En als dan in de eerste dagen van het nieuwe jaar bloeiende planten in huis en school de wedergeboorte van de natuur aankondigen, en als daar na Haarlem's bloembollen gaan ont luiken in onze tuintjes, dan behoeft men niet te wachten tot met Luilak de Aalsmeerders met hunne in potten gekweekte en in potten gezette plan ten. onze stad. komen overstelpen. 't Is nu nog volop tijd. moge men er eens een weinig geld aan wagen misschien neemt deze of gene nog wel eens het initiatief om aan enkele honderden kinderen voor een vijftal potjes de bollen uit tereiken, die dan *t volgende voorjaar op een kleine ten toonstelling bewijzen van hunne kweekkunst konden afleggen. J. STURING. Het gemaskerd Bai. De jonge gravin Charlotte van. F., een mooie, verstandige vrouw, was eerst twee jaren gehuwd en bespeurde bij haar eleganten'echtgenoot reeds een onverschilligheid, die niet alleen hare droefheid, maar ook hare jaloe zie opwekte. Terwijl de echtgenoot, zooals hij voorgaf, zijn clubs en ver gaderingen bezocht, bieef de gravin, die zicii vroeger dikwijls aan de zijde van den graaf in 't publiek had ver toond, alleen thuis in het groote huis. Zullen we Donderdag naar bet gemaskerd bal gaan, Francois?vroeg ze op een zekeren dag den graaf, toen ze aan iafel zaten. Donderdag Maar lieve kind, dan heb -k een v^igadering. die ik onmo gelijk kan verzuimen, daar ik zelf in het bestuur zit. Zou je je daar niet van af kun nen maken, om mij een genoegen te doen De graaf voerde echter zulke ge wichtige redenen aan, dat zijn echtge- nGote er niet verder op aandrong, en zweeg. Vroeger had zij een offer ge bracht als ze haar man vergezelde naar het bal, waar de groote wereld van Parijs zich verzamelde, en nu weigerde hij een wensch van hare zij de in te willigen. De arme vrouw ver moedde, dat de graaf zonder haar het bal wilde bezoeken, dat hij vroeger voor niets ter wereld verzuimd zou hebben. Hare ijverzucht werd nog aangewakkerd door een vriendin, Her mine S., die haar juist een bezoek bracht en aan wie ze het geval ver telde. Ik wed, zeïde Hermine, dat je man op 't bal tegenwoordig zal zijn; op zulke avonden zijn er geen verga deringen, want iedereen gaat naar 't bal. Dat zotï verschrikkelijk zijn, fluisterde de jonge vrouw droevig, o, had ik toch maar zekerheid Het zou niet moeilijk zijn die te verkrijgen, mijn arme Charlotte. Hoe dan Je kent je man aan zijn gang, aan zijn geheele houding, hoe hij zich ook costumeert. Ik zorg voor twee toegangskaarten en wij bezoeken het bal als domino's. Eén uur is voldoen de om de zaal te overzien. Zie je hem met, dan ben je gerustgesteld en heeft hij je de waarheid gezegd. Goed, zorg dan maar voor de costumes en de kaarten. De gewichtige Donderdag was aan gebroken. Na 't diner, dat om zes uur plaats had. kuste de graaf zijn vrouw en ging naar de vergadering. Charlotte wischte een traan uit het oog, toen ze zich alleen in haar bou doir bevond. De vrees, haar man op het bal te ontmoeten, pijnigde haar onophoudelijk. Om tien uur verscheen Hermine en om elf uur verlieten de beide dames het hoteleen vigelaute bracht haar naar het gebouw. Het bal was buitengewoon druk be zocht, prachtige maskers bewogen zich in dichte drommen door de schitterend verlichte zaal. Met klop pend hart lien Charlotte aan den arm harer vrienflitT; in ieder maskor meende zij den ontrouwen echtgenoot te zien. TV heide domino's die alleen door de zaal dwaalden, trokken al spoedig de opmerkzaamheid. Een pacha, in fraai costuum, volgde de dames. Hermine, fluisterde do gravin, die Turk, die ons niet uit 't oog ver liest, schijnt mijn man te zijn. Zie maar, het is zijn gestalte, zijn gang, misschien heeft hij mij wél herkend. Nu, zooveel te betc-r, antwoord de de vriendin, hij