Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem Vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem op y Augustus 1904, des avonds te halfacht uur, op het Raadhuis. Tegenwoordig de lieeren Mr. Johs. Enschedé, E. J. Westerveld, H. T. Peltenburg, E. H. Krelage, P. G. Heems en G. van der Most van Spijk. Werd mededeeling gedaan van de sedert de vorige vergadering ingeko men stukken, waaronder a. Een brief van Burgemeester en Wethouders, d.d. 21 Juli, houdende mededeeling, dat de Raad in zijne vergadering van den 13den bevorens had goedgekeurd liet tot dat einde bij schrijven van 29 Maart toegezonden nieuw reglement va norde voor deze Kamer, met de daarin gebrachte wij ziging. b. Een brief van Burgemeester en Wethouders, d.d. 19 Juli, waarbij in antwoord op het schrijven dezer Ka mer van 16 Juni wordt bericht, dat in het onderhoud van den weg langs de Zomervaart, voor zoover het daar op onbestrate gedeelte betreft, zal worden voorzien, door grind en steen slag te doen brengen, alsmede dat, nadat ten gevolge van voldoenden regenval de weg minder hard en stof fig zal zijn geworden, daarmede zal worden begonnen. Voor kennisgeving aangenomen. c. Een schrijven van den heer A. Rinkema. lid van den Raad dezer ge meente, d.d. 29 Juli, waarbij, onder overlegging eener plattegrondteeke- ning, het advies der Kamer wordt ge vraagd omtrent de twee navolgende punten lo. of de door hem in den gemeen teraad gemaakte opmerkingen om trent de constructie van de nieuwe brug over den Kampei-singel nabij den Kleinen Houtweg gegrond wa ren 2o. of het voor de scheepvaart niet wenschelijker ware geweest, dat de landhoofden en liet midden juk van de brug in de richting van de as van de vaart waren gelegd. Werd besloten den heer Rinkema te antwoorden, dat het naar de meening der Kamer niet op haren weg ligt het door hem gevraagd advies te geven. Dat zij intusschen wel van de ge legenheid gebruik maakt om mede te deélen, dat ook in de Kamer zelve de vrees reeds was uitgesproken gewor den, dat bij het ontwerpen van den bouw zoowel van de nieuwe brug over den Kampersingel als voor die over den Heerensingel niet voldoende met het belang van de scheepvaart zou zijn rekening gehouden, terwijl met het oog op de nieuwe goederenhaven aan de Leidsèhe Vaart een behoorlij ke verbinding te water met het Spaarne in het vervolg nog meer van belang zal worden. Dat de Kamer evenwel gemeend heeft, aangezien de bouw dier brug gen was ondernomen was, zich van eenig advies te moeten onthouden. Voorts, dat, na kennisneming van de overgelegde teekening, de boven uitgesproken vrees haar alleszins ge wettigd voorkomt. d. Een brief van de firma Levert Schuttel, likeurstokers alhier, d.d. 2 Augustus, over den exporthandel van ih Nederland vervaardigde likeuren naar de Vereenigde Staten van Noord- Amerika, voor zoover die, door be voorrechting van importeurs uit Frankrijk, Duitschland, Italië en Por tugal, feitelijk buiten de Amerikaan- sche markt wordt gesloten, waarom zij het van het grootste belang acht, dat onze Regeering met den meesten spoed in dit geval van de Amerikaan- sche Regeering eene toezegging zal weten te verkrijgen, waardoor de slag voor deze export-industrie kan wor den afgweend, en tevens verzoeken, dat hunne belangen door deze Kamer bij Z. E. den Minister van Binnen- landsche Zaken met kracht worden verdedigd en aanbevolen. Werd besloten, aan dit verzoek ten spoedigste gevolg te geven door een adres aan den Minister van Binnen- landsche Zaken en tevens zich hier over ook te wenden tot den Min. van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Door een der leden werd met genoe gen melding gemaakt van de door het gemeentebestuur genomen maatrege len ten einde de belemmering der passage in en bij de Anthoniestraat, waarop in de vorige vergadering