Binnenland HOFBERICHTEN. Hare Majesteit de Koningin-Moeder zal den 17en dezer vertrekken naar Arolsea. om aldaar een tiental dagen te vertoeven, van daar naar König in het Odenwaldongeveer midden No vember hoopt H. M. in het lancl terug te zijn. Hare Majesteit zal vergezeld wor den door jonkvrouw van do Poll. hof dame, en door jonkheer A. G. Schim- melpenninck, thesaurier kamerheer. HET VREDESPALEIS. Een medewerker van een Ameri- kaansch blad, de lthaca Daily News, heeft een onderhoud gehad met An- drewr D. White, indertijd leider van de Amerikaansche gedelegeerden ter vredesconferentie in den Haag. Het gesprek liep over het plan tot bijeen roeping eener nieuwe conferentie (White verwachtte geen heil daarvan voordat de oorlog uit was) en ook over Carnegie's gift. Als Carnegie's voornemen ten uit voer wordt gelegd, zoo zeide White, zal een dergelijk gebouw van belang zijn voor de geheele wereld, niet en kel om het gebruik dat ervan ge maakt wordt, maar vooral als een symbool dat tot de natiën spreken zal van het groote beginsel. Ook al maak. ten de regeeringen geen gebruik er van, dan zouden de open deuren van den vredestempel een welsprekend be roep doen op de volkeren. En een nieuwe vredesconferentie zou, naar White's oordeel, een goede gelegenheid zijn om de tegenwoordi ge Nederlandsche regeering haar plicht in te scherpen. „Het is zeker dat als de regeering die tijdens de Haagsche conferentie aan 't bewind was, zoo liberaal en breed van opvat tingen, nog bestond, er voor dit in ternationale paleis van justitie al lang een plaats gevonden zou zijn, dat men reeds bezig zou zijn met het optrekken van de muren. „Hoe de tegenwoordige Nederland sche regeering haar tactiek van tal men en weifelen denkt overeen te brengen met haar plicht tegenover het land, is moeilijk te vatten. Mijn per soonlijke meening is, dat als het flin ke Nederlandsche volk, met zijn kalm gezond verstand, inziet welk een scha de dit ministerie berokkent door zulk talmen, het wel in verzet zal komen." White spreekt de hoop uit, dat de Nederlanders deze houding van hun regeering niet langer zullen dulden, hun land heeft immers een groote onderscheiding genoten, en men be gint zich hier en daar reeds af te vragen of er misschien iets achter steektof die laksheid niet wordt te weeggebracht door invloeden die het beginsel der scheidsrechtelijke beslis sing tegenwerken DE OVERIJSELSCHE QUAESTIE. In de Overijselsche quaestïe komt een nieuw stadium. De heer J. Ho ven, die onlangs het bekende ultima tum stelde, heeft gisteren bedankt als lid van de Prov. Staten van Overijsel. Door Ged. Staten van Overijsel is bepaald, dat de verkiezing in de va cature Hoven zal plaats hebben op 24 October a. s. en de stemming en her stemming op 31 October en 7 Novem ber daaraanvolgende. Wanneer het een beetje gewoon gaat, komt er te Zwolle een herstem ming en is bij de najaarsvergadering de zetel van Hoven nog vacant. En wanneer dan in dien tusschentijd het Kon. besluit tot het kiezen van leden voor de Eerste Kamer gekomen is. 'T OUDE LOO. Men schrijft ons Bij het opgraven van de grachten om het ridderslot ,,'tOude Loo" in het Koninklijk Park, zijn twee oude steenen fonteinen, oogenschijnlijk nog in zeer goeden staat, voor den dag gekomen. Deze fonteinen liggen hetgeen wel eigenaardig is nog geen meter van elkander af. Ven-der is nog opgegraven de hou ten fundeering van de valbrug 1 geheele lengtehet hout bevindt zich in tamelijk goeden staat. Omtrent de onderaardsche gang, die zou loopen van het Oude Loo naar het kasteel „De Canneburgh" te Vaas- sen (twee uur afstands), verkeert men nog in hét onzekere. Te Apeldoorn loopt echter het ge rucht,-dat de gang reeds is gevon den, maar men de zaak voorioopig nog geheim