=r UIT JAPAN. Een reserve-officier van 't Japansche leger door zijn vrouw en hun klei ne naar de boot gebracht, met welke hij naar het oorlogsterrein vertrek ken zal. Een Verloren Vermogen Een dievenvertelling. (Naar het Engelsch). Bob en ik hadden altijd pech. Wij konden, om zoo te zeggen, beproeven wat wij wilden, altijd mislukte 't. Bij na een maand lang hadden wij aan een mooi overlegd plan gewerktwij wilden lord Tallport van zijn zilver ontlasten, en juist toen alles gereed was, wat gebeurde er toen De deur waarder kwam en legde beslag op al het moois, om daarmede eenige schul den van zijn lordschap te betalen. „Zoo", zeg ik, „dat is weer mis, oude jongen". ,.Ja, zoo tamelijk, Bill Jack", antwoordde Bob. Hij noemde mij steeds Bill Jack, ofschoon ik Wil liam John ben gedoopt. Hij nam eene krant en gedurende enkele minuten -hoorde men geen woord. Plotseling zeide hij „Zeg, luister eens, dat is wat voor ons, hier deze annonce „Gevraagdeen bediende om tafel te dienen en tot hulp van den huis meester. Alleen zij, die voorzien zijn van goede getuigschriften, behoeven zich aan te melden. Sandilands Hall Egham". „Ik geloof wel dat wij daar wat uit kunnen draaein. Sandilands Hall is mij niet heelemaal onbekend. De oude John Errol leefde daar de man stierf ongeveer zes maanden geleden en ik weet niet wie daar tegenwoordig woont. Maar als de familie Errol daar nog zit, dan weet ik wel dat het zilver een vermogen waard is. Wat we nu te doen hebben is ditJij gaat naar Egham, neemt de betrekking als bediende aan, stelt je met alles goed op de hoogte en geeft mij over alles de vereischte inlichtingen." „Uitstekend I" antwoordde ik, „maar hoe staat het met de verlangde ge tuigschriften „Och wat, ik schrijf je er "een lialf dozijn, het eene al mooier dan het andere en geen twee met hetzelfde handschrift." Zooals Bob mij had geraden, ging ik door eene zijdeur naar het kasteel Sandilands Hall en informeerde naar den huismeester. Zijn naam was Blo xom de waardige man las met de meeste aandacht mijne getuigschrif ten. „Uwe getuigschriften zijn in orde en maken een goeden indrukook uw uiterlijk bevalt mij ik ga dus naar miss Curzon om hare meening te vragen. Zij is de meesteres des hui zes tot mr. Rupert hier terugkeert". Binnen weinige minuten keerde mr. Bloxom terug ik moest onmiddellijk bij miss Curzon komen. Of ze er aardig uitzag Dit zal wel waar zijnFrisch als een perzik, vriendelijk als eene fee en met eene stem als een zilveren klokje. „Dit is dus de man?" vroeg zij. „Hoe heet hij ook weer?" „Higgins, juffrouw", antwoordde ik. „William John Higgins, om u te die nen'. Zij deed nog eenige korte vragen, maar ik was tamelijk op alle6 voorbereid en wist daarom goed te antwoorden. ,,U kunt voor een j maand op proef komen", zeide zij ten slotte. „Dank u, juffrouw", antwoordde ik' en liep behoorlijk achterwaarts de' deur uit, te zamen met mr. Bloxom. I Wij gingen terug naar het verblijf van mr. Bloxom. Een gemoedelijk oud huis. Ik nam mij voor, van deze gelegenheid meteen gebruik temaken om 't een en ander te vernemen. „Groote familie hier?" vroeg ik. „Familie? Och neen, de betrekking is bepaald een ruslpostje. Hier is nie mand dan miss Curzon. Intusschen zullen de dingen wel veranderen als mr. Rupert terugkeert. Ja, dat is bó- paalfl een roman. Wacht èeris, 'tis óngèveer acht jaren geleden, sedert mr. Rupert met zijn vader ongenoegen kreeg. En merkwaardig alles om miss Curzon. Zij was de dochter van onzen toenmaligen predikant en mr. Rupert verlangde haar tot