de kostbare steen. een] internationale motorboot-race. "allerlei. De beide heeren raten in de rook coupé van den sneltrein. Ik begrijp niet, zei de beroemde detective Falz tot zijn vriend, graaf Fischeck, hoe men zich uit hartstocht met criminalistiek kan bezighouden, zooals gij het nu sedert jaar en dag doet Wat, dat begrijpt u niet Waar om zijt gij dan detective geworden, als ik vragen mag? Wel. ge denkt toch niet, dat het uit hartstocht is geschied? Neen, de zaak ligt heel anders ik had eene onbedwingbare ondeugd... de nieuws gierigheid alleen uit nieuwsgierig heid ben ik detective geworden. De graaf keek den spreker aan met een blik. waaruit twijfel sprak. Men wist nooit, of hij het meende, dan of hij schertste. Denk toch eens aan. ging Falz voort, welk eene bekoring er voor een nieuwsgierig mensch in ligt, dingen uit te vorschen. die hem heelemaal niet aangaan. Dat is immers dequin- tessens van mijn beroep en daarin vindt ge ook de verklaring, waarom ik het koos. En ik, zei de graaf, betreur het nog eiken dag, dat de ooievaar mij in eene verkeerde wieg heeft gelegd. Naar mijn aanleg ben ik volstrekt geen aristocraat en ik zou er alles voor over hebben om detective te zijn. Meneer Falz keek den spreker aan. Van het haar op zijn hoofd, dat el- ken dag geshampoingd werd, tot aan het onberispelijke schoeisel was alles aan dezen jongen, blonden reus aris tocratisch. Zou hij werkelijk innerlijk zoo geheel anders geaard zijn Zeg eens, zei meneer Falz, ik heb daar juist een interessant geval, waarmee ik nog niet recht in 't reine kan komen. Misschien kunt ge mij helpen... daarbij kunt ge uwe crimi- nalistische gaven bewijzen. Het be treft een diefstal van ju weel en., en eene schoone clante. Ah Ik ben werkelijk nieuwsgie rig. De dame bevindt zich hier in den D-treiu... dat is de reden, waarom ge mij hier zoo deftig tusschen Ostende en Berlijn in de eerste klasse vindt. Ik dacht het dadelijk, dat ge het een of ander spoor volgdet. Maar ver tel toch, ik ben zeer nieuwsgierig naar uw verhaal Zijt ge misschien ook nieuwsgie rig? Mijn verhaal is niet lang:Eer gisteren liet lord Munston in Ostende aan een aantal kennissen zijne ver- zameling juweelen zien, onder welke zich ook de beroemde zeshoekige saf- j fier bevindt, welke in nabootsingen en afbeeldingen in alle verzamelingen voorhanden is. Toen zijne gasten weg waren, lag de steen weliswaar nog altijd op zijn kussen van wit flu weel... maar het was niet meer de echte. Wat Een namaaksel En zelfs een heel voortreffelijk namaaksel. De lord had even goed den steen nog langen tijd in zijn bezit (Bij de plaatjes). In de haven van Calais. Wij wezen er kort geleden op, hoe in de internationale sportkringen ne vens de automobiel de motorboot al meer op den voorgrond treedt. Enkele dagen geleden nu is in 't Kanaal tusschen Calais en Dover, de grootste motorbootrace gehouden on der de auspiciën van de „Automobile club de France". De race, die een internationaal stempel droeg, was georganiseerd door den bekenden Franschen sports man graaf Pecope, een oud-marine- officier. Ook de president der Repu bliek had een prijs uitgeloofd. De belangstelling was aan beide kanten van 't Kanaal zeer groot zoo wel te Calais als te Dover zag 't zwart van nieuwsgierigen en Pelle- tan, Frankrijk's minister van marine, was te Calais aan boord van een tor pedo-jager, daardoor de heele race een officieel cachet gevend. De race zelf had het volgend ver loop Bij 't vallen van *t schot schoten de Hotchiss-, Mercedes- en Napierboo ten snel vooruit, door de andere in kalmer gang gevolgd. Spoedig had de „Mercedes" de lei ding cn hield deze, ondanks de po gingen van de „Napier", zelfs een fout in de richting bij 't invaren der haven van Dover kon de „Mercedes" de zege niet ontrooven. Met