De Wildstrooper.
ALLERLEI,
gen'
den. Het onderstaande zal doon zien
dat de Overheid waarlijk geen onge
lijk had, waar zij meende, dat de
animo voor liet spel een groot gevaar
opleverde, niet alleen voor de deelne
mers maar ook voor de omstanders-;
want gaandeweg werden de gemoede
ren meer verhit, en meestal had men
na afloop van het in vriendschap be
gonnen gevecht zwaargewonden, ja
zelfs doodeu te betreuren.
Intusschen zou het decreet volgens
bekendmaking van den mayeur voor
één dag worden opgeheven in het
jaar 1438 bij gelegenheid van het be
zoek dat hertog Philips de Goede aan
zijne goede stad Namen wenschte te
brengen. Groote vreugde en opgewon
denheid lie er scli te in de vesting en
hare omstrekende zoo vele jaren in
een hoek gebleven stelten werden voor
den dag gehaald, nagezien en in orde
gebrachtdo matadors van vóór 27
jaar, vergetende, dat zij de veertig en
vijftig voorbij waren, oefenden zich
om strijd en onderwezen de jongeren
in de regels en eischen van het spel.
De twee partijen, die zich ten aan-
schouwe van hertog Philips zouden
meten, waren de „Mélans" en de
„Avresses"de eerste groep was sa
mengesteld uit de eigenlijke inwo
ners der stad, d. w. z. uit diegenen
welke binnen de derde omwalling
woondende Avresses huisden in de
voorstedenhet waren flinke man-,
nen, meest allen behoorende tot het
gilde der bierbrouwers, steenhouwers,
houthakkers, leerlooiers enz.
Op den dag, bepaald voor het groo
te feest, verdrong zich eene saarnge-
pakte menigte op de Groote Markt,
alwaar ook de hertogelijke tribune
voor den hoogen gast en voor de hof-
en stadsdignitarissen was opgeslagen.
Vol ongeduld wachtte het opgewonden
publiek op den intocht der Avresses,
en ook de in slagorde opgestelde Mé-
lans konden nauwelijks door hunne
leiders in bedwang worden gehouden.
Eindelijk klinken in de verte de to
nen der krijgsmuziek en onder het
gejuich der menigte marcheeren de
stoere buitenlui de stad binnen en ne
men hunne stelling in tegenover de
tegenpartij. Snel worden de uitdagin
gen gewisseld, de vaandeldragers ne
men hunne plaatsen in aan weerszij
den der tribune en het sein tot den
aanval wordt gegeven.
Met inachtneming der voorgeschre-
Avresses door hunne tegenstanders
eerst van Üe Groote Markt afgedron
gen, en trots alle pogingen om het ver
loren terrein te herwinnen, moeten
zij met smaad overladen nog verder
terugwijken en worden door de Mé-
lans de poort uitgedreven. Nu kent
de razernij geen grenzen meer. In de
dolste sprongen geeft de menigte
uiting aan hare uitbundige vreugde.
De overwinnaars Vormen een optocht
en trekken jubelend tot vóór de her
togelijke tribune, waar Philips ae
Goede zich blijkbaar vermaakt met
den buitengewonen aanblik, dien de
Mélans nu aanbiedenhet eene oogen-
Iblik huppelen zij voort op één been,
terwijl zij de andere stelt boven het
hoofd zwaaien ten teeken van over
winning dan weer begeleiden zij de
muziek door in een bepaald tempo den
steltvoet langs het plaveisel te laten
sleepen. De opwinding bereikt haar
toppunt als de hertog een groote geld
som als prijs aan de overwinnaars
doet uitreiken, en persoonlijk met
eenige welwillende woorden de Mé
lans geluk wenscht met hunne over
winning.
Geen wonder dat daarna menig vat
goeden Franschen wijn werd gele*
op de gezondheid van den vorst, en in
de algemeene opgewondenheid wer
den de builen en wonden grooten-
deels vergeten. Doch de overheid had
blijkbaar een beter geheugen, en daar
men in de stadsarchieven het eerst
volgende spiegelgevecht op stelten
pas weer vermeld vindt in de 16e eeuw
kan men veilig daaruit besluiten, dat
het bestuur der stad in het belang
der inwoners gemeend heeft het de
creet in volle gestrengheid te moeten
blijven handhaven.
