ALLERLEI.
Meneerbuldert hij.
Oosterhof laat den halter vallen
blij als een engel, dat hij 't zware
ding kwijt is.
Meneer, ik geloof, dat u me veer
tien dagen lang voor den gek gehou
den hebt.
Maar Oosterhof zet nu weer een
hooge borst, alsof er niets gebeurd is.
Meneer, u beleedigt me. Dat is
heel onvoorzichtig van u.
Och kom, meneer, u hebt niet
zóóveel fut.
Oosterhof neemt met vermetelen,
dreigenden blik den wel een kop groo
teren Kwak van hoofd tot. voeten op.
Zoo, meneer, zoo. Omdat ik door
wat te veel eten en bierdrinken niet'
in goede conditie ben, meneer. Maar
om te worstelen ben ik in uitstekende
conditie, meneer. Binnen drie minuten
Smijt ik u op den grond als 'n pak
oude lorren, meneer. Alsjeblieft, me
neer, we zullen beginnen, meneer.
En tegelijkertijd trekt Oosterhof zijn
jas uit.
Maar Bram kruipt weer veel gau
wer in zijn schulp dan hij er uit ge
komen is.
Oneen, pardon, meneer, ik heb
't niet zoo bedoeld, neen ik wilde u
volstrekt niet beleedigen. Ik ben uw
portuur niet. 'k Maak u wel mijn ex
cuus. i
En zoo laveert hij de deur Van het
lokaal uit, die -hij met een zucht van
verlichting achter zich dichttrekt.
Nog altijd denkt hij. dat Samuel
Oosterhof een geweldig kampioen-
worstelaar is en honderd kilo met één
hand kan drukken, als hij niet co-
Êieus gedineerd en veel bier gedron-
en heeft.
Alleen vindt hij het zonderling, dat
hij den kampioenworstelaar na dien
avond nooit meer in een oefenlokaal
heeft aangetroffen, maar eigenlijk ge
zegd is hij daar blij mee.
De Schoonvader.
(Naar het Fransch.)
liet je niet aanstaat, kun je een an-1 kocht, waardoor de drankflesch weer
deren oppasser nemen. opnieuw gevuld kon worden.
Een ander Ik zou Jean ont-l Door zijn vaak dronken zijn en zijn
slaan, die al mijn gewoonten kende? kaltenjachten raakte hij vaak in aan-
Ik had in het geheele bataljon geen raking met de politie on de justitie,
man. dien ik waardig gekeurd zou en het gevolg was, dat hij telkens in
hebben, Jean te vervangen. Ik keerde de gevangenis kwam, nu eens wegens
na dat vreeselijk onderhoud in mijn openbare dronkenschap, dan weer
kamer terug eu trachtte mijn vrouw,i door een aanklacht van een derbuur-
Zelino, duidelijk te maken, dat haar vrouwtjes, wier lieve poesjes hij had
moeder toch niet met een eenvoudigen doodgemaakt.
oppasser kon trouwen. Zeline luister-i Zo° leefde het paar reeds jaren
de kalm naar me. zonder me te be-1 voort> lichamelijk en zedelijk meer
grijpen. j en. meer ontaardend, tot 't eindelijk
Waar maak je je toch boos over?mlsliep.
vroeg ze met een rustig lief lachje.' -• jakker van lichaam, dan de
Jean is een man als jij, soldaat als die door aanleg sterker van
jij, welgemanierd als jij. Christen als was> werd het eerst het slacht-
jij. Hij bevalt mama, zooals jij mij -~-er ^an 1 losbandige levens
bevallen bent, en hij trouwt met haar,Wljze'
zooals jij met mij getrouwd bent. Wat' Ti 11 u i
natuurlijker Ik merkte het al, dat hem iets
Ik liet den schuldige roepen. Jean
wierp.zichi voor-mij °p de knieën j Het djgfe kiompengestommel ver-
^aJhOr^nep hij w ees niet boos brak niet alleen meer de avondstilte,
n- die er was in het »auwe steegje: een
i v W droog, benauwd kuchje snerpte tel-
met, uit achting voor de schoorunoe- k6ns op en eindigde dan in een
der van mijn superieur, en ik hield krampachtige hoestbui. Dan rustte
mij op een afstand. Maar telkens als hij even, zijn ingevallen borst bewoog
1Jaar do fontein ging, kwam ikhaar heftig onder de snelle ademhalingen,
op liet terras tegen. Zij bood mij si- en weer ging hij verder, hijgend en
garen aan en confituren en beval mij steunend.
naast haar te gaan zitten. En zij zette Weldra werd het mij duidelijk, dat
oogen op..,, oogen, die.... Ik ben maar de man tering had.
een gemeen soldaat, maar ik ben toch En hand over hand werd de ziekte
ook een man.... heviger de teringlijder sleepte zich
Maar je weet toch. dat ik je niet met veel moeite voort, het hoofd nog
missen kan. Wien kan ik in jou plaats iets dieper gebogen dan vroeger. Hi j
nemen, als.... bleef nu. voordat hij de straat verliet.
