NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
De Erfgenaam van
liet Majoraat.
21e Jaargang.
No. 6348.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 11 MAART 1904.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PB® ©ROE MAANÖEN:
Voor Haarlem 1-20
Voor de dorpen in den omtrek waas een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1.30
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers 0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37%
„de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lroftns Coster, Directeur J C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regcL
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31t><s Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van
11 Maart bevat o. a.
Nabetrachting van den Gemeen
teraad, Bnitenlandsch Overzicht,
Oorlogsnieuws, Nieuws nit Haarlem
en Omstreken, Binnenl.- en Ge
mengd Nieuws.
NABETRACHTING
van den Gemeenteraad.
Eenigszins onverwacht is door Mr.
Bijvoet een verzoek om inlichtingen
gedaan over desluiting van den
schouwburg. Een verzoek om inlich
tingen, meer niet. Geen afkeuring
van het gebeurde. Wanneer ik mij
niet bijzonder vergis, dan was het
eenig en alleen zijn goede bedoeling,
het gemeentebestuur gelegenheid te
geven tot het afleggen eener verkla
ring over de redenen, die tot de slui
ting hebben geleid. Verviel de spre
ker daarbij, meegesleept door zijn
onderwerp, min of meer in een de-
batteerenden toon, dan geschiedde dit
zijns ondanks en de Burgemeester zou
zich daaraan niet geërgerd hebben
(wat hij nu wel deed) als de heer de
Breuk Z.E.A. maar even vooraf de
boodschap had overgebracht, dat de
heer Bijvoet van plan was te inter-
pelleeren.
In zooverre had de Burgemeester
dus minder aanleiding tot ontstem
ming, dan wel over de opmerkingen,
die na des heeren Bijvoets inleiding
volgden. Alsof het College van B. en
W. een schietschijf was die daar tot
oefening neergezet was, zoo poeften
verschillende Raadsleden er op los.
De heer Modoo, tegenwoordig eenigs
zins onberekenbaar, opperde een mo
tie van afkeuring aan 't adres van
B. en W., omdat dezen hadden toe
gelaten, dat er nog zóólang in zoo'n
gevaarlijken schouwburg werd ge
speeld, de heer Spoor wou liever aan
de gemeente-ambtenaren, die jaren
lang den toestand gekend hadden,
die afkeuring bij wijze van Paasch-
eieren thuis sturen en de heer
Schram had gewild, dat B. en W. het
sluitingsbesluit zachtjes aan hadden
genomen, zonder iemand pijn i-.
doen, een opvatting die de heer de
Braai, onparlementair maar niet on
juist, water- en melk-achtig noemde.
Wanneer bij deze discussie de bur
gemeester gedacht heeft aan den fa
bel van Lafontaine over den boer en
zijn zoon, die het bij 't berijden van
hun ezel niemand naar den zin kon
den maken, dan zou mij dat niet ver
wonderen. Weliswaar hebben B. en
W. nooit anders, dan afkeuring over
hun beleid aan den schouwburg ge
kend. Toen zij, begeerig om den
schouwburg het voortbestaan moge
lijk te maken, de houten veiligheids-
trap buiten het gebouw voorschre
ven, werd er gemopperdtoen er
streng de hand aan werd gehouden
dat men nergens dan in den foyer
rookte, werd er gemopperdtoen ge
last werd, dat twee brandwachts ach
ter de coulissen zouden staan werd
er gemopperdditmaal door de Di
rectie die het vervelend vond, dat zij
de mannetjes moest betalen.
En thans, nu door de ramp te Chi
cago opnieuw de aandacht op de zaak
is gevestigd en B. en W. uit de rap
porten van de deskundigen de ge
vaarlijkheid van den schouwburg dis-
tilleerende, de sluiting daarvan heb-
ben gelast, nu begint het gemopper
pas goed.
