NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD,
e8keprsatjss ever Onderwijs.
De Graaf von
Varnow.
21e Jaargang. No. 6405 Vetschijnt dagelijks, behalve <>r> Zon- ett Feestdagen. DONDERDAG 10 .MEI 1904 B
HMRLlHTS DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
PEK K>R£B MAANDEN? iKSjjr Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel" meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem 1 1«20 Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel.
gemeend 130 Gr00te lettersnaar Plaats™"^ Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco per postdoor' Nederland L65 Kleine advertentien 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
«air Haarlem' Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
n de omstreken en franco per post 0.45 intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der VefflOüMïtosBDffl^ L®8af«iM £©st©ff. Directeur J. C. PÈEREB00M. IftilJf*1i'1 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en AdvertenÜfin worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiCn
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitc Etrangère G. L. DAÖBE Co.. JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Tweed© Blad.
I.
i i Wat is me dat alles hier vreemd,
I Ij u ik van m'n Overijselsche fabrieks-
laats zoo in eens in Haarlem ben
rergeplaatst, vooral nu ik hier van
Hk'n kinderen over onderwijs hoor
Hiaten.
Dat onderwerp overstelpt me bijna
i ik wil er geregelde orde in trach-
a te brengen door de verschillende
ij treffende zaken te bespreken.
Wat mij wel het meeste trof, voorop
j ons hadden we een goed en vrij-
onig hoofd der schooi en ik heb
lar nooit veel gemerkt van de fou-
n voor -en's of -e's die niet op hun
aats stonden.
Zijn redeneering was„wat in een
tsoenlijk gezelschap gezegd kan wor-
'ra, mag ook geschreven worden".
Nu is er niemand toch die zegt
)b< gij dien grooten man onder zijnen
raren last zien gebukt gaan, toen hij
lie hooge brug beklimmen moest?
f wel diteen en stoel heb ik u ge-
■aagd, gij brengt mij eene bank.
Bij ons mochten mijn kinderen in
o'n geval schrijven heb je (of hebt
al naar ze iemand voor oogen had-1
ra aan wien ze dachten) die groote
onder zijn zware last zien ge-
;t gaan, toen hij een hooge brug
limmen moest? En een stoel heb
u (of je, zie boven) gevraagd, u
je, zie boven) brengt me een bank.
n als de meester dat dan onder j
oogen gehad had en ik zag het
ir dan vond ik achter die groote,
zware een blauwe n geschreven en, j
n ik hem eens zei, dat ik dat toch
reemd vond, was zijn antwoord in-
onsequent is het wel, dat ben ik ge- j
"el met u eens, maar liet ik die n's i
g, dan voerde ik gedeeltelijk het
illewijnisme in en dat zou nu wel
el goed zijn, maar daar zouden de
ïderen van de Lagere School nu
g last van kunnen krijgen. Daarom
r ik hun zooals ook in een lees-
voor Middelbaar en Hooger On
wijs staatdat er woorden zijn die
i volle toestemming hebben om net
0 geschreven te worden als men ze
tepreekt en dat men die vrouwelijk
lemt dat verder het verschil tusschen
it zgn. vr. en ml., «lleen bestaat in
it lettertje -n te plaatsen in sommige
vallen achter de, die, dezeonze en
bijvoeglijke naamwoorden. Dat
:te me zoo, dat ik het geheel ont
raden heb. Ik toch meende altijd,
it wanneer ik zei: Jongens zullen
rij die tafel eens verschuiven, hij
ra laat niet op zijn plaats", dat ik dan
rat sprak, want tafel was vrouwelijk
ad ik geleerd op de Lagere School,
mdat het in het Fransch la table j
g, ras. En daar was dat schoolhoofd
*Jpet z'n interessante zwarte kruilekop
lijdig om, z'n oogen begonnen er van
6 fonkelen. „Ja wel", zei hij, min-
chtend ironisch, „de Schoolmeesters
net hun boekjes, die weten wat taal
1 Neem me niet waiijk meneer,
oaar onder mijn Collega's zijn een
oop die niets van taal afweten."
ia dat wil ik nu wel gelooven.
!n dat stond mij dan wel machtig
an. Ik vind het alleen maar jam
dat niet alle woorden die per
missie hebben ja, meester sprak
van toestemming, maar ik ben maar
een gewoon menscb en spreek en
schrijf dus ook maar als zoodanig.