In mijn plaats? en het steegje inging, een heele poosl
En de arme Jean brak in tranen rusten, om weer wat op zijn verhaal
uit. te komen.
Jn mijn plaats Neen, majoor, Het eene stadium der ziekte volgde J
dat zult u, me niet aandoen. U zult u nu op het andere het kuchje werd
toch niet willen scheiden van uw ar- scherper en snerpender. maar van
men Jean, die u met lijf en ziel is den ernst van zijn toestand scheen de
toegedaan Neen, voor ik uw dienst man zich niet bewust.
verlaat, zie ik liever af van het liuwe- Drank was en bleef voor hem het
lijk met uw schoonmoeder. voornaamste. Zijn eenige uitgang
Ik was geroerd door dit offer, doch was naar het kroegje,
ik kou het niet aannemen, want De- Hooger leven bleef hem vreemd, hoe
metria zou mij dan het leven tot een ook z,"in kwaal verergerde, hoe snel
hel hebben gemaakt. Ik schikte mij 00Ï£ fUn weg voerde naar het graf.
japon gebleven en myrthe de bruids-
bloem, evenals in Engeland en
Frankrijk de oranje-bloesem, terwijl
in Duitschland alleen weduwen, die
zich nog eens op de huwelijkszee gaan
wagen, zich met oranjebloesems tooi
en.
Hoogopstekënde sluier-arrangemen
ten zijn ook uit de mode geraakt en
htt komt vaak voor, dat de sluier
geheel wordt weggelaten. Zoo word*
bijv. het. bruidstoilet van een onlangs
in de Madeleine-kerk te Parijs me!
een markies in het huwelijk getreden
Iorsche jongedame als volgt beschro
ven
Een ruikertje oranjebloesems, links
onder het oor aangebracht, zooaïs
men het wel op oude schilderijen ziet,
versierde het hoofd, dat geen sluier
droeg. De bruidsjapon was van wit
zijden mousseline, rijkelijk gegar
neerd met kant en poefen van \vit
liberty-atlas. Op den rok viel eenlan
ge sleep, een echte „manteau de
cour" van wit liberty-atlas, die om i*-.
schouders werd vastgehouden door
een kanten fichu. Een guirlande van
oranjebloesems met over den rug tot
op den sleep vallende uiteinden on.
gaf het fichu.
Een andere bruid uit de Parijsche
aristocratie*stapte in een japon van
wit panne-fluweel naar het altaar.
Een lange, ruime hofsleep van echte,
oude kant viel er op en de korte, aan
een Spaansche mantille herinnerend'-,
sluier van dezelfde kostbare kant werd
door een kleinen ruiker oranje-bloe
sems aan de linkerzijde vastgehou
den.
Op zekeren avond draaide het ge
sprek in de sociëteit van een kleine I
Fransche stad om het onuitputtelijk'
thema schoonmoeders en schoonva-1
ders. Iedereen gaf er zijn meening
over en allen stemden hierin overeen,
dat het bijna onmogelijk is, in vrede
met een schoonmoeder te leven, ter-!
wijl men het zeer goed kan vinden met
een schoonvader, die veel door de
vingers ziet. omdat hijzelf het leven
kent.
Plotseling nam de dappere gene-!
raai Du Moulin het woord en zei
U hebt allemaal goed praten, hee-
ren, want u hebt niet zulk een schoon
vader als ik.
Algemeene verbazing, want nie-
mand wist, dat de generaal ooit ge
trouwd was geweest.
Ja, ja, het is een zonderlinge ge
schiedenis, zei de generaal nadenkend
en als u het goedvindt, zal ik ze u
vertellen.
Men schoof de stoelen bijeen, stak
versche sigaren op en de generaal be
gon i
Ik moet ver teruggaan, tot het
jaar 1860. Ik was destijds 38 jaar oud
en voerde het bevel over een bataljon
jagers. Toen braken de onlusten in
Syrië uit. Het land was bewoond door
twee vijandelijke stammendoor de
Maronieten en de Drusen, de eersten
waren Christenen, de laatsten Mo
hammedanen. In Damascus had des
tijds de Mohammedaansche bevolking
de Christenwijk overvallen en een ver
schrikkelijk bloedbad aangericht. Men
riep de tusschenkomst van Europa in
en keizer Napoleon besloot een troe
penmacht van 6000 man naar Syrië te
zenden. Mijn bataljon maakte er deel
van uit. Wij werden op de Syrische
kust aan land gezet en onze komst
was voldoende, om de Drusen te ver
strooien. Mij zond men met mijn ba
taljon naar Meppo. Ik nam kwartier
in het prachtige paleis van Demetria,
een Maronitische weduwe, dieinrechT
te lijn van Antiochus afstamde. De
stad'was heerlijk, de bazars waren
prachtig. Ik had goede kameradenen
een juweel van een oppasser, dienaar
den naam Jean luisterde en mij op al
mijn veldtochten vergezeld had. Kort
om, mijn leven was zeer aannemelijk.
