En als dan in de eerste dagen van
het nieuwe jaar bloeiende planten in
huis en school de wedergeboorte van
de natuur aankondigen, en als daar
na Haarlem's bloembollen gaan ont
luiken in onze tuintjes, dan behoeft
men niet te wachten tot met Luilak
de Aalsmeerders met hunne in potten
gekweekte en in potten gezette plan
ten. onze stad. komen overstelpen.
't Is nu nog volop tijd. moge men
er eens een weinig geld aan wagen
misschien neemt deze of gene nog
wel eens het initiatief om aan enkele
honderden kinderen voor een vijftal
potjes de bollen uit tereiken, die dan *t
volgende voorjaar op een kleine ten
toonstelling bewijzen van hunne
kweekkunst konden afleggen.
J. STURING.
Het gemaskerd Bai.
De jonge gravin Charlotte van. F.,
een mooie, verstandige vrouw, was
eerst twee jaren gehuwd en bespeurde
bij haar eleganten'echtgenoot reeds
een onverschilligheid, die niet alleen
hare droefheid, maar ook hare jaloe
zie opwekte. Terwijl de echtgenoot,
zooals hij voorgaf, zijn clubs en ver
gaderingen bezocht, bieef de gravin,
die zicii vroeger dikwijls aan de zijde
van den graaf in 't publiek had ver
toond, alleen thuis in het groote
huis.
Zullen we Donderdag naar bet
gemaskerd bal gaan, Francois?vroeg
ze op een zekeren dag den graaf, toen
ze aan iafel zaten.
Donderdag Maar lieve kind, dan
heb -k een v^igadering. die ik onmo
gelijk kan verzuimen, daar ik zelf in
het bestuur zit.
Zou je je daar niet van af kun
nen maken, om mij een genoegen te
doen
De graaf voerde echter zulke ge
wichtige redenen aan, dat zijn echtge-
nGote er niet verder op aandrong, en
zweeg. Vroeger had zij een offer ge
bracht als ze haar man vergezelde
naar het bal, waar de groote wereld
van Parijs zich verzamelde, en nu
weigerde hij een wensch van hare zij
de in te willigen. De arme vrouw ver
moedde, dat de graaf zonder haar het
bal wilde bezoeken, dat hij vroeger
voor niets ter wereld verzuimd zou
hebben. Hare ijverzucht werd nog
aangewakkerd door een vriendin, Her
mine S., die haar juist een bezoek
bracht en aan wie ze het geval ver
telde.
Ik wed, zeïde Hermine, dat je
man op 't bal tegenwoordig zal zijn;
op zulke avonden zijn er geen verga
deringen, want iedereen gaat naar
't bal.
Dat zotï verschrikkelijk zijn,
fluisterde de jonge vrouw droevig, o,
had ik toch maar zekerheid
Het zou niet moeilijk zijn die te
verkrijgen, mijn arme Charlotte.
Hoe dan
Je kent je man aan zijn gang,
aan zijn geheele houding, hoe hij zich
ook costumeert. Ik zorg voor twee
toegangskaarten en wij bezoeken het
bal als domino's. Eén uur is voldoen
de om de zaal te overzien. Zie je hem
met, dan ben je gerustgesteld en
heeft hij je de waarheid gezegd.
Goed, zorg dan maar voor de
costumes en de kaarten.
De gewichtige Donderdag was aan
gebroken. Na 't diner, dat om zes
uur plaats had. kuste de graaf zijn
vrouw en ging naar de vergadering.
Charlotte wischte een traan uit het
oog, toen ze zich alleen in haar bou
doir bevond. De vrees, haar man op
het bal te ontmoeten, pijnigde haar
onophoudelijk. Om tien uur verscheen
Hermine en om elf uur verlieten de
beide dames het hoteleen vigelaute
bracht haar naar het gebouw.
Het bal was buitengewoon druk be
zocht, prachtige maskers bewogen
zich in dichte drommen door de
schitterend verlichte zaal. Met klop
pend hart lien Charlotte aan den arm
harer vrienflitT; in ieder maskor
meende zij den ontrouwen echtgenoot
te zien. TV heide domino's die alleen
door de zaal dwaalden, trokken al
spoedig de opmerkzaamheid. Een
pacha, in fraai costuum, volgde de
dames.
Hermine, fluisterde do gravin,
die Turk, die ons niet uit 't oog ver
liest, schijnt mijn man te zijn. Zie
maar, het is zijn gestalte, zijn gang,
misschien heeft hij mij wél herkend.
