RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Voor de kinderen, die nog graag aan den wedstrijd mee willen doen, maar niet precies meer weten hoe 't eigenlijk was, volgt hieronder nog eens de korte inhoud. Voor meisjes: Voor de meisjes bestaat de wed strijd uit het aankleeden vaneen pop petje van 5 cent, zooals ze in den speelgoedwinkel van Alida Heinenin de Groote Houtstraat te krijgen zijn. Wanneer de meisjes in een andere stad wonen kunnen ze daar ook waar schijnlijk wel zoo'n klein poppetje krijgen. De prijs zal bestaan uit een kleine naaimachine of een naaidoos, en de premies zijn boeken. Voor de jongens: Voor de jongens bestaat de wed strijd uit het maken van het een of ander voor de poppenkamer, hetzij iets getimmerd, hetzij van carton ge maakt of nog iets anders. De prijs is een timmerdoos, een fi guurzaag of een gipsdoos. en de pre mies zijn boeken. Verdere bepalingen zijn I. Alle inzendingen moeten voor 1 October gezonden worden aan mijn adres, Sophiastraat 22. II. Bij je werk moet duidelijk opge geven zijn je naam, leeftijd en woon plaats, of je alleen gewerkt hebt en hoeveel alles bij elkaar heeft gekost. III. De inzendingen mogen zeker niet meer kosten dan lü cent, en liefst nog goedkooper. Hoe minder geld je er aan besteed hebt, hoe meer kans je hebt op een prijs En nu nog een verzoek aan jullie allemaal, om toch vooral mee te doen met dezen wedstrijd Je moet nu niet alleen denken ..Dan heb ik ook kans op een prijs" maar je moet er dezen keer eens in de eerste plaats om denken, dat er, als je meedoet, met Sint Nicolaas weer een kindje meer gelukkig gemaakt kan worden, want, zooals ik je al verteld heb, zul len de kleine poppetjes en andere aar dige dingen dienen, om arme kinder tjes, die anders niets krijgen, en voor wie het Sint Nicolaasfeest geen pret tig feest is, ook eens een pleziertje te doen. Ik hoop, dat een heeleboel van mijn jongens en meisjes al aan 't werk zijn en maak anders maar. vlug een begin en laat me niet in den steek. En al deed je tot nu toe niet mee aan de wedstrijden, toon dan nu toch eens, dat je ook iets over hebt voor kinde ren, die niet zooveel hebben als jij, en ga flink aan den gangHoe meer inzendingen dus, hoe liever Wat maakt ge uit onderstaande jletters lisetehuuls (Ingezonden door Gustaaf Visarius.) J Aan welke armoede kan men lijden, jen toch rijk zijn? 16. (Ingezonden door Nelly van Daa- !len.) Welke klok wordt nooit geluid 7. (Ingezonden door Hendrik ter Haak.) Mijn geheel bestaat uit 7 letters. Zonder 1 2 3 4 is men kaal. 2 3 4 vindt men in 't koren. 3 4 ziet men in den winter. 6 7 7 3 is een meisjesnaam. Van 7 6 6 5 maakt men brood. 8. (Ingezonden door Jacoba Smit.) j Karei Keizer had een hond ik geef ju de woorden in uw mond. Hoe heet Karei Keizer zijn hond? 9. (Ingezonden door Lourens Visa rius.) Mijn eerste is een jongensnaam. Mijn tweede is een jongensnaam. Mijn geheel is een jongensnaam. 10. (Ingezonden door Jo Germeraad.) Welke kaars brandt langer, een was- of een vetkaars Raadsels. Deze raadsels zijn alle ingezonden door kinderen, die ..Voor onze Jeugd" lezen. De namen van de kin keren, die mij voor Donderdagmor gen oplossingen zenden, worden in de courant bekend gemaakt. 1. (Ingezonden door Nellyde Munnik.) Een ezel stond op een stuk land om dat land was een sloot; over die sloot was een brug; als die brug nu eens weg was, hoe kwam die ezel dan van het land? 2. (Ingezonden door Jac. Schneiders.) Mijn eerste is een deel van een schip. Mijn tweede is een lichaamsdeel. Mijn geheel is een stad in ons va derland. 3. (Ingezonden door Mien Germe raad.) Wie was de eerste brievenbesteller 4. Ingezonden door Willem van Looy.) PLUTO. (Door hem zelf verteld.) 