Toch zou ik me verveeld hebben zon
der Zeline, de dochter van Demetria. j
O. heerenAchttien jaar oud. een'
kind als verguld door een zonnestraal, J
purperen lippen als granaat, zwarte, j
ondoorgrondelijke oogen. een figuur
als een elfEen Du Moulin kon zich
dus, zonder zich te compromitteeren,
wel verbinden met zulk een bekoorlij
ke Christin, die regelrecht van Antio
chus afstamde. Kortom, ik trouwde
met Zeline en mijn keuze vond zóó
veel bijval bij mijn kameraden, dat
mijn generaal gaarne als getuige fun
geerde.
De bezetting duurde lang, omdat
men vreesde, dat ons heengaan daden
van vreeselijke wraak tengevolge zou
hebben en ik was de gelukkigste man
van het geheele expeditiekorps. Mijn
schoonmoeder Demetria, een nog zeer
aantrekkelijke verschijning vóórhaar
35 jaren, maakte mij het leven zoo
aangenaam mogelijk en was zeer at
tent tegen mijn manschappen, wat mij
diep ontroerde. Zelfs Jean, die geknuf
feld en vertroeteld werd als nooit te
voren in zijn leven, zei op zekeren dag
met glimmende oogen, terwijl hij zijn
snorbaard opdraaide, tot mij
Meppo is een waar paradijs. i
Ik was volstrekt niet verbaasd over
deze geestdrift, want ik had toen nog
in niets erg, in niets.
Zoo ging de winter van I860 voorbij.
In April 1861 ontbood mijn schoonmoe
der mij op zekeren dag in haar ver
trekken, omdat zij mij een belangrijke
mededeeling wilde doen.
Waarde majoor, zei ze, ik zou
troosteloos zijn, als je het groote
nieuws van een anderen kant dan
van mij het eerst zoudt hooren. Ik ga
trouwen.
Hartelijk gelukgewcnscht. schoon
mama en mag ik misschien weten...'
Met wien
Natuurlijk, zei ik.
Met Jean.
Wat, met Jean, mijn oppasser?
Ja zeker. Hij is een knappe ke
rel. Ik houd van 4iem en ben er zeker
van, dat hij me gelukkig zal maken.
Maar denk toch eens, mevrouw,
riep ik, nadat ik van mijn ontsteltenis
bekomen was, u maakt me daardoor
tot den schoonzoon yan mijn oppasser.
Dat Iaat me totaal koud. En als
dus in mijn lot en Jean werd de wet-1
tige echtgenoot van mijn schoonmoe-1 Kermiszaterdag zag ik hem weer.
der. 1 Ik had hem in lang niet gezien. Hij
Nu begon voor mij een afschuwelijk zat op de stoep van een huis tegenover
leven, dat zoowel de maatschappelijke gerechtsgebouwzijn wouw was
verhoudingen als de militaire discipli- nu hem. Ze waren hier gekomen
ne onderstboven keerde. Wij moesten om afscheid van elkaar te nemen,
tochten ondernemen in een der berg- want zij moest vijf dagen gevange-j
ketens van den Anti-Libanon en ik nisstraf ondergaan wegens mishande-;
kon de diensten van Jean niet goed hng. De zaak had zich zoo toegedra-j
ontberen, 's Morgens poetste mijn &en
schoonvader de knoopen van mijn uni- Op con avond, dat de teringlijder
form, bezorgde mijn veldbed en bor- ziin troost in het kroegje had ge-J
stelde mijn laarzen, kortom, hij ver- zocht, namen een paar kerels, die'
vulde al zijn dienstverplichtingen op reeds te veel aan Bacchus geofferd j
zijn best. Dan, bij het middagmaal, hadden, den sukkelaar in het ootje,
ontpopte hij zich tot schoonvader, zat Van woorden was het tot daden ge-1
aan tafel tegenover mij naast Deme- komen en de vrouw had, om den man
tria en ik moest van dat oogenblik te beschermen, er op in geslagen met
af alle plichten van een schoonzooneen bierfleschje, zoo hard, dat er bloed
vervullen. j vloeide en de politie kwam om aan
Ik was tegelijkertijd meerdere en de ruzie een einde te maken. Proces-
ondergeschikte, ik kon mijn schoon-; verbaal werd opgemaakt en de vrouw
vader acht dagen arrest opleggen, werd door den rechter tot vijf dagen
maar hij had de macht mij te onter- gevangenisstraf veroordeeld. Nu zou
ven en zijn schoonvaderlijken vloek zij haar vonnis ondergaan en hij was
over het hoofd van zijn majoor te tot hier meegesukkeld, om haar het
ontladen. O. wat een toestand. j groote gebouw der gerechtigheid bin-
De maand Mei liep ten einde en' uen te zien gaan. Zij namen afscheid
men dacht er over, naar het vader- en zij ging de breede trappen van het
land terug te keeren. Ik was nieuws- gebouw op, doch nog lang daarna zat
gierig, hoe de zaak eindigen zou, dochde man op dezelfde plaats. Toen stond
het noodlot had medelijden met mijn hl] op en sjokte hij het steegje in naar
wanhopige positie. Een pest-epidemie zijn huisje.