Daar hoef je niet geleerd voor te zijn.
Helaas, mijn jongens wel: die schrij
ven hier gij hebt een en, eene, zijnen
en zijiie. dat ik er het land door krijg
aan 't onderwijs hier.
OVERLJSELAAR.
Biuneuland.
Hooger Ouder wijs-Wet.
Voorloopig verslag Eerste Kamer
(Slot).
De voorstanders van de wetsvoor-
dracht zagen in deze voorstehen een
bescheiden poging om eene meer vol
ledige uitvoering te geven aan arti
kel 192 2e alinea der Grondwet dan
tot dusver geschiedde.
Zij betuigden hun groote instem
ming met het ontwerp en verklaarden
zich geheel te vereenigen met het be
toog dat aan de Vrijheid van het hoo
ger onderwijs, welke de wet erkent,
tot dusver door den wetgever ernstige
bfitatselqn in den weg zijn gelegd, dat
darj eerst die vrijheid een realitei»
wordt, indien de kweekelingen dezer
scholen, buiten de openbare scholen
om, de gelegenheid vinden om de be
voegdheden te verwerven, die voor het
bekleeden van hooge maatschappelijke
betrekkingen door de wet" als eisch
worden gesteld, en dat dit kan ge
schieden door zoowel aan de bijzon
dere, als aan de openbare scholen
voor hooger onderwijs het recht tot het
afgeven van diploma's voor bepaalde
bedieningen toe te staan.
Het is toch, zoo werd betoogd, een
niet te loochenen feit, dat velen in
den lande hunne kinderen niet wen-
schen toe te vertrouwen aan de open
bare universiteiten, omdat daar het
gevaar groot is, dat de studenten zich
eene levensbeschouwing eigen maken,
welke er toe leidt dat zelfs met het
vaderlijk geloof wordt gebroken.
Zij die dit gevaar duchten, gevoe
len behoefte aan eene bijzondere uni
versiteit, waar het onderwijs is ge
grond op de geopenbaarde waarheid.
Er heerscht bij velen ontevreden
heid over de algêmeene richting van
het openbaar onderwijs, die bepaald
vijandig gerekend wordt tegen hunne
godsdienstige beginselen. Het is een
staatsbelang om in de behoefte aan
vrij onderwijs te voorzien.
Naast de liberale levensbeschouwing
bestaat nog eene andere, n.I. de posi
tief christelijke.
Het christelijk beginsel moet ook tot
zijn recht komen aan de universiteit.
Bij het onderwijs in de wetenschap
worde rekening gehouden met de
christelijke belijdenis. Met dit doel
voor oogen is dit ontwerp tot stand
gekomen. Men bereikt het doel niet
door middel van vrije leerstoelen.
Deze leden vreesden dan ook aller
minst voor verlaging van het weten
schappelijk peil van het hooger on
derwijs.
Eenige leden wejen er op dat, al
erkende men de zelfstandigheid en
de verdiensten van het aan de open
bare universiteiten gegeven hooger
onderwijs, en al wist men de vermij
ding van eenzijdigheid welke daar
wordt betracht te waardeeren, de on
derscheidene richtingen hoe langer
hoe meer uiteenloopen en zich scher
per zijn gaan omlijnen.
Enkele leden keurden het toekennen
van ruimere bevoegdheden aan de
bijzondere universiteiten goed, niet
omdat zij verwachtten, dat daardoor
meerdere bijzondere inrichtingen van
hooger onderwijs zouden tot stand ko
men, maar omdat zij het ongeloof, dat
aan onze hoogescholen den boventoon
voert, afkeuren.
Tegenover dit gevoelen werd opge
merkt, dat aan onze universiteiten alle
meeningen en alle richtingen zich
vrij en onbelemmerd kunnen uitspre
ken en dat deze vrijheid juist het niet
hoog genoeg te schatten voorrecht
van ons hooger onderwijs uitmaakt.
Ten slotte wees men er op, dat ter
bevrediging van de begeerte naar
hooger onderwijs, gegrond op christe
lijke levensbeschouwing, het minste
werd gevraagd wat van het standpunt
des ministers en zijne medestanders
kon worden gevraagd.
