de kostbare steen.
een] internationale motorboot-race.
"allerlei.
De beide heeren raten in de rook
coupé van den sneltrein.
Ik begrijp niet, zei de beroemde
detective Falz tot zijn vriend, graaf
Fischeck, hoe men zich uit hartstocht
met criminalistiek kan bezighouden,
zooals gij het nu sedert jaar en dag
doet
Wat, dat begrijpt u niet Waar
om zijt gij dan detective geworden,
als ik vragen mag?
Wel. ge denkt toch niet, dat het
uit hartstocht is geschied? Neen, de
zaak ligt heel anders ik had eene
onbedwingbare ondeugd... de nieuws
gierigheid alleen uit nieuwsgierig
heid ben ik detective geworden.
De graaf keek den spreker aan met
een blik. waaruit twijfel sprak. Men
wist nooit, of hij het meende, dan of
hij schertste.
Denk toch eens aan. ging Falz
voort, welk eene bekoring er voor een
nieuwsgierig mensch in ligt, dingen
uit te vorschen. die hem heelemaal
niet aangaan. Dat is immers dequin-
tessens van mijn beroep en daarin
vindt ge ook de verklaring, waarom
ik het koos.
En ik, zei de graaf, betreur het
nog eiken dag, dat de ooievaar mij
in eene verkeerde wieg heeft gelegd.
Naar mijn aanleg ben ik volstrekt
geen aristocraat en ik zou er alles
voor over hebben om detective te
zijn.
Meneer Falz keek den spreker aan.
Van het haar op zijn hoofd, dat el-
ken dag geshampoingd werd, tot aan
het onberispelijke schoeisel was alles
aan dezen jongen, blonden reus aris
tocratisch. Zou hij werkelijk innerlijk
zoo geheel anders geaard zijn
Zeg eens, zei meneer Falz, ik
heb daar juist een interessant geval,
waarmee ik nog niet recht in 't reine
kan komen. Misschien kunt ge mij
helpen... daarbij kunt ge uwe crimi-
nalistische gaven bewijzen. Het be
treft een diefstal van ju weel en., en
eene schoone clante.
Ah Ik ben werkelijk nieuwsgie
rig.
De dame bevindt zich hier in den
D-treiu... dat is de reden, waarom ge
mij hier zoo deftig tusschen Ostende
en Berlijn in de eerste klasse vindt.
Ik dacht het dadelijk, dat ge het
een of ander spoor volgdet. Maar ver
tel toch, ik ben zeer nieuwsgierig
naar uw verhaal
Zijt ge misschien ook nieuwsgie
rig? Mijn verhaal is niet lang:Eer
gisteren liet lord Munston in Ostende
aan een aantal kennissen zijne ver-
zameling juweelen zien, onder welke
zich ook de beroemde zeshoekige saf-
j fier bevindt, welke in nabootsingen
en afbeeldingen in alle verzamelingen
voorhanden is. Toen zijne gasten weg
waren, lag de steen weliswaar nog
altijd op zijn kussen van wit flu
weel... maar het was niet meer de
echte.
Wat Een namaaksel
En zelfs een heel voortreffelijk
namaaksel. De lord had even goed
den steen nog langen tijd in zijn bezit
(Bij de plaatjes).
In de haven van Calais.
Wij wezen er kort geleden op, hoe
in de internationale sportkringen ne
vens de automobiel de motorboot al
meer op den voorgrond treedt.
Enkele dagen geleden nu is in 't
Kanaal tusschen Calais en Dover, de
grootste motorbootrace gehouden on
der de auspiciën van de „Automobile
club de France".
De race, die een internationaal
stempel droeg, was georganiseerd
door den bekenden Franschen sports
man graaf Pecope, een oud-marine-
officier. Ook de president der Repu
bliek had een prijs uitgeloofd.
