ALLERLEI. Meneerbuldert hij. Oosterhof laat den halter vallen blij als een engel, dat hij 't zware ding kwijt is. Meneer, ik geloof, dat u me veer tien dagen lang voor den gek gehou den hebt. Maar Oosterhof zet nu weer een hooge borst, alsof er niets gebeurd is. Meneer, u beleedigt me. Dat is heel onvoorzichtig van u. Och kom, meneer, u hebt niet zóóveel fut. Oosterhof neemt met vermetelen, dreigenden blik den wel een kop groo teren Kwak van hoofd tot. voeten op. Zoo, meneer, zoo. Omdat ik door wat te veel eten en bierdrinken niet' in goede conditie ben, meneer. Maar om te worstelen ben ik in uitstekende conditie, meneer. Binnen drie minuten Smijt ik u op den grond als 'n pak oude lorren, meneer. Alsjeblieft, me neer, we zullen beginnen, meneer. En tegelijkertijd trekt Oosterhof zijn jas uit. Maar Bram kruipt weer veel gau wer in zijn schulp dan hij er uit ge komen is. Oneen, pardon, meneer, ik heb 't niet zoo bedoeld, neen ik wilde u volstrekt niet beleedigen. Ik ben uw portuur niet. 'k Maak u wel mijn ex cuus. i En zoo laveert hij de deur Van het lokaal uit, die -hij met een zucht van verlichting achter zich dichttrekt. Nog altijd denkt hij. dat Samuel Oosterhof een geweldig kampioen- worstelaar is en honderd kilo met één hand kan drukken, als hij niet co- Êieus gedineerd en veel bier gedron- en heeft. Alleen vindt hij het zonderling, dat hij den kampioenworstelaar na dien avond nooit meer in een oefenlokaal heeft aangetroffen, maar eigenlijk ge zegd is hij daar blij mee. De Schoonvader. (Naar het Fransch.) liet je niet aanstaat, kun je een an-1 kocht, waardoor de drankflesch weer deren oppasser nemen. opnieuw gevuld kon worden. Een ander Ik zou Jean ont-l Door zijn vaak dronken zijn en zijn slaan, die al mijn gewoonten kende? kaltenjachten raakte hij vaak in aan- Ik had in het geheele bataljon geen raking met de politie on de justitie, man. dien ik waardig gekeurd zou en het gevolg was, dat hij telkens in hebben, Jean te vervangen. Ik keerde de gevangenis kwam, nu eens wegens na dat vreeselijk onderhoud in mijn openbare dronkenschap, dan weer kamer terug eu trachtte mijn vrouw,i door een aanklacht van een derbuur- Zelino, duidelijk te maken, dat haar vrouwtjes, wier lieve poesjes hij had moeder toch niet met een eenvoudigen doodgemaakt. oppasser kon trouwen. Zeline luister-i Zo° leefde het paar reeds jaren de kalm naar me. zonder me te be-1 voort> lichamelijk en zedelijk meer grijpen. j en. meer ontaardend, tot 't eindelijk Waar maak je je toch boos over?mlsliep. vroeg ze met een rustig lief lachje.' -• jakker van lichaam, dan de Jean is een man als jij, soldaat als die door aanleg sterker van jij, welgemanierd als jij. Christen als was> werd het eerst het slacht- jij. Hij bevalt mama, zooals jij mij -~-er ^an 1 losbandige levens bevallen bent, en hij trouwt met haar,Wljze' zooals jij met mij getrouwd bent. Wat' Ti 11 u i natuurlijker Ik merkte het al, dat hem iets Ik liet den schuldige roepen. Jean wierp.zichi voor-mij °p de knieën j Het djgfe kiompengestommel ver- ^aJhOr^nep hij w ees niet boos brak niet alleen meer de avondstilte, n- die er was in het »auwe steegje: een i v W droog, benauwd kuchje snerpte tel- met, uit achting voor de schoorunoe- k6ns op en eindigde dan in een der van mijn superieur, en ik hield krampachtige hoestbui. Dan rustte mij op een afstand. Maar telkens als hij even, zijn ingevallen borst bewoog 1Jaar do fontein ging, kwam ikhaar heftig onder de snelle ademhalingen, op liet terras tegen. Zij bood mij si- en weer ging hij verder, hijgend en garen aan en confituren en beval mij steunend. naast haar te gaan zitten. En zij zette Weldra werd het mij duidelijk, dat oogen op..,, oogen, die.... Ik ben maar de man tering had. een gemeen soldaat, maar ik ben toch En hand over hand werd de ziekte ook een man.... heviger de teringlijder sleepte zich Maar je weet toch. dat ik je niet met veel moeite voort, het hoofd nog missen kan. Wien kan ik in jou plaats iets dieper gebogen dan vroeger. Hi j nemen, als.... bleef nu. voordat hij de straat verliet. In mijn plaats? en het steegje inging, een heele poosl En de arme Jean brak in tranen rusten, om weer wat op zijn verhaal