=r
UIT JAPAN.
Een reserve-officier van 't Japansche leger door zijn vrouw en hun klei
ne naar de boot gebracht, met welke hij naar het oorlogsterrein vertrek
ken zal.
Een Verloren Vermogen
Een dievenvertelling.
(Naar het Engelsch).
Bob en ik hadden altijd pech. Wij
konden, om zoo te zeggen, beproeven
wat wij wilden, altijd mislukte 't. Bij
na een maand lang hadden wij aan
een mooi overlegd plan gewerktwij
wilden lord Tallport van zijn zilver
ontlasten, en juist toen alles gereed
was, wat gebeurde er toen De deur
waarder kwam en legde beslag op al
het moois, om daarmede eenige schul
den van zijn lordschap te betalen.
„Zoo", zeg ik, „dat is weer mis, oude
jongen". ,.Ja, zoo tamelijk, Bill
Jack", antwoordde Bob. Hij noemde
mij steeds Bill Jack, ofschoon ik Wil
liam John ben gedoopt.
Hij nam eene krant en gedurende
enkele minuten -hoorde men geen
woord. Plotseling zeide hij „Zeg,
luister eens, dat is wat voor ons, hier
deze annonce
„Gevraagdeen bediende om tafel
te dienen en tot hulp van den huis
meester. Alleen zij, die voorzien zijn
van goede getuigschriften, behoeven
zich aan te melden. Sandilands Hall
Egham".
„Ik geloof wel dat wij daar wat uit
kunnen draaein. Sandilands Hall is
mij niet heelemaal onbekend. De oude
John Errol leefde daar de man stierf
ongeveer zes maanden geleden en ik
weet niet wie daar tegenwoordig
woont. Maar als de familie Errol
daar nog zit, dan weet ik wel dat het
zilver een vermogen waard is. Wat
we nu te doen hebben is ditJij gaat
naar Egham, neemt de betrekking als
bediende aan, stelt je met alles goed
op de hoogte en geeft mij over alles
de vereischte inlichtingen."
„Uitstekend I" antwoordde ik, „maar
hoe staat het met de verlangde ge
tuigschriften
„Och wat, ik schrijf je er "een lialf
dozijn, het eene al mooier dan het
andere en geen twee met hetzelfde
handschrift."
Zooals Bob mij had geraden, ging
ik door eene zijdeur naar het kasteel
Sandilands Hall en informeerde naar
den huismeester. Zijn naam was Blo
xom de waardige man las met de
meeste aandacht mijne getuigschrif
ten.
„Uwe getuigschriften zijn in orde
en maken een goeden indrukook uw
uiterlijk bevalt mij ik ga dus naar
miss Curzon om hare meening te
vragen. Zij is de meesteres des hui
zes tot mr. Rupert hier terugkeert".
Binnen weinige minuten keerde mr.
Bloxom terug ik moest onmiddellijk
bij miss Curzon komen.
Of ze er aardig uitzag Dit zal wel
waar zijnFrisch als een perzik,
vriendelijk als eene fee en met eene
stem als een zilveren klokje. „Dit
is dus de man?" vroeg zij. „Hoe heet
hij ook weer?"
„Higgins, juffrouw", antwoordde ik.
„William John Higgins, om u te die
nen'. Zij deed nog eenige korte
vragen, maar ik was tamelijk op alle6
voorbereid en wist daarom goed te
antwoorden. ,,U kunt voor een j
maand op proef komen", zeide zij ten
slotte.
„Dank u, juffrouw", antwoordde ik'
en liep behoorlijk achterwaarts de'
deur uit, te zamen met mr. Bloxom. I
Wij gingen terug naar het verblijf
van mr. Bloxom. Een gemoedelijk
oud huis. Ik nam mij voor, van deze
gelegenheid meteen gebruik temaken
om 't een en ander te vernemen.
„Groote familie hier?" vroeg ik.
„Familie? Och neen, de betrekking
is bepaald een ruslpostje. Hier is nie
mand dan miss Curzon. Intusschen
zullen de dingen wel veranderen als
mr. Rupert terugkeert. Ja, dat is bó-
paalfl een roman. Wacht èeris, 'tis
óngèveer acht jaren geleden, sedert
mr. Rupert met zijn vader ongenoegen
kreeg. En merkwaardig alles om
miss Curzon. Zij was de dochter van
onzen toenmaligen predikant en mr.
