RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Esn Khur-Ts8k8(iwedsttijd.
Zou hr eft - Ik Wat.
(door NELLY DE MUNNIK).
Stoffel in de Stad.
i'ifcens was er een jongen, Stoffel ge-
eti ;ten, die op liet land woonde. In
stad had hij twee neefjes, Jan en
;t| !t
ui iens ging Stoffel hij zijn neefjes
en «eren. Kee, de meid, bracht hem
"ij sr stad. maar te midden van 'tge-
i ag werd hij vreeselijk bang. Dit
ici zijn tante spoedig en daarom
jn je zij „Gaat samen maar wat
adelen".
o? an en Piet begonnen te lachen, j
e' zeiden..Kom dan maar, boertje.
'd mperd, wij zijn dapper, ga maar
'if t ons mee."
,Weet je wat", zei Piet, „we zul-
naar 't Panopticum gaan".
|ei laar toen ze daar waren, zag onze
iffel al de beelden voor menschen
B, en hij bleef vol verbazing staan
>r een man, die een half gevuld
dt is in de hand hield.
,Baas, hoe heet je toch vroeg
d( jffel, ..en waarom drink je je glas
t leeg
ia Jaar het beeld antwoordde natuur-
i r flati! i i
■a ad:
niet, en nu werd Stoffel zoo bang
hij hard wegholde, luidkeels roe
,0, dat zijn hier allemaal
oode dienders"
ot piet en Jan waren half ziek van 't
tithen, en liepen Stoffel achterna.
,'kV. il naar huis toe riep Stoffel,
daar kwam juist Keetje _aan.
d-Wil naar huis toe", riep Stoffel
r,: er. 'k ga hier dood en hij met
ut etje mee.
en Piet lachten zich bijna een
,- fc-
Als wij maar eens op 'tland ko-
i". riepen ze, ..dan zullen we je
eens toonen, dat we daar ook
mmer één zijn We zullen slootje
ringen, paardje rijden, en... laat
ar bed I"
kII. Jan en Piet op het 1 and.
.Hartelijk welkom, lieve neefjes
ept onze Stoffel. „We gaan een
ir je maken, hier zijn twee ezels, ik
d te paard
>r Bevend beklimmen de broertjes hun
els. En terwijl Stoffel voortjaagt
een ruiter, zijn ze allebei hun
lojjats al kwijt.
,We willen niet meer ezel rijden,
it|rzin nu eens iets andersLaten we
eens gaan slootje springen I"
,Dat doet me plezierzei Stoffel,
k weet heel mooie breede slooten.
zal de pret pas komen
1 Een. twee... Stoffel is er al over.
li PlofDaar ligt neef Jan midden in
n a vlieten neef Piet is aan het
:l ntige ijzerdraad blijven naugen
e ebei schreeuwen ze moord eu
c. and.
:1 „Naar huis toe, naar huis toe
ifc epen nu de neven.
lom spant den wagen in, en ons
sieetal wordt door Keetje als een
ar zieken ingepakt,
in Aan de deur lacht onze Stoffel het
■mldenpaar eens dapper uit, en roept
e chend ,,'tLand valt niet mee, ver
dus maar
Gij hebt de stad, o helden
lit zoek het op de velden
Zoo heeft elk wat
'nDat is dus nu het heele nieuwe.
d kleur-teekenwedstrijd. „Wat is
j t nu hoor ik er eentje vragen.
>r 1, dat zal ik je eens gauw vertel-
'g a. lees dus maar eens wat hier-
der staat. Maar bekijk eerst liet
h aatje hierboven goed, en verlies
a t niet, want dan verdwijnt alle
•dstrijd-kans. Ten eerste zal ik dan
3 vertellen, dat alle kinderen, die
hebben, mee mogen doen met
zen nieuwen wedstrijd. Al heb je
nu toe nog niet meegedaan aan
wedstrijden, al heb je me zelfs
ig nooit geschreven, je hoeft niet te
nken „Nu mag 't misschien niet
eerwant meedoen mag je altijd.
Aan mijn oude vriendjes en vrien-
nnetjes hoef ik dat niet meer te
dellen, want die weten wel, dat ik
heel prettig vind, als ze meedoen.