En waarom eigenlijk
Men laat luid de schade klinken,
die aan zoovelen door dit besluit
plotseling is toegebracht. Maar ik
vraagwaar zijn die rampzaligen,
voor wie ons medelijden wordt inge
roepen Ik zie ze niet. De eigenaar
van den Schouwburg is wakker man
van zaken genoeg om ons beklag
niet noodig te hebben hij zint alweer
op nieuwe plannen. De Commissie
die den Schouwburg exploiteert
heeft zich heusch niet rijk ge-
theaterd. De heer van Gasteren,
benijdenswaardige optimist die
hij is, was na den eersten schrik,
wel overtuigd dat er toch altijd in
Haarlem een lokaal zou wezen, waar
komedie werd gespeeld en dat men
daar zijn goede diensten zou behoe
ven. De tooneelmeester gaat in de
Kroon bouwen, zooals hij in de Jans
straat zalen en straten en kamers
heeft gebouwd, de requisiteur Sik- j
man heeft, naar mij verteld is, werk!
gevonden aan de Lichtfabrieken en de
suppoosten, voor wie het toch maari
een bijverdienste was, zullen ook in
de Kroon te pas kunnen komen. Ik
vraag duswelke schade wordt er nu
wel geleden? Welke koe is hier over
boord
Er is gesproken van schrik en ont-1
roering, die in de stad ontstaan zouden
zijn. Geen van die aandoeningen heb!
ik bijgewoond, de menschen waren!
alleen maar verwonderd. En nog niet
eens verwonderd over de sluiting,
maar over de onmiddellijke!
sluiting. Ze vonden dat het wel plot- i
seling kwam, dat het toch nog wel
een paar maanden had kunnen wach-
ten, totdat het seizoen uit zou zijn. i
Wij met ons allen hebben makkelijk
praten. Was er in die twee maanden
iets gebeurd, dan zouden wij met ons
allen geen greintje verantwoordelijk
heid hebben gedragen. Wij zouden
afgegeven hebben op B. en W., die
hun plicht hadden verzuimd omdat zij
niet onmiddellijk na de ontvangst
der rapporten den schouwburg had
den gesloten, wij zouden de ver
scherpte maatregelen, waarvan men
nu spreekt, dan kinderachtig en on
beduidend hebben gevonden, wij zou
den B. en W. voor het ongeluk in
zijn vollen omvang en in zijn geheele
zwaarte aansprakelijk hebben ge
steld.
De Burgemeester had meer waar-;
deering verwacht voor het kloeke be
sluit, waarmee B. en W. den knoop
hebben doorgehakt. Mij verwondert
het wegblijven van die waardeering
niet, integendeel durf ik het College
nog wel een nieuwe teleurstelling
voorzeggen. Worden namelijk de rap
porten van de deskundigen ter visie
gelegd, dan zal men zeggen dat die
tegenvallen. Het kan niet anders, of
de door de geheimzinnigheid sterk ge
spannen verwachting, moet teleurge
steld worden. Men zal vragenis dat
nu alles
De heeren Bijvoet en de Braai heb- j
ben beiden gezinspeeld op beweringen
van 't publiek, die zij niet noemden,
maar die wel onaangenaam moesten;
zijn voor B. en W., daar beiden ver-j
klaarden, dat B. en W. daarboven j
verheven waren. Ik zal die insinuatie i
noemen. Men fluistert elkander toe,
dat de sluiting van dezen schouw-j
burg voordeel is voor den bouw van
een nieuwen, waarvan B. en W. zoo
groote voorstanders zijn, dat zij heb
ben voorgesteld daarvoor kosteloos
gemeentegrond af te staan.
Ik heb deze insinuatie alleen ge
noemd, om in de gelegenheid te zijn
deze ten krachtigste tegen te spreken.
Naar mijn vaste overtuiging is er
niemand in 't College, van wien zulk
een onwaardige ideeëncombinatie ook
maar een oogenblik mag worden ver
wacht.
De heer Van de Kamp behaalde een
aardig en welverdiend succes bij zijn
voorstel, om aan de weduwe van den
gemeente-ambtenaar W. C. Schouten
een pensioen uit te keeren, gegrond
op de verordening en niet een onder
stand, zooals B. en W. voorstelden.
Zij zal daardoor meer ontvangen en
de meerderheid van den Raad achtte
dit, blijkens de stemming billijk, waar
die meerderheid tevens van oordeel
scheen te zijn, dat Schouten de ramp
der krankzinnigheid, die over hem
gekomen is, te danken had aan mo-
reele kwellingen, in dienst der ge
meente door hem ondergaan.
