BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
fl.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1904
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
ZONDAGSBRIEVEN.
REPUBLIEK OF CONSTI-
TUTIONEELE MONARCHIE. I
Waarde Vriend!
De voorkeur, door u geschonken
aan den republikeinschen regeerings-
vorm, dunkt mij vooral te rusten op
het aanlokkelijk denkbeeld een zelf
gekozen Hoofd van den Staat te:
bezitten. Den. man, door zijn voor-:
treffelijke eigenschappen als een der
eersten en besten geacht, nu ook dooi
de volksstem geroepen te zien tot
hoofd der regeering, dat is een
ideale gedachte. Ziedaar dan ook het
hoofdargument voor een republiek,
dat mij zonder twijfel aantrekt. Voor
al indien er tegenover wordt gesteld
het beeld van een Vorstenhuis, dat
niet geliefd is of minder voortreffe
lijke vorsten op den troon brengt. Een
erfelijk vorstenhuis, dat is niet tegen
te spreken, geeft de regeering min of
meer in handen van het toeval, het
welk men heeft te nemen zooals het
uitvalt. Stelt ge de dingen aldus te
genover elkaar, dan helt de schaal
geheel naar de republiek over. In
theorie heeft zij voor democratisch
gestemde geesten gewonnen spel.
Maar met de bloot© theorie alleen
komen we er niet. Nergens ter we
reld bestaat de zooeven bedoelde man,
door de stem van gansch een volk als
de voortreffelijkste, de algemeen ge-
wenschte aangewezen. En zeker niet
in ons vaderland. De verschillende
staatkundige meeningen, die in zoo
nauw verband staan met 'smenschen
denkbeelden op godsdienstig en maat
schappelijk gebied en met de alge-
meene opvattingen des levens, ver
deden de burgers in partijen. Dat is
■nu eenmaal niet anders. Onze uit-
nemendste Staatslieden, die we voor
het presidentschap der republiek zou
den aangewezen achten, staan daar
natuurlijk midden in. Maar wie voor
u de gevierde man is, is het niet
voor een ander. En nu zou ik mee-
nen, dat de verdeeldheid en de partij
schappen groot gevaar liepen een nog
veel scherper en onaangenamer ka
rakter aan te nemen dan nu reeds
het geval is. Bedenk vooral dat ons
volk een kerkelijk twistziek volk is.
welks godsdienstige geschilpunten
diep wortelen in een historisch ver
leden, en dat de sociale strijd daar
weer nieuwe verdeeldheden aan toe
voegde. Denk u een onzer hoofdman
nen dr. Kuyper, mr. v. Houten, wij
len dr.Schaepman, Borgesius, De Sa-
vornin Lobman, President der repu
bliek, dat is nog heel iets anders
dan hoofd of lid van een ministerie,
dat door vorst of vorstin werd geko
zen overeenkomstig de uitspraak van
d© meerderheid der kiezers.
Met hoe grooten onwil buigt zich
thans reeds eene aanzienlijke minder
heid onder liet Premierschap van dr.
Kuyper Het verwijt, dat hij* zich een
dictatorschap schijnt aan te matigen;
klinkt op sommiger lippen al bitter
genoeg. Hem president van de repu
bliek der Nederlanden te weten (en
die kans ware thans zeer groot) zou
voor tienduizenden een ware kwel
ling en ergernis zijn. En wat zou, om
een ander voorbeeld te nemen, ons
groote Katholieke volksdeel gevoelen,
indien eens een nu-, v. Houten of een
mr. Troelstra tot dit ambt geroepen
werdof hoe zou de protestant liet I
gedragen hebben indien wijlen dr.