De belangstelling was aan beide
kanten van 't Kanaal zeer groot zoo
wel te Calais als te Dover zag 't
zwart van nieuwsgierigen en Pelle-
tan, Frankrijk's minister van marine,
was te Calais aan boord van een tor
pedo-jager, daardoor de heele race
een officieel cachet gevend.
De race zelf had het volgend ver
loop
Bij 't vallen van *t schot schoten de
Hotchiss-, Mercedes- en Napierboo
ten snel vooruit, door de andere in
kalmer gang gevolgd.
Spoedig had de „Mercedes" de lei
ding cn hield deze, ondanks de po
gingen van de „Napier", zelfs een
fout in de richting bij 't invaren der
haven van Dover kon de „Mercedes"
de zege niet ontrooven.
Met vijf minuten sloeg zij de vol
gende aankomende, de „Napier", zoo
doende Frankrijks motoristeneer ook
te water ophoudend.
kunnen hebben zonder de verwisse- schien van plan de bagage der gravin pagne, waarop de graaf eene heele
ling te ontdekken, wanneer hij niet te onderzoeken 'fiesch'van hetzelfde merk voor zich
juist denzelfden dag, gedreven doorDat zou liet eenvoudigste zijn,zeiven bestelde.
een voorgevoel, zijne verzameling maar ik zou er niets in vinden. Ze; De kellner, die heel vlug van be-
nogmaals nauwkeurig had bekeken...1 heeft den steen bij zich; ze draagt 'grip was, zette op de tafel tusschen
Toen ontdekte liij den diefstal. dien aan hare japon. j de champagne-flesschen eene vaas
Is het niet mogelijk, dat de saf- Zoo Ge hebt den saffier dus met frissche bloemen, welke voor dien
fier reeds vroeger gestolen was?Had reeds gezien? j tijd in den salon hadden gpstaan. De
de lord de steenen vooraf ook onder-; .fa zeker! Zou ik er anders zoo gravin genoot. Hare roöde lippen
zocht j overtuigd van spreken j lachten en nog meer lachten hare
Beste graaf, ge komt daar opeen i Maar dan is het zeer eenvoudig' oogen. toen ze zei
zeer juiste gedachte, maar omdat zehaar te zeggen, dat ze den steen te- j Welk een onverwacht gezellig
juist is, kwam ze natuurlijk ook bij rug moet, geven, wanneer ze niet in uur! Ik dacht van Ostende naar Keu
ons op... neen, de lord had de casset-hechtenis genomen wenscht te wor- len eene heel vervelende reis te lieb-
te met de steenen niet weer geopend,den. ben en nu zit ik hier in het aange-
Want ofschoon de heer Jansen als
gewoonlijk geen huissleutel bij zich
had. cn de groote wijzer al dicht bij
10 stond, dacht hij lieden nog in het
geheel niet aan naar huis gaan.Want
aan de leestafel zat immers zijn huis
baas en niet ver van dezen de advo
caat, die beiden woonden in hetzelfde
huis als hij. Een van hen zou zeker
nog wel tot het sluitingsuur blijven
plakken, hij behoefde dus niet be
vreesd te zijn, dat hij, ook al had hij
dan geen sleutel, niet in huis zou ko
men en de heer Jansen kon zich dus
nu eens op zijn gemak aan het ger
stenat te goed doen. En dat hij zich
niet vergist had, bleek, want noch
zijn huisbaas, noch de advocaat
maakten aanstalten om op te staan.
Ja. wat meer zegt, de heer Jansen ge
voelde van lieverlede zelfs neiging om
blij te zijn, als een van de heeren
eindelijk het besluit zou nemen om
eens op te breken, want hij was het
lange uitblijven niet gewoon en in
zijn beenen kwam een zwaarte alsof
het bloed in lood was veranderd.
Helaas, de heeren schenen tegen
een paar glaasjes wel opgewassen en
dus liet de heer Jansen zijn glas nog
maar eons opnieuw vullen. Heimelijk
bespiedde hij intusschen den advo
caat. Die man scheen van ijzer en
staal, geen trek op zijn gelaat ver
ried, dat het bier eenigen invloed op
hem had. Dan dwaalde zijn blik naar
zijn huisbaas God zij dank, die be
gon toch al te geeuwen.
