RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
van den
Maartwedbtrijd.
j op de tafel, ligt een heele
[haaltjes; 't is een heel werk
die verhaaltjes door te
j nog moeilijker is het, om
beste uit te kiezen,
[een heeleboel grappigs en
gelezen, over verjaardagen,
e stad gaan, over wedstrij-
rapporten, en nog veel
_mige munten boven de an-
Joor het aardige denkbeeld,
de flinke manier van
nog andere door keurig
ji weinig taalfouten. Ik kan
[jullie er met plezier aan ge-
[tit, en in gedachte zie ikjul-
Jgende gezichten, als je naar
lolt om de „Zaterdagavond"
[halen.
[lag van den verhaaltjeswed-
rdt immers bekend gemaakt,
hijn verhaaltje vonden ze
zoo aardig, wie weet
i heb ik ook nog wel een
isje
I beurt neem ik de verhaal-
[eens op, om er de aller-aller-
te zoeken, eerst van de
dan van de grooten.
i zal je geduld niet langer
Joef stellen ik zie al een paar
feige gezichten, en ik hoor al
«metje roepen,.Hè, komt 't
[niet
eerste af dee ling dan, waar- i
feerste prijs, bestaande uiteen
jntaarn, is toegekend aan
IRARD HEKKELMAN,
oud 9 jaar;
laltje is wel wat kort, maar
ja kereltje van 9 vond ik het
aardii
De tweede prijs
fkaartenalbum of een schip,
JO DEETMAN,
oud 11 jaar,
[ar flink verhaaltje „De Uit-
men er vier verhaaltjes aan
i, die alle vier heel goed zijn,
Lm heb ik de premie tusschen
[verloot. Ze zijn ten deel ge-
ban
|AN GERARD WALTER,
oud 10 jaar,
NELLY AUKES.
oud 11 jaar.
[premies zijn boeken in pracht-
[Xelly Aukes te Alkmaar zal ik
toezenden, maar schrijf me
[en of je het nog niet kent; het
,Een gelukkig Viertal", door
[Hoog.
ploot voor de premies hebben
i Geelen, oud 9 jaar, en Ko-
ppelhoff, oud 11 jaar.
verdienen eervolle vermel-
R'is, Leonard Germeraad, Abra-
[alter en het aardige versje van
[en Leonard Germeraad.
[er zijn nog goede verhaaltjes
[Menu, van Theo van Busch
ke Terugkomst, van Johan C.
p. De Brief, van Frits de Boer,
bafdig beschrevn), Frans' exa-
jran Hans Willem Germeraad,
[erlangde Briefkaart, van Truus
(de twee laatste wat erg
[hebben flink gewerkt
5 Stolwijk, Aernout van Len-
hristina van Maas, Geertruida
Alida Gerritsen, Betsy Veth
Ban Vuyck, en bovendien wa-
i vrij goed de Verhaaltjes van
Mina Gerritsen, Jacob Mok, Ja-
[Schneiders en Marietje Seveke.
[m de tweede af deeling.
Eerste prijs.
[naaidoos, poësie-album of schil-
i, is toegekend aan
MARGO HOS,
oud 14 jaar.
fa gedaan, Margo Ik heb „Edu-
iapport" met veel plezier gele-
Tweede prijs,
figuurzaag of een pistool en
schijf, aan
HERMAN TACONIS,
oud 12. jaar.
keurig geschreven verhaaltje,
d: „Een welkom Bericht", pret-
rtcld.
Oplossingen van de raadsels uit
het nummer vau 9 April:
1. Broek op Langendijk.
2. Elf eieren heeft zij bij zich gehad.
De helft van elf is 51/2 en 1/2 is 6.
De helft van 5 is 2 1/2 en een 1/2 is 3.
6 en 3 is 9 en zij hield er twee over.
3. Slo tem aker.
4. Kolk, Dolk, Volk.
5. Pieterkicstraa.
G. Palestina. Anna, Rusland, Ma
drid, Amsterdam, Parma.