Met de toekenning van het recht tot
i het uitreiken van diploma's cum ef-
fee tu civili werd, betoogden onder-
scheidene leden, bedoeld de vrijma
king van het hooger onderwijs, wat
bij de stembusactie van 1901 door een
deel der anti-resvolutionaire partij als
j eene sterk gevoelde behoefte werd ge
proclameerd. Het is als 't ware de
kroon op de actie tot vrijmaking van
het onderwijs.
Tegen Eet afstaan van het souve-
reiniteitsrecht van den staat werd nog
dit bezwaar ingebracht dat, wanneer
het aan vereenigingen van kerkelijken
aard werd verleend, dezen daardoor
eene macht op het gebied van den
werkkring van den staat werd toege
kend, die als een eerste stap moet be-
schouwd worden tot het maken van
inbreuk op de verhouding tusschen
kerk en staat.
Hoe men echter ook mocht denken
over het schenken van het diplomee-
ringsrecht, aan instellingen van bij
zonder hooger onderwijs, in allen ge-
valle had men zich af te vragen, of
de waarborgen "veelke gevorderd wor
den ter verzekering eener degelijke
wetenschappelijke opleiding, voldoen-
de waren. Die vraag werd door velen
1 ontkennend beantwoord.
Men was van gevoelen, dat 3 facul
teiten geen universiteit vormen, maar
ook dat een getal van 3 professoren
voor eene faculteit te gering is.
Aan eene instelling die f 100.000 en
6 professoren bijeen kan brengen,
zoude het nu mogelijk worden rech
ten te verkrijgen, die de staat niet
mag prijsgeven zonder gevaar voor
het gehalte en de toewijding harer
dienaren, bij wie eene vrije weten
schappelijke opleiding wordt ver-
eischt.
j Door de voorstanders van dit wets
ontwerp werd er in de eerste plaats
op gewezen dat men, door bezwaar
te maken tegen het verleenen van den
i effectus civilis eigenlijk reageerde te
gen het in art. 99 der wet opgenomen
beginsel.
i Verder werd in het midden gebracht
dat de waarborg, dat het einddiploma
alleen aan degelijk onderlegde kwee-
j kelingen wordt uitgereikt, ook bij de
rijksuniversiteiten niet groot isvoorts
dat de wederzijdsche invloed van
1 hoogleeraren en leerlingen van ver-
schillende faculteiten veel te breed
'wordt uitgemeten.
Omtrent de wenschelijkheid van
staatsexamens voor de benoembaar
heid tot openbare betrekkingen en
voor de bevoegdheid tot het uitoefe
nen van zekere beroepen werden ver
schillende gevoelens geuit.
Zoowel voor- al^ tegenstanders der
wetsvoordracht betreurden dat de mi
nister geen voorstel had gedaan tot
het instellen van staatsexamens.
Dit denkbeeld vond echter ook be
strijding.
Wegens de financieele lasten voor
den staat ten bate van het bizonder
hooger onderwijs, werd dit wetsont
werp door een aantal leden onaan
nemelijk geacht.
De meening werd in eene afdeeling
uitgesproken, dat 't beter ware ge
weest, wanneer de minister ruiterlijk
een lans had gebroken voor de vrije
universiteit, dan een samenhang van
bepalingen ontworpen voor bizondere
universiteiten, die toch alleen van
belang zijn voor de vrije universiteit.
Met de instelling der bijzondere
leerstoelen en de te dien aanzien
voorgestelde bepalingen konden vele
leden zich vereenigen.
Anderen waren met de instelling
minder ingenomen.
Terwijl de subsidieering der bijzon
dere gymnasia door sommige leden
werd toegejuicht, waren andere niet
daartegen.
Bij het verslag is gevoegd een nota
van bet lid, den heer van den Bie-
sen. Om zich te vergewissen var? den
geest, die aan de openbare universi
teiten heerscht, heeft hij nagegaan
wat de redevoeringen der professo
ren bij de aanvaarding van het hoog-
leeraarsambt bevatten, alsook hunne
redevoeringen bij de verwisseling van
waardigheid van rector-magnificus,
en uit dat gesprokene over de laatste
jaren datgene verzameld, wat z. i.
strijdig is met de christelijke begin
selen.
Het resultaat van dit onderzoek
wordt in de nota verder zonder com
mentaar medegedeeld, zooveel moge
lijk gesplitst in afdeelingen.
