lie
iw =SrS 5r5
DeArme Millionair
es" Haarl. Handelsvereniging
E,
ge.
22e Jaargang.
No. 6461
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
MAANDAG 25 JULI 1904 .53
m
»ba
n
VetL
l met
Bfip
ebenl
^aai Qoedgek. hij Kon. Beel.van 12 Nov. 1880
A N Ns S£ XV ;B M T' 18 N
KSAANPEi^
¥001? Haarlem. - r S.2&
Voos1 de dorpen Sa ê<m osrafS7®fe waair ©ss hg<sni< gevestigd is (kom dier
gemeente); t e e f c. ïM
Franco per post doos K«f®ted c s s. 1.65
Afzonderiijkê niunsBCfó' t s C.02%
Geïllustreerd ZondsgsS>Üsdj w& Haasten c t s G37%
8 s tis omsfeeksfl en franco per post 0.45
rPÈËRËBOOMc
ADVERTENT lËNs
Van l—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
IHJa&rfem van 1—5 regels 0.75» elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maa! betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
1 u ter communaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en. AdverósntölSn wosdetó aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor hei Buitenland: Compagnie Générale de Pubücité Etrangère G. L. DAL'BE Co., JOHN'F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Monfmartre.
Tweede Blad.
IllftTViflUW
met generaal Van ileutsz.
tier
De Haarlemsche Handelsvereeni- j
giag hier ter stede, opgericht 10 Mei
11892, heeft in detn loop van den tijd
wei haar recht van bestaan bewezen, j
In zeer vele gevallen, zaken van ver- j
schillenden aard betreffende, is zij op
getreden en dikwijls met groot sue-
cès. Jammer echter, dat men alge- i
meen niet meer blijk geeft, dit te
jwaardeeren, door als lid der vereeni- j
ging toe te treden. Er zijn wel meer
j dan 600 leden, maar dat is niet vol-
doende. Elk handelaar, neringdoende,
ja, zelfs particulieren, moesten lid
worden om tenminste te laten gevoe-
jlen, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni-
ging steeds opneemt, als doende, watj
Ihare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereenigingj
buiten hare bemoeiingen van verschil-j
1 lenden aard haren leden aanbiedt,
zijn zeer vele en zeer groote tegenover
de geringe, jaarlijksche contributie,
van f 3.50, die gevraagd wordt.
De Haarlemsche Handel svereeni-
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede de belangen van hare leden f
te bevorderen door onwillige betalers
1 voor hen tot betaling aan te manen, j
eninformatiën voor hen in te winnen, j
Bovendien hebben de leden het recht j
het hun gratis te verstrekken advies j
van de rechtsgeleerde adviseurs der
IVereeniging te vragen, die ook in
proceduren en faillissementen gratis
voor hen optreden, natuurlijk alleen
voor zaken, betreffende den handel en
hgt bedrijf der leden.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver-
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en H. Ph. de Kan
ter, Spaarne 24, alhier,
j Het bureau der Vereeniging is ge-
vestigd Lange Begijnestraat 22.
Voor incasso's door bemiddeling
$£9 der Vereeniging wordt een vastrecht
van 5 pCt. der vordering berekend.
Bovendien moet 10 ct. voor port steeds
worden bijgevoegd, bij inzending van
X vorderingen door bemiddeling der
advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ct. per informatie plus
5 cts. porto-vergoeding. Informatiën
i naar binnen de stad wonende perso-
I nen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan-
wanneer niet 10 ct. voor porto
vergoeding is bijgevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
kundige adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
In Maart en April zijn 59 vorderin
gen tot een bedrag van f 1805.90 be
taald, 10 vorderingen worden afbe
taald, 16 vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschonden
bewaard te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames,
7 of wat dan ook, moeten worden ge
adresseerd aan het bureau, dat ge
opend is dagelijks van 's morgens 9
tot 1 uur, en 's namiddags van 2 tot
14 uur, waar dan ook verdere inlich
tingen zijn te bekomen.
