De Arme Millionair NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Ï2e Jaargang. No. 6475 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1904 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PBR EtRËE MAANDEN. Voor Haarlem Voor de dorpen fct den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) Franco per post door Nederland 1.20 1.30 1.65 Afzonderlijke nummers t 0.02X Geïllustreerd Zondagsblad; voor Haarlem s „de omstreken en franco per post 0.37,H 0.45 Uitgave der VesKsMMf Lmhos Coster. Directeur i C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 15 regels 0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publlcité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad Tan 10 Augustus b-jTftt o.a. Buitenlandech Overzicht. Oorlogs nieuws. Nieuws uit Haarlem en Om streken. Binnenlandsch en Gemengd Nieuws. Buitenlandsch Overzicht DE OÖBLOG. Het nieuws van vandaag bepaalt zich tot een beschrijving van de laatste gerechten bij Port-Arthur Russische vluchtelingen, die den1 4den Port-Arthur verlieten, verkla-j ren, dat de Japansche af deeling, die Wolfsheuvel nam, nu achter ver- J schansingen in het dal is opgesteld j op één werst van de vesting. Veron- dersteld wordt, dat de Japansche kruiser; die op een mijn stootte, on- j middellijk in de nabijheid van de| Cristova-batterij zonk. Het Russische' oorlogsschip ,,Bayan" heeft een klein gat boven de waterlijn, veroorzaakt door het springen van een mijn, die in den ingang van de haven dreef. De Japanners bezetten de Lonisabaai en landen daar troepen met de blijkbare bedoeling de stad van het Westen aan te vallen. Er werd sinds den 28en geen belangrijk gevecht geleverd. De j Russische artillerie bestookt onophou- j delijk de Japanners wanneer dezen trachten hun verschansingen te na- deren. j Tweehonderd Chineezen en vijftig: Russen zijn te Tsjifoe uit Port-Arthur aangekomen. Zij bevestigen niet het bericht, dat een Japansche kruiser ge zonken zou zijn. Twee Fransche correspondenten die trachtten Port-Arthur binnen te ko men in een jonk zagen 24 Japansche oorlogsschepen, die voor den haven ingang kruisten. Men verzekert beslist, dat admiraal Skrydloff niet te Port-Arthur is. Vluchtelingen die een deel van het drie-daagsche gevecht hebben gezien, I spreken tegen, dat de Japanners op j één werst afstand van de vesting zou- j den zijn. Zij verzekeren, dat de bin- j nenste fortenrij tien tot vijftien wer- J sten ver is. De Japanners zijn bezig met hun verschansingen de vesting te naderen. De tegenstand der Russen j bepaalt zich tot artillerievuur, dat de j Japanners voortdurend verontrust bij 1 hun arbeid aan de verschansingen. I Men verzekert, dat de Japanners1 zestig kanonnen op den Wolfsheuvel hebben geplaatst. Een vluchteling die het gevecht heeft gezien deelt mede, dat hij door 40,000 Russen werd ver dedigd van wie velen de geweren weg legden om rotsblokken naar beneden te werpen, hetgeen een veel noodlot- tiger uitwerking had dan de Russi sche kogels. De Russische mijnen, die handig verborgen waren, wierpen bij de ontploffing de rotsblokken een of twee wersten ver. Genoemde vluchte ling vertelt, dat twee eskadrons Ja pansche cavalerie door een mijn wer den vernietigd. De vluchtelingen bevestigen, dat de Japansche verliezen zwaar waren. Zij bezetten den Wolfsheuvel over een terrein, dat met hun dooden als be zaaid was. Admiraal Alexejeff seinde uit Moek- den onder dagteekening van 7 Augus tus aan den Keizer De commandant van het eskader te Port-Arthur meldt dd. 7 Augustus De kruisers „Bajan". „Asbold", „Pallades", „Novik" en