BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD fl.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1904 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. ZONDAGSBRIEVEN. REPUBLIEK OF CONSTI- TUTIONEELE MONARCHIE. I Waarde Vriend! De voorkeur, door u geschonken aan den republikeinschen regeerings- vorm, dunkt mij vooral te rusten op het aanlokkelijk denkbeeld een zelf gekozen Hoofd van den Staat te: bezitten. Den. man, door zijn voor-: treffelijke eigenschappen als een der eersten en besten geacht, nu ook dooi de volksstem geroepen te zien tot hoofd der regeering, dat is een ideale gedachte. Ziedaar dan ook het hoofdargument voor een republiek, dat mij zonder twijfel aantrekt. Voor al indien er tegenover wordt gesteld het beeld van een Vorstenhuis, dat niet geliefd is of minder voortreffe lijke vorsten op den troon brengt. Een erfelijk vorstenhuis, dat is niet tegen te spreken, geeft de regeering min of meer in handen van het toeval, het welk men heeft te nemen zooals het uitvalt. Stelt ge de dingen aldus te genover elkaar, dan helt de schaal geheel naar de republiek over. In theorie heeft zij voor democratisch gestemde geesten gewonnen spel. Maar met de bloot© theorie alleen komen we er niet. Nergens ter we reld bestaat de zooeven bedoelde man, door de stem van gansch een volk als de voortreffelijkste, de algemeen ge- wenschte aangewezen. En zeker niet in ons vaderland. De verschillende staatkundige meeningen, die in zoo nauw verband staan met 'smenschen denkbeelden op godsdienstig en maat schappelijk gebied en met de alge- meene opvattingen des levens, ver deden de burgers in partijen. Dat is ■nu eenmaal niet anders. Onze uit- nemendste Staatslieden, die we voor het presidentschap der republiek zou den aangewezen achten, staan daar natuurlijk midden in. Maar wie voor u de gevierde man is, is het niet voor een ander. En nu zou ik mee- nen, dat de verdeeldheid en de partij schappen groot gevaar liepen een nog veel scherper en onaangenamer ka rakter aan te nemen dan nu reeds het geval is. Bedenk vooral dat ons volk een kerkelijk twistziek volk is. welks godsdienstige geschilpunten diep wortelen in een historisch ver leden, en dat de sociale strijd daar weer nieuwe verdeeldheden aan toe voegde. Denk u een onzer hoofdman nen dr. Kuyper, mr. v. Houten, wij len dr.Schaepman, Borgesius, De Sa- vornin Lobman, President der repu bliek, dat is nog heel iets anders dan hoofd of lid van een ministerie, dat door vorst of vorstin werd geko zen overeenkomstig de uitspraak van d© meerderheid der kiezers. Met hoe grooten onwil buigt zich thans reeds eene aanzienlijke minder heid onder liet Premierschap van dr. Kuyper Het verwijt, dat hij* zich een dictatorschap schijnt aan te matigen; klinkt op sommiger lippen al bitter genoeg. Hem president van de repu bliek der Nederlanden te weten (en die kans ware thans zeer groot) zou voor tienduizenden een ware kwel ling en ergernis zijn. En wat zou, om een ander voorbeeld te nemen, ons groote Katholieke volksdeel gevoelen, indien eens een nu-, v. Houten of een mr. Troelstra tot dit ambt geroepen werdof hoe zou de protestant liet I gedragen hebben indien wijlen dr. Schaepman dien zetel had kunnen innemen Van dien kant bezien I De feiten leeren wel anders. Wij kun-1 deugt onze natie al heel slecht voor nen -- dit zal aan de verdedigers der j een republiek. I republiek ook wel zeer aangenaam Daar komt bij dat door het" meer zijn de militaire republieken van persoonlijk karakter van dien regee- een Zuid-Amerika kalm voorbijgaan, ringsvorm de wisselingen in de staat-Zij zijn treurige voorbeelden. Maar kundige richting der regeering ge-.zou ons koninkrijk in zedelijk op- woonlijk ongewenschte wisseling mee- zicht de vlag moeten strijken voor de brengen in het personeel, ook van Vereenigde Staten van Noord-Ameri- zulks landsambtenaren, wier werk- kaGansch" nietOmkooperij en gel kring met de politiek in geen of zeerjdelijk schandaal in de ambtenaars- verwijderd verband staat. wereld weet de republiek er niet te i keeren. Gaan, om een ander voor- Tegenover het gevaar nu van ver-.