door hem gewezen werd, te doen ophou den, meer bepaald wat betreft de al daar bestaande brug over den Burg wal, die thans weer lean worden ge passeerd. Door den heer Postdirecteur alhier werd de meening der Kamer gevraagd omtrent een door hem op verzoek van belanghebbenden voorgenomen maat regel, ten eerste om op den zooge- naamden Koninginnedag de laatste postbestelling voor dien dag achter wege te laten, en ten tweede, om het postkantoor op dien dag na het mid daguur gesloten te houden. Tegen het eerste bestond bij de ver gadering geen bezwaar, tegen het laatste wel. Eindelijk werd ter tafel gebracht eene ontwerp-missive aan Z. E. den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, behelzende de gewone jaarlijksche voorloopige opgave om trent den toestand van handel en nij verheid in deze gemeente. DTl ontwerp werd na voorlezing vastgesteld als volgt Ter voldoening aan het bij Uwer Exc.ties Missive van 20 April 1903 no. 203 gedaan verzoek, om telken jare vóór 15 Augustus eenige opgave te ontvangen omtrent den toestand van handel en nijverheid in deze gemeen te, hebben wij de eer, voor zoover de thans verloopen maanden van 1904 betreft, U. E. kortelijk het volgende mede te deélen. Fabrieksnijverheid. Volgens ons gedane opgave moest vooral op het gebied der machine- industrie over eene algemeene slapte in het werk op deze soort van fabrie ken geklaagd worden. Alleen met groote inspanning konden de hier be staande machinefabrieken aan den gang worden gehouden. En dit ge schiedde vooral door het aannemen en uitvoeren van werken in het bui tenland, ja zelfs buiten Europa, niet tegenstaande de groote concurrentie welke er ook op dit gebied van dien ktyit was waar te nemen. Sedert Rus land voor de buitenlandsche indus trie is gesloten, worden de nadeelige gevolgen hiervan ook door Neder- landsche fabrieken niet weinig onder vonden. Intusschen valt het niet te ontken nen, dat het Haarlemsche fabrieks wezen zich in de laatste jaren niet onbelangrijk heeft uitgebreid en dat het getal fabrieken buiten die van machinerieën weer met eenige is ver meerderd. Ambachtsn ij verheid. Ook op dit gebied was het niet zoo druk als in vorige jaren. De natuur lijke oorzaak hiervan is wel het min der bouwen van nieuwe huizen of woningen dan vroeger, doch nog al tijd blijft de lust daartoe voortduren en geeft dit ook door de toenemende uitbreiding der gemeente in hare om geving nog aan vele handen werk, en is het niet te vreezen, dat dit in de eerste jaren zal ophouden. De be langrijke spoorwegwerken, die in en buiten Haarlem worden er nog zullen worden uitgevoerd komen ook zeker niet weinig ten voordeele van onze ambachtsnijverheid. Kleinhandel en Winkelne ring. De kleinhandel breidde zich uit ook door de toenemende welvaart der naburige gemeenten. De winkelnering ondervond nog steeds de nadeelige gevolgen van de groote concurrentie. Het getal winkels neemt jaarlijks toe. Daardoor valt het velen dikwijls moeilijk, met winst zaken te doen. Marktwezen. De toestand van het Haarlemsche marktwezen kon over het algemeen niet gunstig genoemd worden. Kaas- en veemarkten wijzen jaarlijks een verminderd cijfer van aanvoer aan. Alleen de jaarlijksche zoraerpaarden- markt gaf reden tot tevredenheid. Buitenlandsche Handel, meer bepaald die in bloembollen. Ofschoon de Hyacinten zich nog niet geheel hersteld bleken te hebben van de gevolgen der vorstschade van het vorige jaar, kan toch over het algemeen, dank zij het zeer gunstige weder, de oogst bevredigend genoemd worden. Bollen van eerste grootte zijn echter schaarsch en hun hoedanig heid Iaat te wenschen over. Het Tulpengewas is over 't alge meen goed. De handel was tot einde Juli traag, daar verscheidene afnemers, met hef oog op de vrij aanzienlijke hoeveel heden, verleden jaar door hen van