de kanonneer- booten die uitgeloopen waren om do Tljattdelijke stellingen te beschieten werden aangevallen door de „Tschin Yen", de „Itsoekoeshima", de „Mat- soeshima", de „Tschyoda", twee krui sers tweede klasse en dertig torpedo booten. Een acht-duims-projectiel van de kruiser „Bajan" ontplofte aan den spiegel van de „Itsoekoeshima", die uit de slagorde moest terugtrekken, waarop alle vijandelijke schepen den j steven wendden en naar open zee te-j rugstoomden. Daarbij stiet de „Tschyo da" op een van onze verdedigingsmij- nen en kreeg een lek. Met den voor steven diep in het water stoomde het schip in de richting van Talienwan weg. Door een schot van batterij no. 22 werd een Japansche kanonneerboot' getroffen. j Den 27en Juli, toen de Japanners een algemeene aanval ondernamen, werden op verzoek van generaal Stös- sei tot ondersteuning van den rech tervleugel afgezonden de „Bajan" met den wimpel van de kapitein le klasse Reitzenstèin in top, de „Retvisan", de „Palades", de „Ashold", de ka- nonneerbooten „Otwashin". onder de vlag van den Schout bij nacht Les- hindsbi de „Gremjastshi", de „Gi- liak", de kruiser „Novik" en twaalf torpedobooten. Onder voortdurend vu-j ren van een paar vooruitgezonden schepen bereikten de vaartuigen Lungnutan en beschoten van daar de Japansche stellingen tot drie uur. Bij de terugvaart naar de reede on der dezelfde voorzichtigheidsmaatre gelen, sprong een mijn onder een bag- gerschuit. Schout-bij-nacht Withoeft telde den 30en Juli bij Port-Arthur vijf vijande lijke pantserschepen, vier gepantser de kruisers, tien andere kruisers en 48 torpedobooten. Commander" antwoordde de minis ter, dat de Russische officieren het schip uitsluitend hebben doen zinken op grond dat het zoo uiterst moeilijk was het naar een haven te brengen en dat zij van oordeel waren, dat het schip contrabande aan boord had. De heer Balfnur verklaarde verder „Wij zijn de meening toegedaan dat deze omstandigheden, ook al zijn ze juist, het doen zinken van een on zijdig schip niet rechtvaardigen. (Toe juichingen). Wij zijn geen duimbreed afgeweken van ons standpunt in deze zaak. (Toejuichingen). De „Times" geeft eenige bijzonder heden over de aankomst van de Brit schef THIBET-EXPED1TIE voor Lhassa. In den nacht voor de aankomst zijn de Thibetaansche troepen, wier aan tal op 40.000 wordt geschat, afgetrok ken. De expeditie heeft een kamp op geslagen bij het groote paleis van Po- tala. De bewoners van de heilige stad toonen geen vijandige gezind heid, ze lijken alleen grenzenloos nieuwsgierig te zijn. De Chineesche vertegenwoordiger heeft de expeditie van levensmiddelen en brandstoffen voorzien. De Dalai-Lama heeft zich in een klooster teruggetrokken en moet voornemens zijn daar drie jaren in afzondering door te brengen. Hij wei gert zelfs de Thibetaansche hoog- waardigheidsbekleeders te ontvangen, een houding, die zonder twijfel den loop van de onderhandelingen zeer zal bemoeilijken. In antwoord op een desbetreffende vraag in het ENGELSCHE Lagerhuis deelde de staatssecretaris voor buitenlandsche zaken lord Percy mede, dat Duitschland, Oostenrijk en; Italië niet alleen, evenals Rusland, het decreet van den Khedive, vermel dende de op Egypte betrekking heb bende bepalingen van het Britsch- Fransclie verdrag hebben goedge keurd, maar ook op zich hebben ge nomen liet werk van Groot-Brittannië in Egypte niet te bemoeilijken, door te verlangen dat een limiet zal wor den vastgesteld voor de Britsche be zetting of op eenige andere wijze. Van zijn kant heeft Groot-Brittan nië aan deze mogendheden