NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. De Man mei de Vier Vingers, 21e Jaargang. No. 6384 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 23 APRIL 1904 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENT1ËN: iPBR DRIE MAANDEN; llpL. ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor m V 5 j u f Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der iAj.3 r, 6 gemeente) j 3q Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per ppsidoor Nederland' 1.65 ffllSIIIIKleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. GeïHustreerd Zondagsblad, 'voor Haarlem "„°ÓZÏ& Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster, Directeur J, C PÉEREBOOM Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti6n en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Tweede Blad. Officieele Berichten rt De BURGEMEESTER van Haarlem, brengt bij deze ter kennis van de inge- Izetenen dezer Gemeente, dat het op den 18en April j.l. executoir verklaard kohier No 9 Afd. 5 op de Personeele Belasting dezer Gemeente, dienst 1904, op heden aan den ontvanger der di recte belastingen is ter hand gesteld. Wordende de ingezetenen tevens herinnerd, dat de belastingschuldigen verplicht zijn hunnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Haarlem, 20 April 1904. De Burgemeester voornoemd. BOREEL. Binnenland Christen Democraten. Te Amsterdam had plaats de verga- dering in zake de uitwerping van Staalman met zijn christen-democra- j ten. De vergadering was slechts matig bezocht, en werd door den heer Staal man bijgewoond. Onder de aanwezi gen werden vertegenwoordigers van verschillende politieke richtingen op gemerkt. als de heeren Nolting (vrij zinnig-democraat), Vliegen (sociaal democraat), enz. Mr. de Vries zeide de verdeeldheid onder de christenen te betreuren. Want er is al zooveel strijd Maar toch mag men niet zwijgen. De plicht roept een ieder, om voor zijne overtui ging uit te komen en die te verdedi gen. Wie zijn Christus wil belijden, moet de geboden Gods opvolgen, niet slechts op kerkelijk, maar ook op maatschappelijk en staatkundig ge bied. En daardoor ontstaat strijd tus- schen de belijders van denzelfden Christus. Spr. herinnerde dan aan den strijd tussclien dr. Kuyper en jhr. de Savor- nin Lobman, en hij wees er op dat conservatief ook een slechte beteekenis kan hebben, bijv. als men slechte ge woonten wil conserveeren. Ecne zoo danige is de Zondagsontheiliging waartoe vele arbeiders nog verplicht zijn, tegen hunne overtuiging in. Spr. zette daarna het goede recht der christelijk-democratische richting uit een. Daartoe ging hij in de geschiedenis terug, en wel tot het jaar 1572, toen vader Willem het waagde met de kleine Iuyden (wier nakomelingen wij zijn, zeide spr.) de worsteling met Spanje aan te gaan, ter verwerving onzer nationale vrijheid. Deze zelfde strijd werd, in socialen zin, 300 jaar voortgezet. De partij der kleine Iuy den is altijd weer het bolwerk geweest tegen eiken vijand, die in het. binnen land, of van buiten, onze zelfstandig heid bedreigde, 't Waren de hoogere standen, die vergiftigd door vreem de litteratuur de Fransche overwel digers binnenhaalden, maar de een voudige visschers van Scheveningen haalden den Oranjevorst weer binnen het land. En evenzoo verzetten zich vroeger de kleine Iuyden tegen de re genten, later tegen het liberalisme, en nu, sedert 25 jaar, tegen het con servatisme ,dat zijne uiting vindt in de coalitie tusschen anti-revolutionai ren en roomsch-katholieken. Conservatisme Men ga zelf na ae oplossing der lager-onderwijs-quaestie