Het eten en het karakter. Waarop een jong meisje al niet te letten heeft! Zeg mij met wien gij omgaat en ik zal u zeggen, wie gij zijtZeg mij welke uw vermaken zijn en ik zal u zeggen, wie gij zijt! Vol gens een Engelsche opmerkster zal het voortaan ook moeten zijn zeg mij hoe gij eet, hoe gij u aan tafel ge draagt en ik zal 11 zeggen, hoe uw temperament is, uoe uw eigenschap pen zijn. En juist met betrekking tot jonge meisjes en vrouwen heeft de dame haar waarnemingen vastgesteld en de volgende zijn haar hartigings- waardige wenkenVoor de vrouw, die bij het eten zichtbaar rood wordt, haar voedsel haastig binnenslikt en voortdurend de stukken op haar bord om- en omkeert, hebben dingen van stoffelijken aard de hoogste beteeke- nis. Zij is zelfzuchtig en kan boos aardig zijn. Hoe fijn en welgevormd zij in haar jeugd ook zijn moge op 40-jarigen leeftijd zal zij zoo rond zijn als een ton. Het meisje, dat er bij het eten lief uitziet, is het levendige type met kuiltjes in de wangen. Zij Een bezwaar zou men aanvankelijk achten het lange koord, maai- aange zien dit, naar moderne logische opvat tingen, volkomen den indruk van han gen aangeeft, en dit koord in kleur in overeenstemming mdt het behang of de lambrizeering is te kiezen, geldt dit als bezwaar niet. Trouwens, er staat tegenover, dat men aan veiligheid wint, want een stevig koord ïs toch altijd beter dan een spijker door het behang zélf geslagen. Een Kookschool. De keizerin van Rusland is de be schermvrouwe van een Petersburgsch opvoedingsgesticht voor adellijke jon ge dames. Het is niet genoeg, dat de zen onderricht ontvangen in weten schap en kunstmaar op verlangen der keizerin moeten zij ook naaien, schuren en vooral koken leeren. Eens kwam Hare Majesteit onver wacht in het gesticht en binnen een uur werd haar een collation opge- discht. waarvan het gebak, heet uit dde pan, het hoofdbestanddeel uitmaak steekt kleine, weiafgemeten hapjes in! te. De directrice roemde er op. dat de haar lief rood mondie. met sierlijke leerlingen dit gebak in allerijl hadden haar lief rood mondje, met sierlijke nauwgezetheid. Zij gebruikt mes en vork. alsof dat alleen reeds een genoe gen was, terwijl zij een zekere beval ligheid en vlugheid daarbij ten toon spreidt. Haar manier van eten getuigt van een vroolijkeu aard en van een neiging om de dingen van den licht- sten kant op te nemen. Een zenuw achtig meisje kan men terstond her kennen aan de w ijze, waarop zij haar brood breekt en baar soep slurpt". Zij springt snel van den hak op den tak, is druk, al eet zij weinig en zij doet dit met oogenschijnlijk zeer geringe be langstelling voor het eten zelf. Dit meisje zal nooit de kracht en den moed hebben haar doel te bereiken. Zij zou door tegenspoeden zich dadelijk uit het veld laten slaan. Het meisje dat gewoon door eet, alsof het een deel van haar taak gold, die afgedaan moet worden, dat niet veel belang stelling heeft voor het gesprek, dat gevoerd wordt of voor den smaak der voor de Turksche vloot gebouwd, maar spijzen, die gediend worden, is het ten slotte door de Engelsche admirali- stelselmatige, practlsche meisje, dat telt ^overgenomen, omdat er oorlog leerlingen dit gebak gereed gemaakt. Glimlachend stond de keizerin op en begaf zich naar de keuken, welke voor de oefeningen der dames op de boven-verdieping was ingericht. Daar trok H. M. haar handschoen uit en voelde zij naar de pijp van het fornuis die was koud. Zonder een woord meer te zeggen, verwijderde zij zich. en eenige uren later bracht een hof-lakei vijftig roe bels -- voor de keukenmeid van het gesticht, die zoo vlug en goed kon bakken. graag