vrouw. Maar vader Errol wilde daar niets van weten en zond hem naar het bui tenland. Mr. Rupert zwoer daarop een duren eed, niet eerder te zullen terug- keeren vóór zijn vader zijne toestem ming tot het huwelijk had begeven. Drie jaren lang deed hij geregeld van zich hooren. Toen hoord& men niets meer van hem, en dat is nu al vijf jaren geleden. Toen de heer Errol niets meer van zijn zoon hoorde, werd hij angstig gestemd, want zijne gewe tenswroegingen begonnen hem te kwellen .Miss Curzon's vader stierf. De oude Errol adopteerde haar; hij wilde zelfs dat zij bij hem op het kasteel haar intrek zou nemen, tot Rupert terugkwam om haar te halen." „Maar die mr. Rupert is misschien al lang dood viel ik hem in derede. „Zij is overtuigd dat hij nog leeft, en juist met het oog daarop heeft zij u in dienst genomen. Zij heeft kort geleden nog een aan bod van lord Sandpipe- gehad. Hij wil het huis koopen. Maar zij aarzelt nog. Zij zou liever het geheele bedienden- personeel behouden en alles in orde hebben voor het geval mr. Rupert te rugkomt." Kort na dit belangrijk onderhoud nam ik afscheidnaar ik voorgaf om mijn goed te halen, maar in werke lijkheid om „Mooie Bob" bericht van mijn bevindingen te brengen. Hij was in de wolken over mijn succes en luisterde oplettend naar alles wat ik hem wist te vertellen. „Er moet haast mee worden ge maakt", merkte ik op, .want als lord Sandpipe werkelijk de bezitting koopt, is voor ons de kans verkeken. Maar geef mij nog eene week tijd, dan zal ik het zóo inrichten- dat ieder in huis in diepen slaap ligt, terwijl wij den boel ruim maken." „Neen, Bill Jack, dat zaakje zal ik dezen keer eens anders opknappen" antwoordde hij. „Laat dat maar aan mij over Wel, wat wil je dan anders doen, dan regelrecht uitplunderen?" „'t Zal een uitplundering wezen, maar niet eene bij nacht en ontijd. Ditmaal 'zullen wij zooveel verdienen, dat wij genoeg hebben om van te le ven. Luister eens Allereerst heb ik een photografie noodig van Rupert Errol, die moet je mij weten te ver schaffen. Dan moet ik minstens vijf pond hebben om een retourbiljet naar Southampton te kunnen nemen. Hoe kom ik daar aan Wacht ik weet 't alik ga morgen naar het station en voer daar een klein zakkenrolle- rijtje uit. Jij gaat naar Sandilands Hall terug. Zaterdagavond reeds ont vangt miss Curzon een telegram, dat mr. Rupert Errol is gearriveerd". ,Nu, en? „Eenige uren later zal hij zelf aan komen .'t Heele bediendenpersoneel zal zich verzamelen om hem te begroe ten, onder hen natuurlijk ook William John Higgins. De opdraent die jij te vervullen hebt is nu deze: Tracht geen particulier onderhoud aan te knoopen met Rupert Errol, niet vóór hij je daar persoonlijk om vraagt of laat vragen, en een week nadat Rupert Errol weer is verdwenen zal „Mooie Bob" hier op je wachten met jouw aalfdeel in het vermogen." „Voor den duivel dat durf je toch niet wagen?" stotterde ik ademloos van opgewondenheid. „Pah, wat is daar voor gevaar bij Je kent mijn handigheid in het ver- kleeden. Rupert Errol komt regelrecht uit het buitenland hij heeft natuur lijk een vollen baard, en ik weet dat we zoo tamelijk even groot zijn." „Maar miss Curzon?" „Zij zal niet het minste vermoeden hebben. Zij was zeventien jaar oud, toen Errol wegging, en acht jaren ver anderen een mensch wel een beetje. Bovendien is mij nog al ec-n en ander bekend uit dagen harer jeugd". Des Zaterdagsochtends 11 uur zag ik een telegrambesteller op het huis toetreden. Ik bereidde mij op eene ver rassing voor en werd daarin ook