7. Tranenvloed.
8. Lampetkan.
9. Moskou.
10. Scheerkwast.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Wilhelmina Miesyerus 8Gerard
Hekkelman 7 Leonard Germeraad 9;
Max BI. 9 Cornelia Wolzak G Agatha
Schoorl 7; Johan Wolzak 6; Willem
Neelissen 8F. Kooiman 8Mina
Vermeulen 7 Jo van Servellen 6
Kobus Kappelhoff 8Anton Kuiper 6;
Hugo Rutgers 5Mien Germeraad 8
Willem Kloezeman 6; Johannes Ves-
ter 9Hans Willem Germeraad 9;
Trijntje Steeman 5; Johan Germe
raad 9Maartje Prins 7Cornelia v.
d. Heuvell 6Nelly Snellens 7 Rika
Hubers 8Hendrik Ploeg 7 Schnei
ders 7 en van5.
zondt ook een raadsel dat goed
is, en dat ik dus zal opnemen met de
bijvoeging ingezonden door
Met het andere raadsel ben ik het
niet eens.
Mien G. Nu weet ik niet eens wat
een losch voor een dier is Je vindt
me zeker erg dom, he Vertel liet
me maar eens, dan plaats ik de drie
eerste raadsels't vierde is niet goed,
want de derde n hoort niet in dat
woord thuis. Wat ga je doen als je
van school af hent, ga je dan Moeder
helpenHoe is 't met de „zwarte
poes", en is Willy weer beter'? Wat
een vragenIk ben erg verlangend
te hooren of Jo blij is met haar boek.
Jij vindt 't zeker ook wel leuk, dat ze
een premie heeft gekregen
Gerard H. Ben je niet dolblij,
Gerard Ik hoop, dat je graag een
tooverlantaarn wilt hebben, maar ik
zal zorgen, dat er Dinsdag ook nog
iets anders is om uit te kiezen. Het
raadsel komt in de „Zaterdagavond".
Mijn groeten aan Pa en Moe
Agues de V. Maak nu maar, dat
je de volgende week de courant met
den nieuwen wedstrijd niet verliest',
en doe dan maar erg je best. 't Raad
sel 's goed.
Jacob M. t Kunstje kan ik niet op
nemen, Jacob, want je hebt het niet
zelf bedacht, en dan zou 't natuurlijk
heel goed kunnen zijn, dat andere
kinderen 't al kenden
J o h. V. Ik begrijp liet nu wel,
maar wat is nu eigenlijk de vraag?
Wil je me dat nog eens schrijven
Auto n K. 's Was niet Adolf, zoo
als je bij de oplossingen ziet, maar
misschien was de opgave een beetje
onduidelijk.
Willem K. I-k had je naam niet
j zien staan op de enveloppe, dus daar-
door komt het, dat je naam er niet bij
Brieyen aan de Bedactie van de stond. Is Margaretha een zusje van
Kinder-al deeling moeten gezonden e H?e oud is zij. en wie is F. G.
worden aan Mej. M. C. v. Doorn, j J- J- K -
Sophiaslraat No. 22, Haarlem. j 0 h. V. Hoe is het gegaan met
Antje v. d. L. Ja, ik had in een examen in taal en dictee En denk je
heelen tijd niets van je gehoord,en dat je er door zal komen? Je raadsel
ik hal al eens gedacht: „He, waai-] is goed.
om zou Antje toch. niet meer schrij-l T c t
ven?" Vind je het nogal prettig 0A11 „,rra S,j9 twee m?!lwe raad"
Moe thuis te helpen? En ben jij de «1» >k plaatsen, maar die van ver-
Jongste thuis? Grappig, die horloge- l9,l9n ,weck,had 'J' m9t bewaard vol-
loterij wat zal die jonnen blij ïe- gens d? antwoorden te oordeelen zijn
I weest zijn met zijn horlöge 1 Jammer ze Soed- dus >e ma® x n0S wel e9ns
dat je deze keer geen prijs hebt, maar zanden-
I houd maar flink vol
Brievenbus.