lijden en daarom ook zijn va der. Daarom vroeg Arno schijnbaar verbaasd .Me dunkt, zulk een kind moet men toch om zijns zelfs wille liefhebben. Maaruw man is zeker altijd op reis? Ik heb hem nog nooit gezien. Ik heb geen man meer, kwam het koud en stroef over hare lippen. - Is uw echtgenoot dan intus- schen overleden? Ze keerde zich af. Ik ben werkelijk zoo goed als we duwe. Vergeef me. Als ik geweten had... O, de heele wereld mag het we ten, riep ze bijna heftig. Wij zijn van elkander gegaan, omdat we geen vree konden houden. Dit huwelijk was een onberaden stap van mij, welken ik ter wille van mijne goede moeder deed, een offer, dat ik daarenboven ook nog tevergeefs bracht, want de arme vrouw is kort na mijn huwelijk gestorven. Maar uw man is toch een zeer geacht musicus, die in de fijnste con certen optreedt. Ja, hij bemint slechts zijne kunst Adieu dus, juffrouw Rambacher, zei Loth haastig en maakte zich zelf uit de handen van het jongske los. Adieu, Paul. nu moet oom aan 't werk. Maar van namiddag mag je op mijne kamer komen en zien of ik je wat heb meegebracht. U bent werkelijk te goed. U ver went het kind, wilde de moeder hem achterna roepen, maar hij was reed: de deur uit en de trap afgesneld. Nu sloeg zij de handen voor 't ge zicht en viel zuchtend en nauwelijks in staat om hare tranen te bedwin gen, op de canapé. Eindelijk richtte ze zich weer op. Paul, Paul, jij lieve, kleine on schuld, geef mij kracht om alles voor jou te dragen Ze trok het kind, dat verwonderd en met groote oogen naar haar opzag, op hare knieën en begroef haar door tranen bevochtigd gelaat in zijne zachte lokken. De dagen verliepen en steeds dich ter werd het weefsel van het nood lot, hetwelk ze om hen weefden. De ingenieur had veel buitenshuis te doenzijne bezigheden schenen haar dikwijls door de haast, waarmee hij Ond-gedienden, De Engelsche admiraliteit houdt op ruiming van verouderde schepen. Zoo zijn er Dinsdag te Chatam weer twaalf onder den hamer" gebracht. De Bel- leisle, een gepantserd linieschip van 'Uim een kwart eeuw oud, indertijd een goede echtgenoote en huisvrouw worden zal. Zij zal zorgzaam zijn en spaarzaam en niet haar man of haar vrienden lastig vallen met phantasti- sche droomen. Het nalatige, slon/ige meisje laat zich kennen door haar lepel in haar half leeg kopje te laten staan, door messen en vorken dwars over elkaar of zoó, dat men gevaar loopt er zich aan te snijden of te verwonden, op de borden te laten liggen, en door haar stoei te laten staan, zóó als zij er van opgestaan is. Zij is heel weinig fijn van gevoel en en nog minder scherpzinnig. Als zij eenmaal huisvrouw wordt, zullen haar dienstboden onzindelijk zijn en de behagelijkheid en het intiem karakter in haar huishouden zullen gemist wor den. Het meisje, dat uien eet in eiken vorm, niet zoozeer wijl zij er van houdt, als wel omdat zij ze voor ge- zond houdt dat uit beginsel vege tariër is en er een gewetenszaak van maakt om zich met desserts en snoe perij in te laten, die zij voor schadelijk houdt, vertegenwoordigt het type van meisjes uit welke geestkrachtige en vrijheidslievende vrouwen gevormd worden. Zij zal een goede vrouw worden, maar geen makkelijke. Zij behoort tot de vrouwen, die haar stok paardje hebben en het onophoudelijk berijden. Het meisje, dat zeer langzaam eet, ook al verteert het niet veel, en alles wat het in den mond steekt bedacht zaam en zeker kauwt, is moeielijk in haar keus en met schoonheidsgevoel begaafd, niet bestemd een groote rol in de wereld te spelen en ook niet geneigd zich daarover te bekommeren, zoolang zij een makkelijk en welge ordend leventje