Nu is deze kleur-teekenwedstrijd
rdcelt in drie afdeelingen, en dat
deze keer eens niet naar denleef-
d. Je kunt meedoen in de afdeeling
p je het prettigst lijkt, en ook in
n eer dan één afdeeling, als je dat
e aag wilt. In iedere afdeeling wor
(Bij de plaat).
den de beste inzendingen bekroond.
In de eerste afdeeling zijn de prij
zen voor de jongens of meisjes, die
bovenstaand plaatje het netste kleu
ren.
In de tweede afdeeling zijn de
prijzen voor de jongens of meisjes,
die bovenstaand plaatje het netste
nateekenen.
In de derde afdeeling zijn de prij
zen voor de jongens en meisjes, die
bovenstaand plaatje het netste na
teekenen en daarna kleuren.
Bij het kleuren mag je krijt of verf
gebruiken. Ook mag je bij het teeke
nen de plaat vergrooten of verklei
nen.
Nu heb ik gezegd dat de drie af
deelingen deze keer niet verdeeld zijn
naar den leeftijd, maar je begrijpt
wel dat, als ik twee inzendingen
kr>4" die even netjes zijn, de eene
van een jongen van acht jaar en de
tweede van een jongen van vijftien
jaar, de achtjarige meer kans heeft
op een prijs.
De px-ijzen zullen bestaan uitschil-
derdoozen, teekendoozen, figuurza
gen, bloemendoozen, passerdoozen,
boeken in prachtbanden, enz.
De inzendingen moeten in mijn be
zit zijn uiterlijk Donderdag 23 Juni
a.s., en de uitslag zal bekend worden
gemaakt in het nummer van 2 Juli.
Op je werk zelf moet duidelijk ver
meld staan je naam, je leeftijd en je
woonplaats. Bovendien moet je er bij
opgeven, of je werkelijk alleen hebt
gewerkt, of dat je geholpen bent.
De INZENDINGEN, DIE AAN
DEZE VOORWAARDEN VOLDOEN,
GAAN BIJ BEKRONING VOOR
Ik hoop dat jullie evenveel zin in
dezen kleur-teekenwedstrijd hebt als i
ik, en dat je daarom al je krachten
aan het plaatje zult beproeven.
Tot 2 Juli dus
JUicSit-Vhdstrijürii.
<s\ tai-Sf
V UtaSy-;
Door de prijzenwinnaars in den
raadselwedstrijd werden de volgende
prijzen en premies gekozen
Elsje van de Ban een zelfdruk-
kerij Rika Hubers een handwerk-
doosAbraham Walter een voet
bal Lize van Os een plantentrom-
melJacob Mok en Kobus Kappelhoff
allebei „Een Gelukkig Viertal" door
Aletta HoogKoosje Kruyt „Alleen in
een kleine Stad" door A. C. Kuiper,
en Frits de Boer koos „Mijne zwarte
Metgezellin" door Stanley.
Goede oplossingen van de raadsels
der vorige week ontving ik van
Marietje SevekeLeonard Germe-
raad, 9Johan Vester, 7Cornelia
Wolzak, 7; Johanna Ploeg, 4; Hans
Willem Germeraad, 9 Rika Hubers,
7Hermina Kruyt, 10 Mien Germe
raad, 9Willem en Rinske Petri, 10
Maria Kenzen, 7Hendrik Ploeg, 6
Johan Wolzak, 7 Koosje Kruyt, 10
Frits de Boer, 9Johan Germeraad,
9 Abram en Theo van Buschbach, 9
Nelly Aukes, 9 Johanna van Kessel,
3 Bernard van Kessel, 2Christina
Romeyn, 5 Trijntje Steeman, 5 Hen
drik van Seventer, 9.
Brievenbus.
van je gehoord Boos was ik anders
heelemaal niet, en nu ik gehoord heb
dat je het zoo druk hebt gehad, kan
ik me best begrijpen, dat je geen tijd
had om brieven te schrijven. Nu, en
dan moet ik je eerst nog eens geluk-
wenschen, omdat je overgegaan bent!