in den geest van het Unie-rapport bleef uit, en zal, naar minister Kuy per oi) de Unie-vergadering verzeker de, onder deze regeering, nog niet in behandeling komen. Evenzoo ging het met de sociale quaestie, hoewel dr. Kuyper vóór de laatste verkiezingen het verzuimen der arbeiders-pensio neering een fout noemde van de vorige regeering. Ja, is er gezegd, maar wij hebben een coalitie-ministerie, en de anti-revolutionairen hebben niet alles te zeggen. Doch het is uit verklarin gen der politieke medestanders in de Kamer gebleken, dat het hier niet aan ligt. O, wercl er dan bijgevoegd," maar wetten maken is zoo moeilijk en tijd- roovend. Maar het kan toch ook snel gaan als het noodig is. Immers, zeide spr., toen men in den tijd der spoor wegstaking het gezag bedreigd acht te (het gezag dat is de voornaamste ordonnantie der conservatieven) kon er wel gauw een wet worden gemaakt. Spr. ontkende voorts, dat dr. Kuy per zijn plicht als christen-minister heeft vervuld alleen reeds door de hooger onderwijswet. De Vrije Univer siteit heeft als de hoogeschool van een deel van ons volk, zeker recht van bestaan maar de christen-democra ten, de kleine Iuyden in den lande, zien er, gelijk de zaken nu staan, geen zegen, maar een gevaar in voor hunne richting, want zij verwachten er een conservatieven invloed van. Spr. legde er dan nog eens den nadruk op, dat het ministerie ook niet voor de christelijke beginselen opkwam, waai er gelegenheid voor bestond. Men den- ke slechts aan de getuigenis van mi nister Loeff over de wederinvoering van de doodstraf. De minister vond, dat de doorvoering van dit christelijk beginsel getuigde van „gebrek aan goeden smaak". Hij beleed hieromtrent dus dezelfde meening als zijne liberale voorgangers. De lieer van Munster begon even eens met eene schildering van al het geen dit christelijk ministerie in de- mocratischen zin heeft nagelaten. Spr. had in den beginne, toen dr. Kuyper eerst eer. jaar aan de regeering was, met vele andere antirevolutionairen aan de heeren Staalman c.s. toege roepen te wachten, maar de vervul ling dei- beloften, eens door dr. Kuy per gedaan, bleef uit. In het provin- ciaa81 comité ging men echter al da delijk verder met de beoordeeling van 's heeren Staalman's optreden en de heer van Oversteeg sprak er als zijne meening uit, dat men den heer Staal man moest hangen, wijl hij dr. Kuy per, „den ons van God gegeven lei der", had belasterd. Dat herinnerde spr. aan dien inquisiteur uit de va- derlandsche geschiedenis, die zich al tijd voor „hangen" verklaarde. Daar na zette spr. de quaestie der uitslui ting van Nederland en Oranje en den heer Staalman uiteen. Deze uitwer ping is in strijd met de goede vor men van het antirevolutionaire partij leven, met de statuten van de partij,1 met recht en billijkheid en Gods hei-, lig gebod. Ze is een tweede editie van het loslaten van Keuchenius door het kabinet Mackay. Spr. stipte in het vervolg van zijne rede nog aan, dat het kabinet ook niet zijne beloften is nagekomen omtrent de verhooging der invoerrechten. Gevraagd was en tevens beloofd, protectie voor de bin-; nenlandsche nijverheid en thans wordt een fiscaal ontwerp voorgesteld. Wat dat beteekent, zette spr. met een enkel voorbeeld uiteen. Er was ver zocht om eene belasting op sigaren en men biedt eene belasting op ruwe tabak aan. Daardoor zal een groot deel van den uitvoer naar het buiten land verloren gaan en 5.5 millioen aan arbeidsloon voor de sigarenmakers. Ten slotte verhaalde spr. van zijne uitzetting, die geschiedde zonder dat i „de beklaagde