heeft. Bij de meisjes, die den man een goede hulpe zijn, is het orgaan van den smaak even goed ontwikkeld als haar andere eigenschappen zij han delen met zelfbewustzijn en inzicht haar manier van doen getuigt van haar ei'kenning van het gewicht der dingen, die gewoonlijk als vervelend beschouwd worden. Zulk meisje aarzelt niet een interessant gesprek te onder breken om een ander te verzoeken haar het een of ander te geven, dat bij het gerecht behoort en vergeten was. Het meisje, dat daarentegen door de gesprekken zoo in beslaggenomen wordt, dat ze het eten vergeet en bij eiken gang het bord voor haar neus laat wegnemen, terwijl ze ternauwer nood van het gerecht dat er op was iets genoten heeft, dat meisje deugt slechts voor de zware eischen van het leven Geen spijkers ia den muur. Het is een slechte, een slordige ge woonte van huurders, de ergernis van huisbazen en de wanhoop van behan gers, om schilderijen, platen, spiegels, kortom alles, wat geschiktheid bezit om aan onze kamermuren gehangen te worden, met een spijker in den muur te bevestigen. De gewoonte is werkelijk slecht. Moderne opvattingen van woningbewoning hebben zeer lo gisch uitgemaakt, dat in onze versie- rings- 011 gebruiksvoorwerpen meer openhartigheid moest komen, dat een stoel slechts moest dienen om 6p te zitten, een tafel om a a 11 te zitten, énzoovoort. Dus, redeneert deze logi ca. waarom niet ceh'.ngen, zichtbaar gehangen, wat hans-en moeteen lijst aan een verborgen spijker hangt niet, maar zweeft tegen den muur. Er is een andere grief van meer esthetischen aard tegen het spijker- slaan in onze muren; zii die een spij ker goed op den koptraken, zijn zeld zaam, terwijl zij. die graag zelf ha meren. velen zijn gevole kromge- slagen spijkers, gescheurde behang sels. muurgaten, die wel gemaskerd zijn door de daarvoor hangende wand versiering. maar daarachter toch blij ven bestaan. In Engeland heeft men wat nieuws bedacht. Een spijker in den wand is het verschrikkelijkste, wat een huis vrouw zich daar kan denken trou wens. de Engelsche huisverhuurders verbieden het pertinent en stipuleeren het in uw huurcontract Men heeft in met Turkije dreigde, en in denlaat- steu tijd als mikpunt bij torpedo oefeningen gebruikt, bracht 8600 pond sterling op. De Duke of Willington en de Algiers, houten schepen en tot kort geleden als logement-schepen ge bruikt, deden 8350 pd. st. en 9350 pd. st. En nog eenige kleinere schepen. De prijzen werden niet hoog geacht En van de schepen, de Forte, oud 92 jaar, werd opgehouden. EEN MOTIEF. BedelaresEen kleinigheid alsje blieft Ik heb thuis vier kleine kinde ren, die nog niet bedelen kunnen. GEEN BELEEDIGING. Het is waar, dat ik den heer Vogel een os heb genoemd, maar bij de tegenwoordige hooge veeprijzen is dat toch geen geringschatting. EEN SCHURK! A. Hoe kom je toch er toe, je doch ter aan dien kerel af te staan Hij heeft twee jaar gezeten. B. Wat een schurk! Hij heeft mij verteld van anderhalf jaar ZELFKENNIS. Hoe zou het toch komen, dat nooit iemand wil erkennen, dat hij dom is Ja, als hij dat erkent, is hij" het juist niet. EERSTE VOORWAARDE. Luitenant (tot recruut)Kerelje wilt het vaderland verdedigen en je weet niet eens, waar het ligt! De Liefde overwint nieuwe Engelsche woonhuizen boven yau oell H up onbeweeglijk too,*., i«t het Terwijl juffrouw Rambacher de quitantie schreef, beschouwde Arno Loth met welgevallen de regelmatige trekken van haar profiel. Zooals zij daar over de tafel gebogen stond, leek ze nog kleiner dan ze eigenlijk was. Maar wat de gestalte aan lengte mis te, werd vergoed door de verrukkelijke bevalligheid, waaruit elk harer