,zic Een nieuw beroep. Een Engelsche dame van voorname familie, die weduwe is. is op het denkbeeld gekomen, een agentschap op te richten voor het verhuren van bruidsjuffers van beroep. Zij heeft zich gevestigd in de voor name West-End-wijk te Londen en be zorgt jonge en knappe bruidsmeisjes op bestelling tegen matige geldelijke vergoeding. Alles gaat daarbij zeer eenvoudig in zijn werk. Men behoeft alleen maar tijd. plaats en aantal on te geven cn op den bepaalden dag zijn de bruidsmeisjes precies op tijd present. Gemiddeld wordt 12 gulden per meisje gerekend, doch als zij in bij zonder dure japonnen moeten ver schijnen, zijn de kosten veel hoöger. "Vindt de huwelijksplechtigheid in een provinciestad of op platteland plaats, dan worden ook reis- en ver blijfkosten in rekening gebracht. De bruidsmeisjes zijn speciaal af gericht op haar ..beroeu" en aldus wordt de waarborg gegeven, dateven- tueele stoornissen nf incidenten bij de trouwplechtigheid nie+ zullen voor komen. VOOR 't ROODE KRUIS. WERKELOOSHEID IX ENGELAND. Groote ellende treft telkens de wer kers in de nijverheidsdistricten, waar ze ook zijn in de beschaafde wereld. Telkens weerkeerende crisissen ver oorzaken slapte en werkloosheid, en daar onafscheidelijk mee verbonden de verschijning van het honger- spook in de arbeidersgezinnen. Voor enkele weken gaven de too- neelen uit een Engelsch katoendis trict, waar de honger rondspookte in verband met de werkloosheid, thans gelden onze plaatjes het staalwaren- district Sheffield. Door groote slapte in deze industrie loopen honderden arbeiders vaders vaak van groote gezinnen werkloos langs de straat, terwijl vrouwen en kinderen een jammerleven van half- verhongerden leiden. Oin eenigszins in den schreeuwen den nood te voorzien, heeft de lord- mayor van Sheffield een collecte voor de werkloozen gehouden en uit de op brengst daarvan worden den behoef- tjgen gezinnen bons verstrekt voor levensbehoeften. Dit bonstelsel dient in hoofdzaak om te voorkomen, dat de gelden ter on dersteuning van 't gezin, bij den kroegbaas belanden. BEGRIJPELIJKE WEDERVRAAG. Moeder: Denk je soms, dat ik je voor mijn pleizier straf 1 Marietje: Nou, voor wiens pleizier dan? Dank zij 't algemeen enthousiasme in Rusland vóór den oorlog, kan het Roode Kruis ook op 't oorlogsterreui in 't Uiterste Oosten zijn werk van opoffering en naastenliefde verrichten. Niet alleen dat rijke en aanzienlijke vrouwen als verpleegsters naar Mantsjoerije trokken, maar door vor stelijke giften werd de vereeniging tn staat gesteld uitstekend toegeruste ambulances uit te zenden. Ons plaatje geeft de inspectie van zoo'n ambu lance-uitrusting, door een officier van den geneeskundigen dienst te zien. GEVAARLIJKE MODEJj is het, lieve, gleed je uit? 1 En deed je je geen pijn? Neen, dank je Ik struikelde over mijn mouw! EEN EERLIJKE JONGEN. Veldwachter Wat heb je daar, Jaap? i Jaap: Het oor van Teun, dat hem giste ren bij de vechtpartij is afgebeten. Ik heb het gevonden en ga het hem nu j terugbrengen. d- Veldwachter: Goed, jongen. Eerlijk duurt het langst. NIET TE BETWISTEN. Professor (op een examen) Welke zijn de tanden, die het laatst komen? Candidaat: De valsche. 't ANDERE EIND. Een jongen hield een paard bij den kop vast, terwijl een hoefsmid bezig was het dier te beslaan. Hetpaard wasjongen kregel en trapte nu en dan. De smid, die een achterhoef be sloeg, werd er ongeduldig bij en maande den jon gen aan, hetpaard stil te houden, waarop deze ant woordde Mijn eind is stil genoeg, baas, let maar op dat eind bij u. Een Qetectiave Ssschr denis, Johan Petersen had zoo dikwijls de geschiedenis van zijn rijken oom Fre derik Sandersen verteld, dat hij ten slotte zelf daaraan eloofde. Het eeni- ge ware van de zaak was, dat Frede- rik, een deugniet, die zijne ouders slechts tot last was geweest, vele ja ren geleden als licht matroos op een driemaster naar Amerika'was gegaan en sedert niets meer van zich had la ten hooren. De familieleden konden zich niet voorstellen dat iemand het beloofde land kon betreden, zonder terstond een groot vermocen te verwerven en bijgevolg zou wel betzplfd.