weet dan, dat je zijn geheimen doorgrondt. Hij gaat zonder jou naar hot hal, en jij hebt dus het recht zonder hem te gaan. Maar kijk, daar gaat hij naar een paar dames, hij spreekt met die Turk- sche daar. We zullen hem trachten te beluisteren. De pacha greep de hand eener be koorlijke vrouw en begaf zich m?t haar in de rijen der dansers. Cnar- lotte zou er een eed op hebben kun nen doen, dat de pacha haar man .vas en dat hij uit beleefdh^d jegens zijn danseres het Turksche costuum gekozen had. Hare smart kende geen grenzen, des te duidelijker meende ze haar echtgenoot in hem te herken nen. Zóó was zijn manier van dansen, dat was zijn bruin haar, dat in den nek krulde, dat was zijn fraaie baard, t was in'één woord de elegance, die hem var. alle mannsn onderscheidde. En hoe zacht sloeg hij zijn arm om de slanke taille der Turksche. die l'cht als een fee" door de zaal zweef de. Plotseling was het dansende paar verdwenen. Kom, fluisterde Hermine, terwijl ze hare vriendin met zich mee trok. -- Waarheen Daar ginds, waar de pacha ook' heen gegaan is. Charlotte liet zich willoos meetrek- ken. Eer de twee dames de plaats he re kten, waar ze wezen wilden, wer den ze door een twaalftal harlekijns omringd, die op uitgelaten wijze ge bruik maakten van de vrijheid, hun aoor het masker verleend. Zc sloe gen op eikaar los, schreeuwden en haalden de dolste streken uil, er ont stond gedrang en. na weinige minuten waren de beide dames gescheiden. De arme Charlotte bevond zich nu al leen te midden van een kring dolle harlekijns, die onder het maken van allerlei grimassen om haar heen dansten. Een luid gelach van de toe kijkende maskers vergezelde deze scène. Charlotte was een onmacht nabij ze vreesde, dat men haar zou her kennen, of misschien reeds herkend had op haar smeekende gebaren ant woordde men slechts met lachen, 't Tumult werd steeds erger, toeneen nieuw masker in de zaal verscheen. Een hooge, flinke gestalte, gekleed in elegante zwarte domino, scheidde den kring. Terug! riep hij met krachtige stem en door de openingen van het masker zag men zijn oogen gloeien van verontwaardiging. Deze dame staat onder mijn bescherming. Tegelijkertijd duwde hij de harle kijns op zijfle. Een luid gemompel verhief zich, doch de domino bekom merde er zich niet om. Ik verzoek u. mij uw arm te geven, mevrouw, sprak hij rustig. Breng mij uit de zaal, mijnheer, smeek ik u, fluisterde Charlotte op jfngstigen toon. Üe domino voldeed aan haar ver zoek en vijf minuten later stonden beiden huiten het gebouw. Charlotte hing sidderend aan den arm van haar geleider. Ze kon zich nauwe lijks rechtop houden. Er viel een dichte sneeuw en de nacht was guur en koud. —Een rijtuig, mijnheer, fluisterde de arme vrouw, ik ben zóó uitgeput van vermoeidheid, dat ik bijna niet meer loopen kan. j De domino riep om een vigelaute, i maar het ongeluk wilde, dat er op; dat oogenblik geen rijtuig te krijgen; was. De ijskoude wind joeg Charlotte de sneeuw in het gezicht. j Den volgenden morgen kwam Hei mine reeds vroeg naar hare vriendin informeeren. Charlotte verhaalde haar het avon tuur en verzocht' haar den armband terug te willen halen, aan welk ver zoek Hermine voldeed. Na een uur kwam ze weer terug. Waar is mijn armband De kellner. zeide mij met een verwonderd gezicht, dat de heer van dezen nacht den armband van zijn vrouw reeds een uur geleden had te ruggehaald en tevens de rekening van vijfenzestig francs^had voldaan. De gravin verbleekte. Ze had een de deur van den hoofdredacteur ge-, vonden. Zij klopte aan, maar er volg de geen antwoord. Zij hoorde, dat daarbinnen gesproken werd, en den redacteur niet durvende storen, liep zij in de gang op en neer, toen een andere fleur geopend werd en een lange heer