Schaepman dien zetel had kunnen
innemen Van dien kant bezien I De feiten leeren wel anders. Wij kun-1
deugt onze natie al heel slecht voor nen -- dit zal aan de verdedigers der j
een republiek. I republiek ook wel zeer aangenaam
Daar komt bij dat door het" meer zijn de militaire republieken van
persoonlijk karakter van dien regee- een Zuid-Amerika kalm voorbijgaan,
ringsvorm de wisselingen in de staat-Zij zijn treurige voorbeelden. Maar
kundige richting der regeering ge-.zou ons koninkrijk in zedelijk op-
woonlijk ongewenschte wisseling mee- zicht de vlag moeten strijken voor de
brengen in het personeel, ook van Vereenigde Staten van Noord-Ameri-
zulks landsambtenaren, wier werk- kaGansch" nietOmkooperij en gel
kring met de politiek in geen of zeerjdelijk schandaal in de ambtenaars-
verwijderd verband staat. wereld weet de republiek er niet te
i keeren. Gaan, om een ander voor-
Tegenover het gevaar nu van ver-.^ee1^ te nemen, onze staatkundige
meerderde partijschap en verdeeld-verkiezingen minder vrij toe dan in
heid staat daar juist het Koning-{Frankrijk Omgekeerd. Er wordt
schap d. w. z. een niet-gekozen daar door officieele^candidaturen een
maar door erf-ODvolging geschonken ••van boven geoefend dien
Staatshoofd - aïs zinnebeeld en waar-n,et kennen. Staan de volksver-
borg dier Eenheid, die we zoo noodigtegenwoordigers m frankrijk vrijei.
hebben uitliet oogpunt der samen-1 onafhankelijker tegenover hun kie-
werking van alle partijen en richtin- irs Tallooze voorbeelden leeren het
een. De vorst, die regeert uit kracht j tegendeel en ei heerscht een baantjes
van de Grondwet des Rijks, zich hou-Kn po* tjes-jagerij door den aandrang
dende aan hare bepalingen, staat!der volksvertegenwoordigers bij dere-
boven de partijen, wat bij een presi-^penncr tei.\ £unste van vi lenden,
dent der republiek, die niet alleen ^i^V|"van W,J ten onzent geen besef
door een partij-meerderheid gekozen"e,,en-
is, maar voor en bij zijn vefkiezing!. Maar pat het dan in een republiek
tot éene der partijen behoorde, nooit <och niet echt liberaler toe? Korte
het geval kan zijn. De constitutionee- i claIre" geleden las ik in een Dmtsche
ie vorst moge oersoonlijk zijn voor- j correspondentie m een onzer groote
- - lipRhpn «m-liberale bladen de volgende eenvou-
rlicrp lpprriil.p 7Ïncnprlpn
waarborg, een gezegend plechtanker!
van samenwerking, eenheid en vrede.
Ik hoop, mijn vriend, dat ik u iets
nader tot mij mag getrokken hebben.
t. t.
LECTORISALUTEM.
keur of eigen meening ucuwen, <«-->
Hoofd van den Staat heeft hij die'h?e- laemjke zinsneden
niet en regeert hij door middel van
zijne verantwoordelijke ministers, j
Deze raadslieden worden, wil aan de
staatsmachine een geregelde gangj
verzekerd blijven, door den Vorst ge- j
kozen uit die partij of die coalitie i
van partijen die. naar de uitspraak j
der kiezers, in het Parlement de
meerderheid heeft.