uit. te komen. Jn mijn plaats Neen, majoor, Het eene stadium der ziekte volgde J dat zult u, me niet aandoen. U zult u nu op het andere het kuchje werd toch niet willen scheiden van uw ar- scherper en snerpender. maar van men Jean, die u met lijf en ziel is den ernst van zijn toestand scheen de toegedaan Neen, voor ik uw dienst man zich niet bewust. verlaat, zie ik liever af van het liuwe- Drank was en bleef voor hem het lijk met uw schoonmoeder. voornaamste. Zijn eenige uitgang Ik was geroerd door dit offer, doch was naar het kroegje, ik kou het niet aannemen, want De- Hooger leven bleef hem vreemd, hoe metria zou mij dan het leven tot een ook z,"in kwaal verergerde, hoe snel hel hebben gemaakt. Ik schikte mij 00Ï£ fUn weg voerde naar het graf. japon gebleven en myrthe de bruids- bloem, evenals in Engeland en Frankrijk de oranje-bloesem, terwijl in Duitschland alleen weduwen, die zich nog eens op de huwelijkszee gaan wagen, zich met oranjebloesems tooi en. Hoogopstekënde sluier-arrangemen ten zijn ook uit de mode geraakt en htt komt vaak voor, dat de sluier geheel wordt weggelaten. Zoo word* bijv. het. bruidstoilet van een onlangs in de Madeleine-kerk te Parijs me! een markies in het huwelijk getreden Iorsche jongedame als volgt beschro ven Een ruikertje oranjebloesems, links onder het oor aangebracht, zooaïs men het wel op oude schilderijen ziet, versierde het hoofd, dat geen sluier droeg. De bruidsjapon was van wit zijden mousseline, rijkelijk gegar neerd met kant en poefen van \vit liberty-atlas. Op den rok viel eenlan ge sleep, een echte „manteau de cour" van wit liberty-atlas, die om i*-. schouders werd vastgehouden door een kanten fichu. Een guirlande van oranjebloesems met over den rug tot op den sleep vallende uiteinden on. gaf het fichu. Een andere bruid uit de Parijsche aristocratie*stapte in een japon van wit panne-fluweel naar het altaar. Een lange, ruime hofsleep van echte, oude kant viel er op en de korte, aan een Spaansche mantille herinnerend'-, sluier van dezelfde kostbare kant werd door een kleinen ruiker oranje-bloe sems aan de linkerzijde vastgehou den. Op zekeren avond draaide het ge sprek in de sociëteit van een kleine I Fransche stad om het onuitputtelijk' thema schoonmoeders en schoonva-1 ders. Iedereen gaf er zijn meening over en allen stemden hierin overeen, dat het bijna onmogelijk is, in vrede met een schoonmoeder te leven, ter-! wijl men het zeer goed kan vinden met een schoonvader, die veel door de vingers ziet. omdat hijzelf het leven kent. Plotseling nam de dappere gene-! raai Du Moulin het woord en zei U hebt allemaal goed praten, hee- ren, want u hebt niet zulk een schoon vader als ik. Algemeene verbazing, want nie- mand wist, dat de generaal ooit ge trouwd was geweest. Ja, ja, het is een zonderlinge ge schiedenis, zei de generaal nadenkend en als u het goedvindt, zal ik ze u vertellen. Men schoof de stoelen bijeen, stak versche sigaren op en de generaal be gon i Ik moet ver teruggaan, tot het jaar 1860. Ik was destijds 38 jaar oud en voerde het bevel over een bataljon jagers. Toen braken de onlusten in Syrië uit. Het land was bewoond door twee vijandelijke stammendoor de Maronieten en de Drusen, de eersten waren Christenen, de laatsten Mo hammedanen. In Damascus had des tijds de Mohammedaansche bevolking de Christenwijk overvallen en een ver schrikkelijk bloedbad aangericht. Men riep de tusschenkomst van Europa in en keizer Napoleon besloot een troe penmacht van 6000 man naar Syrië te zenden. Mijn bataljon maakte er deel van uit. Wij werden op de Syrische kust aan land gezet en onze komst was voldoende, om de Drusen te ver strooien. Mij zond men met mijn ba taljon naar Meppo. Ik nam kwartier in het prachtige paleis van Demetria, een Maronitische weduwe, dieinrechT te lijn van Antiochus afstamde. De stad'was heerlijk, de bazars waren prachtig. Ik had goede kameradenen een juweel van een oppasser, dienaar den naam Jean luisterde en mij op al mijn veldtochten vergezeld had. Kort om, mijn leven was zeer aannemelijk. Toch zou ik me verveeld hebben zon der Zeline, de dochter van Demetria. j O. heerenAchttien jaar oud. een' kind als verguld door een zonnestraal, J