Nu, zooveel te betc-r, antwoord
de de vriendin, hij weet dan, dat je
zijn geheimen doorgrondt. Hij gaat
zonder jou naar hot hal, en jij hebt
dus het recht zonder hem te gaan.
Maar kijk, daar gaat hij naar een
paar dames, hij spreekt met die Turk-
sche daar. We zullen hem trachten te
beluisteren.
De pacha greep de hand eener be
koorlijke vrouw en begaf zich m?t
haar in de rijen der dansers. Cnar-
lotte zou er een eed op hebben kun
nen doen, dat de pacha haar man
.vas en dat hij uit beleefdh^d jegens
zijn danseres het Turksche costuum
gekozen had. Hare smart kende geen
grenzen, des te duidelijker meende ze
haar echtgenoot in hem te herken
nen. Zóó was zijn manier van dansen,
dat was zijn bruin haar, dat in den
nek krulde, dat was zijn fraaie baard,
t was in'één woord de elegance, die
hem var. alle mannsn onderscheidde.
En hoe zacht sloeg hij zijn arm om
de slanke taille der Turksche. die
l'cht als een fee" door de zaal zweef
de. Plotseling was het dansende paar
verdwenen.
Kom, fluisterde Hermine, terwijl
ze hare vriendin met zich mee trok.
-- Waarheen
Daar ginds, waar de pacha ook'
heen gegaan is.
Charlotte liet zich willoos meetrek-
ken. Eer de twee dames de plaats he
re kten, waar ze wezen wilden, wer
den ze door een twaalftal harlekijns
omringd, die op uitgelaten wijze ge
bruik maakten van de vrijheid, hun
aoor het masker verleend. Zc sloe
gen op eikaar los, schreeuwden en
haalden de dolste streken uil, er ont
stond gedrang en. na weinige minuten
waren de beide dames gescheiden. De
arme Charlotte bevond zich nu al
leen te midden van een kring dolle
harlekijns, die onder het maken van
allerlei grimassen om haar heen
dansten. Een luid gelach van de toe
kijkende maskers vergezelde deze
scène.
Charlotte was een onmacht nabij
ze vreesde, dat men haar zou her
kennen, of misschien reeds herkend
had op haar smeekende gebaren ant
woordde men slechts met lachen,
't Tumult werd steeds erger, toeneen
nieuw masker in de zaal verscheen.
Een hooge, flinke gestalte, gekleed in
elegante zwarte domino, scheidde den
kring.
Terug! riep hij met krachtige
stem en door de openingen van het
masker zag men zijn oogen gloeien
van verontwaardiging. Deze dame
staat onder mijn bescherming.
Tegelijkertijd duwde hij de harle
kijns op zijfle. Een luid gemompel
verhief zich, doch de domino bekom
merde er zich niet om.
Ik verzoek u. mij uw arm te
geven, mevrouw, sprak hij rustig.
Breng mij uit de zaal, mijnheer,
smeek ik u, fluisterde Charlotte op
jfngstigen toon.
Üe domino voldeed aan haar ver
zoek en vijf minuten later stonden
beiden huiten het gebouw. Charlotte
hing sidderend aan den arm van
haar geleider. Ze kon zich nauwe
lijks rechtop houden. Er viel een
dichte sneeuw en de nacht was guur
en koud.
—Een rijtuig, mijnheer, fluisterde
de arme vrouw, ik ben zóó uitgeput
van vermoeidheid, dat ik bijna niet
meer loopen kan. j
De domino riep om een vigelaute, i
maar het ongeluk wilde, dat er op;
dat oogenblik geen rijtuig te krijgen;
was. De ijskoude wind joeg Charlotte
de sneeuw in het gezicht. j
Den volgenden morgen kwam Hei
mine reeds vroeg naar hare vriendin
informeeren.
Charlotte verhaalde haar het avon
tuur en verzocht' haar den armband
terug te willen halen, aan welk ver
zoek Hermine voldeed. Na een uur
kwam ze weer terug.
Waar is mijn armband
De kellner. zeide mij met een
verwonderd gezicht, dat de heer van
dezen nacht den armband van zijn
vrouw reeds een uur geleden had te
ruggehaald en tevens de rekening van
vijfenzestig francs^had voldaan.
De gravin verbleekte. Ze had een
de deur van den hoofdredacteur ge-,
vonden. Zij klopte aan, maar er volg
de geen antwoord. Zij hoorde, dat
daarbinnen gesproken werd, en den
redacteur niet durvende storen, liep
zij in de gang op en neer, toen een
andere fleur geopend werd en een
lange heer verscheen, die haar vroeg
wat ze wilde.
Ik wensch den hoofdredacteur te
spreken, ik heb...