vijf minuten sloeg zij de vol gende aankomende, de „Napier", zoo doende Frankrijks motoristeneer ook te water ophoudend. kunnen hebben zonder de verwisse- schien van plan de bagage der gravin pagne, waarop de graaf eene heele ling te ontdekken, wanneer hij niet te onderzoeken 'fiesch'van hetzelfde merk voor zich juist denzelfden dag, gedreven doorDat zou liet eenvoudigste zijn,zeiven bestelde. een voorgevoel, zijne verzameling maar ik zou er niets in vinden. Ze; De kellner, die heel vlug van be- nogmaals nauwkeurig had bekeken...1 heeft den steen bij zich; ze draagt 'grip was, zette op de tafel tusschen Toen ontdekte liij den diefstal. dien aan hare japon. j de champagne-flesschen eene vaas Is het niet mogelijk, dat de saf- Zoo Ge hebt den saffier dus met frissche bloemen, welke voor dien fier reeds vroeger gestolen was?Had reeds gezien? j tijd in den salon hadden gpstaan. De de lord de steenen vooraf ook onder-; .fa zeker! Zou ik er anders zoo gravin genoot. Hare roöde lippen zocht j overtuigd van spreken j lachten en nog meer lachten hare Beste graaf, ge komt daar opeen i Maar dan is het zeer eenvoudig' oogen. toen ze zei zeer juiste gedachte, maar omdat zehaar te zeggen, dat ze den steen te- j Welk een onverwacht gezellig juist is, kwam ze natuurlijk ook bij rug moet, geven, wanneer ze niet in uur! Ik dacht van Ostende naar Keu ons op... neen, de lord had de casset-hechtenis genomen wenscht te wor- len eene heel vervelende reis te lieb- te met de steenen niet weer geopend,den. ben en nu zit ik hier in het aange- Want ofschoon de heer Jansen als gewoonlijk geen huissleutel bij zich had. cn de groote wijzer al dicht bij 10 stond, dacht hij lieden nog in het geheel niet aan naar huis gaan.Want aan de leestafel zat immers zijn huis baas en niet ver van dezen de advo caat, die beiden woonden in hetzelfde huis als hij. Een van hen zou zeker nog wel tot het sluitingsuur blijven plakken, hij behoefde dus niet be vreesd te zijn, dat hij, ook al had hij dan geen sleutel, niet in huis zou ko men en de heer Jansen kon zich dus nu eens op zijn gemak aan het ger stenat te goed doen. En dat hij zich niet vergist had, bleek, want noch zijn huisbaas, noch de advocaat maakten aanstalten om op te staan. Ja. wat meer zegt, de heer Jansen ge voelde van lieverlede zelfs neiging om blij te zijn, als een van de heeren eindelijk het besluit zou nemen om eens op te breken, want hij was het lange uitblijven niet gewoon en in zijn beenen kwam een zwaarte alsof het bloed in lood was veranderd. Helaas, de heeren schenen tegen een paar glaasjes wel opgewassen en dus liet de heer Jansen zijn glas nog maar eons opnieuw vullen. Heimelijk bespiedde hij intusschen den advo caat. Die man scheen van ijzer en staal, geen trek op zijn gelaat ver ried, dat het bier eenigen invloed op hem had. Dan dwaalde zijn blik naar zijn huisbaas God zij dank, die be gon toch al te geeuwen. De een na den ander in het café ruimde het veld en weldra zat Jansen aan zijn tafel alleen. De klok wees reeds half een. De huisbaas geeuwde nog wel erger dan daar straks, maar desniettegen staande maakte hij nog geen aanstal ten om weg te gaan, en de advocaat liet zich, o, schrik, zelfs nog eens inschenken. Alleen de angst voor zijn vrouw en voor de boetpredikatie, die hem te wachten stond, behoedde Jan sen voor onder zeil gaan. Want dat het zoo laat zou worden, had hij niet gedacht. Zou hij zijn geheim aaneen der heeren toevertrouwen Hij kon immers een uitvlucht verzinnen en zeggen, dat hij den huissleutel verge ten had. Maar neen. zoo'n blaam kon hij zichzelf toch niet geven, want nie mand zou het sprookje hebben ge loofd. Zoo wachtte hij dan maar weer geduldig verder, totdat hij op eenmaal zoo geweldig met den neus op de ta fel stiet, dat de pijn