1 Eindelijk is de vacantie dan toch omNu heb ik tenminste weer een maand of drie voor mij om eens goed uit te rusten van al de vermoeienis sen, en mij weer op nieuwe toeren voor te bereiden Ik zou wel eens willen weten of al le honden zoo veel te lijden hebben als ik. Want wat ik op het gebied van zielesmart moet doormaken, grenst bijna aan het onmenschelijke. Heusch, ik ben niet ondankbaar, en ik houd heel veel van mijn klem meesteresje Lotti, maar ofschoon ik haar bijna afgodisch vereer, kan ik haar toch één verwijt,niet sparen ze heeft geen hondenverstandze kan zich niet in mijn gevoelens indenken, en het kan niet anders moet ze daardoor wel dikwijls pijnlijk kwet sen. Welke hond. die de kinderschoe nen reeds lang heeft uitgetrokken. vindt het plezierig, wanneer men steeds in een klein kindertaaltje te gen hem spreekt? Lotti spreekt tegen mij op dezelfde manier als tegen haar kleine broertje van één jaar. Het is steeds: „Ja, kom dan maar hier, hij is zoet, hoor- Is het hondje moe, en heeft hij honger? Zal de vrouw hem nu eens iets heel lekkers geven j En als ik mijn kop dan beleedigd omdraai, is het dadelijk: ,,0 zoo, Pluto, heb je soms weer ergens een worst vandaan gehaald? Ik zie wel, dat je een kwaad geweten hebt!" Ik en een kwaad geweten Ik zie er van binnen net uit als een onbeschre ven blad papier, zoo onschuldigIk ben al tevreden als ik rustig aan Lotti's voeten mag liggen, en als ze mij zoo nu en dan eens liefkozend op den rug kloptMaar helaas, hoe wei nig van die heerlijke uren ken ik Meestal neemt Lotti nog een akelige schreeuwende kanarievogel mee naar mijn lievelingsplekje, en dat beest aan te hooren, gaat gewoonlijk mijn geduld (en dat is bijzonder groot) te boven. Het is nog niet genoeg, dat hij al de suiker en koekkruimeltjes op eet, maar Ik moet me ook nog laten welgevallen, dat dat gele beest over mijn mooie zwarte vel rondwandelt. En dan mag ik nog niet eens met mijn oogleden knippen, want Lotti zwaait steeds met een opgeheven wijs vinger voor mijn neus, en roept ..Stil Pluto Wat, niet knorren Foei, schaam je je niet?" Ja, als ze kwaad is, praat ze wel verstandig tegen me, dus dan ben ik blijkbaar ineens volwassen gewor- denWaarom dan niet als ze gek- lieid met me maakt En als dan die gele Piet vlak bij mijn oogen staat te pikken, dan lacht Lotti, tot haar de tranen over de wangen rollen Maar natuurlijk denkt zij er niet aan, dat in mijn hart gekrenkte eer en ijver zucht een hevigen strijd voeren Maar dit is nog niets vergeleken bij die vreeselijke vacantie. Als ik hoor ..Hoera, morgen komt Rob thuis dan verstijft mij het bloed al in de aderen. De jongen is nog geen twee minuten in huis of „Pluto moet er aan" Ik geloof, dat hij op school niets anders doet dan kwellingen voor mij zitten bedenken, want, iederen keer dat hij vacantie heeft, komt hij met nieuwbedachte kunststukken voor mij naar huis! Ik geloof, dat die jon gen nergens anders voor deugt dan voor directeur van een honden- en apenspelOm het kleine broertje zoet te houden, wordt mij een blikken in- maakbus aan mijn staart gebonden, waarmee ik dan mag rondhollen. Want dat ellendige lawaai maakt me zoo zenuwachtig, dat ik me heele- maal niet rustig kan houden. Broertje lacht, en Rob en dikke Trui en Lotti staan gewoon te schateren, en dan wou ik wel, dat ik echt dol werd om ze allemaal eens flink in hun beenen te kunnen bijten. Nee niet allemaal, Lotti niet, want daar houd ik veel te veel van. Zij maakte dan ook eindelijk die bus weerlos, maar Rob had alweer iets anders bedacht. Of ik wou of niet. ik werd voor klei