Hoeveel klassen heb je nu nog voor
je „Kregelig wordt ik heelemaal niet,
ik vind al* die brieven juist gezellig,
en ik vind het ook erg prettig, datje;
me nu weer geregeld wilt schrijven, j
Ik kan me goed begrijpen, dat je te-
leurgesteld was, toen je den uitslag'
van den verhaaltjeswedstrijd las, want
ik kan wel zien, dat je er erg je best
op gedaan hadt. Het was heusch ook
heel goed, en daarom heb ik het be-|
waard maar vind je goed, dat ik het
in „Voor onze Jeugd" plaats, al is
het niet bekroond'? Ik had je dat al
eerder willen vragen, maar vergat het
telkens,. Er komt wel weer eens een
verhaaltjeswedstrijd, maar wanneer'
weet ik nog niet. Nu schrik ik zelf van
zoo'n lang antwoord Dag Elze
Gerard H. Nog wel gefeliciteerd
met je verjaardag, al ben ik nu erg
laat. Maar je hadt me ook niet ge
schreven, wanneer je jarig was Zeg
Gerard, waar blijft nu het? Vond
Pa het niet goed Als je het nog be
waard hebt zou ik het toch erg graag
eens van je zien De groeten voor Pa
en Moe en Voor jou.
Brieven aan de Redactie van de
Cornelia W. Heb je dat mooie
tr- u i raadsel zelf bedacht'? Dan plaats ik
kmder-atdeclmg moeien yetmden hel vast Wat 2ai joban die 20oveeI
worden aan Me). M. C. v. DoornVan teekenen houdt, dezen wedstrijd
Sophuistraat No. 22, Haarlem. i prettig vinden Ga je ook meedoen
RAADSELS
Deze raadsels behooren niet bij
den wedstrijd, maar zijn alle
ingezonden door kinderen,
die „Voor onze Jeugd" lezen.
De namen van de kinderen,
die mijt voor Donderdagmor
gen oplossingen zenden, wor
den in het volgend nummer
van de Courant bekend ge
maakt.
1. (Ingezonden door Frits de Boer).
1. 2, 3 en 4 wordt gedroogd in bed
den gebruikt.
9, 8, 3 en 6 is niet ja.
4, 5, 9 en 7 draagt men aan den
vinger.
3, 8 en 6 is een getal.
Het geheel is een eiland en bestaat
uit negen letters.
2. (Ingezonden door Gustaaf C.
Vicarius).
Met welken bol wordt nooit ge
gooid
3. (Ingezonden door Gerard Hek
keiman).
Mijn geheel komt voor in een be
kend versje.
Mijn eerste is een jongens- of een
meisjesnaam.
Mijn tweede deel is een honden
naam.
4. (Ingezonden door Truus Sprin
ger).
Wat is het tegenovergestelde van
timmerlui
5. (Ingezonden door Wilhelmina
Gerritsen).
Er was eens een huis met zeven
verdiepingen en op elke verdieping
waren zeven kamers en in elke ka
mer stonden zeven bedden, en in elk
bed sliepen zeven kinderen. Hoeveel
schoenen hadden zij noodig?
6. (Ingezonden door Kobus Kappel
hoff).
Maak uit de onderstaande letters
eens iets, dat de winkelier gebruikt,
lwaeaehgcs.
7. (Ingezonden door Comelis Ebel
van Twïsk).
Wat belet den ruiter op heit paard
te zitten'?
8. (Ingezonden door Cisca v. Maas).
Wat men hier uit maken moet is
in Haarlem welbekend
ealrsjmrlheehlatema.
9. (Ingezonden door Hans Willem
Germeraad).
Waar gaat af en wordt toch groo-
ter
10. (Ingezonden door Rebecca Mok).