Daar het voorstel-Van de Kamp iets
anders bedoelde dan dat van B. en
W., vormde het succes van den een
dus een nederlaagje voor den ander.
De pensioen-gevallen, die nu en dan
te pas komen, worden van de be- j
stuurstafel wel eens wat benauwd
geïnterpreteerd.
Veel milder was de stemming van
B. en W. over het verzoek van den
aannemer Nelissen om vergoeding
van door hem betaalde premie ter
verzekering van zijn werklieden tegen
ongelukken, bij een bouwwerk voor
de gemeente. Hij had daarvoor inge
schreven, toen de wet nog niet bestond
en naderhand tijdens de wet het werk
moeten uitvoeren.
De billijkheid van 't verzoek inzien
de, stelden B. en W. voor daaraan
te voldoen en de Raad ging, zonder
een woord erover te kikken mee, tot
groote verwondering van een der le
den, die blijkens zijn halfluid ge
uite verklaring een groot debat ver
wacht had. Deze beslissing is niet
alleen voor den adressant van be
lang, maar ook voor andere aanne
mers, die in hetzelfde geval verh.ee-
ren en dus nu gerust hunne requesten
aan den Raad kunnen zendenzij
zullen niet worden afgewezen.
En nu ik toch over bouwwerken
spreek wil ik er eens op wijzen, hoe
voortdurend, wanneer de gemeente
lijke bouwadministratie ter sprake
komt, de herinnering aan onzen vroe-
geren gemeente-architect Leijh in de
Raadszaal rondwaart. Eerst thans be
gint men in te zien welk een massa
arbeid hij verrichtte, zonder veel
waardeering en voor een karig trak
tement. Eerst thans, nu het blijkt,
dat de werkzaamheden zoo overstel
pend zijn, dat onder den directeur
nog een ingenieur en een architect
noodig zijn om alles regelmatig te
kunnen afwerken
Dit is geen critiek op den heer Du-
mont, integendeeluit alles blijkt dui
delijk, dat deze ambtenaar met werk
overladen is. De heer Rinkema, die
niet gewoon is een blad voor den
mond te nemen, zei het zoo juist van
pas, dat hij niet meende, dat de
werkzaamheden zoodanig zijn toege
nomen, maar dat hij vóór de benoe-
ming van een architect was, omdat
hij van den heer Dumont niet zóóveel
zou willen vergen, als van vroegere
ambtenaren gevergd is.
Deze uiting is als een bloem op het
graf van Leyh. Jammer maar, dat
die bloempjes van lof bij zijn leven
niet gebloeid hebben.
Als laatste punt van de agenda
werden de Commissiën tot wering van
Schoolverzuim benoemd, die, zooals
wij een- en andermaal opmerkten,
reeds den eersten Maart in functie
hadden moeten zijn.
Beter laat dan nooit. De Commis
siën zijn er nu, maar hoe Door de
zonderlinge samenstelling van de
voordrachten, waardoor men niet dui
delijk zien kon, wie de gewenschte
personen waren, zijn er gekozen, die
gem benoeming wenschten en alleen
hun naam leenden als no. 2 om een
voordracht te completeeren.
Men schijnt op 't Stadhuis met die
Commissiën maar niet op dreef te
kunnen komen. De leden van de vo
rige Commissiën hadden meerendeels
hunne ambitie in de functie verloren.
Althans van de 23 hebben er niet
meer dan 10 een herbenoeming ge-
wenscht. De overigen pasten voor de
eer.
BuitenlandsclTO verziekt
wanneer de kwaadwilligheden van
bereden bandieten, die telegraaflijnen
doorsnijden en den spoorweg in
jMantsjoerije vernielen, niet ophou
den. China's onzijdigverklaring als
teniet gedaan zal worden beschouwd.
