NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. ft De Graaf von Var now. 21e Jaargang. No. 6404 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 18 MEI 1904 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENT1ËN: v ui MAANUEN: K0|* Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voo! de dorpen W den im'trek waar 'een Agent 'geiestigd is ('kom der' Haarlem van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regeL gemeente) 1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland 1.65 Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. QcZSeeró Zondagsblad, 'voor Hakrlém' li! I I I li! a37^' Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. de omstreken en franco per post s 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der VeiÈiB©®itgdD2ip ^©Hnrems €®ster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdasenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Tweede Blad Officieele Berichten. m NTTREKKING VAN GROND AAN DEN OPENBAREN DIENST. Burgemeester en Wethouders van laarlem Gelet op art. 230 der gemeentewet Brengen ter algemeene kennis, dat an den Raad der gemeënte wordt oorgesteld, om aan den openbaren ienst te onttrekkeneene strook ge- ïeentegrond, groot pl.m. 3.20 M., deel litmakende van de Gasthuisstraat en «legen voor het perceel kad. Sectie No. 4788. De stukken te dezer zake betrekking bbende, zullen met ingang van he- gedurende acht dagen ter plaat- elijke secretarie (7e afdeeling) ter in lage van een ieder zijn nedergelegd. Haarlem, 16 Mei 1904. Burgem. en Weth. Voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Stadsnieuws. Haarl. Tramway-Maatschappij. Maandagmiddag werd in het Bron- jebouw onder presidium vail Mr. W. lager Gerlings de algemeene verga- lering gehouden. Aanwezig waren 21 leden, vertegen woordigende 95 aandeelen, uitbren- [ende 95 stemmen. Het verslag en de rekening over het loekjaar 1903/1904, in ons vorig num mer opgenomen, werden goedgekeurd, ia het bestuur gedéchargeerd. Aan den Directeur, den heer van )yen, werd door den voorzitter een roord van dank en lof gebracht voor uitnemende en zuinige wijze, waar hij de belangen der Maatschappij ift behartigd. Vervolgens kwam aan de orde het ituursvoorstel om de vennootschap verlengen tot 1930. De lieer Breedijk vroeg hoe of het itond met de onderhandelingen mei den heer Grippeling inzake overne- ning der concessie der H. T. M. De voorzitter antwoordde dat den ïeer Grippeling inzage van balans en mdere bescheiden is gegeven, en hem rerschillende mededeelingen zijn ver strekt, zoodat hem geheel bekend was le basis, waarop de onderhandelin- fen konden worden gevoerd. Zoo wist le 'heer Grippeling, dat hij bij niet iverneming der concessie door de E, N. E. T. tegen dezelfde voor gaarden deze kon overnemen. Doch wat heeft de heer Grippeiing gedaan. Hij heeft buiten ons om een idres gericht aan den Raad tot over- ïeming der concessie. Opmerkelijk is ook dat waar de heer Grippeling in het adres aan den M Raad in 1903 schreef, dat hij de mid- S leien tot overneming der concessie bezat, op ons schrijven om met voor- 2 stellen te komen, antwoordde dat hij Mg eenigen tijd moest hebben om M met het consortium van heeren te raadplegen. Tot 7 April j.l. is hem toen de tijd gelaten, waarna de heer Srippeling het eerstbedoelde adres tón den Raad zond. Afgescheiden van de vraag of deze lts, handeling netjes was, klopte dus zijn beweren in het adres van 1903, dat de gelden voor de overneming der lijn aanwezig waren, niet met de werke lijkheid. Daarna hebben Directeur en Com missarissen gemeend de onderhande lingen met den