Welke zonen zijn dochters
Oplossingen van de raadsels der
vorige week
1. Eendracht maakt macht.
2. Charles Dickens.
3. Klokhen.
4. Zachtmoedig.
5. Koppestok.
6. Gierstraat.
7. Europa.
8. Dierentuin.
9. Trouw, rot, touw.
10. Briefkaart.
Johanna P. Wel Jo, wat hou jij'
er een prachtig postpapier op na i
Vind je het eigenlijk niet jammer om'
dat te gebruikenIk vind 't gezellig,
dat je mee gaat doen aan de wed-!
strijden, en dat je goed je best doet,
zie ik wel aan het schrijven, want;
voor zoo'n klein ding van negen
schrijf je keurige brieven. Het raadsel
vind ik goed. Vind je het niet grappig
om heelemaal vooraan in de Brieven
bus te staan?
P i e t K. Prettig, dat je me ook eens
een brief hebt geschreven. Ik vind dat
Anton en jij mooie raadsels beden
ken, en daarom komen ze in de cou
rant. Maar hoe oud zijn jullie eigen-
j lijk Heerlijk, om van die groote wan-
i deltochten te maken met „Concor-
I dia". Zijn er veel jongens in, en houd
je veel van gymnastiek?
Anna S. Dank je wel voor de mooie
briefkaart uit Meppel. Ben je daar wel
eens geweest En ga je nu ook weer
meedoen aan den nieuwen wedstrijd?
i
S. J. V. Tot nu toe heb ik je nog
niet kunnen antwoorden, maar daar-
om ben je dezen keer dan ook een
van de eersten, 't Is nu eens geenver-
haaltjes-wedstrijd, zooals je ziet, maar
ik hoop, dat je zin hebt hieraan ook
eens mee te doen; dan komt er een
volgende keer weer eens een verhaal
tjes-wedstrijd. Nu wou ik nog erg
graag weten, waar je woont, en hoe
je voornaam eigenlijk is.
T r u i d a E. Wat knap, dat je al
j in de vijfde klas zitNu, je schrift
i ziet er altijd keurig uit, en je maakt
I ook heel weinig fouten, en als ik je,
naar je brieven te oordeelen, in een
i klas had moeten zetten, dan had ik
ook dadelijk de vijfde uitgekozen
i Maar waar ben je eigenlijk op school
Nu ben ik benieuwd te hooren, of je
ook veel van kleuren en teekenen
houdt
Kobus K. Wel Kobus, is het boek
mooi'? Gerard schreef me al. dat het
er erg inooi uitzag, maar of het nu
van binnen ook mooi is, dat moet je
me zelf maar eens vertellen. Wat dat
Anton, die naar Amsterdam was, en
me zelf maar eens vertellen. Was dat
woorden- en sommen-wedstrijden?
Leg me eens uit, wat je daarmee be
doelt.
Trijntje en Bertus S. De nieu
we raadsels zijn goed. Zoo gauw als
er weer eens plaats is, zal ik ze op
nemen. Jammer dat je niet alle raad
sels kon vinden Nu, blijf maar goed
je best doen, misschien gaat het dan
een volgenden keer wel beter. Hoe oud
is Bertus, dat heb je me nog niet ver
teld
Elze W. Ik ben blij, dat ik weer
eens een brief van je kreeg. Ik had
geloof ik, in wel twee maanden niets
J a c J o h. Sthn. Ik zie daar, dat
ik je nog niet verteld heb, dat de
raadsels goed zijn. Wat zullen de
jongens en meisjes een werk hebben
om dat te raden, denk je ook niet?