zich verdedigen mocht" Hij ontkende dr. Kuyper te willen te- genwerken of volger te zijn in alle j opzichten van de heeren Staalman c.s. Z. i. was jhr. mr. de Savornin Lobman, „de oorzaak, dat het aldus i gaat" en meermalen laakte spr. ook j de houding van den heer van Over- steeg, die altijd de kleinen trapte en een „man is van zeer inferieuren geest". Een stem roept„Denk om het ne- I gende gebod!" wat gelach en applaus uitlokt. Een ander protesteerde er te- 1 gen, dat de spreker buiten zijn on- derwerp ging en verzekerde, dat hij 1 den heer van Munster later gecluren- de het debat „wel krijgen zou". De. heer, die diT zeide, interrumpeerde 1 vervolgens nog eenige malen, waar op de voorzitter dreigde hem buiten de zaal te zullen zetten. Toen zweeg de in-de-rede-valler, en vertrok. De heer Munster besloot zijne rede met eene opwekking om lid te worden van de christelijk-democratische pro- pagandaclub, die zich ten doel stelt, de anti-revolutionaire beginselen te verbreiden. De heer Staalman verzocht nog eenige woorden te mogen zeggen. Hij wees erop, dat zijne uitwerping niet haar oorzaak vindt in het optreden der heeren Staalman en de Vries, maar in de woorden die spr. in 1902 sprak bij de algemeene beraadslagin gen Over de staatsbegrooting. Men besloot, dat hij „afgestraft" moest worden, maar spr. vroeg waar liet heen moest als deze theorie aangeno men en doorgevoerd wordt. Dan zal den christen-democraten in de Kamer de gelegenheid worden benomen hun beginsel onder dit coalitie-ministerie te verdedigen. Want de christelijk-de- mocratie is nu de vijand geworden gelijk de sociaal-democratie liet vroe ger was. Het was verre van spr. dr. Kuyper te willen belasteren, maar boven alles ging hem de heerlijkheid van het christelijk beginsel. De chris ten-democraten zullen vóór alles strij den voor de eer van God. Bij het nu volgend debat merkte de heer Kreuzen (antirevolutionair) op, dat de heer Staalman voor de hoo ger onderwijswet heeft gestemd. Dat bewijst, dat deze heer er toch goede: eigenschappen in vindt. Voorts las spr. een bericht voor, dien avond in de bladen opgenomen, waarin werd meegedeeld, dat de regeering dit jaarj nog alle beloofde wetten zal indie- nen, behalve de armenwet en de her- j ziening van de leerplichtwet. Als de j Kamer dus maar wil, zullen de belof ten gehouden worden. Aan den heer van Munster nam spr. het kwalijk, dat deze uit bestuursvergaderingen der partij klapte. Hij zeide, dat deze zich voor zijne taak tot het partijbe- stuur, althans tot dat te Amsterdam. had moeten wenden. Spr. zag in de christen-democraten een gevaar voor de anti-revolutionaire partij. De heer de Leeuw riep het uit, dat nog geen minister zooveel tegenwer king had ondervonden als dr. Kuy per. Bovendien moest hij eerst in orde maken, wat „de modernen" (Thor- becke en van Houten) verwaarloosden, j De debater die herhaalde malen de heeren de Vries en van Munster met den voorvinger dreigde, werd door de vergadering met spottenden bijval be- groet. De heer Nolting sprak de verwach- ting uit dat mr. de Vries zijn invloed zou aanwenden om ie voorkomen dat de hooger-onderwijswet ook in de Eerste Kamer aangenomen wordt. Dat zou een ramp voor het land «ijn Na replieken vroeg de heer Nolting1 nog eenige oogenblikken het woord. Hij constateerde dat de christenen elkander in deze vergadering belas- terd en belogen hebben, en voegde hun toe „uw christelijk beginsel is een imitatie daarvan Den heer van Munster die hiertegen protesteerde riep de heer Nolting toe i „jou vertrouw ik heelemaal nietwie Bijleveld