Dat zie ik, mompelde de redac
teur en wierp een wantrouwenden
blik op het dikke pakket in haar
hand. Maar thans kunt gij hem dat
niet brengen. Er is een componist bij
hem, wacht zoo lang bij ons, totdat
armband verloren, die een waarde had deze' w lg
van vijftienduizend francs. Opdat ech- Hij opendo de deur en Klara trad
ter het avontuur van dien nacht iuetjeen groot vriendelijk vertrek binnen
aan het licht zou komen, moest ze het j waar nog ecn andere heer zat.
verlies_ stil dragen. Neem plaats, dame.
Hans Helling wees op een stoel
Dat zijn nu de gevolgen
mijn jaloezie riep ze uit. voor een tafeltje en ging daarna weer
Eenige dagen later vernam ze, datjV00r zjjn lessenaar zitten,
de graaf dienzelfden nacht in de club tijdlang hoorde men niets dan
tienduizend francs had verspeeld. j het krassen der pennen, soms een
Dat was een dure nachtzei fluisteren der beide redacteuren en
Hermine. die het bericht overbracht.in het zijvertrek de luide stem van
En toch draag ik "t verlies gaar- j den componist, die niet aan opbreken
ne. antwoordde Charlotte lachend. scheen te denken.
want ik heb de zekerheid, dat mijn; Klara begon het wachton te verve
man niet naar het bal is geweest. len zij opende voorzichtig het pal;
Van den domino heeft men nooitket en nam het eerste blad in haar
meer iets gehoord. hand.„Wat gij niet wilt...", klucht-
-j spel in vier bedrijven, door Wouter
j Glaudentius".
Zij las verder en glimlachte nu en
dan.
Helling keek de dame ter sluiks
i aan.
Hoe vergenoegd lacht zij zeide
hij tot zijn collega. Haar werk moet
Het Handschrift.
(Humoreske).
Wildrijk Bosch.
Yt- i .V vi;;VOn i ^a> Scheel onverwachts zag mj tut lijn cunega. naai
jUn? - J? gisteren Klara Weiten op de straaihaar uitnemend bevallen. Maar de
mompelde de domino medelijdend. ;weer haa<= zal niet zoo lachen, als hij het
Om s hemels wil, breng me niet De hoofdredacteur streek met de dikke manuscript ziet.
meer in de zaal terug! hand zenuwachtig over zijn voor-, j-,e componist bleef maar bij den
Maar uis ongesteld, mevrouw, hoofd. hoofdredacteur.
waar zullen we heengaanWacht,Wie is dat Eindelijk stond Helling op en op de
daar is nog een restauratie open, Maar, Arthur, hoe dikwijls hen ciame toetredend, zei hij
gaat u maar met mij mede. ik zal ik je reeds van mijn vriendin ver- Het doet mij leed. dat u zoo lang
dan intusschen wel even een vigelan- teld... 'moet wachten.
te voor u hestellen; hier kunnen we Die zoo lichtzinnig was een ar- 0 .tis njets. antwoordde Klara,
onmogelijk blijven. i men en daarbij nog talentloozen terwijl zij angstig de bladen dicht-
schilder te trouwen, ik weet het... j sloeg en weer inpakte.
De gravin liet zich gewillig leiden. Zie je wel, dat je haar kent, T)at behoort eigenlijk bij mijn-
De kleine, met witte schoentjes be- meende mevrouw eenigszins ge-heer Kloos thuis, zei de redacteur met
kleede voeten waadden door de krenkt. - een veelbeteekenenden blik op het
sneeuw en rillend van koude trad ze Arthur Mens blies ongedusdig m de manuscript.
't koffiehuis binnen, waar ze weldra te heete soep. Neen. neen. ik moet bij den
machteloos op een stoel neerviel. Kindlief, ik heb het hoofd zoo hoofdredacteur zijn.
De domino toonde de meeste be- vol, dat het bijna barst. Een geluk,; jsju, daar gij het absoluut wilt,
zorgdheid voor zijn dame. dat ten minste mijn blijspel klaar is.zaj ;k eens bij hem gaan hooren. Wel-
Maar mevrouw, in dezen toe- Ook de feuilleton-redacteur was zoojicht gaat do bezoeker weg, als hij
stand kunt u niet naar huis gaan, u met manuscripten overladen, datik'zjet„ dat iemand wacht.
moet eerst wat gebruiken, u wat ver- van hem een hoop romans, allemaal, Hij nam zonder meer het pakket
kwikken ik nondig u uit als mijn vodden van dames, die iemand wan- van tie tafel en Klara waagde niet,
sast. Kollnar, geef H menu eens. Een hopis maken, heb overgenomen om hem tesen te spreken,
flesch champagne 1 ze m te zien- Maar dat 1S de laatste Wacht nog een oogenblik, ïkben
Charlotte wilde bedanken, maar de
grootmoedige beschermer liet haar
niet nan het woord komen.