gewaar borgd de behandeling van hun in- voerwaren op den voet van de meest begunstigde natie gedurende een tijd vak van 30 jaren en heeft het op zich genomen de rechten te eerbiedigen, welke de genoemde mogendheden krachtens verdragen of overeenkom sten in Egypte genieten. In antwoord op vragen betreffende het geval van de ..Malacca" herhaal de minister Balfour in het Lagerhuis zijn vorige verklaring daaromtrent en voegde daarbij dat Engeland fei telijk teta volle de geëischte genoeg doening heeft verkregen. „Ik heb er volstrekt geen spijt van, dat wij aan de Russische Regeering zijn tegemoet gekomen, die van haar kant geen on- practisch voorstel deed", vervolgde de minister. „Met nadruk wijs ik er op, dat dit geval geheel nieuw was en het do.el dat de Britsche regeering zich had gesteld was te voorkomen dat dit nieuwe incident een omvang zou krij gen, die zou hebben geleid tot een zeer gespannen verhouding tusschen twee Rijken, welke gespannen ver houding naar mijne meening gemak kelijk tot ernstiger gevolgen aanlei ding had kunnen geven." Op een vraag betreffende de „Knight OORLOGSVARIA. De aanval op Port-Arthur. De „Matin" deelt mede dat voor den infanterieaanval op Port-Arthur de Japansche kanonnen vijftig uren aan een stuk de stad en de Russische stel lingen beschoten. De Japansche stuk ken waren zoo gericht dat ze de ge- heele Russische stelling bestreken, waarop dan ook een ware regen van projectielen neerviel. De Russen ble ven onder dit helsch bombardement uiterst koelbloedig. Uit den verderen loop van het ge vecht geeft de „Novi Krai", die te Port Arthur verschijnt, eenige episo den. Een aaneengeschakeld verhaal is haar bericht geenszins, het geeft echter een indruk van de hevigheid van den aanval. Den 25sten Juli opende de Japan sche artillerie het vuur om den af stand der Russische stellingen te ver kennen. De Russen sliepen gewapend in de loopgraven. Den 26en Juli, te 6 uur heropende de Japansche artillerie haar vuur, thans beter gericht en dat tot den avond aanhield. Het levendig ste vuur werd gericht tegen de batte rij, aangevoerd door prins Tocheousa en waar 12-duimsstukken zich bevon den. Een regen van bommen viel om die stelling en op de forten achter de batterij, zware verliezen berokkenende aan de Russische artilleristen. Den 27 Juli, bij dageraad, begon een nog hardnekkiger gevecht. Onder eene brandende zon stond de Russi sche rechtervleugel bloot aan eene helsche beschieting. De scheepsbatte- rij moest, onder eene storm van bom men, het vuur staken en ook de for ten werden deerlijk gehavend. Naarmate de dag vorderde werd de pointeering der Japanners nauwkeu riger en het Russische voetvolk, in de loopgraven liggend, was werkelooze getuige van het reusachtige tweege vecht. Omstreeks 9 uur weerklonken plot seling geweersalvo's, die de naderen de bestorming aankondigden. Het Japansche kanonvuur verzwak te, terwijl de Russische batterijen nu werkten met volle kracht. Het Russi sche voetvolk loste salvo op salvo en stormen van lood volgden op orkanen van lood. Een uur lang rukten de Japanners op in deze uitbarsting van vuur, doch toen was liet eensklaps al§ een gol ving en het Japansche leger viel als één man neder. De Russen barstten uit in hoerage roep en meenden de zege behaald te hebben, toen een officier spoorslags bericht bracht„De aanval op den rechtervleugel is een list, die de sa mentrekking der Japanners op den linkervleugel verbergt, waar zij zich willen meester maken van den Wolfs berg. „Het is noodig dat generaal Kon dra tsjenko en zijn staf onmiddellijk