verscheen, die haar vroeg wat ze wilde. Ik wensch den hoofdredacteur te spreken, ik heb... Dat zie ik, mompelde de redac teur en wierp een wantrouwenden blik op het dikke pakket in haar hand. Maar thans kunt gij hem dat niet brengen. Er is een componist bij hem, wacht zoo lang bij ons, totdat armband verloren, die een waarde had deze' w lg van vijftienduizend francs. Opdat ech- Hij opendo de deur en Klara trad ter het avontuur van dien nacht iuetjeen groot vriendelijk vertrek binnen aan het licht zou komen, moest ze het j waar nog ecn andere heer zat. verlies_ stil dragen. Neem plaats, dame. Hans Helling wees op een stoel Dat zijn nu de gevolgen mijn jaloezie riep ze uit. voor een tafeltje en ging daarna weer Eenige dagen later vernam ze, datjV00r zjjn lessenaar zitten, de graaf dienzelfden nacht in de club tijdlang hoorde men niets dan tienduizend francs had verspeeld. j het krassen der pennen, soms een Dat was een dure nachtzei fluisteren der beide redacteuren en Hermine. die het bericht overbracht.in het zijvertrek de luide stem van En toch draag ik "t verlies gaar- j den componist, die niet aan opbreken ne. antwoordde Charlotte lachend. scheen te denken. want ik heb de zekerheid, dat mijn; Klara begon het wachton te verve man niet naar het bal is geweest. len zij opende voorzichtig het pal; Van den domino heeft men nooitket en nam het eerste blad in haar meer iets gehoord. hand.„Wat gij niet wilt...", klucht- -j spel in vier bedrijven, door Wouter j Glaudentius". Zij las verder en glimlachte nu en dan. Helling keek de dame ter sluiks i aan. Hoe vergenoegd lacht zij zeide hij tot zijn collega. Haar werk moet Het Handschrift. (Humoreske). Wildrijk Bosch. Yt- i .V vi;;VOn i ^a> Scheel onverwachts zag mj tut lijn cunega. naai jUn? - J? gisteren Klara Weiten op de straaihaar uitnemend bevallen. Maar de mompelde de domino medelijdend. ;weer haa<= zal niet zoo lachen, als hij het Om s hemels wil, breng me niet De hoofdredacteur streek met de dikke manuscript ziet. meer in de zaal terug! hand zenuwachtig over zijn voor-, j-,e componist bleef maar bij den Maar uis ongesteld, mevrouw, hoofd. hoofdredacteur. waar zullen we heengaanWacht,Wie is dat Eindelijk stond Helling op en op de daar is nog een restauratie open, Maar, Arthur, hoe dikwijls hen ciame toetredend, zei hij gaat u maar met mij mede. ik zal ik je reeds van mijn vriendin ver- Het doet mij leed. dat u zoo lang dan intusschen wel even een vigelan- teld... 'moet wachten. te voor u hestellen; hier kunnen we Die zoo lichtzinnig was een ar- 0 .tis njets. antwoordde Klara, onmogelijk blijven. i men en daarbij nog talentloozen terwijl zij angstig de bladen dicht- schilder te trouwen, ik weet het... j sloeg en weer inpakte. De gravin liet zich gewillig leiden. Zie je wel, dat je haar kent, T)at behoort eigenlijk bij mijn- De kleine, met witte schoentjes be- meende mevrouw eenigszins ge-heer Kloos thuis, zei de redacteur met kleede voeten waadden door de krenkt. - een veelbeteekenenden blik op het sneeuw en rillend van koude trad ze Arthur Mens blies ongedusdig m de manuscript. 't koffiehuis binnen, waar ze weldra te heete soep. Neen. neen. ik moet bij den machteloos op een stoel neerviel. Kindlief, ik heb het hoofd zoo hoofdredacteur zijn. De domino toonde de meeste be- vol, dat het bijna barst. Een geluk,; jsju, daar gij het absoluut wilt, zorgdheid voor zijn dame. dat ten minste mijn blijspel klaar is.zaj ;k eens bij hem gaan hooren. Wel- Maar mevrouw, in dezen toe- Ook de feuilleton-redacteur was zoojicht gaat do bezoeker weg, als hij stand kunt u niet naar huis gaan, u met manuscripten overladen, datik'zjet„ dat iemand wacht. moet eerst wat gebruiken, u wat ver- van hem een hoop romans, allemaal, Hij