-» met hun Frederik gebeurd zijn en zij verwacht ten met zekerheid, dat hij op een goe den dag als Croesus zou terugkeeren, sterven en aan zijn familieleden zijn rijkdommen nalaten zou. Jaren verliepen het vermogen van oorn Frederik groeide naar de mee- nin-~ der familie steeds aan, de fami lieleden stierven de een na den an der, tot ten slotte Johan Petersen al leen overbleef en dus rechtens erfge naam van zijn oom zou worden. Eens ontmoette Johan een matroos, die juist uit Amerika "ekomen was en dien hij uit vroegere tijden kende. Hij noodiede hem uit een elas bier te werd hetzelfde thema weer aange roerd en geheimzinnig werd Johan de mededeeling gedaan, dat de rijke man inderdaad de lang -ezochte oom was, want dikwijls had men dezen over zijn familie in Duitschland hooren spreken en daarbij had de oom de be- stemmintr die hij later aan zijn ver mogen wilde geven, meermalen laten doorschemeren. Iedereen benijdde Petersen men sprak slechts van oom Frederik en diens millioenen, vooral van de mil lioenen. Eenige maanden verliepenop een morgen ontving Johan een brief uit New-York met het zegel van de Duit- sche ambassade. Het epistel was tamelijk dik zon der twijfel bevatte het banknooten voorzichticr opende hij. bevend van opgewondenheid, den brief en vond bewuste geluk-aanbrengende schrij ven verscheen niet De verbazing hierover maakte plaats voor angsteen koortsige zenuwach tigheid maakte zich van de geheele familie meester, men stelde in niets meer belang en dacht nog slechts aan de millioenen van oom Frederik. Ten slotte werd de toestand zóó on houdbaar, dat Johan den knoop door hakte en zijn familie en kennissen zijn besluit om naar Amerika te gaan, mededeelde. Binnen eeto maand of twee ben ik terug, die paar honderd guldens zullen ons niet ruineeren, iets moet gebeuren, of ik word gek van opge wondenheid. Gezegd, gedaan. Johan reisde naar Amsterdam en ging op de boot, die hem naar Ame- slechts de officieele mededeeling van zou brengen :hij wist in 't geheel den dood van Frederik Sandersen. Dus de lieve oom is gestorven? vroeg vrouw Petersen. Natuurlijk, anders zou de gezant het toch niet melden, antwoordde haar echtvriend korzelig. Allen zwegengeen van hen had ooit den oom gezien, maar zoo dik wijls had men over hem gesproken, dat ieder zich verbeeldde, hem jaren lang te hebben gekend. De gezant zegt echter niets over noouigue neiii ull ecu -id? nui ue gczciiiL zegt ecuier niets uvei drinken en informeerde zoo terloopszijn vermogen, merkte Johan's betere of de zeeman in Amerika misschien iets vernomen had van zijn oom San dersen. De matroos antwoordde, ver moedelijk om bij zijn gastheer in een goed blaadje te komen, dat hij in New-York dikwijls een man had ont moet, die sprekend op oom Sandersen zooals die hem beschreven was, ge leek en zeer rijk scheen te zijn. Dat was genoeger bestond geen twijfel meer, oom Frederik was in Amerika aangekomen eta een riik man gewor den. Den volgenden dag ontmoetten de beiden elkaar weerbij een glas bier helft op. terwijl zij een met moeite vergoten traan afdroogde. Je zou zeker willen, dat de ge zant ons dat alles mededeelde, nog vóór dat de man goed dood is? ant woordde Johan, steeds wreveliger, hij weet zeker wel, dat wij kunnen wach ten over een paar dagen zullen we wel bericht krijgen. Hij bekeek nog eens nauwkeurig de enveloppe en las het adres Den heer