^ee1^ te nemen, onze staatkundige meerderde partijschap en verdeeld-verkiezingen minder vrij toe dan in heid staat daar juist het Koning-{Frankrijk Omgekeerd. Er wordt schap d. w. z. een niet-gekozen daar door officieele^candidaturen een maar door erf-ODvolging geschonken ••van boven geoefend dien Staatshoofd - aïs zinnebeeld en waar-n,et kennen. Staan de volksver- borg dier Eenheid, die we zoo noodigtegenwoordigers m frankrijk vrijei. hebben uitliet oogpunt der samen-1 onafhankelijker tegenover hun kie- werking van alle partijen en richtin- irs Tallooze voorbeelden leeren het een. De vorst, die regeert uit kracht j tegendeel en ei heerscht een baantjes van de Grondwet des Rijks, zich hou-Kn po* tjes-jagerij door den aandrang dende aan hare bepalingen, staat!der volksvertegenwoordigers bij dere- boven de partijen, wat bij een presi-^penncr tei.\ £unste van vi lenden, dent der republiek, die niet alleen ^i^V|"van W,J ten onzent geen besef door een partij-meerderheid gekozen"e,,en- is, maar voor en bij zijn vefkiezing!. Maar pat het dan in een republiek tot éene der partijen behoorde, nooit <och niet echt liberaler toe? Korte het geval kan zijn. De constitutionee- i claIre" geleden las ik in een Dmtsche ie vorst moge oersoonlijk zijn voor- j correspondentie m een onzer groote - - lipRhpn «m-liberale bladen de volgende eenvou- rlicrp lpprriil.p 7Ïncnprlpn waarborg, een gezegend plechtanker! van samenwerking, eenheid en vrede. Ik hoop, mijn vriend, dat ik u iets nader tot mij mag getrokken hebben. t. t. LECTORISALUTEM. keur of eigen meening ucuwen, <«--> Hoofd van den Staat heeft hij die'h?e- laemjke zinsneden niet en regeert hij door middel van zijne verantwoordelijke ministers, j Deze raadslieden worden, wil aan de staatsmachine een geregelde gangj verzekerd blijven, door den Vorst ge- j kozen uit die partij of die coalitie i van partijen die. naar de uitspraak j der kiezers, in het Parlement de meerderheid heeft. De bewering die vaak gehoord wordt dat derhalve de vorst of vor- stin in een constitutioneele monar- chie een strooman, een ledepop is, is allerminst juist. Ten eerste kunnen j en mogen des vorsten persoonlijke politieke overtuigingen en andere sympathieën zeer wel den volke be-, kend zijn. Het strekt hem des te meer j ..Het groothertogdom Baden neemt sinds jaren een eigenaar dige plaats in onder de Duitsche staten. Het wordt n.l. op zijn manier liberaal geregeerd en der halve veelal ..das Musterlandle" (het ..monsterlandje" monster in den zin van ..voorbeeld". ..staal tje" natuurlijk) genoemd. Tn dit groothertogdom geniet de burger beslist meer vrijheid dan bijv. in de republiek Hamburg, welks on langs overleden eerste burge meester Mönckeberg ongetwijfeld tal van uitstekende eigenschap pen bezat, maar die toch op me nig gebied nog wel een en ander van den Badenschen groothertog, die veel van den te vroeg over leden keizer Friedrich heeft, en diens ministers had kunnen lee ren. In republieken is ook niet alles botertje tot den boöm In republieken is ook niet alles tot eere indien hij zich, trots deze persoonlijke overtuiging, immer weet te houden aan zijn grondwettelijke plichten. En ten tweede is het ter rein, waarop de vorst zijn belangstel ling en medewerking in het stoffelijk ft en geestelijk leven zijns volks toonen botertje tot tien boöm daar heeft de- kan, ontzaggelijk groot. Op liet uit- schrijver groot gelijk in. En deze gestrekt gebied van kunst, letteren en waarheid is verstaanbaar genoog, weldadigheid bijv. kan hij uitmun- Niet op de instellingen, mijn ten; hij-kan toonen van den handel!