RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. van den Maartwedbtrijd. j op de tafel, ligt een heele [haaltjes; 't is een heel werk die verhaaltjes door te j nog moeilijker is het, om beste uit te kiezen, [een heeleboel grappigs en gelezen, over verjaardagen, e stad gaan, over wedstrij- rapporten, en nog veel _mige munten boven de an- Joor het aardige denkbeeld, de flinke manier van nog andere door keurig ji weinig taalfouten. Ik kan [jullie er met plezier aan ge- [tit, en in gedachte zie ikjul- Jgende gezichten, als je naar lolt om de „Zaterdagavond" [halen. [lag van den verhaaltjeswed- rdt immers bekend gemaakt, hijn verhaaltje vonden ze zoo aardig, wie weet i heb ik ook nog wel een isje I beurt neem ik de verhaal- [eens op, om er de aller-aller- te zoeken, eerst van de dan van de grooten. i zal je geduld niet langer Joef stellen ik zie al een paar feige gezichten, en ik hoor al «metje roepen,.Hè, komt 't [niet eerste af dee ling dan, waar- i feerste prijs, bestaande uiteen jntaarn, is toegekend aan IRARD HEKKELMAN, oud 9 jaar; laltje is wel wat kort, maar ja kereltje van 9 vond ik het aardii De tweede prijs fkaartenalbum of een schip, JO DEETMAN, oud 11 jaar, [ar flink verhaaltje „De Uit- men er vier verhaaltjes aan i, die alle vier heel goed zijn, Lm heb ik de premie tusschen [verloot. Ze zijn ten deel ge- ban |AN GERARD WALTER, oud 10 jaar, NELLY AUKES. oud 11 jaar. [premies zijn boeken in pracht- [Xelly Aukes te Alkmaar zal ik toezenden, maar schrijf me [en of je het nog niet kent; het ,Een gelukkig Viertal", door [Hoog. ploot voor de premies hebben i Geelen, oud 9 jaar, en Ko- ppelhoff, oud 11 jaar. verdienen eervolle vermel- R'is, Leonard Germeraad, Abra- [alter en het aardige versje van [en Leonard Germeraad. [er zijn nog goede verhaaltjes [Menu, van Theo van Busch ke Terugkomst, van Johan C. p. De Brief, van Frits de Boer, bafdig beschrevn), Frans' exa- jran Hans Willem Germeraad, [erlangde Briefkaart, van Truus (de twee laatste wat erg [hebben flink gewerkt 5 Stolwijk, Aernout van Len- hristina van Maas, Geertruida Alida Gerritsen, Betsy Veth Ban Vuyck, en bovendien wa- i vrij goed de Verhaaltjes van Mina Gerritsen, Jacob Mok, Ja- [Schneiders en Marietje Seveke. [m de tweede af deeling. Eerste prijs. [naaidoos, poësie-album of schil- i, is toegekend aan MARGO HOS, oud 14 jaar. fa gedaan, Margo Ik heb „Edu- iapport" met veel plezier gele- Tweede prijs, figuurzaag of een pistool en schijf, aan HERMAN TACONIS, oud 12. jaar. keurig geschreven verhaaltje, d: „Een welkom Bericht", pret- rtcld. Oplossingen van de raadsels uit het nummer vau 9 April: 1. Broek op Langendijk. 2. Elf eieren heeft zij bij zich gehad. De helft van elf is 51/2 en 1/2 is 6. De helft van 5 is 2 1/2 en een 1/2 is 3. 6 en 3 is 9 en zij hield er twee over. 3. Slo tem aker. 4. Kolk, Dolk, Volk. 5. Pieterkicstraa. G. Palestina. Anna, Rusland, Ma drid, Amsterdam, Parma. 7. Tranenvloed. 8. Lampetkan. 9. Moskou. 10. Scheerkwast. Goede oplossingen ontving ik deze week van Wilhelmina Miesyerus 8Gerard Hekkelman 7 Leonard Germeraad 9; Max BI. 9 Cornelia Wolzak G Agatha Schoorl 7; Johan Wolzak 6; Willem Neelissen 8F. Kooiman 8Mina Vermeulen 7 Jo van Servellen 6 Kobus Kappelhoff 8Anton Kuiper 6; Hugo Rutgers 5Mien Germeraad 8 Willem Kloezeman 6; Johannes Ves- ter 9Hans Willem Germeraad 9; Trijntje Steeman 5; Johan Germe raad 9Maartje Prins 7Cornelia v. d. Heuvell 6Nelly Snellens 7 Rika Hubers 8Hendrik Ploeg 7 Schnei ders 7 en van5. zondt ook een raadsel dat goed is, en dat ik dus zal opnemen met de bijvoeging ingezonden door Met het andere raadsel ben ik het niet eens. Mien G. Nu weet ik niet eens wat een