Rubriek voor Dames.
anderen te benadeelen, zij zal voelen,
wat het waard is die bekrompenheid Zoodra Claude zijn meisje had
van zich te schudden en daardoor thuis gebracht, begaf hij zich onver
kans hebben die haar omgeving ook wijld naar zijn eigen hut, die, ver
af te leeren i van de andere woningen verwijderd,
„Domheidsmacht" met recht verte-jgansch alleen op een rotsachtige
geuwoordigd door een vrouw
Daar moet onze trots tegenop ko
men
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
hoogte stond, bijna geheel verscholen
achter het dikke bladergordijn, dat
de zware takken van een reusachtigen
eik er voor geschoven hadden. In-
plaats van de boschpaden te volgen,
liep hij daaraan evenwijdig tusschen
de hooge woudreuzen voort. Voor an-
De beste manier om knoopen aan «leren zou dit zelfs bij helder dag-
te zetten is, ze op de stof te leggen,lichtzoo goed als onmogelijk geweest
dan dwars over de gaatjes van den;ZÜ»; maar voor hem was dit een al-
knoop een speld te leggen. Naai door]ledaagsche zaak hij kende immeis
de gaatjes over de speld heen; neem;c^en boom, en wist juist waai de
de speld weg en de knoop zit niet vastzware takken den doorgang y ersper-
H.-in nnl- vürffictA nil 7iph nnnit Til Cl
tegen de stof aan. Wind den draad
een'ge malen om den knoop heen en
hecht den draad af.
II. Men beweert, dat nieuwe lam
peglazen duurzamer zijn als men ze in
water legt en het water langzamer
hand aan 't koken brengt.
slank, maar toch krachtig gebouwde
jonge man,- was nog op de openge-
hakte boschplek achtergebleven, en
staarde, op een omgehouwen boom
stam gezeten, misnoegd voor zich
heen. Alleen tusschenbeidc. als het
even ritselde achter den dichten groe
nen bladerwand, die de plaats van
drie kanten insloot, hief hij het hoofd
op en luisterde met gespannen aan
dacht toe, om dadelijk daarop weer
in zijn vorige sombere stemming te
vervallen. Somtijds dwaalden zijne
blikken naar zijne gereedschappen,
Ik heb een beschrijving gelezen van'die naast hem op het mos lagen;
onzen bloemendag van vqrleden Zon-maar dan wendde hij telkens weer
dag als een dag van veel stoffige, het oog wrevelig af.
verhitte menschen en stoffige, ver-
Het begon te schemeren. De nijvere
houthakkers, die den geheelen dag
lustig de zware bijl gezwaaid had
den, hadden hun verdelgingswerk ge
staakt en waren de een na den an
der heengegaan, om in hunne nede- - -
rige, eenvoudige hutten uit te rusten'lijk opsnoepen. Toen nu eindelijk al-
van hun vermoeiend dagwerk. A ns-: «wOjj/OMie
Slechts één enkele arbeider
denook vergiste hij zich nooit in de
ongelijkheid van den golvenden bo-
deyi. 'tZou nog voor het eerst moeten
gebeuren, dat hij onbesuisd tegen een
boom of tak stiet. Toen hij op deze
wijze zijne woning' bereikt had, sloot
hij de deur achter zich met een wer
vel dicht, haalde zijn geweer te voor
schijn, dat hij in een uitgeholden balk
in een hoek van het vertrekje bewaar
de, en begon alles nauwkeurig na te
zien. Hij haalde den haan eenige tria
len over, en met een uitdrukking van
het grootste welbehagen op het gelaat
knikte hij dan goedkeurend, ten tee
ken. dat alles in orde was. Vervolgens
zag hij zijn kruithoorn na en begon
op zijn uiterste gemak het geweer te
laden, met opzet elke beweging ver
tragend, om zoolang mogelijk van
iedere bezigheid te genieten, op de
zelfde wijze als kinderen een kostelij
ke lekkernij met kleine beetjes tege-
Weesr werd de stilte door een nauw
flenste bloemen. Hoe is 't mogelijk j merkbaar geritsel verbroken Terstond
Wat kan één zelfde omgeving toch jlichtte 'le J^nge houthakkei het hoofd
ISStSÏ een het gXid TerdóS™ l?fd. Daar
Miin indruk was veelTrooliike le-n»derde over de open ruimte, die de
veuslustige van bun vrijen dag dag «P het *0^
ren regels werpen de troepen zich op tende menschen en veel trissche «1-1 [3 {neisie trimÏÏe
elkandervan weerszijden tracht men den met Weorige. trotsch prorrttende de Uomstamnfen twen, die
den tegenstander uit „het zadel te bloemen. Nu ja, ik zag wel de ver-,sch0(s cn schee( d00réén lagen en
lichten, doch slechts twee wegen staan tlenste bloemen m de handen, aan de spron„ v;m den eenen op den ande-
«i„fiofcon nf nm rta hnl7Pn maar 7.11 WA-
daartoe oepn men mag beproeven fietsen of om de halzen, maar zij Ya"|rên over, terwijl zij zich'met de wijd
met het onderste gedeelte der stelt ^en miJ zoovele bewijzen dat an-uitgestrekte armen in evenwicht
n waaT" XdT?S^en als ikJ^je ^Sjks^mSkt^f Wj
.ten, waardoor hij zandruiter wordt, dat verlangden een stukie van dat J nauwenjKs opgemeiitt, 01 nij
en niet zoo spoedig weer op de been j te nt rees ei? haar tegemoet
kan komen of men tracht tot het- men, dat echter maar al te gauw ver
zelfde doel te geraken door den vijand flenst, maar dat toch thuis in water
met den elleboog omver te stooten, gezet, weer opleeft en door zijn geur
waarbij dé handen de stelten moe-de herinnering aan het buitengenot
ten vasthouden ter hoogte van de tevendig houdt. Uu,., „u,,,,
maag: ..il manotte au stoumac" zon- .Ik. za? eeïr groepje heeren en dames. aan te staan, dan tot nog toe het ge-
als de term luidt - rerwiil de eer^t he mt Amsterdam misschien wel winkel- vai was riep Z1j hem opgeruimd toe, - -
ïw™Jpt fli'p n if 1, !i meisjes en bedienden, die alleen op en legde haar beide handen op zijnuit, steeds verder, in de richting van
schreven methodewordt aangeduid dezen dag de kans schoon zagen om breede schouders. Komaan, biecht nuden poel, die ginder m het diepst van
les gered was, gebruikte hij schielijk
een sober maal en stond toen op om
op zijn laatsten strooptocht uit te
gaan.