wil houden. Blijkt dit inderdaad zoo. dan is een middeleeuwse!) reuzenwerk, ontdekt, daar de gang in dit geval ontzaglijk diep moet zijn gegraven en ook zóó zijn gebouwd, dat het in die streken overvloedige water er niet binnen kon dringen, Bht eertijds nog jong ge boomte, dat thans na eeuwen reus achtige wortels heeft verkregen, kon zich om de muren van het onder- grondsche werk hebben geslingerd waardoor het tevens voor ondergang zou zijn behoed. Zekerheid omtrent dit alles is ech ter nog niet verkregen. („Tel.") BEVORDERING DER WETENSCHAP. In eene onlangs te 's-Gravenhage gehouden bijeenkomst werd besloten tot de oprichting eener Vereeniging tot het bevorderen van de beoefening der wetenschap onder de katholieken in Nederland. Blijkens de in diezelfde bijeenkomst vastgestelde statuten, zal de vereeniging dit doel trachten te bereiken door het houden van verga deringen, en door te bevorderen en te ondersteunen het uitgeven van ge schriften, het optreden in wetenschap pelijke leringen, en in 't algemeen den wetenschappelijken arbeid van katholieke geleerden in Nederland. De vereeniging bestaat uit vier afdeo- lingen, zich aansluitende aan vier fa culteiten onzer universiteiten, met name de rechtsgeleerde, de genees kundige, de wis- en natuurkundige en de letterkundige afdeeling. Als lid worden in 't algemeen slechts toegelaten zij, die een docto ralen graad aan eene Nederlandsche universiteit hebben verkregen of een daarmede op ééne lijn staand exa men hebben afgelegd. De vereeni ging draagt geenszins 'n apologetisch karakter, zooals de onlangs opgerich te vereeniging Petrus Canïsius, even min beoogt zij concurrentie aan te doen aan de reeds bestaande neu trale wetenschappelijke vakvereni gingen zij heeft slechts ten doel, de aaneensluiting te bevorderen en meer wetenschappelijk leven op te wekken onder die katholieken, welke blijkens hunne volbrachte studiën aangewe zen zijn, het wetenschappelijk peil onder de katholieken hoog te hou den. Tot de eerste jaarvergadering in Mei 1905 werden als leden van het bestuur der vereeniging gekozen dr. C. H. H. Spronck, hoogleeraar te Utrecht, voorzitter mr. dr. A. A. H. Struycken, advocaat, te 's-Gravenha ge, secretarismr. dr. D. Kooien, lid van den centralen raad van bea-oep, te Utrecht, penningmeestermr. A. P. L. Nelissen, raadsheer in den Hoogen Raad, te 's-Gravenhage (te vens voorzitter der rechtsgeleerde af deeling) dr. P. M. J. Woltering, hoofdinspecteur van de volksgezond heid, te 's-Hertogenbosch (tevens voorzitter der geneeskundige afdee ling) dr. G. J. van Swaay, hoog leeraar aan de Polytechnische School te Delft (tevens voorzitter der wis- en natuurkundige afdeeling), en dr. L. J. W. Smit, rector aan het gymnasium te 's-Hertogenbosch (te vens voorzitter der letterkundige af deeling). DE STORM. De zee heeft Donderdag' weer vele offers geëischt. Uit IJmuiden wordt gemeld, dat daar aan de kust vier visschersscliiu- ten met man en muis zijn vergaar». ..Binnen de pieren is een botter ver gaan, de Enkhuizér botter 12, schip per Havelaarvoorts zijn dicht bij de pieren nog 'twee andere vischbotters verongelukt, waarvan de' namen on bekend zijn, en dan is er wrakhout aangespoeld van de blazerschuit M A 124. Geen twijfel, of de beide opvaren den van dit vaartuig, Cornelis de Vries en Klaas Prins, beiden gehuwd, zijn in de golven, omgekomen. Eerstgenoemde iaat cené vrouw en drie kinderen, een bij hem inwonen- den weesjongen en een ouden vader onverzorgd achter. Het jongste van de kinderen is slechts drie weken oud. Men is hier ze ar onder den indruk van deze noodlottige gevolgen van den storm, te meer, omdat men voor verlies van nog meer menschenlevens vreest, wijl er nog een talrijke vis- schersvloot op zee is. De