Uit Tokio wordt gemeld
Volgens inlichtingen uit geloofwaar-'
dige bron is tijdens de poging van de
Japanners om den toegang tot de
haven van
Port Arthur te versperren
1 een Russische torpedojager, die naai
de binnenhaven trachtte te ontsnap
pen, op een mijn geloopen en gezon
ken. Acht van de dertien Russische
schepen in de haven moeten bescha
digd zijn. De Hwang-sing-ban forten
bij Port Arthur zijn gedeeltelijk ver
nield dpor de Japansche projectielen
slechts drie batterijen zijn nog bruik
baar. Vierhonderd Chineezen en 400
Russen zijn bezig met de herstelling
'van de oorlogsschepen. Men zegt, dat
de Russische strijdmacht ongeveer
2000 man bedraagt.
J De Russen hebben per spoor twee
DE OORLOG.
Vóór we er toe overgaan de oor
logstijdingen te geven, willen we eerst
nog eens waarschuwen tegen het licht
vaardig geloof slaan aan de berichten
die inkomen. Blijkbaar is men op 't
oogenblik in een stemming, die doet
verlangen naar oorlogsnieuws en als
er dat niet is, dan fabriceert men
maar wat. Zóó bijv. het dwaze tele
gram, dat we gisteren nog konden
opnemen: Men gelooft dat de Ja
pansche vloot het Wladiwostok-esca-
der heeft aangevallen en men g e-
looft dat de Russische schepen ver
nield of genomen zijn. Waarop dat
geloof steunt, blijkt in 't geheel niet.
We laten thans de ingekomen be
richten volgen. Allereerst een dat
spreekt van een nieuwen
Aanval der Japanners
op Port Arthur en nu ook op Taliën-
wan.
Uit Tokio wordt van 9 Maart ge
meld Japansche oorlogsschepen heb
ben in den afgeloopen nacht de for
ten van Ta-liën-wan beschoten en
daarna Port-Arthur aangevallen.
Weer heet het eens, dat de Russen
een telegraaf-kantoor bezet hebben
Uit Seoel bericht men ten minste
Russen hebben vandaag beslag ge
legd op het Koreaansche telegraaf
kantoor te Joengwon. Men zegt, dat
er op den Koreaanschen oever van
de Toemen een gevecht geleverd is
tusschen Koreanen en Russen.
Als 't maar niet weer onjuist blijkt
De „Morning-Post" verneemt uit
Tsjifoe d.d. gisteren Ik hoor op uit
stekend gezag, dat
De Choenchoezen
in Mantsioerije snel hun strijdkrach
ten vermeerderen en met goed gevolg
afgelegen afdeelingen der Russische
troepen aanvallen, terwijl zij tege
lijkertijd telegraaflijnen afsnijden en
stukken van den spoorweg vernielen.
Een waarschuwing.
De Engelsche bladen vernemen uit
Tokio d.d. gisteren, dat de Russische
gezant te Peking de Chineesche re-
geering heeft kennis crogeven. dat.
Zware kanonnen
en twee houwitsers te Nioe-tsjwang
gebracht. De En«relsche consul spoort
de Engelschen aan, hun vrouwen en
kinderen weg te zenden, voordat de
i krijgsverrichtingen beginnen. De on-
Izijdige mogendheden willen, naar
men verneemt, J apan niet hinderen
door de aanwezigheid van oorlogs-
schepen, vandaar dat de belangen
j der neutralen van ambtelijke zijde
j niet meer waargenomen worden.
Inboorlingen maken melding van
gevechten ten oosten van den spoor-
weg.
j De Egyptische regeering heeft
krachticr verzet aangeteekend tegen
het langdurige verbliif van den Rns-
sischen kruiser ..Dimitri Donskoj
maar de commandant van den krui
ser beweert, dat de noodige herstel
lingen nog niet verricht zijn.
commissie, die de ambassadeurs be
noemd hebben. De Porte ziet daarin
een aanslag op hare souvereine rech
ten, die zij voorbehouden heeft toen
zij het Oostenrijksch-Russische pro
gram aannam.