komen". Onmiddellijk reden Kondratsjenko en zijne officieren weg, door eene val lei, onophoudelijk beschoten door de Japanners. Den 27, 's middags, hield de Ja pansche aanval plotseling op met kijkers zag men de Japanners een haastig maal nemen, en toen werd het kanonvuur op den Russischen rechtervleugel hervatdoch voor deze was het ergste oogenblik voorbij. De Japanpers gingen toen tot den aan val over die eindigde met de bezet ting van den Wolfsheuvel. „Indien de Japanners de vesting met dezelfde hardnekkigheid blijven aanvallen, moet Port-Arthur binnen één of twee maanden vallen", ver- klaar-de een hooggeplaatste Rus, die pas uit de stad te Tsjifoe is aangeko men. De Japanners vullen hun verliezen gestadig uit versterkingen aan en elke gevallen Russische strijder is een onherstelbaar verlies voor de vesting, waar man noch muis kan binnenko men, zeide de vluchteling. De „Echo de Paris" verneemt daar entegen dat aan Port-Arthur over zee een nieuwe voorraad munitie is toe gevoegd. Het „Journal" verneemt dat. de Fransche marine-attaché te Port-Ar thur gunstige berichten heeft gezon den naar Petersbui-g. Hij meldt dat er voldoende mondkost in de vesting is. Melk en eieren zijn overvloedig en de gezondheid van de troepen en de be legerden is uitstekend. pijp; de officieren vinden in hun pak jes een linnen costuum van betere qualiteit en behalve dezelfde gebruiks voorwerpen, als de soldaten een pond koffie, een pond beschuit, een flesch „Klioekhba", een flesch citronade en muggengaas. De kosten van de 310.000 cadeaux bedroegen 1.550.000 roebels. Geschenken der Tsarina. Op uitnoodiging van de Tsarina is kort na het uitbreken van den oorlog een comité te Petersburg opgericht, om gelden te verzamelen, waarvoor geschenken aan de strijdende troe pen zouden kunnen worden gezonden. Men verneemt nu, dat drie treinen met cadeaux Kharbin bereikt hebben, te zamen vervoeren 10.000 geschen ken voor de officieren en 300.000 voor de soldaten. De geschenken beston den uit een linnen pak voor elk sol daat, een flanellen gordel, een half pond zeep, een kwart pond thee, sui- ker, een pak tabak, een mes en een Bij het telegram over de ernstige gevechten die op 2, 3 en 4 dezer heb ben plaats gehad, vermoedelijk ten zuidoosten van Liao-jang, teekent een medewerker van de Kölnische Zeitung het volgende aan Tot dusver was over deze gevechten niets gemeld. Met Hoedsiadsi is mis schien bedoeld Soe-kia-poe-tse, onge veer 25 K.M. ten zuidoosten van Liao- jang. Die plaats ligt op enkele kilo meters ten Z.O. van An-ping. De Rus sen zouden dan, naar men mag aan nemen, na de gevechten in den Joe- sjoeriing en den Jan-tse-ling weder front gemaakt heb ben tegen de Japanners, die hen las tig bleven vallen, en zoo zou het ge- heele eerste Japansche legercorps tot den aanval overgegaan zijn. Het aan tal (54) bataljons klopt met de sterkte der drie linie-divisies, garde, 2e en 12e, en hun reservebrigades, die elk zes bataljons sterk zijn. Terwijl Koeroki alle krachten in spant om Liao-jang snel te bereiken, moeten de Russen heftigen tegenstand bieden, daar anders de zuider-afdee- ling in gevaar komt, afgesneden te worden, als de ooster af deeling naar het noorden teruggeworpen is. De jongste berichten van 2 Augustus stellen het feit vast, dat de zuider-af- deeling An-tsjan-sjan bereikt heeft, omstreeks 30 K.M. ten zuiden van Liao-jang. Er verluidt niets van, dat de Japanners hier de Russen achter haald en tot staan gebracht zouden hebbende berichten uit Tokio ver melden alleen, dat op 3 Augustus Hai- tsjeng en het ten westen daarvan ge