A. GodgeleerdheidCritiek. B. Wijs
begeerte. C. Geneeskunde. D. Rechts
geleerdheid. E. Geschiedenis. F. Over
den oorlog. C. Academiën. Bolwerken
der Vrijheid. H. Opvatting van den
Staat.
Bij de openbare behandeling zal hij
nog meer bijzonder de medische we-
tenschap en andere onderwerpen, in
verband m,et het medegedeelde, be
handelen.
Tierde Conferentie YO«r
Inteniatlouaal-Privaatrecht
De vierde conferentie voor Inter
nationaal Privaatrecht is gistermid
dag te 4 uur in de Trèveszaal te
's-Gravenhage geopend.
Vertegenwoordigd waren, behalve
Nederland. de volgende staten
Duitschland, Oostenrijk-Hongarije,
België, Spanje, Frankrijk, Italië,
Japan, Luxemburg, Noorwegen, Por
tugal, Rumenië, Rusland, Zweden,
Zwitserland. Voorts waren tegenwoor
dig de ministers van Binnenlandsche
Zaken, van Buitenlandsche Zaken
en van Justitie, alsmede de secreta
rissen-generaal der beide laatstge*
noemde departementen, en de be eren
jhr. mr. Feith en mr. Ort, leden der
Nederlandsche staatscommissie voor
Internationaal Privaatrecht.
De Minister van Buitenlandsche
Zaken opende de vergadering met rechtsvordering en de jurisprudentie
eene toespraak, waarin hij zijn vreug- daarover natuurlijk voldoende bekend
de over het samenkomen dezer con-zijn, terwijl omtrent het faillissement
ferentie te kennen gaf m het gewicht en het erfrecht de handelingen der
van haar taak deed uitkomen. Hij vorige conferentiën evenzeer sinds
ging kortelijk na, wat door de vroc-langen tijd voor alle juristen toe-
gere conferentiën is tot stand ge- gankelijk zijn geweest,
bracht en deelde mede, dat weldra de j Omtrent die drie onderwerpen wer
overeenkomsten omtrent huwelijk.den voorts door spreker met het oog
echtscheiding en voogdij door de j op de Handelingen der vierde Confe-
meerderheid der mogendheden, die rentie eenige beschouwingen mede-
haar hebben onderteekend, zullen zijn gedeeld.
geratifieerd en dus in werking tre- Hierop besprak de voorzitter den
den. Voorts uitte hij den wensoh, datvorm van tractaten, waarin deregels
het weldra moge gelukken, de ver- omtrent eenvormige oplossing vin
eischte overeenstemming te verkrij-j rechtsconflicten worden vastgesteld
gen met betrekking tot de zoogewich-i Die vorm zeide hij - levert ze-
tige overeenkomst omtrent erfrecht, ker enkele bezwaren op, maar hij is
waarvan het ontwerp herhaaldelijkter bereiking vj n het doel"onmisbaar
dror de conferentiën is behandeld. j Meto mag echter verwachten, dat
De graaf De Selir, gezant van Por-langzamerhand de bij de tractaten
tugal, als de oudste naar tijd van vastgestelde beginselen als bepa'in-
benoeming der aanwezige leden van: gen van algemcene strekking in <t-
het corps diplomatique, voerde hier i wetten zullen worden opgenomen en
op het woord om den minister voordat dan zonder bezwaar de tractaten
zijne toespraak dank te zeggen. Hij zullen kunnen verdwijnen,
herinnerde aan het welslagen der vo-1 Ten slotte dankte de voorzitter de
rige conferentiën, hetwelk voor eenaanwezige Nederlandsche Ministers
goed deel te danken is aan de leiding voor hunne tegenwoordigheid en stel-
van haren voorzitter, staatsraad mr. de voor hen te benoemen tot eere-
T. M. C. Asser en stelde voor, dezen voorzitters der Conferentie benevens
opnieuw het voorzitterschap der con- de gezanten van Frankrijk, Italië en
ferentie op te dragen. j Portugal, die als gedelegeerden aan
Voorts stelde hij voor, aan Hare t de Conferentie deelnemen.
Majesteit de Koningin een telegram
ter betuiging van eerbiedige huldeProfessor Van 't Hoff.
toe te zenden.
Nadat de vergadering zich meteen!