De een na den ander in het café
ruimde het veld en weldra zat Jansen
aan zijn tafel alleen.
De klok wees reeds half een.
De huisbaas geeuwde nog wel erger
dan daar straks, maar desniettegen
staande maakte hij nog geen aanstal
ten om weg te gaan, en de advocaat
liet zich, o, schrik, zelfs nog eens
inschenken. Alleen de angst voor zijn
vrouw en voor de boetpredikatie, die
hem te wachten stond, behoedde Jan
sen voor onder zeil gaan. Want dat
het zoo laat zou worden, had hij niet
gedacht. Zou hij zijn geheim aaneen
der heeren toevertrouwen Hij kon
immers een uitvlucht verzinnen en
zeggen, dat hij den huissleutel verge
ten had. Maar neen. zoo'n blaam kon
hij zichzelf toch niet geven, want nie
mand zou het sprookje hebben ge
loofd. Zoo wachtte hij dan maar weer
geduldig verder, totdat hij op eenmaal
zoo geweldig met den neus op de ta
fel stiet, dat de pijn hem tot in de
teenen schoot.
Toen was er geen langer houden
meer aan. Met een energieke bewe
ging stond Jansen op, nam hoed en
stok en verliet het lokaal. Hij moest
dan thuis maar het potje eten, dat
hij. met zijn lichtzinnig gedrag, zelf
te vuur had gezet. Toch liep hij zoo
langzaam mogelijk huiswaarts, wel
licht hadden, de- beide heeren door
zijn voorbeeld ook het besluit geno
men op te stappen en volgden zij
hem.
En werkelijk, hoorde hij slechts
tien meter van zijn huis ook het
hunne verwijderde stappen achter
zich en toen hij voorzichtig omkeek,
zag hij huisheer en advocaat arm in
arm nader komen.
Jansen vie"] een steen van het hart.
Hij deed haast onmogelijk kleine
stappen en juist op hetzelfde oogen-
blik, toen hij de huisdeur bereikte,
waren ook de beide heeren hem op
zij.
Onderweg in 't Kanaal.
Wat Waarom zou ik daarvan Wederzijdsche verbazing over de Het bewustzijn van onschuld laat
schrikken toevallige ontmoeting op zulk een on- daarentegen een genoegzame vloeiing
ïVeI dachtJ gii da.Cht !k U°°n UU1' V°°r van vocht toe, om do rijst week te
meende slechts, omdat ge straks m luke woning en schuchter retire eren J
scherts zeidet, dat hij tenslotte zelfs I van den heer Jansen achter de twee'
u wel zou kunnen verdenken. i anderen. Maar als een bom vlogen) Vrij bekend is het verhaal van den
De mooie vrouw wierp haar hoofd'deze uiteen, zoodat de heer Jansen dief, wien met eenige andere personen
met eene onbeschrijfelijk trotsche be-weder in de voorhoede stond,
weging achterover. j Na u, mijnheer Jansen.
Ik schertste slechts, graaf Wat I Neen waarachtig niet mijn-
raken mij alle detectieven der gehee- j heer de advocaat, na u, als ik u ver-
Ie wereldLaten we over iets spre- i zoeken mag.
ken, dat prettiger is... ik heb nog: ls al te-beleefd, maar ik kan
slechts een half uur in den trein te lieuscli met toestaan, dat.