be wegingen geboren scheen. Het smalle gelaat had eene bijna doorzichtige teint en de groote, zwartbruine oogen gaven daaraan eene uitdrukking van verdriet, welke, in tegenstelling met de beweeglijkheid van het lichaam, met de bijna strakke onbeweeglijkheid der gelaatstrekken harmonieerde. Ziezoo, ik dank u zeer, meneer de ingenieur Ze keerde zich om en overhandigde hem de quitantie voor de eerste maand kamerhuur. Ik hoop, dat het u ook verder bij ons zal bevallen. Daarvoor zorgt de kleine Paul wel, zeide de kloeke, blonde man glim lachende, en onder den roodachtigen knevel wer.den twee rijen helderwitte tanden zichtbaar. Werkelijk, juffrouw Rambacher, als ik tijd had, zou ik den ganschen dag met den allerlief- sten jongen kunnen spelen. Bent u dan zoo'n groot kinder vriend Dat heb ik hier eerst in uw huis ontdekt; vroeger bekommerde ik mij niet bijzonder veel om de kleinen. Maar zoo'n blondlokkig engelenkopje heb ik ook nog nooit eerder gezien. Precies het evenbeeld van mama. En daarbij zoo'n levendige jongen Een vluchtige glans als de weer schijn van een koesterend licht op het aan komen de bisten met schilderij ets of plaat te hangen, op de plaats, waar men maar wil. moederhart niet ongevoelig was ge weest voor den lof. Ja, iedereen mocht hem altijd en zich zeiven; voor andere menschenjze verrichtte, geheimzinnig. Maar hij heeft hij geen hart. Nauwelijks was had haar immers van een bruggen- hij gebonden of hij verlangde weer naar zijne vroegere vrijheid. De ingenieur schudde het hoofd. Zelfs het kind kon hem niet vast houden Hij zou het slechts willen hebben om er mee te pronken. Maar wijl het bij mij is, bekommert hij zich er niet om. Meneer Rambacher zorgt toch ze ker voor uw bestaan Zij glimlachte bitter. Gelooft u, dat ik mij zonder nood zaak zooveel mogelijk bekrompen zou hebben en mijne eenige vrije kamer had verhuurd Ik weet het wel, hij wil mij dwingen Waartoe Dat ik in eene scheiding zal toe stemmen. Hij heeft mij voor die toe stemming reeds eene belangrijke som geboden. Maar onder de bestaande om standigheden was het toch ook het eenige juiste. Ter wille van het kind lean ik het niet. Hij zou mij gaarne een misstap willen zien doen, om het in handen te krijgen. Maar ik had mij nooit iets te verwijten en hij zal zijn schande lijk doel niet bereiken. Moge hij mij zelfs belasteren, de rechtbank zal be wijzen vragen, eer ze eene scheiding uitspreekt, en die krijgt hij niet. Arno Loth maakte even eene bewe ging van schrik. U hebt gelijk, juffrouw Ramba cher, maar wees op uwe hoede. Als bewijzen ontbreken kan men ze zich weten te verschaffen. U bent nog jong. U hebt nog het volle recht op leven en geluk. Als uw hart ooit weer mocht spreken Zij lachte bijna verachtelijk. Daar ben ik overheen. Ik leel alleen nog voor mijn kind, en u, me neer Loth, bent de eenige, in wien ik genoeg vertrouwen stel om er over te spreken. Hij boog even, terwijl zijne verstan dige blauwe oogen een innig medelij den uitdrukten. Ik dank u, juffrouw Rambacher en zal het u bewijzen, door nooit weer een voor u zoo pijnlijk onder werp aan te roeren. Ja, u hebt datgene, wat mijn man ontbreekt, een hart voor zijne medemenschen. Wat verheugt het mij juist u als commensaal te hebben ge kregen. De kleine Paul dweept met u, hij bemint u als een vader. Ik wenschte, dat ik het kon zijn. zei hij zacht. Zulk een lieftallig schep seltje het mijne te mogen noemen, zou een geluk zijn, zooals ik het in mijn eenzaam vrijgezellenleven Hij hield plotseling op, want juf frouw Rambacher had zich eensklaps omgekeerd en trommelde zenuwach tig met de slanke vingers tegen de