Een overtalrijk publiek, waarvan
en ander vereenigd had, werd het een g^Oot aantal dames, was bij de
voorzitterschap door mr. Asser aan-promotie van prof. Van 't Hoff tegen-
vaard met het uitspreken eener rede. woordig. Aanwezig waren o.a. het
j waarin hij in de eerste plaats zijnegeheele college van curatoren der
vreugde er over uitdrukte, dat bijna Universiteit, bijna alle professoren, de
alle gedelegeerden der vorige confe- s t van het Dtrechtsch Studenten-
rentie wedecpnt tegenwoordig zijn. _orn_
terwijl hij gaarne enkele nieuwe le-co£Ps»
het bestuur van den Utrecht-
j echen Studentenbond enz. Voorts tal
VJ
den begroette.
Spr. betreurde het, dat twee leden van geleerden uit verschillende dee-
der Nederlandsche staatscommissie len de9 lands en o.a. prof. Arrhenlus
wegens ambtsbezigheden het man-uit Stockholm.
daat van gedelegeerden niet hebben Nadat prof. Pekelharing zijn rede
W IS. pITaa*f had geëindigd, barstte het publiek
is benoemd de heer Jhr. mr. J. J. t,
Rochussen, lid der .Nederlandsche,1»® in langdurige daverende toejul-
i staatscommissie, die zich als eerste chingen.
secretaris der conferentie van 19001 Prof. Van 't Hoff dankte met enkele
bijzonder verdienstelijk heeft ge- woorden voor het hem verleende eere-
maakt. doctoraat in de geneeskunde. Hij zei-
Het verheugt hem dat, ofschoon de (je ,jeze onderscheiding op bijzonder
i rageermg van Rusland gemeend heeft h n ijs te stel! vooraI omdat
d^ overeenkomsten omtrent huwelii F Jr
en echtscheiding niet te kunnen tee-fverleend werd door de facul-
kenen, zij zich desniettemin in deze, der geneeskunde, een vak dat zoo
conferentie wederom door twee gede- i hoog staat door de moeilijkheden w'
legeerden heeft doeft vertegenwoordi i ke het heeft op te lossen in het be-
gen. Hij begroette vervolgens den lang der menschheid. Ook waardeert
vertegenwoordiger van Japan die hij deze onderscheiding te meer om-
voor het eerst aan de werkzaamheden d *t verlpenft door de
d?r conferentie deelnemende, zich de?tT ,1S ™eena door de
vermoeienis eener lange reis heeftUtrechtsche Universiteit, waaraan htj
getroost om deel te nemen aan dit gestudeerd heeft en waar hij promo-
werk van den vrede. (veerde. Prof. Van 't Hoff herinnerde
Spr. bracht ook hulde aan onder- hierbij aan de hoogleeraren Mulder,
scheidene gedelegeerden, die door Donders en Buys Ballet en richtte
rapporten en andere stukken tot voor- zich ten slotte met enkele hartelijke
bereiding van den arbeid dezer con- .woorden tot den rector-magnificus,
ferentie hebben bijgedragen. 'prof. Spronck, een oud-leerling, en
^elharing, een wiend van
de onderwerpen, waarmede de con- nem-
ferentie zich bezig houdt, het licht: Daarna werd de plechtigneid door
hebben gezien en vermeldde daarbi j den rector-magnificus voor geëindigd
j in de eerste plaats de Nederlandsche I verklaard.
rechtsgeleerden prof. Hamaker, vaal Na de promotie vond eene receptie
j u£?c?ti en mr' Breukelman. plaats in het Hotel der Pays Bas,
i Wat de eemaskte opmerking be- ,t T„L,
treft, dat geen voldoende openbaar- Pr°f- Van t Hoff door een groot
jheid wordt gegeven aan den schrifte aantal personen werd gecomplimen-
lijken arbeid, die de conferentiën tëerd.
voorafgaat, erkende spr. dat zu." -
ten deele juist is, en dat men moet
trachten voor eene grootere openbaar-
heid te zorgen. Hij voegde intusschen
hierbij, dat ten aanzien van drie on-
derwerpen, in deze conferentie te b«
handelen, de opmerking geen vol-
f doenden grond heeft, daar het her
ziene tractaat van 18% omtrent de
Nadat prof. Cohen zijn rede had uit
gesproken en het nieuwe laboratorium
was bezichtigd, werd ook daar eene
receptie gehouden. Onder de aanwe
zigen werden o.a. opgemerkt de hoog
leeraren Lobry de Bruyn en Bakhuys
Rozeboom van Amsterdam, Aronstein
en Hoogewerff van Delft, Weismann
Feuilleton.