Rupert verlangde haar tot vrouw.
Maar vader Errol wilde daar niets
van weten en zond hem naar het bui
tenland. Mr. Rupert zwoer daarop een
duren eed, niet eerder te zullen terug-
keeren vóór zijn vader zijne toestem
ming tot het huwelijk had begeven.
Drie jaren lang deed hij geregeld
van zich hooren. Toen hoord& men
niets meer van hem, en dat is nu al
vijf jaren geleden. Toen de heer Errol
niets meer van zijn zoon hoorde, werd
hij angstig gestemd, want zijne gewe
tenswroegingen begonnen hem te
kwellen .Miss Curzon's vader stierf.
De oude Errol adopteerde haar; hij
wilde zelfs dat zij bij hem op het
kasteel haar intrek zou nemen, tot
Rupert terugkwam om haar te halen."
„Maar die mr. Rupert is misschien
al lang dood viel ik hem in derede.
„Zij is overtuigd dat hij nog leeft,
en juist met het oog daarop heeft zij
u in dienst genomen.
Zij heeft kort geleden nog een aan
bod van lord Sandpipe- gehad. Hij wil
het huis koopen. Maar zij aarzelt nog.
Zij zou liever het geheele bedienden-
personeel behouden en alles in orde
hebben voor het geval mr. Rupert te
rugkomt."
Kort na dit belangrijk onderhoud
nam ik afscheidnaar ik voorgaf om
mijn goed te halen, maar in werke
lijkheid om „Mooie Bob" bericht van
mijn bevindingen te brengen. Hij was
in de wolken over mijn succes en
luisterde oplettend naar alles wat ik
hem wist te vertellen.
„Er moet haast mee worden ge
maakt", merkte ik op, .want als lord
Sandpipe werkelijk de bezitting koopt,
is voor ons de kans verkeken. Maar
geef mij nog eene week tijd, dan zal
ik het zóo inrichten- dat ieder in huis
in diepen slaap ligt, terwijl wij den
boel ruim maken."
„Neen, Bill Jack, dat zaakje zal ik
dezen keer eens anders opknappen"
antwoordde hij. „Laat dat maar aan
mij over
Wel, wat wil je dan anders doen,
dan regelrecht uitplunderen?"
„'t Zal een uitplundering wezen,
maar niet eene bij nacht en ontijd.
Ditmaal 'zullen wij zooveel verdienen,
dat wij genoeg hebben om van te le
ven. Luister eens Allereerst heb ik
een photografie noodig van Rupert
Errol, die moet je mij weten te ver
schaffen. Dan moet ik minstens vijf
pond hebben om een retourbiljet naar
Southampton te kunnen nemen. Hoe
kom ik daar aan Wacht ik weet
't alik ga morgen naar het station
en voer daar een klein zakkenrolle-
rijtje uit. Jij gaat naar Sandilands
Hall terug. Zaterdagavond reeds ont
vangt miss Curzon een telegram, dat
mr. Rupert Errol is gearriveerd".
,Nu, en?
„Eenige uren later zal hij zelf aan
komen .'t Heele bediendenpersoneel
zal zich verzamelen om hem te begroe
ten, onder hen natuurlijk ook William
John Higgins. De opdraent die jij te
vervullen hebt is nu deze: Tracht geen
particulier onderhoud aan te knoopen
met Rupert Errol, niet vóór hij je daar
persoonlijk om vraagt of laat vragen,
en een week nadat Rupert Errol weer
is verdwenen zal „Mooie Bob" hier op
je wachten met jouw aalfdeel in het
vermogen."
„Voor den duivel dat durf je toch
niet wagen?" stotterde ik ademloos
van opgewondenheid.
„Pah, wat is daar voor gevaar bij
Je kent mijn handigheid in het ver-
kleeden. Rupert Errol komt regelrecht
uit het buitenland hij heeft natuur
lijk een vollen baard, en ik weet dat
we zoo tamelijk even groot zijn."
„Maar miss Curzon?"
„Zij zal niet het minste vermoeden
hebben. Zij was zeventien jaar oud,
toen Errol wegging, en acht jaren ver
anderen een mensch wel een beetje.
Bovendien is mij nog al ec-n en ander
bekend uit dagen harer jeugd".
