op. Hij stak de hand uit, maar Harald trok de zijne terug. Onzin Wat moet dat beteeke- nen Denk je, dat ik het goede vaar water niet ken? Bovendien zijn je bloedverwanten de eerstvolgende da gen aan land. Dat weet ik Waarom wil je mij geen hand geven Omdat ik die grappen niet kan uitstaan, bromde Thorvik. Hij wendde zich plotseling af en ging voor het venster staan. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1