De eerste premie, een boek in pracht-
band „Een Huis vol Meisjes", door i
A. C. Kuiper, aan
JOHANNA GERMERAAD, j
oud 14 jaar,
voor 't grappige versje van de poffer-1
tjes. Wat was er nu voor bizonders'
aan die poffertjes Dat moet je me
toch eens vertellen j
De tweede premie, ook een boek,
aan
NELLY DE FOUW,
oud 13 jaar.
Als je Dinsdag bij me komt, denk
er dan aan me te vertellen, hoe je
verhaal heet, want er staat geen ti- j
tel boven
Eervolle vermelding verdienen dej
verhaaltjes: „Leed en Vreugd", van
Elze Wille; „Moeders Verjaardag", J
van Lies van den Heuvel Rijnders, en;
het verhaaltje van Mien Germeraad. j
Als bizonder goed noem ik nog j
„Hoe Johans vlijt beloond werd",1
van Antje Reinalda ..Prettige tij-1
ding", van Martha Taconis. Het,
versje van Elizabeth van Os, en
de stukjes van Wilhelmina Miesyerus,
Johan Germeraad, Marie Groenewe-
gen. Piel Balder en E. Leemans. j
Verder waren nog goed de verhaal
tjes van Antje v. cl. List, Francisca
van Maas. Piet Schornagel, Anton
Kuiper, Willem Kloezeman, Hermanus
van der Fauge en Johan Kaart, en j
vrij goed werk zonden nog Cornelia
v. d. Heuvell, Bertha Ackermann, Ja-|
kob W. Bauer, Cornelia Kuiper en
Christina Romeyn.
Maandag tusschen 1 en 2 mag jul-i
lie je prijzen en premies bij mij ko- j
men halen.
Én nu allemaal maar flink blijven,
meedoen aan de wedstrijden, en niet
telurgesteld zijn, als je niet een van
de gelukkige winners bent. Bedenk
maar eens, dat er in een jaar 12 wed
strijden zijn, dus 12 maal 8, dat is 96
kansen om een prijs te winnen! De
volgende week, wanneer cle nieuwe
wedstrijd bekend wordt gemaakt, dus
met frisschen moed aan den gang
gaan 1
Die goede, oude Dien
(Bekroond verhaaltje van Gerard
Hekkelman, oud 9 jaar.)
Zij was jarig, ons tweede moeder
tje. Zij is al bij ons in huis gekomen
toen ons eigen moedertje nog leefde,
vertelde Pa eens, en voor dien tijd
was zij bij Opoe.
Zij is erg goed voor ons, die oude
Dien, en nu is zij jarig. Uit ons plaat-:
je kunt U bemerken, hoe prettig wij
dit vinden. Wel een maand vóórhaar;
verjaardag zei Mies:.
„Jongens, Dien is haast jarig, nuj
moet jullie eens allemaal een versje
leeren, en jij Jan, jij bent de oudste,:
en gaat nu al drie jaar op school, jij j
moet je versje eens netjes schrijven, j
op een mooi velletje papier; en als je
dan om twaalf uur uit school komt,
dan geef je hét aan Dien, waar wij
allen bij zijn, dan kunnen de kleintjes
ook hun versje opzeggen. Ik geloof, I
dat Dien, die zoo veel van ons houdt, j
dit erg prettig zal vinden."
Ik heb dit dan ook gedaan, en kunt
U nu zien op het plaatje of onze goe
de, oude Dien het prettig vindt
RAADSELS.
(Deze raadsels behooren niet bij den
wedstrijd. De namen van de kinderen
die mij voor Donderdagmorgen ant
woorden zeilden, worden in de cou-i
rant bekend gemaakt.)
1. (Ingezonden door Nelly Aukes.)
1, 2, 5, 3 vind tmen in den schoor
steen.
9, 8 zegt men tegen zijn moeder.
8, 6 wordt in den winter gebruikt.
7. 2, 6, 8 is een meisjesnaam.
4. 1, 8, 9 is een vervoermiddel.
En mijn geheel is een stad in Zuid-
Holland van 9 letters.
2 (Ingezonden door Hendrik Ploeg.)
