NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD, e8keprsatjss ever Onderwijs. De Graaf von Varnow. 21e Jaargang. No. 6405 Vetschijnt dagelijks, behalve <>r> Zon- ett Feestdagen. DONDERDAG 10 .MEI 1904 B HMRLlHTS DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: PEK K>R£B MAANDEN? iKSjjr Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel" meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem 1 1«20 Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. gemeend 130 Gr00te lettersnaar Plaats™"^ Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per postdoor' Nederland L65 Kleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. «air Haarlem' Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. n de omstreken en franco per post 0.45 intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der VefflOüMïtosBDffl^ L®8af«iM £©st©ff. Directeur J. C. PÈEREB00M. IftilJf*1i'1 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en AdvertenÜfin worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiCn en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitc Etrangère G. L. DAÖBE Co.. JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Tweed© Blad. I. i i Wat is me dat alles hier vreemd, I Ij u ik van m'n Overijselsche fabrieks- laats zoo in eens in Haarlem ben rergeplaatst, vooral nu ik hier van Hk'n kinderen over onderwijs hoor Hiaten. Dat onderwerp overstelpt me bijna i ik wil er geregelde orde in trach- a te brengen door de verschillende ij treffende zaken te bespreken. Wat mij wel het meeste trof, voorop j ons hadden we een goed en vrij- onig hoofd der schooi en ik heb lar nooit veel gemerkt van de fou- n voor -en's of -e's die niet op hun aats stonden. Zijn redeneering was„wat in een tsoenlijk gezelschap gezegd kan wor- 'ra, mag ook geschreven worden". Nu is er niemand toch die zegt )b< gij dien grooten man onder zijnen raren last zien gebukt gaan, toen hij lie hooge brug beklimmen moest? f wel diteen en stoel heb ik u ge- ■aagd, gij brengt mij eene bank. Bij ons mochten mijn kinderen in o'n geval schrijven heb je (of hebt al naar ze iemand voor oogen had-1 ra aan wien ze dachten) die groote onder zijn zware last zien ge- ;t gaan, toen hij een hooge brug limmen moest? En een stoel heb u (of je, zie boven) gevraagd, u je, zie boven) brengt me een bank. n als de meester dat dan onder j oogen gehad had en ik zag het ir dan vond ik achter die groote, zware een blauwe n geschreven en, j n ik hem eens zei, dat ik dat toch reemd vond, was zijn antwoord in- onsequent is het wel, dat ben ik ge- j "el met u eens, maar liet ik die n's i g, dan voerde ik gedeeltelijk het illewijnisme in en dat zou nu wel el goed zijn, maar daar zouden de ïderen van de Lagere School nu g last van kunnen krijgen. Daarom r ik hun zooals ook in een lees- voor Middelbaar en Hooger On wijs staatdat er woorden zijn die i volle toestemming hebben om net 0 geschreven te worden als men ze tepreekt en dat men die vrouwelijk lemt dat verder het verschil tusschen it zgn. vr. en ml., «lleen bestaat in it lettertje -n te plaatsen in sommige vallen achter de, die, dezeonze en bijvoeglijke naamwoorden. Dat :te me zoo, dat ik het geheel ont raden heb. Ik toch meende altijd, it wanneer ik zei: Jongens zullen rij die tafel eens verschuiven, hij ra laat niet op zijn plaats", dat ik dan rat sprak, want tafel was vrouwelijk ad ik geleerd op de Lagere School, mdat het in het Fransch la table j g, ras. En daar was dat schoolhoofd *Jpet z'n interessante zwarte kruilekop lijdig om, z'n oogen begonnen er van 6 fonkelen. „Ja wel", zei hij, min- chtend ironisch, „de Schoolmeesters net hun boekjes, die