visschers toch zijn in zekeren zin door den plotseling opgekomen storm overval len anders zouden ze wel eerder een veilige haven opgezocht hebben. Dat hier tot dusver zoo weinig visschers- schepen zijn binnengevallen, moet toegeschreven worclen aan de om standigheid, dat er in den afgeloopen nacht buitengaats een zware mist hing, waardoor het lang niet gemak kelijk was, de vuren te zien. Zoo is het begrijpelijk, dat velen de haven zijn voorbij gevaren. Waar velen zich hier over verwon deren. is het, feit, dat door de red dingsboot zelfs geen enkele poging 'S aangewend, om dc in nood verke^r- n- de arme visschers te redden. Toen ;le Enkhuizér botter 12 als het ware .n den mond van de haven was ver gaan, kon men verdachten, dat meer visschersvaartuigèn, na den geheelen nacht tegen wind én golven gekampt te hebben, zouden trachten bier bin nen te loopen, e"n bij de felle bran ding op den stroom langs, de kust is dit voor de kleine open scheepjes lang niet gemakkelijk. Een der bot ters, van de zuid komende, sloeg plot seling om, toen het zeil werd omge zet, om de haven binnen te zeilen. Het ongeluk werd door vele visschers en zeelieden aan de haven gezien. Het was hartverscheurend, die kloeke mannen, terwijl het behoud zoo nat ij was, in de golven te zien omkomen. Ware de reddingsboot in de buurt geweest, misschien bad nog de be manning, of een deel daarvan. ge-P'l kunnen worden. De stoomtrawler Heemskerk", die bij de Noorderpier een botter zag vergaan, zag nog een man drijvend bezig, een deel van zijn bovenklea ding uit' te trekken, om zoc mogelijk zijn leven te redden. De reddingsboot, die wij hier heb ben, is van de nieuwste constructie slaat zij om. dan rijst zij weer van zelf overeindwaarvoor hebben wij die boot hier, als zij bij zulk nood weer zelfs niet in zee wordt gelaten'? Den ganschen dag stond een troep menschen nabij den ingang der ha ven, bij de semaphore, velen om naai de woeste zee te zien, de wit gekuifde golven te zien aanrollen, beukend te gen de pieren eta den golfbreker, waartegen zij opstijgerden. hun wol ken schuim hoog doende opspatten. Onze zeebonken echter hadden geen oog voor het indrukwekkende natuur tafereel, maar tuurden met bezorgde blikken over de wijde zée, of er nog niet een zeil in zicht kwam. Om kwart voor zes ongeveer kwam de botter TJrk 293 de haven binnen. 1-Iet had weinig gescheeld of zij was tegen de pier geslagenfokkeschoot en giek waren gebroken. Zij was reeds te laag afgedreven en ervaren zeelieden noemden bet een wonder, dat zij nog behouden is binnengeko men. Ware zij inderdaad tegen de (pier geslagen, er waren drie men schenlevens meer vetrloren gegaan. De loodsboot is des namiddags bin nengekomen met ingeslagen brug. Bij Zandvoort zat gisteren één vis schersvaartuig op het strand, bij Eg- mond was dit het geval met twee visschersvaartuigèn. Bij Maassluis is de bom SCH 93, ter hoogte van de exnortslachterij der firma Hudig en Pieters, na in aanvaring te zijn geweest, gezon ken. De bemanning wist zich te redden. Volgens te Amsterdam ontvangen bericht zijn Donderdagochtend, ten gevolge van den hevigen wind,, voor Nieuwe diep drie botters omgeslagen en met man en muis vergaan. Bij de Zuidcrhaaksboei is de bótter H 1, schipper Will ems, omgeslagen, waarbij de opvarenden verdronken. Nabij Falga strandden twee visch- scbuiten de H39 en UK94. Van bei de vaartuigen werd liet volk-gered. Ter hoogte van Callantsoog is een onbekend visschersvaartuig omgesla gen. Omtrent dit schip ontbreken na dere bijzonderheden. Donderdag woei van het stormsig naaltoestel bij den vuurtoren te Sche- veningen de zwarte vlag, teeken van feilen storm. Minder woest en onstuimig dan wel kokend en schuimend rolden dehoo- ge baren, tot den gezichtseinder