rukte binnen een week zoowel mijnDen avond van dien dag, kermisza-
schoonmoeder als mijn vrouw weg,terdag, was het kennisleven op de
zoodat ik met Jean alleen achterbleef, pleinen in vollen gang. Schetterend
Na afloop van den gemeenschappe- klonken de koperen stemmen der
lijken rouwfcijd keerden wij naar het trompetten voor de spellen en schel
vaderland terug en hernamen onze tjingelden de orgels-in de tenten.
oorspronkelijke posities. Jean werdFeestgangers joelden en krijschten en
weer uitsluitend mijn oppasser en' al dat gerumoer zweefde ver weg, tot
stierf als mijn schoonvader, oppasser het wegstierf in de aangrenzende
en dapper soldaat in 1870. 1 buurten. Door den vreugderoes ver-
Thans is er niets meer overgeble- lokt. was de teringlijder weer door
ven van dezen korten. Oosterschen ro-het steegje gestrompeld naar hetplek-
man dan de herinnering aan een je, waar hij 's middags gezeten had,
schijnbaar niet te ontwarren toestand maar voordat hij er was, zakte hij
die wel waard zou zijn, dat een schrij- plotseling ineen, een bloedgolf spoot
ver er voor een drama zijn talent aan uit neus en mond en zoo werd hij ge-
beproefde. vonden door eenige voorbijgangers,
Ik ben aan het eind van mijn ver-' die hem in een der huizen in de straat
haal besloot generaal Du Moulin binnendroegen.
maar na deze ware vertelling zult uj Daar lag hij in de groote marrae-
nnlr Lipcri'iinftri TOaomm ilr (afronofon. ran vostihulo. fin p.ori nflfl.r lakens, dif
Diners iu liet donker.
Wanneer we hooren van kostbare
excentriciteiten, dan wendt onze blik
zich onwillekeurig over den Atlanti-
sciien Oceaan, want in het land der
Yankees is plaats voor iedere dwaas
heid, voor iedere overdrijving.
Ditmaal echter zijn het de Parijze-
naars en eenige elegante Zwiiserscho
inrichtingen, die het idéé van te di-
lèeeren, zooal niet in het duister, dan
toch iu halflicht, iu een soort ver
lichte schemering tot verwezenlijking
gebracht hebben. Bij deze diners wor
den de hors d' oeuvre en de soep ge
geten bij helder stralend licht, dan
gaat plotseling tot groote verbazing
der niet-ingewijde gasten het licht
uit. De deur gaat open en de bedien
den brengen schitterend verlichte
schotels binnen, die het vischgerecht
bevatten. Ieder der gasten bedient zitü
van visch en neemt tegelijk een licht
je en als allön voorzien zijn, zijn die
schitterende vonken overal verstrooid
en het geheel biedt een feeëriek
schouwspel. Wórdt bijv. kreeft opge
diend, dan is het elektrisch licht aan
gebracht aan den kop van het dier
en werpt donker gloeiende, rossige
beschaduwde stralen over de tafel.
Maar de grootste vindingskracht
wordt ten toon gespreid bij het ijs.
Gewoonlijk wordt een buitengewoon
groote vogel of een mand of horen
des overvloeds, in het kort de een of
andere vorm, die verschillende ijs-
soorten bevat, in de schitterend ver
lichte zaal gebracht. Zijn allen be
diend, dan gaat het licht uit en en
kele flikkerlichtjes op dg borden bre
ken de duisternis. Wordt aardbeien
ijs gegeven, dan hebben de gloei
lampjes den vorjn en de kleur van
aardbeien of van het teedere wit der
bloesems. De' kleine lichtende voor
werpen worden den gasten toegereikt
en maken een allerliefst effect.
In een groot Zwitsersch hotel, waar
het ijs dagelijks zoo gepresenteerd
wordt, heeft men aan het ijs den vorm
van een Zwitsersch huisje gegeven,
dat straalt in het licht van honderden
gloeipitjes. Zijn de porties gebruikt,
dan gaan ook de lichtjes uit op de nu
onzichtbare tafel. Ook zeer gewild zij a
poolscènes, woeste ijsmassa's, waar
over het elektrisch licht koud blau
we, vale lichtstrepen werpt en waar
boven ijs-crême als sneeuw het ge
heel kroont. Een paar in de holten
van het ijs liggende porseleinen iis
beren verhoogen de levendige werking
van het kunstproduct.
't Gaat ver tegenwoordig
Geschenken yau inilliardsirs.