legen Oud-Nioetsjwang bezet zijn. Van Oud-Nioetsjwang loopt een weg naar het oosten, die zich ten noorden van An-tsjan-sjan, bij Sja-hoe-poe (Sja-ho-tsjun), 18 K.M. ten zuiden van Liao-jang, vereenigt met den hoofd weg. Men mag aannemen, dat de Russische zuider-afdeeling pas in den omtrek van Liao-jang halt houdt, als zij zich aangesloten heeft bij de daar staande troepen. Worden de boven vermelde berich ten over de sterkte van de Japanscne troepen bevestigd, dan zou daaruit op gemaakt kunnen worden, dat geen noemenswaardige strijdkrachten van het eerste Japansche legercorps afge zonderd zijn om de omtrekkende be weging ver naar het noorden te ma ken, waarover reeds zooveel te doen is geweest. Men moet hierbij in aan merking nemen dat, hoewel de af standen op de kaart betrekkelijk zeer gering zijn, Mantsjoerije om zoo te zeggen een land zonder wegen is, en dat geldt vooral van het gebergte. Overigens is de onderstelling dat Koeroki's leger, ter sterkte van 54 ba- taljoils, in zijn geheel bij Hoedsiadsi slaags geweest is, nog niets meer dan een onderstelling. De mogelijkheid is voorts niet uit- gesloten, dat deze „zware gevechten" dezelfde zijn als de bekende, bij den Jan-tse-linger kan wel een fout zijn in de dagteekening. Stadsnieuws. Haarlemseh Tooneel. Door het Haarlemseh Tooneel werd Maandagavond opgevoerd het beken de drama „De Matroos" naar het Fransch van W. Greeven. In dit drama uit de oude romanti sche school werd als gewoonlijk de titelrol vervuld door Louis Bouwmees ter. Bouwmeester roerde zijn publiek zóó, dat men hier en daar zakdoeken zag te voorschijn brengen. Het spel van Johanna (Mej. Mary Beekman) was ook zeer goed, vooral in de scène, waar zij den matroos als haar vader herkent. Op dit drama volgde een blijspel, een comedie van Fransche origine. Het stuk draait om een aantal ver wikkelingen, die ontstaan door de concurrentie van twee bankiershui zen, welke tot de zotste middelen hun toevlucht nemen, om elkander te overbluffen en hun clientèle een idéé van soliditeit te geven. Frits Bouwmeester leverde een goe de creatie van Mijnheer Tamponin. Mevrouw W. Erfmann-Sasbach speel de uitstekend in baar rol van Rosi- ta, de balletdanseres, die het hoofd van den bankier Tamponin op hol brengt. Mevr. Tamponin (Mevr. G. Carel- sen) en Ravageot (L. Bouwmeester Jr.) de eerste als de vrekkige en later de verkwistende' vrouw van den bankier, de laatste als vriend en klant van Mijnheer Tamponin waren voortreffelijk. SnelTlieger. Zondag j.l. hield de postduivenver- eeniging „de Snelvlieger" alhier een wedvlucht met jonge duiven van Roo- zcndaalafstand 100 K.M. De duiven werden om 7.20 in vrijheid gesteld met N. W. wind en donker weer. De prijzen werden vervolgens be haald le prijs P. J. v. Daalen, 8 uur 58 min. 16 sec.2e pr. H. v. Daalen 9—3—413e pr. P. J. v. Daalen, 9—12 —34e pr. dezelfde 9—2055 5e pr. dezelfde 921—456e pr. R. Slot, 9—3249; 7e pr. H. v. Daalen, 9—38 —28e pr. dezelfde 9—38—29e pr. P. J. v. Daalen 9-49-15; 10e pr. R. Slot 9—56—48. Tevens hield de vereeniging een wedvlucht van Maastricht, afstand 180 K.M. De duiven werden ook om 7.20 in vrijheid gesteld. De prijzen werden vervolgens be haald le prijs R. Slot 11—2748 2e pr. H. v. Daalen 11—316: 3e pr, Gebr. Bannink 11—366 4e pr. dezelf de 11—53—40 5e pr. dezelfde 12-0—53 6e pr. P. J. v. Daalen 12515. De duiven vlogen met een snelheid van 1000 meters per minuut. Statistiek. In de Staatscourant van heden is opgenomen de Statistiek van de ge boorten en van de sterfte naar den leeftijd en de oorzaken van den dood in Nederland over Mei 1904. Hieraan ontleenen wij het volgende Met 1 Januari 1904 was het aantal inwoners van Haarlem 68518. Levend geboren werden 163 kinderen, dat is op 1000 inwoners per jaar 27.57. Het totaal der levenloos geboren kinderen Feuilleton. Naar het ENGELSCH. 