witte koppen uitstekende, naar het strand aan. Het belangwekkendste oogenblik was Donderdagmiddag toen de vloed op zijn hoogste was en de ziedende golven tegen den strandmuur schuim- spattend uiteensloegen. Velen kwamen uit de stad om het grootsche natuurtafereel te aanschou wen, trotseerende den zandopstuiven- den westenwind. De Pier, van waar men, eenmaal de rotonde bereikt, vrijstond, werd druk bezocht. STROOPENDE ONBEZ. RIJKS VELDWACHTERS. Geeu geringe sensatie, schrijft de Zutph. Ct., verwekt onder de vele ja gers in de buurt het volgende voor val „ln den afgeloopen nacht warende marechaussees Gerrits en Verbeke, van. de brigade Ruurlo, op jacht-sur- veillance onder Borculo, en bemerk ten omstreeks half 12 drie personen, twee stroopende met behulp van een lichtbak en geweer, terwijl eenderde het wild droeg.'De marechaussees be kropen de stroopers tot op korten af stand en vielen toen twee van hen aan. De derde nam dadelijk de vlucht. De Stroop,er, die door marechaus see Gerrits werd besprongen, keerde zich tegen zijn aanvaller met bet jachtgeweer, doch Gerrits was hem voor en loste een schot uit zijn re volver, den strooper tegelijkertijd grij pende. Het bleek toen, dat de stroo per... jachtopziener en onbezoldigd rijksveldwachter was. Het schot van den marechaussee had hem in den arm getroffen. De marechaussee Verbeke had in- tusschen den anderen strooper gevat, die eveneens onbezoldigd rijksveld wachter bleek te zijn. Het is te begrijpen, dat dit voorval veel opzien baart, te meer, omdat het stroopen met den lichtbak in die om geving reeds meermalen was waar genomen, zonder dat men er achter kon komen, wie de daders waren. Door het constateeren van dit geval laat zich het niet-snappen der stroo pers begrijpen." EEN PROEFPREEK. Te L., (een Groninger dorpje), zou een predikant worden beroepen. Een zou er een proefpreek hóuden, en een paar gemeentenaren waren naar den trein gegaan, om hem af te halen. Men kwam echter te vroeg, en spande uit in het stationskoffiehuis. In de gelagkamer aldaar zat een heer aan een broodje. Ons gezelschap nam eveneens plaats, en praatte er lustig op los. De dominee kreeg ook een beurt, speciaal zijn particulier leven, waarover men zich niet al te gunstig uitliet. De trein kwam, maar met dezen geen predikant. Het gezelschap kwam weer in het koffiehuis, en toen zij hun misnoegen er over uitspraken, dat dominee hen zoo'n vergeefsche reis had laten doen, stond de etende gast op, en zei, of ze misschien hem moesten afhalenhij was predikant, en moest te L. preeken, maar hij was een trein eerder gekomen, dan hij aanvankelijk had gedacht. Men stapte in, de dominee werd later beroepen, maar bedankte. (Vad.) VERMOORD. 't Was in den stillen nacht van Maandag op Dinsdag dat de rijks veldwachter van Haarlemmermeer, Eisinga, zijn lantaarn met carbid en water vulde, aanstak en op zijn fiets zette, waarop hij even later ook zich zelf plaatste om, vóórgelicht door den hellen lichtbundel, den donkeren weg naar Sloten op te fietsen. Nadat hij eenigen tijd gereden had, viel zijn lichtbundel opeens op eem met bloed bevlekten zak. „Bloed", dacht de rijksveldwachter, „en dat in een zak". Hij sprong van zijn rij wiel, greep den zak en ontdekte dat er een man mee liep. Hij greep nu den man vast en vroeg Wat zit er in dien zak? Ik ben een eerlijk man, stotterde de zakdrager. Maar hoe komt 't, dat er bloed uit den zak druppelt, vroeg de politie man. Ik beu een eerlijk man, herhaal de de zakdrager. De rijksveldwachter vond dat de zaak geheimzinnig begon te worden en hij nam den zakdrager mee naar zijn woning in de „Meer". Laat nu eens zien, geef eens op. De zakdrager gaf zijn zak over en de veldwachter haalde ze er uit. Zeven zei hij somber en alle