Naar het Duitsch.
15)
q— Ik beklaag mij niet, het zou
inbillijk ziin, als ik dat deed, ant
woordde zjj kalm, maar de harde trek,
lie daarbij om de hoeken van haren
Dond te voorschijn trad. logenstrafte
Be bewering. Mijn echtgenoot is
oorkomend en liefdevol, hij heeft
^2>et kleine offer, dat ik hem bracht.
Hnk vergolden.
En toch sprak h" van de moge
lijkheid, dat gij naar het tooneel
loudt terugkeeren.
Heel en al uitgesloten is die
fflogeV'kheid niet. Wie kan weten wat
inden loop der tijden ons nog boven
het hoofd hangtToen ge ons zoo
lotseling verliet, was het een veel
au «wogen tijd. Gij waart weg en on-
komiek, de brave Daeher, werd
too ernstig ziek, dat de doctoren
reeds in de eerste dagen hem opga-
wen. Misschien herinnert ge u nog
rijn broer, die als gierigaard werd
Ditgekretenmen vond hem, even
voor gij afreisdet, vermoord en vani
de schatten .die hij moet bezeten heb-1
ben, was na zijnen dood niets te
ontdekken. Men beweert, dat deze
moord en diefstal op onzen komiek
zulk een vreeselijken indruk hebben
gemaakt, dat een zware zenuwkoorts
er het gevolg van was. Onze direc
teur was wanhopigvjsor u was er
nu wel daedlijk een plaatsvervanger
te vinden ,maar niet voor Daeher,
die. om zoo te zeggen, de ziel van
onzen troep uitmaakte. De arme man
herstelde eerst na langen tijd, maar
hij is niet meer opgetreden, hij durf
de niet hoe wij ook aandrongenhu
was banj fiasco te maken.
En nu vroeg August, terwijl
zijn blik peinzend op een schilderi"
rustte, dat in een breede gouden
lijst tegenover hem hing.
Nu is hij souffleur. U zult moe
ten toegeven, dat dit geen benijdens
waardig bestaan kan heeten. Zijn
broer liet een kind achter, een klein
meisje. Daeher heeft het tot zich ge
nomen en ik geloof, dat zij zijne lief
de eens zal vergelden. Zii heeft een
lief geluid en men roemt haren inge
togen levenswandel.
En heeft men den dader dezer
misdaad niet ontdekt?
Neen. Men meende hem te heb
ben gevonden, toen men een hand
werksgezel in hechtenis nam. maar
het schijnt dezen gelukt te zijn, zijne
onschuld te bewijzen; men heeft hem
na korten tijd weder ontslagen en
het onderzoek opgeheven. Als ik mij
niet vergis, waart gij met den ver
moorde bekend...
Slechts oppervlakkig, antwoord
de hij snel. Met zijn broer was ik
goede vrienden, etn eens nam ik op
mij voor dezen een boodschap te
doen. Ik ben maar eens in dat huis
geweest en herinner mij nog, dat de
man tegenover mij zeer ongemanierd
was. Hij wilde niets van zijn broer
weten en gaf hem namen, die alles
behalve vleiend warenonze Ber
nard Daeher lachte daarover en be
delde ongestoord verder. Misschien
was de vrek niet zoo rijk als men
beweerde
Dat hij effecten had, is bewezen
maar zooals ik zeg, na zijn dood is
er niets gevonden. Ge kunt een goed
werk doen. August, als gij den vriend
van voorheen met een sommetje wil
det ondersteunen.
Dat wil ik met alle pleizier doen
knikte hij, ik zal informeeren waar
hij woont...
In de Korenstraat No. 46 boven,
onder de dakpannen. Ik heb ook dén
ouden vriend niet vergeten onschoon
ik. mijn stand in aanmerking geno
men. hem ook al niet in ziin b
mag opzoeken, vind ik nu en dan
nog wei gelegenheid hem een klein
vriendschapsbewijs te doen toeko
men.