De bewering die vaak gehoord
wordt dat derhalve de vorst of vor-
stin in een constitutioneele monar-
chie een strooman, een ledepop is, is
allerminst juist. Ten eerste kunnen
j en mogen des vorsten persoonlijke
politieke overtuigingen en andere
sympathieën zeer wel den volke be-,
kend zijn. Het strekt hem des te meer j
..Het groothertogdom Baden
neemt sinds jaren een eigenaar
dige plaats in onder de Duitsche
staten. Het wordt n.l. op zijn
manier liberaal geregeerd en der
halve veelal ..das Musterlandle"
(het ..monsterlandje" monster in
den zin van ..voorbeeld". ..staal
tje" natuurlijk) genoemd. Tn dit
groothertogdom geniet de burger
beslist meer vrijheid dan bijv. in
de republiek Hamburg, welks on
langs overleden eerste burge
meester Mönckeberg ongetwijfeld
tal van uitstekende eigenschap
pen bezat, maar die toch op me
nig gebied nog wel een en ander
van den Badenschen groothertog,
die veel van den te vroeg over
leden keizer Friedrich heeft, en
diens ministers had kunnen lee
ren. In republieken is ook niet
alles botertje tot den boöm
In republieken is ook niet alles
tot eere indien hij zich, trots deze
persoonlijke overtuiging, immer weet
te houden aan zijn grondwettelijke
plichten. En ten tweede is het ter
rein, waarop de vorst zijn belangstel
ling en medewerking in het stoffelijk ft
en geestelijk leven zijns volks toonen botertje tot tien boöm daar heeft de-
kan, ontzaggelijk groot. Op liet uit- schrijver groot gelijk in. En deze
gestrekt gebied van kunst, letteren en waarheid is verstaanbaar genoog,
weldadigheid bijv. kan hij uitmun- Niet op de instellingen, mijn
ten; hij-kan toonen van den handel!™™11. men.«bon
en de nijverheid van zijn volk vu: >°!nl bet .tan. Overal en altijd,
komen op de hoogte te zijn. De gein- 4.olf 'en opzichte van eene staiitsin-
genheid om uoor tegenwoordigheid richting. Niet de regeermgs-y o r m i,
hier, door een gift daar, door een he-hoofdzaak, maar de 1 egeeiïngs-u e i-
langstellend woord elders, aan te-, s,0,ae 11 saven den doorslag. Dat zal
moedigen, te steunen, wat hem nut-; 1 200 blijven zoolang we met
tig of edel toeschijnt, is altijd ge. ntenschen onvolmaakte menschen, te
baand. Hoe menig vorst maakte dtór,40") hef,ben: Pe bes?? ™?chting
een goed gebruik van! Laat mij als 01 we^ edel en wijs brem ook ont-
- i wni'noii hno mMnnntArirl nnL- An nn.
een enkel sprekend voorbeeld uit den
allerjongsten tijd slechts noemen de
volkomen vrijwillige tegenwoordig
heid onzer Koningin op het jongste
Taal- en Letterkundig Congres te De-
venter. Dit is een voorbeeld, dat. dui
delijk genoeg mijne meening ophel
dert. Ik schat den heilzamen invloed,
dien een verlicht en braaf vorst op
deze wijze kan uitoefenen, inderdaad
zeer hoog.
Laat mij daaraan nog iets toevoe
gen. Voor de hand te liggen bij velen
schijnt de meening, alsof het, na
tuurlijkerwijze in een republiek beter,
echt vrijzinniger, eerlijker toegaat,
alsof daar meerdere openbaarheid
heerscht in alles, dan in eene zelfs
volkomen constitutioneele monarchie.
worpen, hoe uitmuntend ook op pa
pier uiteengezet faalt als de men-
schen niet deugen, die haar hebben
in praktijk te brengen.
Maar indien d© menschen dan eens
volmaakt waren dus kunt gij niet
nalaten mij te vragen.
O, ongetwijfeld, de ideale regee-
ringsvorm schijnt mij de republiek,
te zijn. Maar
lo. hebben we te rekenen, gelijk ik
verleden week zeide, met bestaande
historisch© toestanden. Die schrapt
ge niet met een pennestreek of een
volksbesluit. En
2o., gelijk ik heden betoogde, in
tijden van zoo groote verdeeldheid en
in een land van partij verschillen als
het onze acht ik een koningschap
boven de. partijen een heilzamen
Natuurhistorische
Wandelingen.
XXIV.
Zoo zoetjesaan zorgt de gansche na
tuur, zoowel plant als dier om onder
dak te komen voor het naderende
barre seizoen, als de dagvorstinne
laag aan den hemel staat, en met
weinig energie de levende wereld be
schijnt. Onder dak komen in den fi
guurlijken, zoowel als in den letter
lijken zin.