Des Zaterdagsochtends 11 uur zag
ik een telegrambesteller op het huis
toetreden. Ik bereidde mij op eene ver
rassing voor en werd daarin ook niet
teleurgesteld. De tijding vloog "door
het geheelo huis als een loopend vuur
tje. Alles wat ik de eerstvolgende
iirèn hoorde was„Mr. Rupert komt
vanmiddagen ik lachte telkens stil
voor mij heen.
Om 5 uur stelde miss Curzon ons
allen rechts en links in de voorhal op;
zij zelf op de stoep, om hem het eerst
welkom te kunnen heeten.
Bijna op de minuut reed het rijtuig
met de appelschimmels, dat naar het
station was gezonden, voor, en onder
ons welkom-geroep stapte een man
uit met een hupsch gezicht en een
bruinen baard. Ik had alleen oogen
voor miss Curzon zou zij iets mer
ken?
Daar zag ik haar terugdeinzen. Zij
week nog een paar schreden terug.
Mijn hart klopte hoorbaar. Maar het
volgend oogenblik was alles voorbij.
Rupert Errol stormde de trappen op
een oogenblik later drukte hij voor ons
aller oogen miss Nelly in de armen,
kuste haar en nu, ik had nooit ge
dacht dat „Mooie Bob" dat allemaal
zoo uitstekend had kunnen doen
„Rupert, RupertEindelijk dan
toch riep zij juichend.
„Ja, eindelijk," zei hij. „Mijn geluk
is nu volkomen 1"
„Wat ben j», veranderd zei ze.
„Ja, ja," lachte hijacfif jaren gaan
niet voorbij zonder sporen na te la
ten
Dien avond bediende ik bij het di
ner. Ik had altijd wel geweten dat
Bob in liefdeszaken zoo'n beetje een
dichter was. Maar de wijze waarop
hij gedurende het diner het gesprek
leidde was werkelijk om Ü0 handen
van verbazing in elkaar te slaan. Hij
vertelde haar van zijne reizen over de
geheele wereld, van zijn geluk bij het
goudgraven in Californië, van de uit
gestrekte landgoederen die hij daar
had gekocht en van het heerlijke pa
leis dat hij had gebouwd. Een won
dermooi plaatsje was het zeker vol
komen aan eiken eisch voldoende, uit
gezonderd een enkelen".
„En wat is dat ééne,dafje nog ont
breekt Rupert?" vroeg zij argeloos.
Eene koningin .lieveling", ant
woordde hij. „En zoodra mijn paleis
gereed was, ben ik naar Engeland ge
ijld in de hoop je mee te kunnen ne
men."
„Maar Rupert, wil je werkelijk, dat
wij Engeland verlaten
„Waarom niet, lieveling? Wij zijn
beiden alleen op de wereldmet jou
aan mijne zijde zal Californië een pa
radijs voor mij zijn. Ik stel je voor
Sandiland te verkoopen en te vertrek
ken zoodra wij gereed zijn."
Waarachtig, 't was of ik mijn her
sens niet bij elkaar had Ik was zóó
perplex, dat ik een flesch champagne
liet vallen. Ik had me altijd voorge-j
steld dat Bob op een goeden nacht
bij mij zou komen, en dat wij dan op
ons gemak het huis zouden kunnen J
uitplunderen. Maar toen ik hem zoo
onbeschaamd over deze plannen hoor-1
de spreken, stond mijn verstand wer-
kelijk stil.
Het diner was afgeloopen en zij be
gaven zich naar het salon. Dien avond
zag ik Bob niet weer. Den volgenden
ochtend vroeg evenwel, even na het
ontbijt, gaf miss Curzon mij last, een
boodschap naar Richmond te zenden
mr. Woodrow werd verzocht zoo spoe
dig mogelijk naar Sandiland te ko
men.
„Wie is Woodrow" vroeg ik Bloxom
„Woodrow? Dat is de rechtsgeleer
de raadsman der familie".
't Kwam mij voor, dat Bob toch een
beetje gevaarlijk spel speelde, en ik
begon eenigszins ongerust te worden.
De advocaat kwam tegen den mid
dag zij hadden een langdurig onder
houd en dineerden toen samen. Ik
bediende natuurlijk weer en de advo
caat sprak het meest.
,,'t Treft uitstekend zei hij. „U
weet lord Sandpipe wil Sandilands
Hall koopen. Gisteren was hij weer
bij mijhij wil het hebben zooals het
gaat en staat."