hem tot in de teenen schoot. Toen was er geen langer houden meer aan. Met een energieke bewe ging stond Jansen op, nam hoed en stok en verliet het lokaal. Hij moest dan thuis maar het potje eten, dat hij. met zijn lichtzinnig gedrag, zelf te vuur had gezet. Toch liep hij zoo langzaam mogelijk huiswaarts, wel licht hadden, de- beide heeren door zijn voorbeeld ook het besluit geno men op te stappen en volgden zij hem. En werkelijk, hoorde hij slechts tien meter van zijn huis ook het hunne verwijderde stappen achter zich en toen hij voorzichtig omkeek, zag hij huisheer en advocaat arm in arm nader komen. Jansen vie"] een steen van het hart. Hij deed haast onmogelijk kleine stappen en juist op hetzelfde oogen- blik, toen hij de huisdeur bereikte, waren ook de beide heeren hem op zij. Onderweg in 't Kanaal. Wat Waarom zou ik daarvan Wederzijdsche verbazing over de Het bewustzijn van onschuld laat schrikken toevallige ontmoeting op zulk een on- daarentegen een genoegzame vloeiing ïVeI dachtJ gii da.Cht !k U°°n UU1' V°°r van vocht toe, om do rijst week te meende slechts, omdat ge straks m luke woning en schuchter retire eren J scherts zeidet, dat hij tenslotte zelfs I van den heer Jansen achter de twee' u wel zou kunnen verdenken. i anderen. Maar als een bom vlogen) Vrij bekend is het verhaal van den De mooie vrouw wierp haar hoofd'deze uiteen, zoodat de heer Jansen dief, wien met eenige andere personen met eene onbeschrijfelijk trotsche be-weder in de voorhoede stond, weging achterover. j Na u, mijnheer Jansen. Ik schertste slechts, graaf Wat I Neen waarachtig niet mijn- raken mij alle detectieven der gehee- j heer de advocaat, na u, als ik u ver- Ie wereldLaten we over iets spre- i zoeken mag. ken, dat prettiger is... ik heb nog: ls al te-beleefd, maar ik kan slechts een half uur in den trein te lieuscli met toestaan, dat. Tien minuten lang duurde dit com- sedert hij ze een half jaar geleden in; Probeer dat dan eens Londen door een bekend juwelier liet1 neer Falz ironisch, onderzoeken. De cassette had de lord! Zeg mij, waar ze den saffierverrukkelijk zitten; stapt gij daar ook uit? i zei me-naamste gezelschap bij een koud glas Het spijt ine ontzettend... neen, Sj^oo1 con°mana<7°een zwoele stilte wijnen geurige bloemen... het is ik moet verder, naar Berlijn, maarlii rnk "ik I als ik mocht hopen u over eenige da- i °n„ a Sndit wnSrd persoonlijk in bewaring en heeft, en ik zal naar haar toe gaan enDe graaf vond, dat alleen zi] ver eindelijk had hij een uur vóór zijne u den steen brengen. rukkelijk was. en hij zei haar dat met stellig terugkomen, .gasten kwamen eveneens nog eens j De graaf was reeds opgestaan en (woorden, die zoo weinig mogelijk tri-O, wat belooft een stok. van een zekere lengte werd gegeven, met de verzekering, dat de stok van den dief door eene boven natuurlijke kracht zou groeien. De schuldige, die zich verbeeldde, dat zijn stok werkelijk langer gewor den was, brak er een stuk af en zoo werd hij ontdekt. Eene 'dergelijke anecdote wordt ver teld van een boer, bij wien graan uit - m Woord uit, dat zooveel zegt, het woord gen nog m Keulen te vinden, zou ik;dat den man onwaar(jiff j3) schoon (de schuur gestolen was, die al zijn (het ook den welopgevoeden echtge-1 knechts bij elkaar riep en hen eene -3 - -- - - --Tr°— -«-"vu spoeaig wat.'