PAARDENHOEDEN. 't Spreekwoord ..aan de vruchten kent men den boom", zou gevoeglijk kunnen worden vervangen door ..aan zijn hoed kent men den mensch". En waar het nu langzamerhand mo de wordt, paarden van hoofddeksels te voorzien, verwacht men. dat het vorengemeld gewijzigd spreekwoord ook weldra van toepassing op de paarden zijn zal. Daarom geven we alvast eenige van de te verwachten typen no. 1 een ren paard 2 een aapjesknol; 3 een ijdele jongedame (zij verwierf een prijs bij de rijkspremiekeuring)4 een bereden- politiepaard 5 een vierbeenige circus- artist en 6 een paard aan lagerwal, van een scharenslijperswagen. I AH Niet zelfzuchtig. Het is zooik moet je de harde waarheid zeggen, dat vader alles ver loren heeft. Hij bezit niets meer sprak zij. Hij heeft niet alles verloren, riep hij uit. Helaas ja Neen, sprak hij met nadruk. Gij zijt hem overgebleven ik zou niet zoo wreed willen zijn, hem nu óók nog te berooven van u, Adèle. Geen plaats. Optimist. Aan den levensdisch is plaats voor een ieder. Pessimist. Best mogelijk, maar op mijn plaats zit altijd een ander. Ook e e n 1 i ef h eb be r. Jongmensch. Heeft u die doos chocolade ontvangen, die ik g'steren u zond, juffrouw Clara Juffrouw Clara. U gaf die doos mee met mijn jongste broertje, niet Jongmensch. Zoo is 't. Juffrouw Clara. Nu, de doos kwam in mijn bezit. DE EVOLUTIE DER VROUW. 1854 1874 1894 19114 Allerwegen hoort men klagen over den geringen vooruitgang der vrou wenbeweging. Op één terrein blijven de vrouwen den mannen echter voort durend baas op 't gebied der mode. Eén blik op ons plaatje is voldoen de de in vijftig jaren bereikte evolu tie op dat terrein te overzien en t waardeeren. Herinnert de eerste dame aan eer gans, de tweede aan een hen, de derd< bereikte al de overgangsvormen waaruit zich de vrouw van hederi heerlijk zou ontwikkelen. Gevaarlijk Bloed. Uit het Zweedsch van DANIEL FALL- STRöM. Hiller. Ze voelde, dat ze eene kleur haalde hoorbaar adem, ik wilde name- kreeg, en hare eerste gedachte was den lijk met je over je moeder spreken, brief te verbergen. Maar ze bedacht Over mijne moeder zich, kroop heel dicht in een hoekje en Ze vouwde de handen om de knieen ontcijferde met moeite het geschre- en liet het hoofd voorover hangen, veneJa, over je moeder, die ik eens Liefste Janezoo zeer heb lief gehad meer dan De oude dominé Van As was tot de, „Ons gezelschap is in S., dus in God en alles 1 overtuiging gekomen ,dat het nu tijd uwe onmiddellijke nabijheid. De da- Zoo zeer was om zijne pleegdochter alles te me, die bij ons de verliefde rollen Ze vlijde zich tegen hem aan. zeggen. Ze had immers volkomen het speelde, hebben we in M. moeten ach-! Zie, kind, ik ben niet de broer recht om eindelijk iets ömtrent hare terlaten, omdat ze de pokken had ge- van je moeder geweest. Je moeder en moeder te hooren. Jane was nu zeven- kregen. Zij is dus eenvoudig onbruik- ik waren niet aan elkander verwant, tien jaar oud, ze heette Jane, even- baar, al mocht ze weer herstellen. Ik beminde haar en dat is meer dan als hare moeder, en met eiken nieu- Haast u en wordt een der onzen. Ge bloedverwantschap wen dag scheen het den ouden domi- Zjjt jong en schoon en hebt eene goede; Beminde zij u ook, oom? né, dat ze hem boven 't hoofd groei- stem. Ge zult eene verrukkelijke Ama-j Ze had niet weer „oom" willen zeg de. Ze was niet meer het lieve, kleine üe jQe Roovers" zijn. Duizend kus-'gen, maar hoe zou ze hem dan piot- ding, dat hij op zijn armen had ge- ggu drukt in groote haast op uwe seling noemen wiegd, tot de fluweelachtige wimpers kleine hand, zich sloten en Jane was ingeslapen, j Uw toegenegen Neen, ze was een groot meisje en meer dan een groot meisje. Haar figuur Viktor, was rond en vol geworden, de schou- P S 0pdat alles goed van stapeizai ders teekenden zich sierlijk en vol on- loopen, want de oude laat u maar niet Neen kind, ze beminde een ander. Een ander? Een tooneelspeler, want ze dweep te met het tooneel. En werd mama gelukkig? vroeg Jane en drong de tranen terug, die der de wollen japon af en in de oogen z00 gaail) wacht ik van nacht met een j met geweld zich een weg wilden ba- was een eigenaardige glans gekomen r[jtuig met twee paarden in de linde- nen- Gelukkig? Hij glimlachte droevig en streelde het hoofd van het jonge meisje. Kind, als je moeder gelukkig was - en dat alles verontrustte den ouden ]aan Ge houdt het geluk in uwehan- dominé in hooge mate. den. Kies nu „Precies hare moeder", dacht hij en zuchtte. 