Vooral het tweede lijkt me erg moei
lijk
J o G. Wat moest ik lachen om dat
kopje en schoteltje, dat kleine Willy
aan Siets gaf, maar waar ze zelf uit
wou drinken Was Siets niet dolblij
met haar horloge? Je moet haar voor
mij bedanken voor de mooie brief
kaart, ik vind het erg aardigEn nu
zoo'n zestienjarige jonge dame. Vin-
den jullie haar niet verschrikkelijk
groot De groeten voor allemaal
Nelly A. Wat vond ik het aardig,
dat Ma mij deze keer schreef inplaats
van Nelly. Nu Nel, je moet Mama har
telijk voor mij bedanken voor haar
prettigen brief! En hoe is't nu met de
hoofdpijn, gaat het nu weer wat be
ter? Je moet maar zorgen, dat je
gauw weer heelemaal opgeknapt bent,
want het is niets plezierig om ziek te
zijn, vind je wel Ik vind 't prettig,
dat je eens bij me wilt komen als je
weer eens in Haarlem komt. Nu, dag
NelVergeet vooral niet om mijn
groeten aan Mama over te brengen
Lize v. O. Prettig, dat je blij bent
met de plantentrommel. Nu moet je
me maar eens vertellen of je er mooie
bloemen in naar huis brengt. Doe je
ook aan bloemen drogen, en houd je
er ook een plantenpers op na Ik ken
Marie v. d. B. niet. Is ze ook bij je
op school Als ze zin heeft om mee
te gaan doen, vind ik het best. En nu
zou ik haast nog vergeten om je heel
hartelijk te feliciteeren Dat zou heel
erg zijn, en daarom doe ik het maar
i gauw. Ik heb een verjaardagboekje,
waar ik jullie allemaal inschrijf, vind
je dat niet leuk Komen de vriendin-
netjes op visite? De groeten aan
Mina
Wilhelmina en A1 i da G. Wat
hebben jullie me weer een mooie
briefkaarten gestuurd Erg mooi, die
springende fontein, en Frans Hals is
ook erg duidelijk. Wel bedankt, hoor
Nelly d e M. Het boek heb je zeker
wel gekregen, is 't niet? Als je 't uit
hebt, mag je weer wat anders heb
ben, „De kleine Heide", of „Vinei de
kleine fluitspeler", als je die nog niet
kent. Als ik voorbijkom, zal ik naar
boven wuiven, dan kan je zien, dat
ik het ben. Goed? Prettig, dat je been
nu zoo goed vooruit gaat. Ik hoop
maar, dat het nu gauw weer heele
maal beter is. Ik ben benieuwd om
van je te hooren, hoe je „Een klein
jokkentje" vindt. Was het niet te kin
derachtig? Ik heb het altijd een erg
aardig boek gevonden, maar toen ik
het kreeg, was ik een klein beetje jon
ger dan jij nu
Mejuffrouw G. Eerst wilde ik
aan een van de jongens antwoorden,
maar ik wist niet, wie van de drie er
dan uit te pikken, en ik vind het bij
nader inzien, toch ook beter,U zelf
even te antwoorden op Uw alleraar
digste brief. Ik krijg altijd graag brie
ven van de jongens, hun werk ziet
er altijd zoo keurig uit, dat het een
plezier is om er naar te kijken. Pret
tig. dat Johan ingenomen is met de
boeken. L. en W. zouden ze ook wel
mogen lezen, maar ik ben bang, dat
dit tweetal wat te moeilijk voor ze is.
Een volgende keer zal ik ook op hen
rekenen. Vriendelijke grooten voor U
en de jongens.
Hendrik v. S. Eigenlijk waren er
dezen keer al 10 raadsels, maar omdat
je het zoo vriendelijk vraagt, zal ik
deze keer het bedoelde raadsels als
No. 11 midden in de Brievenbus zet
ten. Ik hoop, dat je nu tevreden bent.
11. Wat maakt ge uit onderstaande
woorden
thee, kapo.
Hoeveel raadsels je goed hadt van
den wedstrijd weet ik niet precies
meer. Aardig, dat je Dinsdag eens
wilt komen, om kennis te maken Het
9e raadsel vond ik niet gek, en de
meeste kinderen hadden het ook ge
raden. Wat beteekende dat rijmpje
eigenlijk Nu, Hendrik, tot Dinsdag
dus
Beruardus vanK. Ik hoop, dat
je een volgenden keer wat meer raad
sels zult vinden, want als dit een
wedstrijd geweest was, was je heusch
niet in aanmerking gekomen voor een
prijs, en Johanna ook niet. Maar, al-
doende leert men, zullen we maar den
ken, hè?