vensterruiten, welke door den regen dof waren geworden. Maar neen ik verdien het niet. mompelde hijellendige opdracht Aan de pijnlijke pauze, welke er was ontstaan, werd tot beider verlich ting een eind gemaakt doordat de kleine Paul binnen kwam stormen. Oom Arno, oom Arno, bent u daar ook! juichte hij en probeerde bij het forsche lichaam van den ingenieur omhoog te klauteren. De soldaten, die u me gegeven hebt, zijn in de put ge vallen, maar ze kunnen zwemmen. Wilt u ze zien als eendjes kunnen ze zwemmen. Loth streek liefkozend over de goud blonde lokken van den knaap. Dat moeten ze ook, Paul. En als jij zelf groot en misschien een knap pe luitenant geworden bent, zul jij het ook kunnen. Bent u ook luitenant geweest, oom Arno. Ik o ja wat was ik niet al zei hij peinzend. Thans zijn het an dere rollen, die ik Hij hield verschrikt op. Juffrouw Rambacher was bij hen gekomen. Kom Paul, wees lief; je maakt het meneer lastig. Zij trachtte het kind, dat zich ste vig aan zijn grooten vriend vasthield, los te maken. Daarbij raakten hun- handen elkander onwillekeurig aan en een oogenblik lag hare zachte hand op zijne gebruinde rechter. Ik heb immers geen papa, riep het kind, laat mij dezen dan toch. Plotseling verwijderden zich de han den der beide volwassen menschen van elkander, maar hunne blikken ontmoetten elkaar. De man werd bleek maar de jonge vrouw, die een zucht nauwelijks kon weerhouden, voelde, hoe hare wangen met een blos bedekt werden. bouw gesproken, waarvan hij de lei ding had. en zij bekommerde er zich niet verder om. Voor haar hadden al leen die uren beteekenis, gedurende welke hij thuis was, en dat hij ze niet alleen doorbracht," daarvoor zorgde Paul wel. Op zekeren dag echter was het kind in lichten graad ongesteld en de com mensaal scheen bijna nog angstiger bezorgd dan de moeder. Als een va der zorgde hij voor zijn lieveling, legde hem de kussens terecht, gaf hem te drinken en rustte niet, eer er een dokter was gehaald. Deze scheen" de zaak niet als ernstig te beschouwen en schreef een zoet medicament voor, hetwelk de kleine patiënt, ingeval hij 's nachts wakker mocht worden, moest innemen. Het was door dit alles laat geworden en daarom bood de inge nieur aan om zelf het geneesmiddel te halen. Juffrouw Rambacher dankte hem met een blik, welke welspreken der was dan zij zelf gevoelde en hem het bloed met geweld naar 't hart deed stroomen. Het duurde langen tijd, eer hij te rugkwam. Het middel moest nog eerst klaargemaakt worden. Men had hem in de apotheek laten wachten en de sombere herfstavond verspreidde reeds eene vroege duisternis. Toen hij bin nentrad, kwam buiten de maan op en hulde de kamer in een schemerach tig licht. Juffrouw Rosa, die bij het venster had gestaan, misschien om te zien, of hij reeds weer terugkwam, keerde zich om. Stil, zei ze, hij slaapt, ik heb de lamp niet aangestoken om hem niet wakker te maken. Hebt u de medi cijnen Hier. Hij hield de kleine, zachte baud, waarin hij het fleschje had gelegd, in de zijne. Hoe zal ik u danken Door mij van dit uur gebruik te laten maken om u iets te zeggen, wat ik reeds lang als een zwaren last met mij omdraag, sprak hij met bevende stem. Mijn hemel, wat bedoelt u? Ik begrijp niet Hij gevoelde, hoe zij schrikte en beefde. Vrees niets. Een woord van u en ik ga. Neen, spreek maar, ik ben u ver schuldigd, dat ik naar u luister. U rnoet het zelf gevoelen, juf frouw Rosa, dat het zoo niet kan blijven. Ze trachtte hare hand uit de zijne te bevrijden. Wat bedoelt u Uw echtgenoot is weer in de stad. Men heeft het mij reeds medege deeld en nog meer. Hij moet eene jon ge dame, die met hem