De eenjarige planten, die slechts
door zaad den winter kunnen doorko
men, doen al haar best dat te doen
rijpen, en haar zorg voor de nako-
melingschap blijkt het best uit haar
eigen afgeleefd lichaam. Alle sappen,
die nog hier of daar in blad en sten
gel kunnen voorkomen, worden voor
de zaden getransporteerd.
Meer moeite hebben de tweejarige
er mee. Deden zij het eerste jaar al
liet mogelijke om een flink gewas te
j vormen, en in den grond een flinken
voorraad op te garen, het is ook geen
kleinigheid, om in zoo korten tijd den
j grooten bloemstengel in de hoogte te
brengen en maar bloemen en bloe-
men, vruchten en zaden voort tebren-
gen. Zie in het duin, dien grooten Ko
ningskaars met hare gele bloemen,
reuzenstengels tot wel van twee M.,
en dan de St. Teunisbloem, de bloem,
waaraan prof. Hugo de Vries de mu
tatie het eerst ontdekte en tal van
andere meer. Ja, die zorg voor de
nakomelingschap is sterkneem het
een of ander onkruid uit den tuin
kruiskruid, brandnetel, melde of wat
dan ook. Welig groeide het op, maar
de mensch zag zijn sier- of cultuur
planten in gevaar en rukte het uit.
't Werd in 't pad geworpen, met een
schijntje aarde aan de wortels. De
zonne, hare vriendin anders, droogt
nu dat klompje uit, gelukkig voor de
plant alleen maar aan de bovenzijde.
Geholpen door de meer vochtige nach
ten weet het enkele worteltjes van uit
het.kluitje in den grond te boven en
haar voortbestaan schijnt opnieuw
verzekerd. Als wist het, dat het niet
i van langen duur kan zijn. zoo haast
liet zich hare laatste krachten in te
spannen voor wat zaad.
j Nog moeilijker wordt de taak voor
de overblijvende. Behalve voor de za-
den, hebben ze ook zorg te dragen
voor haar eigen voortbestaan, en
massa's voedsel worden vervoerd voor
de overblijvende, onderaardsche dee-
len. Wie in zijn tuin dus zoogenaam
de vaste planten heeft, dient er voor
I te zorgen, dat haar die dubbele taak
wordt verlicht, men snij de daarom
alle uitgebloeide bloemen af en late
I de stengels met bladeren over, om die
te laten werken voor het sterk wor
den dier onderaardsche deelen en de
krachtige bloei het volgende jaar is
de belooning voor onze oplettendheid.
Nemen we hier eens een oogenblik
plaats op deze bank onder dien breed-
getakten kastanjeboom en wijden we
eens enkele oogenblikken aan zijn
leven en werkzaamheid. De bladeren
beginnen geel te worden, hun taak
loopt ten einde, en niet geschikt om
het barre seizoen door te komen, of
feren ze zich gaarne op. Ze hebben
hun best gedaan. De groote vruchten
moeten nog wat narijpen en ze kun
nen gerust aan de schoot der aarde
worden toevertrouwd, om jonge
plantjes te geven. De knoppen zijn
gereed met alles, wat daarin behoort
te zitten, tot zelfs de groote, pyrami
dal© blomtrossen voor 't volgende jaar
zijn afgewerkt en (laten we zoo'n knop
eens doorsnijden) hoe schoon is alles
in zoo'n klein bestek opgevouwen, ge
plooid hoe mooi is alles bekleed met
zachte wol, om te groote koude van
die teere deelen verre te houden, en
de buitenste bladen, hoe offerden ze
eigen vorm, eigen schoonheid op, om
de nederige rol te vervullen, van hun
schoonere zusters daarbinnen te be
schutten gedurende het koude seizoen.
Hoe beijveren ze zich nog door een
kleverige stof voort te brengen, om
ook vocht te kunnen weren, en...