Zoek uit onderstaande letters een
goede instelling in Haarlem,
tbapkpnsarsao
3. (Ingezonden door Elizabeth v. Os.)
Ik ben een hardloopend paard, en
omgekeerd blijf ik hetzelfde.
4. (Ingezonden door Piet Schornagel.)
Met 1 is het van hout,
Met k is het een huisdier,
Met g is het een opening.
5. (Ingezonden door Jacob W. Bauer.^
Leeuwarden eindigt met een n en
begint met een t. Hoe kan dat?
6. (Ingezonden door Marietje Seveke.)
Mijn geheel is een muziekinstru
ment.
1, 7, 8, 9 is een vrouwennaam.
4, 5, 6, 7 woont op 't land.
1, 7, 2, 3 is in iedere groote stad.
7. (Ingezonden door Johanna en Cor
nelia Meiman.)
Ik zit in den grond,
Maar meer in den stroom
'k Zit niet in den stam
Maar wel in den boom.
'k Ben veel in den oorlog
Maar schuw den vrede,
En ga viermaal met een stoomboot
mede.
8. (Ingezonden door Rika Hubers.)
Wat maakt ge hieruit?
aprtrruoht
9. (Ingezonden door Gustaaf C. Vi-
sarius.)
liet is een man en geen man.
Hij loopt op een pad en het is geen
pad.
Hij draagt op zijn rug visch en het
is geen visch.
Wat is dat
10. Ingezonden door Johan Kaart.)
liet geheel bestaat uit 12 letters.
8, 11, 12, 2, 3, 1 is een jongensnaam
De 6, 8, 10, 11 vindt men in deze
stad.
2, 3, 7 is een lichaamsdeel.
Vele heeren dragen een 9, 2, 3, 7, 5.
5, 2, 4. 10 is een meisjesnaam.
Maartje P. Ik kon je brief heel
r i v.- £0öd lezen- hoorSchrijf je altijd
Tl ,ZooalJs l£ Je,verteld .stijl-schrift? Je vindt het op school
zeker erg prettigwat ga je na het
heb, is je raadsel goed. Geduld dus
maarBen je blij, dat de vacantie
weer uit is?
Wilhelmina M. Heerlijk, zoo'n
nieuw opera-album je bent nu zeker
met veel vuur de verschillende stuk
ken aan 't studeeren 1 Ik hoop, dat
bij mij met de schoonmaak niet alles
zoek is. Verbeeld je, dat ik geen inkt
koker kon vinden, en geen pennen
houder, om al jullie brieven te beant
woorden Of dat de brieven zelf zoek
raaktenDat zou al heel erg zijn
't Raadsel is goed.
Albrecht en Heinrich E. Ik
vind het erg aardig, dat ik ook een
paar Duitsche vriendjes heb, en ik
hoop,dat jullie me nog heel dikwijls
lange brieven zult schrijven. Als je
dat liever wilt, mag je me best in
het Duïtsch schrijven, hoorVinden
jullie het prettig in Holland, en vind
je Haarlem een aardige stad 't Is
hier zeker heel anders dan inDuitsch-
land. he? En waar zijn jullie op
school Het raadsel van Heinrich zal
ik in de courant zetten. Zijn jullie nu
niet blij met de lange brief, die ik ge
schreven heb, en schrijf je mij nu ook
weer eens gauw?
Leonard G. De raadsels zal ik
plaatsen. Wat moest ik lachen om je
brief Wat doen jullie nu als je vlie
ger juist mooi staat en. er komt op
eens een paan? Weghollen en de
vlieger in den steek laten? Ik heb
nooit een vlieger opgelaten, maar ik
kan me best begrijpen, dat het een
heerlijk werk is. Houden jullie ook
wedstrijden, wie de mooist beplakte
vlieger heeft b.v„ of wiens vlieger het
hoogst gaat? Mijn groeten aan Johan
en Wim en voor jezelf.
examen doen?
Nelly S. Voor zoo'n klein ding los
je al heel aardig raadsels op, hoor I
Vind je het een prettig werk?
J o p i e en Lena A. Een raadsel
van 34 letters is 'veel te lang, en van
de olie vind ik ook niet erg geschikt.