weten wat taal 1 Neem me niet waiijk meneer, oaar onder mijn Collega's zijn een oop die niets van taal afweten." ia dat wil ik nu wel gelooven. !n dat stond mij dan wel machtig an. Ik vind het alleen maar jam dat niet alle woorden die per missie hebben ja, meester sprak van toestemming, maar ik ben maar een gewoon menscb en spreek en schrijf dus ook maar als zoodanig. Daar hoef je niet geleerd voor te zijn. Helaas, mijn jongens wel: die schrij ven hier gij hebt een en, eene, zijnen en zijiie. dat ik er het land door krijg aan 't onderwijs hier. OVERLJSELAAR. Biuneuland. Hooger Ouder wijs-Wet. Voorloopig verslag Eerste Kamer (Slot). De voorstanders van de wetsvoor- dracht zagen in deze voorstehen een bescheiden poging om eene meer vol ledige uitvoering te geven aan arti kel 192 2e alinea der Grondwet dan tot dusver geschiedde. Zij betuigden hun groote instem ming met het ontwerp en verklaarden zich geheel te vereenigen met het be toog dat aan de Vrijheid van het hoo ger onderwijs, welke de wet erkent, tot dusver door den wetgever ernstige bfitatselqn in den weg zijn gelegd, dat darj eerst die vrijheid een realitei» wordt, indien de kweekelingen dezer scholen, buiten de openbare scholen om, de gelegenheid vinden om de be voegdheden te verwerven, die voor het bekleeden van hooge maatschappelijke betrekkingen door de wet" als eisch worden gesteld, en dat dit kan ge schieden door zoowel aan de bijzon dere, als aan de openbare scholen voor hooger onderwijs het recht tot het afgeven van diploma's voor bepaalde bedieningen toe te staan. Het is toch, zoo werd betoogd, een niet te loochenen feit, dat velen in den lande hunne kinderen niet wen- schen toe te vertrouwen aan de open bare universiteiten, omdat daar het gevaar groot is, dat de studenten zich eene levensbeschouwing eigen maken, welke er toe leidt dat zelfs met het vaderlijk geloof wordt gebroken. Zij die dit gevaar duchten, gevoe len behoefte aan eene bijzondere uni versiteit, waar het onderwijs is ge grond op de geopenbaarde waarheid. Er heerscht bij velen ontevreden heid over de algêmeene richting van het openbaar onderwijs, die bepaald vijandig gerekend wordt tegen hunne godsdienstige beginselen. Het is een staatsbelang om in de behoefte aan vrij onderwijs te voorzien. Naast de liberale levensbeschouwing bestaat nog eene andere, n.I. de posi tief christelijke. Het christelijk beginsel moet ook tot zijn recht komen aan de universiteit. Bij het onderwijs in de wetenschap worde rekening gehouden met de christelijke belijdenis. Met dit doel voor oogen is dit ontwerp tot stand gekomen. Men bereikt het doel niet door middel van vrije leerstoelen. Deze leden vreesden dan ook aller minst voor verlaging van het weten schappelijk peil van het hooger on derwijs. Eenige leden wejen er op dat, al erkende men de zelfstandigheid en de verdiensten van het aan de open bare universiteiten gegeven hooger onderwijs, en al wist men de vermij ding van eenzijdigheid welke daar wordt betracht te waardeeren, de on derscheidene richtingen hoe langer hoe meer uiteenloopen en zich scher per zijn gaan omlijnen. Enkele leden keurden het toekennen van ruimere bevoegdheden aan de bijzondere universiteiten goed, niet omdat zij verwachtten, dat daardoor meerdere bijzondere inrichtingen van hooger onderwijs zouden tot stand ko men, maar omdat zij het ongeloof, dat aan onze hoogescholen den boventoon voert, afkeuren. Tegenover dit gevoelen werd opge merkt, dat aan onze universiteiten alle meeningen en alle richtingen zich vrij en onbelemmerd kunnen uitspre ken en dat deze vrijheid juist het niet hoog genoeg te schatten voorrecht van ons hooger