bij de laatste concerten is opgetreden, het hof ma ken. Maar wat raakt dat - Juffrouw Rosa, u bent rein en goed, viel hij haar in de rede. U weet niet, wat de wereld denkt en zegt, en ik acht het mijn plicht u voorval- sche beschuldigingen te vrijwaren. Ik ben mij van geen schuld be wust, antwoordde ze fier. Ook niet van die, dat ge mij een weinig heel weinig lief hebt vroeg hij met ingehouden adem. Mijnheer Loth, om 's hemels wil, waarom moest ge liet uitspreken, wat het diepste geheim van mijn hart zou blijven Ze wierp een angstigen blik op het kind. Maar de knaap had haren half onderdrukten kreet niet gehoord en sluimerde rustig door. Dus is het waar, juichte hij, je voelt als ikMaar neen, zoo innig, zoo waarachtig, zoo grenzeloos kun je mij niet beminnen als ik jou. Ze kromp ineen onder den verzen genden gloed welke zijne woorden ademden. Ik vermoedde het reeds lang, fluisterde ze. Hij trok haar met eene onstuimige beweging naar zich toe. Rosa, je wilt mij toebehooren, mijne vrouw worden Een oogenblik rustten zijn lippen op de hare. Toen maakte zij zich met inspan ning van hare laatste krachten uit zijne hartstochtelijke omarming los en zag hem met een bleek gelaat aan. Arno, ik bid je, verlaat mij thans! Je weet, ik ben nog niet vrij. Je zult het worden. Ik zal om je strijden, zooals ik het tegen... Verschrikt hield hij op. Jij beiden zult de mijnen zijn, jij en het kind. Hij moest mij je afstaan. Ze keek hem onthutst aan. Kent ge mijn echtgenoot dan Ik dat wil zeggen ik be doelde, hij zal mij leeren kennen, stamelde hij verward. Ik nam slechts de rol op mij, het stuk zelf speelt een Hopgere. Hemel, het geluk berooft me van mijn verstand, ik ik gehoor zaam Röse, dierbare Rosa ik ga Arno Loth iiad den volgenden mor gen reeds vroeg de woning verlaten. Het was Zaterdag, de dag, waarop juffrouw Rambacher de kamer van haren commensaal schoon maakte. Op het punt de overjas in de kast te hangen, bemerkte zij, dat er een brief uit een der zakken viel. Terwijl ze dien opnam, zag ze, dat hij poste- restante aan Arno Loth geadresseerd was. Zonderling wat geleek het schrift op dat van haren man. Zou den er werkelijk twee verschillende menschen zoo precies gelijk schrij ven Het couvert was opengesneden; ze behoefde aen brief er maar uit te nemen. Met een.gil van schrik en verbazing! „hoog te vereeren" vrouw en a deed ze een stap achteruit. Het haar, schrijft ge, en wilt haar] papier van zachtgroene kleur met dede scheiding is voltrokken, twee door elkaar geslingerde R's was vrouw maken. Welnu, meneert inderdaad het postpapier van haren hebt ge toch voldaan aan uil genliep ze, toch wel ontroerd door de blijkbaar! wanhoop, welke er uit zijnel sprak. —Bij den Almachtige, ik li Geen mensch kan u innige} tochtelijker beminnen dan ikj mij niet wilt gelooven, ziehier] bewijs. Voor u had ik het n;ce| Eerst als ge hebt gelezen, een vonnis over mij vellen. Wat, nog een brief vsj man vroeg ze, aarzelend en g den brief aanvattende, dien 1 overhandigde. Ik heb hem een uur gele] vangen. Met grenzelooze verbazing J frouw Rambacher den inhoud] „Den Heer A. Loth Ilc we| of ik om u moet lachen of 1 ren. Ge wenscht u niet verdl mijne opdracht in te laten, 01] uwe krachten te boven gaat e er voor schaamt. Toen ik mil wendde, dacht ik in u een j detective, maar geen overga ziel te vinden. Ge bewonder] man. Hij gebruikte nooit eene andere soortreeds toen ze hem leerde ken nen, bediende hij zich er altijd van. Een rilling voer haar door de le den, de bevende hand streek over de oogen, als wilde ze een donkeren sluier, die zich er over had uitgebreid ik u. Zoodra ik van