21) Harold draaide zich plotseling een halven slag om en keek haar cnge- loovig aan. Dus u wilt niet, als ik het u zelf verantwoorden Maar Sylvia, je hebt mij niet be grepen je kunt mij niet begrepen hebbenmijn geheele hart behoort aan een andere vrouw. Het is heel eerlijk van je mij dac te vertellen. Maar jij begrijpt mij niet. Voel je dan niet, dat hoe wij alles ook schikken, ik altijd in een valsche positie zal zijn. Hij keerde zich weer om, pijnlijk de wenkbrauwen fronsend. Ik kan het niet gelooven, je bent te trotsch, te verstandig om mij in deze omstandigheden aan mijn woord te houden. Wat zou je aan een ver eeniging met mij hebben, als mijn hart een ander toebehoorde Maar je effecten dan, dacht Sylvia, en op dat oogenblik trof zijn eenvoud haar zoo onweerstaanbaar, dat haar lippen zich tot een glimlach plooi den, waaruit medelijden sprak, een toegevendheid, waartoe zij te eerder overging omdat Harold juist het hoofd had omgedraaid. Maar op critieke oogenblikken kan zoo iets zelfs gevaarlijk zijn, want Sylvia had de tallooze spiegels ver geten, die zich zoo verraderlijk tus schen de pauweveeren nestelden. Een daarvan hing juist zoo, dat Harold den verraderlijken glimlach opmerk te, die als een lichtstraal op don kere plaatsén plotseling alles duide lijk voor hem maakte. Het bloed stroomde hem naar de slapen, toen hij zich met schitterende oogen bijna wild tot haar omkeerde. Lacht u lacht u mij uitGoede God, is u ook al een bedriegster? Is het is het mijn geld weer Hij had het nauwelijks gezegd of hij was versteld over zijn eigen woor den, terwijl Sylvia, een oogenblik haar tegenwoordigheid van geest verliezende, hem zonder te spreken aanstaarde. Zij had nooit gedacht, dat zij in staat, zou zijn, het altijd voor hem te verbergen maar dit kwam te vroeg. Het leek veel op een ontmaskering. Terwijl zij hem nu in stilte aankeek overwoog zij de voordeelen van weer achter liet masker weg te kruipen of het stoutmoedig te laten vallen. Het instinct van onberedeneerde oprecht heid in haar natuur altijd het zwakke punt in haar wapenrusting deed haar besluiten tot het laat ste haar toevlucht te nemen. Zou dit niet één van die gevallen zijn, waar in eerlijkheid de beste politiek blijkt te zijn En zij had hem immers toch in haar macht, en al zou zij dan da len in zijn achting, toch zou hij haar weer des te meer bewonderen om haar moed. Zoo zou zij hem zien te beheerschen. Even later sprak zij beslist en bijna even vriendelijk als te voren. Mij dunkt, u mocht wel wat meer in den vorm zijn, nietwaar Maar wat verstaat u eigenlijk onder een bedriegster? Als ge verwacht, dat ik er tegen op zal komen, dat ooit de gedachte aan uw geld mijn brein ge kruist heeft, dan vrees ik u te moeten teleurstellen maar zou u mij geloo ven. als ik daar tegen opkwam Toch wil dat niet zeggen, dat ik niet van u houd ik heb u lief, al was het' al leen maar omdat ge zoo totaal an ders zijt als alle andere menschen. Of ik mijn sympathie voor u ontdekt zou hebben, zonder hulp van uw geld. kan ik niet precies zeggen, om dat ik waarschijnlijk dan niet zoo op u gelet zou hebben. Maar nu ik dat wel gedaan heb en u beminde en ge wonnen heb, nu ben ik in 't minst niet van plan je weer op te geven noch je zelf. noch je geld, als je 't dan weten wilt. De meeste meisjes in mijn plaats