De Arme Millionair
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Ï2e Jaargang.
No. 6475
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1904
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PBR EtRËE MAANDEN.
Voor Haarlem
Voor de dorpen fct den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)
Franco per post door Nederland
1.20
1.30
1.65
Afzonderlijke nummers t 0.02X
Geïllustreerd Zondagsblad; voor Haarlem
s „de omstreken en franco per post
0.37,H
0.45
Uitgave der VesKsMMf Lmhos Coster. Directeur i C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publlcité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad Tan
10 Augustus b-jTftt o.a.
Buitenlandech Overzicht. Oorlogs
nieuws. Nieuws uit Haarlem en Om
streken. Binnenlandsch en Gemengd
Nieuws.
Buitenlandsch Overzicht
DE OÖBLOG.
Het nieuws van vandaag bepaalt
zich tot een beschrijving van de
laatste
gerechten bij Port-Arthur
Russische vluchtelingen, die den1
4den Port-Arthur verlieten, verkla-j
ren, dat de Japansche af deeling, die
Wolfsheuvel nam, nu achter ver- J
schansingen in het dal is opgesteld j
op één werst van de vesting. Veron-
dersteld wordt, dat de Japansche
kruiser; die op een mijn stootte, on- j
middellijk in de nabijheid van de|
Cristova-batterij zonk. Het Russische'
oorlogsschip ,,Bayan" heeft een klein
gat boven de waterlijn, veroorzaakt
door het springen van een mijn, die
in den ingang van de haven dreef. De
Japanners bezetten de Lonisabaai en
landen daar troepen met de blijkbare
bedoeling de stad van het Westen
aan te vallen. Er werd sinds den 28en
geen belangrijk gevecht geleverd. De j
Russische artillerie bestookt onophou- j
delijk de Japanners wanneer dezen
trachten hun verschansingen te na-
deren. j
Tweehonderd Chineezen en vijftig:
Russen zijn te Tsjifoe uit Port-Arthur
aangekomen. Zij bevestigen niet het
bericht, dat een Japansche kruiser ge
zonken zou zijn.
Twee Fransche correspondenten die
trachtten Port-Arthur binnen te ko
men in een jonk zagen 24 Japansche
oorlogsschepen, die voor den haven
ingang kruisten.
Men verzekert beslist, dat admiraal
Skrydloff niet te Port-Arthur is.
Vluchtelingen die een deel van het
drie-daagsche gevecht hebben gezien, I
spreken tegen, dat de Japanners op j
één werst afstand van de vesting zou- j
den zijn. Zij verzekeren, dat de bin- j
nenste fortenrij tien tot vijftien wer- J
sten ver is. De Japanners zijn bezig
met hun verschansingen de vesting te
naderen. De tegenstand der Russen j
bepaalt zich tot artillerievuur, dat de j
Japanners voortdurend verontrust bij 1
hun arbeid aan de verschansingen. I
Men verzekert, dat de Japanners1
zestig kanonnen op den Wolfsheuvel
hebben geplaatst. Een vluchteling die
het gevecht heeft gezien deelt mede,
dat hij door 40,000 Russen werd ver
dedigd van wie velen de geweren weg
legden om rotsblokken naar beneden
te werpen, hetgeen een veel noodlot-
tiger uitwerking had dan de Russi
sche kogels. De Russische mijnen, die
handig verborgen waren, wierpen bij
de ontploffing de rotsblokken een of
twee wersten ver. Genoemde vluchte
ling vertelt, dat twee eskadrons Ja
pansche cavalerie door een mijn wer
den vernietigd.
De vluchtelingen bevestigen, dat de
Japansche verliezen zwaar waren. Zij
bezetten den Wolfsheuvel over een
terrein, dat met hun dooden als be
zaaid was.
Admiraal Alexejeff seinde uit Moek-
den onder dagteekening van 7 Augus
tus aan den Keizer
De commandant van het eskader te
Port-Arthur meldt dd. 7 Augustus
De kruisers „Bajan". „Asbold",
„Pallades", „Novik" en de kanonneer-
booten die uitgeloopen waren om
do Tljattdelijke stellingen te
beschieten
werden aangevallen door de „Tschin
Yen", de „Itsoekoeshima", de „Mat-
soeshima", de „Tschyoda", twee krui
sers tweede klasse en dertig torpedo
booten. Een acht-duims-projectiel van
de kruiser „Bajan" ontplofte aan den
spiegel van de „Itsoekoeshima", die
uit de slagorde moest terugtrekken,
waarop alle vijandelijke schepen den j
steven wendden en naar open zee te-j
rugstoomden. Daarbij stiet de „Tschyo
da" op een van onze verdedigingsmij-
nen en kreeg een lek. Met den voor
steven diep in het water stoomde het
schip in de richting van Talienwan
weg.