Mien G. Ja, het boek eindigt wel
treurig, maar ik vind het toch erg
mooi. Anneke is zoo'n bijzonder lief
meisje, vind je niet, altijd zoo gedul
dig en vriendelijk, en het is heelemaal
zoo'n aardige familie. Wat heeft die
Siets liet drukpas om negen uur
's avonds thuis De volgende week
krijg je een langer antwoord. Veel
plezier op de wandeling. Zondag
Rinske en Willem P. Jan
mag ook wel meedoen is hij jonger
dan jullie? Ben je al lang bij Mijn
heer H. op school, W. Veel succes
met het examen, zoo'n voldoening als
je daar door komt, hè Wat een grap
pig postpapier houd je er op na In
dat bovenste cirkeltje had je eigenlijk
je portret moeten plakken
Maria K. Dank je wel voor je
twee brieven. Ik begrijp best. dat je
dat moeilijke raadsel niet kon vinden,
maar er zijn ook grooteren bij. zie je
Maar dat zoo'n kleine meid als jij ze
niet allemaal hebt is niets erg. Wat een
heerlijk vooruitzicht, om naarlJmui-
den te gaan En wat moet je icderen
dag een eind loopenMaar je vindt
het zeker prettig op school, is het
niet?
Hendrik P. Wel Hendrik, ik denk
dat de zetter zich vergist heeft,
Wat klinkt dat gek, hè'? Ik ben blij,
Ploeg heet, en niet Hendrik Vloeg
Wat klinkt dat gek, hê Ik ben blij,
dat je niet aan de raadsels geholpen
wordt, dan vind ik ook niets aardig.
Dag Hendrik
Johanna Elizabeth G. Pret
tig, dat je ook mee gaat oplossen.
Houd je veel van raadsels radenNu
ben ik benieuwd of je ook mee zult
doen aan den nieuwen wedstrijd. Lijkt
het je nogal leuk
Koosje K. Nu moet je me eens
vertellen hoe oud of je bent en hoe
veel broertjes en zusjes je wel hebt.
Ik ken nu Koosje, Dirk en Hermina.
Wie is de oudste? Ik ben blij, datje
het boek mooi vindt. Hermina vertel
de je zeker wel, dat je het anders nog
mocht ruilen
Frits de B„ Hendrika de B., Johan
V., Marietje S., Theo en Abram v. B„
Christina R., Cato Fr., Jacob M., Jo
han W„ Rika H„ geduld tot het vol
gend nummer.
8paarpotten in de oudheid.
Bij de opgravingen, die baron Hil-
d a van Gaertringen op het eiland
,an de inrichting van zulke vergaar-
hera ondernomen heeft, zijn ook
rie steenen offerblokken te voor-
11 chijn gekomen, die ons voor de eer-
Q ie maal een levendige voorstelling
assen in de antieke tempels geven.
11e drie bestaan uit een steenen voet
een er van is zelfs blijkbaar
oor grootere zekerheid, uit de rots
elf gehouwen. Op het voetstuk past
ten verschuifbaar steenen deksel,
faarin een opening om het geld door
e werpen. Beschutting tegen diefstal
ood de zwaarte van den deksel of j
ikwijls ook een slot, dat door mid-1
el van klampen of pinnen af te slui-1
en was.
Echter werden ook de offergiften inj
ertrouwen op de heiligheid der
•laats op geheel en al open plekken
leergelegd, evenals men tegenwoordig
iog in Griekenland aan den kant van
lea weg in kleine uithollingen van
te rots geldstukjes kan zien liggen,
ie voor een kapel bestemd zijn, die
enige schreden van den weg af in
•et veld staat. Zulke offerblokken nu
faren in lederen Griekschen tempel
e vinden, en zij brachten op veel be-
ochte heilige plaatsen aardige som-
Den op, naar blijkt uit de lijsten der
Binpelbeambten van Delphi, waarop
aarlijks de ontvangst uit de drie of-
erblokken genoteerd wordt, maar
'aarentegen ook onder de uitgaven
•et loon staat aangeteekend voor de
'erschillende arbeiders, die bij het
••penen moesten helpen.