Sandersen of den heer Petersen. Alle Sandersen waren gestorven en hij was in het plaatsje de eenige Petersen. Zij wachtten en wachtten, maar het niets van de nieuwe wereld en van de millioenen-stad, waar hij spoedig den voet aan wal zou zetten.Engelsch sprak hij niet hij was zoo hulpe loos als een kind. Hij verlangde er naar, een mede lijdende ziel te ontmoeten, die hij zou kunnen raadplegen. Hij deed bij één der stuurlui een poging, die echter schipbreuk leed, daar de stuurman te veel te doen had. Zoo gemakkelijk ging het echter niet. van Johan af te komen, en ten einde raad zag de offi cier naar een geschikt persoon uit, wien hij den lastigen passagier op het dak kon schuiven. Daarginds, zei hij. terwijl hij twee medereizigers aanwees, die ken nen New-York zóó goed. dat zi: in het duister den weg weten. Die kunnen u zeker inlichten. Probeer u maar eens. Johan bedankte den vriendelijken stuurman en was overgelukkig, einde lijk menschen gevonden te hebben, die in New-York bekend waren. Hij ging op hen toe, doch zoodra zij zijn plan bemerkten, gingen zij weg, na dat zij fluisterend eenige woorden met elkaar hadden gewisseld. Toen bleef hij weer aarzelend staan, want het scheen dat die twee een ernstige zaak te behandelen hadden en hij wilde hen niet storen. Dat zij hem links lie ten liggen, daaraan dacht hij geen oogenblik. Om hen niet uit het oog te verliezen, bleef hij steeds op eenigen afstand achter hen aanloopen. Twee, driemaal dacht hij, dat het juiste oogenblik gekomen was. Hij nam be leefd zijn hoed af en sprak hen in zijn best Nederlandsch aan. De beide reizigers waren klaarblij kelijk ten zeerste verbaasd over deze wijze van optreden. Zij schenen ech ter tegelijkertijd zeer bezorgd en daar om vroegen zij omtrent Johan inlich tingen aan den vriendelijken stuur man. Deze had nog wel zijn handen vol, maar voor een kostelijken grap was hij altijd te vinden en daarom vertel de hij met een knipoogje naar Johan en zeer geheimzinnig Wie dat is U zal toch wel ge hoord hebben van den reusachtigen bankdiefstal te Londen. Ik wil wed den, dat hij Rijkers is, de beroemdste1 detective van het vasteland, die de dieven in deze vermomming op de j hielen zit. i De beide, mannen wisselden een blik I van verstandhouding dankten voor de inlichting en verdwenen in hun hut, die zij eerst weder verlieten, toen het stoomschip te New-York was aan gekomen. Johan zocht hen tevergeefs. Ze waren ongemerkt aan land gegaan en nu moest hij zigh maar alleen in New-York behelpen. Hii rilde van angst. Hï; gevoelde zich zoo eenzaam onder die duizenden menschen. Hij zou een gedeelte van de groote erfe nis. die hij zeker verwachtte, willen geven, indien hij maar één bekend gezicht ontdekte. Aarzelend sloeg hij een straat in en aan het einde daarvan zag hij plotse ling een der passagiers. Hij zou kun nen juichen van vreugde. De man had wel is waar andere kleeren aan getrokken en zich den baard laten af nemen, maar hij herkende hem toch terstond. Meneer, meneerreip hij luid, terwijl hij op den verschrikten man toeliep. Deze zette het plotseling op een loo pen, doch Johan wilde zijn vermeen den gids niet zoo laten gaan en volg de hem, tot deze in een ,,bar" ver dween. Johan ging ook terstond binnen en nog geheel buiten adem, riep hij Eindelijk heb ik uwaarom is u toch weggeloopcn en geeft u mij zoo veel moeite Nu moet u mij Wees toch stilviel de reiziger hem in de rede, die niettegenstaande zijn loopen, doodsbleek was gewor den, maak nu geen schandaal. Dat geeft niets. Kom hier in dit hoekje zitten. Ik weet, waarom u naar Ameri ka gekomen is. Het wordt hoe langer hoe beter, dacht Johan weer. Voor hi j echter iets kon antwoorden, ging de reiziger verder Wij kunnen die kleine aangele genheid toch zonder