'Ze was bleek van ontroering, „oen 00 Men was nu in September en't ze den brief had gelezen. Hare droo-geworden, zou mij het genot niet te was een heerlijke September. De lin- men ZOuden dus verwezenlijkt wor- jbeurt zijn gevallen jou in mijn huis den beneden in de laan hadden nog den ^,jen verwachtte haar. Ze zou ai tej mogen nemen. Je moeder was eene maar enkele gele bladeren. De gras- deze ronen op de planken mogen spe-arme, ongelukkige vrouw. Vijftien perken waren nog frisch groen. Over jeQj we]k0 2e 200 dikwijls in hare ge-'jaar geleden vertrouwde ze jou aan den lagen steenen muur om den pas- dachten had gespeeld. Men zou haar mij toe en ik beloofde haar een vader torietuin schitterden dahlia's en as- toejuichen, ze zou gevierd worden, voor je te zullen zijn, over je te zullen ters in veelkleurige pracht, en de overal, waar ze kwam. En ze zou ner waken en je op te voeden tot eene goe- Septemberzou scheen bijna even warm heerlijke leven mogen leiden, hetwelk de vrouw, en helder als op de heerlijke dagen de groote tooneelspelers leiden. Na-1 En mama? midden in den zomer. 'tuurlijk zou ze als Amalie optreden.' Hare oogen stonden vol tranen; hare Jane zat boven op hare kamer en Qeen mensch ter wereld kon haar dat lippon beefden, las. Ze ondersteunde het hoofd met verhinderen. Precies om twee uur zou' Je mama heb ik nooit weergo- het weelderige blonde haar met de ze beneden in de lindelaan wachten, zien. „tt-a-»-r-rv -r v hand en do fijne wenkbrauwen waren en dan de wereld in om te werken1 - En is ze geen tooneelspeelster ge- DE GEWONDE ADELAAR YAN WATERLOO lichtelijk geplooid. Het was een Fran- ea overwinniugen te behalen! worden? sche roman, dien ze verslond. De huis- Pe schemering was neergedaald. i Neen; ze stierf in een circus. 1 onderwijzer op het landgoed van den De dominé had de lamp aangestoken Dat waren te veel verstoorde illu- BlJna 90 jaren zijn sedert den ge-, daarmede steunend op het steenen heer van 't dorp had haar dien ge- en zat binnen voor zijne schrijftafel, sies op eens. Ze viel op de canapé dönkwaardigen slag bij Waterloo ver- voetstuk, terwijl hij zich met den an- leend. In de weinig omvangrijke bi- Van de veranda zag ze zijn over het neer, drukte het hoofd in het kussen lo°Pen- zonder dat Frankrijk zijn ge- j deren vleugel verdedigt. In zijn klau- bliotheek van de pastorie waren geene papier eebogen hoofd met het zwart en snikte hartroerend. trouwen op het slagveld een zichtbaarwen houdt hij een doorschoten Fran- romans. behalve die van Friederike fiuweelen kapjeden bril had hij om- De dominé stond op en liep een paar aandenken wijdde. Maar het Dinsdag sche vlag. Brem-r en Ingeman, en die lokten ho0g geschoven. Nu en dan liet hij de malen de kamer op en neer. Hij wist, feeste»Jk onthulde gedenkteeken ,.De| De onthulling werd door een ontzet- niet tot lezen uit. Jane vond ze zelfs pen rusten, zocht wat in den bijbel dat een jong hart tijd noodig heeft om Se^onde adelaar van den intusschen tende menigte, men schat 20.000 man, hier en daar beslist belachelijk, en op en bleef da neen oogenblik zitten zich uit te weenen. Toen ging hij -gestorven beeldhouwer Geróme, een bijgewoond, en o.a. door de eenige, dat juist op die plaatsen, waar de do- peinzen. Hij was oud en wit van haar. weer naast haar zitten en nam haar *ven tr°tsch als roerend beeld van het nog levende ooggetuige van den slag, miné met eene ganzepen had omhaald. om zijne jippen jag een trek van