Door een schot van batterij no. 22
werd een Japansche kanonneerboot'
getroffen. j
Den 27en Juli, toen de Japanners
een algemeene aanval ondernamen,
werden op verzoek van generaal Stös-
sei tot ondersteuning van den rech
tervleugel afgezonden de „Bajan" met
den wimpel van de kapitein le klasse
Reitzenstèin in top, de „Retvisan",
de „Palades", de „Ashold", de ka-
nonneerbooten „Otwashin". onder de
vlag van den Schout bij nacht Les-
hindsbi de „Gremjastshi", de „Gi-
liak", de kruiser „Novik" en twaalf
torpedobooten. Onder voortdurend vu-j
ren van een paar vooruitgezonden
schepen bereikten de vaartuigen
Lungnutan en beschoten van daar de
Japansche stellingen tot drie uur.
Bij de terugvaart naar de reede on
der dezelfde voorzichtigheidsmaatre
gelen, sprong een mijn onder een bag-
gerschuit.
Schout-bij-nacht Withoeft telde den
30en Juli bij Port-Arthur vijf vijande
lijke pantserschepen, vier gepantser
de kruisers, tien andere kruisers en
48 torpedobooten.
Commander" antwoordde de minis
ter, dat de Russische officieren het
schip uitsluitend hebben doen zinken
op grond dat het zoo uiterst moeilijk
was het naar een haven te brengen
en dat zij van oordeel waren, dat het
schip contrabande aan boord had. De
heer Balfnur verklaarde verder
„Wij zijn de meening toegedaan
dat deze omstandigheden, ook al zijn
ze juist, het doen zinken van een on
zijdig schip niet rechtvaardigen. (Toe
juichingen). Wij zijn geen duimbreed
afgeweken van ons standpunt in deze
zaak. (Toejuichingen).
De „Times" geeft eenige bijzonder
heden over de aankomst van de Brit
schef
THIBET-EXPED1TIE
voor Lhassa.
In den nacht voor de aankomst zijn
de Thibetaansche troepen, wier aan
tal op 40.000 wordt geschat, afgetrok
ken. De expeditie heeft een kamp op
geslagen bij het groote paleis van Po-
tala. De bewoners van de heilige
stad toonen geen vijandige gezind
heid, ze lijken alleen grenzenloos
nieuwsgierig te zijn. De Chineesche
vertegenwoordiger heeft de expeditie
van levensmiddelen en brandstoffen
voorzien.
De Dalai-Lama heeft zich in een
klooster teruggetrokken en moet
voornemens zijn daar drie jaren in
afzondering door te brengen. Hij wei
gert zelfs de Thibetaansche hoog-
waardigheidsbekleeders te ontvangen,
een houding, die zonder twijfel den
loop van de onderhandelingen zeer
zal bemoeilijken.
In antwoord op een desbetreffende
vraag in het
ENGELSCHE
Lagerhuis deelde de staatssecretaris
voor buitenlandsche zaken lord Percy
mede, dat Duitschland, Oostenrijk en;
Italië niet alleen, evenals Rusland,
het decreet van den Khedive, vermel
dende de op Egypte betrekking heb
bende bepalingen van het Britsch-
Fransclie verdrag hebben goedge
keurd, maar ook op zich hebben ge
nomen liet werk van Groot-Brittannië
in Egypte niet te bemoeilijken, door
te verlangen dat een limiet zal wor
den vastgesteld voor de Britsche be
zetting of op eenige andere wijze.
Van zijn kant heeft Groot-Brittan
nië aan deze mogendheden gewaar
borgd de behandeling van hun in-
voerwaren op den voet van de meest
begunstigde natie gedurende een tijd
vak van 30 jaren en heeft het op zich
genomen de rechten te eerbiedigen,
welke de genoemde mogendheden
krachtens verdragen of overeenkom
sten in Egypte genieten.