de ingekochte bollen onverkocht overge houden dit jaar hun orders belang rijk hebben verminderd. Wellicht draagt de eenigszins onzekere poli tieke toestand van Europa het zijne hiertoe bij. Uit den aard der zaak lijdt de handel op Rusland ernstig onder den oorlogstoestand. Binnenland. HOFBERICHT. Met den koninklijken exprestrein vertrokken gisteren om 1.18 H. M. de Koningin, in een witten reismantel gehuld, en Z. K. H. Prins Hendrik, in de uniform van schout-bij-nacht, met gevolg in groot tenue naar 's-Her- togenbosch. De koninklijke familie was te voet van het paleis naar den trein gegaan, dié begeleid werd door de heeren v. d. Burg, Otterloo en Koster. De burgemeester van Apel doorn en arts Pot waren op liet per ron aanwezig. Van hen beiden nam het koninklijk echtpaar afscheid. De Koningin en de Prins werden luide toegejuicht door het talrijke publiek. DE OPENING DER STATEN-GENERAAL. Men leest in de Haagsche kroniek der „N. Gron. Ct." De Kameropening zal dit jaar iets bijzonders zijnhet is thans uitge maakt, dat II. M. de Koningin door den Prins der Nederlanden vergezeld, en niet onwaarschijnlijk ook in tegen woordigheid van H. M. de Koningin Moeder, de nieuwe zitting van de Staten-Generaal zal openen in de ge restaureerde ridderzaal op het Bin nenhof. Men is er zóóver mee gevor derd, dat de plechtigheid er zal kun nen plaats vinden. Eindelijk is men 't omtrent de plaatsing van den troon, aan een van de zijden der groote zaal eens gewor den. Er is nu aan de afwerking van den troon begonnen, de meubileering en cle plaatsing van de gekleurde ven sters zijn ter hand genomen en in 't begin van September hoopt men ge reed te zijn met de zaal voor de ver eenigde zitting. BENOEMING. Tot burgemeester van Muiden is benoemd de heer J. L. de Raadt. De Koningin en de Prins in Noord-Brabant. Hare Majesteit de Koningin Wil- helmina is met Zijn Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der Neder landen Woensdag te 's Hertogenbosch aangekomen om van daar uit heden, Donderdag, aan de grootsche werken tot opening van den Nieuwen Maas mond Haar vorstelijke wijding te geven. Brabant's hoofdstad stelde de eer, om het Koninklijk echtpaar binnen hare veste te mogen ontvangen, op hoogen prijs. De stad, die overal ver sierd was geworden, had een blij en feestelijk aanzien, en ieder wande laar was getooid met sjerpen en co- carden in de kleur van het Vorstelijk Huis. De Ilooge Gasten, die met een salon- trein aankwamen wei-den door den Commissaris der Koningin in Noord- Brabant, mr. A. E. J. baron van Voorst tot Voorst, naar de feestelijk versierde ontvangzaal van het station geleid, waar zij opgewacht werden door den burgemeester van 's Herto genbosch, jhr. P. J. J. S. M. van der Does de Willebois met de wethouders en den secretaris, de leden van Gede puteerde Staten met den griffier, de Kamerheeren in buitengewonen dienst jhr. mr. Snoeck en jhr. mr. F. van Rijckevorsel, jhr. Verheyen, jager- meester in buitengewonen dienst, het lid der Tweede Kamer jhr. mr. A. van Sasse van IJsselt. de generaal-majoor Ridder van Rappard, bevelhebber in de derde militaire afdeeling, de ma joor der schutterij J. van der Steen, de overste Mensing, plaatselijk com mandant. de president van het hoog gerechtshof mr. Van Meeuwen, met den procureur-generaal, en mr. Tak den officier van justitie, en enkele an dere autoriteiten. Zeer hartelijk begroette H. M. den Burgemeester, die het Vorstelijk Echtpaar welkom heette. Hierna wer den de autoriteiten voorgesteld, ter wijl H. M. bloemen werden aange boden door het dochtertje van den griffier Mr. W. M. Landschot en door freules Van der Does de Willebois. Na deze ontvangst werden de rij tuigen bestegen en werd de tocht naar het Gouvernementsgebouw aanvaard. In de stad werd de stoet met groot enthousiasme