zeven de bals afgesneden. Alle zeven, bevestigde de zak drager bevend. En met hun goedige, verglaasde oogen keken ze alle zeven den zak drager aan en er lag als een gruw baar verwijt in die oogen tegen den moordenaar. Een verwijt om nooit te vergeten. Man ga zitten, want je staat te trillen op je beenen1 zei de veld wachter hier, drink 'n kopje koffie en eet wat." De veldwachter schonk koffie en smeerde 'n boterham en de zakdra ger at en dronk en bekwam wat. En vertel me nu 'ns vanwaar ze zijn, zei de veldwachter. Nou, laat 'k dan maar zeggen, 'k zie da'k met 'n vriendelijk mensch te doen heb, ze zijn van boer Pieter, antwoordde de koffiedrinker. Weet je wat zei de veldwach ter nu en haalde iets uit zijn broek zak laat ik je dan zoolang deze dingen aan je handen do'en en ga dan met me mee en wijs me precies waar je ze weggehaald hebt. De zakdrager dronk zijn kommetje koffie uit, kreeg kettinkjes om de polsen en volgde den veldwachter naar de boerderij van boer Pieter, te Sloten. Daar wees hij 't hok, waar ze in gezeten hadden. Boer Pieter werd opgeklopt. Hij verscheen in zijn onder-pantalon. Hoeveel heb je er? vroeg de veld wachter. Zeven, verklaarde de boer. En hij ging naar 't hok, waarin zijn zeven lievelingen hadden gezeten en dat nu leeg was. Alle zeven wegriep hij ait in vertwijfeling. Alle zeven gekeeld, zei de veld wachter. Ja, alle zeven, zuchtte de zak- man, die nü achter slot en grendel zit en wegens diefstal van konijnen terecht moet staan. (Tel.) GELUKKIGEN. De prijs van f 100.000 der 376ste Staatsloterij is gevallen op No. 1637. Dit lot is in zijn geheel geplaatst dooi den heer A. Smits, collecteur van de Staatsloterij te Roermond, en voor het grootste gedeelte) in Roermond. Naar de ,,L. K." vernoemt, behoo- ren o. m. tot de gelukkigen de ge vangenbewaarders te Roermond, die 3 twintïgsten te verdeden krijgen. Een tiende is ten deel gevallen ai de politiebeambton te Venlo en be nevens een tiende aan eenige spoor wegambtenaren aldaar. „De Nieuwe Courant" meldt Konden wij verleden jaar zomer melden, dat een deel van het zetter.s- personeel van ,De Nieuwe Courant" het gelukje had, dat op een vijfde lot in de Ned. Staatsloterij de laatste hooge prijs met premie van f 30.000 was gevallen, dit jaar is hun hetzelf de buitenkansje te beurt gevallen. BETERENDE. De schoenmaker D., te 's-Hertogen bosch. wiens leven dezer dagen in groot gevaar werd gebracht toen hij door een revolverschot werd getrof fen, dat door den onbezoldigden rijks veldwachter Van den Bogaart werd gelost, zal zeer waarschijnlijk en bo ven verwachting het leven er afbren gen. Zijn broeder, de sigarenmaker, die bij dezelfde gelegenheid ook een schot opliep, maar in het been werd geraakt, zal weldra, het gasthuis kun nen verlaten. Van den Bogaart bevindt zich nog altijd in voorloopige hechtenis. EEN MOOIE GIFT. Aan den Volksbond, Vereeniging te gen Drankmisbruik, is door een be langstellend vriend uit Baarn een som geschonken van vijf duizend gul den. Deze gift zal den Bond, aan wiens werkkracht juist thans in zijn perio de van snel en gestadig toenemenden bloei zoo hooge eischen worden ge steld, tot veel en belangrijk werk in staat stellen. DE HOGERHUIS-ZAAK. Mr. J. W. Spin heeft een adres tot invrijbeidsstelling Wiebren Ho gerhuis aan H. M. de Koningin in gediend. BRANDEN. Te Hulst is brand ontstaan in de schuur van den landbouwer Van Bunden. De schuur en stallen werden een prooi der vlammen, terwijl een paard en 4 stuks hoornvee in de vlammen omkwamen. Alles was slechts laag verzekerd. Te Dordrecht zijn in de woning des heeren J. C. Kloppert, in de Groote Spuistraat, door het in brand gera ken van eenige kleedingstukken een portaal en zolder uitgebrand. De be woner vluchtte door een