niet teleurgesteld. De tijding vloog "door het geheelo huis als een loopend vuur tje. Alles wat ik de eerstvolgende iirèn hoorde was„Mr. Rupert komt vanmiddagen ik lachte telkens stil voor mij heen. Om 5 uur stelde miss Curzon ons allen rechts en links in de voorhal op; zij zelf op de stoep, om hem het eerst welkom te kunnen heeten. Bijna op de minuut reed het rijtuig met de appelschimmels, dat naar het station was gezonden, voor, en onder ons welkom-geroep stapte een man uit met een hupsch gezicht en een bruinen baard. Ik had alleen oogen voor miss Curzon zou zij iets mer ken? Daar zag ik haar terugdeinzen. Zij week nog een paar schreden terug. Mijn hart klopte hoorbaar. Maar het volgend oogenblik was alles voorbij. Rupert Errol stormde de trappen op een oogenblik later drukte hij voor ons aller oogen miss Nelly in de armen, kuste haar en nu, ik had nooit ge dacht dat „Mooie Bob" dat allemaal zoo uitstekend had kunnen doen „Rupert, RupertEindelijk dan toch riep zij juichend. „Ja, eindelijk," zei hij. „Mijn geluk is nu volkomen 1" „Wat ben j», veranderd zei ze. „Ja, ja," lachte hijacfif jaren gaan niet voorbij zonder sporen na te la ten Dien avond bediende ik bij het di ner. Ik had altijd wel geweten dat Bob in liefdeszaken zoo'n beetje een dichter was. Maar de wijze waarop hij gedurende het diner het gesprek leidde was werkelijk om Ü0 handen van verbazing in elkaar te slaan. Hij vertelde haar van zijne reizen over de geheele wereld, van zijn geluk bij het goudgraven in Californië, van de uit gestrekte landgoederen die hij daar had gekocht en van het heerlijke pa leis dat hij had gebouwd. Een won dermooi plaatsje was het zeker vol komen aan eiken eisch voldoende, uit gezonderd een enkelen". „En wat is dat ééne,dafje nog ont breekt Rupert?" vroeg zij argeloos. Eene koningin .lieveling", ant woordde hij. „En zoodra mijn paleis gereed was, ben ik naar Engeland ge ijld in de hoop je mee te kunnen ne men." „Maar Rupert, wil je werkelijk, dat wij Engeland verlaten „Waarom niet, lieveling? Wij zijn beiden alleen op de wereldmet jou aan mijne zijde zal Californië een pa radijs voor mij zijn. Ik stel je voor Sandiland te verkoopen en te vertrek ken zoodra wij gereed zijn." Waarachtig, 't was of ik mijn her sens niet bij elkaar had Ik was zóó perplex, dat ik een flesch champagne liet vallen. Ik had me altijd voorge-j steld dat Bob op een goeden nacht bij mij zou komen, en dat wij dan op ons gemak het huis zouden kunnen J uitplunderen. Maar toen ik hem zoo onbeschaamd over deze plannen hoor-1 de spreken, stond mijn verstand wer- kelijk stil. Het diner was afgeloopen en zij be gaven zich naar het salon. Dien avond zag ik Bob niet weer. Den volgenden ochtend vroeg evenwel, even na het ontbijt, gaf miss Curzon mij last, een boodschap naar Richmond te zenden mr. Woodrow werd verzocht zoo spoe dig mogelijk naar Sandiland te ko men. „Wie is Woodrow" vroeg ik Bloxom „Woodrow? Dat is de rechtsgeleer de raadsman der familie". 't Kwam mij voor, dat Bob toch een beetje gevaarlijk spel speelde, en ik begon eenigszins ongerust te worden. De advocaat kwam tegen den mid dag zij hadden een langdurig onder houd en dineerden toen samen. Ik bediende natuurlijk weer en de advo caat sprak het meest. ,,'t Treft uitstekend zei hij. „U weet lord Sandpipe wil Sandilands Hall koopen. Gisteren was hij weer bij mijhij wil het hebben zooals het gaat en staat." En toen vroeg miss Nelly' aan mr. i Woodrow „Morgen stuurt u mij mij ne juweelen, nietwaar? Rupert wil mij bepaald met