begroet., overal werden de Hooge Gasten hartelijk toegejuicht en talrijke hoera's stegen op. Na de aankomst in het Gouverne mentsgebouw werd een intieme thee gehouden, en om half acht werd dooi de Staten van Noord-Brabant een feestmaal aangeboden aan het Vorste lijk paar in de Statenzaal. De Staten leden werden in de ontvangkamer aan de Koningin en den Prins voor gesteld, waarna zij hunne plaatsen aan tafel innamen. De gouverneur nam plaats aan de rechterzijde van de Koningin, de baronesse Van Voorst tot Voorst was gezeten naast Prins Hendrik. Voor het dessert hield de Commis saris der Koningin een toespraak; waarin hij nogmaals de Hooge Gas ten een hartelijk welkom toeriep in de provincie. Aan het slot van zijn rede stelde spr. voor om uit te roe pen:,.Lang leven de Koningin en den Prins der Nederlanden Alle aanwezigen steimden daar drie werf mede in. Hierna nam H. M. het woord, en dankte, ook namens den Prins, den Commissaris voor de vertolking van de gevoelens van aanhankelijkheid en trouw, welke de bevolking dei- provincie voor het Koninklijke Huis koestert. Ik wensch, zoo zei H. M., u van onze zijde de verzekering te ge ven, dat wij warme genegenheid voor haar gevoelen en oprecht belangstel len in alles, wat kan bijdragen tot haar welvaart en geluk. Hierna stelde H. M. een dronk in op het welzijn en den bloei der provincie, waaraan door de dischgenooten geestdriftig werd voldaan. De Provinciale Noord-Brabantschc en 's-iïertogenbossche Courant heeft ter gelegenheid van het Koninklijk bezoek aan Den Bosch een feestnum mer uitgegeven, prijkende met de portretten van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik. De feestcourant, omgeven met een oranje-kleurigen rand, bevat o.m. een Welkomstgroet aan het Koninklijk Echtpaar, en voorts een artikel over de heden plaats vindende plechtig heid de opening van den Nieuwen Maasmond, door de Koningin. Dit feit is van de grootste beteeke- nis. Om de rampen te voorkomen, die honderden jaren lang vaak 't vrucht bare gedeelte van Nederland, dat zicli uitstrekt tusschen Maas en Waal en om Den Bosch, teisterden, werd in 1883 besloten tot de algemeene schei ding van de rivieren Maas en Wa&7 en tot het verleggen van de uitmon ding der Maas. Na een ingespannen arbeid van 21 jaren is thans dit grootsche werk tot stand gebracht, ter verbetering van ons rivierstelsel. Die verbetering zal een triomf zijn voor de wetenschap en techniek van onzen tijd, zegt de ,,H. Ct." in het door ons aangehaalde artikel. Het feestnummer van De Noordbra- banter is eveneens met oranje-kleuri gen rand versierd, en bevat mede een welkomstgroet, en een waardeerend artikel, gewijd aan de blijde incom- ste van Ilare Majesteit Koningin Wil- helmina en Z. K. H. Prins Hendrik". Ook in dit blad wordt gewezen op de opening van den Maasmond. II. M. onze geliefde Koningin, zegt de Noordbrabanter, zal een werk ver richten, dat in Hare regeering een grootsche daad zal wezen van hooge beteekenis, vooral voor ons gewest. POLITIEBOND. Het hoofdbestuur van den Alge- meenen Nederlandschen Politiebond heeft aan de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal het volgende adres ver zonden Geven met verschuldigden eerbied te kennenJ. P. Engelman, te Hee renveen W. L. H. Koster Henke te Amsterdam D. Beunker, te Ensche de K. Kramer, te Apeldoorn, en J. W. van Loon, te Tholen, samen vor mende het hoofdbestuur van den Al- gemeenen Nederlandschen Politie bond, erkend bij Kon. besluit van 1 Maart 1904, no. 14 dat door hen met belangstelling is kennis genomen van de door de re geering voorgestelde wijziging van de Gemeentewet, meer in het bijzonder van het voorgestelde art. 145bis. dat uit de toelichting van dit art. blijkt, dat de daarin ontworpen rege ling o.a. omtrent het geven van on gevraagd ontslag, het opleggen van