De Arnerikaansche müliardair Dou
glas Gordon verkeerde veel in 't hotel
Cadillac in New-York en bezocht ook
den in dit hotel gelegen friseur-win-
kel. Hij liet zich steeds door één en
denzelfden bediende, een zekeren Ge
org Duncan, bedienen en gaf bij het j mineraalwater verzwolgen,
vertrek nooit minder dan een paat j Om te kunnen voorzien in de be-
dollars drinkgeld. Eëns liet de jonge hoefte aan „cracked ice", waarmede
man, terwijl hij den milliardair de Amerikanen hun dranken bij voor-
schoor, zich ontvallen, dat hij hoop- keur vermengen, om ze ijskoud te ma
te, vroeger of later zelf een winkel ken, benevens voor verdere doelein-
te kunnen oprichten. Toen hij klaar;den, was 389 ton ijs noodig.
was, gaf Gordon hem het geld voor: Maar stelt u nu eens den inventaris
het scheren 25 cents en boven-van zoo'n schip voor. bijvoorbeeld al-
dien een cheque van 1500 dollars met leen het eetservies het tafelzilver voor
Wat er in om jaar wordt verorberd
op de booten ran de Holland
Amerika lijn.
Slechts enkele cijfers uit de lange
staten. Driehonderdduizend kilo versch
vleesch en even zooveel gezouten
vleesch en spek en bovendien nog
17.000 kilo gerookt spek en 1000 ham
men. Dan 2o00 blikken leverpastei,
1000 ton haring, 15,000 kilo kajuit-
boter en 60.000 kilo volksboter^lOO.OOO
liter grutterswaren, 20.000 kilo koffie.
Voor de tusschendekspassagiers wor
den koffie-tabletten vervaardigd, van
bijzondere samenstelling, die aan de
koffie den smaak geven en de donkere
kleur, waaraan de meesten dier lands
lui gewend zijn. Verder onder meer
400 potten gember, 395 flesschen olij
ven. 40.000 liter blikgroenten, 800 blik
ken truffels, 900 blikken champignons,
18,300 kilo zout, 13,500 liter azijn.
35.000 kilo suiker, 415 anker zuur
kool, 6099 potten honing, 5775 kilo
jams. Bij de afreis wordt er versch
brood meegenomen voor twee dagen
maar zoodra het schip van den wal
is, beginnen de vijf bakkers te bak
ken, en zoo houden zij het verbruik
gedurende de reis net bij. Zij verwer
ken daarvoor te zamen in een jaar
2287 vaten meel 100 kilo.
Van de dranken werd er behalve
het flesschenbier, verleden jaar alleer.
135,778 liter bier en een 60.000 liter
de woorden „Zoo, nu huurt U zich
een winkelIk wil daar morgen door
U geschoren worden."
Misses Hetty Green, de rijkste vrouw
de kajuit, te beginnen met 46 noten
krakers, enzoovoort.
Die inventaris voor elk schip is ook
weer gedrukthij vult een dik boek
ra... plotseling een schok pi
tschtscli, ra ta tata
wij staan geheel stil
Wanneer wij den kerel op dat-o*
blik tusschen onze vingers haddenl
had, die de spijkers had uitgevonc
wee hem, hij zou er geen dozijn re
gemaakt hebben. In de verte zagn
de tram voortglijden, dozijnen sjx
collega's tuf tuften ons schijnt
vriendelijk groeten voorbij, zich
zichzelve verkneuterende over
prijzenswaardige goedheid om
spijker voor hen „op te rapen".
Wij keerden hun stilzwijgend
rug toe en werkten maar door
een uur vertraging kwamen we
der te Baden aan, juist toen de
ste forellenstaart van tafel werd \vi
genomen.
van Amerika, die gewoonlijk voor zeerin folio-formaat. En zoodra het schip
gierig werd gehouden, schonk eens hier binnen komt, wordt uit de ma-
ook begrijpen, waarom ik tegenstan
der ben van het schoonvaderschap.
ELLEYDIGEN.
Hij was een man van een veertig
jaareen mager, nietig kereltje. Het
tanige gelaat, doorgroefd door diepe
voren, vertoonde de kenteekenen van
een ongeregeld leven.
Als ik aan hem terugdenk, zie ik
hom nog voor mij, zooals hij er altijd
bijliep, gedoken in een vaalbruin
jasje, een groenig petje op hot reeds
grijzende haar. Het hoofd wat voor
over gebogen, de ruw-behaarde han
den in de uitgerafelde broekzakken,
ging hij met klotspassen van zijne
klompen het steegje in, waar hij
woonde in een klein, vunzig-riekend
huisje, dat hij deelde met een vrouw,
waarmede hij reeds geruimen tijd
samenleefde. De vrouw vormde een
scherpe tegenstelling met het nietige
mannetje. Groot en gróf van gestalte,
als ze was, leek ze wel, wanneer zij
samen op straat liepen, iemand, die
hem beschermen moest en hare for-
sche handen boezemden ontzag in,
aan hen, wie haren beschermeling t.ï
na kwamen.
Wanneer hij niet dronken was, of
andere bezigheden had, oefende hij
het vak van schoenmaker uit, maal
ais de zucht naar drank te? sterk in
hem werd, dan verkocht hij de schoe
nen, die hem in reparatie gegeven
waren en zette het geld, dat hij daar
voor ontving, om in jenever en man
en \touw dronken net zoo lang en
zooveel, tot zij beschonken neervielen
op den vloer van hun krotje.