Tien minuten lang duurde dit com-
sedert hij ze een half jaar geleden in; Probeer dat dan eens
Londen door een bekend juwelier liet1 neer Falz ironisch,
onderzoeken. De cassette had de lord! Zeg mij, waar ze den saffierverrukkelijk
zitten; stapt gij daar ook uit? i
zei me-naamste gezelschap bij een koud glas Het spijt ine ontzettend... neen, Sj^oo1 con°mana<7°een zwoele stilte
wijnen geurige bloemen... het is ik moet verder, naar Berlijn, maarlii rnk
"ik I als ik mocht hopen u over eenige da- i °n„ a Sndit wnSrd
persoonlijk in bewaring en heeft, en ik zal naar haar toe gaan enDe graaf vond, dat alleen zi] ver
eindelijk had hij een uur vóór zijne u den steen brengen. rukkelijk was. en hij zei haar dat met stellig terugkomen,
.gasten kwamen eveneens nog eens j De graaf was reeds opgestaan en (woorden, die zoo weinig mogelijk tri-O, wat belooft
een stok. van een zekere lengte werd
gegeven, met de verzekering, dat de
stok van den dief door eene boven
natuurlijke kracht zou groeien.
De schuldige, die zich verbeeldde,
dat zijn stok werkelijk langer gewor
den was, brak er een stuk af en zoo
werd hij ontdekt.
Eene 'dergelijke anecdote wordt ver
teld van een boer, bij wien graan uit
- m Woord uit, dat zooveel zegt, het woord
gen nog m Keulen te vinden, zou ik;dat den man onwaar(jiff j3) schoon (de schuur gestolen was,
die al zijn
(het ook den welopgevoeden echtge-1 knechts bij elkaar riep en hen eene
-3 - -- - - --Tr°— -«-"vu spoeaig wat.'^ t0t eere strekt. Maar de een wist hoeveelheid veeren in een mand liet
'den kostbaren saffier m handen ge- ging naar de (leur viaol waren. Maar hij ging toch ook zei za lachend Kom hier, k wil u an den anS dat geen vanallen verzekerde dat de
had en zich overtuigd van diens on-Ze heeft den steen aan den cha-voort met over edelgesteenten tespre- voor die belofte beloonen, al kan ik llfias was over den huissleutel. uu ""wiji mj veizeiMuae, udi uo
vergelijkelijken gloed en zijn schoone rivari van haar horloge hangen tus-,ken. i ze ook niet aanvaarden. j Ee heer Jansen had op den advo-1 v.eereu zeker aan het-haar van den
kleur, kortom, hij had zich van zijne schen een© menigte andere berloques. j Ik weet, zei hij, dat ge eene Hij boog zich naar haar toe, want caat,t j éze weer op den huisbaas en .dief zouden blijven kleven,
echtheid overtuigd. i Gelooft ge werkelijk zoo vast aan hartstochtelijke verzamelaarster zijt.' ze had uit het bouquet, hetwelk op decjg huisbaas op den heer Jansen ge-' Na een "korte poos bracht een van
Wien verdenkt men? Wien zijt ge uwen aanleg voor detective, graaf? Is het waar, dat ge den beroemden tafel stoncl, een rozenknop genomenwacht en tenslotte had de een liet'de knechts zijne hand telkens naar
op t spoor? Ik zal u bewijzen, dat ik dien'saffier bezit... hoe heet hij ook weer? en stak dien nu in zijn knoopsgat.piakken-blijven van den ander in den i het hoofd en zoo verried hij zich
Juist die sclioone dam© van wel- j bezit. Maar blijft nu nog een poosje, - O, ge meent den grooten „Oris- Het was een eenigszins omslachtigg-rond verwenscht. j Een Fransch dokter die in een
ke ik sprak. Ze is namelijk eveneens in de rook-coupé, want de gravin mag j man"... den zeskantigen saffier...werk en nu moest hij het. hoofd hee-De huishaas, als de moedigste van h
een verzamelaarster van juweelen en niet zien, dat we elkander kennen, ineen dien bezit helaas lord Munston. lemaal achterover buigen, want an- allen, trok eindelijk aan de bel, al j "uur-vigeiante zijne pauenten ner
zij was onder de kennissen, welke op Twee minuten later zat de graaf, Wij hebben hem eergisteren in Oston- ders kittelden hem de lange, groene klapperden zijn tanden van angst zocht, had een fiesch echte Jamaica-
dien dag lord Munston bezochten, naast de gravin bij het kleine tafeltje de kunnen bewonderen. bladeren aan de kin. Maar eindelijk voorde ontvangst, door vrouwlief rum als monster ontvangen; maar
Daar ginds zit ze. en babbelde met haar over honderden Wij Wie zijn dat? zat de bloem vast en de gravin lachte hem bereid.