mijne tegerj en haar verhinderde te lezen, weg- dige vrouw ben gescheiden, zal 1 vagen. Maar de zekerheid, dat ze nieuw echtverbond sluiten. Maal eene vreeselijke ontdekking had ge- j ne toekomstige vrouw wenscht] daan, liet zich niet wegwisschen.rol van echtgenoote niet als stiel Haar echtgenoot en Arno kenden elk- der te beginnen.. Hoeveel ik 00a dracht, al zij het dan op eenel die men niet precies zoo hadl zien. Ik wensch u daarmee Maak, wat mij betreft, Rosa t vrouw den strijd om het kindl ge mij in 't vooruitzicht stelt, ba Ab< Hs ander De zonderlinge woorden, welke ha ren geliefde den vorigen avond in zijne opgewondenheid tegen zijn wil waren ontsnapt, kwamen haar in de gedachte. Hier bestond een ontzettend geheim. Wat zou ze vernemen? Was het mogelijk, dat Arno haar bedroog? Duizelend tastte zij naar de canapé en staarde met wijd opengespalkte oogen op den noodlottigen brief. De letters dansten haar voor de oogen, maar eindelijk kregen ze vorm en gedaante, vereenigden zich tot woor den en die woorden luidden .Geachte heer Loth Ik sta op het punt om mijne tournée te eindigen en de volgende week naar M. terug te keeren. U hadt me stellig beloofd voor dien tijd mijne zaken tot een goed einde te brengen, maar nog al tijd wacht ik op eene definitieve me- dedeeling. U weet, dat ik mijn kind tot geen prijs zou laten in de macht eener vrouw, welke een noodlottigen invloed op zijne ontwikkeling moet hebben en het misschien voor goed van zijn vader vervreemdt. Ook doet eene kennismaking van den laatsten tijd mij eene spoedige scheiding dub bel wenschelijk schijnen. Zou mrfne echtgenoote aan uwe liefdesbetuigin gen werkelijk een onverwachten te genstand bieden Ik kan het niet ge looven, want zij is eene vrouw als alle andere. Als privaat-detectieve van ondervinding moet het u gelukken ik verlaat mij er vast op Rosa kon het slot van den brief niet meer. lezen de regels vloeiden voor haar oog ineen, ze was op het punt van bewusteloos te worden. Maar met eene geweldige krachts inspanning bedwong zij haren aan val van zwakte. Hare donkere oogen schitterden in den toornigen gloed van haat en verachting. Welk een afgrond van laagheid kreunde ze. Hij, dien ik beminde, een spion, een bedrieger, een betaalde de tective Alles een afgesproken spel en ik het slachtoffer van de schandelijke komedieO, nu begrijp ik alles Zelfs mijn onschuldig kind was voor dien eerlooze niet heiligHij deed, alsof hij het lief had, om het hart der moeder te winnen. Werd ooit eene vrouw bedrogen, zooals ikO mijn God, hoe dank ik U, dat Ge mij nog ter rechter tijd cTe oogen hebt geopend! Ze stond plotseling op en had een vast besluit genomen. Nu zal het uur van mijne wraak slaan, mompelde zij, hij zal de schei ding hebben, maar niet zooals hij zich die wenscht. Met een gil, waarin zich schrik en afschuw vereenigden, vloog ze ach teruit. Voor haar in de deur, die zacht jes geopend was, stond de huichel achtige commensaal. Neem me niet kwalijk, Rosa, je hoordet mijn herhaald kloppen niet. Ellendige, je waagt het nog voor mijn aangezicht te verschijnen? Uit mijne oogen, zeg ik, of ik roep de po litie Arno Loth werd doodsbleek. Om 's hemels wil, wat is er ge beurd stamelde hij. Een werk der duisternis, zwar ter dan de hel, heeft de hemel ver ijdeld. Kent ge dat Met oogen, die van toorn fonkelden, haalde ze den brief voor den dag en hield' den ontmaskerde dien onder de oogen. Kent ge dat? Den brief van uw man, dien ik verloren meende te hebben Hij heeft dus gesproken, eer ik het vermocht. Maar ik zweer je, Rosa, dat ik juist daarom op dit oogenblik bij je kwam, dat hetgeen ik op mij had