Wij gebruiken te zamen wat,
mevrouw, zeide hij", dan bestel ik een
rijtuig en kunt u zich naar uwe wo
ning begeven.
wat doet die Kloos voor dank? Hij Hij klopte op de deur van den
heeft mij gisteren gezegd, dat hij weg hoofdredacteur en trad binnen,
gaat. Waf wilt gii. Helling? vroeg
Maar ik wilde je van dien ar- Mens ontevreden,
men Weiten vertellen... Pardon, daar wacht een dame
Beste Emma, ik heb werkelijk op u, en hier dit pak...
geen tijd wees toch verstandig, het Wat is dat?
Jrn, mi,no ,V?™de. bemin- hoofdartikel over de Balkanonlusten.' —Een roman, waarschijnlijk.
rv?« f/1 3 bescheiden, dat dat hitmen een uur... En dien brengt gij mij Gij weet
Charlotte zich m het vriendelijk be- Terwijl gij eet. kan ik je toch toch. dat ik niets meer lees van die
veJ schikte. Men sprak over de uitge- zegg0r- dat die Weiten onlangs... vodden! Breng dien rommel naar
'ntenheid, die nu op het bal heersch- Hemel, ze laten je niet eens meer Kloos.
te; de domino was ten hoogste ver- ;eten Daar gaat de telephoon. Helling verliet door de gangdeur
ontwaardigd en m die verontwaardi- Ongewonden snelde hij naar het haastig het vertrek van zijn chef en
ging nuttigde hij truffelpasteitjes. ge- toestel. begaf zich naar de kamer van den
braden gevogelte en oompóte, kortom Duidelijker a. u. b. Opstand feuilleton-redacteur,
het fijnste wat de spijskaart maar be- [n Albanië. Stad in Spanje afge- i De haas stuurt dit voor u, zeide
vatte. Daarna dronk hij eenige glazen brand. Telegram uit Afrika. Helling tot den kleinen heer met de
champagne. De arme gravin roerde Kind in de Nieuwstraat gevallen, schitterende oogen en het eeuwig sa'
enkele spijzen even aan, om niet on- Voor den duivel, hou die plaatselijketirisch lachje om de baardelooze lip-
danlchaar te schijnen. Na een half nieuwtjes toch bij je, die gaan miin- pen.
uur was de domino met zijn maaltijd heer Hellings aan. Oost-AziatischeZeker weer een romannetje
gereed. crisis op het kookpunt, Goed. Leg het daar maar neer hij de ove-
Hoe gevoelt ge u nu, mevrouw? Ir. koortsachtige haast eenige no- rige
titiën makend, keerde hij naar de Maar de schrijfster wacht er op.
tafel terug. Hé, hé, op bescheid on wellicht
Vlug het vleesch, Emma, de soep op het honorarium, zei Kloos spot-
wordt. toch niet koud, ik moet aan- tend. Maar des te beter als zij er nog
stonds weer naar het kantoor, de is. kan zij het ook aanstonds weer
oorlog in Oost-Azië kan elke minuut meenemen. Een blik zal voldoende
uitbreken zijn om het ding te beoordeelen.
Ja, ja, maar er zijn toch din-; Hii opende het pakket en zette
vroeg hij deelnemend.
Dank u, veel heter.
Goed. dan zal ik dadelijk een rij
tuig bestellen.
O, mijnheer, hoe zal ik u dan
ken
Door aan te nemen, wat ik u
offreer. U ziji me niet den minsten -- - - .- -«•-
dank verschuldigd; ieder ander cava. Ren. die ons veel nader zijn. De schil- groote oogen op, toen hij het hand-
lier zou in mijn plaats 'tzelfde heb
ben gedaan.
Nu, zet dan de kroon op uw
werk door mij spoedig een vigelante
te zenden.
Nog vóór u een kopje thee ge
dronken hebt, zal ik terug zijn. Jan,
een kop thee met biscuit
der Weiten is dus.
Wil je me gek maken
toch eindelijk wat hij is...
Die is overleden.
Zoo, zoo, Goddank, ik
schrift herkende.