En toen vroeg miss Nelly' aan mr. i
Woodrow „Morgen stuurt u mij mij
ne juweelen, nietwaar? Rupert wil
mij bepaald met mijne-familiediaman-
ten versierd zien."
Ik had meer van die diamanten hoo
ren spreken en lachte tevreden in mij-
zeiven, toen ik zag hoe kranig Bob de
zaakjes trakteerde.
Ik probeerde een paar malen met
Bob een paar woorden te wisselen,
maar 't kwam mij voor alsof hij even
het voorhoofd fronsde wanneer ik hem
naderde; bovendien herinnerde ik mij
ook zijn raad, hem niet aan te spre
ken, vóór hij zelf het woord tot mij
richtte.
Den volgenden dag kwam advo
caat reeds bijtijds om aan het diner
te kunnen deelnemen. Hij had een
zwaar met metaal beslagen kistje mee-
gebracht, dat onmiddellijk in miss
Curzon's kamer werd gezet.
Bob ontving intusschen mr. Wood
row. Zooals zij daar bij èen glas
sherry zaten te babbelen, -ik verze
ker u, dat mijn compère er op en top
als een gentleman uitzagin zijn fijn
gekleed costuum, met de diamanten
GEDACHTEN.
Elk mensch heeft in zijn leven rao-, op zijn een paar beroemde tijdgenoo-, Als hij de aandoenlijkste liefdes
aria zong, waren zijn gedachten -
zei hij altijd bij zijn aangeplakte
knevelals ik dat lamme ding maa
niet verlies
meuten van grooten ernst, waarin
vaak alles van het succes tijdens en
kele minuten afhangt.
De gedachten in zulke levensmo
menten zijn wel der moeite van ver
eeuwiging waard en met het oog daar-
ten geïnterviewd.
Allereerst de Kozak.
Deze verklaarde in het hevigst ge-!
vecht steeds te denken ,,'t Kan me
niks ver
Dan de heldentenor.
De beroemde jockey, dat hij, denj een mug, die in zijn oog gevlogen
laatsten keer den eersten prijs win-' was.
nend, aan niets anders dacht dan aam En ten slotte de snelste auto-racer,
ter wereld. Die dacht heelemaal niets,
zei hij. Wat ons niet verwondert
iemand met maar een klein beetj
denkvermogen zou zich niet tot zulï
onzinnig racen leenen.
knoopjes in het overhemd. De drom
mel mocht weten waar hij daar aan
gekomen was
Daar ging de deur open en miss
Nelly zweefde binnen. Voor den duivel
dat was een Heerlijk gezicht, al die
diamanten, robijnen en safierenIk
sloot mijne oogen, wendde mij om en
ademde zwaar. Dat alles zou het onze
zijn, van mij en Bob 1 't waren wel
gedachten van velerlei aard, die mijn
gemoed bestormden, terwijl ik wacht
te om bij 'het diner te bedienen. Lord
Sandpipe wilde het landgoed koopen
en vond 20.000 pond sterling een bil
lijke prijs. Dat beteekent10.000 pond
voor ieder van oni.
De zaken liepen derhalve alsof het
gesmeerd was, en toch. was er wat
waaraan ik mij ergerde. Ik zag de
noodzakelijkheid niet in dat er een
huwelijk werd gesloten, daarom be
sloot ik het te wagen en Bob eens aan
te spreken. Eerst toen de paarden
werden gehaald vond ik daartoe gele
genheid. Bob en Nelly waren in don
stal gegaan om de paarden nog eens
even te zien. Ik volgde hen. Ik trof
hem buiten alleen aan, terwijl hij zich
juist een sigaar aanstak.
Hij keek op toen ik hem naderde.
„Wel mijn vriend, wat is er?" vroeg
hij welwillend. „Maak het niet te
erg manwaarschuwde ik. Op dit
oogenblik trad Nelly weer naderzij
had mijne woorden gehoord.
„Wat ist er Rupert?" vroeg zij.
„Ik weet 't niet. Ik heb hem niet goed
verstaan. De man praat van „niet te
erg". „O, dat zal wel zijn omdat
wij al weggaan, de man is nog maar
kort hier. 't Spijt hem misscnlen."
„Jammer!" antwoordde hij. „In
tusschen, wij hebben ginds ook be
dienden noodig. Hebt_ge lust mee
naar Californië te gaan
„Ik volg miss Nelly overal", ant
woordde ik ontwijkend--
Nu, ik zal je een chèque van 200
pond geven, en ons adres in Califor
nië daarbij."