In zijn nuchtere oogenblikken had
hii nog een ander handwerk.
's Avonds heel laat kwam hij dan
uit zijn huisje, gewapend met een
zak, en een touw met een lus er in.
Dan ging hij op de kattenjacht.
Waar hij dan een poesje zag, dat
hem geschikt leek, wierp hij het niets
kwaadvermoedende beestje den ver
raderlijken strik om den hals en ver
stikte daardoor het beest. Het. lijk
werd dan fluks in den zak gewor
pen en als de vangst groot genoeg
was, ging hij weer naar zijn huisje,
waar de poesjes ontdaan werden van
de fluweelen huidjes. De velletjes wer
den dan voor een naar stuivers ver
ren vestibule op een paar lakens, die
in der haast waren neergelegd. Het
gasgloeilicht wierp met sputterende
geluidjes het helle, witte licht op het
bleeke gelaat van den man neer en
deed scherp uitkomen de helroode
bloedvlek om neus en mond. 1
De dokter werd gehaald en hij deed
zijn onderzoek met kalmzwijgende be
wegingen, maar het was te laat
De man was gestorvenheengegaan
uit zijn armzalig leven, plotseling,
zonder besef van den naderenden
dood. I
Een brancard werd gehaald, het lijk
van den stumper er in gelegd onder j
het grauwe zeildoek en voort ging het i
naar het ziekenhuis.
Naast het wagentje schreden twee i
politiemannen, ernstig stappend in
hunne lange uniformjassen.
De weg leidde langs het kermister
rein, waar de feestvreugde haar
hoogtepunt bereikt had.
Vreemd deed de stoet in het ros
achtige licht van walmende petroleum
lampen en gekleurde ballons van het
electrische licht, kalm als hij daar
ging te midden der uitgelaten kermis-
gangers.
Draaiorgels schetterden schril hun
ziegezagende muziek in de zwoele zo
merlucht; muziekinstrumenten klon
ken luid opde menschen zongen en
schreeuwden, met krijschend geluid.
Scherp contrasteerende klonk al dat
gerumoer als een parodie op een doo-
denzang.
Les extrêmes se touchent
aan haar kamenier 20.000 mark. Het
geval gebeurde voor eenige jaren toen
mevrouw Green in 't Westen reisde.
Het meisje, dat haar gebiedster zeer
lief had, wilde huwen, en mevrouw
Green wilde liaar overhalen de bru:-
loft eenige dagen uit te stellen. De
kamenier verklaarde evenwel, dat
haar bruidegom daarover had te be
slissen. en het was haar wensch. dat
de bruiloft direct zou plaats hebben.
Het oprechte gedrag van het jonge
meisje beviel de millionaire en nog
denzelfden avond gaf ze het meisje
genoemde som als medegift.
Ook Rockefeller verstaat het, bij
gelegenheid vrijgevig te zijn. Eens
trad hij in New-York een boekwinkel
binnen en werd daar door een jongen
man bediend, die zich blijkbaar in
'teerste stadium van tering bevond.
Rockefeller, die een afschuw voor do
ze ziekte had, liet zich pen en inkt
geven, schreef een cheque van 1250
dollars en gaf dien den jongen man
over met de woorden
,Ga naar de bergen, mijn vriend,
en wore weer gezond
Daarmede verliet hij haastig den
winkel, zonder iets gekocht te heb
ben.
gazijnen alles aangevuld, wat gebro
ken is of zoek geraakt. Dat bedraagt
nogal zoo iets. Zoo werden er verle
den jaar op de passagiersschepen on
der veel meer gebroken 1722 diepe
borden. 3131 platte borden, 2609 des
sertborden. 3455 groote en 1455 kleine
koppen, 1401 bierglazen, 3317 hutgla
zen, 106 olie- en azijnfleschjes, enzoo
voort.
De machinale bordenwasscher heeft
hier een groote verbetering in ge
bracht. maar de cijfers blijven aan
zienlijk, omdat elk stuk van het ser
vies wordt afgekeurd, zoodra er maar
een scherfje af is.
NAAR DEN BEKENDEN WEG
GEVRAAGD.
Vriendelijke, oude heer, tot een jon
gen, die zijn knie staat te wrijven
Ben je op den grond gevallen,
rnijn jongen?
Dacht je bijgeval, dat ik in de
lucht gevallen was en mij aan een
wolk gestooten had?
EIN JUNGLING LIEBT EIN
MaDCHENenz.
Een student ontmoet een zijner
vrienden
O Jonkers
Wat is er kerel
Stel je voor... ik bemin... en ik
word bemind
Braidstoiletteo.
Bij ons te lande bestaat voor trouw
lustigen geen bepaalde tijd van het
jaar, die de voorkeur geniet. In som
mige landen is dat anders
In Duitschland trouwt men het
liefst in Mei, Juni of Juli. Bij denude
Grieken gold Januari als de daartoe
meest geschikte maand; bij de Ro
meinen Juni, terwijl de thans onvol
prezen Meimaand bij hen voor de
ongeluksmaand doorging. En nog
tegenwoordig zijn er in Italië, Frank
rijk en Engeland heel wat paartjes,
die voor geen geld van de wereld in
Mei in het huwelijk zouden treden.