Maar keeren we tot de maderen terug,
ze worden geel, maar hoe Lang
zaam maar zeker trekt die groene
kleur terug, eerst langs de ran
den en tussehen de hoofdnerven, ein
delijk zijn zc alleen nog eventjes groen
langs die hoofdnerven zelve, maar
ook dat wordt prijs gegeven onlangs
de zeven hoofdnerven door vaten ge
voerd naar den gemeenschappelijke!!
steel, die ze den geheelen zomer
droeg. De buitenste randen zijn in
dien tusschentijd reeds verschrom
peld. En wel het mooiste wonder als
ze alles hebben afgegeven, dan laat
het aanhechtingspunt ze in den steek.
Lang van te voren voorbereid, ont
stond daar een rij cellen, reeds met
wondweefsel bedekt en ze vallen af,
slechts de algemeen© steel blijft. Voor
hoe lang? Och, nog enkele dagen en
ook het daarin aanwezige voedsel is
naar den overblijvenden tak vervoerd,
en met achterlating van het groote,
hoefvormige litteeken, valt hij ook
omlaag. Het voedsel zit nu in den
tak, die, beschermd door den kurk-
achtigen, al is 't nog dunnen schors,
gemakkelijk kan overblijven. En
waar? Wel vlak onder den boven het
litteeken zittenden knop, die er het
volgende voorjaar behoefte aan heeft.
Hoe schoon is toch de natuur, hoe
grootsch zijn liare werken en hoe
klein en onbehulpzaam de mensch,
die het boven, slechts in de hoofdpe
rioden geschetste, samenvat in ,,zie
de gele bladeren vallen", en daarmede
ook zijn gansche kennis omtrent dat
feit heeft uitgeput.
En zoo zijn er bij andere hoornen,
bij andere heesters, bij struiken en
planten opmerkingen te maken, waar
nemingen te doen, die een mensch
tot. nadenken stemmen.
Laten we een volgende maal eens
een uitstapje maken naar het dieren
rijk, om eens te zien, op welke wijze
daar het barre seizoen wordt tegemoet
gegaan.
J. STURING.
Kunstpraatje.
Over Kunst en Schoonheid.
Laatst schreef ik kunst is 't schep
pen van iets schoons. En werkelijk,
dit is 't geheele geheim, het a. b. c.
van alles. Er wordt wat geschreven,
gedacht en gesproken over al die be
grippen die om de kunst heen zijn
dit is het voornaamste: Maak wat
mooisWat nu Schoonheid is, is een
tweede quaestie. Eén ding weten wij
welSchoonheid moet gevoeld. Een
kunstwerk moet door den kunstenaar
gevoeld zijn. door den beschouwer
gevoeld worden
Een eisch dus wordt, dat de kun
stenaar zijn gevoel door zijn werk
vertolken kan Zooveel te volkomener
hij zijn werk met zijn gevoel door-
drongen heeftzooveel te volmaakter
hij weet wéér te geven zijn gevoel,
Izooveel te grooter kunstenaar! Kloos
zegt: Kunst is: de belichaming van
I ons gevoelsleven. Dat schilders toch
meer dichters lazen! Er is geen es
sentieel onderscheid tussehen kunst
uitingen. Een vers en een schilderij,
een beeld en muziek, het zijn slechts
uiterlijke wijzen voor steeds hetzelf
de belichaming van ons gevoels
leven.