Men wordt geraden alvorens te le
veren aan Mevrouw Schoo, Duven-
voordestraat 62, C. M. Perquin, Ba-
kenessergracht 34, F. M. Diesbergen,
barbier, vroeger te Amersfoort wonen
de, nu Paul Krugerstraat 12, C. de
Jongh, leeraar Wiskunde, voorheen
Ripperdapark 2 te Haarlem, nu te
Zandvoort, zich om inlichtingen te
vervoegen aan het Bureau.
HET BESTUUR.
De Haagsche correspondent van het
N. v. h. N. heeft een onderhoud ge
had met Generaal Van Heutsz, waar
van hij het volgende vertelt
Een dezer dagen had ik het voor
recht door generaal Van Heutsz ont
vangen te worden.
De groote verliezen door de colonne
onder den wakkeren overste Van Daa-
len aan de fanatieke Gajoe's toege
bracht, waar onder de gevallenen zich
ook vele vrouwen en kinderen bevin
den, 'tgeen niet alleen hier te lande
maar ook in het buitenland opzien
verwekte, wie zou daarover met meer
kennis van zaken een verklaring kun
nen gevan dan de gouverneur van
Atjeh
De generaal was dadelijk bereid aan
mijn verzoek te voldoen.
„Er is mij in den laatsten tijd, zeide
hij, al meer gevraagd, hoe het komt
dat onder de gesneuvelden zich zoo
veel vrouwen en kinderen bevinden, en
als rnen alleen de korte telegrafische
berichten leest-, die over deze gevech
ten naar Nederland geseind zijn, dan
begrijp ik, dat ons publiek met, zeke
re ontzetting van dezen strijd kennis
nam. Ook mij persoonlijk deed het
pijnlijk aan, toen ik die verliezenlijst
onder de oog en kreeg."
„Maar", vroeg ik, ..was het nu n>et
te vermijden, dat schieten op vrouwen
en kinderen Men kan razende en fa
natieke vrouwen en kinderen toch
wel op een andere manier onschade-'
lijk maken?"
„In de gegeven omstandigheden on
mogelijk". antwoordde de generaal.
„Wees er van verzekerd, dat overste
Van Daalen er niet de aanvoerder
naar is. om zijn troepen last te geven
op vrouwen en kinderen te schieten.
Bovendien zou dat geheel in strijd
zijn èn met het uitdrukkelijk hevel om
vredelievend op te treden èn met 't
karakter en den aard onzer soldaten
zooiets te doen. Er kunnen onder de
fuseliers ruwe klanten zijn. maar
dat zou den ruwste onder de ruwsten
tegen de borst stuiten. Het druischt
geheel in tegen wat ik maar eens noe
men zal de „soldaten-moraal". Trou
wens, er wordt niet op wouwen en
kinderen geschoten, zooals wij op de
mannen schieten. Er worden geen
vrouwen en kinderen op het vizier ge
nomen, gemikt en als het kan, dan
getroffen. Zelfs ook dan niet, al han-
teeren zij vuurwapenen en schieten
zij op onze soldaten.
„Maar hoe komt het dan, dat er
zooveel doode wouwen en kinderen
gevonden worden?"
„Wel, dat komt hierdoor: de Ga-;
joes gebruiken hunne vrouwen als een
levend bastion. Evenals de kaffers zicli
van schilden bedienen, gebruiken zij
hun vrouwen om zich tegen ons te be- j
schermen. Zij weten, dat wij niet op
vrouwen en kinderen schieten en
daarom gelooven zij niet alleen veilig
te zijn achter de ruggen hunner vrou- j
wen, maar bovendien schieten zij van
achter die veilige borstwering op on-j
ze troepen. Onze geweren schieten na-,
tuurlijk verder dan de hunne, en nu
is hun t a k t i e k dan zich achter dej
vrouwen en kinderen op te stellen om
ons binnen het werkzame bereik hun- j
ner vuurwapanen te lokken. Zij laten
ons kalm, op zekeren korten afstand,
soms tot op 10 a 15 M. van den kam-
pongrand komen, wetende dat de com- j
pagnie niet schiet als de soldaten j
vrouwen tegenover zich zien, en dan 1
geven zij eensklaps een overweldigend
vuur af. Nu moet u wel bedenken, dat j
er soms bij deze expeditie een paar I
duizend Gajoes tegelijk tegenover200
soldaten komen te staan. Daarom, al
zijn hun wapenen inferieur aan de
onze, kan toch zoo'n vuur op zeer kor
ten afstand onder het klein getal on
zer troepen zooveel slachtoffers ma
ken. dat de geheele expeditie erdoor
mislukken zou. wijl de transport
moeilijkheden het onmogelijk maken
de gewonden ter verpleging weg te
zenden.