™™11. men.«bon en de nijverheid van zijn volk vu: >°!nl bet .tan. Overal en altijd, komen op de hoogte te zijn. De gein- 4.olf 'en opzichte van eene staiitsin- genheid om uoor tegenwoordigheid richting. Niet de regeermgs-y o r m i, hier, door een gift daar, door een he-hoofdzaak, maar de 1 egeeiïngs-u e i- langstellend woord elders, aan te-, s,0,ae 11 saven den doorslag. Dat zal moedigen, te steunen, wat hem nut-; 1 200 blijven zoolang we met tig of edel toeschijnt, is altijd ge. ntenschen onvolmaakte menschen, te baand. Hoe menig vorst maakte dtór,40") hef,ben: Pe bes?? ™?chting een goed gebruik van! Laat mij als 01 we^ edel en wijs brem ook ont- - i wni'noii hno mMnnntArirl nnL- An nn. een enkel sprekend voorbeeld uit den allerjongsten tijd slechts noemen de volkomen vrijwillige tegenwoordig heid onzer Koningin op het jongste Taal- en Letterkundig Congres te De- venter. Dit is een voorbeeld, dat. dui delijk genoeg mijne meening ophel dert. Ik schat den heilzamen invloed, dien een verlicht en braaf vorst op deze wijze kan uitoefenen, inderdaad zeer hoog. Laat mij daaraan nog iets toevoe gen. Voor de hand te liggen bij velen schijnt de meening, alsof het, na tuurlijkerwijze in een republiek beter, echt vrijzinniger, eerlijker toegaat, alsof daar meerdere openbaarheid heerscht in alles, dan in eene zelfs volkomen constitutioneele monarchie. worpen, hoe uitmuntend ook op pa pier uiteengezet faalt als de men- schen niet deugen, die haar hebben in praktijk te brengen. Maar indien d© menschen dan eens volmaakt waren dus kunt gij niet nalaten mij te vragen. O, ongetwijfeld, de ideale regee- ringsvorm schijnt mij de republiek, te zijn. Maar lo. hebben we te rekenen, gelijk ik verleden week zeide, met bestaande historisch© toestanden. Die schrapt ge niet met een pennestreek of een volksbesluit. En 2o., gelijk ik heden betoogde, in tijden van zoo groote verdeeldheid en in een land van partij verschillen als het onze acht ik een koningschap boven de. partijen een heilzamen Natuurhistorische Wandelingen. XXIV. Zoo zoetjesaan zorgt de gansche na tuur, zoowel plant als dier om onder dak te komen voor het naderende barre seizoen, als de dagvorstinne laag aan den hemel staat, en met weinig energie de levende wereld be schijnt. Onder dak komen in den fi guurlijken, zoowel als in den letter lijken zin. De eenjarige planten, die slechts door zaad den winter kunnen doorko men, doen al haar best dat te doen rijpen, en haar zorg voor de nako- melingschap blijkt het best uit haar eigen afgeleefd lichaam. Alle sappen, die nog hier of daar in blad en sten gel kunnen voorkomen, worden voor de zaden getransporteerd. Meer moeite hebben de tweejarige er mee. Deden zij het eerste jaar al liet mogelijke om een flink gewas te j vormen, en in den grond een flinken voorraad op te garen, het is ook geen kleinigheid, om in zoo korten tijd den j grooten bloemstengel in de hoogte te brengen en maar bloemen en bloe- men, vruchten en zaden voort tebren- gen. Zie in het duin, dien grooten Ko ningskaars met hare gele bloemen, reuzenstengels tot wel van twee M., en dan de St. Teunisbloem, de bloem, waaraan prof. Hugo de Vries de mu tatie het eerst ontdekte en tal van andere meer. Ja, die zorg voor de nakomelingschap is sterkneem het een of ander onkruid uit den tuin kruiskruid, brandnetel, melde of wat dan ook. Welig groeide het op, maar de mensch zag zijn sier- of cultuur planten in gevaar en rukte het uit. 