Op het punt van zijn hut te verla
ten. keerde hij echter opeens weer te
rug en haalde een paar lichte houten
klompen te voorschijn, die hij in zijn
weitasch stopte.
„Ik heb Jeanne beloofd voorzichtig
te wezen, en waarom zou ik dat
niet sprak hij in zichzelven. „En als
ik Clupin daardoor een poets kan
bakken, zal ik het niet laten.
Toen draaide Claude den wervel dei-
deur om een slot hielden de arme,
eenvoudige bosclibewoners er niet op
na, omdat daarbinnen toch zoo goed
als niets te stelen viel en stapte
haastig het bosch in.
Onhoorbaar gleed de woudlooper
tusschen 't overhangende groen door
geen tak, geen blad duidde door eenig
geritsel aan, dat daar een mensch
haastig voortschreed. Wat ademde de
vrije natuurmensch, de hartstochtelij
ke jager, hier ruim onder het donkere
boschgewelf. Hoor, daar bewogen de
bladeren voor hem, dicht langs den
grond dat moest een haas zijn, die
vlug het struikgewas in wiptehoog
in de lucht klonk bij tusschenpoozen
de rauwe kreet van een reiger, die
wat laat in den avond terugkeerde en
zijn nest opzocht. Dan weer vernam
zijn geoefend oor uit het dichtst van
het woud het nauw hoorbare, korte,
schelle gekef van een vos, en de bosch
uilen waarschuwden elkander met
hun droefgeestigen roep, dat het tijd
was om op roof uit te gaan.
Al die geluiden brachten den stroo-
per in een aangename stemming, en
loerend en luisterend drong hij voor
door het woord „pitter".
hun geliefd Amsterdamsch stof (dat j eens op want aan uw zeurig gezicht bet woud, half onder het zware ge-
schouwspel legde hertog Philips lang- wordt) achter zich te laten en eens gebeuren, voor dat de woudlooper in alleen van tijd tot tijd de dorstige
zamerhand zijne gewone terughou- ruim adem te halen op open wegen een fatsoenlijk houthakker veranderd wouddieren aan zijn modderige, dicht
dendheid af en het was duidelnk te tusschen velden vol kleurenpracht en'is. met biezen begroeide oevers zag. Men-
P7npifnr met he. bloemengeur. Ik stelde mij voor, hoej De jonge man knikte en mompeldeschen kwamen hier niet, of 't moesten
die alle eenigszins bleeke jonge meis- half binnensmonds: stroopers zijn, zooals Claude. Bij deze
jes dagelijks in een donker magazijn Ja, er moet noc heel wat gebeu- i waterkom hoopte de jager hetbegeer-
De beide partijen, ieder eenige hon- achter de toonbank stonden om ren, voor ik met lust de bijl zalde wild te vindenwant de sporen,
derd man'sterk, waren in aantal el- steeds belangstelling te toonen voor dezwaaien, en geloof me, Jeanne, ais.die hij des ochtends gezien had, leid-
kaar gelijk; en waar de Mélans aan inkoopen van anderen, om waar aan'het niet om u was, dan had ik mijn den naar deze plek. Behoedzaam, zon-
a.1, Cu Jici v> no uuiuuiijn
zien, dat de hooge bezoeker met be- a-oe?ïfP^e"V
langstelling het tafereel gadesloeg.
kracht tekortschoten tegenover de te prijzen, om doozen te voorschijn te
veel forschere Avresses, hadden zij een halen en weer op te bergen in 't
onbetwistbaar voordeel door hunne eindelooze en ik genoot met die
grooieic- vlugheid en behendigheid. i°ÏÏPe mfnschen mee,
's Hertogs aandacht werd van de
strijdende partijen herhaaldelijk afge-
Hoe
leid door het buitensporig gedrag der naar streken van bloemenpracht"
vrouwen en kinderenzij drongen lentegeur. Altijd dat staan en afwach-
zich in het heetst van den strijd, moe- ten en nu zelf handelen en genieten
digden hunne bloedverwanten en Onze stad is zoo mooi om haar om-
vrienden aan in de meest bloemrijke streken.