Zeg Ei ei, was is dat! -- Werkelijk,
iets nieuws!... Een groote eer! 't Is
goed, Helling, wendde hij zich tot
bedoel, zijn verbaasden collega. Ik zal
het doet mij zeer veel leed, maar datmet mijnheer Mens zelf over spreken,
liadt gij mij .aanstonds kunnen zeg- Laat dc dame nog maar een poosie
gen. wachten.
Do domino veegde, rirh don mond Het meestd medelijden heb ikHolling was nauwelijks de deur uit.
Jm IÏLT5L vSiïffmet de arme weduwe; we moeten toen Kloos spottend opstond en met
21 LTrlTwi kh1'? haf^lg Klara een beetje ondersteunen. het manuscript naar de kamer van
rl- <y,*arl°tte ^?fhtte tien, twin- —Onmogelijk, in deze slechte tij-den hoofdredacteur ging. De compo-
üg minuten een half uur, maar de den nist vertrok juist cn Arthur Mens
beschermer kwam niet terug. Eenige j-je arme vrouw is hier gekomen bevond zich alleen,
gemaskerden traden, binnen, en nestel- 0m met haar schrijfmachine voor zich Met woedende blikken mat deze
uen verversenmgen. en haar kind den kost te verdienen.. Kloos.
De vrc-es. dat haar gemaal eerder ik dacht —Wat. brengt gij mij het mo
terug zou zijn dan zij deed degra- jk kan op de redactie niemand nuscript terug?
vin eindelijk hesluiten heen te gaan. mcer gebruiken I Pardon, ik wilde u vragen. waar-
Do vreemdeling zal geen rijtuig kun- Maar frii zoekt toch een ver- om gii het mij gestuurd hebt
nen krijgen, dacht ze. hij zal mij wel trouwd persoon voor het kopiéeren Wel, om te lezen, natuurlijk
vergeven, als hij mij niet terugziet, van uw blijspel? O, werkelijk zeer vleiend! Laat
Ze wilde zich verwijderen, doch de Dat is zoo. Een tien afschriftenmij n oprecht gelukwenschen Het
kellner {rad haar tegemoet. zou ik willen hebben voor de schouw-verheugt mij. dat gij onder do dre-
Luister eens. fluisterde Chariot- burgdirectiés. Op het kantoor kan ikmatische dichters gegaan zijt
te, als die heer in de domino terug- die niet laten maken, want de colle- j Ik begrijp je niet. wat wilt gij
komt, zeg hem dan, dat ik hem ver- ga's mogen er niets van merken. Het J vroeg de hoofdredacteur verblee-
zoek mijn vertrek te verontschuldi- stuk moet. onder pseudoniem opge-kend.
gen. voerd worden. Eerst als het succesj -Uw wensch vervullen, dat spreekt
Dat zal geschieden, was 't ant- heeft, noem ik rnijn naam. Gij weet.en met groot genoegen! Ik begrijp,
woord, maar eerst moet u betalen, die Kloos heeft het vorige jaar zelf! dat gij voorde andere bladen. waar-
De gravin schrikte. Ze herinnerde een treurspel vervaardigd en is toen:van ik correspondent ben, een kleine
zich, dat ze geen geld had meegeno- uitgefloten. Sinds dien haat hij alle-voor-bespreking ter reclame wenscht.
men. daar Hermine voor alles badge- drama-schrijvers en breekt elke pre-1Ik weet, dat liet succès niet zal uit-
zorgd. mière" af. De volgende maand wordt [blijven... De titel is goed gekozen-
Hier is de rekening, vervolgde hij criticus van een ander blad
de kellner. Mijnheer heeft mij naaru al? hij vermoedt, wie het stuk ge
verwezen, toen hij vertrok. schreven heeft, maakt hij mij voor de
Naar mij geheele wereld belachelijk. Hij mag
—Mijn vrouw zal betalen, heeft hij er du,s, volstrekt niets van hooren.
gezegd Hoar rftjr is nnk vnlcrrAKt. nu
Maar dat is ook volstrekt niet
te vreezen. Ik sta voor mijn vrien
din in.
Nu, het is mij goed. Ik heb ech
ter geen tijd, om mot haar de zaak
te bespreken, zorg gij daar maar
voor.