raam, doch moest zich aan een kozijn vastklam pen om niet naar beneden te storten. Het duurde betrekkelijk lang eer de heer K. uit deze gevaarlijke positie werd gered. Verzekering dekt de schade. Te Nijmegen brandde in de Groote straat het benedengedeelte van het woonhuis van den slager Martens uit. De geheele inboedel werd een prooi der vlammen de aangrenzen de perceelen beliepen waterschade. Een en ander was verzekerd. Te Winschoten is Woensdag het manufactuurmagazijn van de firma Albering geheel uitgebrand, doordat een lucifer achteloos werd wegge worpen. De schade wordt door verze kering gedekt. ONGELUKKEN. Te Slagharen, gem. Ambt-Harden- berg Ov.), gingen twed meisjes naai de duintjes aldaar, om zand te gra ven. Terwijl ze daarmede bezig wa ren, viel het zand naar beneden en werd een der meisjes geheel daaron-| der bedolven, zoodanig, dat niet te zien was op welke plek zij verdwenen was. Het andere meisje liep naar het naastbijzijnde huis om hulp te vra gen; een oude vrouw, die daar woon de, ging met haar mede, doch kon niet veel uitrichten. Gelukkig kwa men nu een paar arbeiders voorbij, die een schop bij zich hadden. Op de onduidelijke aanwijzingen van het angstige meisje, begon een van hen te graven, en weldra stootte hij op iets. Nu werd, voorzichtig het zand weggenomen en het bedolven meisje werd er uitgehaald. Zij was geheel bewusteloos, doch werd gelukkig weer tot bewustzijn gebracht ën heeft nu van het ernstig ongeluk geen ander letsel bekomen dan een schram aan het hoofd en een wond aan liet ooi- door de spade, welke langs het hoofd was gegleden. Landbouw en Veeteelt LANDBOUWPARAGRAAF. Thans is verschenen de landbouw- paragraaf in het werkprogram van den Vrijzinnig-democratischen Bond, met toelichting. Blijkens het voorwoord van het be stuur nam de Vrijzinnig-democrati sche Bond bij de vaststelling van zijn werkprogram op 11 Januari 1902 daar in voorioopig ook een en ander op, betrekking hebbende op den land bouw. Doch dit geschiedde met de uitdrukkelijke verklaring, daarop na der terug te willen komen, nadat het bestuur een hiertoe strekkend voor stel zou hebben voorbereid of door eene commissie doen voorbereiden. Aan dit laatste de voorkeur gevend, ten einde de voorlichting van deskun digen te erlangen, noodigde het be stuur voor het lidmaatschap van de bedoelde commissie uit en vond bet tot aanvaarding ervan bereid de hee ren J. Boer Hzn. te Utrecht, H. D. Ebbens te Nieuw-Beerta, mr. E. Fok ker te Utrecht, P. Hofstra te Wijnal- dum, Z. Middelkoop te Leeuwarden, C. Nobel te Schagen, A. Rauwerda te Leeuwarden. U. G. Schilthuis Jzn. te Groningen en J. Welleman te Krab- bèndijke. Als vrucht van hun arbeid kon een ontwerp landbouw-paragraaf met toe lichting in November 1903 aan de lo den van den Bond worden aangebo den, welk ontwerp na eenige aanvul ling en gëringe wijziging door de al- gemeene vergadering van 28 Mei j.l. in het werkprogram van den Bond werd opgenomen. Hetgeen thans wordt voorgelegd, bestaat alsnu uitlo. de landbouw- paragraaf van den Vrijzinnig-demo cratischen Bond. zooals zij op ge noemde algemeene vergadering werd vastgesteld 2o:' de toelichting van de hand der commissie3o. een aanvul ling der toelichting, behoorende bij h,étgeen door de algemeene vergade ring aan het ontwerp-paragraaf werd toegevoegd. Aan het slot van zijn voorwoord be tuigt het bestuur aan de commissie, in het bijzonder aan haren rappor teur, den heer Boer, warmen dank voor den belangrijken arbeid, dien zij, ten bate van het landbouwvraagstuk, voor den Bond heeft willen verrich ten. Kerk en School ACADEMISCHE EXAMENS. Aan de universiteit te Leiden zijn tot heden door den rector magnificus voor de eerste' maal ingeschreven 173 nieuwe studenten, verdeeld als volgt