Wie het hoogste, het diepste, het
grootste, het fijnste, alles van zijn
gevoel weet tc beduidenwie de woes
te visioenen, de droomende mijme
ring. de prachtigste hartstocht, de
slapende rust, de machtigste krach
ten, de weeke, moede droefheid, de
stralende blijheid zijner ziel zich
weet uit te beelden, hij is de kunste
naar
En alle regels, die gelden voor dich
ters, gelden voor schilders niet min-
idf.r. Regels, schrijf ik. en een kun
stenaarsgevoel komt in opstand. Weg
I met. wetten, vrijheid in de kunstZe
ker. maar hoe abstract ook, blijft er
in iedere uiting, zelfs in die der'klan
ken, iets stoffelijks bij, en stof staat
onder wetten. De wettdn in kunst
I worden door de genieën gewezen,
door critici daaruit opgemaakt. Komt
er een genie, die met de Schoonheid
[van zijn werk bewijst, dat deze of die
wet overbodig is, weg met de wet
Maar zoovèr als we nu zijn, zijn er
nog enkelen, en die zal ik handha
ven legen hen, die machteloos moch
ten blijken naar hen te handelen.
Zoo vind ik een eisch dat een kunst
werk zij ..intens" en ontroerend".
Wat heb ik er aan of ik een schilderij
voor mij krijg en zegKnap, aardig,
goed. heel goed, foutloos.
Maar eenig gevoel van ..mooi"
geeft het mij niet Weg met die kun
stenmakerij. dat knoeien met woor
den. of verf, of klanken, zóó, dat er
nu eens geen fouten in zitten, maar
zóó. dat 't ook niet ontroert. Een he
vig gevoel eisch ik. intensiteit, een
de-ziel-diep-schokkend gevoelHet is
geen kunst van verf wat te maken,
dat 't op dit. of dat lijkt, maar 't. is
kunst de ziel er in te leggen.
We noemen dit „stemming" Stem
ming eerst, en dan die bijzaken, als:
techniek, licht, kleur, lijn, toon.waar-
ln'i'1. natuurlijkheid, phantas-ic d.
Haarlemmer Halletjes.
Een Zaterdagavondpraatje.
Nu zijn er op den Kleinen Houtweg
ten pleziere van de electrische spoor
naar Amsterdam zooveel boomen ge
vallen en toch zou het werk op één
onnoozelen boom nog zijn afgestuit,
wanneer bij nadere overweging en
bespreking de eigenaar daarvan geen
afstand had gedaan. Men zegt, dat
de spoorweg-maatschappij voor de
zen «fenen boom op den hoek van de
Baan het sommetje van f 2500.heeft
betaald, maar daar kan ik niet voor
instaan. Het publieke gerucht houdt
van vermenigvuldigen. Vertel maar
eens, als ge er de proef van nemen
wilt, dat van Puffelen duizend gul
den uit de loterij gewonnen heeft en
ge zult tot uwe verbazing ondervin
den, dat over een paar weken een
ander u als nieuwtje vertelt, dat die
gelukkige Van Puffelen een halve ton
heeft getrokken en er over denkt, zich
uit de zaken terug te trekken.
Met dezen boom zal de maatschap
pij het dus wel gauw hebben klaar
gespeeld, maar de passage over den
Kleinen Houtweg was nog altijd niet in
orde. Nadat de overtocht over de nieu
we brug eenigen tijd vrij is geweest,
heeft men er deze week de straat weer
opgebroken, om nieuwe buizen te leg
gen voor de Amsterdamsche water
leiding en over het gapende, diepe
gat een elegante brug gelegd, bestaan
de uit wat planken, met een paar pa
len er naast, die verbonden waren
door een touw. Naderhand kreeg de
ze brug een soort van vliegende te
ring. Eerst verdween 't touw en daarna
vertrokken de palen, totdat ten slotte
de heele brug was weggeslonken tot
twee planken zonder meer en daar er
natuurlijk geen politieagent aanwezig
was om voor geregeld doorloopen te
zorgen, (aangezien door een merk-
waardigen samenloop van omstandig
heden een politieman zelden daar is
waar men hem 't meest noodig heeft)
begrijpt iedereen vanzelf, dat de over
tocht van deze weggeteerde brug,
langs jongens en kinderen die er mid
den op bleven staan om naar 't werk
te. kijken, op 't stuk van acrobatiek en
evenwictitsleer een uitstekende oefe
ning was.