losch voor een dier is Je vindt me zeker erg dom, he Vertel liet me maar eens, dan plaats ik de drie eerste raadsels't vierde is niet goed, want de derde n hoort niet in dat woord thuis. Wat ga je doen als je van school af hent, ga je dan Moeder helpenHoe is 't met de „zwarte poes", en is Willy weer beter'? Wat een vragenIk ben erg verlangend te hooren of Jo blij is met haar boek. Jij vindt 't zeker ook wel leuk, dat ze een premie heeft gekregen Gerard H. Ben je niet dolblij, Gerard Ik hoop, dat je graag een tooverlantaarn wilt hebben, maar ik zal zorgen, dat er Dinsdag ook nog iets anders is om uit te kiezen. Het raadsel komt in de „Zaterdagavond". Mijn groeten aan Pa en Moe Agues de V. Maak nu maar, dat je de volgende week de courant met den nieuwen wedstrijd niet verliest', en doe dan maar erg je best. 't Raad sel 's goed. Jacob M. t Kunstje kan ik niet op nemen, Jacob, want je hebt het niet zelf bedacht, en dan zou 't natuurlijk heel goed kunnen zijn, dat andere kinderen 't al kenden J o h. V. Ik begrijp liet nu wel, maar wat is nu eigenlijk de vraag? Wil je me dat nog eens schrijven Auto n K. 's Was niet Adolf, zoo als je bij de oplossingen ziet, maar misschien was de opgave een beetje onduidelijk. Willem K. I-k had je naam niet j zien staan op de enveloppe, dus daar- door komt het, dat je naam er niet bij Brieyen aan de Bedactie van de stond. Is Margaretha een zusje van Kinder-al deeling moeten gezonden e H?e oud is zij. en wie is F. G. worden aan Mej. M. C. v. Doorn, j J- J- K - Sophiaslraat No. 22, Haarlem. j 0 h. V. Hoe is het gegaan met Antje v. d. L. Ja, ik had in een examen in taal en dictee En denk je heelen tijd niets van je gehoord,en dat je er door zal komen? Je raadsel ik hal al eens gedacht: „He, waai-] is goed. om zou Antje toch. niet meer schrij-l T c t ven?" Vind je het nogal prettig 0A11 „,rra S,j9 twee m?!lwe raad" Moe thuis te helpen? En ben jij de «1» >k plaatsen, maar die van ver- Jongste thuis? Grappig, die horloge- l9,l9n ,weck,had 'J' m9t bewaard vol- loterij wat zal die jonnen blij ïe- gens d? antwoorden te oordeelen zijn I weest zijn met zijn horlöge 1 Jammer ze Soed- dus >e ma® x n0S wel e9ns dat je deze keer geen prijs hebt, maar zanden- I houd maar flink vol Brievenbus. De eerste premie, een boek in pracht- band „Een Huis vol Meisjes", door i A. C. Kuiper, aan JOHANNA GERMERAAD, j oud 14 jaar, voor 't grappige versje van de poffer-1 tjes. Wat was er nu voor bizonders' aan die poffertjes Dat moet je me toch eens vertellen j De tweede premie, ook een boek, aan NELLY DE FOUW, oud 13 jaar. Als je Dinsdag bij me komt, denk er dan aan me te vertellen, hoe je verhaal heet, want er staat geen ti- j tel boven Eervolle vermelding verdienen dej verhaaltjes: „Leed en Vreugd", van Elze Wille; „Moeders Verjaardag", J van Lies van den Heuvel Rijnders, en; het verhaaltje van Mien Germeraad. j Als bizonder goed noem ik nog j „Hoe Johans vlijt beloond werd",1 van Antje Reinalda ..Prettige tij-1 ding", van Martha Taconis. Het, versje van Elizabeth van Os, en de stukjes van Wilhelmina Miesyerus, Johan Germeraad, Marie Groenewe- gen. Piel Balder en E. Leemans. j Verder waren nog goed de verhaal tjes van Antje v. cl. List, Francisca van Maas. Piet Schornagel, Anton Kuiper, Willem Kloezeman, Hermanus van der Fauge en Johan Kaart, en j vrij goed werk zonden nog Cornelia v. d. Heuvell, Bertha Ackermann, Ja-| kob W. Bauer, Cornelia Kuiper en Christina Romeyn. Maandag tusschen 1 en 2 mag jul-i lie je prijzen en premies bij mij ko- j men halen. Én nu allemaal maar flink blijven, meedoen aan de wedstrijden, en niet telurgesteld zijn, als je niet een van de gelukkige winners