In antwoord op vragen betreffende
het geval van de ..Malacca" herhaal
de minister Balfour in het Lagerhuis
zijn vorige verklaring daaromtrent
en voegde daarbij dat Engeland fei
telijk teta volle de geëischte genoeg
doening heeft verkregen. „Ik heb er
volstrekt geen spijt van, dat wij aan
de Russische Regeering zijn tegemoet
gekomen, die van haar kant geen on-
practisch voorstel deed", vervolgde de
minister. „Met nadruk wijs ik er op,
dat dit geval geheel nieuw was en het
do.el dat de Britsche regeering zich
had gesteld was te voorkomen dat dit
nieuwe incident een omvang zou krij
gen, die zou hebben geleid tot een
zeer gespannen verhouding tusschen
twee Rijken, welke gespannen ver
houding naar mijne meening gemak
kelijk tot ernstiger gevolgen aanlei
ding had kunnen geven."
Op een vraag betreffende de „Knight
OORLOGSVARIA.
De aanval op Port-Arthur.
De „Matin" deelt mede dat voor den
infanterieaanval op Port-Arthur de
Japansche kanonnen vijftig uren aan
een stuk de stad en de Russische stel
lingen beschoten. De Japansche stuk
ken waren zoo gericht dat ze de ge-
heele Russische stelling bestreken,
waarop dan ook een ware regen van
projectielen neerviel. De Russen ble
ven onder dit helsch bombardement
uiterst koelbloedig.
Uit den verderen loop van het ge
vecht geeft de „Novi Krai", die te
Port Arthur verschijnt, eenige episo
den. Een aaneengeschakeld verhaal
is haar bericht geenszins, het geeft
echter een indruk van de hevigheid
van den aanval.
Den 25sten Juli opende de Japan
sche artillerie het vuur om den af
stand der Russische stellingen te ver
kennen.
De Russen sliepen gewapend in de
loopgraven. Den 26en Juli, te 6 uur
heropende de Japansche artillerie
haar vuur, thans beter gericht en dat
tot den avond aanhield. Het levendig
ste vuur werd gericht tegen de batte
rij, aangevoerd door prins Tocheousa
en waar 12-duimsstukken zich bevon
den. Een regen van bommen viel om
die stelling en op de forten achter de
batterij, zware verliezen berokkenende
aan de Russische artilleristen.
Den 27 Juli, bij dageraad, begon
een nog hardnekkiger gevecht. Onder
eene brandende zon stond de Russi
sche rechtervleugel bloot aan eene
helsche beschieting. De scheepsbatte-
rij moest, onder eene storm van bom
men, het vuur staken en ook de for
ten werden deerlijk gehavend.
Naarmate de dag vorderde werd de
pointeering der Japanners nauwkeu
riger en het Russische voetvolk, in de
loopgraven liggend, was werkelooze
getuige van het reusachtige tweege
vecht.
Omstreeks 9 uur weerklonken plot
seling geweersalvo's, die de naderen
de bestorming aankondigden.
Het Japansche kanonvuur verzwak
te, terwijl de Russische batterijen nu
werkten met volle kracht. Het Russi
sche voetvolk loste salvo op salvo en
stormen van lood volgden op orkanen
van lood.
Een uur lang rukten de Japanners
op in deze uitbarsting van vuur, doch
toen was liet eensklaps al§ een gol
ving en het Japansche leger viel als
één man neder.
De Russen barstten uit in hoerage
roep en meenden de zege behaald te
hebben, toen een officier spoorslags
bericht bracht„De aanval op den
rechtervleugel is een list, die de sa
mentrekking der Japanners op den
linkervleugel verbergt, waar zij zich
willen meester maken van den Wolfs
berg.
„Het is noodig dat generaal Kon
dra tsjenko en zijn staf onmiddellijk
komen".
Onmiddellijk reden Kondratsjenko
en zijne officieren weg, door eene val
lei, onophoudelijk beschoten door de
Japanners.
Den 27, 's middags, hield de Ja
pansche aanval plotseling op met
kijkers zag men de Japanners een
haastig maal nemen, en toen werd
het kanonvuur op den Russischen
rechtervleugel hervatdoch voor deze
was het ergste oogenblik voorbij. De
Japanpers gingen toen tot den aan
val over die eindigde met de bezet
ting van den Wolfsheuvel.