heer Grippeling te moeten afbreken, en eveneens een adres aan den Raad gezonden met de mededeeling dat zij na goedkeu ring door de algemeene vergadering bereid zouden zijn concessie-verlen- ging te vragen. De heer Breedijk vroeg of aan den heer Grippeling nooit gezegd is op welke conditie de overname kon ge schieden. De heer G. vatte de zaak zeer serieus op de onderhandelingen hadden best tot een goed resultaat kunnen leiden. Al was ook op het I door de H. T. M. bepaalde tijdstip het vereischte kapitaal niet bijeen, bij het eindigen der concessie in 1908 zou dit wel aanwezig zijn geweest. De heer G. kon dus in zijn adres van 1903 schrijven dat hij de middelen tot overneming bezat. I iVJr. Jager Gerlings betoogde nog- j rriaals dat de heer Grippeling de voor- I \iaarden van overneming kende, en dat hij voor 7 April aan hem bericht jhad .moeten zenden aangaande de be- j slissing. Het voorstel der E. N. E. T. ons in dertijd gedaan was royaal. De heer G. wist dat aariood. Hij kon dit dus overnemen of anders met andere voorstellen gekomen zijn. Voorts vestigde spr. er de aandacht op dat in April 1904 f 700 meer is ont vangen dan in April 1903, en dat in Mei de inkomsten nu reeds ƒ100 groo- ter zijn dan het vorige jaar in de maand Mei, waaruit blijkt dat de Maatschappij in goeden doen verkeert. En in die omstandigheden verlangden wij niet langer te onderhandelen met iemand, wiens zaak nog op losse schroeven staat. Het bestuursvoorstel toi verlenging der Vennootschap tot 1930 in stem ming gebracht werd vervolgens aan genomen met 98 stemmen vóór en Z in blanco. De Voorzitter deelde hierna op een vraag van den heer Beynes mede dat hij Directeur en Commissarissen het plan bestond bij verlenging der con cessie ook de lijnen te verlengen Noordwaarts tot het Kerkhof, Zuid waarts in nog grooter trekken dan het besluit van den Raad tot het Blau wbrugget j e. Ook wilde men uitvoering geven aan de toegestane concessie naar het eind punt van de gemeente aan den Zijl- weg. Spr. vermoedde dan wel dat de Overveners mettertijd verlenging van deze lijn naar Overveen zouden vra gen, en kan dit dus eene winstgeven de lijn worden. Daarna kwam aan de orde het voor- 1 stel tot het bouwen van nieuwe stal len aan de Stüverstraat raming 20.000. I Na eenige bespreking werd dit voor stel zonder stemming aangenomen. Tot commissaris werd herkozen de heer J. Krol Kzn. Het voorstel om het traktement van den Directeur met ƒ300 te verhoogen, werd bij acclamatie aangenomen. De voorzitter wenschte den Direc teur met dezen uitslag geluk. Het is een bewijs van erkentelijkheid voor de uitnemende wijze waarop U het be heer voert, zeide spr., en hij hoopte dat de heer van Oyen nog vele jaren het Directeurschap der H. T. M. zal mogen waarnemen, (applaus). Na een woord van hulde door den heer Stolp aan den heer Mr. Jager Gerlings gebracht voor de zaakrijke uiteenzetting der voorstellen, werd de vergadering gesloten. Arr. Rechtbank (Vervolg der zitting van 16 Mei.) Diefst.al van toevertrouw de goederen. Nog stond gisteren terecht J. W. Schuttevaar van Amsterdam, thans gedetineerd te Alkmaar, die zich te j verantwoorden had voor het, zijnde in j dienst van den vrachtrijder H. J. de Leeuw, expediteur van Amsterdam op 1 Haarlem, verduisteren van eenige 1 waschgoederen, hem ter verzending j toevertrouwd. Als getuigen in deze zaak werden gehoord de verschillende eigenaressen van bedoelde goederen. I De beklaagde bekende het ten laste gelegde, alsook dat hij de ontvreem- i de goederen in Amsterdam verkocht heeft, waarvoor hij zeven gulden ont- ving. Bij deze verkoop had hij een j