bent. Bedenk maar eens, dat er in een jaar 12 wed strijden zijn, dus 12 maal 8, dat is 96 kansen om een prijs te winnen! De volgende week, wanneer cle nieuwe wedstrijd bekend wordt gemaakt, dus met frisschen moed aan den gang gaan 1 Die goede, oude Dien (Bekroond verhaaltje van Gerard Hekkelman, oud 9 jaar.) Zij was jarig, ons tweede moeder tje. Zij is al bij ons in huis gekomen toen ons eigen moedertje nog leefde, vertelde Pa eens, en voor dien tijd was zij bij Opoe. Zij is erg goed voor ons, die oude Dien, en nu is zij jarig. Uit ons plaat-: je kunt U bemerken, hoe prettig wij dit vinden. Wel een maand vóórhaar; verjaardag zei Mies:. „Jongens, Dien is haast jarig, nuj moet jullie eens allemaal een versje leeren, en jij Jan, jij bent de oudste,: en gaat nu al drie jaar op school, jij j moet je versje eens netjes schrijven, j op een mooi velletje papier; en als je dan om twaalf uur uit school komt, dan geef je hét aan Dien, waar wij allen bij zijn, dan kunnen de kleintjes ook hun versje opzeggen. Ik geloof, I dat Dien, die zoo veel van ons houdt, j dit erg prettig zal vinden." Ik heb dit dan ook gedaan, en kunt U nu zien op het plaatje of onze goe de, oude Dien het prettig vindt RAADSELS. (Deze raadsels behooren niet bij den wedstrijd. De namen van de kinderen die mij voor Donderdagmorgen ant woorden zeilden, worden in de cou-i rant bekend gemaakt.) 1. (Ingezonden door Nelly Aukes.) 1, 2, 5, 3 vind tmen in den schoor steen. 9, 8 zegt men tegen zijn moeder. 8, 6 wordt in den winter gebruikt. 7. 2, 6, 8 is een meisjesnaam. 4. 1, 8, 9 is een vervoermiddel. En mijn geheel is een stad in Zuid- Holland van 9 letters. 2 (Ingezonden door Hendrik Ploeg.) Zoek uit onderstaande letters een goede instelling in Haarlem, tbapkpnsarsao 3. (Ingezonden door Elizabeth v. Os.) Ik ben een hardloopend paard, en omgekeerd blijf ik hetzelfde. 4. (Ingezonden door Piet Schornagel.) Met 1 is het van hout, Met k is het een huisdier, Met g is het een opening. 5. (Ingezonden door Jacob W. Bauer.^ Leeuwarden eindigt met een n en begint met een t. Hoe kan dat? 6. (Ingezonden door Marietje Seveke.) Mijn geheel is een muziekinstru ment. 1, 7, 8, 9 is een vrouwennaam. 4, 5, 6, 7 woont op 't land. 1, 7, 2, 3 is in iedere groote stad. 7. (Ingezonden door Johanna en Cor nelia Meiman.) Ik zit in den grond, Maar meer in den stroom 'k Zit niet in den stam Maar wel in den boom. 'k Ben veel in den oorlog Maar schuw den vrede, En ga viermaal met een stoomboot mede. 8. (Ingezonden door Rika Hubers.) Wat maakt ge hieruit? aprtrruoht 9. (Ingezonden door Gustaaf C. Vi- sarius.) liet is een man en geen man. Hij loopt op een pad en het is geen pad. Hij draagt op zijn rug visch en het is geen visch. Wat is dat 10. Ingezonden door Johan Kaart.) liet geheel bestaat uit 12 letters. 8, 11, 12, 2, 3, 1 is een jongensnaam De 6, 8, 10, 11 vindt men in deze stad. 2, 3, 7 is een lichaamsdeel. Vele heeren dragen een 9, 2, 3, 7, 5. 5, 2, 4. 10 is een meisjesnaam. Maartje P. Ik kon je brief heel r i v.- £0öd lezen- hoorSchrijf je altijd Tl ,ZooalJs l£ Je,verteld .stijl-schrift? Je vindt het op school zeker erg prettigwat ga je na het heb, is je raadsel goed. Geduld dus maarBen je blij, dat de vacantie weer uit is? Wilhelmina M. Heerlijk, zoo'n nieuw opera-album je bent nu zeker met veel vuur de verschillende stuk ken aan 't studeeren 1 Ik hoop, dat bij mij met de schoonmaak niet alles zoek is. Verbeeld je, dat ik geen inkt koker kon vinden, en geen pennen houder, om al jullie brieven te beant woorden Of dat de brieven zelf zoek raaktenDat zou al heel erg zijn 't Raadsel is goed. Albrecht en Heinrich E. Ik vind het erg aardig, dat ik ook een paar