„Indien de Japanners de vesting
met dezelfde hardnekkigheid blijven
aanvallen, moet Port-Arthur binnen
één of twee maanden vallen", ver-
klaar-de een hooggeplaatste Rus, die
pas uit de stad te Tsjifoe is aangeko
men.
De Japanners vullen hun verliezen
gestadig uit versterkingen aan en
elke gevallen Russische strijder is een
onherstelbaar verlies voor de vesting,
waar man noch muis kan binnenko
men, zeide de vluchteling.
De „Echo de Paris" verneemt daar
entegen dat aan Port-Arthur over zee
een nieuwe voorraad munitie is toe
gevoegd.
Het „Journal" verneemt dat. de
Fransche marine-attaché te Port-Ar
thur gunstige berichten heeft gezon
den naar Petersbui-g. Hij meldt dat er
voldoende mondkost in de vesting is.
Melk en eieren zijn overvloedig en de
gezondheid van de troepen en de be
legerden is uitstekend.
pijp; de officieren vinden in hun pak
jes een linnen costuum van betere
qualiteit en behalve dezelfde gebruiks
voorwerpen, als de soldaten een pond
koffie, een pond beschuit, een flesch
„Klioekhba", een flesch citronade en
muggengaas.
De kosten van de 310.000 cadeaux
bedroegen 1.550.000 roebels.
Geschenken der Tsarina.
Op uitnoodiging van de Tsarina is
kort na het uitbreken van den oorlog
een comité te Petersburg opgericht,
om gelden te verzamelen, waarvoor
geschenken aan de strijdende troe
pen zouden kunnen worden gezonden.
Men verneemt nu, dat drie treinen
met cadeaux Kharbin bereikt hebben,
te zamen vervoeren 10.000 geschen
ken voor de officieren en 300.000 voor
de soldaten. De geschenken beston
den uit een linnen pak voor elk sol
daat, een flanellen gordel, een half
pond zeep, een kwart pond thee, sui-
ker, een pak tabak, een mes en een
Bij het telegram over de ernstige
gevechten die op 2, 3 en 4 dezer heb
ben plaats gehad, vermoedelijk ten
zuidoosten van Liao-jang, teekent
een medewerker van de Kölnische
Zeitung het volgende aan
Tot dusver was over deze gevechten
niets gemeld. Met Hoedsiadsi is mis
schien bedoeld Soe-kia-poe-tse, onge
veer 25 K.M. ten zuidoosten van Liao-
jang. Die plaats ligt op enkele kilo
meters ten Z.O. van An-ping. De Rus
sen zouden dan, naar men mag aan
nemen, na de gevechten in den Joe-
sjoeriing en den Jan-tse-ling
weder front gemaakt heb
ben tegen de Japanners, die hen las
tig bleven vallen, en zoo zou het ge-
heele eerste Japansche legercorps tot
den aanval overgegaan zijn. Het aan
tal (54) bataljons klopt met de sterkte
der drie linie-divisies, garde, 2e en
12e, en hun reservebrigades, die elk
zes bataljons sterk zijn.
Terwijl Koeroki alle krachten in
spant om Liao-jang snel te bereiken,
moeten de Russen heftigen tegenstand
bieden, daar anders de zuider-afdee-
ling in gevaar komt, afgesneden te
worden, als de ooster af deeling naar
het noorden teruggeworpen is. De
jongste berichten van 2 Augustus
stellen het feit vast, dat de zuider-af-
deeling An-tsjan-sjan bereikt heeft,
omstreeks 30 K.M. ten zuiden van
Liao-jang. Er verluidt niets van, dat
de Japanners hier de Russen achter
haald en tot staan gebracht zouden
hebbende berichten uit Tokio ver
melden alleen, dat op 3 Augustus Hai-
tsjeng en het ten westen daarvan ge
legen Oud-Nioetsjwang bezet zijn.
Van Oud-Nioetsjwang loopt een weg
naar het oosten, die zich ten noorden
van An-tsjan-sjan, bij Sja-hoe-poe
(Sja-ho-tsjun), 18 K.M. ten zuiden van
Liao-jang, vereenigt met den hoofd
weg. Men mag aannemen, dat de
Russische zuider-afdeeling pas in den
omtrek van Liao-jang halt houdt, als
zij zich aangesloten heeft bij de daar
staande troepen.