stil- vriendelijk en ernstig in zijne armen. dappere maar overwonnen Frankrijk, I de 103-jarige mevrouw Dupuis uit Cha- Neen, Graaf de Camors dat was ien weemoed en zijn voorhoofd werdeen waardip monument naast de pelle-les-Herlaimont, die in een auto iets heel anders! En ze las deze re-doorploegd door diepe rimpels. Hij Jane lag in haar bed met.de witte Engelsche, Duitsche en Belgische ge-mobiel naar de plaats van het monu- gels, die van parfum en hartstochtmoest wel veel geleden hebben. gordijnen. De maan scheen in de ka- denksteenen. Het stelt den Franschen i ment gebracht werd. vervuld schenen te zijn, telkens en Jane zat daar en staarde naar hem mer en overstroomde meubels, bloe- adelaar voor, één vleugel doorschoten, telkens weerhare ziel droomde van been en de brief brandde haar in de men, boeken en vogels met eene zee niets anders dan van liefdesavonturen handen. Deed ze er goed aan, haren van licht. en in hare verbeelding was zij het, die 00m verlaten? Haar oom, die zoo De oude hangklok sloeg tweemaal de graaf zoo hartstochtelijk kuste. g0ed voor haar was en de koekoek kwam tweemaal uit Maar de graaf droeg de trekken van zijn hokje. Patient. Uw concurrent maakt be- een ander. Enkele weken geleden, in j Jan6j n,ijn kind! -Jane stapte haastig uit het bed en kend, dat hij kiezen trekt zonder dat Juli, had Victor Hiller, van beroep Qafc was baar oom; mj stond in de ging op bloote voeten naar het ven-'t de minste pijn doet. Kan u dat ook? tooneelspeler, zijne vacantia in een der deuropening en riep haar. Hemel, de ster. Verborgen achter het witte tulle- j Tandarts. Wel zeker. Wat d i e Beroepsgeheim. boerenwoningen m As gaan doorbren- brief Als hij den brief zien Zij gordijn, kon ze zien, wat er beneden kan, dat kan ik ook. gen. Hij was een flinke, jonge uu»n, frommelde het papier ineen en stak op den weg voorviel. Patient. Als dat zoo is, wil mij elegant in weerwil van eene zekere het met den zakdoek in den zak. i Aan 't eind der lindelaan stond een dan deze kies trekken, onverschilligheid, en met een paar j Ja> oom rijtuig met twee paarden. De koetsiet, Tandarts (gaat over tot de operatie, oogen van de soort, welke voor eene j^oni binnen, kind, het wordt bui- zat recht als eene kaars op dcit bok. waaronder zijn cliënt vreeselijk jam- vrouw licht gevaarlijk wordt. j ten vochtig. Een paar schreden er van af liep een mert en schreeuwt). Heeft 't pijn Jane en hij hadden elkander eens j ge gehoorzaamde. i heer op en neer en rookte een si-'gedaan? toevallig ontmoet, eenmaal, vervol-1 Hij ging naast haar op de canapé gaar. Hij moest die telkens weer op-j Patient. Ontzettend, gens vaker. Hij had haai- van het too- jn de woonkamer zitten, nadat zij nieuw aansteken. Tandarts. Ziet u, en dat noemt neel verteld, van liet leven achter de daar d© lamp met de roode kap had „Dat is precies als in „De graaf de die kwakzalver hierover nu zon- coulissen, van zijne rollen, zijne triom-1 aangestoken." Camors" dacht ze. ffii. ja. vooral van zijne triomfen. j Ben je ooms goed, klein meisje? De heer met de sigaar liep onophou- Jane was verblind geworden. jag zooveel hartelijkheid in den delijk heen en weer. Eindelijk bleef hij Zonder zich dat juist bewust te wor- t0011hemel, als hij haar maar niet; met de voeten ver uit elkaar staan en den, had ze juist van net leven, het- j verzocht den brief te mogen lezen! ikeek op het horloge. Onmiddellijk welk hij schilderde, gehouden. Na hetj Zeker-ben ik dat en ik heb oom i daarop zei hij iets tot den koetsier, samenzijn met Victor Hiller, leek het immers ook zoo lief! 