Rechten 61, Rechten en Letteren 24. Geneeskunde 32, Wis- en Natuurkun de 24, Letteren en Wijsbegeerte) 19, en in Godgeleerdheid 13 studenten. Aan de universiteit te Amsterdam is afgelegd, het propaedeutisch me disch examen door den heer P. G. F. H. M. A. Ven-mast en het theoretisch geneeskundig examen door de hee ren E. S. Frank, C. Bakker en F. H. van der Kwast. Bevorderd tot doctor in de rechts wetenschap, op stellingen, de Heer H. J. Boelen, geb. te Amsterdam. Sport en Wedstrijden BOKSEN. Te New-Durham, in den Ameri- kaarischen staat New-Jersey, hééft ee« bolcspartij -tusschen twee ar.-a- teurs een noodlottigen afloop gehad. Een der boksers zeeg dood* neer, dadelijk nadat hij een stoot tegen de borst had gekregen. WIELERNIEUWS. Op de baan van Neuilly bij Parijs lieeft Rene Pottier het amateurs-uiir- record van de wereld en het Fransch algemeen record zonder gangmaking verbeterd en dit op 40 kilom. 340 me ter gebracht, onder controle van de V. F!" In het eerste half uur reed hij 20 kilom.' 190 m. Nimrod. Op Zondag 23 Optober zal op de banen van de Koninklijke Jachtyer- eèrnging „Nimrod" aan den Zijlweg te Haarlem den eindwedstrijd voor den Tir Réglementaire gehouden wor den. Aan dezen wedstrijd zijn gerechtigd om deel te nemen de/ heeren G. J. van der Vliet, C. M. Viruly, R. de Favauge, E. L. baron van Voorst tot Voorst, F. A. J. C. baron van Voorst tot Voorst en F. J. Evelink Busgers. De wedstrijd zal om half twaalf aanvangen. Leger en Vloot. PAARDEN VOOR DE VELD-ARTILLERIE. Men scljrijft aan de „Tel." Gelijk' algemeen bekend is, moet, bij eene eventueéle mobilisatie van ons leger, eön groot aantal paarden voor de veld-artillerie worden aange schaft. Deze omstandigheid is een gevolg van de belangrijke uitgaven, welke gemoeid zouden zijn met het in tij:d van vrede beschikbaar hebben van het aantal paarden, noodig om op oorlogsvoet uit te rukken. Teneinde nu op afdoende wijze te kunnen nagaan in hoeverre bedoelde paarden al dadelijk voor het gebruik in de batterijen geschikt zullen zijn, heeft de minister van Oorlog besloten om in 1905 een belangrijke proef te doen nemen met het huren van paarden, voor de veld-artillerie. Rechtszaken HOOGE RAAD. De Teyler-quaestie. In de Teyler van der Hulst-zaalc concludeerde Donderdag de adv.-gen. bij den Hoogen Raad mr. Ort tot verwerping van het cassatieberoep te gen het arreist van het Amsterdam- scbe hof, waarmede adv.-gen. zich vereenigde, daar ook volgens Z.E.A. een dagvaarding op straffe van nie tigheid moet bevatten de namen Ier gedaagden. En al geeft nu de wet niet aan de wijze, waarop tnbekende erfgenamen kunnen worden gedag vaard alleen art. 4 No. 6 bevat te dien aanzien een bepaling, welke in dit geval niet toepasselijk is dit neemt niet weg, dat in alle andere gevallen dan in art. 4 No. 6 de erf genamen met name moeten worden vermeld. Het incidenteel cassatieberoep vi" de onbekende erfgenamen, die ais- nog in cassatie verschenen waren, achtte mr. Ort niet ontvankelijk om dat zij niet in de voorafgaande in stanties partij in het geding waren geweest. Uitspraak 18 Ncv. a.s. DE KASSIERS VAN HOYTEMA VOOR HET HOF. Voor het gerechtshof in den Haag werd gistermiddag in hooger beroep behandeld de zaak der gebroeders J. G. en H. van Hoytema, kassiers en commissionairs in effecten te Delft, door de Haagsche rechtbank wegens de bekende verduisteringen van ef fecten die zij uit hoofde van hun be roep onder zich hadden, veroordeeld resp. tot 2^- jaar en 9 maanden ge vangenisstraf. Geëischt werd voor den eersten bekl. 2^, voor den tweeden 2 jaar. Het uitvoerig verslag in deze zaak werd uitgebracht door-raadsheer-rap porteur mr. Sterck. Als advocaat der beklaagden trad evenals in eerste instantie op mr. M. P. G. Kappéyne van