Ook in Italië zijn meermalen zulke
ipaarpotten uit tempels afkomstig, te-1
ruggevonden. Een, die gevonden werd
op de plek van h ,t oude Cluentum,
is een steenen cylinder van i meter
hoogte. Bovenop ziet men om de ope
ning voor het geld heen een op
schrift, bevattende de opdracht aan
Apollo, het onderste deel was vroeger
in een houten standaard geplaatst. De
inhoud van den spaarpot bestond uit
5000 denaren. Andere spaarpotten wa
ren van steen, maar hadden een me
talen bodem. In 't bijzonder merk
waardig is het exemplaar, dat kort
geleden te Vertault aan de „Cote
d'Ort" opgegraven werd. Het stelt
voor een 28 cM. breede bank methoo-
ge leuning, waarop twee Gallische
godheden gezeten zijn. Tusschen hen
is in het zitvlak een spleet aange
bracht, waardoor de geldstukken in
een holle ruimte onder de bank vie
len. Dikwijls werden gevonden kleine
bronzen spaarpotten, versierd met de
afbeeldsels der godheden, voor wie
zij bestemd waren.
Naar het voorbeeld der inzamelpot-
ten voor de godheid zijn nu ook reeds
zeer vroeg in particuliere woningen
kleine geldkistjes, meestal uit klei ver
vaardigd, neergezet om sparen telee-
ren. Vele vondsten van muntstukken
zijn er gedaan met het ontdekken van
zulke spaarpotten. De oudste huis
spaarpot, is die van terracotta, die
bij de Duitsche opgravingen te Trient
werd ontdekt. Hij stelt aan den voor
kant het front voor van een tempel
schatkamer, tusschen twee halve zui
len en door drie hooge treden toegan
kelijk gemaakt. In 't gevelveld is de
spleet aangebracht om het geld door
te werpen en aan den achterkant is
een vierkante opening die door een
houten of metalen plaatje kon worden
afgesloten.
Een groot aantal spaarpotten heeft
Pompeji ook weer aan den dag ge
bracht. Zij zijn gedeeltelijk in navol
ging van de geldkisten vervaardigd,
en dan ook zijn het eenvoudige ronde
van boven gesloten potten van klei
met een spleet er in, geheel op de
zelfde manier als bij ons nog heden
steenen spaarpotten gemaakt worden.
Ook in het tegenwoordige Italië wor
den zij nog gebruikt en heeten daar
dindarolo. In Duitschland zijn even
eens talrijke Romeinsche spaarpotten
gevonden. Zoo stiet met te Worms bij
het onderzoek van den loop eener Ro
meinsche waterleiding op een geheel
nest van meer of minder beschadig
de spaarpotten, waarschijnlijk de
overblijfsels van een pottenbakkerij.
Ook zijn er gevonden in den vorm
van schalen, gelijkend op lampen van
klei, daaronder te Rome eene met
beeldhouwwerk versierd, waaruit op
te maken was. dat die voor een
Nieuwjaarsgeschenk bestemd was,
want men herkent allerlei zoetigheden
ook de pitten van pijnappels en kleine
koekjes, daaronder een asteeken, dat
in 't bijzonder voor gelukaanbrengend
gehouden werd. Andere vertooneneen
beeltenis van Mercurius. den be
schermgod van den handel en ieder
beroep, die dus voor de spaarpotten
een buitengewoon zinrijke versiering
was. Ook het beeld van Fortuna past
zeer goed voor de spaarpotten. In de
plaats van deze geluksgodin is opeen
spaarpot in den vorm van een bijen
korf in 't museum te Gotha een cir
cus-koetsier gezet. Misschien moest de
beeltenis van den overwinnenden en
tengevolge daarvan snel rijk geworden
wagenbestuurder een goed voorteeken
zijn voor den bezitter van een spaar
pot.
Jokai anecdoten.
Dc onlangs overleden Hongaarsche
schrijver Jokai placht te zeggen, dat
hij volstrekt niet trotsch was op zijn
werken. Maar hij liet zich er wel een
beetje op voorstaan de dichter
Toldv eens had gezegd, dat hij onder
Jokai's boeken er geen had gevonden,
dat men niet gaarne zijn dochter in
handen zou geven.
Jokai's scherpste bestrijder was de
criticus Gyalay. Toen hij bij de jong
ste volkstelling de vraag moest beant
woorden, of hij schrijven kon, vulde
Jokai op het biljet in: „Ik geloof van
ja, maar Gyalay zegt neen."
Eens vertelde iemand, dat de rijke
graaf Zichy aan de stad Pest een
kostbaar standbeeld had geschonken.