Duitsche vriendjes heb, en ik hoop,dat jullie me nog heel dikwijls lange brieven zult schrijven. Als je dat liever wilt, mag je me best in het Duïtsch schrijven, hoorVinden jullie het prettig in Holland, en vind je Haarlem een aardige stad 't Is hier zeker heel anders dan inDuitsch- land. he? En waar zijn jullie op school Het raadsel van Heinrich zal ik in de courant zetten. Zijn jullie nu niet blij met de lange brief, die ik ge schreven heb, en schrijf je mij nu ook weer eens gauw? Leonard G. De raadsels zal ik plaatsen. Wat moest ik lachen om je brief Wat doen jullie nu als je vlie ger juist mooi staat en. er komt op eens een paan? Weghollen en de vlieger in den steek laten? Ik heb nooit een vlieger opgelaten, maar ik kan me best begrijpen, dat het een heerlijk werk is. Houden jullie ook wedstrijden, wie de mooist beplakte vlieger heeft b.v„ of wiens vlieger het hoogst gaat? Mijn groeten aan Johan en Wim en voor jezelf. examen doen? Nelly S. Voor zoo'n klein ding los je al heel aardig raadsels op, hoor I Vind je het een prettig werk? J o p i e en Lena A. Een raadsel van 34 letters is 'veel te lang, en van de olie vind ik ook niet erg geschikt. Je zal de andere op een Zaterdag avond wel terug zien, maar je moet een poosje geduld hebben. En voort aan de raadsels op aparte stukjes pa pier zetten 1 F. K. Als je pas 10 jaar bent vind ik, dat je heel netjes schrijft, en dat je een raadsel wilt zenden, vind ik goed. Willem N. Ga je met den nieuwen wedstrijd ook meedoen? En hoe oud ben je? Dat heb je mij niet geschre- 'ven. M a x B1. Nu moet ik om je lachen je vraagt me of ik het prettig vind dat je mee gaat doen, en je vertelt me niet eens wie er mee gaat doen Want Max BI. is toch zeker niet je heele naam? Johan en Cornelia W. Twee van de door jullie gezonden raadsels zal ik plaatsen, de andere zijn óf te moeilijk, óf ik heb ze al gekregen van andere kinderen. Natuurlijk vind ik leuk, dat jullie ook mee gaat raden Pi et er H. Ik vind liet best, datje mee w ilt gaan doen, hoor vent Rebecca M. Het raadsel zal op genomen worden. Verder ontving ik nog een raadsel zonder naam. Op 't couvert stond Se veke, maar 't geloof toch niet dat 't Kobus K. Bijna was je verhaaltje ,r bekroond, zooals je gezien hebthoe van Marietje S. was. jammer, he? Geef het maar niet op,T T i Kobus, en blijf maar flink meedoen. I ..Jac- h- Schn. Je drie raadsels Misschien ben je dan een. volgenden z,:,n goed keer wel gelukkiger't Raadsel isTT t, v goed. Weet je wel hoe je nieuwsgierig ,..?endrl^ H. n0K ne^ even. moet schrijven? Vergeet vooral niet H le Soeienda^ te zeggen, dag mijn groeten aan Moe te doen. Dag Hendrik KobusM. C. VAN DOORN. Het geweten. menschenkenner heeft eens be- dat het menschelijk geweten overeenkomst heeft met honden, sijn", zeide hij, „zeer waakzame en, die hij het geringste gelird i maken. Er zijn nerveuze hon- ivelke dat doen, wanneer ook in. lecl geen gevaar dreigt, en er len slotte honden, welke zich van hetgeen rondom hen voor aantrekken, zelfs niet wanneer orden aangevallen. Zoo zijn er then met een zeer gevoelig ge- menschen met een over- angstig geweten, en eindelijk dien, die zelfs geen geweten oen te hebben en zich niet be- i gevoelen, zelfs wanneer zij de sts daad hebben bedreven." iwgezette gewetens schijnen meer te komen dan men wel aanneemt, bewijs daarvoor zijn de geldbe den, welke op zekere plaatsen ge ilen en wel door degenen, wier ten hun geen rust gelaten heeft, geldzendingen uit Amerika van ïe noorderzon vertrokken kassiers ilrouwe beambten komen, om een voor jaren gepleegd bedrog ie maken, is volstrekt geene die alleen in romans gezocht worden, meent een Duïtsch blad, raan dit