Ik bedankte beleefd, zooals vanzelf
sprak, en besloot de zaken maar haar
beloop te laten.
Toen de Zaterdagavond was aan
gebroken reden wij allen naar de
kerk en Rupert Errol werd werkelijk
met miss Nelly Curzon in alle stilte
getrouwd.
En toen het uur van afscheid was
aangebroken, traden wij allen nader
om het gelukkige paar vaarwel te
zeggen.
Toen de beurt aan mij kwam, trad
ik naar voren en ontving een chèque
van 200 pond. En terwijl Bob mij de
hand schudde, zeide hij „Adieu, in
Californië zien wij elkaar weer." Ik
meende dat hij even met de oogen
knipte en beantwoordde dat teeken.
Nog denzelfden avond ging ik naar
Londen terwijl Bob zijn huwelijksreis
aanvaardde. En al de volgende dagen
herhaalde ik het woord van mijn com-
pèreEene week nadat Rupert Errol
van Sandiland Hall is vertrokken zal
„Mooie Bob" op je wachten en ont
vang je je aandeel in den buit."
Sidderend van opgewondenheid
wachtte ik Bob op de aangewezen
plaats en 't duurde ook niet lang of
hij verscheen. Maar zelden n—g heb
ik iemand gezien, die er zóó ellendig
en vervallen uitzag. „Om godswil,
kerel, waar heb jij gezeten?" vroeg ik.
„In de kast antwoordde hij. „In
de kast?" herhaalde ik verbaasd. „Hoe
dan? En waar is Nelly?" „Nelly?
Wie is dat? Ben je gek?"
Nelly Curzon, 't meisje^ dat je ver
leden week in de Egham-kerk hebt
getrouwd" „Je bent gek ik heb
in de doos gezeten veertien dagen."
„Zeg Bob, geen gekheid asjeblieft,
hoor Je hebt nu een vermogen en ik
verlang 't deel dat mij toekomt."
„Ik ben niet in Egham geweest, oolc
niet in de nabijheid van Egham, en
ik heb ook geen vermogen vergaderd.
Toen wij onlangs afscheid namen,
trachtte ik even later eene dame de
porteraonnaie uit den zak te halen.
Maar ik werd gesnapt en A'eertien da
gen opgesloten." „Nu ja, dat is al
lemaal goed en wel ,maar wie kwam
dan naar Sandiland, wie trouwde met
miss Nelly Curzon „Och, dat zal
dan wel de echte Rupert Errol zijn
geweest Tenminste, dat maak ik op
uit een bericht uit de krant van van
daag. Daar staat ook iets in van zijn
huwelijk. Had jij werkelijk gedacht,
dat. Rupert Errol „Mooie Bob" was?"
„Natuurlijk had ik daten hij gaf
mi j nog een chèque van 200 pond."
„Nou, enfin, dan hebben we toch wat
om weer naar iets anders uit te zien."
„Wat ben ik toch een ezel ge
weestzei ik; „ik dacht natuurlijk
dat die handteekening van jou geen
waarde had en he£> met de chèque
mijn pijp aangestoken
ik zal maar niet herhalen wat Bob
daarop antwoordde, maar wij zijn
sinds dien tijd niet meer zulke goede
vrienden. Dikwijls intusschen heb ik
een gevoel van dankbaarheid dat miss
Nelly niet bedrogen is. Maar aan den
anderen kant, als 't mij niet voor den
wind gaat, denk ik soms met bitteren
wrok aan dat „verloren" vermogen.
DE TAAL VAN 'T VAK.
Er is een journalist onder de gas
ten, die door de vrouw des huizes
dringend wordt aangespoord zich toch
eens van een en ander te voorzien.
Dank u, dank u werkelijk 1 be-
tuigt hij. Tot ons leedwezen ver
bind: i plaatsgebrek ons het artikel
op te nemen.
EEN RUSSISCH PARLEMENT.
De Waterspin.
De duikerklok, die vroeger in plaat)
van de tegenwoordige duikertoesteller
werd gebruikt, om den toestand van
zeeweringen enz. onder de oppervlak
te van het water te onderzoeken, heelt
stellig haar ontstaan te danken ge
had aan de waterspin. Haar weefsel
kan het geweest zijn, dat den uitvin
der der genoemde klok op 't denk
beeld heeft gebracht.