Daarom zijn wij wel genoodzaakt
in de massa's, die zich opeenhoopen,
enkele salvo's af te geven en daar
door, daardoor alleen komt het, dat
er ook vrouwen en kinderen getroffen
worden. Ik moet er nog aan toevoegen
dat, voordat wij vuren, herhaaldelijk
den mannen gevraagd is geworden
hun vrouwen en kinderen uit de ver
sterkte-kampongs te verwijderen. Er
bevinden zich bij de colonne Van Daa
len gidsen, die de Gajoe-taal spreken
en bovendien, het wettig hoofd Radja
Patiambang. Maar deze waarschu
wingen hebben geen uitwerking. Zij
gelooven eenvoudig niet, dat zoolang
zijhun vrouwen en kinderen bij zich
houden, wij op hen echieten zullen,
en voorts zien zij geen kans om ons
binnen de uitwerking van hun vuur
te brengen dan juist door hun familie
bij zich te houden. Naar hun opvat
ting is dat tegenover ons de eenig
juiste taktiek. Wij kunnen toch niet
aan den vijand de taktiek voorschrij-
ven, die hij denkt te moeten volgen
dat is onmogelijken even onmoge
lijk is het om terug te trekken om
dat hij nu eenmaal verkiest zich ach
ter zijn vrouw en kinderen te ver
schuilen."
„Is het echter niet mogelijk om al
leen met liet blanke wapen deze kam
pongs binnen te dringen, dan behoeft
de' strijd misschien minder moordda
dig te zijn. Op uw bevel toch is elk
overbodig schieten, zooals vroeger op
Atjeh voorkwam, verboden en laat u
de guerrilla-benden liefst met haar
eigen wapen, de klewang, bevechten."
„Volkomen juist, dat gebeurt ook,
maar voordat wij in de kampong zijn,
moet den vijand belet worden over de
borstwering heen op onze aanvals-
colonne te schieten. Om die aanvals-
colonne te beschermen wordt er ge
schoten, maar zijn wij eenmaal in
de kampong, dan gaat de karabijn
over den arm en wordt er uitsluitend
man tegen man met den klewang ge
vochten. Daarbij, dat kunt u wel be
grijpen, vallen er veel minder bij den
vijand, maar in den regel des temeer
aan onze zijde, dan b ijhet schieten.
Dit meerdere verlies getroosten wij ons
echter, willen wij niet meer slachtof
fers onder de vrouwen en kinderen
maken.
De kogels uit onze geweren gaan
niet alleen grif door de borstwering
heen, maar ook door de menschen, die
er veilig achter denken te zijn. Als
zich daaronder nu vele vrouwen en
kinderen bevinden, zooals feitelijk het
geval is. kunt u begrijpen, dat er ve
len vallen. Neemt men dit alles nu
in aanmerking, dan zult u inzien, dat
het onmogelijk is. hieraan iets te ver
anderen. en deze vrouwen en kinde
ren, die meestal evengoed als hunne
mannen gewapend zijn, alleen de
slachtoffers zijn van de lafheid der
Gajoes.
En voor de Gajoes zou dit al bij
zonder gemakkelijk zijn, want zij ma
ken geen bantings, gelijk Athjehers
plegen te doen, doch gebruiken als re
gel hun buitengewone uitgestrekte
kampongs als versterking. Daarin
hebben zij dus alle ruimte om de
vrouwen en kinderen gedekt op te
stellen.