mijne-familiediaman- ten versierd zien." Ik had meer van die diamanten hoo ren spreken en lachte tevreden in mij- zeiven, toen ik zag hoe kranig Bob de zaakjes trakteerde. Ik probeerde een paar malen met Bob een paar woorden te wisselen, maar 't kwam mij voor alsof hij even het voorhoofd fronsde wanneer ik hem naderde; bovendien herinnerde ik mij ook zijn raad, hem niet aan te spre ken, vóór hij zelf het woord tot mij richtte. Den volgenden dag kwam advo caat reeds bijtijds om aan het diner te kunnen deelnemen. Hij had een zwaar met metaal beslagen kistje mee- gebracht, dat onmiddellijk in miss Curzon's kamer werd gezet. Bob ontving intusschen mr. Wood row. Zooals zij daar bij èen glas sherry zaten te babbelen, -ik verze ker u, dat mijn compère er op en top als een gentleman uitzagin zijn fijn gekleed costuum, met de diamanten GEDACHTEN. Elk mensch heeft in zijn leven rao-, op zijn een paar beroemde tijdgenoo-, Als hij de aandoenlijkste liefdes aria zong, waren zijn gedachten - zei hij altijd bij zijn aangeplakte knevelals ik dat lamme ding maa niet verlies meuten van grooten ernst, waarin vaak alles van het succes tijdens en kele minuten afhangt. De gedachten in zulke levensmo menten zijn wel der moeite van ver eeuwiging waard en met het oog daar- ten geïnterviewd. Allereerst de Kozak. Deze verklaarde in het hevigst ge-! vecht steeds te denken ,,'t Kan me niks ver Dan de heldentenor. De beroemde jockey, dat hij, denj een mug, die in zijn oog gevlogen laatsten keer den eersten prijs win-' was. nend, aan niets anders dacht dan aam En ten slotte de snelste auto-racer, ter wereld. Die dacht heelemaal niets, zei hij. Wat ons niet verwondert iemand met maar een klein beetj denkvermogen zou zich niet tot zulï onzinnig racen leenen. knoopjes in het overhemd. De drom mel mocht weten waar hij daar aan gekomen was Daar ging de deur open en miss Nelly zweefde binnen. Voor den duivel dat was een Heerlijk gezicht, al die diamanten, robijnen en safierenIk sloot mijne oogen, wendde mij om en ademde zwaar. Dat alles zou het onze zijn, van mij en Bob 1 't waren wel gedachten van velerlei aard, die mijn gemoed bestormden, terwijl ik wacht te om bij 'het diner te bedienen. Lord Sandpipe wilde het landgoed koopen en vond 20.000 pond sterling een bil lijke prijs. Dat beteekent10.000 pond voor ieder van oni. De zaken liepen derhalve alsof het gesmeerd was, en toch. was er wat waaraan ik mij ergerde. Ik zag de noodzakelijkheid niet in dat er een huwelijk werd gesloten, daarom be sloot ik het te wagen en Bob eens aan te spreken. Eerst toen de paarden werden gehaald vond ik daartoe gele genheid. Bob en Nelly waren in don stal gegaan om de paarden nog eens even te zien. Ik volgde hen. Ik trof hem buiten alleen aan, terwijl hij zich juist een sigaar aanstak. Hij keek op toen ik hem naderde. „Wel mijn vriend, wat is er?" vroeg hij welwillend. „Maak het niet te erg manwaarschuwde ik. Op dit oogenblik trad Nelly weer naderzij had mijne woorden gehoord. „Wat ist er Rupert?" vroeg zij. „Ik weet 't niet. Ik heb hem niet goed verstaan. De man praat van „niet te erg". „O, dat zal wel zijn omdat wij al weggaan, de man is nog maar kort hier. 