disciplinaire straffen, de gelegenheid tot het inbrengen van bezwaren daar tegen en de eindbeslissing daarover, niet van toepassing zal zijn op de gemeente-politie, omdat daaromtrent in de Gemeentewet reeds is voorzien. dat evenwél de regeling van de po sitie van de ambtenaren en beambten der gemeente-politie in het desbetref fend art. 191 van de Gemeentewet niet gelijk is aan die, welke in het ontworpen art. 145bis ten opzichte van de gemeentelijke werklieden wordt voorgesteld dat, hoewel door de regeering er kend wordt, dat de positie van de ambtenaren bij afzonderlijke wet ge regeld moet worden, daardoor de vrees niet is weggenomen, dat alsdan de gemeente-politie wederom daar buiten kan gehouden worden met het thans gebezigde argument, dat hare rechtspositie reeds bij de Gemeente wet geregeld is dat in den loop der jaren voldoende bleek, dat de regeling van de rechts positie der gemeentepolitie in het al- 1 gemeen niét voldoende meer en meer onzeker is. Immers in gemeenten, waar geen commissaris van politie is, en dat zijn er meer dan 1000, wordt volgens art. 191 van de Gemeentewet èn de ambtsinstructie vastgesteld, èn ontslag gegeven door den burgemees ter, zonder dat deze aan iemand daaromtrent verantwoording schuldig is. Ook in gemeenten waar een com missaris van politie is, kunnen zich omstandigheden voordoen, die het wenschelijk doen zijn, dat aan de ge meentelijke politie-ambtenaren en -be ambten gelegenheid gegeven worde tot hooger beroep redenen waarom zij de vrijheid ne men, uwe Kamer beleefd te verzoe ken, het daarheen te willen leiden, dat nevens de door de regeering voorgestelde wijziging, een wijziging 'van art. 191 der Gemeentewet worde ter hand genomen, welke de rechts positie van de gemeentelijke politie ambtenaren en -beambten op hechte- ren grondslag doet rusten. KANTOOR- EN HANDELSBEDIENDEN. In een voor de pers niet toeganke lijke internationale conferentie van handels- en kantoorbedienden, staan de op liet standpunt van den klassen strijd, is een resolutie aangenomen, waarin wordt gezegd dat de maat schappelijke toestand van den kan toorbediende steeds onzekerder en minder loonend wordt en steeds meer een proletarisch karakter aanneemt; dat, evenals de arbeiders, die in de productie werkzaam zijn, zijn plaats in de maatschappij is bij de niet-be- zittende klasse ,de klasse der loon arbeiders dat hij alleen tot verbete ring van zijn toestand kan geraken wanneer hij georganiseerd is in een vereeniging, die alle collega's op neemt, zonder onderscheid van geloof, afstamming en geslacht en welke ver eeniging haar doel tracht te bereiken in aansluiting aan de algemeene op het standpunt van den klassestrijd staande arbeidersvereenigingendat dus de bestaande vereenigingen van kantoorbedienden, die op het burger lijke standpunt staan, ondeugdelijk zijn, en dat bet derhalve noodzakelijk is om de kantoorbedienden in te lich ten omtrent hun waren toestand in de maatschappij, en dat zij, die op het standpunt dezer resolutie staan, tot plicht hebben om zoodra in hun land de tijd daarvoor gekomen is, een zelfstandige vereeniging op te rich ten of aan een zoodanige vereeniging deel te nemen, waaraan het juiste standpunt ten grondslag ligt. ONZE TUIN. De vereeniging Onze Tuin (ter ver zorging van onechte kinderen) hield Woensdag te Utrecht onder voorzit terschap van den heer K. Taekema, van Haarlem, eene algemeene verga dering. Mejuffrouw L. M. de Waal Malefijt en de heer F. B. Visser wer den als bestuursleden herkozen, ter wijl in de plaats van den heer P. Taekema, van Haarlem, die als zoo danig bedankte, als secretaris be noemd werd de heer C. J. Smit, van Haarlem. INBRAAK. Klaarblijkelijk is kort geleden te Middelburg een brutale inbraak ge pleegd. Sedert een dag of veertien is de fa milie V. d. L., wonende op