Sommigen houden hun vrouwen
zelfs stevig vastNog sterkerjuist
omdat wij niet op vrouwen en kin
deren willen schieten, ontsnappen er1 zooveel inspanning verkregen hebben
dikwijls honderden, die wij anders is de pacificatie der Gajoelanden een
gevangen genomen of gewond zouden
hebben. Bij het lezen der verliezen
aan de Gajoes toegebracht, moet u ook
eens denken aan de sterkte der bevol
king. Hoeveel er precies zijn, weet ik j misdadigers - uit andere deden
niet, maar zeker zijn er toch min-Sumatra zou een voortdurende
absolute vereischte.
Het niet-opruimen van de naar de
Gajoe-landen uitgeweken benden uit
Atjeh en de daar saamgeschoold<;
van
bc-
stens een 300,000. Daartusschen dreiging zijn van den in Atjeh ver
ageert nu overste Van Daalen met een kregen toestand van rust en orde.
paar honderd man. Geeft hij dus blij- Wat nu gedaan is. was onvermij-'
ken van zwakheid, dan is hij en zijn delijk en had men het later gedaan,
troep verloren, en als men let op de stel bijv. na vijf of tien jaar, dan zou
cijfers der gevallenen in verhouding zeker tienmaal meer inspanning
tot het totaal der bevolking, dan is gekost hebben dan thans. Om van
er geen sprake van „uitroeien", zoo- de enorm veel hoogere kosten niet te
als ik ergens las. Neen, dat deze vrou- spreken.
wen en kinderen door onze soldaten Men verlieze niet uit het oog, dat
doodgeschoten zijn, is zeker te be- van een vermindering van troepen
treuren en overste Van Daalen niet macht in Atjeh geen sprake zou kun-
minder dan een zijner soldaten of ik nen Jijn. zoolang met in alle dee.cn
zal hieromtrent andere gevoelens koes. van het gewest, dus ook in deGajoo-
teren, maar wij hebben ook nognim- ?n Alaslanden, het verzet onderdrukt
mer tegenover een inlandsehen vijand 1S- '/'ou een herhaling zijn van het
gestaan, die zijn vrouwen als dekking vroegpr gemodder, mdien de zaak nu
gebruikt. De Atjehers zijn van een nie^ voor f?oed beundigd werd.
ander slagdie laten hun vrouwen
en kinderen aftrekken, als zij zich te-
genover ons willen verzetten.
..Denkt u dat de strijd tegen de
Gajoes," vroeg ik, nadat dit punt af ge-
handeld was, „uit zal loopen op een
guerilla, naar het Atjehsche model?" I
Ttfnuonland
Het Kof.
HUI xxcxcm xxvo «v ouow.0 muuHi H. M. de Koningin-Moeder, verge-1
„Dat 'is moeilijk te voorspellen. Ik zeld van Hare gasten en de heeren
vermoed echter, dat wij na dit verzet Schimmelpenninck en De Ranitz.
geen geregelde guerilla tegenoverons freule Van de Poll en freule vail Iter-
zullen zien. Bestond hierop veel kans, ff" gisterenmiddag een bezoek
Dal'lei^het verzet ondwdnikte. Wt MgoT"' hing e"
feit stelt mij nogal gerust in verband moester dczei. g8meente. De' burge
met een toekomstige guerilla t d fii door H M. de
Bovendien, het hoofd van het wet- Koningin.Moeder aan Hare loeécs
tig gezag bevindt zich aan onze zijde, voorgesteld.