Bij deze woorden wees de detective gemeenschappelijke kennissen en ge- j Wel, een aantal kennissen van als een jong meisje.
door de glazen deur in den aangren- meenschappelijko belangen. j den lorei... ik was er ook bij. Ze staat u goed zei ze.
zenden restauratiewaggon, waar aan Het was ongelooflijk van dezen; Graaf Fischeck keek de gravin met De schuin, hangende spiegel had den DOOR VREES ONTDEKT,
een afzonderlijk tafeltje eene dame' Falz, dat hij de gravin van een dief-; een naar hij meende doordringenden waarnemer in den hoek haar beeld' in sommige streken van Indiëkomt
zat en Mokka dronk, terwijl ze met-stal kon verdenken Deze dame, wel- blik aan. zeer nauwkeurig teruggekaatst en het -
een nadenkend door het raampje naarke in d© allerhoogst© kringen had: Gravin... d© steen is gestolen en was onverklaarbaar, waarom ook me- vfm PPT1 mie-daad verdenkt' I VC111 '"7"
het voorbijvliegende landschap keek. - verkeerd en wier man aan het gezant- men is den dief op 't spoor! neer Falz zoo genoeglijk meesmuilde. r ~f| b.... A t tp t verzocht hem te zorgen, dat geen der
Ja, schoon was ze inderdaad. j schap verbonden was geweest! Bedroog hij zich, of was zijne .En toen kwam Keulen en de gra-g .r arogerijsi e koetsiers er van dronk.
Eene jonge, niet zeer groote maar' Het duurde niet lang if Je fluwee- buurvrouw werkelijk bleek geworden? vin stapte uit, vergezeld door den Mo£>°'dit opperviakKig wat zonaer-Nauwelijks was hij weer thuis, of
verrukkelijk gebouwde vrouw metlen oogen en de bekoorlijk© gebaren Hoe kan dat? zei ze met goed ge- graaf, die tot het laatste oogenblik |ing schijnen, een feit is het, dat de hi- wer(j met groten speod bij twee
gitzwart haar en heldere, eenigszins van de schoone vrouw hadden het. huichelde verbazing. Ik zag den steen van. haren aanblik wilde genieten. invloed van vrees zeer groot is op de 1 0f yan koetsiers geroepen die
molancholieke oogen. j licht ontvankelijk gemoed van den immers met mijn eigen oogen. Denkt Toen hij eindelijk weer instapte, speekselklieren, zelfs zóó sterk, dat j aari ppri wrcrhrikkeliil-e buikoiln le-
Maar dat is immers gravin Li-jongen graaf doen ontvlammen. Hij d© lord, dat een van de aanwezigen was het hoog tijd; de trein ging on- als de verwachte werkelijk schuldig LL tnc(( 'JjL ni.,
cha! riep graaf Fischeck. Ge vergist, liet dat ook duidelijk genoeg bemer-jhem gestolen heeft? middellijk weer verder en de graaf \s er ee6n afscheidinc van sDeeksel 1 U L y'
u, beste Falz, deze dame kan zelfs ken tot groot vermaak van meneer; Ik vrees haast, dat hij dit denkt., keek zuchtend rond of hij zijn kennis in' _Hn mnnd 1q 7nn^ft h.f hpm j moeite, om hen te overtuigen, dat zij
een half gekke lord niet van diefstalFalz. die thans van uit de rook-coupé ja, ik kan u als zeker mededeelen, dat ook zag. Maar daar stond meneer LU.. Via v« alleen maar gestolen rum gedronken
verdenken. 'den restauratiewaggon binnentrad en hier in den trein een detective zit, die Falz naast hem. J worm aenjst te Kauwen. hadden.