taal, hielpen hier een stelt vastmaken; ,Dle kleurige bloemen op de velden
reikten daar een dronk ter lafenis, in ?ls Pas "o ,'6"'8 haar mtree "ee,ft ^er
gereedschappen reeds lang wegge-der dat een takje kraakte, sloop hij
smeten en mijn oud bedrijf weer op- °P den waterkant toe en tuurde door
gevatwant o. Jeanne, vervolgde hij de openingen in het loover of hij niets
op hartstochtelijken toon. ge weet j bon ontdekken. Eensklaps stond hij
heerlijk om na zooveel werkniet hoeveel kracht het mij kost aanst'b bij had iets gehoord^en luisterde
t zijn geoe-
e van eentonigheid eens flink de-spieren het werk te blijven, terwijl daar om ,net ingehouden adem. Ha.
te sebruiken, zichzelf voort te trappen mij heen het wild vrij rondloopt en droog zich nietwant wat
ua.au, weet u, waaraan ze mij wel
één woordverhoogden met weimg esn5 heW)en doen denken
de drukte en het tumult. Toch begon ^an lokmiddelen,
langzamerhand de belangstelling 'op Van het grootsche in de natuur
de tribune een weinig te verflauwen, kunnen de menschen niet dadelijk ge-
daar de beide partijen al langer dan nieten, dat heeft niets prétentieus
een uur handgemeen waren, zonder bet is daar bescheiden, het toont geen
dat er uitzicht was op eene beslissen- in 't oogloopende kleuren of doordrin-,
de overwinning van een Imrer en g^eTo'doTSt tXns f hielen heeft géseten, a,
een met de regelen \an het spel be- weer te zlGn welnu de schitterende giJ.'<?ien dan niet? vroeg zij op v
kend toeschouwer zou opgemerkt heb- bloemen lokken ons om meteen bijna' dneügen toon. Hij is zoo uitgeslapen,
ben, dat, zoowel bij de deelnemers zonder dat wij 't merken onder den|Als h'J eens betrapte..'
als bij het publiek, eene zekere mate invloed te komen van het mooie, datj a" v.. a° 'r1 ^eer .gebeu
van zenuwachtigheid zich begon te niet maar enkele dagen duurt. maar|[|n^^ Q"l>m Oaudé, stroopai-
niMnUvon A;,, r,f v, a - .,ii-., <inc in a nu f] An 1 a ii flfipf o-Aniofpn var»!16 snni_ ai «j, jeamic. Siu=> i'C °P
hun velerlei geluiden tot mijn of rfend oor daar opving, was het eigen-
doordringen. - aardig geluid, dat een dier maakt bij
Het meisje zag hem met haresroo-bet grazen, wanneer het met den ru-
te oogen medelijdend aan, maarwen tong de grasbundeltjes aftrekt,
sprak geen woord. Met kloppend hart gluurde hij tus-
Maar, ging hij voort, ik wil, ik schen de bladeren door en ja, daar
zal, wat ge noemt: een fatsoenlijkzaS bij bet lang gezochte wild: het
werkman worden doch gun mij dan was een prachtige reebok, die, van
het genoegen nog één schot te doen, geen gevaar^bewust, het malsche .gras.
ui,ju laatste schot, en dan breng ik u
mijn trouwe buks, en gij kunt er mee
handelen naar welgevallen.
Zij wierp hem tusschen hare zwarte
wimpers door een bezorgden blik toe
En Clupin, de sluwe boschwach
ter, die u reeds zoo dikwijls en zoo
ackj.
openharen die aantoonde dat allen
naar den eindstrijd verlangden. In
derdaad klinkt weldra de kreet
„Boute a tot
Eerst slechts aarzelend door eenige
ons maandenlang doet genieten van ie li5- 1"; "P;
zün nracht (gewonden voort, mijn hand ïeuktnnj
Maar dan moeten wij ons ook laten!™» "SS
foil om lino- pon piikpIp mflfil mnn
lokken, huiselijke beslommeringen of
onaangenaamheden niet trachten te
vergeten in stoffige winkelstraten,
stemmen geuit .wordt hij weldra door waar onze blik geen gelegenheid heeft
allen stormachtig herhaald, en aller zich te verzuimen maar buiten bui-
blikken vestigen zich op de tribune ten tusschen de velden met madelief
waar "de mayeur na eenige aarzeling jes.t eïl pinksterbloemen onder het
een vraag richt tot den hertog, waarop ae^herische waas van het jonge lente-
Ar,. rv-? i groen. Daar schijnen alle muizenissen
deze met een hoofdknik bevestigend £lein daar voeien wij ons moediger
antwoordt; daarop wendt zich de ma- worden en zachter gestemd tegenover
gistraat naar de menigte en geeft dl» maatschappij. Daar kunnen wij
het zoo vuiïg verlaagde sein, dat met veel vergeten van wat ons niet onver
donderend gejuich wordt begroet. diend den naam van bekrompenheid
Het is onmogelijk eene goede he- en domheid geeft,
schrijving te geven van hetgeen nu Och heden, wat zijn wij er slecht
volgt. Het „boute ii tot!" heeft allo afgekomen bi) den schrijver van
spelregels opgeheven en van af dit
oogenbhk is het lederen deelnemer Jen z00als wij allen kennen,
geoorloofd den tegenstander buiten geen overdreven, onmogelijk type,
gevecht te stellen onverschillig op neen, een vrouw, die in den gewonen,
welke wijze. Het is niet meer een oppervlakkigen omgang voor sym-
spiegelgevecht, waarbij handigheid en pathiek doorgaat; op haar maniereen
goede taktiek de overwinning moeten zorgvolle echtgenoote en moeder en
verzekeren, maar het tot nutoeonge- t°cb zooveel onheil sticht, dat zij
vaarlijke spel is ontaard in ec~ Dittc ha?r ei®6n -faI?I.hc en ??k n0®
andere ongelukkig maakt.