nam zonder meer het pakket kwikken ik nondig u uit als mijn vodden van dames, die iemand wan- van tie tafel en Klara waagde niet, sast. Kollnar, geef H menu eens. Een hopis maken, heb overgenomen om hem tesen te spreken, flesch champagne 1 ze m te zien- Maar dat 1S de laatste Wacht nog een oogenblik, ïkben Charlotte wilde bedanken, maar de grootmoedige beschermer liet haar niet nan het woord komen. Wij gebruiken te zamen wat, mevrouw, zeide hij", dan bestel ik een rijtuig en kunt u zich naar uwe wo ning begeven. wat doet die Kloos voor dank? Hij Hij klopte op de deur van den heeft mij gisteren gezegd, dat hij weg hoofdredacteur en trad binnen, gaat. Waf wilt gii. Helling? vroeg Maar ik wilde je van dien ar- Mens ontevreden, men Weiten vertellen... Pardon, daar wacht een dame Beste Emma, ik heb werkelijk op u, en hier dit pak... geen tijd wees toch verstandig, het Wat is dat? Jrn, mi,no ,V?™de. bemin- hoofdartikel over de Balkanonlusten.' —Een roman, waarschijnlijk. rv?« f/1 3 bescheiden, dat dat hitmen een uur... En dien brengt gij mij Gij weet Charlotte zich m het vriendelijk be- Terwijl gij eet. kan ik je toch toch. dat ik niets meer lees van die veJ schikte. Men sprak over de uitge- zegg0r- dat die Weiten onlangs... vodden! Breng dien rommel naar 'ntenheid, die nu op het bal heersch- Hemel, ze laten je niet eens meer Kloos. te; de domino was ten hoogste ver- ;eten Daar gaat de telephoon. Helling verliet door de gangdeur ontwaardigd en m die verontwaardi- Ongewonden snelde hij naar het haastig het vertrek van zijn chef en ging nuttigde hij truffelpasteitjes. ge- toestel. begaf zich naar de kamer van den braden gevogelte en oompóte, kortom Duidelijker a. u. b. Opstand feuilleton-redacteur, het fijnste wat de spijskaart maar be- [n Albanië. Stad in Spanje afge- i De haas stuurt dit voor u, zeide vatte. Daarna dronk hij eenige glazen brand. Telegram uit Afrika. Helling tot den kleinen heer met de champagne. De arme gravin roerde Kind in de Nieuwstraat gevallen, schitterende oogen en het eeuwig sa' enkele spijzen even aan, om niet on- Voor den duivel, hou die plaatselijketirisch lachje om de baardelooze lip- danlchaar te schijnen. Na een half nieuwtjes toch bij je, die gaan miin- pen. uur was de domino met zijn maaltijd heer Hellings aan. Oost-AziatischeZeker weer een romannetje gereed. crisis op het kookpunt, Goed. Leg het daar maar neer hij de ove- Hoe gevoelt ge u nu, mevrouw? Ir. koortsachtige haast eenige no- rige titiën makend, keerde hij naar de Maar de schrijfster wacht er op. tafel terug. Hé, hé, op bescheid on wellicht Vlug het vleesch, Emma, de soep op het honorarium, zei Kloos spot- wordt. toch niet koud, ik moet aan- tend. Maar des te beter als zij er nog stonds weer naar het kantoor, de is. kan zij het ook aanstonds weer oorlog in Oost-Azië kan elke minuut meenemen. Een blik zal voldoende uitbreken zijn om het ding te beoordeelen. Ja, ja, maar er zijn toch din-; Hii opende het pakket en zette vroeg hij deelnemend. Dank u, veel heter. Goed. dan zal ik dadelijk een rij tuig bestellen. O, mijnheer, hoe zal ik u dan ken Door aan te nemen, wat ik u offreer. U ziji me niet den minsten -- - - .- -«•- dank verschuldigd; ieder ander cava. Ren. die ons veel nader zijn. De schil- groote oogen op, toen hij het hand- lier zou in mijn plaats 'tzelfde heb ben gedaan. Nu, zet dan de kroon op uw werk door mij spoedig een vigelante te zenden. Nog vóór u een kopje thee ge dronken hebt, zal ik terug zijn. Jan, een kop thee met biscuit der Weiten is dus. Wil je me gek maken toch eindelijk wat hij is... Die is overleden. Zoo, zoo, Goddank, ik schrift herkende. Zeg Ei ei, was is dat! -- Werkelijk, iets nieuws!... Een groote eer! 