het Mo lenwater, uitstedig. De dienstbode, die den sleutel van de voordeur onder haar berusting heeft, gaat om den anderen dag in de woning om een en ander te onder-: houden. Zoo trad zij ook weder gis terochtend te negen uur het huis bin nen, waar zij, tot haar grooten schrik weldra bespeurde, dat gedurende haar afwezigheid ongenoode gasten waren binnengedrongen. Het schrijfbureau van den heer des huizes, staande in de voorkamer, was geheel opengebro ken en de inhoud ovex-hoop gehaald; op den grond warden afgebrande lu cifers gevonden. Van de brandkast, die in een achter gelegen zijkamertje stond, waren de plaatjes van de slo ten afgcbi'oken. Of iets vermist wordt, kan nog niet worden gezegd, daar de inhoud van het bureau aan de dienst bode niet bekend was. Op den grond van de voorkamer werd een horloge gevonden, dat de inbrekers klaarblij kelijk versmaad of vergeten hebben. In den tuin werd een stoel aange troffen. die daar tevoren niet gestaan had, terwijl de keukendeur open stond het slot daarvan was onbe schadigd. Aan de buitenzijde was geen sleutelgat. Het schijnt dus wel, dat de indrin ger door den tuin het huis heeft be reikt. Van de bevindingen der dienstbode is kemxis gegeven aan de politie, ter wijl aan den heer v. d. L., die in Boi'kulo vertoeft, het gebeurde gete legrafeerd werd. Van den dader of de daders schijnen nog geen aanwijzin gen gevonden te zijn ook niet om trent den tijd van de inbraak, die na Maandagochtend schijnt gepleegd te zijn. Mogelijk is Maandagavond of -nacht misbruik gemaakt van het feit, dat vele menschen en een groot deel der politiemacht elders, nl. op de Markt enz., waren. SCHIPBREUK. Men schrijft uit Wijk aan Zee aan het N. v. d. D. Op den veelbelovenden feestdag morgen van Maandag is een dag vol ontroering gevolgd, maar gelukkig ook een blij eindigende avond. Omstreeks halftien werd het rucht baar, dat een schip gestrand was in de richting van Eginond, en dat de reddingboot werd gereedgemaakt. Reeds veel vroeger had de daarmede belaste persoon overal de'menschen opgeroepenmaar ,.de commissie" woont te Beverwijk, en eerst op haar orders mag de boot in zee gaan. De hoofdonderwijzer, die óók in die commissie zit. was niet thuis en dus hier geen enkel verantwoordelijk per soon aanwezig: Daardoor werd het elf uur eer de boot bij het gestrande schip was. De twee jongste zoons van den hier wonenden heer W. v. d. G. wa ren dadelijk, toen zij het in noodvei*- keerend schip om acht uur van het duin uit zagen, er met een vlet heen- geroeid (het is dxie kwartier van W. a. Z.), maar de vlet sloeg om. Toch waren zij weer zoo flink, dat de jongste mede in de ï-eddingboot ging. Alles liep naar het strand. Het was een verschrikkelijk gezicht. Het schip 't was een Engelschc smak, toebe- hooi'ende aan een reeder uit IJmui- den en op vischvangst uit lag ge heel op zijde, met de zeilen aan flar den, terwijl aan de voorplecht vier man zich vastklemden. Toen het eb werd, trachtten ver scheidene menschen het schip te be reiken. Maar storm en branding wa ren zóó hevig, dat men niets voor de arme menschen kon doen. Groote gol ven zag men steeds over schip en be manning heenvliegen, zoodat nxen elk oogenblik dacht, dat zij zouden wor den weggeslagen. De i-eddingboot. eenmaal in zee, was dadelijk bij het schip. De eerste poging mislukte. De boot dreef af en de lijn kon niet gevangen worden. De tweede poging, helaas mislukte uog jammei'lijker dan de eerste. De boot sloeg om en de mannen er uit Gelukkig, dat zij van gordels voorzien waren. Eén man echter had gelukkig het zeil of een touw van het schip gegre pen, en toen konden al de mannen en helpers, naar het schip wadend, de schipbreukelingen bereiken, waar na zij het onuitsprekelijk geluk had den alle vier mannen behouden op het strand te bi-engen. Zij waren