valschen naam opgegeven, en tevens een foutieve woonplaats. Het O. M. eischte tegen dezen be klaagde, die reeds herhaalde malen veroordeeld is, een gevangenisstraf van 1 jaar. Gevaarlijk speelgoed. L. de Jong te Schoten moest zich gisteren voor het navolgende verant woorden „dat hij op 31 Maart j.l. den twaalfjarigen van Heerden zonder dat daarvoor ook maar de minste aan- leiding aanwezig was, met een revol ver een kogeltje in den arm geschoten heeft." Beklaagde was niet verschenen. Het O. M. eischte tegen dezen 17- jarige. die als een echte straatbengel bekend staat, een gevangenisstraf van 1 maand wegens mishandeling. Valse he aangifte. Andries Crombeen, oud 16 jaar, fa brieksarbeider te Haarlem, had zich te verantwoorden voor het navolgen de dat hij op 1 Maart aan den agent der Rijksverzekeringbank te Haarlem, den lieer J. M. E. van Gils, opzettelijk valschelijk en in strijd met de waar heid heeft verklaard, dat hij op 29 Februari als werkman aan de Haar- lemsclie Katoenmaatschappij, door uitglijding van een trap was gevallen en zijn voet gekneusd had, terwijl hij wist, dat hij vrijwillig van de hoogte naar beneden was gesprongen. Deze valse,he aangifte met het oog op een uitkeering van de Rijksverzekering- bank. J. Kroonstuiver, oud 17 jaren, ook werkzaam aan genoemde maatschap pij. stond terecht, dat hij persoonlijk valschelijk deze verklaring onder steund had. terwijl hij wist, dat Crom been vrijwillig van de trap was ge sprongen. De eerste beklaagde zei, deze val sehe verklaring gedaan te hebben uit vrees voor zijn ouders en ontslag van de fabriek. Ook beweerde deze beklaag de niet te weten, dat hij door deze valsehe aangifte een uitkeering zou krijgen, zelf niet eens dat er een On gevallenwet bestaat. De tweede beklaagde bekende gewe ten te hebben, dat Crombeen vrijwil lig naar beneden gesprongen was deze had evenwel aan hem gevraagd om zijn valsehe aangifte te ondersteu- nen, aan welk verzoek hij gedaan had. Tegen den eersten beklaagde, Crom been, eischte het O. M., met het oog op zijn jeugdigen leeftijd een gevan genisstraf van 2 weken, en tegen den tweeden eveneens 2 weken. UITSPRAKEN. N. Dam, arbeider te Beverwijk we gens mishandeling drie weken gevan genisstraf. H. G. van Egmond, arbeider te Be verwijk, wegens mishandeling zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend 4 weken gev. straf. J. Deutekom en H. de Ruiter beiden zonder beroep te Haarlemmerliede en Spaarnwoude, wegens mishandeling, i de 1ste 3 boete de 2e. 1 boete of 3 dagen en Idag hechtenis. D. Grammer en D. Blokker, beiden los werkman te Zaandam, opzettelijke vernieling en wederspannigheid, de lste zes weken, de 2e. 3 weken gev. straf. J. Steeman, arbeider te Castricum, wegens wederspannigheid, 7 dagen gev. straf. G. van Valen, los werkman, W. Strube los werkman, J. J. Otto, smid allen te Amsterdam, diefstal door meer dan 2 personen en poging tot diefstal, de le. twee jaar gev. straf, de 2e. en 3e. ieder 3 jaar gev. straf, de le. met aftrek van prev. hechtenis. R. Bos, metaaldraaier te Schoten, appèl Kantongerecht Haarlem, jacht- overtreding, 7 dagen hechtenis. I J. Dekker Jz., arbeider te Beverwijk, appèl als voren 2 maal 7 dagen hech tenis. Uit de Pers. wet, die eenvoudig dwingend op- wijl toch met evenveel recht mag treedt. 