Als zoo'n vrouw nu eens in plaats
ren strijd, waarbij nien elkander met
de vuisten bewerkt, de hoofden tegen van zjch me^ beuzelingen bezig te hou-
elkaar bonst, met de stelten er op los den naar buiten gaat onder de hooge
slaat, ja zich zelfs niet ontziet ge- boomen of op onze mooie duinen en
heele brigades omver te werpen, eene gaat denken, wezenlijk ernstig denken
manoeuvre die blijkbaar geene moei- over wat er al bekrompen is in haar
lijkheden oplevert voor ervaren stel
lers, en die uitgevoerd wordt door op
één been staande, de andere stelt mot
kracht in horizontale richting te slaan
tegen den opdringenden vijand.
Na een hevig gevecht worden de
gedachtenloop, als zij haar best doet
ernstige boeken te begrijpen, goede
drijfveeren te zoeken bij ieder, die
haar nu achterdocht inboezemt, als
zij daardoor de zwakkheden van ande
ren vergeeft, dan zal zij vanzelf op
houden met door kwaadsprekendheid
gen, om nog één enkele maal mijn
oud jachtgeweer te omklemmen, nog
één schot te doen, en juist vandaag is
die begeerte sterker dan al mijn wils
krachtwant vanochtend vroeg hpb
ik de versche sporen ontdekU van e>-n
dier, dat hier slechts hoogst zelden
voorkomt, een reebok; en toen ik dat
zag, voelde ik mijn hart kloppen van
ontroering. „Dat wild moet en zal ik
nog schietenriep ik opgewonden
uit, „het koste wat het wilEn dan,
weg mijn geweer, weg voor altijd, en,
zooals mijne Jeanne het uitdrukt, een
eerlijk beroep gekozen."
Hij zag haar vragend aan.
Kom, liefste, zei hij bijna smee
kend, zeg „ja" en maak mij geluk
kig gij kent mijn hartstocht voor de
jachtgun me dat laatste schot. Wilt
ge?
Hij had haar beide handen gegre
pen en sloeg haar in angstige span
ning gade.
Doe, zooals gij wilt, zonderling
mensch, gaf zij eindelijk ten ant
woord maar beloof mij, het gevaar
niet op te zoeken en zoo omzichtig
mogelijk te werk te gaan...
Zij wilde nog meer zeggendoch
hij luisterde niet verder, maar drukte
haar kleine handen aan zijne lippen.
Dank, dank, JeanneMorgen
breng ik u geweer en reebok, en dan.
ja dan eerst, wil ik een vlijtige hout
hakker worden en mijn geliefkoosd
bedrijf voor altijd vaarwel zeggen.
Toen wandelóen zij samen, opge
ruimd en vroolijk gestemd, verder, en
praatten lang en veel over de dagen
van ongestoord geluk, van voortdu
rend samenzijn, die hen wachtten.
afsclieerde. Langzaam bracht de stroo-
per de buks omhoog, drukte de kolf
tegen zijn schouder én schoof met den
loop de overhangende twijgen een
weinig ter zijde om zooveel zuiverder
te kunnen mikken. Opeens hief de
reebok den sierlijken kop omhoog, hij
scheen onraad te bespeuren en snoof
onrustig de lucht rondom hem op.
„Nu niet getalmd", dacht Claude.
Voorzichtig legde hij recht op het
voorhoofd aan en... pang daar dreun
de het schot. De getroffen reebok deed
een geweldigen zijsprongmaar viel
toen stuiptrekkend op het gras neer.
Als de wind zoo snel was Claude op
zijn buit toegesprongen en beschouw
de het stervende dier een oogenblik
met welgevallen toen bukte hij zich
en sneed met zijn jachtmes den hals
slagader door om het dier te laten
uitbloeden. „Een prachtig beest
mompelde hij met zelfvoldoening, ..en
mijn laatste schot ten volle waard."