Worden de boven vermelde berich
ten over de sterkte van de Japanscne
troepen bevestigd, dan zou daaruit op
gemaakt kunnen worden, dat geen
noemenswaardige strijdkrachten van
het eerste Japansche legercorps afge
zonderd zijn om de omtrekkende be
weging ver naar het noorden te ma
ken, waarover reeds zooveel te doen
is geweest. Men moet hierbij in aan
merking nemen dat, hoewel de af
standen op de kaart betrekkelijk zeer
gering zijn, Mantsjoerije om zoo te
zeggen een land zonder wegen is, en
dat geldt vooral van het gebergte.
Overigens is de onderstelling dat
Koeroki's leger, ter sterkte van 54 ba-
taljoils, in zijn geheel bij Hoedsiadsi
slaags geweest is, nog niets meer dan
een onderstelling.
De mogelijkheid is voorts niet uit-
gesloten, dat deze „zware gevechten"
dezelfde zijn als de bekende, bij den
Jan-tse-linger kan wel een fout zijn
in de dagteekening.
Stadsnieuws.
Haarlemseh Tooneel.
Door het Haarlemseh Tooneel werd
Maandagavond opgevoerd het beken
de drama „De Matroos" naar het
Fransch van W. Greeven.
In dit drama uit de oude romanti
sche school werd als gewoonlijk de
titelrol vervuld door Louis Bouwmees
ter. Bouwmeester roerde zijn publiek
zóó, dat men hier en daar zakdoeken
zag te voorschijn brengen.
Het spel van Johanna (Mej. Mary
Beekman) was ook zeer goed, vooral
in de scène, waar zij den matroos als
haar vader herkent.
Op dit drama volgde een blijspel,
een comedie van Fransche origine.
Het stuk draait om een aantal ver
wikkelingen, die ontstaan door de
concurrentie van twee bankiershui
zen, welke tot de zotste middelen hun
toevlucht nemen, om elkander te
overbluffen en hun clientèle een idéé
van soliditeit te geven.
Frits Bouwmeester leverde een goe
de creatie van Mijnheer Tamponin.
Mevrouw W. Erfmann-Sasbach speel
de uitstekend in baar rol van Rosi-
ta, de balletdanseres, die het hoofd
van den bankier Tamponin op hol
brengt.
Mevr. Tamponin (Mevr. G. Carel-
sen) en Ravageot (L. Bouwmeester
Jr.) de eerste als de vrekkige en
later de verkwistende' vrouw van den
bankier, de laatste als vriend en klant
van Mijnheer Tamponin waren
voortreffelijk.
SnelTlieger.
Zondag j.l. hield de postduivenver-
eeniging „de Snelvlieger" alhier een
wedvlucht met jonge duiven van Roo-
zcndaalafstand 100 K.M. De duiven
werden om 7.20 in vrijheid gesteld met
N. W. wind en donker weer.
De prijzen werden vervolgens be
haald le prijs P. J. v. Daalen, 8 uur
58 min. 16 sec.2e pr. H. v. Daalen
9—3—413e pr. P. J. v. Daalen, 9—12
—34e pr. dezelfde 9—2055 5e pr.
dezelfde 921—456e pr. R. Slot,
9—3249; 7e pr. H. v. Daalen, 9—38
—28e pr. dezelfde 9—38—29e pr.
P. J. v. Daalen 9-49-15; 10e pr. R.
Slot 9—56—48.
Tevens hield de vereeniging een
wedvlucht van Maastricht, afstand
180 K.M. De duiven werden ook om
7.20 in vrijheid gesteld.
De prijzen werden vervolgens be
haald le prijs R. Slot 11—2748 2e
pr. H. v. Daalen 11—316: 3e pr,
Gebr. Bannink 11—366 4e pr. dezelf
de 11—53—40 5e pr. dezelfde 12-0—53
6e pr. P. J. v. Daalen 12515.
De duiven vlogen met een snelheid
van 1000 meters per minuut.
Statistiek.
In de Staatscourant van heden is
opgenomen de Statistiek van de ge
boorten en van de sterfte naar den
leeftijd en de oorzaken van den dood
in Nederland over Mei 1904. Hieraan
ontleenen wij het volgende
Met 1 Januari 1904 was het aantal
inwoners van Haarlem 68518. Levend
geboren werden 163 kinderen, dat is
op 1000 inwoners per jaar 27.57. Het
totaal der levenloos geboren kinderen
Feuilleton.