'worden verwacht, dat men het ver- „Het goede doel moet dan den j kregene benutten zal, om zijn positie dwang rechtvaardigen. Dan is men er in eensde zaak is in orde terwijl het zonder den dwang voor het minst nog jarenlang tobben blijft. „Maar hoe gansch anders komt het uit. „Het is niet waar, dat men met de wet het kwaad kortweg opruimtdat de toestand daarmee verholpen is. „Oppervlakkig moge men zich dit kunnen voorspiegelende uitkomst logenstraft den waan. te verbeteren en een trapje hooger te klimmen op de maatschappelijke ladder. Gevallen van dien aard zijn niet onbekend. De tegenstanders der loterij achten het voorts niet aannemelijk, dat me nigeen, door het trekken van een gunstig lot, uit groote moeilijkheden zou zijn gered. „Het zal toch wel een groote uitzondering zijn", zoo lezen wij in het Voorloopi- Verslag, „dat MBÜLo M5 zoodanig lot getrokken wordt" juist „Zelfs wat het onmiddellijke gevolg !®P. oogenblik, waarop de nood betreft, behoeft min niet zoo minach-l dringt." tend neer te zien op de macht der ze- Men zou hierop kunnen antwoor- delijke middelen dcn> dat b|J zeer velen de nood vrij- Dit blijkt ook hier wel chronisch is en dat een En moge dan al voor de Regeering1 lnlUW,kl?n!ri'' ,ia z?"sreedf de 110°P de zaak niet gemakkelijk wezen, zoo-1 oen buitenkansje, bun de zoo noo- dat het geenszins aangaat haar kort- ^.'.?e1ver Vl- f geeft in hun moei- weg to veroordeelen, omdat de Leer- J1"1 <jvcn' Ja'- ,len. de?'e. 's a de dwangwet noe niet is ingetrokken kracht om zich staande te houden, tneh wïï r.ftïïal „^.71 Ook lijkt ons wel wat ver getrokken toch komt er steeds meer reden om te dJ d, wjii het bil de rrB™„°.V,e,1 Thm°ee"skrrstaï£teSj?énuktolK«t s?Ln meeh.wUch a S0Cmllfa-Uaak niet beter, maar erger maakt", schen, mechanischen dwang van den Eon redeneertng die denken doet .j!?,11 doen ï,ljkei1'en 1 aan Principiënre'terei. weder aan de zedelijke machten van (j0h do tegenstanders der afschaf- 1 ,Vifn ,de bevordering van het finK waren blijkens het Voorloopig schoolbezoek toe te vertrouwen. Verslag, niet nlt"d -olukkig in hun ..Temeer, daar hoe langer die zede-betoog maar ongetwiifeïd hebbenzij lijkc machten aan activiteit ontwend (je zaak van een meer practisch worden, hoe moeilijker het wezen zal standpunt bezien kon ditgeschie- ze weder op de oude spankracht te den, omdat het hier "een beginsel- brengen." De Leerdwangwet En haar uitkomsten Onder dezen titel schrijft (prof.) J. D. P. Fabius uit Amsterdam in De Rotterdammer. Dat maatregelen uitsluitend naar de i resultaten en niet naar de beginselen beoordeeld worden is een groote grief voor den schr., daar het wel al tijd onmogelijk zal wezen zekerheid te hebben, dat men met alle resultaten rekening heeft gehouden. Ook, zoo oordeelühij, zullen de resultaten vaak aan nauwkeurige waarneming ont snappen. En treffend noemt hij het, hoe dit uitkomt in zake den leer- dwang dien velen gerechtvaardigd achten, zoo het schoolbezoek sedert de invoering van dien maatregel blijkt te zijn toegenomen, terwijl men er niet aan denkt, dat de leerdwang in ander opzicht zeer schadelijke gevol gen gehad kan hebben, die echter minder in het oog springen, zooals het goeddeels non-actief maken van de zedelijke factoren, die vroeger tot bevordering van geregeld schoolbezoek werkzaam waren, en nadeelige wer kingen ook in ander opzicht, als el ders door hem aangegeven. Maar zelfs wat den invloed op het schoolbezoek aangaat, komen allengs verrassende uitspraken gaat schrij ver voort. Aan de hand nu, van het verslag aangaande den toestand van het la ger onderwijs in de gemeente Amster dam gedurende het jaar 1903, betoogt hij, dat de vrees voor de Leerplicht wet verdwenen is reeds kort na haar invoering en dat zoowel in Amster dam als in de Residentie de werking van de leerdwangwet al zeer weinig blijkt te beteekenen. Schr. besluit „Zoovelen zijn er in onze dagen, die, als hun oog bij misstanden be