't Spijt hem misscnlen." „Jammer!" antwoordde hij. „In tusschen, wij hebben ginds ook be dienden noodig. Hebt_ge lust mee naar Californië te gaan „Ik volg miss Nelly overal", ant woordde ik ontwijkend-- Nu, ik zal je een chèque van 200 pond geven, en ons adres in Califor nië daarbij." Ik bedankte beleefd, zooals vanzelf sprak, en besloot de zaken maar haar beloop te laten. Toen de Zaterdagavond was aan gebroken reden wij allen naar de kerk en Rupert Errol werd werkelijk met miss Nelly Curzon in alle stilte getrouwd. En toen het uur van afscheid was aangebroken, traden wij allen nader om het gelukkige paar vaarwel te zeggen. Toen de beurt aan mij kwam, trad ik naar voren en ontving een chèque van 200 pond. En terwijl Bob mij de hand schudde, zeide hij „Adieu, in Californië zien wij elkaar weer." Ik meende dat hij even met de oogen knipte en beantwoordde dat teeken. Nog denzelfden avond ging ik naar Londen terwijl Bob zijn huwelijksreis aanvaardde. En al de volgende dagen herhaalde ik het woord van mijn com- pèreEene week nadat Rupert Errol van Sandiland Hall is vertrokken zal „Mooie Bob" op je wachten en ont vang je je aandeel in den buit." Sidderend van opgewondenheid wachtte ik Bob op de aangewezen plaats en 't duurde ook niet lang of hij verscheen. Maar zelden n—g heb ik iemand gezien, die er zóó ellendig en vervallen uitzag. „Om godswil, kerel, waar heb jij gezeten?" vroeg ik. „In de kast antwoordde hij. „In de kast?" herhaalde ik verbaasd. „Hoe dan? En waar is Nelly?" „Nelly? Wie is dat? Ben je gek?" Nelly Curzon, 't meisje^ dat je ver leden week in de Egham-kerk hebt getrouwd" „Je bent gek ik heb in de doos gezeten veertien dagen." „Zeg Bob, geen gekheid asjeblieft, hoor Je hebt nu een vermogen en ik verlang 't deel dat mij toekomt." „Ik ben niet in Egham geweest, oolc niet in de nabijheid van Egham, en ik heb ook geen vermogen vergaderd. Toen wij onlangs afscheid namen, trachtte ik even later eene dame de porteraonnaie uit den zak te halen. Maar ik werd gesnapt en A'eertien da gen opgesloten." „Nu ja, dat is al lemaal goed en wel ,maar wie kwam dan naar Sandiland, wie trouwde met miss Nelly Curzon „Och, dat zal dan wel de echte Rupert Errol zijn geweest Tenminste, dat maak ik op uit een bericht uit de krant van van daag. Daar staat ook iets in van zijn huwelijk. Had jij werkelijk gedacht, dat. Rupert Errol „Mooie Bob" was?" „Natuurlijk had ik daten hij gaf mi j nog een chèque van 200 pond." „Nou, enfin, dan hebben we toch wat om weer naar iets anders uit te zien." „Wat ben ik toch een ezel ge weestzei ik; „ik dacht natuurlijk dat die handteekening van jou geen waarde had en he£> met de chèque mijn pijp aangestoken ik zal maar niet herhalen wat Bob daarop antwoordde, maar wij zijn sinds dien tijd niet meer zulke goede vrienden. Dikwijls intusschen heb ik een gevoel van dankbaarheid dat miss Nelly niet bedrogen is. Maar aan den anderen kant, als 't mij niet voor den wind gaat, denk ik soms met bitteren wrok aan dat „verloren" vermogen. DE TAAL VAN 'T VAK. Er is een journalist onder de gas ten, die door de vrouw des huizes dringend wordt aangespoord zich toch eens van een en ander te voorzien. Dank u, dank u werkelijk 1 be- tuigt hij. Tot ons leedwezen ver bind: i plaatsgebrek ons het artikel op te nemen. EEN RUSSISCH PARLEMENT. De Waterspin. De duikerklok, die vroeger in plaat) van de tegenwoordige duikertoesteller werd gebruikt, om den toestand van zeeweringen enz. onder de oppervlak te van het water te onderzoeken, heelt stellig haar ontstaan te danken ge had aan de waterspin. Haar weefsel kan het geweest zijn, dat den uitvin der der genoemde klok op 't denk beeld heeft gebracht. Want werkelijk vervaardigt de wa terspin onder water een allerkeurigst weefsel ter grootte van een duivenei, waarvan de wanden zóó dicht zijn, dat zij de lucht niet doorlaten. Het wordt vervaardigd van een