purperen lippen als granaat, zwarte, j ondoorgrondelijke oogen. een figuur als een elfEen Du Moulin kon zich dus, zonder zich te compromitteeren, wel verbinden met zulk een bekoorlij ke Christin, die regelrecht van Antio chus afstamde. Kortom, ik trouwde met Zeline en mijn keuze vond zóó veel bijval bij mijn kameraden, dat mijn generaal gaarne als getuige fun geerde. De bezetting duurde lang, omdat men vreesde, dat ons heengaan daden van vreeselijke wraak tengevolge zou hebben en ik was de gelukkigste man van het geheele expeditiekorps. Mijn schoonmoeder Demetria, een nog zeer aantrekkelijke verschijning vóórhaar 35 jaren, maakte mij het leven zoo aangenaam mogelijk en was zeer at tent tegen mijn manschappen, wat mij diep ontroerde. Zelfs Jean, die geknuf feld en vertroeteld werd als nooit te voren in zijn leven, zei op zekeren dag met glimmende oogen, terwijl hij zijn snorbaard opdraaide, tot mij Meppo is een waar paradijs. i Ik was volstrekt niet verbaasd over deze geestdrift, want ik had toen nog in niets erg, in niets. Zoo ging de winter van I860 voorbij. In April 1861 ontbood mijn schoonmoe der mij op zekeren dag in haar ver trekken, omdat zij mij een belangrijke mededeeling wilde doen. Waarde majoor, zei ze, ik zou troosteloos zijn, als je het groote nieuws van een anderen kant dan van mij het eerst zoudt hooren. Ik ga trouwen. Hartelijk gelukgewcnscht. schoon mama en mag ik misschien weten...' Met wien Natuurlijk, zei ik. Met Jean. Wat, met Jean, mijn oppasser? Ja zeker. Hij is een knappe ke rel. Ik houd van 4iem en ben er zeker van, dat hij me gelukkig zal maken. Maar denk toch eens, mevrouw, riep ik, nadat ik van mijn ontsteltenis bekomen was, u maakt me daardoor tot den schoonzoon yan mijn oppasser. Dat Iaat me totaal koud. En als dus in mijn lot en Jean werd de wet-1 tige echtgenoot van mijn schoonmoe-1 Kermiszaterdag zag ik hem weer. der. 1 Ik had hem in lang niet gezien. Hij Nu begon voor mij een afschuwelijk zat op de stoep van een huis tegenover leven, dat zoowel de maatschappelijke gerechtsgebouwzijn wouw was verhoudingen als de militaire discipli- nu hem. Ze waren hier gekomen ne onderstboven keerde. Wij moesten om afscheid van elkaar te nemen, tochten ondernemen in een der berg- want zij moest vijf dagen gevange-j ketens van den Anti-Libanon en ik nisstraf ondergaan wegens mishande-; kon de diensten van Jean niet goed hng. De zaak had zich zoo toegedra-j ontberen, 's Morgens poetste mijn &en schoonvader de knoopen van mijn uni- Op con avond, dat de teringlijder form, bezorgde mijn veldbed en bor- ziin troost in het kroegje had ge-J stelde mijn laarzen, kortom, hij ver- zocht, namen een paar kerels, die' vulde al zijn dienstverplichtingen op reeds te veel aan Bacchus geofferd j zijn best. Dan, bij het middagmaal, hadden, den sukkelaar in het ootje, ontpopte hij zich tot schoonvader, zat Van woorden was het tot daden ge-1 aan tafel tegenover mij naast Deme- komen en de vrouw had, om den man tria en ik moest van dat oogenblik te beschermen, er op in geslagen met af alle plichten van een schoonzooneen bierfleschje, zoo hard, dat er bloed vervullen. j vloeide en de politie kwam om aan Ik was tegelijkertijd meerdere en de ruzie een einde te maken. Proces- ondergeschikte, ik kon mijn schoon-; verbaal werd opgemaakt en de vrouw vader acht dagen arrest opleggen, werd door den rechter tot vijf dagen maar hij had de macht mij te onter- gevangenisstraf veroordeeld. Nu zou ven en zijn schoonvaderlijken vloek zij haar vonnis ondergaan en hij was over het hoofd van zijn majoor te tot hier meegesukkeld, om haar het ontladen. O. wat een toestand. j groote gebouw der gerechtigheid bin- De maand Mei liep ten einde en' uen te zien gaan. Zij namen afscheid men dacht er over, naar het vader- en zij ging de breede trappen van het land terug te keeren. Ik was nieuws- gebouw op, doch nog lang daarna zat gierig, hoe de zaak eindigen zou, dochde man op dezelfde plaats. Toen stond het noodlot had medelijden met mijn hl] op en sjokte hij het steegje in naar wanhopige positie. Een pest-epidemie zijn huisje. rukte binnen een week zoowel mijnDen avond van dien dag, kermisza- schoonmoeder als mijn vrouw weg,terdag, was het kennisleven op de zoodat ik met Jean alleen achterbleef, pleinen in vollen gang. Schetterend Na afloop van den gemeenschappe- klonken de koperen stemmen der lijken rouwfcijd keerden wij naar het trompetten voor de spellen en schel vaderland terug en hernamen onze tjingelden de orgels-in de tenten. oorspronkelijke posities. Jean werdFeestgangers joelden en krijschten en weer uitsluitend mijn oppasser en' al dat gerumoer zweefde ver weg, tot stierf als mijn schoonvader, oppasser het wegstierf in de aangrenzende en dapper soldaat in 1870. 