verdere onaange naamheden in orde maken, niet waar? aandeel. Of u neomt dit aan of niets. Goed, ik neem het aan, haastte Johan zich te zeggen, vreezende, dat de 100.000 gulden hem weer zouden ontglippen. In orde dus! Ik geef u deze portefeuille onder de voorwaarde d-^c u met de stoomboot., die over Ader uur uit New-York vertrekt, naar Europa terugkeert en aan niemand onze oni moeting mededeelt. Accoord riep Johan. De portefeuille Averd hem ter hand gesteld, en bevatte goed geteld, 100.000 gulden. Te \'ergeefs beproefde hij de zaak te begrijpen. Hoe meer hij er OA'er nadacht, des te A'reemder het geval hem toescheenéén ding was hem duidelijk, hij had een mooi deel van oom Frederik's fortuin binnenge kregen en hij was nu een rijk man. Zij bleven nog een oogenblik in de „bar". Toen kocht de vreemdeling het biljet voor zijn terugreis, bracht, hem bij de boot en verliet eerst de kade, toen het schip de reis reeds had aan vaard. Zoo werd Johan, daar hij het geluk had gehad, \-oor een detective te wor den gehouden, erfgenaam A'an zijn Amerikaanschen oom. die voor eenige maanden als een arm slokker in het hospitaal gestorven was. De Neus als „Spiegel der Ziel." Lavater, de vader der gelaatkunst, is een tijdlang als een orakel be schouwd en later geheel is discrediet geraakt. Beide appreciaties schijnen onjuist. Ei' is in Lavater's beweringen veel, dat door latere waarnemingen wordt bevestigd, vooral wat betreft hetgeen hij over den neus heeft op gemerkt. De neus is niet alleen (of kan zijn!) een versiering van het gelaat, maar tevens een duidelijke spiegel der ziel. Verf uw haar, zet valsche tanden in uw mond uw neus kunt ge niet d en van zwakheid (het is een neus, zo< als Lodewijk XVI er een had). Mocli men hiertegen willen aanvoeren, da de neuzen van Lodewijk XVI en va LodeAvijk XIV groote overeenkoras hadden, dan kan het antwoord lu Qo den, dat de goedheid, Avaarvan neus van LodeAvijk XIV scheen te w tuigen, Averd getemperd door de te<^ kens van trotschheid, welke hij teven vertoonde. Wat hiervan zij, de areni neus is in het algemeen een beAvijQe van een zekere zielegrootheid. Vei A trouwt gerust op menschen, die eene vooruitsteken den neus hebben. Vrees )E daarentegen de neuzen, welker mil jig dengedeelte vooruitspringt; dat is heier teeken van onverzadelijke lusten e Da begeerten. Wantrouwt ook den lai^U gen dunnen neus en den punt gen neusdie duiden nieuwsgierig lieid aan. De „impertinente neus'" die, welke bijzonder lang isdie neu steekt zich gaarne in een anderman zaken. Wipneuzen duiden op een zi(^e, zonder flinkheid, die aarzelt wel doel zij zal najagen. Dat zijn, zoo verzekeren de „na solt tei gen" onbedriegelijke teekenen. W: J"1 zouden niemand willen aanraden, ee a engagement te verbreken, als zijn haar aanstaande een niet „sympathie ken" neus heeft, noch zijn geld togü te vertrouwen aan iemand, wien arendsneus op een edele ziel wijs Maar men kan toch erkennen, dalj>r evenals het handschrift of de lijnei van de hand, de vorm van den neu op bepaalde karaktertrekken kan dui den. Als de „nasologische" kenteeke nen overeenkomen met die van heth handschrift, en schijnen aan te duiVn den, dat meneer die en die een scha er vuit is, dan doet men verstandig mt niet te zeer aan dien .denkersneus t hechten. Wat de waarde van de niei veranderenhij kan niet huichelen. we wetenschap niet vermindertgee "ej De patient kan soms zijn dokter be- enkele wetenschap is onfeilbaar. driegen, maar nooit zijn „nasoloog" De apostelen van deze nieuwe we tenschap zijn empirisch te werk ge gaan zij hebben neuzen gemeten, ge- teekend en gephotografeerd, en zich toegelegd op een diepzinnige analyse van „historische" neuzen van Lode wijk XVI, van Voltaire, van Erasmus. Zij hebben de resultaten