'stapte in het rijtuig en trok het por- haar door nog verlokkender licht be schenen. Aan zijn fantasieën leven ie kunnen geven .direct in de heerlijke wereld der poëzie te kunnen treden, macht over de harten te minnen, dat moest een onuitsprekelijk geluk zijn. Overigens wis de betrekking tus- schen Jane en Viktor Hiller tamelijk onschuldigLij had haar bij 't af scheid mogen kussen, dat was alles. Maar ze had deze eene liefkoozing nooit kunnen vergeten, dezen eenen korten afscheidskus. De oude dominé had het voor geen geld ter wt^eld mogen vernemen, dat ze met den too neelspeler in kennis was gekomen. Ze zou het niet hebben gewaagd hem dat te vertellen, want ze wist, hoe hij over het tooneel oordeelde. Toen ze naar beneden ging om thee te drinken men dronk precies om zeven uur thee overhandigde de dominé haar een brief, die juist met de post was gekomen en uit de diehtstbij gelegen stad was verzonden, zooals uit den stempel bleek. Zeer nieuwsgierig nam ze den brief in ontvangst ze kreeg immers zoo zelden een brief en toen ze thee hadden gedronken, ging ze er mee naar de veranda om hem te lezen. Ze brak hem open en zocht naar dej onderteekening. Daar las ze Viktor Dat was waar, en toch bloosde ze. tier achter zich dicht. En het rijtuig Zie je, kind, zei de dominé enrolde snel en zacht in het maanlicht legde den arm om haar heen, alsof,weg. hij haar wilde beschermen, ik moetl Maar Jane sloop weer in haar bed met je sprekenhij hield op enen weende zich in slaap. der do minste pijn! Duidelijk genoeg. Een handelshuis, waaraan inlich tingen gevraagd werden omtrent eene zekere firma, antwoordde Aangezien wij uit principe nim mer ongunstige berichten omtrent iemand mededeelen, doet het ons leed u aangaande de firma in quaestie niets te kunnen melden. YAN 'T OORLOGSTERREIN Fijne zinspeling. Vader (tot de hospita van zijn zoon). En studeert mijn zoon vlijtig juf frouw Hospita. Zeker, mijnheer, hij gunt zich zelfs niet den tijd mij en zijn kleermaker te betalen. Kozakken begraven een gesneuvelden kameraad. ï)o Romeinen en (le Dagbladpers, Wanneer men thans aan een dag blad denkt, stelt men zich liefst daarbij voor die legers van typogra fen of die wonderbare linotype's, die de letters met spoed tot regels vor men men denkt aan de groote rol len, dat eindeloos afwikkelend pa pier bij de rotatiepersen, aan troepen krantenloopers, zich over de stads pleinen en wijken verspreidende, met een pak couranten onder den arm men denkt aan die bulletins, waar op bet publiek bij groote gebeurte nissen van den dag aanvliegt. En in die koorts van vooruitgang, van snelheid, denkt men er niet aan, om eens terug te blikken in het ver leden, om na te sporen den oorsprong van dezen grooten factor in ons mo dem leven, bij overdrijving of niet wel eens genoemd de ..vierde macht in den Staat". En toch ligt hier stof voor een be langrijke en tevens gemakkelijke stu die, dank zij hetgeen over deze kwestie bekend is. Als wij het dagbladschrijven als een vorm van welsprekendheid be schouwen. bestemd, om op gere- gelde tijden de beginselen, die de maatschappij heheerschen, in herin nering te brengen, door die beginse len op de feiten van den dag toe te passen, dan behoeven wij niet tot de middeleeuwen terug te gaan om daarvan den oorsprong te vinden. Als wij daarentegen het als een openbare samenleving van verschil lende feiten beschouwen, dan zullen wij verder moeten teruggaan, tot het Romeinsche keizerrijk, misschien zelfs tot Cesar. Inderdaad, een tekst van Sempro- nius doet ons gelooven aan het be staan van een dagelijks verschijnen de bekendmaking te Rome in het jaar 620 „De Annalen", zegt hij, „toon den ons alleen aan, welke de feiten geweest waren en in welk jaar zij waren gebeurd, ten naastenbij zooals die. welke thans een dagblad (diari- urn) redigeeren, dat de Griek „ephemrida" noemen.' Men weet, dat behalve de registi van den burgerlijken stand, de lijst der consuls, de archieven van famili of van de magistratuur, de Romein nog algemeene archieven hadden, vattende van jaar tot jaar de groo feiten van hun geschiedenis. Dei Annalen loopen tot het jaar 130 het is zeer waarschijnlijk, dat dien tijd het diarium dateert, het dat dit de Annalen verving of de 1 onnoodig gemaakt heeft. Het dagblad zou voor de Romein* weldra een wezenlijke behoefte den. In onze dagen kan de meest ee voudige mensch, de