Al is ook de oorspronkelijke betee-
kenis, het ideale wezen van de huwe
lijksplechtigheid uit den tijd der hei
denen tot in onze dagen dezelfde ge
bleven, de mode. die tot dusver vrij
wel zonder invloed is geweest op de
bruidskleeding, heeft zich in denlaat-
sten tijd op dat gebied plotseling doen
gelden door het invoeren van aller-
lie nieuwigheden in de bestaande tra-
ditioneele uiterlijkheden.
Zoo wijken, om een voorbeeld te
noemen, de tegenwoordige bruidstoi
letten, wat model stof en garneering
betreft, aanmerkelijk af van de gehei
ligde, witte uniforme gewaden van
de bruidjes uit-vroeger dagen. In de
plaats daarvan ziet men thans veel
vuldig de reform-japon en in de
plaats van het typische en vroeger
onvermijdelijke kleed van ivoorkleu
rig atlas, dat aangesloten langs de
Eea toclit per automobiel.
Een tocht per automobiel wordt in
de ..Neue Zür. Ztg." op de volgende
leuke manier weergegeven
Nauwelijks is het deurtje achter u
gesloten en begint de auto zich in
beweging te zetten, of het hoogmoeds-
duiveitje komt op uw schouder zitten
en blaast u op als een reuzenkik-
vorsch. Gij rijdt natuurlijk alleen dooi
de hoofdstraten, zoodat ge door ieclev-
een gezien wordt, de signaalhoorn
laat ge brullen alsof de dooden u't
hun graven zouden moeten gewekt,
worden sneller, sneller, als het u
belieft, mijnheer de chauffeuren
dc motor raast, de stofwolken dwar
relen op en spoedig hebt ge zulk eene
snelheid bereikt, dat de politieagent,
zoodra hij u ziet aankomen, zich ver
dekt opstelt, om met een niets goeds
voorspellenden zwaai zijn notitie-boek
je uit zijn zijzak te voorschijn te ha
len, teneinde uw blauw-wit nommer
uit te vorsc-hen. Vergeet toch nooit het
nommer vooraf met een weinig olie
te bevochtigen en al was hij dan oo^
met een horoscoop gewapend, nooiï
zou hij dit te weten kunnen komen,
door het vele stof, dat er zich aan
vasthecht.
Wij zwaaien rechts, dan links, voor-
en achteruit, wij zijn ter besterader
plaatse ën het paard wordt op stal
gezet. Den volgenden dag nog een
klein uitstapje naar Baden. Ratata.
ratata, Zurich ligt reeds achter ons
ratata... waren wij zooeven niet in
Altstetten ratata, ratata, wij zijn er
reeds doorheen en ©ogenblikkelijk ligt
Schlieren voor ons... verder, ratata,
verder, ratata, verder Dietikon
groeten wij met een majestueus hand
gebaar, nieuwsgierige hoenders vlie
gen tegen de schuren op, smerige
kinderen teekenen zich af tegen de
hekken... ratata, hier en daar ver
schrikte gezichten, zoo nu en dan een
boos gelaat daartusschen... (deze laat
ste zijn stereotiep en behooren er zoo
bij, zegt onze chauffeur lachend), ra
tata, ratata, heerlijk, verrukkelijk,
overal geurige hooilucht en bedrijvig
heid te midden der natuur in dezen
zonneschijn, ratata zoo'n ake-
hallo.
in den langen, tulen sluier gehulde.
bruidsfiguur zat, zijn bruidsjaponnenlige tram daar voor ons uit.
gekomen van wit fluweel, damast, wij zullen haar wel inhalen, ratata.
crêpe de Chine, mousseline en allerlei j voorwaarts, 300 meter, 200 meter, het
andere fantaisie-stoffen met een weel-j gaat nog sneller wij ook, hoera
de van kant en garneering. op, ten strijde 100 meter reeds
In weerwil van alle veranderingen zien wij het nijdige gezicht van den
is echter wit de kleur van de bruids conducteur 50 meter, ratata, hoe
-1 jd
Grootere snelheden
op de Spoorwegen.^
Ook in Engeland beginnen de
gemeurs meer en meer de aand
te wijden aan het verkrijgen y
grootere snelheid bij de exprestreia
De „London and North-Western Ra
way Company" heeft onlangs eenvi
snelden dienst tusschen Londen
Manchester en Londen en Liverp#
geopend, terwijl de „Great Wester
Railway" het merkwaardige feit v<
voerd heeft de 400 kilometer tusschi
Plymouth en het station Paddin
(Londen) af te leggen met een geiua.