paald wordt, die in den weg der vrij heid en ouder invloed alleen van ze delijke factoren slechts langzaam ver beteren maar al te zeer geneigd zijn naar staatshulp uit te zien. Naar een De Afsckafflng der Staatsloterij". „Het Centrum" schrijft Daar zullen heel wat menschen ge vonden worden in ons land, die, wan neer de Staatsloterij niet bestond, zich sterk zouden verzetten tegen het denkbeeld, om haar in te voeren, maar die thans," nu zij bestaat en in breeden kring haar afnemers vindt, van oordeel zijn, dat er geen bijzon dere redenen kunnen gelden, haar op t.o heffen. Wat in het Voorloopig Verslag door de verdedigers der afschaffing werd gezegd, is onder velerlei opzicht juist. Het ware voor menigeen zeker wenschelijker, dat hij niet in de loterij speelde. Het geld, daaraan ten offer gebracht, had nuttiger be steed kunnen worden, al wil dit nog niet zeggen, dat het thans slecht besteed is. Het spelen in de loterij is het zoeken naar inkomsten, verkre gen zonder equivalent van eigen ar beid, en het streven naar het verkrij gen van inkomsten, zonder inspan ning van eigen kracht of talent, is geen gezond economisch verschijnsel. In abstracto is dit juist. En bet ware zeker beter, wanneer een ieder er steeds naar streefde zijn inkom sten alléén te vermeerderen met in spanning van eigen kracht of talent, Maar daargelaten nog, dat de kracht en het talent niet altijd aanwezig zijn, daargelaten ook, dat liet. geluk nu eenmaal bestaat in de wereld, ook in het stoffelijke, heeft men quae stiel Mdt, die een spoedige op lossing vereischt Velen zijn door liet bestaan der loterii aan dit spel gewend, en zouden, werd zii afge schaft. allicht op andere, meer be- denkelüke wijze gaan spelen. Reeds wordt door ondernemers van buiten- landsche loterijen op de afschaffing ten onzent gespeculeerd. En waar het vaststaat, dat door menschen van allerlei slag. ook door vele zoogen. „kleine Invden" in allerhande vreem de „papieren" ook in zeer twijfel achtige gedobbeld wordt, ligt het voor de hand, dat de gevolgen der speelzucht door de opheffing onzer Staatsloterij voor menigeen een veiligheidsklep niet minder zou den worden. Integendeel. Er zou nog meer geld verloren gaan ten bate van buitönlandsche ondernemingen. Daarom late men zich bij de beoor deeling dezer zaak niet te veel lei den door afgetrokken beschouwingen. In theorie, en strikt genomen mogen de voorstanders der afschaf fing gelijk hebben, de werkelijkheid spoort aan tot voorzichtigheid, te meer daar liet hier een niet onbedui dende bron van Staatsinkomsten geldt, waarvoor maar niet zoo ter stond een equivalent te vinden is. Binnenland. 17 Mei 1894—1994. Onder dezen titel ontleenen wij aan de ,,'sGravenh. Kerkbode", het vol- -**JIH SB8...gende: tevens te bedenken, dat er zaken en j „Dinsdag 17 Mei zal het honderd gewoonten bestaan, die men, om er-(jaren geleden zijn dat dr. O. G. Hel- ger te voorkomen, dulden kan. Het {dring, de stichter der Heldring-Gef- spreekwoord, dat het betere dikwijlsstichten (na zijn dood alzoo ge- de v ijand "s van het goede, moge hier noemdj te Zevenaar het levenslicht misschien niet toepasselijk zijn, dat de Staatsloterij een der minst bedenkelijke vormen is van de spc- culatie-zucht, die bij een groot deel van het publiek wordt aangetroffen, staat ontegenzeggelijk vast. Het- winnen van een prijs maakt afkeerig van eerlijken arbeid en ver lamt. de veerkracht, zeggen de voor standers der afschaffing. Maar Het zelfde kan ook gelden ten aanzien van een ieder, wien op de een of an dere wijze een buitenkansje, bijv. door een erfenis, ten deel valtter- aanschouwde. Die dag mag niet onopgemerkt voorbijgaan. Zijn beteekenis voor Nederland is te groot geweest om dien te vergeten. Aanstaanden Zon dag 15 Mei hoopt zijn opvolger, dr. H. Pierson, naar aanleiding van dien dag de Gemeente van 's-Gravenhage daar op te wijzen en in de Groote Kerk den arbeid der rdddende liefde ter sprake te brengen maar ook het getuigend karakter van dien arbeid te doen uitkomen. .Getuigen en Redden was IIcl- Feuilleton. 