Je zal de andere op een Zaterdag
avond wel terug zien, maar je moet
een poosje geduld hebben. En voort
aan de raadsels op aparte stukjes pa
pier zetten 1
F. K. Als je pas 10 jaar bent vind
ik, dat je heel netjes schrijft, en dat
je een raadsel wilt zenden, vind ik
goed.
Willem N. Ga je met den nieuwen
wedstrijd ook meedoen? En hoe oud
ben je? Dat heb je mij niet geschre-
'ven.
M a x B1. Nu moet ik om je lachen
je vraagt me of ik het prettig vind dat
je mee gaat doen, en je vertelt me
niet eens wie er mee gaat doen Want
Max BI. is toch zeker niet je heele
naam?
Johan en Cornelia W. Twee
van de door jullie gezonden raadsels
zal ik plaatsen, de andere zijn óf te
moeilijk, óf ik heb ze al gekregen van
andere kinderen. Natuurlijk vind ik
leuk, dat jullie ook mee gaat raden
Pi et er H. Ik vind liet best, datje
mee w ilt gaan doen, hoor vent
Rebecca M. Het raadsel zal op
genomen worden.
Verder ontving ik nog een raadsel
zonder naam. Op 't couvert stond Se
veke, maar 't geloof toch niet dat 't
Kobus K. Bijna was je verhaaltje ,r
bekroond, zooals je gezien hebthoe van Marietje S. was.
jammer, he? Geef het maar niet op,T T i
Kobus, en blijf maar flink meedoen. I ..Jac- h- Schn. Je drie raadsels
Misschien ben je dan een. volgenden z,:,n goed
keer wel gelukkiger't Raadsel isTT t, v
goed. Weet je wel hoe je nieuwsgierig ,..?endrl^ H. n0K ne^ even.
moet schrijven? Vergeet vooral niet H le Soeienda^ te zeggen, dag
mijn groeten aan Moe te doen. Dag Hendrik
KobusM. C. VAN DOORN.
Het geweten.
menschenkenner heeft eens be-
dat het menschelijk geweten
overeenkomst heeft met honden,
sijn", zeide hij, „zeer waakzame
en, die hij het geringste gelird
i maken. Er zijn nerveuze hon-
ivelke dat doen, wanneer ook in.
lecl geen gevaar dreigt, en er
len slotte honden, welke zich
van hetgeen rondom hen voor
aantrekken, zelfs niet wanneer
orden aangevallen. Zoo zijn er
then met een zeer gevoelig ge-
menschen met een over-
angstig geweten, en eindelijk
dien, die zelfs geen geweten
oen te hebben en zich niet be-
i gevoelen, zelfs wanneer zij de
sts daad hebben bedreven."
iwgezette gewetens schijnen meer
te komen dan men wel aanneemt,
bewijs daarvoor zijn de geldbe
den, welke op zekere plaatsen ge
ilen en wel door degenen, wier
ten hun geen rust gelaten heeft,
geldzendingen uit Amerika van
ïe noorderzon vertrokken kassiers
ilrouwe beambten komen, om een
voor jaren gepleegd bedrog
ie maken, is volstrekt geene
die alleen in romans gezocht
worden, meent een Duïtsch blad,
raan dit is ontleend. Wie de cou-
iti nauwkeurig leest, vindt daar-
Üwijls vermeld, dat een patroon
Jonden werd het bedrag, dat hem
geleden door een oneerlijken ge-
eerde werd ontstolen, zelfs met
belangrijke som van interest,
it inbrekers, wanneer hun papie-
ran waarde in handen zijn geval-
leze terugzenden vindt ook vaak
zijn oorzaak in het geweten. Boven- j
dien en dat zal, gelooven wij, welt
den doorslag geven zijn zulke papie-
ren moeilijk in zilver om te zetten, j
wijl de inbreker zicli daardoor licht
verraadt. Zendt de dief de papieren!
terug, dan gebruikt hij daarvoor
de brievenbus, in de verwachting
dat voor de vondst, wanneer die in
de kranten vermeld wordt, zich wel de:
rechtmatige eigenaar zal aanmelden.