onderwijs uitmaakt. Ten slotte wees men er op, dat ter bevrediging van de begeerte naar hooger onderwijs, gegrond op christe lijke levensbeschouwing, het minste werd gevraagd wat van het standpunt des ministers en zijne medestanders kon worden gevraagd. Met de toekenning van het recht tot i het uitreiken van diploma's cum ef- fee tu civili werd, betoogden onder- scheidene leden, bedoeld de vrijma king van het hooger onderwijs, wat bij de stembusactie van 1901 door een deel der anti-resvolutionaire partij als j eene sterk gevoelde behoefte werd ge proclameerd. Het is als 't ware de kroon op de actie tot vrijmaking van het onderwijs. Tegen Eet afstaan van het souve- reiniteitsrecht van den staat werd nog dit bezwaar ingebracht dat, wanneer het aan vereenigingen van kerkelijken aard werd verleend, dezen daardoor eene macht op het gebied van den werkkring van den staat werd toege kend, die als een eerste stap moet be- schouwd worden tot het maken van inbreuk op de verhouding tusschen kerk en staat. Hoe men echter ook mocht denken over het schenken van het diplomee- ringsrecht, aan instellingen van bij zonder hooger onderwijs, in allen ge- valle had men zich af te vragen, of de waarborgen "veelke gevorderd wor den ter verzekering eener degelijke wetenschappelijke opleiding, voldoen- de waren. Die vraag werd door velen 1 ontkennend beantwoord. Men was van gevoelen, dat 3 facul teiten geen universiteit vormen, maar ook dat een getal van 3 professoren voor eene faculteit te gering is. Aan eene instelling die f 100.000 en 6 professoren bijeen kan brengen, zoude het nu mogelijk worden rech ten te verkrijgen, die de staat niet mag prijsgeven zonder gevaar voor het gehalte en de toewijding harer dienaren, bij wie eene vrije weten schappelijke opleiding wordt ver- eischt. j Door de voorstanders van dit wets ontwerp werd er in de eerste plaats op gewezen dat men, door bezwaar te maken tegen het verleenen van den i effectus civilis eigenlijk reageerde te gen het in art. 99 der wet opgenomen beginsel. i Verder werd in het midden gebracht dat de waarborg, dat het einddiploma alleen aan degelijk onderlegde kwee- j kelingen wordt uitgereikt, ook bij de rijksuniversiteiten niet groot isvoorts dat de wederzijdsche invloed van 1 hoogleeraren en leerlingen van ver- schillende faculteiten veel te breed 'wordt uitgemeten. Omtrent de wenschelijkheid van staatsexamens voor de benoembaar heid tot openbare betrekkingen en voor de bevoegdheid tot het uitoefe nen van zekere beroepen werden ver schillende gevoelens geuit. Zoowel voor- al^ tegenstanders der wetsvoordracht betreurden dat de mi nister geen voorstel had gedaan tot het instellen van staatsexamens. Dit denkbeeld vond echter ook be strijding. Wegens de financieele lasten voor den staat ten bate van het bizonder hooger onderwijs, werd dit wetsont werp door een aantal leden onaan nemelijk geacht. De meening werd in eene afdeeling uitgesproken, dat 't beter ware ge weest, wanneer de minister ruiterlijk een lans had gebroken voor de vrije universiteit, dan een samenhang van bepalingen ontworpen voor bizondere universiteiten, die toch alleen van belang zijn voor de vrije universiteit. Met de instelling der bijzondere leerstoelen en de te dien aanzien voorgestelde bepalingen konden vele leden zich vereenigen. Anderen waren met de instelling minder ingenomen. Terwijl de subsidieering der bijzon dere gymnasia door sommige leden werd toegejuicht, waren andere niet daartegen. Bij het verslag is gevoegd een nota van bet lid, den heer van den Bie- sen. Om zich te vergewissen var? den geest, die aan de openbare universi teiten heerscht, heeft hij