14) Naar het Duitsch. Dat is hij hij moet, het zijn, want zijn ouders en ook zijn schoon ouders waren zeer vermogende lie den. Over de voorvaderen spreekt Een in dat huis niet graag, vervolg de de baron op spottenden toon. de Vader van den president was bier brouwer, zijn schoonvader hakker, Als gij wilt, zal ik u bij de Tlial- Bteins introduceeren. Ik ben u zeer dankbaar voor dit vriendelijk aanbod: misschien zal ik zoo vrij zijn. daarop terug te ko- Een. Kent. gij den broeder van den president Of ik oom Walter, den broeder Van den president von Thalstein, ken? Ik heb eens het genoegen gehad hem te ontmoetenik dank dat genoegen aan het. toeval en kan u verklaren, dat bet hoogst twijfelachtig was. Mag ik vragen in hoeverre De oude heer is een menschen- hater en wel een. van die onplezieri- gen, die alles bedillen en bevitten. Van de edele manieren zijns broeders is bij hem geen spoor t.e vinden, maar de man is rijk en ongehuwd en dan laat men veel over zijn kant gaan. U zal het zeker wel met mij eens zijn, mijnheer de candidaat Frits von Thalstein, die met het recht van een oud huisvriend onaan gediend was binnengekomen, kwam glimlachend nader el groette de aan wezigen. Waarin moet ik u gelijk geven? vroeg hij, zich tot baron Felsing wen dend. Hierin, dat de fouten en zwakhe den van uw oom te verontschuldigen zijn, zoolang hij rijk en ongetrouwd i is- j Inderdaad, deze stelling moet ik j beamen, en om de waarheid te zeg gen. kan men met den ouden heer heel goed omgaan, als men zijne nu en dan weieens wonderlijke opinies niet al te hard weerstreeft. - Ik zou den ouden heer gaarne willen leeren kennen, sprak August, eigenlijk alleen om nog eens in de kamer te vertoeven, welke ik vroeger i bewoonde. Die reden moge u vreemd in de ooren klinken, maar het is toch een reden zoo goed als elk andere. Hebt ge vroeger in dat huis ge woond vroeg de candidaat. Als tooneelspeler ja. Aan dat huis zijn voor mij vele herinneringen verbonden en ik heb er wel wat voor over, als ik in die kamer alleen en ongestoord eens een uurtje kon mij meren. Maar ik vrees, dat de heer Thalstein mij cfit niet zal toestaan. Welke kamer is het? De weduwe Dulmcr zeide mij, dat de oude heer er in slaapt.... Dan zult ge bezwaarlijk de toe stemming verkrijgen, zei de candi daat, en schudde het hoofd, het slaap- gemak is de schatkamer van mijn oom en zijn wantrouwen zal nooit aan een vreemde toestaan dit vertrek te betreden. Maar ik ben gaarne bereid u met liem in kennis te brengen, een voorwendsel is er wel te vinden en dan moet gij uw geluk beproeven. Dweept gij nog altijd met de romantiek vroeg de barones schert send aan August. Dat juist niet. maar ook de fan tasie verlangt tastbare aanknoopings- punten en die zou ik in die kamer vinden. Ik herinner mij nog duide lijk. dat ik daar op een avond uw naam met mijn diamanten ring,op de glazen schreefdaags daarna ginir mijn ring naai' liet pandjeshuis en ik heb hem nooit weer gezien. En die ruit is misschien al lang kapotspotte Von Felsing. bet is maar goed dat ik niet jaloersch ben. Waarop vroeg zijn vrouw be daard. op een vensterruit of op den vermetelen knaap, die haar mijn' naam toevertrouwde