Ik zal hem bezoeken, sprak
August. De vormen, die gij als dame
moet in acht nemen, bestaan voor
mij niet. Ik zou nog wel eens even
op de familie Thalstein willen terug
komen kent gij de dochters
Een beteekenisvol lachje gleed over
het schoon gelaat der barones.
Ik ken ze niet zóó goed, dat ik
1 mij durf veroorloven u een raad te
J geven, antwoordde zij, gij moet uit
eigen oogen zienwat geld betreft,
zou die partij aanbevelenswaardig
zijn.
En op haar uiterlijk valt ook
niets af te dingen. Ik meende, daar
haar broeder hier huisvriend is, dat
gij ook de beide meisjes wel zoudt
kennen.
De barones lachte.
Mijn echtgenoot heeft mij den
candidaat voorgesteld, zei ze, hij
dweept met klassieke muziek. Och,
zulke gekken moeten er ook zijn en
waarom zou ik hem niet een pleizier
doen, als hij mij om een lied of een
aria verzoekt? Een dankbaarder pu
bliek vind ik niet en woorden van lof
klinken altijd zoet.
August was opgestaanonder voor
wendsel den vriend van voorheen
nog heden te willen bezoeken, nam
hij afscheid.
En zie ik u spoedig weer .'vroeg
de barones, terwijl zij den vertrou-
jwelijken toon van vroeger weer aan-
sloeg. Als gij ons de eer van een be
zoek wilt aandoen, gij zijt ons steeds
hartelijk welkom, Augustlaat dus
niet te lang op u wachten.
Neen, neen, antwoordde hij, ter
wijl hij langzaam zijn handschoenen
aantrok.
En wanneer mag ik u weer
zien
Wees niet boos, als ik niet in
de eerste dagen kom. Mijn familie
verwacht mijhet is wel geen aan
gename gang voor mij, maar hij moet,
geschiïden. Dan moet ik ook nog naar
een geschikte woning omzien en de
schulden, die ik achter liet, deigen.
opdat ik hier iedereen vrij en frank
in de oogen kan zienkortom, er is
zooveel te doen, dat ik bezwaarlijk
een uurtje kan uitbreken. Maar is dat
alles beredderd, dan zal ik heel dik
wijls van uwe vriendelijke uitnoodi-
ging gebruik maken.
Dit zeggende vertrok hij, en toen
hij het huis verlaten had, rees ernns
twijfel in hem op, of Hertha aan de
zijde van dezen man werkelijk zoo
gelukkig was, als hij in den beginne
geloofd had.
Eu in de handelwijze van den baron
lag ook iets. dat hem niet bijster
aanstond. Men had, naar August
dacht, al te ijverig onderzoek gedaan
of hij werkelijk als r::'- man was te-
I ruggekomen en niet gerust vóór Von
j Felsing daaromtrent zekerheid had.
En de schaduw, die, alhoewel vluch
tig. nu en dan Hertha's voorhoof 1
omwolkte, nicest toch ook haar oor
zaak hebben.
Maar waarom zou hij zich daar
over nu reeds het hoofd breken hij
zou in den loop des t"ds gelegenheid
eenoeg vinden tot opmerken en dat
gene achterhalen, wat hij verlangde
te weten.
De Korenstraat liet in de nabijheid
van den schouwburgzij werd be
woond door kleine kooplui en uit
dragers, waarvan er velen het ver
huren van gemeubileerde kamers als
bijzaak dreven.
Beneden in het huis nomraer 46
was een kleine kruidenierswinkel
een smalle krakende trap voerde naar
de bovenste verdiepingen.
Onder de dakpannen gekomen,
klopte August aan de eerste deur,
een schorre stem rien „binnen!"
Daeher riep hij en stak den
kleinen, gebogen man, die met bleek
gerimpeld gelaat voor hem stond,
beide handen toe. Je kent me zeker
niet meer? Victor Handorf, die des
tijds spoorloos verdween
De souffleur liet den onderzoeken
den blik langs den fijn gekleeden
heer op en neer gaan.
Hoe komt er zulk een heerlijk-
heidje ih mijn hutje antwoordde hij
en een warme straal schitterde uit
ziin goedhartig oog. Je leeft dus nog.
en zoo 'tschijnt, gaat het je goed?
Nou, dat is ine een verrassing
(wordt vervolgd.)