zeer zacht spinsel, waarvan vooral het bo venste gedeelte zoo wit als sneeuw is en veel overeenkomst met watten heeft. Maar hierin worden ook de klei ne, gele eieren gelegd, die daarin zoo droog blijven, als gewenscht mag wor den. Het overige gedeelte van het weefsel dient der spin tot woning er is gevuld met lucht die gedurig ver- verscht moet worden. Men ziet daartoe een lintvormig lad dertje, waarlangs de spin gemakkelijk op en af klimt, van de opening naar de oppervlakte van het water, waar het aan een blad of rietstengel is be vestigd. Is de luchtvoorraacl in het woninkje verbruikt of voor ademhaling minder geschikt geworden, dan klimt de spin naar boven, steekt het achtereinde boven water en vangt, als het ware, een luchtdruppel op, die tusschen pooten en haren wordt vastgehouden, waarmede het diertje dan schielijk naar beneden klimt. Het luchtbelletje blinkt dan zilverkleurig door het wa ter heen. Somtijds kan de spin haar opwaarts- drukkenden last niet langer vasthou den en men ziet dan het luchtbelletje naar boven stijgen. Zij keert dan op hare schreden weder terug naar bo ven, om bet werk opnieuw te beproe ven. Gelukt het haar nu met een luchtbel te dalen tot bij de opening van het duikerklokje, dan wordt de ze losgelaten, om in de cel op te stij gen. Vele keeren achter elkander wordt zoo eene beweging herhaald, om de geheele woning van versche lucht te voorzien. In deze cel leven ook de jongen, wanneer ze uit de eiertjes zijn geko men. Zijn ze groot genoeg geworden, dan verspreidden zij zich, om ook op verschillende plaatsen duikerklokjes te bouwen en te handelen, zooals de oude spinnen doen. Het voedsel, dat buitgemaakt wordt, brengt de spin eerst binnen de wo ning, alvorens het verorberd wordt. Wie het bouwen en werken van de waterspin binnenshuis wil leeren ken nen, die heeft slechts enkele exempla ren op te vangen en ze eenigen tijd te bewaren in eene flesch of een aqua rium, waarin in slootwater eenige planten, liefst moeras-aloë's of schee zen. zijn geplaatst. Gewoonlijk beginnen zij spoedig met haren arbeid, en men kan dan zien, hoe ze met kunstenaarsblik haar werk bekijken, het hier wat verwijden en daar wat verfraaien, totdat het den gewenschten vorm heeft verkregen. Is het geheel in orde en is de noo- dige hoeveelheid lucht er binnen ge bracht, dan neemt de vermoeide ar beidster intrek in hare woning, waar binnen ze met den kop naar beneden verblijf houdt. Men heeft natuurlijk te zorgen de goede soort op te vangen voor even- tueele waarnemingen. Ze zijn kenbaar aan eene bruine kleur met grijzen weerschijn, die veroorzaakt wordt door het dikke haar, dat het geheele lichaam overdekt, en aan den roodach- tigen glans van het koopers stuk. Men zou anders kunnen vangen de bloedspin, die ook waterspin wordt genoemd, doch eigenlijk tot ie water- mijten behoort en scharlakenrood ge kleurd is. In verband met de geruchten, als I ven wij hier van een voorstelling er|r«*t-. de anderen kunnen links zou er in Rusland aan een «Dover-1 j,dWj die! A It el!; der beide groepen wacht, is voor 't regeeringsvoorstel zijn, gaanlop.de tekening te zien. TWEEeRLEI LENGTE. Klein meisje (bedeesd in een winkel komend). Heeft u ook veters? Winkelier (norsch). Hoe lang moet je ze hebben? Het meisje. Ik zou ze wel willen houden, als 't u belieft. NIET UIT OVERTUIGING. Broms. Daar ben ik blij om, dat je ook vegetariër bent geworden. Wat heeft je daartoe bewogen Brams. Mijn slager hij borgt mij niet langer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 10