Hij heeft de „act© van verband ge-Daarna werd. voorafgegaan door
teekend en vele voorname hoofden een rjjtuig, waarin de burgemeester
met hem hebben zich bij ons gemeld, plaats nam, door het Hoogeland, Ma-
Het is alleen, gelijk als Atjeh, de liebaan langs Maliesingel, Agnieten-
pnesterpartij, die de bevolking al straat naar de Lange Nieuwstraat ge-
meer aanspoort zich tegen ons te ver- re(jen, naar het huis van ds. Schou-
zetten, en enkele kleine hoofden, d/ ten, emeritus-predikant der Ned.
er voordeel bij hebben, dat de anar-tlerv. Gemeente te Utrecht. Hier werd
chie, die er thans heerscht, blijft be-gedurende een drie-kwart uur het be-
staan. kende bijbelsche museum (tabernakel'
Deze hoofden vinden m de aller- van genoemden predikant bezichtigd,
eerste plaats een willig oor bij de i Bij de aankomst voor het huis van
slechte elementen, die uit bijna alle Schouten werd H. M. door een
deelen van Noordelijk Sumatra (At-|vrij talrijke menigte toegejuicht. Ook
jeh, Tapanoeli, Padangsche Boven- langs den weg stonden eenige toe-
landen, Deli, Tamiang Langkat enz. schouwers, welke II. M. eerbiedig
enz.) naar de berglandschappen (Ga- groetten, hoewel de komst van H. M.
joe en Alas) zijn uitgeweken, om de niet zeer bekend was.
straf voor gepleegde misdrijven te Daarna werd gereden naar 's rijks
ontgaan. L kunt u dus wel voorstel munt.
len, hoe noodig het is voor ons ge-1 tï
zag. dat aan dien toestand een einde; Aan de Munt werd H. M. de Ko-
kwam. ningin-Moeder met Hare gasten ont-
Voorts liggen de kleinere hoofden t vangen door den muntmeester, den
voortdurend met elkander overhoop heer Van den Wall Bake, en mr. G
en nu kan men zeggen, dat zij daar
op recht hebben, d. w. z. onderling
naar hartelust te vechten, zooveel
zi.j verkiezen, en kan men tegen alle
uitbreiding van ons gezag zijn, maar
ik geloof, dat het in het belang der
bevolking is wel te onderscheiden
van dat der priesters en der hoofden
dat hierin verandering werd ge
bracht. Te meer waar die onderlinge
oorlogen eigenlijk niets anders wa
ren dan wederkeerige sluipmoord,
roof en brandstichting.
De bevolking is thans arm, maar
ik twijfel er niet aan. zoodra de
wegen, die naar de kust zullen wor
den aangelegd, namelijk naar Ta-
tniang, Singkel en Pesangah, het pa
cificaiiewerk in de hand werken en
j de natuurlijke hulpbronnen van dit
rijke land geopend worden voor wer
ken des vredes, of de Gajoelanden
igaan een veelbelovende toekomst
tegemoet. Bovendien, om in Atjeh de
resultaten te behouden, die wij n i
Blom, secretaris der directie van
's Rijks Munt. De ingang was keurig
met bloemen versierd. Eerst werd be
zocht de stempel- en medalje-fabriek
en vervolgens de verschillende munt
werkplaatsen, waarna ten slotte de
generale controle in oogenschouw
werd genomen. Hier werd H. M. met
Haar gasten ontvangen door den con
troleur-generaal dr. C. Hoitsema.
H. M. de Koningin-Moeder en Haar
gasten werden door dochtertjes van
den heer Verhey. chef der afdeeling
Fabricage, boeketten aangeboden.
Als herinnering aan Haar bezoek
werd II. M. een medalje overhandigd
in goud, zilver en brons, met op
schrift Aan H. M. de Koningin-Moe
der.
Verder werden hier eenige verver-
schingen gebruikt, waarna II. M. de
Koningin-Moeder met 1-Iare gasten eu
Haar gevolg onder gejuich van een
aangroeiende menigte, ongeveer half
zes door de Potterstraat. Voorstraat
en Biltstraat naar het Stedelijk Mu
seum op het Hoogeland reed, waar
het liooge gezelschap werd rondgeleid
door den burgemeester, dr. B. Reiger.