nagegaan wat de redevoeringen der professo ren bij de aanvaarding van het hoog- leeraarsambt bevatten, alsook hunne redevoeringen bij de verwisseling van waardigheid van rector-magnificus, en uit dat gesprokene over de laatste jaren datgene verzameld, wat z. i. strijdig is met de christelijke begin selen. Het resultaat van dit onderzoek wordt in de nota verder zonder com mentaar medegedeeld, zooveel moge lijk gesplitst in afdeelingen. A. GodgeleerdheidCritiek. B. Wijs begeerte. C. Geneeskunde. D. Rechts geleerdheid. E. Geschiedenis. F. Over den oorlog. C. Academiën. Bolwerken der Vrijheid. H. Opvatting van den Staat. Bij de openbare behandeling zal hij nog meer bijzonder de medische we- tenschap en andere onderwerpen, in verband m,et het medegedeelde, be handelen. Tierde Conferentie YO«r Inteniatlouaal-Privaatrecht De vierde conferentie voor Inter nationaal Privaatrecht is gistermid dag te 4 uur in de Trèveszaal te 's-Gravenhage geopend. Vertegenwoordigd waren, behalve Nederland. de volgende staten Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, België, Spanje, Frankrijk, Italië, Japan, Luxemburg, Noorwegen, Por tugal, Rumenië, Rusland, Zweden, Zwitserland. Voorts waren tegenwoor dig de ministers van Binnenlandsche Zaken, van Buitenlandsche Zaken en van Justitie, alsmede de secreta rissen-generaal der beide laatstge* noemde departementen, en de be eren jhr. mr. Feith en mr. Ort, leden der Nederlandsche staatscommissie voor Internationaal Privaatrecht. De Minister van Buitenlandsche Zaken opende de vergadering met rechtsvordering en de jurisprudentie eene toespraak, waarin hij zijn vreug- daarover natuurlijk voldoende bekend de over het samenkomen dezer con-zijn, terwijl omtrent het faillissement ferentie te kennen gaf m het gewicht en het erfrecht de handelingen der van haar taak deed uitkomen. Hij vorige conferentiën evenzeer sinds ging kortelijk na, wat door de vroc-langen tijd voor alle juristen toe- gere conferentiën is tot stand ge- gankelijk zijn geweest, bracht en deelde mede, dat weldra de j Omtrent die drie onderwerpen wer overeenkomsten omtrent huwelijk.den voorts door spreker met het oog echtscheiding en voogdij door de j op de Handelingen der vierde Confe- meerderheid der mogendheden, die rentie eenige beschouwingen mede- haar hebben onderteekend, zullen zijn gedeeld. geratifieerd en dus in werking tre- Hierop besprak de voorzitter den den. Voorts uitte hij den wensoh, datvorm van tractaten, waarin deregels het weldra moge gelukken, de ver- omtrent eenvormige oplossing vin eischte overeenstemming te verkrij-j rechtsconflicten worden vastgesteld gen met betrekking tot de zoogewich-i Die vorm zeide hij - levert ze- tige overeenkomst omtrent erfrecht, ker enkele bezwaren op, maar hij is waarvan het ontwerp herhaaldelijkter bereiking vj n het doel"onmisbaar dror de conferentiën is behandeld. j Meto mag echter verwachten, dat De graaf De Selir, gezant van Por-langzamerhand de bij de tractaten tugal, als de oudste naar tijd van vastgestelde beginselen als bepa'in- benoeming der aanwezige leden van: gen van algemcene strekking in <t- het corps diplomatique, voerde hier i wetten zullen worden opgenomen en op het woord om den minister voordat dan zonder bezwaar de tractaten zijne toespraak dank te zeggen. Hij zullen kunnen verdwijnen, herinnerde aan het welslagen der vo-1 Ten slotte dankte de voorzitter de rige conferentiën, hetwelk voor eenaanwezige Nederlandsche Ministers goed deel te danken is aan de leiding voor hunne tegenwoordigheid en stel- van haren voorzitter, staatsraad mr. de voor hen te benoemen tot eere- T. M. C. Asser en stelde voor, dezen