't Werd in 't pad geworpen, met een schijntje aarde aan de wortels. De zonne, hare vriendin anders, droogt nu dat klompje uit, gelukkig voor de plant alleen maar aan de bovenzijde. Geholpen door de meer vochtige nach ten weet het enkele worteltjes van uit het.kluitje in den grond te boven en haar voortbestaan schijnt opnieuw verzekerd. Als wist het, dat het niet i van langen duur kan zijn. zoo haast liet zich hare laatste krachten in te spannen voor wat zaad. j Nog moeilijker wordt de taak voor de overblijvende. Behalve voor de za- den, hebben ze ook zorg te dragen voor haar eigen voortbestaan, en massa's voedsel worden vervoerd voor de overblijvende, onderaardsche dee- len. Wie in zijn tuin dus zoogenaam de vaste planten heeft, dient er voor I te zorgen, dat haar die dubbele taak wordt verlicht, men snij de daarom alle uitgebloeide bloemen af en late I de stengels met bladeren over, om die te laten werken voor het sterk wor den dier onderaardsche deelen en de krachtige bloei het volgende jaar is de belooning voor onze oplettendheid. Nemen we hier eens een oogenblik plaats op deze bank onder dien breed- getakten kastanjeboom en wijden we eens enkele oogenblikken aan zijn leven en werkzaamheid. De bladeren beginnen geel te worden, hun taak loopt ten einde, en niet geschikt om het barre seizoen door te komen, of feren ze zich gaarne op. Ze hebben hun best gedaan. De groote vruchten moeten nog wat narijpen en ze kun nen gerust aan de schoot der aarde worden toevertrouwd, om jonge plantjes te geven. De knoppen zijn gereed met alles, wat daarin behoort te zitten, tot zelfs de groote, pyrami dal© blomtrossen voor 't volgende jaar zijn afgewerkt en (laten we zoo'n knop eens doorsnijden) hoe schoon is alles in zoo'n klein bestek opgevouwen, ge plooid hoe mooi is alles bekleed met zachte wol, om te groote koude van die teere deelen verre te houden, en de buitenste bladen, hoe offerden ze eigen vorm, eigen schoonheid op, om de nederige rol te vervullen, van hun schoonere zusters daarbinnen te be schutten gedurende het koude seizoen. Hoe beijveren ze zich nog door een kleverige stof voort te brengen, om ook vocht te kunnen weren, en... Maar keeren we tot de maderen terug, ze worden geel, maar hoe Lang zaam maar zeker trekt die groene kleur terug, eerst langs de ran den en tussehen de hoofdnerven, ein delijk zijn zc alleen nog eventjes groen langs die hoofdnerven zelve, maar ook dat wordt prijs gegeven onlangs de zeven hoofdnerven door vaten ge voerd naar den gemeenschappelijke!! steel, die ze den geheelen zomer droeg. De buitenste randen zijn in dien tusschentijd reeds verschrom peld. En wel het mooiste wonder als ze alles hebben afgegeven, dan laat het aanhechtingspunt ze in den steek. Lang van te voren voorbereid, ont stond daar een rij cellen, reeds met wondweefsel bedekt en ze vallen af, slechts de algemeen© steel blijft. Voor hoe lang? Och, nog enkele dagen en ook het daarin aanwezige voedsel is naar den overblijvenden tak vervoerd, en met achterlating van het groote, hoefvormige litteeken, valt hij ook omlaag. Het voedsel zit nu in den tak, die, beschermd door den kurk- achtigen, al is 't nog dunnen schors, gemakkelijk kan overblijven. En waar? Wel vlak onder den boven het litteeken zittenden knop, die er het volgende voorjaar behoefte aan heeft. Hoe schoon is toch de natuur, hoe grootsch zijn liare werken en hoe klein en onbehulpzaam de mensch, die het boven, slechts in de hoofdpe rioden geschetste, samenvat in ,,zie de gele bladeren vallen", en daarmede ook zijn gansche kennis omtrent dat feit heeft uitgeput. En zoo zijn er bij andere hoornen, bij andere heesters, bij struiken en planten opmerkingen te maken, waar nemingen te doen, die een mensch tot. nadenken stemmen. Laten we een volgende maal eens een uitstapje maken naar het dieren rijk, om eens te zien, op welke wijze daar het barre seizoen wordt tegemoet gegaan. J. STURING. Kunstpraatje. Over