't Is goed, Helling, wendde hij zich tot bedoel, zijn verbaasden collega. Ik zal het doet mij zeer veel leed, maar datmet mijnheer Mens zelf over spreken, liadt gij mij .aanstonds kunnen zeg- Laat dc dame nog maar een poosie gen. wachten. Do domino veegde, rirh don mond Het meestd medelijden heb ikHolling was nauwelijks de deur uit. Jm IÏLT5L vSiïffmet de arme weduwe; we moeten toen Kloos spottend opstond en met 21 LTrlTwi kh1'? haf^lg Klara een beetje ondersteunen. het manuscript naar de kamer van rl- <y,*arl°tte ^?fhtte tien, twin- —Onmogelijk, in deze slechte tij-den hoofdredacteur ging. De compo- üg minuten een half uur, maar de den nist vertrok juist cn Arthur Mens beschermer kwam niet terug. Eenige j-je arme vrouw is hier gekomen bevond zich alleen, gemaskerden traden, binnen, en nestel- 0m met haar schrijfmachine voor zich Met woedende blikken mat deze uen verversenmgen. en haar kind den kost te verdienen.. Kloos. De vrc-es. dat haar gemaal eerder ik dacht —Wat. brengt gij mij het mo terug zou zijn dan zij deed degra- jk kan op de redactie niemand nuscript terug? vin eindelijk hesluiten heen te gaan. mcer gebruiken I Pardon, ik wilde u vragen. waar- Do vreemdeling zal geen rijtuig kun- Maar frii zoekt toch een ver- om gii het mij gestuurd hebt nen krijgen, dacht ze. hij zal mij wel trouwd persoon voor het kopiéeren Wel, om te lezen, natuurlijk vergeven, als hij mij niet terugziet, van uw blijspel? O, werkelijk zeer vleiend! Laat Ze wilde zich verwijderen, doch de Dat is zoo. Een tien afschriftenmij n oprecht gelukwenschen Het kellner {rad haar tegemoet. zou ik willen hebben voor de schouw-verheugt mij. dat gij onder do dre- Luister eens. fluisterde Chariot- burgdirectiés. Op het kantoor kan ikmatische dichters gegaan zijt te, als die heer in de domino terug- die niet laten maken, want de colle- j Ik begrijp je niet. wat wilt gij komt, zeg hem dan, dat ik hem ver- ga's mogen er niets van merken. Het J vroeg de hoofdredacteur verblee- zoek mijn vertrek te verontschuldi- stuk moet. onder pseudoniem opge-kend. gen. voerd worden. Eerst als het succesj -Uw wensch vervullen, dat spreekt Dat zal geschieden, was 't ant- heeft, noem ik rnijn naam. Gij weet.en met groot genoegen! Ik begrijp, woord, maar eerst moet u betalen, die Kloos heeft het vorige jaar zelf! dat gij voorde andere bladen. waar- De gravin schrikte. Ze herinnerde een treurspel vervaardigd en is toen:van ik correspondent ben, een kleine zich, dat ze geen geld had meegeno- uitgefloten. Sinds dien haat hij alle-voor-bespreking ter reclame wenscht. men. daar Hermine voor alles badge- drama-schrijvers en breekt elke pre-1Ik weet, dat liet succès niet zal uit- zorgd. mière" af. De volgende maand wordt [blijven... De titel is goed gekozen- Hier is de rekening, vervolgde hij criticus van een ander blad de kellner. Mijnheer heeft mij naaru al? hij vermoedt, wie het stuk ge verwezen, toen hij vertrok. schreven heeft, maakt hij mij voor de Naar mij geheele wereld belachelijk. Hij mag —Mijn vrouw zal betalen, heeft hij er du,s, volstrekt niets van hooren. gezegd Hoar rftjr is nnk vnlcrrAKt. nu Maar dat is ook volstrekt niet te vreezen. Ik sta voor mijn vrien din in. Nu, het is mij goed. Ik heb ech ter geen tijd, om mot haar de zaak te bespreken, zorg gij daar maar voor. Graas:. Morgen zal ik haar bij .ijk maal genoten had. Deining te'7eTen °m t-1 - if*f» vi fporvp; KV Indien 't masker de schoone ge laatstrekken der gravin niet had ver- horgen, zou de kellner gezien hebben, dat ze van schaamte bloosde, want ze beg reep nu, dat ze in handen was ge vallen van een avonturier, die op hare kosten een voortreffelijk nachte- .