voorzitters der Conferentie benevens opnieuw het voorzitterschap der con- de gezanten van Frankrijk, Italië en ferentie op te dragen. j Portugal, die als gedelegeerden aan Voorts stelde hij voor, aan Hare t de Conferentie deelnemen. Majesteit de Koningin een telegram ter betuiging van eerbiedige huldeProfessor Van 't Hoff. toe te zenden. Nadat de vergadering zich meteen! Een overtalrijk publiek, waarvan en ander vereenigd had, werd het een g^Oot aantal dames, was bij de voorzitterschap door mr. Asser aan-promotie van prof. Van 't Hoff tegen- vaard met het uitspreken eener rede. woordig. Aanwezig waren o.a. het j waarin hij in de eerste plaats zijnegeheele college van curatoren der vreugde er over uitdrukte, dat bijna Universiteit, bijna alle professoren, de alle gedelegeerden der vorige confe- s t van het Dtrechtsch Studenten- rentie wedecpnt tegenwoordig zijn. _orn_ terwijl hij gaarne enkele nieuwe le-co£Ps» het bestuur van den Utrecht- j echen Studentenbond enz. Voorts tal VJ den begroette. Spr. betreurde het, dat twee leden van geleerden uit verschillende dee- der Nederlandsche staatscommissie len de9 lands en o.a. prof. Arrhenlus wegens ambtsbezigheden het man-uit Stockholm. daat van gedelegeerden niet hebben Nadat prof. Pekelharing zijn rede W IS. pITaa*f had geëindigd, barstte het publiek is benoemd de heer Jhr. mr. J. J. t, Rochussen, lid der .Nederlandsche,1»® in langdurige daverende toejul- i staatscommissie, die zich als eerste chingen. secretaris der conferentie van 19001 Prof. Van 't Hoff dankte met enkele bijzonder verdienstelijk heeft ge- woorden voor het hem verleende eere- maakt. doctoraat in de geneeskunde. Hij zei- Het verheugt hem dat, ofschoon de (je ,jeze onderscheiding op bijzonder i rageermg van Rusland gemeend heeft h n ijs te stel! vooraI omdat d^ overeenkomsten omtrent huwelii F Jr en echtscheiding niet te kunnen tee-fverleend werd door de facul- kenen, zij zich desniettemin in deze, der geneeskunde, een vak dat zoo conferentie wederom door twee gede- i hoog staat door de moeilijkheden w' legeerden heeft doeft vertegenwoordi i ke het heeft op te lossen in het be- gen. Hij begroette vervolgens den lang der menschheid. Ook waardeert vertegenwoordiger van Japan die hij deze onderscheiding te meer om- voor het eerst aan de werkzaamheden d *t verlpenft door de d?r conferentie deelnemende, zich de?tT ,1S ™eena door de vermoeienis eener lange reis heeftUtrechtsche Universiteit, waaraan htj getroost om deel te nemen aan dit gestudeerd heeft en waar hij promo- werk van den vrede. (veerde. Prof. Van 't Hoff herinnerde Spr. bracht ook hulde aan onder- hierbij aan de hoogleeraren Mulder, scheidene gedelegeerden, die door Donders en Buys Ballet en richtte rapporten en andere stukken tot voor- zich ten slotte met enkele hartelijke bereiding van den arbeid dezer con- .woorden tot den rector-magnificus, ferentie hebben bijgedragen. 'prof. Spronck, een oud-leerling, en ^elharing, een wiend van de onderwerpen, waarmede de con- nem- ferentie zich bezig houdt, het licht: Daarna werd de plechtigneid door hebben gezien en vermeldde daarbi j den rector-magnificus voor geëindigd j in de eerste plaats de Nederlandsche I verklaard. rechtsgeleerden prof. Hamaker, vaal Na de promotie vond eene receptie j u£?c?ti en mr' Breukelman. plaats in het Hotel der Pays Bas, i Wat de eemaskte opmerking be- ,t T„L, treft, dat geen voldoende openbaar- Pr°f- Van t Hoff door een groot jheid wordt gegeven aan den schrifte aantal personen werd gecomplimen- lijken arbeid, die de conferentiën tëerd. voorafgaat, erkende spr. dat zu." - ten deele juist is, en dat men moet trachten voor