zouden niet tot verklaringen overgaan, maar alleen zuchten en je verzekeren, dat haar hart gebroken was. Dat doe ik niet en wel, omdat ik niet geloof dat harten breken kun nen. U moet geen verzet van mij ver wachten evenmin als ik het van u doe maar toch geloof ik, dat het met ons niet minder goed zal gaan als met anderen. Het voornaamste is zich niet al te hooge idealen te stellen en wie trouwt er tegenwoordig nog uit liefde Bij de laatste woorden strekte zij half kwijnend een lange, smalle band naar hem uit, als wilde zij daarmee den ontrouwe weer tot haar zijde over halen. Maar Harold week achteruit met wijdgeopende oogen en bleeke lippen. Haar woorden waren op zijn gevoelig hartgevollen als droppels ijskoud wa ter. Terwijl hij luisterde, kwamen al le sombere gedachten van den laat- sten tijd weer in zijn hoofd op. Hoe zij ook haar best deed haar cynische woorden in een aangenamen vorm te kneden, voor Harold kon de beteeke- nis niet meer verborgen blijven hij kon den hoonenden glimlach in den verraderlijken spiegel niet meer ver geten. Dit was dus de vrouw, aan wie hij zich voor 'tleven had verbonden! Dit was de toekomst die hij zich zelf gevormd had En daarnaast die andere toekomst, die hij in gedachten sinds gisteren geleefd had Zoo aan lokkelijk had die toekomst hem nog nooit toegelachen als op dit oogen blik, nu zij voor zijn geestesoog op rees in de gedaante van een bevallig, donkeroogig meisje, terwijl hij zich van aangezicht tot aangezicht bevond tegenover dit overdreven product van sociale kunstmatigheid. In de ge moedsstemming, waarin Harold ver keerde, was het contrast te groot, de teleurstelling te overweldigend, dan dat hij dadelijk een antwoord klaar had. Alles wat hij doen kon was zijn handen inéén slaan en stamelen Sylvia geef mij mijn vrijheid terug, ik smeek er om Wij kunnen nooit te zamen door 't leven gaan. Er kwam een harde uitdrukking op haar gelaat. Haar geduld was groot, maar nu had het zijn grenzen bijna bereikt. Je hebt mijn antwoord verno men. Wil je mij aan mijn woord hou den? Ik zou een dwaas zijn, als ik het niet deed en wat ik ook zijn mag, ik ben stellig geen dwaas. Eén oogenblik stond hij versteld want met dat woord had zij zich heelemaal bloot gegeven toen gooide "hij met een ongewoon driftige beweging zijn handschoenen naast zich op tafel. Nooit, neen nooit zal het gebeu ren Wat zal nooit gebeuren Dat ik uw echtgenoot word. Dan zal u mij moeten verlaten, en dat kunt ge niet doen. Er is nog iets dat mij redden kan. Bijvoorbeeld vroeg zij op koe len toon. Bijvoorbeeld een kogel. Tot he den kende ik je nog niet, Sylvia maar nu weet ik, wie je bent, en of schoon ik nog geen lust heb om te sterven, zou ik veel liever dood zijn dan uw echtgenoot. U schertstzei Sylviamaar toch was zij doodsbleek geworden. Voor de meeste-andere vrouwen in haar plaats zouden de woorden niets meer zijn geweest dan een luttel drei gement, maar niet voor Sylvia, want zij had die woorden al eens meer gehoord bijna dezelfde en de herinnering aan de daad, die daarop gevolgd was, vormde de donkerste plek in haar leven, het eenige wat haar stoutmoedigen geest zoo nu en dan nog herig kwelde. Toen de onge lukkige jongeling, die haar tweede verloofde was geweest, zoo plotseling den draad, die tusschen hen bestond, afbrak, was de wereld vol bewonde ring geweest voor haar buitengewone zelfbeheersching in plaats van zich te verbazen over haar koude natuur. Maar al had dit haar éénmaal kun nen overkomen, tweemaal mocht het niet gebeuren. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 1