aanbeveelt enz.", waarop de heer van Munster antwoordde dat hem dit een eer was. Op een vraag van den heer Staal man verklaarde de heer Nolting zich bereid zijn aanklacht nader in eene debatvergadering toe te lichten. Uit de Pers Over het tweede beslist natuurlijkzou worden, is voor ieder duidelijk, het Kabinet, en in de eerste plaats de En ook met dit gegeven zullen de minister van Binnenlandsche Zaken, halfgedecideerde leden der Eerste Ka als zoodanig en als Kabinetsformeer-nier rekening moeten houden, der. j Maar het komt mij voor dat in De onzekerheid had voorkomen kun- geen geval overgegaan mag worden, nen worden, of opgeheven door wat tot aftreding van het Kabinet of ook de „Standaard" kunstmiddelen noemt Vooral door de ontbinding der Eerste Kamer zóó dat de verkiezing dei- Wat dan zeker niet! Onder dezen titel schrijft Venlos afgevaardigde Dr. Nolens, in de Ven- loosche Courant een artikel. Zal de Eerste Kamer het Ontwerp- hoogeronderwijs aannemen of verwer- pén Wat zal gebeuren als de Eerste Ka mer tot verwerping overgaat Uit het feit dat deze vragen gesteld worden, blijkt reeds dat er in den po- litieken toestand zoo geen spanning, dan toch onzekerheid bestaat. Over het eerste punt zal misschien het Voorloopig Verslag dat de Éérst e Kamer over het bij haar ingediende ontwerp zal uitbrengen, uitkomst ge ven zeker de stemming. Feuilleton. door EDUARD ENGEL. 11) Hij dacht er over na. hoe die handschoen wel uit zijn jas en onder de bank kon geraakt zijn; maar wei dra schijnt hij zich de juiste om-zaak te herinneren zijn gezicht wordt weer kalm. En nu. schurk, doe wat u goed dunktMet u heb ik voorloopig afge daan ik heb genoeg van u. Ik stoor u niet meer. Pak in of pak uit. mij :s 't onverschillig, mij ontkomt gij niet meer. Nu wil ik dan inch eens zien, of ik niet inderdaad kan slapen. Mijn vreesolijke vermoeidheid voel ik nu eerst recht Mijn geheele lichaam doet me pijn. alsof men elk beentje een paar maal afzonderlijk gebroken had mijn hoofd is niet meer in staat een enkel helder denkbeeld te vor men. veel minder nog het uit te wer ken. Vermoeid, vermoeid, vermoeid. verder denk en voel ik niets en dan geheel en al niets meer. Er moeten uren verloopen zijn. Hoe veel Ik weet van niets. Niettegen staande de trein verscheidene malen stil stond, wat ik slechts in den droom even bespeurde, werd ik geen enkele maal geheel wakker. Nu wordt de deur weer opengerukt, de verwar miiTgstoestellen worden verwisseld een man. een beambte springt naar binnen. Ik beweeg mij niet, mijn reis genoot schijnt ook to slapen. De be ambte heeft ons beiden kort maarniet scherpen blik opgenomen, voorname lijk onze Kanden, daarna sluit hij de deur weer zacht. Door het venster aan mijn voeten lees ik: Venders'". De trein rijdt voort. Nog slechts weinige oogenblikken en wij zijn op Duitscb grondgebied. Die gedachte wekt me op, ik spring op. De aiubr ligt ook met wijd geopende oogen. Dezen keer begin IK met hem te pra ten. U hebt goed geslapen, mijnheer? -Uitstekend! U behoeft men dat niet te vragen. - Ja. ik slaap nooit beter dan in den spoortrein. - Dat is een kostbaar geschenk der natuur voor een reiziger. - Dubbel kostbaar voor een man van de pers. Morgen, of ik moet. wel zeggen vandaag al, moet ik weer aan de schrijftafel zitten. Zult u over de tentoonstelling schrijven Daar hen ik voorloopig al mee klaar. Eerst zal ik over den moord en diefstal in het comptoir d' escomptë schrijven. Hoe jammer, dat ik geen Duitsch versta om liet te kunnen lezen. De trein rijdt over verscheidene via ducten en door lange tunnels