Graas:. Morgen zal ik haar bij
.ijk maal genoten had. Deining te'7eTen °m
t-1 - if*f» vi fporvp; KV
Indien 't masker de schoone ge
laatstrekken der gravin niet had ver-
horgen, zou de kellner gezien hebben,
dat ze van schaamte bloosde, want ze
beg reep nu, dat ze in handen was ge
vallen van een avonturier, die op
hare kosten een voortreffelijk nachte-
.-( droog vijfenzestig francs. Er ver- - öeI - v lg "dm d kwam Klara
s henen mnuddels steeds meer ge- Wclten bifmevrouw Hens en gaf deze
da" haar het handschrift van haar man.
me met wantrouwenden blik aan. gewikkeld in een rose-roode zijden
Neem dit. zeide de gravin, ter- papier,
wijl ze met bevende handen een van, Heeft uw man niet gezegd.welk
hare armbanden los maakte, morgen-,papier ik moet gebruiken en of de
ochtend zal ik de rekening laten be- j gesprekken in het stuk gespatieerd of
talen ©n zult ge de bracelette terug- tusschen haakjes geschreven moeten
n'i is j j worden?
uiariotte aueinde vrijer toen ze Daarover heeft Arthur niets gc-
buiten was. Een menigte rijtuigenzegd, alleen dat niemand hiervan
hielden stil voor het gebouw, waar de, iets mag weten.
muziek nog ruischte. ze nam een vige-Natuurlijk. Maar ik moet er
lante cn liet zich naar haar woning'eerst toch meer van weten, eer ik
brengen. i begin.
Nauwelijks had ze zich naar haar
kamer begeven of de graaf kwam
thuis, ze hoorde hem de deur sluiten.
Wist zc nu of hij naar 't bal was
geweest Ze bracht een treurigen
nacht door.
Wel, ga even naar hem toe op
het kantoor hier achter. Mijn man
zal nu wel tijd hebben, de krant is
weg. Ga maar door den tuin en vraag
om den hoofdredacteur.
Na eenig zoeken had de weduwe
„Wat gij niet wilt'
Bleek en van woede bevend staarde
Arthur Mens den feuilleton-redacteur
aan.
Wat zegt gij... gij weet...
Alleen den titel voorloopig, daar
gij mij zelf uw blijspel stuurt, maar
ik zal het zoo spoedig mogelijk ver
der lezen...
De hoofdredacteur was opgespron
gen en rukte Kloos het omvangrijke
pakket uit dc handen.
O. dwaas die ik ben Waarlijk,
mijn manuscriptEen vergissing
ik dank u voor uw goeden wil.
Kloos. maar dat is niet noodig.
Als ik tot de opvoering wacht,
meende deze met een spottenden glim
lach, terwijl hij ncenging.
Ik zal het nooit laten opvoeren
ik hij streek wanhopig met bei
de handen door zijn haar o, ik zal
een nieuw schrijven over het thema
.Wie vrouwen wat toevertrouwt, is
verloren(Hgz.)
ONDER VRIEND INNEN.v
AmelieOnlangs is, juist vóórdat
de trein vertrekken zou. een officier
bij mij in de coupé komen zitten
een alleraardigst mensch. Helaas, het
volgende station stapte hij al weer
uit.
Natuurlijk Eerder kon hij niet
Jochemse had een landgoed ge
kocht, een klein kasteel met een park,
een groot wildrijk hosch en drie boer
derijen.
Men vertelde, dat Jochemse eigen
lijk aan dat landgoed, wat men
noemt, was blijven hangen en dat
was zoo onmogelijk niet, want Jo
chemse was een groot-speculant in
landerijen. Hij zou altijd volgens
de alwetende „men" dat landgoed
genomen hebben met de berekening,
dat het zou worden onteigend voor
den aanleg van een spoorweg, maar
er was een wijziging in de plannen
gekomen, waardoor het landgoed, dat
Jochemse gekocht had, net buiten de
route van den' nieuwen spoorweg viel
en dus was de geheele speculatie fa-
likant uitgekomen. Jochemse was ge
lukkig door vorige speculatièn al
„binnen" en liever dan het landgoed
met verlies te verkoopen, was hij er
zelf op gaan wonen.
Wat daar nu allemaal van aan
was, valt niet met zekerheid te zeg
gen, maar een feit is het, dat Jo
chemse, die altijd in de stad had
gewoond, nu plotseling smaak kreeg
j in het buitenleven en een landheer in
optima forma werd.
Men behoefde hem maar te zien
j loopen met een grijs-vilten hoed op
j waarin een haveneer was gestoken,
die er echt hanig bovenuit keek met
zijn jachtkiel en lederen gordel, met
zijn geweldige laarzen, die ver over
zijn knieën reikten, om dadelijk te
1 weten
Dat is een groot-grondbezitter.
Zoo wandelde hij geheele dagen in
j zijn hosch, want daar vooral stelde
I hij belang in. Het was een „wildrijk
bosch", zoo had het ten minste ge
staan in de aankondiging van den
notaris, die het landgoed onder den
hamer had gebracht, en daaioiu
vond Jochemse het zoo vreemd, dat
hij van de aanwezigheid van wildin
zijn bosch maar niets gewaar werd.