eene grootere openbaar- heid te zorgen. Hij voegde intusschen hierbij, dat ten aanzien van drie on- derwerpen, in deze conferentie te b« handelen, de opmerking geen vol- f doenden grond heeft, daar het her ziene tractaat van 18% omtrent de Nadat prof. Cohen zijn rede had uit gesproken en het nieuwe laboratorium was bezichtigd, werd ook daar eene receptie gehouden. Onder de aanwe zigen werden o.a. opgemerkt de hoog leeraren Lobry de Bruyn en Bakhuys Rozeboom van Amsterdam, Aronstein en Hoogewerff van Delft, Weismann Feuilleton. Naar het Duitsch. 15) q— Ik beklaag mij niet, het zou inbillijk ziin, als ik dat deed, ant woordde zjj kalm, maar de harde trek, lie daarbij om de hoeken van haren Dond te voorschijn trad. logenstrafte Be bewering. Mijn echtgenoot is oorkomend en liefdevol, hij heeft ^2>et kleine offer, dat ik hem bracht. Hnk vergolden. En toch sprak h" van de moge lijkheid, dat gij naar het tooneel loudt terugkeeren. Heel en al uitgesloten is die fflogeV'kheid niet. Wie kan weten wat inden loop der tijden ons nog boven het hoofd hangtToen ge ons zoo lotseling verliet, was het een veel au «wogen tijd. Gij waart weg en on- komiek, de brave Daeher, werd too ernstig ziek, dat de doctoren reeds in de eerste dagen hem opga- wen. Misschien herinnert ge u nog rijn broer, die als gierigaard werd Ditgekretenmen vond hem, even voor gij afreisdet, vermoord en vani de schatten .die hij moet bezeten heb-1 ben, was na zijnen dood niets te ontdekken. Men beweert, dat deze moord en diefstal op onzen komiek zulk een vreeselijken indruk hebben gemaakt, dat een zware zenuwkoorts er het gevolg van was. Onze direc teur was wanhopigvjsor u was er nu wel daedlijk een plaatsvervanger te vinden ,maar niet voor Daeher, die. om zoo te zeggen, de ziel van onzen troep uitmaakte. De arme man herstelde eerst na langen tijd, maar hij is niet meer opgetreden, hij durf de niet hoe wij ook aandrongenhu was banj fiasco te maken. En nu vroeg August, terwijl zijn blik peinzend op een schilderi" rustte, dat in een breede gouden lijst tegenover hem hing. Nu is hij souffleur. U zult moe ten toegeven, dat dit geen benijdens waardig bestaan kan heeten. Zijn broer liet een kind achter, een klein meisje. Daeher heeft het tot zich ge nomen en ik geloof, dat zij zijne lief de eens zal vergelden. Zii heeft een lief geluid en men roemt haren inge togen levenswandel. En heeft men den dader dezer misdaad niet ontdekt? Neen. Men meende hem te heb ben gevonden, toen men een hand werksgezel in hechtenis nam. maar het schijnt dezen gelukt te zijn, zijne onschuld te bewijzen; men heeft hem na korten tijd weder ontslagen en het onderzoek opgeheven. Als ik mij niet vergis, waart gij met den ver moorde bekend... Slechts oppervlakkig, antwoord de hij snel. Met zijn broer was ik goede vrienden, etn eens nam ik op mij voor dezen een boodschap te doen. Ik ben maar eens in dat huis geweest en herinner mij nog, dat de man tegenover mij zeer ongemanierd was. Hij wilde niets van zijn broer weten en gaf hem namen, die alles behalve vleiend warenonze Ber nard Daeher lachte daarover en be delde ongestoord verder. Misschien was de vrek niet zoo rijk als men beweerde Dat hij effecten had, is bewezen maar zooals ik zeg, na zijn dood is er niets gevonden. Ge kunt een goed werk doen. August, als gij den vriend van voorheen met een sommetje wil det ondersteunen. Dat wil ik met alle pleizier doen knikte hij, ik zal informeeren waar hij woont... In de Korenstraat No. 46 boven, onder de dakpannen. Ik heb ook dén ouden vriend niet vergeten onschoon ik. mijn stand in aanmerking geno men. hem ook al niet in ziin b mag opzoeken, vind ik