Want werkelijk vervaardigt de wa
terspin onder water een allerkeurigst
weefsel ter grootte van een duivenei,
waarvan de wanden zóó dicht zijn,
dat zij de lucht niet doorlaten.
Het wordt vervaardigd van een zeer
zacht spinsel, waarvan vooral het bo
venste gedeelte zoo wit als sneeuw is
en veel overeenkomst met watten
heeft. Maar hierin worden ook de klei
ne, gele eieren gelegd, die daarin zoo
droog blijven, als gewenscht mag wor
den. Het overige gedeelte van het
weefsel dient der spin tot woning er
is gevuld met lucht die gedurig ver-
verscht moet worden.
Men ziet daartoe een lintvormig lad
dertje, waarlangs de spin gemakkelijk
op en af klimt, van de opening naar
de oppervlakte van het water, waar
het aan een blad of rietstengel is be
vestigd.
Is de luchtvoorraacl in het woninkje
verbruikt of voor ademhaling minder
geschikt geworden, dan klimt de spin
naar boven, steekt het achtereinde
boven water en vangt, als het ware,
een luchtdruppel op, die tusschen
pooten en haren wordt vastgehouden,
waarmede het diertje dan schielijk
naar beneden klimt. Het luchtbelletje
blinkt dan zilverkleurig door het wa
ter heen.
Somtijds kan de spin haar opwaarts-
drukkenden last niet langer vasthou
den en men ziet dan het luchtbelletje
naar boven stijgen. Zij keert dan op
hare schreden weder terug naar bo
ven, om bet werk opnieuw te beproe
ven. Gelukt het haar nu met een
luchtbel te dalen tot bij de opening
van het duikerklokje, dan wordt de
ze losgelaten, om in de cel op te stij
gen. Vele keeren achter elkander
wordt zoo eene beweging herhaald,
om de geheele woning van versche
lucht te voorzien.
In deze cel leven ook de jongen,
wanneer ze uit de eiertjes zijn geko
men. Zijn ze groot genoeg geworden,
dan verspreidden zij zich, om ook op
verschillende plaatsen duikerklokjes
te bouwen en te handelen, zooals de
oude spinnen doen.
Het voedsel, dat buitgemaakt wordt,
brengt de spin eerst binnen de wo
ning, alvorens het verorberd wordt.
Wie het bouwen en werken van de
waterspin binnenshuis wil leeren ken
nen, die heeft slechts enkele exempla
ren op te vangen en ze eenigen tijd
te bewaren in eene flesch of een aqua
rium, waarin in slootwater eenige
planten, liefst moeras-aloë's of schee
zen. zijn geplaatst.
Gewoonlijk beginnen zij spoedig met
haren arbeid, en men kan dan zien,
hoe ze met kunstenaarsblik haar werk
bekijken, het hier wat verwijden en
daar wat verfraaien, totdat het den
gewenschten vorm heeft verkregen.
Is het geheel in orde en is de noo-
dige hoeveelheid lucht er binnen ge
bracht, dan neemt de vermoeide ar
beidster intrek in hare woning, waar
binnen ze met den kop naar beneden
verblijf houdt.
Men heeft natuurlijk te zorgen de
goede soort op te vangen voor even-
tueele waarnemingen. Ze zijn kenbaar
aan eene bruine kleur met grijzen
weerschijn, die veroorzaakt wordt
door het dikke haar, dat het geheele
lichaam overdekt, en aan den roodach-
tigen glans van het koopers stuk.
Men zou anders kunnen vangen de
bloedspin, die ook waterspin wordt
genoemd, doch eigenlijk tot ie water-
mijten behoort en scharlakenrood ge
kleurd is.
In verband met de geruchten, als I ven wij hier van een voorstelling er|r«*t-. de anderen kunnen links
zou er in Rusland aan een «Dover-1 j,dWj die! A It el!; der beide groepen wacht, is
voor 't regeeringsvoorstel zijn, gaanlop.de tekening te zien.
TWEEeRLEI LENGTE.
Klein meisje (bedeesd in een winkel
komend). Heeft u ook veters?
Winkelier (norsch). Hoe lang
moet je ze hebben?
Het meisje. Ik zou ze wel willen
houden, als 't u belieft.
NIET UIT OVERTUIGING.
Broms. Daar ben ik blij om, dat
je ook vegetariër bent geworden. Wat
heeft je daartoe bewogen
Brams. Mijn slager hij borgt mij
niet langer.