Lastige lieden zouden allicht ge
vraagd hebben, waarom het vernieu
wen van deze waterleidingbuizen niet
tegelijk met het vernieuwen van de
brug zelf is geschied, maar wij Haar
lemmers zijn eenmaal mak en mee
gaand en slikken veel. Wij vinden het
bijvoorbeeld zoo natuurlijk mogelijk,
dat het dubbele spoor op den Kleinen
Houtweg en de nieuwe, breede trot
toirs het onmogelijk zullen maken,
dat er voor de huizen aan dien Klei
nen Houtweg een rijtuig of een wa
gen een poosje stilstaat. Daar er om
de tien minuten een wagen van de
electrische spoor langs komt en om
de zeven minuten een van de E. N.
E. T. (wat in de praktijk vijf en drie
en een halve minuut wordt, daar de
wagens immers van beide kanten ko
men) zal een groentewagen voortdu
rend, als een zenuwachtige kikker.
van den eenen kant van den weg naar
den anderen «moeten huppelen. Wij
mopperen niet, wij zwijgen en onder
gaan. Zoo vinden we het ook hoogst
natuurlijk en begrijpelijk, dat nu al
dagen lang bij de nieuwe brug bij de
Turfmarkt, aan den westkant een
groote hoop zand is blijven liggen,
ik denk als gezondheidsmaatregel
voor de menschen die de tijd en gele
genheid missen, naar het Kolkje te
gaan om daar duinen te klimmen.
En daarmee zijn de goede zorgen
van ons gemeentebestuur nog lang
niet aan een eind. We hebben" daar
in de buurt ook een gratis bergland
schap, dat is de Gasthuissingel tus
sehen den Kleinen Houtweg en de
Groote Houtpoort. De bestrating is
daar in zoodanigen toestand geraakt,
dat de eentonige gelijkheid, die in
andere steden het str&tenvlak ken
merkt, hier gelukkig totaal verdwe
nen is. Deze singel is voor den voet
ganger vol verrassingen, zóo heb je
een stap in de diepte gedaan en daar
doe je een stap in de hoogte. Wielrij
ders, die naar Gelderland mochten
willen gaan voor de heuvels, kunnen
evengoed op den Gasthuissingel te
recht en ik voorzie wel, dat wanneer
het straks winter en glad wordt, deze
of gene oude van dagen hier zijn
beenen zal komen te breken, maar
men kan het nu eenmaal niet ieder
een naar 3en zin maken.
En ik denk daarbij onwillekeurig
aan den aandeelhouder van de E. N.
E. T., die toen de Amerikaansche
maatschappij die nu de lijn naar Am
sterdam aanlegt, aandeelen van de
E.N.E.T. wilde opkoopen tegen 115
procent, op dat mooie aanbod toch
j niet verkoos in te gaan. „Wanneer ze
j nu 15 procent boven de waarde bie-
den, dan zullen ze later wel 25 geven",
I dacht hij, blijkbaar op dat moment
j niet denkende aan den fabel van La-
fontaine over den reiger, die bij een
sloot voortdurend op vetter en fijner
visch stond te wachten, totdat er ten
langen leste niets meer dan een stekel
baarsje overschoot. Het ging onzen
aandeelhouder evenzoo.
Toen hij, bemerkende dat de koers
niet boven 115 ging, daarvoor zijn
aandeelen te koop wou geven, had de
maatschappij ze niet meer noodig en
liet hem, evenals den teleurgesteld en
reiger, aan den rand van de sloot
staan, om desgewenscht daarin zijn
teleurgestelde verwachtingen te gaan
verdrinken.