ne Suze's poppenwagen gespant. en ik moest drie stomme, vlasharige starende poppen heen en weer rijden, en daarbij nog zoo goed zijn steeds dat klein kindergepraat van Suusje aan te hooren Gaan we eindelijk wandelen, dan kunnen we geen wa ter voorbijgaan zonder dat er een stok ingegooid wordt, die ik er na tuurlijk uit moet halen. Al mijn ha ren vallen uit van verdriet, en Lotti zegt dan ook. dat ik steeds leelijker wor d Een andere kwelling, die met iedere vacantie terugkomt, is Tante Jeanne, die Rob thuis brengt, en dan meteen met haar poedel een beetje van de Lichtverandering komt genieten. O, die poedelIk haat hem En laf dat hij isHet eenige, dat hij kan. is een zakdoek apporteeren en over een stok springen voor water heeft hij een angst als een muis voor een katEn toch moet ik van den vroegen morgen tot den laten avond hooren „Ja, die Flok, dat is nog eens een hond, die kan dit en die kan dat, maar Pluto, die kan alleen maar eten en slapen!" Ik had haast een flink stuk uit Rob zijn broek gebeten, toen hij dat zei, maar Lotti stak me gauw een stukje worst in mijn bek, en aaide me onder de tafel over mijn kop. Maar wat ik kan, dat heb ik ze nog denzelfden middag bewezen, want toen we een wandeling maakten en ook langs een meer kwamen, hoorden we opeens een hulpgeroep.... en wie haalde toen het tweejarige dochtertje van den vis- scher uit het water? Niet haaj wan hopige moeder, noch Rob, noch Flok, maar ik, Pluto Ik deed, alsof het maar een kleinig heid was, en schudde me eens flink, en toen liep ik naar Lotti toeen Lot ti sloeg haar armen om mijn hals en liefkoosde mij zoo lief was ze zelfs nog nooit voor die gele kanarievogel geweestOok Rob schudde mijn poot en zei, dat ik een beste hond was en dat hij mij nooit meer plagen zou. Of hij zijn belofte houden zal Ik kan er nog niets van zeggen, want van daag is hij met Tante Jeanne en Flok weer vertrokken Tot over drie maan den dus 5 Wat-er-staat is Waterstaat. 6 Kozakken. 7 Glazen oogen. 8 Scheerkwast. 9 Kaïn. 10 De Waterspiegel. Goede oplossingen ontving ik deze week van Jacoba Smit, 8; Jo van Servellen, 7 Hendrik Bouman, 7Johan Bou- man, 7Hendrik ter Haak. 6Nelly van Daalen, 7Anna van Daalen, 6 Antoon Kuiper, 7; Jacobus Verhage, 7 Hendrik Ploeg, 5 Johanna Ver steeg, 6Carl Iloesbergen, 6Johan Germeraad, 6Leonard Germeraad, 6; Wim Germeraad, 6; Wilhelmina Üytendaal, 5Jac. Joh. Schneiders, SBertus en Trijntje Steeman, 8 Mien Germeraad, 7Zus Keuzen, 8. Sophie Martens, 6. Raadseloplossingen. 1 Om zijn graat. 2 Haarlemmermeer. 3 De klok. 4 Boord, oord, oor. BRIEVENBUS. (Brieven aan de Redactie van de Kinder-afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Sophiastraat no. 22, Haarlem.) Jacoba S. Had je het zóó druk van de week Nu, dan vind ik het erg knap, dat je toch nog tijd hebt kunnen vinden, om de raadsels op te lossen, hoor! Gaf het naaien je! zooveel werk Dank je wel voor de I mooie briefkaart; 't was niets erg, hoor Nelly A. Wel gefeliciteerd, Nelly! Ik ben blij, dat ik nu toch eens goed op tijd ben, net op Zaterdag O, maar daar bedenk ik me, dat jij op Zon- dagochtend ons Zaterdagavondje pas ziet. Dat is nu jammer, he? Ben je 1 erg- bedorven en kwamen er ook vriendinnetjes op visite? Veel groeten' voor Frits en voor jou. Willem van den B. Prettig, dat I je het boek zoo aardig vindtWat vindt je nu wel het mooiste verhaal, of heb je ze nog niet allemaal uit j Natuurlijk vind ik het best, dat Ag-1 nes nu ook mee gaat doen is ze 1 ouder dan jij Zoo, staat de atlas bo- venaan op je verlanglijstAls je er nu maar een krijgt, he? J o h a n B. Het spijt me, dat de machine nog niet heelemaal goed ging. Als