1 buurten. Door den vreugderoes ver- Thans is er niets meer overgeble- lokt. was de teringlijder weer door ven van dezen korten. Oosterschen ro-het steegje gestrompeld naar hetplek- man dan de herinnering aan een je, waar hij 's middags gezeten had, schijnbaar niet te ontwarren toestand maar voordat hij er was, zakte hij die wel waard zou zijn, dat een schrij- plotseling ineen, een bloedgolf spoot ver er voor een drama zijn talent aan uit neus en mond en zoo werd hij ge- beproefde. vonden door eenige voorbijgangers, Ik ben aan het eind van mijn ver-' die hem in een der huizen in de straat haal besloot generaal Du Moulin binnendroegen. maar na deze ware vertelling zult uj Daar lag hij in de groote marrae- nnlr Lipcri'iinftri TOaomm ilr (afronofon. ran vostihulo. fin p.ori nflfl.r lakens, dif Diners iu liet donker. Wanneer we hooren van kostbare excentriciteiten, dan wendt onze blik zich onwillekeurig over den Atlanti- sciien Oceaan, want in het land der Yankees is plaats voor iedere dwaas heid, voor iedere overdrijving. Ditmaal echter zijn het de Parijze- naars en eenige elegante Zwiiserscho inrichtingen, die het idéé van te di- lèeeren, zooal niet in het duister, dan toch iu halflicht, iu een soort ver lichte schemering tot verwezenlijking gebracht hebben. Bij deze diners wor den de hors d' oeuvre en de soep ge geten bij helder stralend licht, dan gaat plotseling tot groote verbazing der niet-ingewijde gasten het licht uit. De deur gaat open en de bedien den brengen schitterend verlichte schotels binnen, die het vischgerecht bevatten. Ieder der gasten bedient zitü van visch en neemt tegelijk een licht je en als allön voorzien zijn, zijn die schitterende vonken overal verstrooid en het geheel biedt een feeëriek schouwspel. Wórdt bijv. kreeft opge diend, dan is het elektrisch licht aan gebracht aan den kop van het dier en werpt donker gloeiende, rossige beschaduwde stralen over de tafel. Maar de grootste vindingskracht wordt ten toon gespreid bij het ijs. Gewoonlijk wordt een buitengewoon groote vogel of een mand of horen des overvloeds, in het kort de een of andere vorm, die verschillende ijs- soorten bevat, in de schitterend ver lichte zaal gebracht. Zijn allen be diend, dan gaat het licht uit en en kele flikkerlichtjes op dg borden bre ken de duisternis. Wordt aardbeien ijs gegeven, dan hebben de gloei lampjes den vorjn en de kleur van aardbeien of van het teedere wit der bloesems. De' kleine lichtende voor werpen worden den gasten toegereikt en maken een allerliefst effect. In een groot Zwitsersch hotel, waar het ijs dagelijks zoo gepresenteerd wordt, heeft men aan het ijs den vorm van een Zwitsersch huisje gegeven, dat straalt in het licht van honderden gloeipitjes. Zijn de porties gebruikt, dan gaan ook de lichtjes uit op de nu onzichtbare tafel. Ook zeer gewild zij a poolscènes, woeste ijsmassa's, waar over het elektrisch licht koud blau we, vale lichtstrepen werpt en waar boven ijs-crême als sneeuw het ge heel kroont. Een paar in de holten van het ijs liggende porseleinen iis beren verhoogen de levendige werking van het kunstproduct. 