Dat is ook watzeide een ander.
Dat is voor Zichy precies zooveel
alsof ik aan de stad een sig'aar van
zeven kreutzer zou schenken.
Toegegeven, viel Jokai in. Maar
hebt ge de stad reeds een sigaar van
zeven kreutzer cadeau gedaan
Bij een feestmaal, dat eens te zij
ner eer gegeven werd, begon één der
aanzittenden een toost met de woor
den
Moritz Jokai is de koning der
Hongaarsche dichters. Zijn hoofd
draagt geen kroon, doch...
Een pruik, viel Jokai, die zeer
vroeg kaal werd, hem lachend in de
rede.
In één zijner romans teekent Jokai
een ridder, die geen kindoren heeft
en naar Palestina trekt pm voor
kinderzegen te bidden. De uitgever
liet door een teekenaar een t'telblad
ontwerpen, waarop het afscheid van
den ridder moest worden afgebeeld.
De teekenaar begreep zijn opdracht
echter verkeerd en toekende bij het
afscheidstooneel een half dozijn kin
deren. die zich aan de rokken der
burchtvrouw vastklemden. De uitge
ver wilde de teekening niet hebben
en den teekenaar geen honorari im
uitbetalen.
Jokai echter vond een middel, om
den armen drommel te helpen. Hij
laschte n.l. in den roman de volgende
zinsnede „De burchtvrouw evenwel
hield zooveel van kinderen, dat zij de
gewoonte had. de kinderen van haar
personeel rondom zich te verzamelen,
ze op de armen droeg en van 's mor
gens vroeg tot 's avonds met hen
speelde."
De kleedwoede onzer dagen.
In een veelgelezen Londensch blad
doet miss Braddon een waarschu
wing hooren tegen do steeds stijgen
de toilet-weelde der Engelsche dames.
Hoeveel elegante dames uitgeven,
schrijft zij, komt men zoo nu en dan
te weten, wanneer een leverancier een
dame gerechtelijk vervolgt om een
rekening te voldoen van twee of drie
jaar. eenige duizenden guldens. Die
buitensporigheid van onzen tijd zit
niet in de verbruikte stoffen, want die
zijn goedkooper dan vroeger, maar in
de kunstvolle garneering. In den vori
ge n zomer bijv. moest een kleed 100
meter dure Guipurekant of iets der
gelijks hebben. De Engelsche dames
hebben in de laatste jaren millioenen
voor garneersel uitgegeven, en naast
de drankzucht bij de vrouwen uit de
slecht befaamde stadsgedeelten, is de
kleedwoede der vrouwen in het West
end en de voorsteden een der ergste
teekenen van onzen tijd. Men moet
de uitstallingen der groote zaken
maar eens zien en als men dan denkt
aan het huishouden van een ambte
naar met 1200 gulden inkomen, of
van een jongen man der city met
3600, dan komt men onwillekeurig tot
de slotsom, dat ze vaak bezwijken
onder den last, om een vrouw goed
te moeten kleeden.
Het is het „er om en er aan" wat
zooveel kost. Om de bezoekers te over
treffen wordt het kleed gekocht, niet
om den eigen man te behagen, en
vóór alles moet het modern en niet
van het vorige jaar zijn. Om der wille
van de onverzadelijke godin mode
moet het tropenwoud zijn schoonste
vogels, de wildernis haar polsdleren
geven, hult zich de vrouw zelfs in
den zachtsten winter tot aan de kin
in een zwaren pels of draagt in Oc
tober of Maart, zelfs als er een scher
pe wind waait, een blouse van mous
seline. Om de mode werpt de vrouw
een kleedingstuk weg, dat ze het vo
rig jaar van haar man heeft afgebe
deld. al is het nog zoo goed als
nieuw.
GOEDE HOOP.
Vader (tot jongmensch, die om de
hand zijner dochter vraagt). Hebt
u geld?
Trouwlustige. Neen, maar ik heb
te Arnhem een rijken oom.
Vader. Zonder kinderen?
Trouwlustige. Neen, hij heeft zes
kinderen, maar die rijden allen
met een automobiel.