Niet de lord. maar ik koestereen fiesch mineraalwater bestelde, (den steen gezien heeft en de schuldi- Welnu? Zulke beschuldigden doen dan
verdenking. Maak u niet driftig,: De tafel, waarbij hij het water jge in hechtenis zal nemen, als ze...Wat meent ge? Ge hebt u nu ook doorgaans niet lang poging om
BTftflf vpvramulsinrs 7.iin A rvrini-ï nipt. dronk, st.nnd in e.en hne.k waar een i ï-ilat rromilUir don cinnn tprii<Tcpo.<afl
toen hij thuis kwam, bemerkte hij,
dat hij vergeten had deze uit het rij
tuig te nemen.
Hij ging naar den stalhouder, zei-
Sïü Het' nög mëerraaïên vóorVdarïemand, j
graaf... verzamelaars zijn A priori niet dronk, stond in een hoek. waar een niet gewillig den steen teruggeeft, toch zeker wel overtuigd, dat ze den te ontkennen, maar vallen al spoedig
volkomen normale menschen... ik heb spiegel hing. Zonder dat het de aan-! in dit geval namelijk zou de lord van steen niet had? J
een machtig Duitsch vorst hooren
zeggen, dat bij den paardenhandel en
bij den verkoop van oudheden het be
driegen geoorloofd is en deze Hoog
heid was verzamelaar van oudheden.
Het zij zoo Ik zou er toch op
willen zweren, dat deze dame niet in
staat is een edelgesteente te stelen. Ik
ken haar maar oppervlakkig, maar
ik weet, dat ze tot de beste Boheem-
sche families behoort.
Boheemsche? mompelde Falz.
Ja... wat we zien dat nemen we!
Daar weet ik alles van
Ge zijt gek, ik begrijp u niet
dacht trok, wist Falz hij het opstaan eene bestraffing van de schuldige af- —Integendeel, ik heb me over-
dezen spiegel een weinig naar rechtszien tuigd. dat ze hem wel had
te draaien, zoodat het spiegelbeeldj Het was verbazingwekkend, zooals Maar, mensch... als ge dat ge-'
der gravin en haren cavalier in den de gravin komedie kon spelen! Ze looft, waarom laat ge haar dan gaan
hoek naar de volgende afdeeling werd sloeg de handjes in elkaar en zei met Bah. aan haar persoon is me
teruggekaatst. Daardoor kon hij dehoog opgetrokken wenkbrauwen, wel- niets gelegen
beiden van daar uit. gadeslaan zon-ke haar een allerliefst angstig uiter-Maar de saffier?
der zelf gezien te worden. i lijk gaven 1 De saffier Hier is hij
Graaf Fischeck verloor ondertus-j o hemel... als hij mij dan ook Bij deze woorden tastte de detecti-
schen zijn doel niet uit het oog. Hij nog maar niet verdenktIk draag na- ve in den borstzak van den graaf en
door de mand.
IN MACEDONIË.
bracht heel spoedig het gesprek op
juweelen en had daarmee het stok
paardje van de gravin op het tooneel
gebracht.
Hun gesprek werd voortdurend le-
Maar zeg mij nu toch eens. hoe ge devendiger en ten overvloede bestelde
zaak wilt naspeuren, zijt ge mis- de gravin eene halve fiesch cham-
UIT RUSLAND.