Intusschen had hij een touw te voor
schijn gehaald en begon nu daarmede
de pootén van den bok samen te bin
den. otn hem zooveel gemakkelijker te
kunnen dragen. Spoedig was dit werk
afgeloopen en juist had Claude den
buit op zijn rug genomen, toen hij
niet ver van zich af hoorde kuchen.
Blijkbaar deed de persoon, die op deze
wijze zijne aanwezigheid verried)
moeite zijn hoest te onderdrukken
maar Claude had het zwakke geluid
terstond vernomen. Oogenblikkelijk
was hij opgesprongen en vloog meer
dan hij liep in een tegenovergestelde
richting, als waarin hij gekomen was,
tusschen struikgewas en kreupelhout
door voort, zonder een oogenblik stil
te staan, zoodat hij den poel spoedig
ver achter zich had.
..O. Clupin, jou slimmerdwaarom
laat je dien hoest niet thuis, als je
stroopers wilt snappen De nacht
lucht is niet goed voor je, mijnheer de
boschwachter", mompelde Claude, ter
wijl hij zijn lachen nauwelijks be
dwingen kon.
Spoedig had de strooper een groe
ten afstand door het. bosch afgelegd,
zich steeds verder verwijderend van
de plaats, waar zijn hut stond.
„We zullen je morgen een kostelij
ke wandeling laten maken, als je
mijn spoor mocht volgen, handige
spionDit zeggende, zette hij den
voet op een boomstam, die over een
snel stroomende heek als brug dienst
deed, om zoo den anderen over te be
reiken. Daar aangekomen, liet hij zich
bedaard op den knoestigen stam ne
der, trok toen zijn schoenen uit, borg
die in zijn tasch en haalde daaruit de
klompen te voorschijn.
„Ziezoo, mijnheer Clupin, ik wil je
uitstapje nog wat langer maken zoek
nu maar eens goed, of je het spoor
van Claude den strooper nog kunt
vinden." Toen hij dit gezegd had.nam
hij zijn zwaren last weer op den nek
en begon nu, achteruitloopende, zijn
weg te vervolgen. Alleen iemand als
hij, die in het woud volkomen thuis
was, was in staat op deze wijze koers
te houden en daarbij nog betrekkelijk
snel vooruit te komen. Zoo bleef hij
doorloopen, totdat hij een steenachti-
gen rotsgrond onder zijne voeten voel
de toen keerde hij zich weer om en
liep gewoon doorwant de harde bo
dem maakte het volgen van een voet
spoor onmogelijk.
Onder al deze bedrijven had de tijd
evenwel niet stil gestaan, zoodat de
morgen reeds grauwde, toen Claude
in een genoeglijke stemming hij zijn
hut aankwam. Na den wervel omge
draaid te hebben, stiet hij de deur
open en wierp het wild op den steenen
vloer neder.
„Lest bestriep hij met zelfvol
doening uit, terwijl hij met trots den
prachtigen reebok beschouwde.
Ja, wel lest best, vervloekte wild
dief klonk het opeens in de ooren
van den argeloozen strooper, en met
een trad achter de geopende dour de
welbekende gestalte van den bosch
wachter te voorschijn.
Als van den donder getroffen, staar
de Claude den gehaten Clupin aan,
die hem met, een grijnslach van ge-
neegen en met loerende blikken aan-
zag.
Stroopers in hun eigeu huis te
pakken is heel wat eenvoudiger, dan
ze in het bosch na te zetten, hè ging
de boschwachter voort, terwijl hij den
betrapten wilddief naderde,
j Claude had van schrik en ergernis
nog geen woord uitgebracht en zag
nog steeds verbijsterd den boschwach-
tér aan. Maar tóen hij Clupin's hand
op zijn schouder voelde, en hem de
woorden tegenklonken „In naam dei-
wet zijt gij mijn gevangene, Claude,
I dc strooper toen besefte hij eerst
i recht, wat er gebeurd was. Zijn oude
woeste natuur kwam weer boven, zijn
wilde, onbeteugelde hartstocht kreeg
de overhand. Zou de vrije woudlooper
zich als een kind overgeven en naar
de gevangenis laten sleepe_n. en dat
nog wel door dien gehaten bosch
wachter. die hem brutaalweg in zijn
j eigen woning opwachtte om hem in
boeien te sluiten, alleen wijl hij een
stuk wild geschoten had Behoorden
die wilde dieren niet toe aan hem, die
ze wist te bemachtigen, of had de
goede Hemel ze soms alleen voor den
rijken landheer geschapen
l Al die gedachten bruisten onstuimig
in zijn ziel op. Tegelijk voelde hij den
druk van Clupin's hand.