Kunst en Schoonheid. Laatst schreef ik kunst is 't schep pen van iets schoons. En werkelijk, dit is 't geheele geheim, het a. b. c. van alles. Er wordt wat geschreven, gedacht en gesproken over al die be grippen die om de kunst heen zijn dit is het voornaamste: Maak wat mooisWat nu Schoonheid is, is een tweede quaestie. Eén ding weten wij welSchoonheid moet gevoeld. Een kunstwerk moet door den kunstenaar gevoeld zijn. door den beschouwer gevoeld worden Een eisch dus wordt, dat de kun stenaar zijn gevoel door zijn werk vertolken kan Zooveel te volkomener hij zijn werk met zijn gevoel door- drongen heeftzooveel te volmaakter hij weet wéér te geven zijn gevoel, Izooveel te grooter kunstenaar! Kloos zegt: Kunst is: de belichaming van I ons gevoelsleven. Dat schilders toch meer dichters lazen! Er is geen es sentieel onderscheid tussehen kunst uitingen. Een vers en een schilderij, een beeld en muziek, het zijn slechts uiterlijke wijzen voor steeds hetzelf de belichaming van ons gevoels leven. Wie het hoogste, het diepste, het grootste, het fijnste, alles van zijn gevoel weet tc beduidenwie de woes te visioenen, de droomende mijme ring. de prachtigste hartstocht, de slapende rust, de machtigste krach ten, de weeke, moede droefheid, de stralende blijheid zijner ziel zich weet uit te beelden, hij is de kunste naar En alle regels, die gelden voor dich ters, gelden voor schilders niet min- idf.r. Regels, schrijf ik. en een kun stenaarsgevoel komt in opstand. Weg I met. wetten, vrijheid in de kunstZe ker. maar hoe abstract ook, blijft er in iedere uiting, zelfs in die der'klan ken, iets stoffelijks bij, en stof staat onder wetten. De wettdn in kunst I worden door de genieën gewezen, door critici daaruit opgemaakt. Komt er een genie, die met de Schoonheid [van zijn werk bewijst, dat deze of die wet overbodig is, weg met de wet Maar zoovèr als we nu zijn, zijn er nog enkelen, en die zal ik handha ven legen hen, die machteloos moch ten blijken naar hen te handelen. Zoo vind ik een eisch dat een kunst werk zij ..intens" en ontroerend". Wat heb ik er aan of ik een schilderij voor mij krijg en zegKnap, aardig, goed. heel goed, foutloos. Maar eenig gevoel van ..mooi" geeft het mij niet Weg met die kun stenmakerij. dat knoeien met woor den. of verf, of klanken, zóó, dat er nu eens geen fouten in zitten, maar zóó. dat 't ook niet ontroert. Een he vig gevoel eisch ik. intensiteit, een de-ziel-diep-schokkend gevoelHet is geen kunst van verf wat te maken, dat 't op dit. of dat lijkt, maar 't. is kunst de ziel er in te leggen. We noemen dit „stemming" Stem ming eerst, en dan die bijzaken, als: techniek, licht, kleur, lijn, toon.waar- ln'i'1. natuurlijkheid, phantas-ic d. Haarlemmer Halletjes. Een Zaterdagavondpraatje. Nu zijn er op den Kleinen Houtweg ten pleziere van de electrische spoor naar Amsterdam zooveel boomen ge vallen en toch zou het werk op één onnoozelen boom nog zijn afgestuit, wanneer bij nadere overweging en bespreking de eigenaar daarvan geen afstand had gedaan. Men zegt, dat de spoorweg-maatschappij voor de zen «fenen boom op den hoek van de Baan het sommetje van f 2500.heeft betaald, maar daar kan ik niet voor instaan. Het publieke gerucht houdt van vermenigvuldigen. Vertel maar eens, als ge er de proef van nemen wilt, dat van Puffelen duizend gul den uit de loterij gewonnen heeft en ge zult tot uwe verbazing ondervin den, dat over een paar weken een ander u als nieuwtje vertelt, dat die gelukkige Van Puffelen een halve ton heeft getrokken en er over denkt, zich uit de zaken terug te trekken. Met dezen boom zal de maatschap pij het dus wel gauw hebben klaar gespeeld, maar de passage over den Kleinen Houtweg was nog altijd niet in orde. Nadat de overtocht over de nieu we brug eenigen tijd vrij