Een bomvrije minister.
melijk sedert jaar en dag een zeer haalde den schitterenden „Orisman"
schoonen saffier hier aan mijn horlo- er uit.
geketting ik heb dien ook aan den De graaf verschoot van kleur,
lord laten zien (hier loog de schoone Wat... wat, beteekent dat? Ge
gravin), maar ongelukkig is het denkt toch niet...
slechts een steen als ieder ander.... Stel u gerust, graaf, ik denk
zie maar heelemaal niets Ik heb namelijk ge-
Bij deze woorden nam ze van ha- de grav5n ,u steen in
ren horlogeketting een wonderschoo- za,c goochelde; dat komt ervan,
nen steen met een kostelijken glans Jvanneer men z'oh rozeknoppen in t
er, gaf die aan den graaf. kn^P5.at,',aat
Deze was onthutst. In stilte vroeg ^f;jSI)ra£?^,os" w^r.4
hi, het verrukkelijke schepsel diepb£ ïf"iSg,f./00d 6a^bleek' I°en.
schaamd vergiffenis, dat hij haar ook xvoar^op vond, zei hij:
maar éene minuut van diefstal had De denkt toch niet. dat dit de
kunnen verdenken. De steen, die inoobte steen is?
een bijna onzichtbaar gouden randje' geloof het nietik weet het.
was gevat, schitterde als een brillant daarom liet ik de gravin bedaard
van het helderste water met zuiver uitstappen; mij lag slechts gelegen
blauwen gloed 1 aan den steen, en dien heb ik thans...
Hij gaf haar dien terug en bc-'jiank zij uwe vriendelijke me^ewer-,
merkte met verrukking, hoe ze toe- i eS'
7WAP0, rincr a 11 pri ïArW die op later leeftijd de ge- Alleen de schietwapens zijn er mo-
van den Tachtig jarigen dern en die hebben, in de handen
»Wr m„„ Berlijn afscheid van elkander namen, O"10!; "°S «ens Selezen of bestu- der Turken en der opstandelingen zoo
keHjkheid lilLI dien op haren schooiti n meoeer Fa,z "chter nlet nalaten, feèrd heeft, zal s'ch allicht verbaasd, ;GSÏ hun best gedaan, dat heele stre-
liggen. Ie vragen hebben er over. noe die verbrande eii ken ontvolkt en Verwoest werden, ter-
Op dit oogenblik heii de detective1 Welnu.- waarde graaf, zijt ge nu uitgemoorde steden en dorpen tèl-
doo? de restauratiezaal en terwijl hij "°h« Sg van mv0 «iminalisti- kons
weer opleefden uit den druk.
hat tafniHo snoiwitriiifr nu - p 1 j Met een onbegrijpelijke elasticiteit
toch herstellen de onderdrukte volken
i zich van de Slagen burner onder
drukkers.
Zoo ging 't in vroeger eeuwen fiiei"
©n in 't overig Europa, zoo zien we
het thans weer gebeuren in Macedo-
king.
liet, dat hij hare liand"daarbij zacht--=rfaf zweeg alti3d en iOUC1, u,
jes drukte. i duuld? 'ane- «wzijn gemoed weerin schiedenis
Ze bevestigde den steen schijnbaar e™"1™1" T<""> heeren
weer aan den ketting, maar in wer-
het tafeltje voorbijging, schudde hij
even het hoofd voor graaf Fi-
scheck een teeken, dat dit niet deech-;
t© steen was en zij toch den echten
bij zich had.
De gravin had hem gezien en wend
de zich tot haren buurman.
Wie is dat? Hij keek ons zoo
vreemd aan.
Maar hij kreeg geen öntwoord.
DRIE HELDEN.
De lieer Jansen wreef zich verge-
noegd de handen en lachte stiekem. nie' con Iand> dat in beschaving mis-
- Schrik met, gravin, het is een Dan riep hij den kellner en bestelde schien nog achterstaat hij alle zeven
detective. zich nog een glas bier. provincies in de lCe eeuw.
wijl de bewoners gedood waren of
over de grenzen getrokken.
In den laatsten tijd echter begint
het ongelukkige land, waar 't kruis en
de halve maan nog immer om den
voorrang worstelen, weer op te leven.
Onze plaat geeft een dorp te zien,
Aai door den ijver der teruggekeerde
bewoner.? weldra als een Fenix uit
Zijn asch zal verrezen zijn.