Die knaap is in de ruwe stor men efti in den zwaren strijd des le vens een man geworden, sprak Au gust, ernstig met liet hoofd knikkend, I de dwaasheden der jeugd liggen ver achter hem. De baron wierp een blik op de kostbare pendule, welke op een mar meren console onder den rijk verga1 den spiegel stond. Jaioerschheid is een der grootste kwalen, die niet dc minste barmhar tigheid heeft voor de persoon, welke haar veroorzaakt, citeerde hij, ter wijl hij het lorgnet van den neus liet vallen, ik ben over zulke gekheid heen. De beteekenisvolle blik. dien hii bij deze woorden ter sluiks op zijne echigenoote wierp, ontging den bei- den heeren En daarom wil ik niet langer dit weerzien storen, vervolgde hij, 'terwijl hij opstond, liet laat zich den- i ken, dat daarbij menige herinnering zal worden opgewekt, waarover men' ongestoord wenscht te babbelen. Wil ie mij vergezellen, mijnheer de can didaat? Ik heb een lief wijnkroegje ontdekt, ga mee, dan zal ik liet je wijzen. Een joviale kastelein, een heerlijke drank en een uitgelezen ge zelschap... zijn dat niet magneten ge noeg Z'*ker. wie kan daaraan weer staan sprak de candidaat. Mevrouw, vervolgde hij lachend, ik breng u een zwaar offer, doch hoon. dat gij later mij door een prachtige aria zult schadeloos stellen. August sloeg geen acht op dit ge sprek in gedachten verdiept liet hij zijn blik door het smaakvol en weel derig gemeubileerde salon zwerven, zonder te bemerken, dat de twee vrien den na korten groet waren vertrok ken. Wat hij hier zag. deed hem den ken aan grooten rijkdom het ver heugde hem, dat de beminde zijner jeugd een zoo goed lot had getrof fen. Wij zijn alleen. August, sprak de barones op vertrouwelijken toon, koestert gij werkelijk het plan hier te blijven Als uit een droom ontwakend keek hij op er lag iets gedwongens in het lachje, dat hare lippen, omzweefde. Zou dat u onaangenaam zijn vroeg hij. Integendeel, ik hoop u als trouw en oprecht vriend te mogen begroeten en zulke vrienden vindt men zelden. Daarop kunt ge vast vertrouwen bevestigde hij. Het viel mij destüds ontzaglijk zwaar, zonder afscheid van u te scheiden; ik wist wel, dat.gii boos op mij zoudt zijn en de redenen, die ik in mijn brief aangaf, niet zoudt laten gelden. Mijn schuldeiscliers werden brutaal, van mijne familie had ik geen hulp te wachten en het was mij duidelijk geworden, dat ik mijn geheele leven een slecht toonecl speler zou blijven, In dezen wanho pigen toestand las ik berichten over den rijkdom van California en liet gemak, waarmee men daar schat- ten kon verwerven. Wat kon ik dus beters doen, dan ginds in het hoog geprezen land mijn geluk te beproe ven Gij hadt kunnen ten ondergaan. Bah! wat had ik. buiten mijn leven, nog te verliezen Niemand zou er om mij getreurd hebbenik heb immers zelf de laatste banden ver scheurd, en voor mijne familie was ik reeds lang een doode. Dat ik he den niet rouwig ben over dat besluit, zult ge wel natuurlijk vinden... Hebt crij dan werkelijk zulke groote schatten gevonden? vroeg de barones snel. Ik ben tevreden, antwoordde VuL ik hen niet mijn vader verzoenden keer nu in de kringen terug, die mij J vroeger uitstieten. En nu ben ik blij 'ook u in die kringen aan te tref fen. Is die vreugde oprecht? Zeker, Hertha, en des te oprech ter, omdat ik mag aannemen, dat er aan uw geluk niets ontbreekt. Niets? vroeg zii en schudde twijfelend haar hoofd. Er bestaat geen geluk zonder schaduw. August hebt gij dit dan nog niet ondervon den? Hij zag haar verrast aan. Was dan uw geluk niet onbe- neveld vroeg hij. (wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5