met ver minderde snelheid. Mijn overbuurman ziet er heel kalm. bijna als een on- noozele hals uit. Wie kan hem nog iets doen - HerbesthalAllen uitstappen douanenkantoor De moordenaar heeft liet Duitsch niet. verstaan, ik verklaar het hem. Weer uitstappen met de handbaga ge, weer scherp opgenomen door rondglurende politieagenten dan terug in den coupé. Een conducteur-, die Duitsch spreekt, netjes en flink, een genot voor iemand die uit Frankrijk komt. knipte onze kaartjes. Vooruit! Het laatste tooneel in dit drama begint., volgens derf moordenaar het beslissende, nu komt. het er op aan. het gestolen goed on bemerkt weer in den koffer te krij gen. Er blijven hem nog twee uren o\er, en ik slaan nooit beter dan in een spoortrein Het ontbreekt mij immers niet aan oefening op allerlei wijze te slapen, vooral ook kunstmatig. De man met de vier vingers zal het goed hebben. Wel zal hij eerst nog een beetje moeten spartelen,maar dat kan voor hem noch voor mij kwaad. Ik begin een onverschillig gesprek, maar hij heeft geen lust om er op in te gaan. Liefst, zag hij mij weer sla pend in mijn hoekje. Ik Iaat er hem echter tot voorbij Alten op wachten. Ook te Aken weer onderzoek van poli tie. zeer beleefd, maar zeer nauw lettend. De schurk zit er radeloos bij niet wetend wat de beambte tot ons zegt. hindert dat hem geweldig. En nu. duivelsgebroèd. pak in, pak alles in en vergeet vooral niets, opdat we te Keulen alles bijeen vinden Ik ging zóó liggen, dat ik hem den rug toekeerde. Ik heb er genoeg van. om me door flat monster te laten be gluren. Ik behoef immers niets meer te zien. Ik hoor dat de kevel in zijn 'spoorboekje bladert. Van hier uit ken ik de liin van station tot station. Tot Stolberg heeft hij nog tien minuten... Zou hij het zoo gauw wagen,? - Ha- ha, hij is nog niet zeker dat ik slaap en wacht nog liever. Zijn koffer heeft hij op de bank gezet, dadelijk na het instappen te Herbesthal. Stolberg gepasseerd nu gaat het. naar Düren. De roode gloed uit de reusachtige schoorsteenen der hoog ovens hier in den omtrek schijnt flik kerend door de portiervensters. Is dat al Düren? Dat zou al te snel zijn. Neen. Eschweiler Een minuut oponthoud Ik slaan zoo goed als ik maar kan, zonder in het oog te val len. De trein ratelt voort. en nu is hij stellig heel zeker van mij gewor den weer hoor ik het welbekende knippen van het sleuteltje, weer ruk na ruk. als hij de kussens uittrekt. Zijn lange overjas raakt even mijn elleboogdoor de stof heen voe' ik iets hards: liaha. de kolf van zijn revolver! Maar ik verroer me niet. Dan hoor ik hem pakket na pakket opnemen en in den -voffer leggen ik tel o. hij mist geen enkel Krak, de koffer is weer gesloten. ..Düren vijf minuten" Een bleek licht schemert, flauw uit het. Oosten door het venster; de mor gen breekt aan. Nog een uur tot Keu len. Nu neernt met elke minuut mijn ongeduld toe. Zou mijn telegram wel in uwe handen zijn gekomen Zoo gij niet tehuis waart, toen het mid den in den nacht kwam Zoo gij eens ergens in den omtrek van Keulen wat te doen had Nu. het overige weet gij. Richard, en nu kunt ge uw rap port wel alleen opmaken. Maar ik niet. zeide Eefje. ik weet nog heelemaal niets, ik weet alleen, dat Richard midden in den nacht maar van den minister van Binnen landsche Zaken. Ik zal thans deze mijne meening nieuwe nog door de oude Provinciale j niet nader ontwikkelen en motiveeren. Staten had kunnen plaats hebben. Als, wat ik hoop, het veronderstelde, Van „die kunstmiddelen" toont de geval zich voordoet, zal de gelegen- „Standaard" zich afkeerig. Zij zijnheid