Menigmaal echter worden meerge
noemde papieren direct aan den eige
naar geadresseerd. Het heet dan j
..Wij zenden u de bijgaande papieren)
terug, daar wij ze toch niet te gelde j
kunnen maken en wij niet willen, dat;
u er door benadeeld wordt. Onze be-j
looning bestaat in het beetje contant!
geld. dat wij bij de inbraak gevonden!
hebben."
Een eigenaardig geval van nauw-1
gezetheid van geweten levert de in
houd van den volgenden brief, welke
een handelaar in koloniale waren in i
een klein Duitsch plaatsje eenigen tijd j
geleden ontving. Deze brief luidde i
„Geachte heerHet is meer dan J
twaalf jaar geleden dat ik leerling van;
liet gymnasium in uwe stad was. Uw
winkel bevond zich in de nabijheid j
en in den tijd der sinaasappelen hadtj
u voor uwe deur kisten met die vruch
ten staan, welke er zeer verleidelijk
uit zagen.. Ik kon de verzoeking niet'
weerstaan en heb mij op een morgen
van twee sinaasappelen meester ge
maakt. Meer dan twaalf jaren zijn
sedert dien tijd verloopende schade
die ik u berokkend heb, is ongetwij
feld voor u niet groot en het is heel
waarschijnlijk, dat u den diefstal niet
bemerkt hebt. Doch mijn geweten laat
mij niet met rust. Ik zend u daarom
bijgaande een Mark in postzegels, om
de schade, die u geleden hebt. weder
goed te maken en verzoek u mij ..mij
ne misdaad" te vergeven."
Eon 17e eeuwscli ridder.
Toen den 25n Juli 1617 de Duitsche
keizer Mathias met koning Ferdinand
van Bohemen en aartshertog Maximi-
liaan een groot dierengevecht bijwoon
de, waarbij leeuwen, tijgers, beren,
wilde stieren en bulhonden elkander
verscheurden, viel daar iets voor, het
geen aan Schiller s Handschuh her
innert.
Terwijl de strijd der dieren in vol
len gang was, rukte een windvlaag
•eene roos uit een kapsel van Evavon
Schonberg, -eene jonge, schoone erf
dochter, "en de bloem viel in de are
na, midden onder de wilde dieren.
Eva uitte een kreet, luid genoeg om
gehoord te worden door de vorstelij
ke toeschouwers en hun gevolg.
Tot dat gevolg behoorde Brechtvon
Lubitz, een arm jonker, die dienst
deed onder den opperhofmeester graaf
v. Fürstenberg. Hij was een vermetel
jonkman en hij overwoog, dat hier
wel gevaar dreigde van een martel
dood door de klauwen en tanden der
wilde dieren, maar dat hij toch ook
ongedeerd uit het gevaar kon komen
en" dan zeker in gunst bij den keizer
en de vorsten zou komen, misschien
zelfs wel het oog zou kunnen opheffen
tot de schoone, rijke jonkvrouw
Hij bedacht zich niet lang, maar
trok zijn degen en sprong vlug over
de omheining van het strijdperk, liep
moedig naar de roos, raapte die op
en stak haar op zijne borst, terwijl al
de toeschouwers in grooten angst naar
den waaghals zagen.
De wilde dieren waren voor den
stoulmoedigen jonkman achteruit ge
weken. Alleen een beer ging op de ach-
terpooten staan en dreigde met, eene
doodelijke omarming; maar hij werd
met een degenprik op zijn plaats ge
zet.
Ongedeerd kwam Brecht weder op
de tribune en legde de veroverde roos
aan de voeten der blozende jonkvrouw
neder.
De Keizer liet den moedigen jonk
man voor zich brengen en sloeg Jonker
Von Lubitz tot ridder. Voorts ver
leende hij hem in zijn wapen een
nieuw veld met eene roode roos. Niet
land daarna verwierf de jonge ridder
de hand der jonkvrouw, voor wie hij
de roos had gehaald, en daarmede
ook het landgoed Reinhardsgrimma.