is ontleend. Wie de cou- iti nauwkeurig leest, vindt daar- Üwijls vermeld, dat een patroon Jonden werd het bedrag, dat hem geleden door een oneerlijken ge- eerde werd ontstolen, zelfs met belangrijke som van interest, it inbrekers, wanneer hun papie- ran waarde in handen zijn geval- leze terugzenden vindt ook vaak zijn oorzaak in het geweten. Boven- j dien en dat zal, gelooven wij, welt den doorslag geven zijn zulke papie- ren moeilijk in zilver om te zetten, j wijl de inbreker zicli daardoor licht verraadt. Zendt de dief de papieren! terug, dan gebruikt hij daarvoor de brievenbus, in de verwachting dat voor de vondst, wanneer die in de kranten vermeld wordt, zich wel de: rechtmatige eigenaar zal aanmelden. Menigmaal echter worden meerge noemde papieren direct aan den eige naar geadresseerd. Het heet dan j ..Wij zenden u de bijgaande papieren) terug, daar wij ze toch niet te gelde j kunnen maken en wij niet willen, dat; u er door benadeeld wordt. Onze be-j looning bestaat in het beetje contant! geld. dat wij bij de inbraak gevonden! hebben." Een eigenaardig geval van nauw-1 gezetheid van geweten levert de in houd van den volgenden brief, welke een handelaar in koloniale waren in i een klein Duitsch plaatsje eenigen tijd j geleden ontving. Deze brief luidde i „Geachte heerHet is meer dan J twaalf jaar geleden dat ik leerling van; liet gymnasium in uwe stad was. Uw winkel bevond zich in de nabijheid j en in den tijd der sinaasappelen hadtj u voor uwe deur kisten met die vruch ten staan, welke er zeer verleidelijk uit zagen.. Ik kon de verzoeking niet' weerstaan en heb mij op een morgen van twee sinaasappelen meester ge maakt. Meer dan twaalf jaren zijn sedert dien tijd verloopende schade die ik u berokkend heb, is ongetwij feld voor u niet groot en het is heel waarschijnlijk, dat u den diefstal niet bemerkt hebt. Doch mijn geweten laat mij niet met rust. Ik zend u daarom bijgaande een Mark in postzegels, om de schade, die u geleden hebt. weder goed te maken en verzoek u mij ..mij ne misdaad" te vergeven." Eon 17e eeuwscli ridder. Toen den 25n Juli 1617 de Duitsche keizer Mathias met koning Ferdinand van Bohemen en aartshertog Maximi- liaan een groot dierengevecht bijwoon de, waarbij leeuwen, tijgers, beren, wilde stieren en bulhonden elkander verscheurden, viel daar iets voor, het geen aan Schiller s Handschuh her innert. Terwijl de strijd der dieren in vol len gang was, rukte een windvlaag •eene roos uit een kapsel van Evavon Schonberg, -eene jonge, schoone erf dochter, "en de bloem viel in de are na, midden onder de wilde dieren. Eva uitte een kreet, luid genoeg om gehoord te worden door de vorstelij ke toeschouwers en hun gevolg. Tot dat gevolg behoorde Brechtvon Lubitz, een arm jonker, die dienst deed onder den opperhofmeester graaf v. Fürstenberg. Hij was een vermetel jonkman en hij overwoog, dat hier wel gevaar dreigde van een martel dood door de klauwen en tanden der wilde dieren, maar dat hij toch ook ongedeerd uit het gevaar kon komen en" dan zeker in gunst bij den keizer en de vorsten zou komen, misschien zelfs wel het oog zou kunnen opheffen tot de schoone, rijke jonkvrouw Hij bedacht zich niet lang, maar trok zijn degen en sprong vlug over de omheining van het strijdperk, liep moedig naar de roos, raapte die op en stak haar op zijne borst, terwijl al de toeschouwers in grooten angst naar den waaghals zagen. De wilde dieren waren voor den stoulmoedigen jonkman achteruit ge weken. Alleen een beer ging op de ach- terpooten staan en dreigde met, eene doodelijke omarming; maar hij werd met een degenprik op zijn plaats ge zet. Ongedeerd kwam Brecht weder op de tribune en legde