is geweest, heeft men er deze week de straat weer opgebroken, om nieuwe buizen te leg gen voor de Amsterdamsche water leiding en over het gapende, diepe gat een elegante brug gelegd, bestaan de uit wat planken, met een paar pa len er naast, die verbonden waren door een touw. Naderhand kreeg de ze brug een soort van vliegende te ring. Eerst verdween 't touw en daarna vertrokken de palen, totdat ten slotte de heele brug was weggeslonken tot twee planken zonder meer en daar er natuurlijk geen politieagent aanwezig was om voor geregeld doorloopen te zorgen, (aangezien door een merk- waardigen samenloop van omstandig heden een politieman zelden daar is waar men hem 't meest noodig heeft) begrijpt iedereen vanzelf, dat de over tocht van deze weggeteerde brug, langs jongens en kinderen die er mid den op bleven staan om naar 't werk te. kijken, op 't stuk van acrobatiek en evenwictitsleer een uitstekende oefe ning was. Lastige lieden zouden allicht ge vraagd hebben, waarom het vernieu wen van deze waterleidingbuizen niet tegelijk met het vernieuwen van de brug zelf is geschied, maar wij Haar lemmers zijn eenmaal mak en mee gaand en slikken veel. Wij vinden het bijvoorbeeld zoo natuurlijk mogelijk, dat het dubbele spoor op den Kleinen Houtweg en de nieuwe, breede trot toirs het onmogelijk zullen maken, dat er voor de huizen aan dien Klei nen Houtweg een rijtuig of een wa gen een poosje stilstaat. Daar er om de tien minuten een wagen van de electrische spoor langs komt en om de zeven minuten een van de E. N. E. T. (wat in de praktijk vijf en drie en een halve minuut wordt, daar de wagens immers van beide kanten ko men) zal een groentewagen voortdu rend, als een zenuwachtige kikker. van den eenen kant van den weg naar den anderen «moeten huppelen. Wij mopperen niet, wij zwijgen en onder gaan. Zoo vinden we het ook hoogst natuurlijk en begrijpelijk, dat nu al dagen lang bij de nieuwe brug bij de Turfmarkt, aan den westkant een groote hoop zand is blijven liggen, ik denk als gezondheidsmaatregel voor de menschen die de tijd en gele genheid missen, naar het Kolkje te gaan om daar duinen te klimmen. En daarmee zijn de goede zorgen van ons gemeentebestuur nog lang niet aan een eind. We hebben" daar in de buurt ook een gratis bergland schap, dat is de Gasthuissingel tus sehen den Kleinen Houtweg en de Groote Houtpoort. De bestrating is daar in zoodanigen toestand geraakt, dat de eentonige gelijkheid, die in andere steden het str&tenvlak ken merkt, hier gelukkig totaal verdwe nen is. Deze singel is voor den voet ganger vol verrassingen, zóo heb je een stap in de diepte gedaan en daar doe je een stap in de hoogte. Wielrij ders, die naar Gelderland mochten willen gaan voor de heuvels, kunnen evengoed op den Gasthuissingel te recht en ik voorzie wel, dat wanneer het straks winter en glad wordt, deze of gene oude van dagen hier zijn beenen zal komen te breken, maar men kan het nu eenmaal niet ieder een naar 3en zin maken. En ik denk daarbij onwillekeurig aan den aandeelhouder van de E. N. E. T., die toen de Amerikaansche maatschappij die nu de lijn naar Am sterdam aanlegt, aandeelen van de E.N.E.T. wilde opkoopen tegen 115 procent, op dat mooie aanbod toch j niet verkoos in te gaan. „Wanneer ze j nu 15 procent boven de waarde bie- den, dan zullen ze later wel 25 geven", I dacht hij, blijkbaar op dat moment j niet denkende aan den fabel van La- fontaine over den reiger, die bij een sloot voortdurend op vetter en fijner visch stond te wachten, totdat er ten langen leste niets meer dan een stekel baarsje overschoot. Het ging onzen aandeelhouder evenzoo. Toen hij, bemerkende dat de koers niet boven 115 ging, daarvoor zijn aandeelen te koop wou geven, had de maatschappij ze niet meer noodig en liet hem, evenals