^ t0t eere strekt. Maar de een wist hoeveelheid veeren in een mand liet 'den kostbaren saffier m handen ge- ging naar de (leur viaol waren. Maar hij ging toch ook zei za lachend Kom hier, k wil u an den anS dat geen vanallen verzekerde dat de had en zich overtuigd van diens on-Ze heeft den steen aan den cha-voort met over edelgesteenten tespre- voor die belofte beloonen, al kan ik llfias was over den huissleutel. uu ""wiji mj veizeiMuae, udi uo vergelijkelijken gloed en zijn schoone rivari van haar horloge hangen tus-,ken. i ze ook niet aanvaarden. j Ee heer Jansen had op den advo-1 v.eereu zeker aan het-haar van den kleur, kortom, hij had zich van zijne schen een© menigte andere berloques. j Ik weet, zei hij, dat ge eene Hij boog zich naar haar toe, want caat,t j éze weer op den huisbaas en .dief zouden blijven kleven, echtheid overtuigd. i Gelooft ge werkelijk zoo vast aan hartstochtelijke verzamelaarster zijt.' ze had uit het bouquet, hetwelk op decjg huisbaas op den heer Jansen ge-' Na een "korte poos bracht een van Wien verdenkt men? Wien zijt ge uwen aanleg voor detective, graaf? Is het waar, dat ge den beroemden tafel stoncl, een rozenknop genomenwacht en tenslotte had de een liet'de knechts zijne hand telkens naar op t spoor? Ik zal u bewijzen, dat ik dien'saffier bezit... hoe heet hij ook weer? en stak dien nu in zijn knoopsgat.piakken-blijven van den ander in den i het hoofd en zoo verried hij zich Juist die sclioone dam© van wel- j bezit. Maar blijft nu nog een poosje, - O, ge meent den grooten „Oris- Het was een eenigszins omslachtigg-rond verwenscht. j Een Fransch dokter die in een ke ik sprak. Ze is namelijk eveneens in de rook-coupé, want de gravin mag j man"... den zeskantigen saffier...werk en nu moest hij het. hoofd hee-De huishaas, als de moedigste van h een verzamelaarster van juweelen en niet zien, dat we elkander kennen, ineen dien bezit helaas lord Munston. lemaal achterover buigen, want an- allen, trok eindelijk aan de bel, al j "uur-vigeiante zijne pauenten ner zij was onder de kennissen, welke op Twee minuten later zat de graaf, Wij hebben hem eergisteren in Oston- ders kittelden hem de lange, groene klapperden zijn tanden van angst zocht, had een fiesch echte Jamaica- dien dag lord Munston bezochten, naast de gravin bij het kleine tafeltje de kunnen bewonderen. bladeren aan de kin. Maar eindelijk voorde ontvangst, door vrouwlief rum als monster ontvangen; maar Daar ginds zit ze. en babbelde met haar over honderden Wij Wie zijn dat? zat de bloem vast en de gravin lachte hem bereid. Bij deze woorden wees de detective gemeenschappelijke kennissen en ge- j Wel, een aantal kennissen van als een jong meisje. door de glazen deur in den aangren- meenschappelijko belangen. j den lorei... ik was er ook bij. Ze staat u goed zei ze. zenden restauratiewaggon, waar aan Het was ongelooflijk van dezen; Graaf Fischeck keek de gravin met De schuin, hangende spiegel had den DOOR VREES ONTDEKT, een afzonderlijk tafeltje eene dame' Falz, dat hij de gravin van een dief-; een naar hij meende doordringenden waarnemer in den hoek haar beeld' in sommige streken van Indiëkomt zat en Mokka dronk, terwijl ze met-stal kon verdenken Deze dame, wel- blik aan. zeer nauwkeurig teruggekaatst en het - een nadenkend door het raampje naarke in d© allerhoogst© kringen had: Gravin... d© steen is gestolen en was onverklaarbaar, waarom ook me- vfm PPT1 mie-daad verdenkt' I VC111 '"7" het voorbijvliegende landschap keek. - verkeerd en wier man aan het gezant- men is den dief op 't spoor! neer Falz zoo genoeglijk meesmuilde. r ~f| b.... A t tp t verzocht hem te zorgen, dat geen der Ja, schoon was ze inderdaad. j schap verbonden was geweest! Bedroog hij zich, of was zijne .En toen kwam Keulen en de gra-g .r arogerijsi e koetsiers er van dronk. Eene jonge, niet zeer groote maar' Het duurde niet lang if Je fluwee- buurvrouw werkelijk bleek geworden? vin stapte uit, vergezeld door den Mo£>°'dit opperviakKig wat zonaer-Nauwelijks was hij weer thuis, of verrukkelijk gebouwde vrouw metlen oogen en de bekoorlijk© gebaren Hoe kan dat? zei ze met goed ge- graaf, die tot het laatste oogenblik |ing schijnen, een feit is het, dat de hi- wer(j met groten speod bij