De
DUITSCHE
Rijksdag zette de behandeling der le-
gerbegrooting voort. Bebel zeide, dat
er tegenwoordig een geest van ijver
zucht en persoonlijken wrok gaat door
groote deelen van het leger. De kritiek,
die in de buitenlandsche pers te lezen
staat, overtreft verdie.wolke door de
sociaal-democraten in den Duitscben
Rijksdag wordt uitgesproken. Deze
laatsten streven er naar, door den
bestaanden toestand kritisch te be
schouwen, Duitschland tot het eerste
land ter wereld te maken (Geroep
Dat gelooft u zelf toch nietHoe treu
rig de toestand is, bewijst het feit, dat
de sociaal-democratie reeds tot "n de
hoogste kringen aanhangers telt. Te
gen een gezonde beweging kunnen de
heerschende klassen doen wat zij wil
len, de beweging laat zich toch niet
tegenhouden.
Tusschen den minister van oorlog
von Einem en Bebel ontstond een
twistgesprek over het geval te Friedel-
berg. waar jonge boeren, die nog aan
de militaire rechtspraak onderworpen
waren, geweld gebruikt hadden tegen
onderofficieren. De minister had ge
zegd, dat de voornaamste dader reeds
verscheiden vonnissen op zijn regis
ter had, en sociaal-democraat was.
Bebel noemde dat laster. De minister
vroeg of Bebel deze uitdrukking wilde
terugnemen, en toen Bebel weigerde,
zeide de minister, dat hij dan een be
roep moest doen op de vergadering
om uitspraak te doen over de vraag,
of Bebel werkelijk de wanrheidslieven-
dc man was waarvoor hij altijd ge
houden wilde worden. (Langdurige
toejuichingen.
In het
ENGELSCHE
Lagerhuis heeft Percy geantwoord op
een .vraag betreffende voorzorgsmaat
regelen, die genomen konden worden
tegen de mogelijkheid, dat Russen of
Japanners schepen in het Suez-kanaal
laten zinken. Percy zeide, dat de vrije
vaart door het Suezkanaal gewaar
borgd is door artikel 4 der Conventie
van 1888, waarbij Rusland aangeslo
ten is. En ofschoon Japan niet tot de
Conventie is toegetreden, heeft de En
gelsche regeering geen reden om aan
te nemen, dat de Japansche schepen
anders dan overeenkomstig de begin
selen van die overeenkomst zullen
handelen.
Na een levendige beraadslaging
heeft het Lagerhuis een motie ver
worpen betreffende de redevoeringen
van verschillende ministers ten gunste
van Chamberlain's gedragslijn en ter
veroordeeling der beschermings-poli-
tielc. De uitslag was 289 tegen 243
stemmen. Balfour herhaalde, dat de
politiek der receering omschreven was
in de te Sheffield gehouden rede. De
nationalisten en een 20-tal unionisten
en voorstanders van vrije voedings
middelen stemden met de minderheid.
De oppositie begroette met luide toe
juichingen de bekendmaking van de
geringe regeeringsmeerderheid.
Men bevestigt dat
DE PORTE
weigert, de wijze van hervorming der
Macedonische gendarmerie te aan-
vaarden. welke voorgesteld is door de
Feuilleton,
Naar het Duitsch van
E. VON WERNER.
55)
Maar waarom toch? Wat was
de aanleiding?
De kapitein fronste het voorhoofd.
De aanleiding zal wel onbedui
dend geweest zijn, maar het was de
uitbarsting van een lang gevoede vij
andschap, die mij helaas niet onoe-
kend was.
Tusschen Thorvik en de beman
ning
Ja. Ik weet, dat u met hem be
vriend is, mijnheer von Hohenfels,
maar ik moet u toch zeggen, dat hij
alleen er de schuld van is. Onze ver
houding tot de Noren is anders zoo
best als 't kan, wij zijn altijd maan
denlang hipr in 't Noorden en verkee-
ren vriendschappelijk met hen. maar
van 't oogenblik af, dat Thorvik aan
boord kwam, was de oorlog verklaard
Iedere tegemoetkoming wees hij koel
en beleedigend van de hand en tegen
over de mannen nam hij een toon
aan, als was hij heer en meester op
den ..Zeeadelaar". Dat zette eerst
kwaad bloed, toen allerlei kleinighe
den en eindelijk'ging het in haat over.
Zoo iets komt eindelijk tot een uitbar
sting en dat is gisteren gebeurd.
Bernard luisterde met steeds groo-
ter bezorgdheid toe, hij kende zijn
vroegere speelkameraad en'Siens on
verschilligheid.