geheel uitgeput. Van 's morgens halfdrie, toen het schip lek I geworden was, hadden zij aan de pomp gestaan. Een man was bewusteloos. Dr. Kui per de bier logeerende directeur van het Wilhelmina-Gasthuis te Am sterdam heeft hem bijgebracht, en toen is hij vervoerd naar het Kinder ziekenhuis en daar opgenomen. De andere drie mannen zijn door Terol,1 den brievengaarder, vriendelijk opge nomen, gevoed, van droge kleeren voorzien en in de gelegenheid gesteld wat te slapen. Zij waren spoedig vei"-, kwikt. Ook de andere ik heb hem even gesproken is weder geheel beter. Het schip was niet vei-zekerd. Tij dens de redding heeft een der zomer gasten voor de manschappen een col lecte gedaan. Zij heeft tweehonderd gulden opge bracht. Aan de vier geredden werd hiervan 150 gegeven en de andere 50 werden verdeeld onder de kloeke bemanning der Wijk-aan-Zeesche red dingboot. AANVARING. Lloyds meldt uit Dover, dat het Engelsche stoomschip James Westall Woensdagmorgen om drie uur in hét Kanaal in aanvaring kwam met de Nederlandsche sleepboot Hollander. De Hollander zonk, de geheele be manning is verdronken, met uitzon dering van een man. die op het dek! van de James Westall sprong. LOOD IN DE WATERLEIDINGEN. Indertijd is gemeld, dat er te Mep- pel in water uit de leiding lood ont dekt was. Er zou een onderzoek inge steld worden. Thans is dat onderzoek- afgeloopendrie technologen uit Delft hebben het verricht. De circa 1800 aansluitingen zijn alle onderzocht in den tijd van cix-ca zes weken. Ixx 80 procent van de aan sluitingen moet (naar de Mepp. Ct. bericht), hoegenaamd -geen lood ge vonden zijn, in een klein deel wèl en in een zeer klein deel van de restee- rende 20 pCt. slechts sporen van lood. De dienstleidingen, meer dan de binnenleidingen schijnen hier de oor zaak der loodvorming te zijn. HOL-BEWONERS. 't Is nog niet zoo heel lang geleden, zegt de Avondpost, dat tal van Hol landers een bezoek brachten aan den heremiet Alberts, die op 't midden van zijn akker veen, naar W meer maar overigens in een bijna onbe woonde streek, een hol tot woning had gekozen. Hij verliet het hól nim mer, tenzij een geduchte regenbui hem er uit dreef. Dan wandelde hij zoolang in 't veld, tot de bui voorbij was. Kwamen er nieuwsgierigen een kijkje nemen, dan kreeg men het ver wilderde gelaat van den holbewoner te zien. ftjet 't hoofd uit zijn hol kwam ook hij dan de omstanders op nemen en tot hem gerichte vragen kort beantwoorden. Thans heeft de politie op 't veen te Westerende weder een bewoond hol ontdekt, bewoond door een vrouw, een weduwe De Vries. De ongelukki ge moest met geweld het hol worden uitgezet en naar 't armhuis overge bracht. MISHANDELING. Bij het houden van nachtdienst in het jachtveld te Borssele werden twee jachtopzienei's door zes wildstrooper3 overmand en mishandeld. Vooral de beambte Rottier moest het ontgelden. Hem is een rib gebroken, terwijl hem twee bloedende wonden aan het hoofd toegebracht zijn. Bij de worsteling zijn vuurwapens afgeschoten. DE DOOD VAN VON PLEHVVE. InJPlaiïóius werd Woensdagavond een^vërgaftering gehouden van de af deeling Amsterdam III der S. D. A. P., waarin gesproken werd over den mooi-d op den Russischen minister Plehwe en de beteekenis daaiwan voor de Joden van Rusland en van Europa. Vei-schillende Russische spre kers waren uitgenoodigd, die evenwel eerst laat ter vergadering verschenen, waarom allereerst een kort woord werd gesproken door den lieer Jos. Loopuit,, die het Russische rijk ver geleek bij een heksenketel, waarin het kookt en woelt, waarin revolutie en opstand aan de orde van den dag zijn. Men hoort er echter weinig van, omdat de censuur alle publiciteit weert. Nog steeds is het Russische tsaremijk het bolwerk der reactie, maar toch heeft ook de vrijheidsidee zich daar baan gebroken, ondanks alle