-( droog vijfenzestig francs. Er ver- - öeI - v lg "dm d kwam Klara s henen mnuddels steeds meer ge- Wclten bifmevrouw Hens en gaf deze da" haar het handschrift van haar man. me met wantrouwenden blik aan. gewikkeld in een rose-roode zijden Neem dit. zeide de gravin, ter- papier, wijl ze met bevende handen een van, Heeft uw man niet gezegd.welk hare armbanden los maakte, morgen-,papier ik moet gebruiken en of de ochtend zal ik de rekening laten be- j gesprekken in het stuk gespatieerd of talen ©n zult ge de bracelette terug- tusschen haakjes geschreven moeten n'i is j j worden? uiariotte aueinde vrijer toen ze Daarover heeft Arthur niets gc- buiten was. Een menigte rijtuigenzegd, alleen dat niemand hiervan hielden stil voor het gebouw, waar de, iets mag weten. muziek nog ruischte. ze nam een vige-Natuurlijk. Maar ik moet er lante cn liet zich naar haar woning'eerst toch meer van weten, eer ik brengen. i begin. Nauwelijks had ze zich naar haar kamer begeven of de graaf kwam thuis, ze hoorde hem de deur sluiten. Wist zc nu of hij naar 't bal was geweest Ze bracht een treurigen nacht door. Wel, ga even naar hem toe op het kantoor hier achter. Mijn man zal nu wel tijd hebben, de krant is weg. Ga maar door den tuin en vraag om den hoofdredacteur. Na eenig zoeken had de weduwe „Wat gij niet wilt' Bleek en van woede bevend staarde Arthur Mens den feuilleton-redacteur aan. Wat zegt gij... gij weet... Alleen den titel voorloopig, daar gij mij zelf uw blijspel stuurt, maar ik zal het zoo spoedig mogelijk ver der lezen... De hoofdredacteur was opgespron gen en rukte Kloos het omvangrijke pakket uit dc handen. O. dwaas die ik ben Waarlijk, mijn manuscriptEen vergissing ik dank u voor uw goeden wil. Kloos. maar dat is niet noodig. Als ik tot de opvoering wacht, meende deze met een spottenden glim lach, terwijl hij ncenging. Ik zal het nooit laten opvoeren ik hij streek wanhopig met bei de handen door zijn haar o, ik zal een nieuw schrijven over het thema .Wie vrouwen wat toevertrouwt, is verloren(Hgz.) ONDER VRIEND INNEN.v AmelieOnlangs is, juist vóórdat de trein vertrekken zou. een officier bij mij in de coupé komen zitten een alleraardigst mensch. Helaas, het volgende station stapte hij al weer uit. Natuurlijk Eerder kon hij niet Jochemse had een landgoed ge kocht, een klein kasteel met een park, een groot wildrijk hosch en drie boer derijen. Men vertelde, dat Jochemse eigen lijk aan dat landgoed, wat men noemt, was blijven hangen en dat was zoo onmogelijk niet, want Jo chemse was een groot-speculant in landerijen. Hij zou altijd volgens de alwetende „men" dat landgoed genomen hebben met de berekening, dat het zou worden onteigend voor den aanleg van een spoorweg, maar er was een wijziging in de plannen gekomen, waardoor het landgoed, dat Jochemse gekocht had, net buiten de route van den' nieuwen spoorweg viel en dus was de geheele speculatie fa- likant uitgekomen. Jochemse was ge lukkig door vorige speculatièn al „binnen" en liever dan het landgoed met verlies te verkoopen, was hij er zelf op gaan wonen. Wat daar nu allemaal van aan was, valt niet met zekerheid te zeg gen, maar een feit is het, dat Jo chemse, die altijd in de stad had gewoond, nu plotseling smaak kreeg j in het buitenleven en een landheer in optima forma werd. Men behoefde hem maar te zien j loopen met een grijs-vilten hoed op j waarin een haveneer was gestoken, die er echt hanig bovenuit keek met zijn jachtkiel en lederen gordel, met zijn geweldige laarzen, die ver over zijn knieën reikten, om dadelijk te 1 weten Dat is een groot-grondbezitter. Zoo wandelde hij geheele dagen in j zijn hosch, want daar vooral stelde I hij belang in. Het was een „wildrijk bosch", zoo had het ten minste ge staan in de aankondiging van den notaris, die het landgoed onder den hamer had gebracht, en daaioiu vond Jochemse het