Weldra vond hij daar evenwel een
verklaring voor
Er moest bepaald in zijn bosch ge-
stroopt worden.
In die meening werd hij niet wei
nig versterkt, toen hij op eenwande-
ling zag, dat in den tuin van een
aan zijn landgoed grenzende woning
versch gestroopte hazevellen te dro-
gen hingen.
Hazevellen
Daar moesten hazen in gezeten heb-
ben en die hazen moesten in zijn
bosch geschoten zijn, dat was zoo
klaar als de dag.
i Aan den veldwachter, die juist
voorbijkwam, vroeg hij
I Wie woont hier?
Hier herhaalde de veldwachter
eenigszins verwonderd, want op het
dorp. keu den alle menschen elkaar.
Hier woont mijnheer Wenzelman.
Wat doet hij voor den kost
Niemendal, hij renteniert, maar
vroeger is hij apotheker geweest.
Zoo. Dan moét gij dadelijk pro-
ces-verbaal tegen dien mijnheer Wen
zelman opmaken.
W Y-blief
Proces-verbaal.
Waarvoor, mijnheer?
j Snapt ge dat niet?
Mijnheer Wenzelman is een heel
net. mensch, dood-fatsoenlijk en ik
i' u niet weten...
Zoo, zoudt gij niet weten, dan
zijt ge voor een politieman niet van
de snuggersten.
Zeg eens, mijnheer...
Nu ja, voor 'n dorps-politieman
kan 't er misschien nog mee door.
i Weet ge wel, dat ik veel lust
heb om u te verbaliseeren wegens
beleediging van een ambtenaar in
functie, want ik ben ambtenaar, mijn
heer, als ge dat misschien nog niet
wist en ik hen in functie ook.
Goed als ge in functie zijt, dan
dadelijk proces-verbaal opgemaakt
tegen dien rentenierenden aoptheker.
Waarvoor? Wat heeft hij u ge
daan?
Kijk eens. wat zijn dat voor
dingen die daar hangen?
De veldwachter keek in den tuin
van Wenzelman en zeide
Hazevellen.
Precies, hazevellen, dat wil zeg
gen vellen van hazen.
De politieman begon er al van over-
tuigd te raken, dat het in de hoven-
kamer van den nieuwen kasteelheer
niet pluis was.
Van hazen, ging deze voort, die
i in mijn bosch geschoten zijn.
Hoe weet u dat? Hebt u dat ge
zien?
j Neen, maar het is toch, dunkt
me, nogal duidelijk.
Neen, mijnheer, dat is heelemaal
niet duidelijk en bovendien, al zei
mijnheer Wenzelman zelf, dat hij die
hazen in uw bosch geschoten had,
dan zou ik nog niets tegen hem kun
nen doen.
Wel nu nog mooier.
Want als ge de jachtwet kendet,
mijnheer, dan zoudt ge weten, dat
wegens stroopen alleen proces-verbaal
mag worden opgemaakt wanneer de
delinquent op heeterdaad betrapt is;
op heeterdaad, dat wil zeggen met
een geweer of strik en een gestroopt
stuk wild bij zich. Begrepen, mijn
heer Dus wanneer g<? mijnheer
Wenzelman of iemand anders we
gens wilddieverij wilt verbaliseeren,
vraag dan een aanstelling als onbe
zoldigd rijksveldwachter en ga dag
en nacht in uw bosch op den loer
liggen. Goeden nacht, mijnheer.
De veldwachter wilde voortwande-
len, maar Jochemse hield hem aan
den arm terug, want juist liep er een
man door den tuin, waarin de haze
vellen te drogen hingen.
Is tlat...? vroeg hij met een
wenk naar dien mau.
Mijnheer Wenzelman, om u te
dienen.
Eii weg was de veldwachter.
Jochemse keek naar den man in
den tuin.
Als een wilddief zag hij er nu juist
niet uit, want hij was stokoud, klein
en gebogen van gestalte en hij droeg
een bril, maar Jochemse liet zich zoo
gemakkelijk niet beetnemen, voor
hem stond het als een paal boven
water
Dat was de wilddief, die hazen stal
in zijn bosch.
Maar hoe hem te snappen
Jochemse had weinig lust om den
raad van den veldwachter op te vol
gen, want hoeveel liefhebberij hij ook
in zijn grondbezit had, hij bracht den
nacht toch liever in zijn bed door dan
in zijn wildrijk bosch, maar daaraan
was wel een mouw te passen. Voor
wie geld heeft en dat had Jochem
se is niets onmogelijk, want wat
hijzelf niet wil doen, laat hij eenvou
dig door een ander verrichten tegen
betaling, dus zou er een boschwach
ter worden aangesteld over zijn wild
rijk bosch.