de Coppello. De eerste bekl. had een memorie aan het hof gericht, waarin hij uit voerig trachtte aan te toonen dat de rechtbank ten oprechte heeft aange nomen dat hij opzettelijk wederrech telijk gehandeld heeft. Ter terechtzitting werd aix gevoe len nader door den eersten bekl. aangedrongen. Nimmer of nooit, in de 28 jaar dat hij zaken heeft ge daan, heeft het in zijn bedoeling ge legen, zijn cliënten te benadeelen. Het is niet waar, dat hij opzettelijk wederrechtelijk heeft gehandeld. Hij heeft den toestand van zijn zaak niet geweten hij dacht dat die toestand zeer gunstig was, daar per dag pro visies van 300 tot 600 gulden verdiend werden. Ofschoon de balans van 1901 debetsaldo's vertoonde, meende bekl. dat de toestand van zijn zaak niet ongunstig was. Bekl. ging nader de punten van beschuldiging nazou hij wederrechtelijk de stukken van dé Spaarbank, waar hij jarenlang secretarisvan was, hebben verduis terd? enz. Plotseling was de donderslag voor bekl. gekomen dat zijn zaak bespro ken werd en gesloten moest worden. Toen kon bekl. niets meer aan den tóestand veranderen. Doch in zijn gemoed, voor zijn gevoel, weet bekl. dat hij nooit de bedoeling had, we derrechtelijk effecten te verduisteren. Dat is de waarheid en niets dan de waarheid riep bekl. ontroerd uit. Op vragen van den president ver klaarde bekl. dat hij met zijn broe der in associatie handelde voor eigen rekeningieder had het recht vóór de zaak te handelen. De tweede bekl. was voornamelijk in appèl gekomen omdat hij veroor deeld was op grond dat hij geweten had dat er een circulaire was gezon den aan het kantoor betreffende eene conversievoorts, dat hij met zijn medebekl. op één kantoor zat en met hem in overleg had gehandeld. Bekl. gaf uitvoerigs toelichtingen omtrent dit punt, in verband met zijne ver klaringen voor den rechter van in structie. De rechtbank had z. i. de zaak niet klaar en helder voor oogen gehad; daaróm was bekl. toen zijn broer had geappelleerd mede in hooger beroep gekomen. Bekl. was overtuigd dat zijn broeder niet opzettelijk we derrechtelijk had gehandeld. Ook deze bekl. erkende dat wie van hen beide ook teekende, de associatie verbond. Zij hadden een onderhand- sche associatie, waartoe zij beide ka pitaal hadden verstrekt. Beide beklaagden bleven overigens in alle opzichten bij hun bekentenis sen in eerste instantie afgelegd om trent 'de ten laste gelegde feiten en in het vonnis opgenomen. Na een breedvoerig requisitoir con cludeerde adv. gen. mr. Reitsma tot handhaving der opgelegde straf aan beide beklaagden. Hoewel beiden moreel even schuld-'g zijn, is terecht in het vonnis de meerdere strafrech telijke verantwoordelijkheid van den eersten bekl. in aanmerking- geno men. De verdediger, mr. Kappeyne van de Coppello hield een zeer lang plei dooi en betoogde dat beklaagden niet met opzet hadden gehandeld, doch dat alles was' toe te schrijven aan grenzelooze domheid. Uitspraak 20 Oct. VERDUISTERING. Donderdag stond voor de vierde ka mer der Amsterdamsche Rechtbank terecht de 32-jarige bode van Am sterdam op Den Haag Johannes Vis ser, wonende aan de Kattenburger straat te Amsterdam, thans gedeti neerd, beklaagd van verduistering. Hem is ten laste gelegd lo. dat hij t.e 's-Gravenhage en te Amsterdam tusschen 9 November 1903 en 7 Juni 1904 een pak, bestemd voor iemand tq Scheveningen, welke goe deren hem den 9den November door den expediteur A. D. Roodzant ter bezorging waren afgegeven of welke hij bij vergissing tusschen andere goederen ter bezorging onder zich had genomen, zich heeft toegeëigend 2o. dat hij te Amsterdam in de maand Juni 1904 zich heeft toege- eigend21 kostuumrokken en een kostuumrok benevens een hoeveel-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 2