het nu nog niet lukt, moet je nog maar eens met de machine bij me komen, dan zal ik er mijn krach- i ten nog eens aan beproeven. Wie weet of we dan het wiel niet aan het draaien kunnen krijgen M i e n G. Ik zal je verjaardag goed onthouden, hoor! Ik ben erg benieuwd of Willy dan al weet dat ze niet da delijk terug moet vragen wat ze geeft! Natuurlijk hoop ik ook dat ik dan nog even goed brieven van je krijg als nu; ik kan me haast niet voorstellen dat ik niet iedere week jullie gezellige brieven zou lezen, wil je dat wel ge- looven? Ja, het tweede raadsel was niet precies in orde, dat heb ik ook gezien. Is Tante nu weer weg, en heb ben jullie van de week nog veel ple zier gehad? Willy wou zeker wel, dat zus Jo iederen dag jarig was! Toch wel jammer, he, dat zoo'n leuke dag maar ééns in 't jaar komt! Jac. Joh. S c h n. Ja, met die lan ge avonden heb je nu mooi tijd om i eens iets te maken; ik ben dan ook erg J benieuwd wat voor moois je zult ma- ken! Ik vind het prettig dat je me 1 .weer eens een raadsel wilt sturen, j Gaan de broertjes nog niet meedoen met de wedstrijden, of zijn ze nog te! klein? Hendrik B. 't Was niets erg dat1 je de 3 raadsels niet vinden kon, Hen- j drik! Ik weet wel, dat je altijd je best i doet. Heeft Pa mooie briefkaarten ge stuurd? Nelly van D. Hoe oud ik ben! Ja, Maar nou zal ik... Kalm toch. meneer, u verergert uw toestand, berustigde hem zijn buurman. U bent er immers dade lijk. Plotseling stopte de wagen. Hoofdpolitiebureau riep de con ducteur en wenkte den dikken heer. Uitstappenzei hij toen op een toon, die geen tegenspraak toeliet. Joe verroerde zich niet. Asjeblieft, uitstappenverzocht de conducteur. 'k Denk er niet aan, bromde Joe, ik ga waar ik heen wil en niet waar jij me verkiest te brengen. Nou geen kunsten, asjeblieft, zei de conducteur. U hebt uit te stappen als ik het u beleefd verzoek. Jij ezel, jij schoft, jij lor, jij sufferd... en nu stroomde een hagel van scheldwoorden op het hoofd van den conducteur jij gek dat je bent. Nauwelijks had Joe he^/woord gek gebruikt of daar pakten tien stevige handen hem beet. Eér hij het wist, stond hij op het platform. Agentriep de conducteur breng dezen gekken kerel naar de wacht. Agentschreeuwden de passa giers, bevrijd ons van dezen dollen heer. Agent, voegde Jack er van het balcon af bij, dezen man ken ik, hij beeldt zich in, dat hij mijn oom is. Hij is ongeneeslijk. En de constabels namen_Joe Mc Brien in hun midden en leidden hem naar het politiebureau. ALLERLEI MECKLENBURGSCHE GROOTHERTOGSANECDOTEN UIT OUDEN TIJD. De eerste groothertog van Mecklen burg was Friedrich Franz I, die bijna 52 jaren lang aan het hoofd van zijn land stond. In tallooze anecdoten leeft zijn nagedachtenis voort als die van den jovialen goedhartigen her tog, Hij bracht meestal den zomer in Doberan door, zijn meest geliefd bui tenverblijf. Daar zat hij dan 's avonds in een café en eens op een avond zat hij er weer en riep een man met een pop penkast binnen om dien te laten spe len. Toen het spel afgeloopen was en Jan Klaassen's metgezel óók bij den groothertog kwam om liet speelloon, wees deze op een Rostocker student, die aan een tafeltje tegenover hem zat en zeide „die mijnheer daar be taalt voor mij ook." De student trok zijn beurs en be taalde een gulden voor den landsva- der en een schelling voor zichzelf. Daarna echter noodigde de studio alle juist in Doberan aanwezige kame- den uit met hem te soupeeren. Toen het op betalen aankwam, stond dc jonge man op, wendde zich tot den groothertog en zeide „Koninklijke Hoogheid zal de goedheid hebben, voor mij en mijn gasten te betalen." En de koning