I Weg die hand Raak me niet
aansnauwde hij den boschwachter
toe en trok zijn schouder terug, alsot
een adder hem had gestoken. Durf
I jij, Clupin, het wild in zijn hol op-
zoeken, dan moet gij ook weten, dat
1 liet wouddier zijn natuur niet altijd
kan bedwingen. En daarom, terug,
kerel, voor ik een ongeluk aan je bega:
Mijn huis uit
Watschreeuwde de boschwach
ter nijdisr. wild stroopen en dan nog
de wettelijke overheid te lijf willen
Laat je de boeien aandoen, wilddief,
of 't zal je bezuren siste hij tusschen'
de tanden door en rammelde met de
stalen boeien.
j Weg, er uitbulderde de stroo-
per den boschwachter nogmaals toe
en wees naar de deur.
Hij gevoelde, dat h" alle zelfbe-
i heersching verloorhij trilde van
woede.
De boschwachler zag hem uittar
tend aan en opende den mond om een
nieuwen stroom van woorden uit te
j laten doch zoover kwam hij niet. Als
een getergde leeuw was de jonge man
I op den indringer toegesprongen, met
1 zijn eene hand greep hij hem in de
borst, met de andere b" den leeren
I riem. die om zijn middel sloot. liet
j baatte niet of de man al poogde zich
j los te rukken, of hij al schreeuwde
van„overheid en openbare macht
Met reuzenkracht tilde Claude den
gehaten boschwachter van den grond.
HR dacht er slechts aan, zijn drift,
zijn wrok den vrijen teugel te vieren.
Tot boven zijn hoofd hief hij den man
op en slingerde hem toen met kracht
van zich. Een rauwe kreet, een zware
plof... en de al te ijverige man dei-
wet lag met gekneusde leden op den
harden steenbodem, dicht bij den stei-
len rotskant.
Kreunend poogde Clupin zich op te
richten: h" merkte niet. dat hij op
don rand der steilte lag. Nog één be
weging. en hij verliest ziin evenwicht.
Toen zag de ongelukkige opeens, welk
gevaar hem dreigde, hij wilde zich
aan de helling vastklampen, maar zijn
handen tastten tevergeefs in de lucht
rond om een steunpunt te vinden.
..Help 1" gilt hij in zijn. angst,
„help
Toen Claude toeschoot om den on
gelukkige te grijpen, was het reeds te
laat. Met een vloek op de lippen sloeg
hij achterover van de rots en viel op
de scherpe steenen, die beneden den
grond bedekten, te pletter. Geen
kreet slaakte hij meer. De val had
hem onmiddellijk gedood.
Als wezenloos stond Claude nog
daarboven voor zijn woning. Een
oogenblik zag hij verbijsterd en bleek
als een doode om zich heen. Toen
boog hij zich over den rotsrand heen
en zag den man, die daar even nog
voor hem stond, roerloos op de steen-
brokken liggen. Hij rilde bij dien aan
blik.
.Clupin Clupin gilde hij. Maar
alles bleef stil. Toen holde hij het. pad
af om den voet der rots te bereiken.
Daar stond hij voor de plek, waar de
man was neergestort. Angstig onder
zocht hR het lichaam. Wie weet...
misschien... ach. neen, hij zag het,
hier viel niets te hopen.
Die man was dood, en hij was zijn
moordenaarNa die ontdekking
moest hij zich aan den rotswand vast
klemmen. om zich staande te houden.
De woudlooper, die zich voor een
oogenblik door zijn drift had laten
meesleepen, wro*-"- wanhopig de han
den, toen hij zag, dat hij een mensch
gedood had. Radeloos sloeg hij zich
voor het hoofd ,hij kreeg een afschuw
van zichzelven. Dat waren dus de ge
volgen van zijn laatste schot
.,0, Jeanne jammerde hij,
is het gedaan tusschen ons, niet at
dat uw Claude geen eerlijk werki
meer kan zijn hij heeft zijn lian
zelfs met bloed bevlektmijn mis?
is te groot, gij kunt. gij rnoogt
zooveel niet vergeven. Slechts s
heb ik verdiend
En in zijn vertwijfeling ijlde
voort van de noodlottige plek, hij]
de weg zonder op iets te letten, m kr(
malen sloeg hij m»»* hoofd té
de takken, zoodat de dunne twij
hem in het gelaat zweepten
struikelde hij. maar dan rees hij v
op en draafde verder. Zoo kwam
doodaf in het naastbijgölègen
aan. Daar begaf hij zich terst&ai
naar de maire en meldde zich aan >zeu
den moordenaar van Clupin,
boschwachter.
Aanvankelijk meende men met s
krankzinnige te doen te hebben, mj;ntcbf
toen de strooper een omstandig
haal gaf van wat er was voorge
len, moest men den zonderlingen ïkr
wel gelooven. Op zijn verzoek
hR nog dienzelfden dag gevanke
naar de naburige stad vervoerd,
vreesde dat anders de lieden van
gehucht, en vooral Jeanne, hem
eens mochten zien.