nu en dan nog wei gelegenheid hem een klein vriendschapsbewijs te doen toeko men. Ik zal hem bezoeken, sprak August. De vormen, die gij als dame moet in acht nemen, bestaan voor mij niet. Ik zou nog wel eens even op de familie Thalstein willen terug komen kent gij de dochters Een beteekenisvol lachje gleed over het schoon gelaat der barones. Ik ken ze niet zóó goed, dat ik 1 mij durf veroorloven u een raad te J geven, antwoordde zij, gij moet uit eigen oogen zienwat geld betreft, zou die partij aanbevelenswaardig zijn. En op haar uiterlijk valt ook niets af te dingen. Ik meende, daar haar broeder hier huisvriend is, dat gij ook de beide meisjes wel zoudt kennen. De barones lachte. Mijn echtgenoot heeft mij den candidaat voorgesteld, zei ze, hij dweept met klassieke muziek. Och, zulke gekken moeten er ook zijn en waarom zou ik hem niet een pleizier doen, als hij mij om een lied of een aria verzoekt? Een dankbaarder pu bliek vind ik niet en woorden van lof klinken altijd zoet. August was opgestaanonder voor wendsel den vriend van voorheen nog heden te willen bezoeken, nam hij afscheid. En zie ik u spoedig weer .'vroeg de barones, terwijl zij den vertrou- jwelijken toon van vroeger weer aan- sloeg. Als gij ons de eer van een be zoek wilt aandoen, gij zijt ons steeds hartelijk welkom, Augustlaat dus niet te lang op u wachten. Neen, neen, antwoordde hij, ter wijl hij langzaam zijn handschoenen aantrok. En wanneer mag ik u weer zien Wees niet boos, als ik niet in de eerste dagen kom. Mijn familie verwacht mijhet is wel geen aan gename gang voor mij, maar hij moet, geschiïden. Dan moet ik ook nog naar een geschikte woning omzien en de schulden, die ik achter liet, deigen. opdat ik hier iedereen vrij en frank in de oogen kan zienkortom, er is zooveel te doen, dat ik bezwaarlijk een uurtje kan uitbreken. Maar is dat alles beredderd, dan zal ik heel dik wijls van uwe vriendelijke uitnoodi- ging gebruik maken. Dit zeggende vertrok hij, en toen hij het huis verlaten had, rees ernns twijfel in hem op, of Hertha aan de zijde van dezen man werkelijk zoo gelukkig was, als hij in den beginne geloofd had. Eu in de handelwijze van den baron lag ook iets. dat hem niet bijster aanstond. Men had, naar August dacht, al te ijverig onderzoek gedaan of hij werkelijk als r::'- man was te- I ruggekomen en niet gerust vóór Von j Felsing daaromtrent zekerheid had. En de schaduw, die, alhoewel vluch tig. nu en dan Hertha's voorhoof 1 omwolkte, nicest toch ook haar oor zaak hebben. Maar waarom zou hij zich daar over nu reeds het hoofd breken hij zou in den loop des t"ds gelegenheid eenoeg vinden tot opmerken en dat gene achterhalen, wat hij verlangde te weten. De Korenstraat liet in de nabijheid van den schouwburgzij werd be woond door kleine kooplui en uit dragers, waarvan er velen het ver huren van gemeubileerde kamers als bijzaak dreven. Beneden in het huis nomraer 46 was een kleine kruidenierswinkel een smalle krakende trap voerde naar de bovenste verdiepingen. Onder de dakpannen gekomen, klopte August aan de eerste deur, een schorre stem rien „binnen!" Daeher riep hij en stak den kleinen, gebogen man, die met bleek gerimpeld gelaat voor hem stond, beide handen toe. Je kent me zeker niet meer? Victor Handorf, die des tijds spoorloos verdween De souffleur liet den onderzoeken den blik langs den fijn gekleeden heer op en neer gaan. Hoe komt er zulk een heerlijk- heidje ih mijn hutje antwoordde hij en een warme straal schitterde uit ziin goedhartig oog. Je leeft dus nog. en zoo 'tschijnt, gaat het je goed? Nou, dat is ine een verrassing (wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 5