de veroverde roos aan de voeten der blozende jonkvrouw neder. De Keizer liet den moedigen jonk man voor zich brengen en sloeg Jonker Von Lubitz tot ridder. Voorts ver leende hij hem in zijn wapen een nieuw veld met eene roode roos. Niet land daarna verwierf de jonge ridder de hand der jonkvrouw, voor wie hij de roos had gehaald, en daarmede ook het landgoed Reinhardsgrimma. Onverwachte hulp. Ze waren bezig in een vroolijken kring sterke stukken te vertellen en ditmaal waren het geen jachtavontu ren, maar muskïetengeschiedenissen. Een der stoutmoedigste leden van het gezelschap vertelde Wat je daar zegt, beteekent nog niets. Maar ik was verleden zomer op do kust van Barnegat om een vis- schcrij bij te wonen, en terwijl wij in den vooravond op het dek van het vaartuig waren en rookten en keuvel den, kwam er een groote wolk van muskieten, bijna zoo groot als vopels, en zetten zich op ons schip neer. En 't. is waarachtig waar, wat ik je ver tel, binnen een kwartier tijd hadden zij ons beroofd tot zelfs van het mat ste vezeltje zeildoek, zoodat de masten als boonestaken bleven staan. De aanwezigen sloegen de handen in de lucht bij dit verhaal. Maar één van hen riep uit Wees jelui daar niet zoo verwon derd over. Ik kan er voor instaan, dat het waar is, wat dit? man vertelt. Geen week later kwam ik op dezelfde hoogte van de kust, toen precies de zelfde zwerm muskieten op ons neer kwam strijken. De eerste spreker scheen die onver wachte hulp niet zoo bijzonder aan genaam te vinden, en hij zeide Hm Zoo Maar vertel mij eens hoe weet je. dat het dezelfde muskie ten waren Hoe ik dat weet? herhaalde de ander. Wel, ze hadden allemaal over jassen van zeildoek aan. De erfenis van een beeldhouwer. Lucca della Robbia, de Florentïjn- sche beeldhouwer, die in Italië leefde gedurende de vijftiende eeuw, liet. een testament na, dat op het eerste gezicht vreemd en onjuist scheen, maar later volkomen het tegendeel daarvan bleek te zijn. toen uit een aanteekening van den testamentmaker zedf de bedoeling was duidelijk geworden. Meester Lucca was ongehuwd, maai bij had twee neven, op wie hij zeer trotsch was, Eén van hen, Andrea, nam hij op zijn atelier, en hem deelde hij al de geheimen van zijn wonder volle kunst mede. De jongen bewees zich een waardig leerling van den grooten meester. Ofschoon hem de kracht en de breedte van zijn ooms genie ontbrak, kwam toch zijn naam met dien van andere meesters, door de eeuwen heen, tot ons. Toen dan de oom stierf, liet hij geen penning na aan zijn geliefden neef. die inderdaad jaren lang als een zoon voor hem geewest was. Het gan- sche fortuin, dat de beroemde beeld houwer verzameld had werd vermaakt aan Simon, den anderen neef. Maar een kantteekening gaf de verklaring en de Florentijners, die de innerlijke en werkelijke waarde van kunst ken den. juichten de rechtvaardigheid van den ouden man tno. De kantteekening was van dezen inhoud: Aan Simon geef ik het "-eld. omdat ik aan Andrea reeds iets gegeven heb. dat meer waarde heeft, dan oenige som gelds zou kunnen hebben: hij erft mijn kunst." ONDEUGENDE JONGEN. Huwelijkskandidaat naar de hand van de dochter des huizes (tot zijn aanstaande schoonmoeder): Mevrouw, mijn compliment. Zoo goed heb ik in langen tijd niet gegeten. Jantje Wij ook niet. HUN SCHULD NIET. SlagerWij zouden 't vleesch moe ten afslaan, omdat 't vee goedkooper geworden is Alsof dat ónze schuld was UIT HET HOOFD. Vriend van den schilder (op een schets wijzende Zeg eens, Henry, wat is dat? HenryDat heb ik zoo maar uit mijn hoofd gedaan. Vriend Nu, je moogt blij zijn, dat je dat uit je hoofd kwijt bent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 9