Hoe ook de wereld zich wijzigt en
verandert, altijd krijgt wie het onder
ste uit de kan wil hebben, het deksel
op den neus. Datzelfde deksel heb ik
in gedachten ook zien vallen op den
neus des heeren Schram. Hij had er
zoo aardig den Raad toe gekregen,
om den nieuwen leeraar slechts tijde
lijk te benoemen en aldus uit den be
ker der overwinning op Burgemeester
en Wethouders een langen teug ge
nomen. Ach arme, daar is hem nu
het deksel op den neus gevallen, want
toen de solicitanten dat hoorden, heb
ben velen, waaronder de besten, zich
teruggetrokken, zoodat de keus nu
veel beperkter geworden is, dan zij
voor een definitieve betrekking ge
weest zou zijn.
Met dergelijke vacatures kan het
soms wonderlijk toegaan. De leeraar
in wiskunde aan 't gymnasium, die
voor een jaar tijdelijk benoemd was,
zou in de maand Augustus definitief
door den Raad benoemd geworden
zijn. wanneer hij niet bericht had,
dat hij voor de eer bedankte, daar
hij intusschen te Sneek was benoemd.
Daar was niets aan te doen. Maar
daar hij voor een jaar tijdelijk was
benoemd, behoefde hij niet langer te
blijven dan na afloop van dat jaar,
zoodat bij den aanvang van den nieu
wen cursus aan 't gymnasium geen
leeraar in de wiskunde was voor de
laagste klassen en eenige uren in dat
vak onder leeraren van andere vak
ken zijn verdeeld, die daarvoor na
tuurlijk afzonderlijk moeten worden
bezoldigd, zoodat het bovendien een
bankroetje is voor de gemeentekas.
Was de definiteve benoeming van Dr.
Brinkman niet tot het laatste oogen
blik uitgesteld, dan zou deze leeraar
niet zoo spoedig hebben kunnen ver
trekken en had men al den tijd ge
had om een opvolger te zoeken.
Zoo kan het in de wereld tegenloo-
pen. Het schouwburgminnend pu
bliek in Haarlem weet daar nu van
mee te spreken. Wat al plannen hin
gen er niet in de lucht voor een nieu
wen Sehouwburg. Verleden jaar werd
er gesproken van een fonkel-nagel-
nieuw theater bij de Wlhelminastraat
op de gronden van de vroegere gas
fabriek, alsof 't zoo niets was. Van
de benoodigde tonnen waren de eer
ste honderd guldens nog wel niet bij
een. maar dat was van later zorg. Als
eerst de grond er maar wasFluks
een request aan den gemeenteraad,
daarop al heel gauw een gunstig ad
vies van B. en W. en sedert maan
den en maanden hooren we er niet
meer van
Toen de sluiting van den schouw
burg, die hoeveel oppositie ze ook
uitlokte toch deze goede zijde heb
ben zou, dat er nu een geheel ver
nieuwde schouwburg in de Jansstraat
zou ontstaan. Plannen werden opge
maakt, teekeningen ontworpen, we
zagen onszelf en anderen al in het
grondig gemoderniseerde theater ge
nieten. Daar op eens blijkt, dat de
eigenaar van het gebouw de ware
liefhebberij voor de verbouwing nog
niet heeft en het dezen winter uit
Wiesbaden nog maar eens aan zal
zien. Dubbele teleurstelling. Inplaats
van twee komedies geen enkeleWe
moeten het dezen winter weer doen
met de Kroon, waarvan ik niets dan
goeds zal zeggen, maar dat toch een
te klein tooneel heeft om er groote
stukken te kunnen opvoeren.
Als de heeren van 't comité voor
den schouwburg in de Wilhelmina-
straat dezen winter eens gebruikten
om te overleggen met den heer Schön-
huth over gezamenlijke verbouwing
van den schouwburg in de Jans
straat, dan zou de zaak denk ik wel
tot oplossing komen on snelste en
goedkoopste manier en zonder dat de
gemeente er terrein voor behoeft af
te staan, waartegen trouwens nog al
oppositie te wachten is.
Gebeurt er niet iets van dien aard,
dan zal er het volgende jaar, o gru
wel. allicht nóg anarchie in onze
schouwburgtoestanden heerschen.
FIDEI.TO.