deed het, terwijl hij har telijk lachte en er vele „donnerwet- tors" ovex-heen gooide, dat de Rostoc ker er hem zoo liet inloopen. In den zomer van 1818 kwam een type van een oud „Spiessbürger" een pottenbakker uit Rostock in Doberan zijn geluk aan de roulette beproeven. De groothertog had hem natuurlijk direct in het oog. temeer omdat hij zeer ongelukkig speelde. Den derden dag ving cïe groot hertog een gesprek met hem aan en vroeg hem „Wel meester, hoeveel wil ja vandaag wagen?" „Ik dacht '11 thaler of twintig, meneer de hertog. „Eigenlijk is mij dat wel wat veel. zeide de groothertog lachend, „maar vooruit ik zal dezelfde som opzetten, dan zullen we) eens zien wie't eerst z'n geld kwijt is." Het spel begint. Het duurt niet lang of beiden hebben hunne twintig thai er verloren. De gi'oothertog ziet zijn lot genoot medelijdend aan en zegt„Ja. meester, ons geld is er van door, wat doen we er mee „Ja." antwoord de pottenbakker trouwhartig, „ik ga naar hufs en maak weer potten en u schrijft maar een nieuwe belasting uit." De groothertog riep hem met ge- huichelden toorn na „Donnerwetter man, je bent grof. en als je niet zulk een oude goede baas was. dan zou ik je eens wat anders vertellen." Maar den dag daarop bracht de groothertogelijke lakei den pottenbak ker een rol van vijftig thaler, het som metje, dat de man in drie dagen ver loren had. WAT ER ZOO AL IN DE HOTELS BLIJFT LIGGEN. Van allerlei ongeloofelijke gevallen van vergeetachtigheid vertelt de di recteur van de detectieve-afdeeling van één der grootste hotels te Lon den verbazingwekkende dingen. Zoo liet een Amerikaansche millio- nairsvrouw een groot aantal juwee- len in den schoorsteen liggen, waarin zij haar schatten buitengewoon goed bewaard dacht. In den z.uidafrikaanschen oonog had een jonge, Engelsche officier be vel gekregen, mee uit te trekken en hij wilde te voren met zijn verloofde in het huwelijk treden. Hij wist zich een speciale huwelijkstoestemming te verschaffen en het huwelijk, dat ten huize van de bruid op het platteland zou volti'okken worden, werd bepaald op een dag vóór zijn vertrek. Stra lend als een jonge morgen, in geluk zalige verwachting vertrok hij 's och tends uit zijn hotel. Twintig minuten later werd in zijn kamer een porte feuille gevonden, waarin de huwe lijkstoestemming was geborgen, 's Avonds kwam hij in razende opge wondenheid terughet huwelijk was niet dooi-gegaan. Hij sneuvelde later in Zuid-Afrika. Minder tragisch was de geschiede nis van een andere, gei'echtelijke hu welijksvolmacht. Een aardige jonge man van de wereld wilde tegen den zin van zijn ouders in het huwelijk treden met een jong meisje. Huilend kwam hij van het stadhuis terug en klaagde, dat hij een verkeerde enve loppe moest hebben meegenomen, want dat zijn volmacht weg was. Al les werd onderstboven gehaald en Sóófzocbt, 'doch vergeefs. Ten slotte vond men een klein stukje van het kostbare papier in den schoorsteen. De jongeman had 's morgens nog oude Brieven van teederen aard ver brand, voor hij zijn nieuwe leven be gon en daarbij per ongeluk de vol macht aan de vlammen prijsgegeve Kort na deze ontdekking kwamen zijn ouders en het huwelijk ging niet door. Het menigvuldigst vindt men ringen wat zal ik je nu zeggen Tusschen de tien en de vijftig; ben je nu tevreden? Ja, je moet de boeken maar eens van Mien en Jo te leen vragen, ik denk! dat ze je ook wel zullen bevallen! Over Mien's boek vertel ik misschien een volgende keer wel eens wat; vinden i jullie het leuk om zoo eens iets over j een boek' te hooren? Ik houd ook erg veel van lezen, en vroeger had ik al- tijd het liefste met mijn verjaardag i