De verklaringen, welke dr. Reiger gaf
bij de verschillende voorwerpen, wer
den door H. M. met belangstelling
aangehoord. Vandaar vertrok ?A) on
geveer kwart over zes. Even voorbij
'troomsche kerkhof aan den Bilt-
schen straatweg namen H. M. deKo
nlngin-Moèder en Hare gasten van
dr. Reiger afscheid, waarna Zij on
der gejuich den tocht naar Soestdijk
voortzetten.
Ten huize van ds. Schouten, waar
II. M. het bijbelsche museum bezich
tigde, werd II. M-, wegens den hoe-
gen leeftijd van ds. Schouten, ont
vangen door diens beide zoons. mr.
A. Schouten, burgemeester van
Haastrecht en Vlisi. en dr. L.S. Schou
ten, leeraar aan liet chr. gymnasium
te Utrecht. Beide heeren werden aan
H. M. voorgesteld door den heer De
Ranitz, van II. M.'s gevolg.
Het oudste dochtertje van mr. A. E.
Schouten bood aan H. M. en Hare
gasten bladen en bloemen uit 't Heili
ge Land aanw.o. boeketten van
grassen, granaat, oleander, christus
doorn, eucalyptus, vijg, ceder van den
Libanon, mimosa, nardus en varens.
H. M. de Koningin-Moeder, m die
Haar vergezelden, zetten hun hand-
teekeningen in een boek. IT. M. de
Koningin-Moeder en Haar beide gas
ten aanvaardden een catalogus met
fotografieën van de verzameling, in
het bijbelsch museum aanwezig. In
de woning van ds. -Schouten gebruik
te H. M. enkele ververschingen.
Weer eens <1« Erfgooiarsqnaestie
Men meldt uit Hilversum
Het hoofdbestuur van do Gerechtig
den tot de Gemeene Heiden en Weiden,
van Gooiland had het Rietgewas en
het Ruigt verpacht aan de landlieden
de Meester en Veenman. Eenige man
nen uit Kortenhoef waren bezig het
verpachte af te maaien en in een
schuit te voeren. De opzichter van Es
van de „nieuwe" partij heeft ge
tracht dit met eenige mannen te ver
hinderen, doch daar de Kortenhoe-
vers een dreigende houding aanna
men, heeft bedoelde opzichter de
zaak tijdelijk laten rusten en
van het gebeurde aan het
hoofdbestuur kennis gegeven. Alstoen
hebben zich hedenmorgen eenige le
den van het hoofdbestuur, vergezeld
van een rijksveldwachter en 24 man,
naar de Meent begeven, om zoo noo
dig met geweld aan het maaien een
einde te maken. De voorzitter, de heer
Fl. Vos, heeft gevraagd of men be-
'reid was onmiddellijk het werk te
staken en de namen der mannen op-
geschreven. Wilde men den vorigen
dag niet ophouden, heden was men
dadelijk bereid aan het verzoek te
voldoen. De voorzitter heeft toen hen
voor het niet verder kunnen werken
schadeloos gesteld. De arbeiders heb-
1 ben vervolgens de snijmessen tegen
billijke vergoeding afgestaan en zijn
vertrokken. De mannen van het hoofd
bestuur der Gerechtigden zijn toon
aan het werk gegaan en hebben de
schuit gelost.
Wanneer het blijkt, dat werkelijk
de opzichter Klaassen de aanlegger
(van dit feit is, zal het hoofdbestuur
hem voor dit wederrechtelijk optreden
straffen en zijn vee, n.l. 14 beesten,
•van de Meent verwijderen.
Zooals wij reeds schreven, is de
commissaris van politie uit Hilver-
Feuilleton.
Naar het ENGELSCH.
11)
Bijna van de bewuste drie
treden aftuimelend en nog bezig
zijn physiek evenwicht te herstellen
(zijn geestelijk evenwicht was zoo to
taal gestoord, dat er aan herstel nog
niet te denken viel), bevond de ver
blufte jonge man zichzelf tegenover
een ander vrouwelijk wezen, waarin
het hem gelukte Mrs. Delfield te her
kennen, en die, gewikkeld in de plooi
en van een enorme peignoir, hem den
weg versperde met een kaars in do
hand en het gelaat van een engel der
wrake.