zoo vreemd, dat hij van de aanwezigheid van wildin zijn bosch maar niets gewaar werd. Weldra vond hij daar evenwel een verklaring voor Er moest bepaald in zijn bosch ge- stroopt worden. In die meening werd hij niet wei nig versterkt, toen hij op eenwande- ling zag, dat in den tuin van een aan zijn landgoed grenzende woning versch gestroopte hazevellen te dro- gen hingen. Hazevellen Daar moesten hazen in gezeten heb- ben en die hazen moesten in zijn bosch geschoten zijn, dat was zoo klaar als de dag. i Aan den veldwachter, die juist voorbijkwam, vroeg hij I Wie woont hier? Hier herhaalde de veldwachter eenigszins verwonderd, want op het dorp. keu den alle menschen elkaar. Hier woont mijnheer Wenzelman. Wat doet hij voor den kost Niemendal, hij renteniert, maar vroeger is hij apotheker geweest. Zoo. Dan moét gij dadelijk pro- ces-verbaal tegen dien mijnheer Wen zelman opmaken. W Y-blief Proces-verbaal. Waarvoor, mijnheer? j Snapt ge dat niet? Mijnheer Wenzelman is een heel net. mensch, dood-fatsoenlijk en ik i' u niet weten... Zoo, zoudt gij niet weten, dan zijt ge voor een politieman niet van de snuggersten. Zeg eens, mijnheer... Nu ja, voor 'n dorps-politieman kan 't er misschien nog mee door. i Weet ge wel, dat ik veel lust heb om u te verbaliseeren wegens beleediging van een ambtenaar in functie, want ik ben ambtenaar, mijn heer, als ge dat misschien nog niet wist en ik hen in functie ook. Goed als ge in functie zijt, dan dadelijk proces-verbaal opgemaakt tegen dien rentenierenden aoptheker. Waarvoor? Wat heeft hij u ge daan? Kijk eens. wat zijn dat voor dingen die daar hangen? De veldwachter keek in den tuin van Wenzelman en zeide Hazevellen. Precies, hazevellen, dat wil zeg gen vellen van hazen. De politieman begon er al van over- tuigd te raken, dat het in de hoven- kamer van den nieuwen kasteelheer niet pluis was. Van hazen, ging deze voort, die i in mijn bosch geschoten zijn. Hoe weet u dat? Hebt u dat ge zien? j Neen, maar het is toch, dunkt me, nogal duidelijk. Neen, mijnheer, dat is heelemaal niet duidelijk en bovendien, al zei mijnheer Wenzelman zelf, dat hij die hazen in uw bosch geschoten had, dan zou ik nog niets tegen hem kun nen doen. Wel nu nog mooier. Want als ge de jachtwet kendet, mijnheer, dan zoudt ge weten, dat wegens stroopen alleen proces-verbaal mag worden opgemaakt wanneer de delinquent op heeterdaad betrapt is; op heeterdaad, dat wil zeggen met een geweer of strik en een gestroopt stuk wild bij zich. Begrepen, mijn heer Dus wanneer g<? mijnheer Wenzelman of iemand anders we gens wilddieverij wilt verbaliseeren, vraag dan een aanstelling als onbe zoldigd rijksveldwachter en ga dag en nacht in uw bosch op den loer liggen. Goeden nacht, mijnheer. De veldwachter wilde voortwande- len, maar Jochemse hield hem aan den arm terug, want juist liep er een man door den tuin, waarin de haze vellen te drogen hingen. Is tlat...? vroeg hij met een wenk naar dien mau. Mijnheer Wenzelman, om u te dienen. Eii weg was de veldwachter. Jochemse keek naar den man in den tuin. Als een wilddief zag hij er nu juist niet uit, want hij was stokoud, klein en gebogen van gestalte en hij droeg een bril, maar Jochemse liet zich zoo gemakkelijk niet beetnemen, voor hem stond het als een paal boven water Dat was de wilddief, die hazen stal in zijn bosch. Maar hoe hem te snappen Jochemse had weinig lust om den raad van den veldwachter op te vol gen, want hoeveel liefhebberij hij ook in zijn grondbezit had, hij bracht den nacht toch liever in zijn bed door dan in zijn wildrijk bosch, maar daaraan was wel een mouw te passen. Voor wie geld heeft en dat had Jochem se is niets onmogelijk, want wat hijzelf niet wil doen, laat hij eenvou dig door een ander verrichten