't Gaat ver tegenwoordig Geschenken yau inilliardsirs. De Arnerikaansche müliardair Dou glas Gordon verkeerde veel in 't hotel Cadillac in New-York en bezocht ook den in dit hotel gelegen friseur-win- kel. Hij liet zich steeds door één en denzelfden bediende, een zekeren Ge org Duncan, bedienen en gaf bij het j mineraalwater verzwolgen, vertrek nooit minder dan een paat j Om te kunnen voorzien in de be- dollars drinkgeld. Eëns liet de jonge hoefte aan „cracked ice", waarmede man, terwijl hij den milliardair de Amerikanen hun dranken bij voor- schoor, zich ontvallen, dat hij hoop- keur vermengen, om ze ijskoud te ma te, vroeger of later zelf een winkel ken, benevens voor verdere doelein- te kunnen oprichten. Toen hij klaar;den, was 389 ton ijs noodig. was, gaf Gordon hem het geld voor: Maar stelt u nu eens den inventaris het scheren 25 cents en boven-van zoo'n schip voor. bijvoorbeeld al- dien een cheque van 1500 dollars met leen het eetservies het tafelzilver voor Wat er in om jaar wordt verorberd op de booten ran de Holland Amerika lijn. Slechts enkele cijfers uit de lange staten. Driehonderdduizend kilo versch vleesch en even zooveel gezouten vleesch en spek en bovendien nog 17.000 kilo gerookt spek en 1000 ham men. Dan 2o00 blikken leverpastei, 1000 ton haring, 15,000 kilo kajuit- boter en 60.000 kilo volksboter^lOO.OOO liter grutterswaren, 20.000 kilo koffie. Voor de tusschendekspassagiers wor den koffie-tabletten vervaardigd, van bijzondere samenstelling, die aan de koffie den smaak geven en de donkere kleur, waaraan de meesten dier lands lui gewend zijn. Verder onder meer 400 potten gember, 395 flesschen olij ven. 40.000 liter blikgroenten, 800 blik ken truffels, 900 blikken champignons, 18,300 kilo zout, 13,500 liter azijn. 35.000 kilo suiker, 415 anker zuur kool, 6099 potten honing, 5775 kilo jams. Bij de afreis wordt er versch brood meegenomen voor twee dagen maar zoodra het schip van den wal is, beginnen de vijf bakkers te bak ken, en zoo houden zij het verbruik gedurende de reis net bij. Zij verwer ken daarvoor te zamen in een jaar 2287 vaten meel 100 kilo. Van de dranken werd er behalve het flesschenbier, verleden jaar alleer. 135,778 liter bier en een 60.000 liter de woorden „Zoo, nu huurt U zich een winkelIk wil daar morgen door U geschoren worden." Misses Hetty Green, de rijkste vrouw de kajuit, te beginnen met 46 noten krakers, enzoovoort. Die inventaris voor elk schip is ook weer gedrukthij vult een dik boek ra... plotseling een schok pi tschtscli, ra ta tata wij staan geheel stil Wanneer wij den kerel op dat-o* blik tusschen onze vingers haddenl had, die de spijkers had uitgevonc wee hem, hij zou er geen dozijn re gemaakt hebben. In de verte zagn de tram voortglijden, dozijnen sjx collega's tuf tuften ons schijnt vriendelijk groeten voorbij, zich zichzelve verkneuterende over prijzenswaardige goedheid om spijker voor hen „op te rapen". Wij keerden hun stilzwijgend rug toe en werkten maar door een uur vertraging kwamen we der te Baden aan, juist toen de ste forellenstaart van tafel werd \vi genomen. van Amerika, die gewoonlijk voor zeerin folio-formaat. En zoodra het schip gierig werd gehouden, schonk eens hier binnen komt, wordt uit de ma- ook begrijpen, waarom ik tegenstan der ben van het schoonvaderschap. ELLEYDIGEN. Hij was een man van een veertig jaareen mager, nietig kereltje. Het tanige gelaat, doorgroefd door diepe voren, vertoonde de kenteekenen van een ongeregeld leven. Als ik aan hem terugdenk, zie ik hom nog voor mij, zooals hij er altijd bijliep, gedoken in een vaalbruin jasje, een groenig petje op hot reeds grijzende haar. Het hoofd wat voor over gebogen, de ruw-behaarde han den in de uitgerafelde broekzakken, ging hij met klotspassen van zijne klompen het steegje in, waar hij woonde in een klein, vunzig-riekend huisje, dat hij deelde met een vrouw, waarmede hij reeds geruimen tijd samenleefde. De vrouw vormde een scherpe tegenstelling met het nietige mannetje. Groot en gróf van gestalte, als ze was, leek ze wel, wanneer zij samen op straat liepen, iemand, die hem beschermen moest en hare for- sche handen boezemden ontzag in, aan hen, wie haren beschermeling t.ï na kwamen. Wanneer hij niet dronken was, of andere bezigheden had, oefende hij het vak van schoenmaker uit, maal ais de zucht naar drank te? sterk in hem werd, dan verkocht hij de schoe nen, die hem in reparatie gegeven waren en zette het geld, dat hij daar voor ontving, om in jenever en man en \touw dronken net zoo lang en zooveel, tot zij beschonken neervielen op den vloer van hun krotje. In zijn nuchtere oogenblikken had hii nog een ander handwerk. 