En wat zegt Harald vroeg hij
snel. U heeft hem toch zeker onder
vraagd
Zeker, maar hii geeft geen ant
woord en hult zich in een koppig
stilzwijgen. Van den toedracht der
zaak weet ik zelf niet veel. Onze man
nen hadden gisteren ook een feestje
en de prins is bij zulke gelegenheden
altijd zeer vrijgevig, maar ik voer
sinds jaren hier het bevel en nooit is
hier een vechtpartij voorgekomen. De
mannen waren misschien niet heele-
maal meer nuchter en de stuurman
schijnt hen met zijn opmerkingen ge
prikkeld en nijdig gemaakt te hebben.
Toen ik tusschenbeiden kwam, lag hij
al op den grond, de anderen overnem
heen, het mes hadden zij hem ont
rukt, maar hij verdedigde zich nog
altijd met de vuisten. Ik had mijn
overwicht geheel noodig om ze tot rust
te brengen.
Om Godswilviel de jonge man
in. Zij hebben hem toch niet werke
lijk mishandeld
Dat hebben zij wel gedaan, hij
draagt de sporen er van op zijn ge
zicht, en de anderen ook. Als een aan
geschoten beer heeft hij zich tegen
hen verdedigd, tot hij voor de over
macht moest bukken.
En is hij in weerwil daarvan op
het jacht gebleven
De kapitein keek den vrager ver
wonderd aan.
Natuurlijk, hij kan toch zijn post
niet verlaten maar zijn verhouding
tot de bemanning zal voortaan meer
dan pijnlijk wezen.
Bernard zweeg, hij wist, dat deze
verhouding totaal onmogelijk was.
Harald Thorvik was de man niet om
zoo'n schimp te verdragen en te ver
geten.
De heeren en de barones waren
gelukkig al in hun hutten, ging ie
kapitein voort. Zij hebben niets ge
boord of het voor vreugdekreten ge
houden. De geheele geschiedenis speel
de zich in een paar minuten af. maar
ik kan er moeilijk over zwijgen tegen
den prins. Hij is helaas zeer onder
den indruk als er iets onaangenaams
op den Zeeadelaar" voorvalt, ik vrees
dat ik het geheele reisje voor hem
bederf.
Ik zal met Thorvik spreken, zei
Bernard, na even gezwegen te hebben.
Misschien wil hij mij iets vertellen.
Waar is hij
In zijn hut. Het zou mij zeer aan
genaam zijn, mijnheer Hohenfels, als
u uw invloed wilde aanwenden. Op
recht gesproken, ik vertrouw den man
heelemaal niet in zijn somber, kop
pig zwijgen.
De jonge man knikte slechts en
stapte een paar minuten later bij Ha
rald Thorvik binnen, die voor 't ven
ster van zijn hut naar buiten 6tond
te staren.
Hij droeg een verband om het voor
hoofd en zijn gezicht droeg de sporen
van een vechtpartij. Toen de deur ge
opend werd. keerde hij zich langzaam
om, gaf echter geen teeken van ver
rassing, toen hij Bernard zag binnen
komen. die naar hem toe kwam met
de driftige vraag
Harald wat is er toch gebeurd?
Dat zul je toch wel weten, klonk
koel het antwoord. Anders zou je niet
gekomen zijn.
Maar. ik zei tot den kapitein, dat
ik naar je toe wilde, en toen hoorde
ik van hem, wat er voorgevallen is.
Heb jij het mes getrokken Was je
dan heelemaal buiten jezelf?
Begin jij nu ook al zei Harald
driftig. Wat gaat het jou aan? Dat Ss
mijn zaak
Die je zult moeten hoeten Je
kent immers het zeereriit en als de
kanitein van de geschiedenis melding
maakt
Daar zal hij zich wel voorwach
ten viel Thorvik hem in de rede. Die
heeft een bespottelijke angst zijn prins
iets onaangenaams te zeggen. Er kan
moord en doodslag op het schip plaats
I grijpen, als zijn Doorluchtigheid daar-
i door maar niet gestoord wordt,
j Het schijnt ook bijna zoo ver ge-
I komen te zijn, zei Bernard verwijtend.