dolde snelheid van meer dan 105 kilf
meter per uur. Er is een soort wel
strijd ontstaan tusschen deze mar
schappijen, wie het snelst en toch zoL
der gevaar de reizigers kan vervoeren
Het is zeer wel mogelijk de snelhëfê
der treinen op rechte baanvakken aai,
merkelijk op te voeren, daar uit én
stoomlocomotieven nog veel meer gu
haald kan worden clan nu geschiedw,
De North-Eastern Railway in Engt)
land gaat proeven nemen met z.i
electrische autocars, waarmede persL
nen zullen worden vervoerd Het sy{
teem werkt, als volgt: L
Een petroleummotor brengt een djb
namo-machine in beweging, welke ojj:
haar beurt een paar electromotor»
van stroom voorziet, welke laatste ér
wielen door middel van tandradere
in beweging brengen. Petroleummoto:
dynamo enz., alles is op den wager
aangebracht, terwijl een accumulate
renbatterij stroom levert bij het ijl
gang zetten van de motoren voor d
verlichting. fa
De rijtuigen, die op de gewone spoo
rails rijden, zijn 15 meter lang en w<
gen 35,000 K.G. Iedere wagen is ui'
gerust met een horizontalen petrol
ummotor van 80 paardekracht, die
reet gekoppeld is aan een dynamo v.
300 a 550 volt en gaat naar twee elt
tromotoren, welke het rijtuig een sm
heid kunnen geven van ongeveer i
K.M. per uur. De bedoeling is de:
wagens te laten loopen op lijnen waai
het verkeer niet zeer druk is. doch
waar toch behoefte bestaat aan
flink personenvervoer.
Het flessclienbuis.
Er woont in de stad Rio Vesta, i
den Staat Nevada, een man, die he
drinken om hoogere belangen vo
houdt dan alleen om 't genot er van. I
zijn streek groeien zoo goed als gee
boomen, het hout is dus duurd
mijnwerkers, die er wonen, bouwe:
daarom hun huizen van alle mogelijk
grondstoffen, behalve van hout. Maa
steeuen en dergelijke zijn er ook nie
en zoo is de grondstof voor den hui
zenbouw van de zonderlingste soort.
Het huis van den bedoelden man
ook een goudgraver, is daarbij een vai
de eigenaardigste het is geheel vai
flesschen gebouwd. Het is 20 voetlang
16 voet breed en 12 voet hoog en i:
verdeeld in twee vertrekken. Voor dei
bouw er van zijn 10.000 flesschen noc
dig geweest, bijeen- en vastgehondoi
door een vettige klei, de eenige bouw
stof, die daar ter plaatse gevondei
wordt. Alleen de vier steunpilaren vai
het dak zijn van hout.
De flesschen staan rechtop, in nett
gelijke rijen, de halzen van de onder
ste flesschen gestoken in de zielen vai
de, bovenstaande, èn zoo opgestapeli
tot een keurig muurtje, de "etiketter
hier en daar nog op de fleschbuikjes
een whiskey-etikette naast een ale
etikette, heel geregeld, whiskeyale,
whiskey—ale, whiskey—ale.
Zoo is de mijnwerkerswoning tot een
gebouw opgetrokken, waarop elke
wijnkooper jaloersch zou kunnen zijn.
Als de zon er op schijnt, kaatst het
vonken naar alle richtingen, als 't
regent sijpelen de druppels do gladde
flesschen langs, als do wind aan komt
blazen, zingt het door het huis als op
een duizend-stemmige Aeolusharp.
Er is nog iets heel bijzonders aan
het huis en dit is wel de grootste
trots van zijn bewoner alle flesschen,
de 10,000, al deze whiskey- en alefles-
schen, zijn door den eigenaar zelf leeg
gedronken. Hij had slechts vier jaar
noodig om de bouwstof voor zijn wo
ning bijeen te brengen.
Hij is sedert begonnen aan zijn
tweede verdieping.
Hoe Madera ontdekt werd.
Wanneer de Portugees Gonsalvo, die
op 8 Juni 1420 het tegenwoordig veel
bezochte eiland Madera „vond", ge
loofd mag worden, dan is de geschie
denis dezer ontdekking een heele ro-|
man. Er »s trouwens geen reden voor
om aan de geloofwaardigheid van het
verhaal te twijfelen, daar Gonsalvo
zelf niet de held van den roman is.
Deze held is een Engelschman, met
name Robert Mekain, een arme on
bekende jonge man, die zich de liefde
van een meisje uit den aanzienlijksten
stand had verworven. Toen de familie
achter het geheim kwam, wendde zij
zich tot den koning en deze beval Ro
bert Makain gevangen te nemen en
hem zoo lang vast te houden tot zijne
beminde zij heette Anna von Arfel
de echtgenoote van den voor haai'
bestemden lord geworden was.
Nauwelijks was Mekain echter weer
op vrije voeten gesteld, of hij stelde
zich weer met Anna in verbinding.
Het kostte hem niet veel moeite haar
tot eene vlucht naar Frankrijk over
te halen en weinige dagen later ver
wachtten hem zijne vrienden reeds
met een voor dat doel gehuurd schip.
De ontvoering gelukte, maar de ele
menten waren den geliefden niet gun
stig. Een heftige storm maakte het
schip dertien dagen lang ten speelhui
der golven en toen zij op den veer
tienden dag aan land gedreven wa-