Mijn heer Gib son was
alles, wat zij op 't. eerste oogenblik
zei, maar met een klemtoon bijzonder
geschikt om een schuldeloos hart te
kwellen en genoeg boven alles uitklin
kend om ieder oor, dat toevallig niet
op te verren afstand was te bereiken.
Komt u uit de kamer van mijn doch-
ter op dit uur? O God, en dan
deze getuigen
Want juist op dat oogenblik had
Sir Bill zijn hoofd vragend om den
hoek van een deur iets verder op in
de gang gestokenterwijl Jack Bear-
croft om den hoek verscheen in draf,
omdat hij meende, dat er iets bijzon
ders aan de hand was.
O, Mr. Gibson, kijk nu eens aan
O, wat heeft u gedaan
Dat vroeg Harold zich ook met ver
bazing af, terwijl hij tevergeefs zijn
best, deed zijn hersens en tong weer
meester te worden.
Wat ter wereld is er gebeurd?
vroeg Jack Bearcroft, met open mond
vol verbazing en nieuwsgierigheid.
Mrs. Delfield's oogen keken hem aan
met een wanhoop zooals een dichter
niet beter zou verlangen, terwijl haar
vinger veelbeteekenend sidderend op
den jongeling wees. die daar staande
in overhemds mouwen, terwijl er was
van zijn kaars afdroop op het karpet,
een beeld van verlegenheid vertegen
woordigde. dat alleen het gevolg van
schuld scheen te kunnen zijn.
Vraag hem maar liever! Hij is
juist dit trapje afgekomen laat hij
't ontkennen als hij kan en aan de
andere zijde van dit trapje is maar
ééne kamer. O, mijn kind mijn on
schuldig kindWat zal daarover ge
babbeld worden
In stem en gelaat beiden waren
symptomen, die er op wezen, dat deze
deugdzame woede in een zenuwtoeval
dreigde over te gaan.
Maar het is, heslist zijn kamer
zei Jack.
Hoe kon ik weten, dat men de
kamers verwisseld had fluisterde Ha
rold, eindelijk weer tot bezinning ko
mend.
Waarom zou u dat niet weten?
O ja dat voorwendsel ligt voor de
hand, dat klinkt te waarschijnlijk om
er geen gebruik van te maken.
Maar, ik verzeker u, dat. het een
vergissing was.
Een wonderlijk aangenaam soort
van vergissing dan toch, klonk het
terug met een lach, welks cynisme
Harold het bloed naar het hoofd joeg.
Die vergissing moest u zeker helpen
te voltooien, waar u hedenmiddag in
het ponywagentje niet aan toe geko
men was. Denkt u niet, dat u haar
zonder d i t al genoeg in opspraak
heeft gebracht vandaag? O. mijn arm
kind. wat zal men van je zeggen?
Te oordeelen naar de drift, waar
mee Mrs. Delfield haar zakdoek tegen
de oogen drukte en het trillen van
haar zware schouders hadden de ze
nuwen de overhand gekregen.
Maar bij Jupiter mompelde Sir
Bill, op dit oogenblik naderbij ko
mend en Harold onderzoekend aankij
kend, tegen wïen hij zich onvriende
lijker dan ooit gestemd voelde sinds
zijn laat verschijnen aan de thee.
Toen volgde er een pauze zóó druk
kend, dat alle hoop op uitkomst
scheen buitengesloten, en het volgen
de oogenblik veranderde de situatie
geheel.
Boven aan het trapje kwam plotse
ling als een vizioen een slanke, ern
stige, schitterende gestalte te voor
schijn in een wit, golvend kleed. En
die verschijning zei kalmweg
Geen nood, Mrs. Delfield, maak
u niet ongerust, alles is in orde. Tot-
tie is totaal niét geschrokken. Wij heb
ben groote pret gehad over de vergis
sing van Mr. Gibson.