Jij moet de mannen hevig gesard heb-
ben en toen zijn ze je te lijf gegaan.
Ja Harald lachte kort en bitter.
Als de losgelaten honden op het wild
Gemakkelijk heb ik het hun niet ge
maakt mij onder te krijgen Zes durf
ik er staan, maar als het tien tegen
één gaat, dan is het uit. Maar waar
toe dienen eigenlijk die praatjes, de
geschiedenis is immers voorbij.
Voor jou niet, of ik moest je niet
kennen. Jij kunt onmogelijk op den
„Zeeadelaar" blijven, na hetgeen er
gebeurd is en je zult ook niet blijven.
I Waarom niet vroeg Thorvik
spottend, maar zijn oogen schoten
daarbij dreigend vonken. Ik ben 'm-
mers stuurman, moet dienst doen, en
dat zal ik, reken daarop
I Je ligt voor de stad, zei Bernard.
Misschien is hier raad te schaffen. Als
jij een plaatsvervanger aanstelt en
gaan wilt, dan zal de kapitein je niet
houden.
Dat denk ik ookWeer liet Ha
rald een korte, droge lach hooren. Hij
I is nooit een vriend van mij geweest
en trok altijd partij voor zijn man
De onlusten in Spanje.
In de Spaansche Kamer van afge
vaardigden verklaarde de minister
president Maura, dat hij de gebeurte
nissen te VallaSodid beschouwt als
revolutionnaire onlusten. Het is vol
gens hem onjuist, dat tot herstel van
de orde in de straten de troepen op
moesten treden.
Te Barcelona voorkwam de politie
een aantal anarchistische aanslagen.
De medeplichtige personen zijn gear
resteerd. Zij zullen weldra voor het
gerecht gebracht worden. De regee
ring gelooft de kiem van een samen
zwering tegen haar ontdekt te hebben.
De onlusten te Valladolid droegen
een zeer ernstig karakter. Meerma
len kwam liet tot een botsing tusschen
de politie en de gendarmes. De betoo-
gers hadden in hun vaandel geschre
ven „Brood en Arbeid" en verdedig
den 't met steenen en revolverschoten,
waarop ook de soldaten begonnen te
schieten. Toen het den rustverstoor
ders aan kruit en lood begon te ont
breken, plunderden zij een winkel
van vuurwapenen uit. In het gevecht
met de politie werd een man gedood,
vele anderen werden gewond. Het
volk droeg het lijk met ontbloote
borst door de stad. Ten slotte wist
de politie in de wachtkamer van het
station het lijk machtig te worden
en de oproerlingen te verjagen,
's Middags kwam een regiment cava
lerie in de stad aan. Toen werd de
rust langzamerhand hersteld. Op vele
huizen ziet men de sporen van kogels.
nen. Als hij mij gisteren ontzette, dan
was het alleen, omdat hij de verant
woordelijkheid vreesde. Maar wat hij
tot mij zei, toen ik weer op adem
kwam, zei tegenover de geheele be
manning, dat zal ik nooit vergeten
Nu, het gaat in één moeite door!
Hij sprak heel kalm, maar toch was
er iets zeer onaangenaams in die kalm
te. Het door de zon verbrande gelaat
was met een vaal. geelbleek bedekt en
onder het verband, dat het voorhoofd
bedekte, schoten de oogen vonken.
Bernard keek hem eenige seconden
lang zwijgend en onveranderd aan,
toen vroeg hij plotseling
Wat voer je in 't schild
Ik Wat een vraag Ik breng den
„Zeeadelaar" naar Raansdal dat
voer ik in 't schild.
Goed, geef mij de hand er op.
Hij stak de hand uit, maar Harald
trok de zijne terug.
Onzin Wat moet dat beteeke-
nen Denk je, dat ik het goede vaar
water niet ken? Bovendien zijn je
bloedverwanten de eerstvolgende da
gen aan land.
Dat weet ik Waarom wil je mij
geen hand geven
Omdat ik die grappen niet kan
uitstaan, bromde Thorvik.
Hij wendde zich plotseling af en
ging voor het venster staan.
(Wordt vervolgd).