somberste me schenhater niet meer zonder een co rant leven. Hoe zouden dan de R meinsche veldheeren, die hun verov ringswerk in den vreemde voortze tende, de administrateurs, de ha delslieden, die de provinciën afrei den, de gewone burgers zeiven. spreid in de Campagna romana, h< zouden zij niet een middel gezoci hebben, om geregeld op de hoogte blijven van hetgeen in de stad voo viel Of mochten zij zich alleen ve laten op de welwillendheid van e< vriend te Rome, als gelegenheidsco respondent? Moesten zij niet alsvai zelf medewerken tot de vestiging va een geregelden inlichtingendienst? j In Rome toch, de stad van ijvej zucht, heerschzucht en trots, waai destijds de volksgunst de macht ga en ontnam, moest hét meest prim tieve beginsel van een dagblad ee krachtig middel zijn om tot de hooi ste betrekkingen op te klimmene zij, die de volksgunst zochten, koi den langs dezen weg hun eigen lie d end aden uitbazuinen, en het vol van zijn kant, zou er wel zijn lo spraak of zijn bedreiging in late hooren. Hoewel de Romeinsche journals tiek in den aanvang slechts een eer voudige informatiedienst was, vei kreeg zij reeds onder de Keizers ee politieke beteeken is, welke de Ke zers vreesden, maar waarvan soms ook partij wisten te trekken. Tiberius, vreezende de te groot populariteit van een architect, die eei portiek te Rome had opgericht, ver bood, dat de couranten den naam va dien bouwmeester bekend maakten Hieruit valt op te maken, dat op die tijd de dagbladen reeds een aanzien lijk aantal lezers telden. Dezelfde Tiberius maakte ii_ bladen bekend, wat hij over zijn per soon had hooren zeggen. Hij gin zelfs zóó ver, met dingen te publ ceeren, die men niet gezegd had maar waarvan hij beschuldigd zeid te zijn om zoodoende op te kunne! treden tegen degenen, die hij beschul digde deze zoogenaamde verzinsels t hebben uitgestrooid. Hij bewerkte aldus de publiek opinie en trachtte zijn dwingelandi te doen doorgaan voor een gewet tigde gestrengheid. Domitianus van zijn kant verbood om de herinnéring aan zijn wreedhe den uit te wisschen, de namen de aanhangers van Antonius te melden. Wat Commedius betreft., dez< scheen er vermaak in te vinden a zijn wreedheden en uitspattingen in de „Acta Urbis" aan de groote klok te hangen, Eenige dames uit de groote werelc te Rome maakten van de courant eer minder politiek, maar niet mindei eigenaardig gebruik Volgens Cassius had Livia, de moeder van Tiberius en Agrippina, en de vrouw van Clau dius, er pleizier in, om in de bladen een lijst te laten openbaar maken van al de personen, die haar een bezoek waren komen brengen. Uit de wijze, waarop deze krant: verspreid werden, schijnt men te moeten opmaken, dat het abonn mentstelsel niet bij de Romeinen be kend was; gewoonlijk plakte mende berichten onder de portieken van Rome aan of wel op liet Forum. De baardscheerders hadden er al tijd ter beschikking van hun klan ten. Maar het dagbladwezen bepaalds zich niet tot Rome alleenspoedig verspreidde de krant zich in de pro vincie, in Azië en Afrika. Men ver haalt, dat Cicero, tijdens hij pro consul was in Cicilië, een jong rid der, met name Celius, had belast,] hem geregeld de nieuwstijdingen uit Rome te zenden, en deze zich van die opdracht kweet, door uittreksels dei- bladen aan zijn vriend te) zenden. Het is volstrekt niet ongemotiveerd, als men aan de journalistiek van die dagen vooruitgang en ontwikkeling had toegedacht. Maar zijn bestaan was nauw verbonden met dat van het Romeinsche Rijk zelf. Toen eenmaal het Keizerrijk was gevallen, en Europa in stukken ver deeld werd, in kleine samenlevingen, waarin ieder zijn eigen onafhankelijk bestaan leidde, toen had het dagblad wezen zijn groote reden van bestaan verloren. Van toen af sluimerde het in en zijn slaan duurde elf eeuwen, totdat de uitvinding van de boek drukkunst het deed ontwaken, en nu tot een nieuw leven, waarvan het ein de niet te voorzien is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 10