genomen mij als vuur op de ziel brandde, dat ik na hetgeen gisteravond tusschen ons beiden is voorgevallen Hebt ge misschien een getuige achter de deur staan, dat ge mij nog eenmaal wilt bedriegen riep ze met snijdenden toon. Hij viel plotseling voor de voeten der schoone, toornige vrouw neer. Rosa, bij alles, wat u heilig is. bij het hoofd van uw kind bezweer ik u Schaam u, ook thans nog te lie- het kind houd, ik ben toch wi noodzaakt toe te geven. Wilt de moeder den kleinen Paul houden goed, zoo niet, dan hem in de eene of andere inri( moeten laten opvoeden. Wat deze| gelegenheid betreft, zie ik uwe sing nog tegemoet. Voor 't ow denk ik, zijn er geen verdere pi van aanraking tusschen ons. laatste .beslissende woord hei rechtbank te spreken. Robert bacher." Gelooft ge mij nu, Rosa hij, toen ze zwijgend en ontroei brief op den grond liet vallen. O, dat ik het konMaar ik| mij nog niet daarin terechtvindi verandering was te grootde v lijke teleurstelling, welke nu weei drog geweest moet zijn Begrijpt ge dan niet, hoe Hoe ge zulk eene schandel opdracht hebt kunnen aanvaarde) onder opgave van een ander bei bij mij indringen Mijn werkelijk beroep drong daartoe, antwoordde hij. En wie dwong u tot dat bert vroeg ze, nog altijd met zich zelyi tweestrijd. Dezelfde nood, welke u mij commensaal deed nemen. Jaren heb ik als tooneelspeler tevergeefs worsteld om lauweren te behalen, ger en ellende waren mijn eenig li Maar ik had het immers niet au< gewild, want als student, dicht het examen in de rechtsgeleerdhe had ik de kans op eene zekere komst en zelfs mijn vaderhuis er gegeven om mij aan het tooneelj wijden. Veel Te laat kwam ik tot inzicht, dat ik niet tot de uitvei renen behoorde en toen bleef mij anders over dan deze uitweg. O, nu begrijp ik. Zulke opdrai ten behooren Hij greep hare hand, welke ze hi aarzelend liet behouden. Ik zweer je, Rosa, dat het de ste van dien aard was. Toen ik h! aanvaardde, kende ik jou imm< nog niet en te oordeelen naar he geen je man vertelde, was het mers geen onrecht, wat ik deed. deed het voorkomen, alsof hij een me telaar was, dien ik van de ellend van een ongelukkig huwelijk moe bevrijden. De afloop heeft beweze dat ik noch in 't goede noch in kwade de kracht bezit om de plie' ten te vervullen, welke zulk een beroe oplegt. En daarom ben ik dit beroe gaan haten, daarom zeg ik het vai wel ter wille van jou. Juffrouw Rambacher twijfelde ni( meer aan zijne eerlijkheid en de oj rechtheid zijner liefde. Dat zou je kunnen doen? Alles, alles voor jou, mijne li« ve, lieve vrouw riep hij en trok haj onstuimig naar zich toe. Maar wat wil je nu worden? De vader van jou kind, onzf lieven, aanvalligen Paul. Ze moest onder tranen lachen. Maar daarvan zullen we tocl niet kunnen leven, De hemel die ons samen heeft gf bracht, zal ons ook verder helpen] riep hij vol vertrouwen. Wij zijn bei den nog jong, gezond en sterk en hetl zou dus wel een wonder zijn, wan neer we ons samen niet een weg dooi 't leven baanden. Maar een commensaal neem ikl niet meer. Dat was eens, maar nooit) weer. Eer ze iets kon antwoorden, storm de de kleine Paul met door 't spel hoog gekleurde wangen van de bin-! nenplaats en klemde zich aan zijne moeder vast. Ze streek hem teeder over het bloriïïe kopje. Paul, wil je een nieuwen papa De kleine keek haar met groote oogen aaneindelijk scheen hij te be grijpen en vatte de hand van den gelukkig lachenden man. Ja, ja, mama maar alleen de zen oom. Pi „DE Bi Z< dit lerl< van D Opi is, jef gist II mei ter two uit tot en dee De ka< „P an! del niz ge< Va er 1 W Gi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 10