van hun ne wetenschap in formules samenge vat, welke zij voldoende omschreven achtende flinke, rechte neus (Griek- sche neus), is die van een heerschers- natuur, van een veroveraarAlexan dre en Napoleon hadden zoo'n neus. De arendsneus is een teeken van goed heid en beminnelijkheid, maar ook Je gÉ Wat er van de psychologische b< V'i teekenis van den neus ook zij. neus is in elk geval een teeken. va ras. De groote neus is een teeken va aristocratie, en bijna altijd een bewijlSi van karakter. Hoeveel groote maa;e nen hadden groote neuzenCiceri had een heldhaftigen, „plechtigeri neus, César een heerschzuchtigen, g< i lijk Napoleon en Frederik II Bourbonsneus, majestueus bij Lode wijk XIV. wordt zinnelijk bij Lodf wijk XV, om bij LodeAvijk XVI te eii digen in decadente flauAvhartigheii En men kijke eens naar den neus vai den heldhaftigen Cyrano de Bergerac pc HET CZARENKANON. Op één der hoeken van het arsenaal in 't „Kremlin" te Moscou prijkt een reusachtig kanon, de „Tsar-Pushka" of het czarenkanon geheeten, niet om dat het A-oor één der czaren gemaakt werd, doch wijl het, ten tijde dat het gemaakt werd, voor het grootste en mooiste op aarde gold. Het Averd gegoten tijdens de regee ring van Theodorus den eersten in 1586 en het weegt ongeveer 40 ton. Toen Napoleon in 1812 in Moscou was, ging een groot deel van 't arse naal in vlammen op, doch het kanon bleef gespaard, niet het minst wel, wijl de Franschen het als volkomen I onbruikbaar achten als practisch wa pen. Ondanks de reusachtige kanonsko gels voor den bronzen reus geëtaleerd, werd nooit een schot er uit afge- Auiurd. Nevens dat reuzenkanon prijken in het „Kremlin" talrijke kanonnen door de Russen in den loop der eeuwen buit gemaakt, maar al zijn ook daar ware prachtstukken onder, het czaren kanon is het grootst en de gidsen wij zen er met trots op, als ze vreemde lingen de merkwaardigheden der al oude czarenstad toonen. Natuurlijk, kunnen we dat, ant woordde Johan, altijd in de meening, dat er van de erfenis van oom Frede rik spreke was. Dan is het goed, hoeveel wilt u hebben Mijn aandeel, natuurlijk, zeide Johan. Ik geef u deze portefeuille, die 100.000 grilden in bankpapier bevat. Het is echt, u behoeft niet bang te wezen. Is u daarmede tevreden? Honderdduizend gulden Een ont zaglijke som. Maar misschien had hij wel recht op meer. Hoeveel zou oom Frederik nagelaten hebben? Is dat precies mijn aandeel? vroeg hij aarzelend. Hoeveel verAvacht u dan eigenlijk wel? antwoordde de andere wrevelig. 'tls wel een goed zaakje geweest, maar toch nog geen goudmijn en an deren hebben ook nog recht op een DE FÜRST Er is in den laatsten tijd heel wat[ te doen geweest over den verkoop van de „Fürst Bismarck", één der beste schepen van de HamburgAmerika- lijn, aan de Russische Regéering. Van vele zijden is daarin een schen ding der onzijdigheid door Duitsch land gezien. Naar echter uit parle mentaire discussiën gebleken is, is de verkoop in theorie althans geen schending der neutraliteit. Trouwens de Europeesche pers vooral die in Engeland heeft zich voor 't geval warmer gemaakt dan de Japanners zelf. De Japansche gezant te Berlijn ver klaarde van het geval zich niets aan BISMAHCK. te trekken. „Laat de Russen schepen koopen", zei hij, „wij Japanners hopen ze te kapen.' Naar 't zich dezer dagen weer aanzien hoeven de Japanners pig geen vrees voor de Russische macht te koesteren en dit zal veel bijdragen tot het kalm van gevallen als bovengenoemd, meer daar de geheimzinnigheid mee gewoonlijk in zulke gevallen handeld wordt, protesten steeds te laat komen. Ook van de „Fürst marek" is de officieele niet bekend, al gelooft men niet onrechte aan zijn gebruik voor logsdoeleinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 10