Naar het ENGELSCH.
21)
Harold draaide zich plotseling een
halven slag om en keek haar cnge-
loovig aan.
Dus u wilt niet, als ik het u
zelf verantwoorden
Maar Sylvia, je hebt mij niet be
grepen je kunt mij niet begrepen
hebbenmijn geheele hart behoort
aan een andere vrouw.
Het is heel eerlijk van je mij dac
te vertellen. Maar jij begrijpt mij
niet. Voel je dan niet, dat hoe wij
alles ook schikken, ik altijd in een
valsche positie zal zijn.
Hij keerde zich weer om, pijnlijk
de wenkbrauwen fronsend.
Ik kan het niet gelooven, je bent
te trotsch, te verstandig om mij in
deze omstandigheden aan mijn woord
te houden. Wat zou je aan een ver
eeniging met mij hebben, als mijn
hart een ander toebehoorde
Maar je effecten dan, dacht Sylvia,
en op dat oogenblik trof zijn eenvoud
haar zoo onweerstaanbaar, dat haar
lippen zich tot een glimlach plooi
den, waaruit medelijden sprak, een
toegevendheid, waartoe zij te eerder
overging omdat Harold juist het
hoofd had omgedraaid.
Maar op critieke oogenblikken kan
zoo iets zelfs gevaarlijk zijn, want
Sylvia had de tallooze spiegels ver
geten, die zich zoo verraderlijk tus
schen de pauweveeren nestelden. Een
daarvan hing juist zoo, dat Harold
den verraderlijken glimlach opmerk
te, die als een lichtstraal op don
kere plaatsén plotseling alles duide
lijk voor hem maakte.
Het bloed stroomde hem naar de
slapen, toen hij zich met schitterende
oogen bijna wild tot haar omkeerde.
Lacht u lacht u mij uitGoede
God, is u ook al een bedriegster? Is
het is het mijn geld weer
Hij had het nauwelijks gezegd of hij
was versteld over zijn eigen woor
den, terwijl Sylvia, een oogenblik
haar tegenwoordigheid van geest
verliezende, hem zonder te spreken
aanstaarde.
Zij had nooit gedacht, dat zij in
staat, zou zijn, het altijd voor hem te
verbergen maar dit kwam te vroeg.
Het leek veel op een ontmaskering.
Terwijl zij hem nu in stilte aankeek
overwoog zij de voordeelen van weer
achter liet masker weg te kruipen of
het stoutmoedig te laten vallen. Het
instinct van onberedeneerde oprecht
heid in haar natuur altijd het
zwakke punt in haar wapenrusting
deed haar besluiten tot het laat
ste haar toevlucht te nemen. Zou dit
niet één van die gevallen zijn, waar
in eerlijkheid de beste politiek blijkt
te zijn En zij had hem immers toch
in haar macht, en al zou zij dan da
len in zijn achting, toch zou hij haar
weer des te meer bewonderen om
haar moed. Zoo zou zij hem zien te
beheerschen.
Even later sprak zij beslist en bijna
even vriendelijk als te voren.
Mij dunkt, u mocht wel wat
meer in den vorm zijn, nietwaar
Maar wat verstaat u eigenlijk onder
een bedriegster? Als ge verwacht, dat
ik er tegen op zal komen, dat ooit de
gedachte aan uw geld mijn brein ge
kruist heeft, dan vrees ik u te moeten
teleurstellen maar zou u mij geloo
ven. als ik daar tegen opkwam Toch
wil dat niet zeggen, dat ik niet van
u houd ik heb u lief, al was het' al
leen maar omdat ge zoo totaal an
ders zijt als alle andere menschen. Of
ik mijn sympathie voor u ontdekt
zou hebben, zonder hulp van uw
geld. kan ik niet precies zeggen, om
dat ik waarschijnlijk dan niet zoo op
u gelet zou hebben. Maar nu ik dat
wel gedaan heb en u beminde en ge
wonnen heb, nu ben ik in 't minst niet
van plan je weer op te geven noch
je zelf. noch je geld, als je 't dan
weten wilt. De meeste meisjes in mijn
plaats zouden niet tot verklaringen
overgaan, maar alleen zuchten en je
verzekeren, dat haar hart gebroken
was. Dat doe ik niet en wel, omdat
ik niet geloof dat harten breken kun
nen. U moet geen verzet van mij ver
wachten evenmin als ik het van u
doe maar toch geloof ik, dat het met
ons niet minder goed zal gaan als
met anderen. Het voornaamste is zich
niet al te hooge idealen te stellen en
wie trouwt er tegenwoordig nog uit
liefde
Bij de laatste woorden strekte zij
half kwijnend een lange, smalle band
naar hem uit, als wilde zij daarmee
den ontrouwe weer tot haar zijde over
halen.