's Avonds heel laat kwam hij dan uit zijn huisje, gewapend met een zak, en een touw met een lus er in. Dan ging hij op de kattenjacht. Waar hij dan een poesje zag, dat hem geschikt leek, wierp hij het niets kwaadvermoedende beestje den ver raderlijken strik om den hals en ver stikte daardoor het beest. Het. lijk werd dan fluks in den zak gewor pen en als de vangst groot genoeg was, ging hij weer naar zijn huisje, waar de poesjes ontdaan werden van de fluweelen huidjes. De velletjes wer den dan voor een naar stuivers ver ren vestibule op een paar lakens, die in der haast waren neergelegd. Het gasgloeilicht wierp met sputterende geluidjes het helle, witte licht op het bleeke gelaat van den man neer en deed scherp uitkomen de helroode bloedvlek om neus en mond. 1 De dokter werd gehaald en hij deed zijn onderzoek met kalmzwijgende be wegingen, maar het was te laat De man was gestorvenheengegaan uit zijn armzalig leven, plotseling, zonder besef van den naderenden dood. I Een brancard werd gehaald, het lijk van den stumper er in gelegd onder j het grauwe zeildoek en voort ging het i naar het ziekenhuis. Naast het wagentje schreden twee i politiemannen, ernstig stappend in hunne lange uniformjassen. De weg leidde langs het kermister rein, waar de feestvreugde haar hoogtepunt bereikt had. Vreemd deed de stoet in het ros achtige licht van walmende petroleum lampen en gekleurde ballons van het electrische licht, kalm als hij daar ging te midden der uitgelaten kermis- gangers. Draaiorgels schetterden schril hun ziegezagende muziek in de zwoele zo merlucht; muziekinstrumenten klon ken luid opde menschen zongen en schreeuwden, met krijschend geluid. Scherp contrasteerende klonk al dat gerumoer als een parodie op een doo- denzang. Les extrêmes se touchent aan haar kamenier 20.000 mark. Het geval gebeurde voor eenige jaren toen mevrouw Green in 't Westen reisde. Het meisje, dat haar gebiedster zeer lief had, wilde huwen, en mevrouw Green wilde liaar overhalen de bru:- loft eenige dagen uit te stellen. De kamenier verklaarde evenwel, dat haar bruidegom daarover had te be slissen. en het was haar wensch. dat de bruiloft direct zou plaats hebben. Het oprechte gedrag van het jonge meisje beviel de millionaire en nog denzelfden avond gaf ze het meisje genoemde som als medegift. Ook Rockefeller verstaat het, bij gelegenheid vrijgevig te zijn. Eens trad hij in New-York een boekwinkel binnen en werd daar door een jongen man bediend, die zich blijkbaar in 'teerste stadium van tering bevond. Rockefeller, die een afschuw voor do ze ziekte had, liet zich pen en inkt geven, schreef een cheque van 1250 dollars en gaf dien den jongen man over met de woorden ,Ga naar de bergen, mijn vriend, en wore weer gezond Daarmede verliet hij haastig den winkel, zonder iets gekocht te heb ben. gazijnen alles aangevuld, wat gebro ken is of zoek geraakt. Dat bedraagt nogal zoo iets. Zoo werden er verle den jaar op de passagiersschepen on der veel meer gebroken 1722 diepe borden. 3131 platte borden, 2609 des sertborden. 3455 groote en 1455 kleine koppen, 1401 bierglazen, 3317 hutgla zen, 106 olie- en azijnfleschjes, enzoo voort. De machinale bordenwasscher heeft hier een groote verbetering in ge bracht. maar de cijfers blijven aan zienlijk, omdat elk stuk van het ser vies wordt afgekeurd, zoodra er maar een scherfje af is. NAAR DEN BEKENDEN WEG GEVRAAGD. Vriendelijke, oude heer, tot een jon gen, die zijn knie staat te wrijven Ben je op den grond gevallen, rnijn jongen? Dacht je bijgeval, dat ik in de lucht gevallen was en mij aan een wolk gestooten had? EIN JUNGLING LIEBT EIN MaDCHENenz. Een student ontmoet een zijner vrienden O Jonkers Wat is er kerel Stel je voor... ik bemin... en ik word bemind Braidstoiletteo. Bij ons te lande bestaat voor trouw lustigen geen bepaalde tijd van het jaar, die de voorkeur geniet. In som mige landen is dat anders In Duitschland trouwt men het liefst in Mei, Juni of Juli. Bij denude Grieken gold Januari als de daartoe meest geschikte maand; bij de Ro meinen Juni, terwijl de thans onvol prezen Meimaand bij hen voor de ongeluksmaand doorging. En nog tegenwoordig zijn er in Italië, Frank rijk en Engeland heel wat paartjes, die voor geen geld van de wereld in