niet ontbreken daar nader op te niet aangewend en zullen ook niet rug te komen. worden toegepast. i Het komt mij echter voor dat het Dit is begrijpelijk in het stelsel van j geen kwaad kan nu reeds er de aan- hen die zich de Eerste Kamer alseeu dacht op te vestigen dat het antwoord college denken met andere roepingdoor velen gegeven ook omdat het 1 dan de Tweede niet in het stelsel door velen gewenscht is n.l. aftre- van hen die daarover denken als de ding van het Kabinet, niet het eenige, schrijver van een artikel in het „Al- niet het. juiste is. i gemeen Handelsblad" van Zaterdag 9Omdat het optreden van een Kabi- April, die op grond dat de meerder- net niet beheerscht wordt door de heid der Eerste Kamer liberaal is.samenstelling van de Eerste Kamer, besluit: ,.Dè gevolgtrekking ligt dus maar door die der Tweede, voor de hand, dat waar de geheele Omdat het zou zijn spelen in de linkerzijde "der Tweede Kamer op kaart der tegenpartij, i Maart het tegen uitsprak, ook de Omdat o.a. het vorige Kabinet bij geestverwanten in de Eerste evenzoo verwerping der eerste Ongevallen- zullen oordeelen. Onder gewone om-wet kalm is aangebleven. standigheden zou niemand een ande- J Omdat het onverantwoordelijk zou ren dau dergelijken loop van zaken zijn al den arbeid, die onder zoo be- verwachten." /warende omstandigheden door Kabi- i In deze opvatting zou in de gegeven! net en Kamer verricht is, te verijde- omstandigheden ontbinding geen ien. kunstmiddel geweest zijn maarMen hakt niet uit eigen beweging een noodzakelijke voorzorgsmaatregelden boom om op het oogenblik dat de voor den geregelden gang van wet- j vruchten rijpen en binnenkort geplukt i geving en bestuur. j kunnen worden. Hoe dit cehter zij in afwachting Niemand zal ontkennen dat de toe- van het antwoord dat op de heide bo- stand van dien aard kan worden dat vengestelde vragen door de feiten ge-! aftreding niet uit kan blijven. 1 gegeven zal worden, wordt de vraag j Er ligt zelfs iets verleidelijks in voor zal de E( rste Kamer liet ontwerp aan-Regeering en regeeringspartijen om nemen? bevestigend beantwoord doortot, de heterogene groepen, die thans hen die vertrouwen dat de Eerste Ka- meer en meer van hun doel laten blij- mer haar taak zal opvatten zooals die ken om zonder positieve verkiezings- o.a. door Buys (Studiën enz. II deelleuze het Kabinet uit het zadel te lich- p. 305 vgg.) omschreven is. j ten, te kunnen zeggen Ontkennend wordt die vraag be- j ..n ne suffit pas d'entrer. antwoord door hén, die in de Eerste n faut sortir d'ici". Kamer slechts een politiek lichaam Maar, indien deze zoogenaamd vrij- zien, waarvan de toevallige en bijzinnige groepen hun doel bereikt heb- de gratie der Regeering bestaande ben, zijn zij niet alleen in de klem of meerderheid gehoorzamen moet aan in den impasse geraakt, maar het ge- de daarmee correspondeerende min-heele land. derheid in de Tweede Kamer. En daarom moet dat uiterste, waar- Op de tweede vraag wordt door ve- m aftreding van dit Kabinet zou moe- len als een vanzelf sprekend antwoord ten plaats hebben, met alle kracht gegeven dan treedt, althans indien voorkomen worden. ontbinding der Eerste Kamer geen uit-Door den politieken zin der Eerste zicht geeft op omzetting, of wel als die; Kamer. ontbinding niet naar den geest der I Maar niet minder door de eensge- Regeering uitvalt dan treedt het zindheid en de werkzaamheid der re- Kabinet, of ten minste dc minister van geeringspartijen ook bij de verkiezin- Binnenlandsche Zaken af. j gen voor de Provinciale Staten. Ik zou als antwoord willen geven