twee gitzwart haar en heldere, eenigszins van de schoone vrouw hadden het. huichelde verbazing. Ik zag den steen van. haren aanblik wilde genieten. invloed van vrees zeer groot is op de 1 0f yan koetsiers geroepen die molancholieke oogen. j licht ontvankelijk gemoed van den immers met mijn eigen oogen. Denkt Toen hij eindelijk weer instapte, speekselklieren, zelfs zóó sterk, dat j aari ppri wrcrhrikkeliil-e buikoiln le- Maar dat is immers gravin Li-jongen graaf doen ontvlammen. Hij d© lord, dat een van de aanwezigen was het hoog tijd; de trein ging on- als de verwachte werkelijk schuldig LL tnc(( 'JjL ni., cha! riep graaf Fischeck. Ge vergist, liet dat ook duidelijk genoeg bemer-jhem gestolen heeft? middellijk weer verder en de graaf \s er ee6n afscheidinc van sDeeksel 1 U L y' u, beste Falz, deze dame kan zelfs ken tot groot vermaak van meneer; Ik vrees haast, dat hij dit denkt., keek zuchtend rond of hij zijn kennis in' _Hn mnnd 1q 7nn^ft h.f hpm j moeite, om hen te overtuigen, dat zij een half gekke lord niet van diefstalFalz. die thans van uit de rook-coupé ja, ik kan u als zeker mededeelen, dat ook zag. Maar daar stond meneer LU.. Via v« alleen maar gestolen rum gedronken verdenken. 'den restauratiewaggon binnentrad en hier in den trein een detective zit, die Falz naast hem. J worm aenjst te Kauwen. hadden. Niet de lord. maar ik koestereen fiesch mineraalwater bestelde, (den steen gezien heeft en de schuldi- Welnu? Zulke beschuldigden doen dan verdenking. Maak u niet driftig,: De tafel, waarbij hij het water jge in hechtenis zal nemen, als ze...Wat meent ge? Ge hebt u nu ook doorgaans niet lang poging om BTftflf vpvramulsinrs 7.iin A rvrini-ï nipt. dronk, st.nnd in e.en hne.k waar een i ï-ilat rromilUir don cinnn tprii<Tcpo.<afl toen hij thuis kwam, bemerkte hij, dat hij vergeten had deze uit het rij tuig te nemen. Hij ging naar den stalhouder, zei- Sïü Het' nög mëerraaïên vóorVdarïemand, j graaf... verzamelaars zijn A priori niet dronk, stond in een hoek. waar een niet gewillig den steen teruggeeft, toch zeker wel overtuigd, dat ze den te ontkennen, maar vallen al spoedig volkomen normale menschen... ik heb spiegel hing. Zonder dat het de aan-! in dit geval namelijk zou de lord van steen niet had? J een machtig Duitsch vorst hooren zeggen, dat bij den paardenhandel en bij den verkoop van oudheden het be driegen geoorloofd is en deze Hoog heid was verzamelaar van oudheden. Het zij zoo Ik zou er toch op willen zweren, dat deze dame niet in staat is een edelgesteente te stelen. Ik ken haar maar oppervlakkig, maar ik weet, dat ze tot de beste Boheem- sche families behoort. Boheemsche? mompelde Falz. Ja... wat we zien dat nemen we! Daar weet ik alles van Ge zijt gek, ik begrijp u niet dacht trok, wist Falz hij het opstaan eene bestraffing van de schuldige af- —Integendeel, ik heb me over- dezen spiegel een weinig naar rechtszien tuigd. dat ze hem wel had te draaien, zoodat het spiegelbeeldj Het was verbazingwekkend, zooals Maar, mensch... als ge dat ge-' der gravin en haren cavalier in den de gravin komedie kon spelen! Ze looft, waarom laat ge haar dan gaan hoek naar de volgende afdeeling werd sloeg de handjes in elkaar en zei met Bah. aan haar persoon is me teruggekaatst. Daardoor kon hij dehoog opgetrokken wenkbrauwen, wel- niets gelegen beiden van daar uit. gadeslaan zon-ke haar een allerliefst angstig uiter-Maar de saffier? der zelf gezien te worden. i lijk gaven 1 De saffier Hier is hij Graaf Fischeck verloor ondertus-j o hemel... als hij mij dan ook Bij deze woorden tastte de detecti- schen zijn doel niet uit het oog. Hij nog maar niet verdenktIk draag na- ve in den borstzak van den graaf en door de mand. IN MACEDONIË. bracht heel spoedig het gesprek op juweelen en had daarmee het