Mei in het huwelijk zouden treden. Al is ook de oorspronkelijke betee- kenis, het ideale wezen van de huwe lijksplechtigheid uit den tijd der hei denen tot in onze dagen dezelfde ge bleven, de mode. die tot dusver vrij wel zonder invloed is geweest op de bruidskleeding, heeft zich in denlaat- sten tijd op dat gebied plotseling doen gelden door het invoeren van aller- lie nieuwigheden in de bestaande tra- ditioneele uiterlijkheden. Zoo wijken, om een voorbeeld te noemen, de tegenwoordige bruidstoi letten, wat model stof en garneering betreft, aanmerkelijk af van de gehei ligde, witte uniforme gewaden van de bruidjes uit-vroeger dagen. In de plaats daarvan ziet men thans veel vuldig de reform-japon en in de plaats van het typische en vroeger onvermijdelijke kleed van ivoorkleu rig atlas, dat aangesloten langs de Eea toclit per automobiel. Een tocht per automobiel wordt in de ..Neue Zür. Ztg." op de volgende leuke manier weergegeven Nauwelijks is het deurtje achter u gesloten en begint de auto zich in beweging te zetten, of het hoogmoeds- duiveitje komt op uw schouder zitten en blaast u op als een reuzenkik- vorsch. Gij rijdt natuurlijk alleen dooi de hoofdstraten, zoodat ge door ieclev- een gezien wordt, de signaalhoorn laat ge brullen alsof de dooden u't hun graven zouden moeten gewekt, worden sneller, sneller, als het u belieft, mijnheer de chauffeuren dc motor raast, de stofwolken dwar relen op en spoedig hebt ge zulk eene snelheid bereikt, dat de politieagent, zoodra hij u ziet aankomen, zich ver dekt opstelt, om met een niets goeds voorspellenden zwaai zijn notitie-boek je uit zijn zijzak te voorschijn te ha len, teneinde uw blauw-wit nommer uit te vorsc-hen. Vergeet toch nooit het nommer vooraf met een weinig olie te bevochtigen en al was hij dan oo^ met een horoscoop gewapend, nooiï zou hij dit te weten kunnen komen, door het vele stof, dat er zich aan vasthecht. Wij zwaaien rechts, dan links, voor- en achteruit, wij zijn ter besterader plaatse ën het paard wordt op stal gezet. Den volgenden dag nog een klein uitstapje naar Baden. Ratata. ratata, Zurich ligt reeds achter ons ratata... waren wij zooeven niet in Altstetten ratata, ratata, wij zijn er reeds doorheen en ©ogenblikkelijk ligt Schlieren voor ons... verder, ratata, verder, ratata, verder Dietikon groeten wij met een majestueus hand gebaar, nieuwsgierige hoenders vlie gen tegen de schuren op, smerige kinderen teekenen zich af tegen de hekken... ratata, hier en daar ver schrikte gezichten, zoo nu en dan een boos gelaat daartusschen... (deze laat ste zijn stereotiep en behooren er zoo bij, zegt onze chauffeur lachend), ra tata, ratata, heerlijk, verrukkelijk, overal geurige hooilucht en bedrijvig heid te midden der natuur in dezen zonneschijn, ratata zoo'n ake- hallo. in den langen, tulen sluier gehulde. bruidsfiguur zat, zijn bruidsjaponnenlige tram daar voor ons uit. gekomen van wit fluweel, damast, wij zullen haar wel inhalen, ratata. crêpe de Chine, mousseline en allerlei j voorwaarts, 300 meter, 200 meter, het andere fantaisie-stoffen met een weel-j gaat nog sneller wij ook, hoera de van kant en garneering. op, ten strijde 100 meter reeds In weerwil van alle veranderingen zien wij het nijdige gezicht van den is echter wit de kleur van de bruids conducteur 50 meter, ratata, hoe -1 jd Grootere snelheden op de Spoorwegen.^ Ook in Engeland beginnen de gemeurs meer en meer de aand te wijden aan het verkrijgen y grootere snelheid bij de exprestreia De „London and North-Western Ra way Company" heeft onlangs eenvi snelden dienst tusschen Londen Manchester en Londen en Liverp# geopend, terwijl de „Great Wester Railway" het merkwaardige feit v< voerd heeft de 400 kilometer tusschi Plymouth en het station Paddin (Londen) af te leggen met een geiua. dolde snelheid van meer dan 105 kilf meter per uur. Er is een soort wel strijd ontstaan tusschen deze mar schappijen, wie het snelst en toch zoL der gevaar de reizigers kan vervoeren Het is zeer wel mogelijk de snelhëfê der treinen op rechte baanvakken aai, merkelijk op te voeren, daar uit én stoomlocomotieven nog veel meer gu haald kan worden clan nu geschiedw, De North-Eastern Railway in