Deze titularis werd met veel zorg
gekozen en Jochemse geloofde wel,
dat hij een bovenste beste had ge
vonden in den man, "dien hij dit ge
wichtig ambt opdroeg over hosschen,
ver van de streek waarin het land
goed van Jochemse lag en hier ken
de hij geen sterveling.
Men behoefde hem maar aan te
kijken om te zien. dat hij niet met
zich liet dollen: een kerel van fi 1/2
voet en naar evenredigheid breed met
een geweldigen zwarten knevel en
oogen als lichtjes.
Op de vraag van Jochemse of hij
goed wilddieven kon betrappen, had
hij het veelbelovend antwoord gege
ven
Ik ruik ze
Mooi zoohad Jochemse ge-
zegd, want ik wil u wel bekennen,
i dat ik hoofdzakelijk daarvoor een
- boschwachter neem. Mijn bosch is
bijzonder wildrijk en het wemelt hier
in den omtrek van wilddieven.
j Geen nood, mijnheer, snoefde de
j nieuwe boschwater, als ik een half
j jaar op uw landgoed ben zal geen
dier schelmen het meer durven wa-
gen er een stuk wild te stelen, al was
het maar een musch.
Ferm, ferm, zorg maar dat ik
i tevreden over u kan zijn, dan zult
i gij het ook over mij zijn.
i De nieuwe boschwachter kreeg een
mooie uitrusting en een geweer naar
het laatste model en zoo stapte hij
1 bij dag en nacht door het wildrijk
bosch, terwijl zijn oogen overal rond-
1 loerden en eiken morgen moest hü
bij den kasteelheer op het rapport ko-
men, maar dat rapport luidde onver-
j anderd
Niets te rapporteeren.
Toen Jochemse voor het eerst di„
antwoord kreeg stelde het hem wel
wat te leur, maar hij troostte zich
met de overweging
De man is pas in dienst, Tiij'
kent alle wegen van het bosch nog
niet. Wacht maar, Wenzelman, nu
kunt ge hem nog verschalken, maar
langer dan een paar dagen zal het
niet duren.
Echter duurde het veertien dagen
zonder dat er eenige verandering
kwam in het rapport
Niets te rapporteeren.
Jochemse werd kregel.
Zou hij zich in dien man zoo be
drogen hebben?
Neen, neen, dat kon niet, daarvoor
had hij, Jochemse, een veel te scher
pen blik, maar die Wenzelman scheen
wel een duivel van een kerel té zijn.
Geen nood echter, de dag of nacht zou
niet lang meer uitblijven, waarop
zelfs die sluwe wilddief tegen de
lamp zou loopen.
Maar de boschwachter was al een
maand in dienst zonder dat er eeni-
ge variatie kwam in het rapport
Niets te rapporteeren.
Nu werd het Jochemse toch al te
kras en vuurrood van toorn snauw-
de hij den bosch water toe, toen deze
zijn traktement over de afgeloopen
maand kwam ontvangen
Voor den duivel, gij zegt altijd
maar „niets te rapporteeren". Waar
door denkt gij dan dat ik eenbosch-
j wachter heb genomen, als er nooit
iets te rapporteeren valt
i Ja, mijnheer, dat vraag ik mij-
i zelf ook af nu ik uw bosch goed heb
J leeren kennen waarvoor hebt gij in
dat bosch een boschwachter genomen?
Neen, die is goed Ik heb een
boscïïwachter genojnen. omdat de
schelmen hier het wild uit mijn bosch
stalen en wanneer gij die schelmen
niet te pakken kunt krijgen, dan zijt
ge geen knip voor den neus waard.
Hoor een?, mijnheer, de wild
dief, die in uw bosch een stuk wild
kan schieten, moet nog geboren
worden.
Hè? In mijn wildrijk bosch?
Wildrijk bosch Maar mijnheerl
Geloof mij, ik ben al 20 jaar lang
boschwachter geweest en heb dus
eenig verstand van bosschen, maar
dat wist ik de eerste week die ik in
uw dienst was alin uw bosch is
nog minder wild te vinden dan in
de keuken van een vegetarisch res
taurant.
Den volgenïen dag stond het land
goed van Jochemse„kasteel met
park, groot wildrijk bosch en drie
boerderijen" weer te koop en Jochem
se keerde met stille trom naar. de
stad terug: hij had genoeg van zijn
grondbezitterschap.