stok paardje van de gravin op het tooneel gebracht. Hun gesprek werd voortdurend le- Maar zeg mij nu toch eens. hoe ge devendiger en ten overvloede bestelde zaak wilt naspeuren, zijt ge mis- de gravin eene halve fiesch cham- UIT RUSLAND. Een bomvrije minister. melijk sedert jaar en dag een zeer haalde den schitterenden „Orisman" schoonen saffier hier aan mijn horlo- er uit. geketting ik heb dien ook aan den De graaf verschoot van kleur, lord laten zien (hier loog de schoone Wat... wat, beteekent dat? Ge gravin), maar ongelukkig is het denkt toch niet... slechts een steen als ieder ander.... Stel u gerust, graaf, ik denk zie maar heelemaal niets Ik heb namelijk ge- Bij deze woorden nam ze van ha- de grav5n ,u steen in ren horlogeketting een wonderschoo- za,c goochelde; dat komt ervan, nen steen met een kostelijken glans Jvanneer men z'oh rozeknoppen in t er, gaf die aan den graaf. kn^P5.at,',aat Deze was onthutst. In stilte vroeg ^f;jSI)ra£?^,os" w^r.4 hi, het verrukkelijke schepsel diepb£ ïf"iSg,f./00d 6a^bleek' I°en. schaamd vergiffenis, dat hij haar ook xvoar^op vond, zei hij: maar éene minuut van diefstal had De denkt toch niet. dat dit de kunnen verdenken. De steen, die inoobte steen is? een bijna onzichtbaar gouden randje' geloof het nietik weet het. was gevat, schitterde als een brillant daarom liet ik de gravin bedaard van het helderste water met zuiver uitstappen; mij lag slechts gelegen blauwen gloed 1 aan den steen, en dien heb ik thans... Hij gaf haar dien terug en bc-'jiank zij uwe vriendelijke me^ewer-, merkte met verrukking, hoe ze toe- i eS' 7WAP0, rincr a 11 pri ïArW die op later leeftijd de ge- Alleen de schietwapens zijn er mo- van den Tachtig jarigen dern en die hebben, in de handen »Wr m„„ Berlijn afscheid van elkander namen, O"10!; "°S «ens Selezen of bestu- der Turken en der opstandelingen zoo keHjkheid lilLI dien op haren schooiti n meoeer Fa,z "chter nlet nalaten, feèrd heeft, zal s'ch allicht verbaasd, ;GSÏ hun best gedaan, dat heele stre- liggen. Ie vragen hebben er over. noe die verbrande eii ken ontvolkt en Verwoest werden, ter- Op dit oogenblik heii de detective1 Welnu.- waarde graaf, zijt ge nu uitgemoorde steden en dorpen tèl- doo? de restauratiezaal en terwijl hij "°h« Sg van mv0 «iminalisti- kons weer opleefden uit den druk. hat tafniHo snoiwitriiifr nu - p 1 j Met een onbegrijpelijke elasticiteit toch herstellen de onderdrukte volken i zich van de Slagen burner onder drukkers. Zoo ging 't in vroeger eeuwen fiiei" ©n in 't overig Europa, zoo zien we het thans weer gebeuren in Macedo- king. liet, dat hij hare liand"daarbij zacht--=rfaf zweeg alti3d en iOUC1, u, jes drukte. i duuld? 'ane- «wzijn gemoed weerin schiedenis Ze bevestigde den steen schijnbaar e™"1™1" T<""> heeren weer aan den ketting, maar in wer- het tafeltje voorbijging, schudde hij even het hoofd voor graaf Fi- scheck een teeken, dat dit niet deech-; t© steen was en zij toch den echten bij zich had. De gravin had hem gezien en wend de zich tot haren buurman. Wie is dat? Hij keek ons zoo vreemd aan. Maar hij kreeg geen öntwoord. DRIE HELDEN. De lieer Jansen wreef zich verge- noegd de handen en lachte stiekem. nie' con Iand> dat in beschaving mis- - Schrik met, gravin, het is een Dan riep hij den kellner en bestelde schien nog achterstaat hij alle zeven detective. zich nog een glas bier. provincies in de lCe eeuw. wijl de bewoners gedood waren of over de grenzen getrokken. In den laatsten tijd echter begint het ongelukkige land, waar 't kruis en de halve maan nog immer om den voorrang worstelen, weer op te leven. Onze plaat geeft een dorp te zien, Aai door den ijver der teruggekeerde bewoner.? weldra als een Fenix uit Zijn asch zal verrezen zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 8