of met St. Nicolaas een boek. Het j raadsel zal ik plaatsen. Lourens V. Wat heb jij toch een aardig postpapier, Lourens! Vind je het eigenlijk niet jammer om daar j altijd maar brieven op te schrijven? Ik merk dat Guus het drukker heeft dan jij, met al zijn werk en lessen; maar daarvoor ben je ook een jaarl jonger, he? Sophie M. Wat heb jij een mooi i raadsel bedacht! Ik zal het in de ru briek zetten, maar je moet wel een! paar weken geduld hebben. Nu, dat is niet erg. is 't wel? Ik vind het na-1 tuurlijk erg prettig, dat jullie zoo goed je best doet. en ik hoop dan ook maar. dat de poppekinderen mooi zul len worden. Antoon K. De drie raadsels val len erg in mijn smaakvooral het eerste vind ik erg aardig! Aan het, adres zag ik dadelijk dat de brief van jou kwam; je begrijpt zeker wel waar- om. is 't niet? Prettig, dat Pa de stem pel ook zoo mooi vindtNu. ik zag wel j dat hij goed ging. hoor! Je stempelt nu zeker al je schriften vol, lie Nelly de M. Nu heb ik nog een boek gevonden dat je misschien niet kent: het heet „Eeix Zonnetje der Lief de": Ik vind het ook zoo leuk dat ik je nu ken. Nelly; als ik nog eens tijd heb, kom ik weer eens terug! En of ik het goed vind. dat je een lijstje voor de poppenkamer maakt? Wel, natuurlijk, dat hoef je niet eens te vragen Johanna V. Gaat die nieuwe vriendinnetje nu ook meedoen aan de wedstrijden? Ik vind. dat je voor een tienjarige keurig schrijft, hoor! Hendrik P. Wel, Hendrik, heb je pret gehad gisteren Zoo'n heeie dag naar Alkmaar is nog eens plei- zierigWas je er al eens geweest ofj was dit de eerste keer; en ben je met den trein gegaan of met de tram Mien M. Ik was blij weer eens iets van je te hooren En dan zulk be langrijk nieuwsIk vind het niets erg, dat je nu van voren af aan moest beginnen, dat heb je toch gauw weer ingehaald. Zal je me nu trouw op de hoogte houden van jc vorde ringen En ben je nu van school af Die kousjes hoeft niet, hoor. doe t maar zooals je 'tzelf het best vindt! Dag, Mien Johan H. Wat vind ik het jammer dat je twee zaagjes gebroken hebt hoe kwam dat Was het hout zoo hard Wat is de inzending goed ge luktvind je het niet leuk. dat jij de, allereerste was C a r I T. H. II. Zoo, ga je ook mee1 doen Nu, dat is heel bestLos maar trouw de raadsels op. en doe maar flink mee aan de wedstrijden Hoe oud ben je Martha T. Prettig, dat jij en Herman het boek zoo mooi vinden Ja. de plaatjes zijn erg aardig om na te teekenen, vind je het niet grap pig dat ik dat ook wel eens heb ge daan Ik vind het erg jammer, dat je deze keer niet mee zult doen ik dacht, dat je voor zoo'n klein popje nog wel tijd zou hebben Maar ik merk wel. dat je het erg druk hebt. Veel groeten voor Herman en jou J o G. Nu ben jij weer aan de beurt. Jo Dat boek dat je opnoemde, ken ik nietis het misschien door Conan in de waschkommen en horloges on der 3e hoofdkussens. Op zekeren nacht kwam een dame zeer vermoeid in het hotel. Zij legde haar juweelen onder haar hoofdkus sen, pakte daarop den volgenden mor gen het ledige juweelenkistje zorgvul dig in den koffer en vertrok naar Pa rijs. Spoedig daarna vond het kamer meisje voor 240.000 gulden juweelen oh3er het hoofdkussen. Zeer vermakelijk is het te zien, als de verliezers teruggehold komen. En denmannen maken dan meer lawaai over een paar vergeten 'pantoffels dan de vrouwen over een vermogen. Een oude heer, die een tandenbor stel vergeten had, gaf twee kwartjes voor een telegram uit, waarin werd verzocht, den borstel na'te zenden. Velen meenen dat een hoek in de kamer veiliger is dan hun koffers of de kasten. Een dame liet al haar juweelen en effecten in de ventilatiebuis van haar