Onverwachte hulp.
Ze waren bezig in een vroolijken
kring sterke stukken te vertellen en
ditmaal waren het geen jachtavontu
ren, maar muskïetengeschiedenissen.
Een der stoutmoedigste leden van
het gezelschap vertelde
Wat je daar zegt, beteekent nog
niets. Maar ik was verleden zomer op
do kust van Barnegat om een vis-
schcrij bij te wonen, en terwijl wij
in den vooravond op het dek van het
vaartuig waren en rookten en keuvel
den, kwam er een groote wolk van
muskieten, bijna zoo groot als vopels,
en zetten zich op ons schip neer. En
't. is waarachtig waar, wat ik je ver
tel, binnen een kwartier tijd hadden
zij ons beroofd tot zelfs van het mat
ste vezeltje zeildoek, zoodat de masten
als boonestaken bleven staan.
De aanwezigen sloegen de handen
in de lucht bij dit verhaal.
Maar één van hen riep uit
Wees jelui daar niet zoo verwon
derd over. Ik kan er voor instaan, dat
het waar is, wat dit? man vertelt.
Geen week later kwam ik op dezelfde
hoogte van de kust, toen precies de
zelfde zwerm muskieten op ons neer
kwam strijken.
De eerste spreker scheen die onver
wachte hulp niet zoo bijzonder aan
genaam te vinden, en hij zeide
Hm Zoo Maar vertel mij eens
hoe weet je. dat het dezelfde muskie
ten waren
Hoe ik dat weet? herhaalde de
ander. Wel, ze hadden allemaal over
jassen van zeildoek aan.
De erfenis van een beeldhouwer.
Lucca della Robbia, de Florentïjn-
sche beeldhouwer, die in Italië leefde
gedurende de vijftiende eeuw, liet. een
testament na, dat op het eerste gezicht
vreemd en onjuist scheen, maar later
volkomen het tegendeel daarvan bleek
te zijn. toen uit een aanteekening van
den testamentmaker zedf de bedoeling
was duidelijk geworden.
Meester Lucca was ongehuwd, maai
bij had twee neven, op wie hij zeer
trotsch was, Eén van hen, Andrea,
nam hij op zijn atelier, en hem deelde
hij al de geheimen van zijn wonder
volle kunst mede. De jongen bewees
zich een waardig leerling van den
grooten meester. Ofschoon hem de
kracht en de breedte van zijn ooms
genie ontbrak, kwam toch zijn naam
met dien van andere meesters, door
de eeuwen heen, tot ons.
Toen dan de oom stierf, liet hij
geen penning na aan zijn geliefden
neef. die inderdaad jaren lang als een
zoon voor hem geewest was. Het gan-
sche fortuin, dat de beroemde beeld
houwer verzameld had werd vermaakt
aan Simon, den anderen neef. Maar
een kantteekening gaf de verklaring
en de Florentijners, die de innerlijke
en werkelijke waarde van kunst ken
den. juichten de rechtvaardigheid van
den ouden man tno. De kantteekening
was van dezen inhoud:
Aan Simon geef ik het "-eld. omdat
ik aan Andrea reeds iets gegeven heb.
dat meer waarde heeft, dan oenige
som gelds zou kunnen hebben: hij erft
mijn kunst."
ONDEUGENDE JONGEN.
Huwelijkskandidaat naar de hand
van de dochter des huizes (tot zijn
aanstaande schoonmoeder): Mevrouw,
mijn compliment. Zoo goed heb ik in
langen tijd niet gegeten.
Jantje Wij ook niet.
HUN SCHULD NIET.
SlagerWij zouden 't vleesch moe
ten afslaan, omdat 't vee goedkooper
geworden is Alsof dat ónze schuld
was
UIT HET HOOFD.
Vriend van den schilder (op een
schets wijzende Zeg eens, Henry, wat
is dat?
HenryDat heb ik zoo maar uit
mijn hoofd gedaan.
Vriend Nu, je moogt blij zijn, dat
je dat uit je hoofd kwijt bent.