Maar Harold week achteruit met
wijdgeopende oogen en bleeke lippen.
Haar woorden waren op zijn gevoelig
hartgevollen als droppels ijskoud wa
ter. Terwijl hij luisterde, kwamen al
le sombere gedachten van den laat-
sten tijd weer in zijn hoofd op. Hoe
zij ook haar best deed haar cynische
woorden in een aangenamen vorm te
kneden, voor Harold kon de beteeke-
nis niet meer verborgen blijven hij
kon den hoonenden glimlach in den
verraderlijken spiegel niet meer ver
geten. Dit was dus de vrouw, aan wie
hij zich voor 'tleven had verbonden!
Dit was de toekomst die hij zich
zelf gevormd had En daarnaast die
andere toekomst, die hij in gedachten
sinds gisteren geleefd had Zoo aan
lokkelijk had die toekomst hem nog
nooit toegelachen als op dit oogen
blik, nu zij voor zijn geestesoog op
rees in de gedaante van een bevallig,
donkeroogig meisje, terwijl hij zich
van aangezicht tot aangezicht bevond
tegenover dit overdreven product van
sociale kunstmatigheid. In de ge
moedsstemming, waarin Harold ver
keerde, was het contrast te groot, de
teleurstelling te overweldigend, dan
dat hij dadelijk een antwoord klaar
had. Alles wat hij doen kon was zijn
handen inéén slaan en stamelen
Sylvia geef mij mijn vrijheid
terug, ik smeek er om Wij kunnen
nooit te zamen door 't leven gaan.
Er kwam een harde uitdrukking op
haar gelaat. Haar geduld was groot,
maar nu had het zijn grenzen bijna
bereikt.
Je hebt mijn antwoord verno
men.
Wil je mij aan mijn woord hou
den?
Ik zou een dwaas zijn, als ik het
niet deed en wat ik ook zijn mag,
ik ben stellig geen dwaas.
Eén oogenblik stond hij versteld
want met dat woord had zij zich
heelemaal bloot gegeven toen
gooide "hij met een ongewoon driftige
beweging zijn handschoenen naast
zich op tafel.
Nooit, neen nooit zal het gebeu
ren
Wat zal nooit gebeuren
Dat ik uw echtgenoot word.
Dan zal u mij moeten verlaten,
en dat kunt ge niet doen.
Er is nog iets dat mij redden
kan.
Bijvoorbeeld vroeg zij op koe
len toon.
Bijvoorbeeld een kogel. Tot he
den kende ik je nog niet, Sylvia
maar nu weet ik, wie je bent, en of
schoon ik nog geen lust heb om te
sterven, zou ik veel liever dood zijn
dan uw echtgenoot.
U schertstzei Sylviamaar
toch was zij doodsbleek geworden.
Voor de meeste-andere vrouwen in
haar plaats zouden de woorden niets
meer zijn geweest dan een luttel drei
gement, maar niet voor Sylvia, want
zij had die woorden al eens meer
gehoord bijna dezelfde en de
herinnering aan de daad, die daarop
gevolgd was, vormde de donkerste
plek in haar leven, het eenige wat
haar stoutmoedigen geest zoo nu en
dan nog herig kwelde. Toen de onge
lukkige jongeling, die haar tweede
verloofde was geweest, zoo plotseling
den draad, die tusschen hen bestond,
afbrak, was de wereld vol bewonde
ring geweest voor haar buitengewone
zelfbeheersching in plaats van zich
te verbazen over haar koude natuur.
Maar al had dit haar éénmaal kun
nen overkomen, tweemaal mocht het
niet gebeuren.
(Wordt vervolgd