slaapkamer naar beneden vallen. Zij had haar kostbaarheden in een tasch en wilde deze met een strik in de buis vastknoopen, doch het touw gleed uit haar handen en het kostbare pakket rolde door de buis naar omlaag. Gewoonlijk is het. vergeetachtigheid, die bundels teedere minnebrieven en belangrijke» brieven onder het hoofd kussen doet vergeten. Een Antwerpsche diamanthande laar, die altijd een schei'pgeladen re volver bij zich droeg, om zijn waren, die hij, in een gordel genaaid, onder zijn kleeren droeg, te beschermen, liet dezen gordel op zekeren dag in een badkamer liggen, nadat hij een bad genomen had. Het kamermeisje, dat den ouden, onooglijken gordel vond, wierp hem onverschillig in een mand, waaruit hij later in den vuilniswa gen terechtkwam. In den ouden gordel zat echter voor bijna een millioen aan diamanten. Natuurlijk zijn in dergelijke geval len de vergeten voorwerpen slechts zeer korten tijd verloren. De eigenaar maakt zich spoedig bekend. Verba zingwekkend echter is, wat in hotels Doyle? Nu, je schrijft me zeker wel eens of het mooi is, want dat wil ik natuurlijk erg graag van je hooren. Klein zijn is zoo erg niet, vind ik 1 is ten minste pleiziger om een beetje klein to zijn dan dat de menschen al tijd tegen je zeggen „Wat ben jij toch een boonestaak vindt je ook niet Kende je je versje goed, en heb je nu nog altijd vacantie Guus V. Ik kan me best begrijpen dat je veel te doon hebt on de Burger- Avondschool is dat iederen avond En krijg je nu nog andere lessen ook om bouwkundig teekenaar te worden 'Er valt nu zeker wel oón heele boel te leeren, is 't niet, maar daar zie je ze ker niet tegen op Zu s K. Dat je me vergeten had, dacht ik heelemaal niet. hoor, maar ik was toch blij weer eens een brief van je te krijgen Je was nu weer knap aan 't raden geweestHoe gaat het on school. Zus, en maken de broer tjes 't goed J o h a n V. Wel Johan. hoe is 't examen afgeloopen. of is de uitslag nog niet bekend? Ik ben erg benieuwd of je er doorgekomen bent. dus schrijf het maar eens gauw De raadsels zijn goed. Wi 1 h e 1 m i n a II. Ik vind het heel best dat je weer mee gaat doen, en boos ben ik heelemaal niet, hoor Dat word ik maar niet zoo gauwVindt je het prettig dat je nu hier in Haar lem woont? Johan G. Ik zal Dinsdag op je rekenen. Johan. en ik zal weer een ander boek voor je uitzoeken ook. Wat heb je het druk gehad met postzegels opplakken Ik geloof dat er heelemaal geen album bestaat waar alle postze gels in staanin het mijne stonden ze ten minste ook niet allemaal, en dan plakte ik ze er maar naast. Vond mijnheer op school het ook mooi Ik vind hei lijstjes-plan van Leonard heel leuk, en het jouwe ook. Als het nu maar mooi lukt. he? Vergeet voor al niet mijn groeten aan moeder te doen, en ook aan L. cn W. T r ij n t j e en Bertus S. Wat ra den jullie toch flink Vind je niet dat het nu al veel beter gaat dan in het begin 9 Met 't versje moet je nog wat geduld hebben hoor. want ik heb nog een heele verzameling versjes Anna van D. Het raadsel komt in de courantNu zal ik je goed ont houden, dat jo 22 December jarig bent, on dan zal ik er aan denken om je te feliciteeren. Is Nelly de oudste van jelui achten Wat zal dat een drukte zijn als jullie allemaal thuis bent Gerard II. Wat zal me dat een rekenarij geven, als jouw raadsel in de courant komtIk ben benieuwd of er voel jongens en meisjes zijn, die het raden, jij ook niet? Jacobus V. Wel, heb ik veel vroeger ook niet eens een brief gehad van jou of van een van je broertjes of zusjesNu, je brief zag er keurig uit. hoor, en ik hoop maar, dat we gauw groeie vrienden zullen worden! Marie G. Dat zal