den teleurgesteld en reiger, aan den rand van de sloot staan, om desgewenscht daarin zijn teleurgestelde verwachtingen te gaan verdrinken. Hoe ook de wereld zich wijzigt en verandert, altijd krijgt wie het onder ste uit de kan wil hebben, het deksel op den neus. Datzelfde deksel heb ik in gedachten ook zien vallen op den neus des heeren Schram. Hij had er zoo aardig den Raad toe gekregen, om den nieuwen leeraar slechts tijde lijk te benoemen en aldus uit den be ker der overwinning op Burgemeester en Wethouders een langen teug ge nomen. Ach arme, daar is hem nu het deksel op den neus gevallen, want toen de solicitanten dat hoorden, heb ben velen, waaronder de besten, zich teruggetrokken, zoodat de keus nu veel beperkter geworden is, dan zij voor een definitieve betrekking ge weest zou zijn. Met dergelijke vacatures kan het soms wonderlijk toegaan. De leeraar in wiskunde aan 't gymnasium, die voor een jaar tijdelijk benoemd was, zou in de maand Augustus definitief door den Raad benoemd geworden zijn. wanneer hij niet bericht had, dat hij voor de eer bedankte, daar hij intusschen te Sneek was benoemd. Daar was niets aan te doen. Maar daar hij voor een jaar tijdelijk was benoemd, behoefde hij niet langer te blijven dan na afloop van dat jaar, zoodat bij den aanvang van den nieu wen cursus aan 't gymnasium geen leeraar in de wiskunde was voor de laagste klassen en eenige uren in dat vak onder leeraren van andere vak ken zijn verdeeld, die daarvoor na tuurlijk afzonderlijk moeten worden bezoldigd, zoodat het bovendien een bankroetje is voor de gemeentekas. Was de definiteve benoeming van Dr. Brinkman niet tot het laatste oogen blik uitgesteld, dan zou deze leeraar niet zoo spoedig hebben kunnen ver trekken en had men al den tijd ge had om een opvolger te zoeken. Zoo kan het in de wereld tegenloo- pen. Het schouwburgminnend pu bliek in Haarlem weet daar nu van mee te spreken. Wat al plannen hin gen er niet in de lucht voor een nieu wen Sehouwburg. Verleden jaar werd er gesproken van een fonkel-nagel- nieuw theater bij de Wlhelminastraat op de gronden van de vroegere gas fabriek, alsof 't zoo niets was. Van de benoodigde tonnen waren de eer ste honderd guldens nog wel niet bij een. maar dat was van later zorg. Als eerst de grond er maar wasFluks een request aan den gemeenteraad, daarop al heel gauw een gunstig ad vies van B. en W. en sedert maan den en maanden hooren we er niet meer van Toen de sluiting van den schouw burg, die hoeveel oppositie ze ook uitlokte toch deze goede zijde heb ben zou, dat er nu een geheel ver nieuwde schouwburg in de Jansstraat zou ontstaan. Plannen werden opge maakt, teekeningen ontworpen, we zagen onszelf en anderen al in het grondig gemoderniseerde theater ge nieten. Daar op eens blijkt, dat de eigenaar van het gebouw de ware liefhebberij voor de verbouwing nog niet heeft en het dezen winter uit Wiesbaden nog maar eens aan zal zien. Dubbele teleurstelling. Inplaats van twee komedies geen enkeleWe moeten het dezen winter weer doen met de Kroon, waarvan ik niets dan goeds zal zeggen, maar dat toch een te klein tooneel heeft om er groote stukken te kunnen opvoeren. Als de heeren van 't comité voor den schouwburg in de Wilhelmina- straat dezen winter eens gebruikten om te overleggen met den heer Schön- huth over gezamenlijke verbouwing van den schouwburg in de Jans straat, dan zou de zaak denk ik wel tot oplossing komen on snelste en goedkoopste manier en zonder dat de gemeente er terrein voor behoeft af te staan, waartegen trouwens nog al oppositie te wachten is. Gebeurt er niet iets van dien aard, dan zal er het volgende jaar, o gru wel. allicht nóg anarchie in onze schouwburgtoestanden heerschen. FIDEI.TO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 7