Spoedig deed het gerucht van
vreeselijke gebeurtenis de ronde, aar
het was verwonderlijk, hoeveel n tey
schen, waaronder zelfs zijn vroejn6
vrienden, zich oneens iets sclirikv
kends van ziin karakter wisten
herinneren. Slechts weinigen kon
zich bezinnen, dat Claude, den sti
per, ook goede hoedanigheden be !Q>
en onder die enkelen nam Jeanne
eerste, plaats in. ITet arm© meisje g ider
gebukt onder de droefenis en
zichzelven bittere verwijten, de
zaak van alles te zijn. „Had ik
verzoek maar niet ingewilligd", zu
te. zij menigmaal.
Korten tijd daarna had de behai9ncl
ling der zaak voor de rechtbank pl&
en Claude werd tot twintig jaren
vangenisstraf veroordeeld.
Zijn meisje, die hem ring wonsctg.
te bezoeken, wilde hij niet meer'0
zich laten.
„Ik ben haar niet waard", had
gezegd, „en ik wil niet. datzijCla
den moordenaar zal zien."
Slechts drie jaren overleefde hij
schande.
De vrije woudlooper kon het
langer uithouden binnen de natU
muren der gevangenis. Hij kwij
langzaam weg en het hopeloos
langen naar zijn dierbare bossc
^af hem eindelijk den genadeslag
sleepte hem ten grave.
Een Jeanne
In het gehucht Grez sur Roe,
boschrijke streken van Main en B j
ce. Frankrijk, leeft de trouwe hen
de van Claude .den strooper. N'<f
heeft zij willen huwen, stil en
zaam woont zij daar in haar eenvIr
dige hut. en wijdt zich geheel aan
nagedachtenis van den ongelukk» op*
woudlooper. die met zijn laatste sc|ni;
drie menschenlevens verwoestte.
1
c eg e
ki
ider
er si
atst
'gl iddf
ver
hill*
imn
a v
et r
>r
lei
d hui
ertj
Edi:
et
it j
ïtw
'in i
ide
on
ide
nk
ij i
- rs'
ug
epov
E.
krin
N
Het laten bevriezen
vau levende visschen
Amerikaansche bladen maken i 'ak
ding, dat men in Tacoma begon r
is met het kunstmatig laten bevrie
der visschen, ze dan in dezen toest, ad;
naar Oost-Amerikaansche marktenjroo
brengen en daar de visschen
langzame ontdooiing weder in het
ven terug te roepen.
J. Parker Whitney maakt in
rapport ingevolge een ambtelijke
dracht van dc regeering van
staat Oregon opgemaakt bekend,
het hem gelukt is visschen stijf te
ten bevriezen in eene koude tot
pCt. zonder dat zij gedood wordei
Als aanvulling tot deze Amerika iu
sche mededeelingen doet W. Rie«im
in het eerste nummer van de nie
opgerichte Oostenrijksche „Visschi
Courant", het orgaan van de Oosi
rijksche visschersvereeniging de
gende bevestigende mededeelingen 011
eigen ervaring. Gedurende mijne j
gelingsjaren, zoo schrijft hij, hei
zoo menigmaal goudvisschen in
penen andere bewaarplaatsen in r v
vroren gezien, dat ik de gelegenh
had een geheele reeks ongezoc
waarnemingente doen.
In vele gevallen waren de vissch
ook als zij maar één nacht in het
waren ingevroren, niet in het lev
terug te roepen. Menigmaal heb
daarentegen mij daarover verw
derd, dat zij wekenlang vastgevro
in een ijsblok vastzaten en* bij e*
langzame ontdooiing weder begom
te leven. Merkwaardig was het da ,n;
bij, dat vele van de ..geredden",
geloof de meesten, een blijvende r
gegraatsverkromming daarvan oveI
hielden. Alle visschen, welke ik d(lev
spoedige of gewelddadige, al ware or
ook door zulk eene voorzichtige, ai
breking van het ijs wilde verlossi
kwamen niet weder in leven of ging m
dood als zij teekenen daarvan v et
toonden. Door dit feit aangemoedifoe.
heb ik naderhand menig witviscl
met sneeuw omhuld en in deze v
pakking bij vriezend weer laten
Ik heb mij er over moeten verw«
deren, dat deze weeke vischjes h
sneeuwverpakking menigmaal me D
dere dagen zonder eenige schade vcaa
hunne gezondheid doorstonden, i
werden zij dan weder in het wat L
gebracht, soms dadelijk wegzwomm1(
alsof zij het nog geen minuut geled
hadden verlaten. Het sneeuwomhuli
dat overvloedig lucht doorlaat, schij
voor de visschen veel minder geval
lijk te zijn, dan het harde ijs,
zich, hen hermetisch insluitend,
hun lichaam vormt. Wanneer er daiei
om na verloop van tijd proeven w<ac
den genomen met het laten bevriez af
van levende visschen, met het doel c
ze levend te kunnen verzenden, zou
mijn wensch zijn, dat de sneeuw
inwikkelingsmiddel bij het laten 1ln
vriezen en als omhullingsmiddel
het transport werd beproefd.