onderdrukking. Plehwe heeft aan die verdrukking een groot aandeel genomen, en hoe men ook over den moord op hem moge denken, ieder zal moeten erkennen, dat hij zijn verdiende loon heeft gehad. Hij was het, die de Christenen tegen de Joden opzette, en den Tsaar tegen alleniet- i-eactionaire partijen. Spreker eindig de met een eeresaluut te brengen aan de Russische revolutionairen, de dra gers der arbeidersbeweging (Applaus). De Russische sprekers waren in middels gearriveerd. Eerst word het woord gevoerd door mevr. Vera Re- skowslcy, die 22 jaar in Siberische gevangenissen doorbracht. Zij vertel- de van de macht der politie in Rus land, die alle bezoekers van een ver gadering als deze gevangen zou kun nen nemen en naar SlFerië zendën. Ook spreekster zou weer hetzelfde lot treffen, als zij het waagde terug te keeren. In Rusland is geen vrijheid van drukpers of godsdienst, alles moet daarom in het geheim geschie den. De vestingen en gevangenissen zijn er gevuld met veroordeelden, de hoogescholen worden ontvolkt en niet slechts de Tsaar is een despoot, maar ook de gouverneurs der provinciën bezitten dezelfde macht. De volgende spreker, de heer Micael Bei-g, vertegenwoordiger van de All- gemeine Judische Arbeitersbund in Rusland, noemde Plehwe den groot sten beul van het tsarenrijk, die veel heeft bijgedragen tot de onmensche- lijke Jodenvervolgingen. Van den bond, welken spr. vertegenwoordigt, zijn alleen in het laatste jaar 400 le den gearresteerd en verbannen. Toen Plehwe aan de regeering kwam, ver zekerde hij, dat hij do geheele revo lutionaire beweging in één jaar zou uitroeien. Maar dat gelukte hem niet, want voor één veroordeelde kwamen honderden anderen in de plaats, en zoo zal het voortgaan, ondanks alle maatregelen, die de Russische regee- ring ook na den dood van Plehwe zal nemen. Het lid van den Oostem-ijkschen Rijksdag, Daszynski, die daarna de vergadering toesprak, schoof den Jo denmoord te Kisjinef eveneens op de schouders van Plehwe. Plehwe gaf de menschheid een slag in het gezicht, maar hij ontving een antwoord. Zijn dood is een genoegdoening voor de beleedigde menschheid en de op hem gepleegde aanslag moet beschouwd worden als de natuurlijke reactie te gen de dwangmaaïfregelen der Russi sche regeering. De heer Roubanowitch, van Parijs, sprak in denzelfden geest, en na hem nog vijf andere spi'ekers, onder wie mr. Troelstra. N. R. C. VREEMDE PASMUNT. In eene te Maastricht gehouden ver gadering van den Maastrichtschen middenstand werd besloten, een mon sterpetitie aan de regeering te rich ten, ten einde verlost te worden van den omloop der vreemde pasmunt. MISLUKTE ZELFMOORD. Woensdagochtend om xxegen uur is in den Haag in den goederenwagen van den Staatsspoortrein aangebracht een zwaar aan het hoofd verwond persoon, dié, als verdachte, onder ge leide van twee politiebeambten uit Gouda hei-waarts overgebracht moest worden Het geval moet zich aldus hebben toegedragen. De arrestant was tusschen Moerka- pelle en Zoetermeer uit den trein ge sprongen, blijkbaar met het doel om zich onder een uit de andere richting naderenden trein te werpen. Het doel miste; de arrestant kwam met zijn hoofd tegen de rails terecht en werd zoo gevonden, opgenomen en verder met den trein getransporteerd. Hij had onderweg vooi'gewend van de retirade gebruik te moeten maken en in plaats van terug te keeren in zijn coupé, had hij langs een ande re afdeeling van den waggon den trein willen verlaten. Bij aankomst in den Haag werd hem door een geneeskundige in het station het eerste verband gelegd, waarna de verwonde per raderbaar door de politie naar het ziekenhuis werd vervoerd. De man was gedetineerd te Utrecht en is genaamd P. J- v. E. Hij heeft Donderdag te Utrecht terechtgestaan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 2