j dat zeker niet. We lezen in „De Standaard" onder Wat dan j den titel Politieke vraagstukken zijn geen kensommen, ze bevinden zich niet 0 e© lighedeu in het rijk van het absolute, van her. De discussie is in vollen gang tus- noodzakelijke. zoodat te allen tijde en 1 *Hien den heer Schaper andere te eiker plaatse dezelfde oplossingj voormannen van de 1). A. P Op ,j. j. i. h de zuurzoete vermaning van ..Het geldt- Z'j behooien tot et geb ed vj j 0jk ilC.c,{t de lieer schaper, een zeer het contmgente, waarop de omstandig iang artikel geschreven, waarin hij heden beslissenden invloed hebbci onderscheid maakt tusschen de Am- Dat de toestand dan zeer moeilijksterdanische en de buiten Amsterdam Worstelend en van machtelooze woe de schuimbekkend schreeuwde h ij tot Richard Wie zijt gij Wat wilt gij van niij Laat mij los Ik trad naast Richard en greep zon der een woord te zeggen, in de jas van den moordenaar, nam, terwijl hij verbluft stilstond, zijn revolver en zijn handschoenen er uit en zeide tot hem in het Fransch Permitteer ine, u mijn broeder, mijnheer den commissaris van politie voor te stellen, wien ik, door uwe vriendelijke tusschenkomst uit Erque- linnes telegrafeerde. Ik hoop, dat gij van de vier millioen franken geen en kelen in den coupé hebt laten liggen, en wanneer gij in het vervolg bij moord en diefstal weer eens een hand schoen met vier vingers gebruikt laat hem dan niet weer op den vloer van den coupé vallen. Toen liet ik hem den handschoen et zijn vier uitgespreide vingers zien. De blik, dien hij op mii sloeg, was zoo vol van doodeliike en machtelooze woede, dat ik dezelfde gewaarwording kreeg als in den nacht, toen ik zijn vingers om mijn hals meende te voe len. Nu kromp hij ineen. Ilij wist, dat hier geen woede of list meer hielp. Zonder zich te verzetten, liet lv: zich naar de politiewachtkamer van liet station brengen, waar zij hem de handen knevelden. En ga nu maar i>een en maak een heel mooi rapport voor uw chef. Op uwe gezondheid, lieve schoon zuster EINDE. werd opgescheld, tot mij zeide- - ..Dienst slaap maar gerust door, zich aankleedde en weg ging. Nu, vervolgde Hans, s-ü hadt hem moeten zien. mijn man met de vier vingers, hoe opgeruimd hij uit stapte, toen de trein hier op het per ron stil hield, en hoe hij, na een snellen blik op het perron gewomen te hebben, op mij wachtte om afscheid van mij te nemen. Ik had Richard, achter den rug van den moordenaar, die uitstapte, een wenk gegeven, nog even te wachten. Richard stond met twee kerels als hoornen bij den uit gang naar de standplaats der rijtui gen. Alles was dus in orde. De man met de vier vingers had een dienstman, die zich aanbood, barsch afgewezen en droeg zijn stellig niet lichten koffer zelf met heide handen. Dicht bij den uitganw lot waarheen ik naast hem liep. zette hii hem neer, om den koetsier van een vigilante te wenken. Op dat oogenblik stak ik hem de hand toe en zeide, zoodat Richard dicht bij ons elk woord kon hooren, in 't Fransch tot hem Goede reis, mijnheer! en toen tot Richard en-zijn beide agenten in echt Duitsch --- Grijpt den moordenaar! Gelijk ijzeren haken sloten beide handen van hen om de pols van den schurk. Nooit zag ik een beeld van zulk een wanhopige ontzettin"- Maar dat duur de slechts eenige seconden, toen rukte de man als met reuzenkrachten aan de banden, die hem vast hielden, zoo dat de beide kloeke kerels moeite hadden hem te houden. Richard trad dicht naar hein toe en zeide hem be daard in 't Duitsch Gij zijt mijn gevangene

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5