tegen betaling, dus zou er een boschwach ter worden aangesteld over zijn wild rijk bosch. Deze titularis werd met veel zorg gekozen en Jochemse geloofde wel, dat hij een bovenste beste had ge vonden in den man, "dien hij dit ge wichtig ambt opdroeg over hosschen, ver van de streek waarin het land goed van Jochemse lag en hier ken de hij geen sterveling. Men behoefde hem maar aan te kijken om te zien. dat hij niet met zich liet dollen: een kerel van fi 1/2 voet en naar evenredigheid breed met een geweldigen zwarten knevel en oogen als lichtjes. Op de vraag van Jochemse of hij goed wilddieven kon betrappen, had hij het veelbelovend antwoord gege ven Ik ruik ze Mooi zoohad Jochemse ge- zegd, want ik wil u wel bekennen, i dat ik hoofdzakelijk daarvoor een - boschwachter neem. Mijn bosch is bijzonder wildrijk en het wemelt hier in den omtrek van wilddieven. j Geen nood, mijnheer, snoefde de j nieuwe boschwater, als ik een half j jaar op uw landgoed ben zal geen dier schelmen het meer durven wa- gen er een stuk wild te stelen, al was het maar een musch. Ferm, ferm, zorg maar dat ik i tevreden over u kan zijn, dan zult i gij het ook over mij zijn. i De nieuwe boschwachter kreeg een mooie uitrusting en een geweer naar het laatste model en zoo stapte hij 1 bij dag en nacht door het wildrijk bosch, terwijl zijn oogen overal rond- 1 loerden en eiken morgen moest hü bij den kasteelheer op het rapport ko- men, maar dat rapport luidde onver- j anderd Niets te rapporteeren. Toen Jochemse voor het eerst di„ antwoord kreeg stelde het hem wel wat te leur, maar hij troostte zich met de overweging De man is pas in dienst, Tiij' kent alle wegen van het bosch nog niet. Wacht maar, Wenzelman, nu kunt ge hem nog verschalken, maar langer dan een paar dagen zal het niet duren. Echter duurde het veertien dagen zonder dat er eenige verandering kwam in het rapport Niets te rapporteeren. Jochemse werd kregel. Zou hij zich in dien man zoo be drogen hebben? Neen, neen, dat kon niet, daarvoor had hij, Jochemse, een veel te scher pen blik, maar die Wenzelman scheen wel een duivel van een kerel té zijn. Geen nood echter, de dag of nacht zou niet lang meer uitblijven, waarop zelfs die sluwe wilddief tegen de lamp zou loopen. Maar de boschwachter was al een maand in dienst zonder dat er eeni- ge variatie kwam in het rapport Niets te rapporteeren. Nu werd het Jochemse toch al te kras en vuurrood van toorn snauw- de hij den bosch water toe, toen deze zijn traktement over de afgeloopen maand kwam ontvangen Voor den duivel, gij zegt altijd maar „niets te rapporteeren". Waar door denkt gij dan dat ik eenbosch- j wachter heb genomen, als er nooit iets te rapporteeren valt i Ja, mijnheer, dat vraag ik mij- i zelf ook af nu ik uw bosch goed heb J leeren kennen waarvoor hebt gij in dat bosch een boschwachter genomen? Neen, die is goed Ik heb een boscïïwachter genojnen. omdat de schelmen hier het wild uit mijn bosch stalen en wanneer gij die schelmen niet te pakken kunt krijgen, dan zijt ge geen knip voor den neus waard. Hoor een?, mijnheer, de wild dief, die in uw bosch een stuk wild kan schieten, moet nog geboren worden. Hè? In mijn wildrijk bosch? Wildrijk bosch Maar mijnheerl Geloof mij, ik ben al 20 jaar lang boschwachter geweest en heb dus eenig verstand van bosschen, maar dat wist ik de eerste week die ik in uw dienst was alin uw bosch is nog minder wild te vinden dan in de keuken van een vegetarisch res taurant. Den volgenïen dag stond het land goed van Jochemse„kasteel met park, groot wildrijk bosch en drie boerderijen" weer te koop en Jochem se keerde met stille trom naar. de stad terug: hij had genoeg van zijn grondbezitterschap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 6