Engt) land gaat proeven nemen met z.i electrische autocars, waarmede persL nen zullen worden vervoerd Het sy{ teem werkt, als volgt: L Een petroleummotor brengt een djb namo-machine in beweging, welke ojj: haar beurt een paar electromotor» van stroom voorziet, welke laatste ér wielen door middel van tandradere in beweging brengen. Petroleummoto: dynamo enz., alles is op den wager aangebracht, terwijl een accumulate renbatterij stroom levert bij het ijl gang zetten van de motoren voor d verlichting. fa De rijtuigen, die op de gewone spoo rails rijden, zijn 15 meter lang en w< gen 35,000 K.G. Iedere wagen is ui' gerust met een horizontalen petrol ummotor van 80 paardekracht, die reet gekoppeld is aan een dynamo v. 300 a 550 volt en gaat naar twee elt tromotoren, welke het rijtuig een sm heid kunnen geven van ongeveer i K.M. per uur. De bedoeling is de: wagens te laten loopen op lijnen waai het verkeer niet zeer druk is. doch waar toch behoefte bestaat aan flink personenvervoer. Het flessclienbuis. Er woont in de stad Rio Vesta, i den Staat Nevada, een man, die he drinken om hoogere belangen vo houdt dan alleen om 't genot er van. I zijn streek groeien zoo goed als gee boomen, het hout is dus duurd mijnwerkers, die er wonen, bouwe: daarom hun huizen van alle mogelijk grondstoffen, behalve van hout. Maa steeuen en dergelijke zijn er ook nie en zoo is de grondstof voor den hui zenbouw van de zonderlingste soort. Het huis van den bedoelden man ook een goudgraver, is daarbij een vai de eigenaardigste het is geheel vai flesschen gebouwd. Het is 20 voetlang 16 voet breed en 12 voet hoog en i: verdeeld in twee vertrekken. Voor dei bouw er van zijn 10.000 flesschen noc dig geweest, bijeen- en vastgehondoi door een vettige klei, de eenige bouw stof, die daar ter plaatse gevondei wordt. Alleen de vier steunpilaren vai het dak zijn van hout. De flesschen staan rechtop, in nett gelijke rijen, de halzen van de onder ste flesschen gestoken in de zielen vai de, bovenstaande, èn zoo opgestapeli tot een keurig muurtje, de "etiketter hier en daar nog op de fleschbuikjes een whiskey-etikette naast een ale etikette, heel geregeld, whiskeyale, whiskey—ale, whiskey—ale. Zoo is de mijnwerkerswoning tot een gebouw opgetrokken, waarop elke wijnkooper jaloersch zou kunnen zijn. Als de zon er op schijnt, kaatst het vonken naar alle richtingen, als 't regent sijpelen de druppels do gladde flesschen langs, als do wind aan komt blazen, zingt het door het huis als op een duizend-stemmige Aeolusharp. Er is nog iets heel bijzonders aan het huis en dit is wel de grootste trots van zijn bewoner alle flesschen, de 10,000, al deze whiskey- en alefles- schen, zijn door den eigenaar zelf leeg gedronken. Hij had slechts vier jaar noodig om de bouwstof voor zijn wo ning bijeen te brengen. Hij is sedert begonnen aan zijn tweede verdieping. Hoe Madera ontdekt werd. Wanneer de Portugees Gonsalvo, die op 8 Juni 1420 het tegenwoordig veel bezochte eiland Madera „vond", ge loofd mag worden, dan is de geschie denis dezer ontdekking een heele ro-| man. Er »s trouwens geen reden voor om aan de geloofwaardigheid van het verhaal te twijfelen, daar Gonsalvo zelf niet de held van den roman is. Deze held is een Engelschman, met name Robert Mekain, een arme on bekende jonge man, die zich de liefde van een meisje uit den aanzienlijksten stand had verworven. Toen de familie achter het geheim kwam, wendde zij zich tot den koning en deze beval Ro bert Makain gevangen te nemen en hem zoo lang vast te houden tot zijne beminde zij heette Anna von Arfel de echtgenoote van den voor haai' bestemden lord geworden was. Nauwelijks was Mekain echter weer op vrije voeten gesteld, of hij stelde zich weer met Anna in verbinding. Het kostte hem niet veel moeite haar tot eene vlucht naar Frankrijk over te halen en weinige dagen later ver wachtten hem zijne vrienden reeds met een voor dat doel gehuurd schip. De ontvoering gelukte, maar de ele menten waren den geliefden niet gun stig. Een heftige storm maakte het schip dertien dagen lang ten speelhui der golven en toen zij op den veer tienden dag aan land gedreven wa-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 8