Harold haalde verruimd adem en
wendde dankbaar zijn oogen naar de
vrouw, die hem op dat oogenblik als
een reddende engel voorkwam terwijl
Mrs. Delfield, wier zenuwtoeval nu
veel sneller overging, dan het begon
nen was, een stap achteruit deinsde,
terwijl haar wangen intusschen die
eigenaardig gespikkelde kleur aanna
men, die bij haar het verbleeken ver-
ring.
Jij was jij bij Tottie?
Ja, sinds een half uur. Wij heb
ben heerlijk samen wat gebabbeld.
Maar hoe kon je het weten?sta-:
melde Mrs. Delfield. Een vraag, die
duidelijk bewees, dat zij voor 't eerst
in haar leven -haar hersens kwijt
was.
Van het veranderen van kamer
O, toen ik Tottie niet in haar gewone
kamer vond. zocht ik haar in een an- i
dere dst is alles. Het kwam mij zoo
natuurlijk voor. dat u haar vannacht
graag dicht hij u wou hebben. Maar
het is jammer, dat u vergat. Mr. Gib-
son over de verandering te spreken. 1
Ik h e b het hem verteld zei Mrs.
Delfield, niet wetend hoe zich er an
ders uit te redden dan door een leu
gen, maar omdat zij er niet op voor
bereid was. deed zij het niet brutaal
genoeg.
Dan verstond hij het zeker niet.
Werkelijk, een blijspel vol vergissin
gen maar: „Eind goed. al goed",
zooals u weetKom, Mr. Gibson, trok
het u niet aan U ziet er uit, alsof
u twee wilde dieren in den toren had
opgesloten gevonden, in plaats van
twee onschuldige wezens, als Tottie
en ik waarop Jack hardop begon
te lachen en Sir Bill zelfs glimlachte,
die zich zeer verlicht voelde bij dien
keer van zaken. Maar ik voel wezen
lijk berouw, dat ik haar zoo lang wak
ker heb gehouden. Erger u niet lan
ger. Mrs. Delfielder is werkelijk
geen reden voor.
Glimlachend liep zij allen voorbij en
het volgend oogenblik was het portaal
leeg.
De gemoedstoestand, waarin Mrs.
Delfield den volgenden morgen ver
trok, kan het best omschreven wor
den als van kwalijk onderdrukte woe
de zóó kwalijk onderdrukt, dat Tot
tie gedwongen was. haar redding te
zoeken in een volledige bekentenis,
nog voordat zij thuis waren.
Neen, Mr. Gibson zou haar nooit
ten huwelijk vragen, bekende zij on
der een vloed van tranen, al was het
alleen maar, omdat hij maar al te
goed wist, dat zij er niet op gesteld
was door hem ten huwelijk gevraagd
te worden. Van uiterlijk kon hij niet
in vergelijking komen met Edward
maar hij was buitengewoon goed en
edelmoedig zoo edelmoedig, dat zijn
eenig verlangen was menschen geluk
kig te maken en toen hij hoorde, dat
zij en Edward alleen geld noodig had
den om de meest gezegende van alle
stervelingen te worden, had hij dade
lijk aangeboden om hun het noodige
geld cadeau te doen.
Een flinke som toch, hoop ik,
snauwde Mrs. Delfield, nog rillend
bij do gedachte aan haar nederlaag,
en in 't geheel niet gekalmeerd door
hetgeen zij nu hoorde. Noemde hij
misschien een cijfer?
Ja hij vroeg mij of honderd-
duizend pond voldoende zou zijn en
natuurlijk zei ik van ja. Gisteren in
het ponywagentje hebben wij alles af-
gesproken.
Er klonk een gesteun van den kant
van Mrs. Delfield, waarvan Tottie n{et
wist. wat zij er uit op moest maken.
Hij maakte waarschijnlijk grap
jes.
Ik verzeker u van niet. maar na-
tuurlijk hangt het er geheel van af
of »i uw toestemming geeft. O, mama,
met honderd-duizend pond kan u Ed
ward geen arme slokker meer noe
men.
Val mij toch niet lastig met Ed
ward Ik zeg je, dat. ik zijn naam niet