alweer een pret tige dag zijn morgen Wat zal die kleine tante dat kindje vertroetelen Groeit het goed, en is het een aardig kindje? En dan nog uit rijden ook! Je treft het maar, hoor Kan je van naaien maar zoo dikwijls wegblijven als je wilt? Wat leuk dat de duifjes nu zoo aardig worden Ik vind, dal. ze verbazend gauw groot worden-! Veel plezier met hot aankleeden van de pop II e 11 d r i k ter II. Aardig, dat die kleine August zoo 'n grappig jonge tje is Ik zou heusch nog gaan den ken, dat hij echt August heetMaar ik vind het erg knap dat hij met zijn beenen tegen den muur staat! Is het kleine zusje ook zoo'n aardig kindje Dag Hendrik M. C. VAN DOORN. vergeten wordt eix waarnaar geen haan meer kraait. Een oude dame had een papegaai, dien zij in de hotelkamer vrij liet rondvliegen. Zij scheen dol op hem verliefd te zijn. Toen zij inpakte, nam zij echter alleen de leege kooi mee en liet den vogel in de kamer achter. Misschien geloofde zij, dat hij weggevlogen was. In ieder geval heeft zij nooit naar den papegaai laten in- formeeren. EEN OORLOGSEPISODE. De ooi'logscorrespondent van de „Russische Invalide", die zelf actief dienend officier is, geeft onder ver schillende schetsen van het oorlogs- tooneel de volgende heldhaftige oor logsepisode Gedurende het gevecht van Toa- rentsjen werd een artillerist gewond en viel buiten kennis bij de stukken neer. Bij de batterij, waartoe hij be hoorde. werden alle trekpaarden neer geschoten en alle officieren en het meerendeel der bemanning buiten ge^- vecht gesteld. De overigen moesten onder het voortdurend ontploffen der Japansche granaten de batterij verla ten en zich in allerijl terugtrekken. In de algemeene verwarring liet men den artillerist, die men dood waande, achter, evenals de beide kanonnen, die men niet buiten gebruik had kun nen stellen. Toen de Japanners de batterij tot zwijgen hadden gebracht, letten zij er niet meer op. Doch onze artillerist kwam weder bij en toen hij. na zich met eenige moeite te hebben opgericht, slechts lijken om zich heen zag en twee ongeschonden kanonnen, vatte hij een kloek besluit. Hij ging naar een der beide kanonnen en laadde dit daarna, toen hij een Japansche colon ne zag passeeren, mikte hij en schoot het kanon af. De Japanners meer dan verbaasd, over het herleven van deze batterij, begonnen hun aanval daarop te richten. Doch onze kanonnier hield vol. hij ging naar het tweede kanon en schoot dit af en onderhield zoo eenigen tijd in zijn eentje 'een bom bardement op de vijanden. „En toen?" vroeg men hern daarna in het Russische bivouak, dat hij latei- met moeite had weten te bereiken. „En toen zeide hij, „toen heb ik de sluitstukken eraf genomen en ben ik in gevechtsorde teruggetrokken Dame. Ik geloof dat u boierc dagen gekend hebt. Bedelaar. Ja, mevrouw, Donder dag van de vorige week heb ik drie middagmalen en vier flesschen bier gehad. Zanger. Komt ge van avond nog in de kroeg? Tooneelspeler. Wel zeker: reeds in het tweede bedrijf vermoord! Zanger. Dan ben ik er slechter aan toeik trouw in de vijfde acte Rechter. Bekent u, dat u tegen over Peperman de uitdrukking schoft, uitzuiger en kameel hebt ge bruikt Ja, edelachtbare... maar niet met beleedigende bedoeling. WEL TOEGERUST. Chef. U solliciteert hier als reizi ger uwe getuigschriften zijn voldoen de maar 3e vraag iskunt u met Franschen, Engelschen en Italianen vloeiend spreken? Reiziger. Waarom niet, als ze Hollandsch verstaan Naar ik vernomen heb, moet je op geen enkele vraag van de profes soren een antwoord gegeven hebben? Slechts een minachtend glim lachje, lieve oom.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 9