De Voorwaardelijke Wijs Naar het Duitsch. Kern kocht een kleinen ruiker en schat van een meisje, eer ze bij een niet ridderlijk geweest zijn, niet te bracht een bezoek bij Kalypso's fa- familie aan huis komen. Maar ik kan komen. Wat zou hem te wachten milie. Wanneer een jong officier een dat niet. Ik ben ook anders dan de bezoek aflegt bij een gezin, waarin anderen.' een mooi jong meisje is, dat geen 1 De meeste menschen zijn anders Hoe het kwam, dat luitenant Kern fortuin bezit, dan plegen de ouders te dan de anderen. Degenen die liefheb- in den bloei zijner jaren het slacht- informeeren, of de officier ontzaglijk ben, altijd, offer werd der Voorwaardelijke Wijs rijk, of van geheimen adel is. Is dat zal uit de volgende geschiedenis niet het geval en dat komt wel blijken. i voor dan wordt hem de deur ge- Luitenant Kern was een elegant wezen. Daarmede doet men den offi- officier van drie en twintig jaar, cier een grooten dienst. Want daar buigzaam als een Spaanschen riet- die jonge krijgslieden zeer gevoelig stengel, met een knap, verstandig, zijn, en alles dadelijk als een beleedi- ietwat bruin-getint gelaat en twee ging opvatten, zegt hij in zoo'n geval overmoedige oogen, die echt ondeu- tot zijn uitverkorene op tragischen gena flikkeren konden. Dat hij een toon„Ge zult me nooit weerzien lieveling der vrouwen was, zal nie- Het gevolg daarvan is, dat ze dan Kalypso was op dat oogenhlik over- tuigd, dat ze iemand met een edel, voornaam karakter vóór zich had. ,,U dacht dus, dat ik rijk was?" ,.lkik dacht heelemaal niet." 't Was. hem onaangenaam, dat ze het zoo ernstig opnam staan? Misschien zou papa hem re kenschap vragen Nu, dan zou hij zijn eerewoord geven alle relaties met Kalypso af te breken. Met ge noegen Toen hij bovenkwam, vloog Kalyp- Eene IJdele Vrouw. (Naar het Duitschj. om een - - O ui, ouibegon mama, goed voorbeeld te geven. Maar Paul deinsde voor niets terne en vroeg onverstoorbaar - j Eh bien. maman quel age as-tul i Mama sloeg de schoone oogen op. Het was een schilderij zooals de «aarts en zuchtte in radeloosheid mooie slanke vrouw daar voor het hier kon alleen een energiek oDtre v-ersierde tafeltje stond, met de rose den helpen. so hem tegemoet: „Ik heb de garan-vingertoppen op het zachte peluclie f —Ik heb nu geen tijd voor jelui tiesom gekregenjubelde ze. (gesteund, het fijna kopje, mot liet3 praatjes, zeide ze streng. Ik heb wel „Wat??" Het koude zweet brak rDke haai' ietwat voorover gebogen,wat anders te doen, laat me dus al- hem uit een gelukkig lachje op het vriendelijkleen. ,Ja, ja, jal Geloot me... 't is zóo gelaat' nMratand<! al de at"! E" 1 gelaat, neerziende op al de fijne al-jEn met de krachtige hulp van de fpntïoc Hia r>ian l.oor Ui.--- i m f f vr. 11c-r.11 - 1 - „Maar wat waren uw plannen, toen mogelijk?" i itenties, die men haar dien dag voor juffrouw, schoof ze al de drie kinde j „Maar om ooas wil, hoe is dat.' haar geboortefeest geschonken had. hen de deur uit. het laatst Paul die mniraliilr 9" I 11i i- - -i - u de eerste maal. vragend aan. Zoo rein {Daar stonden mandenvol mooie bloe-jno& op den drempel vastbesloten her I11AÏ1 l*Anr1riiri t r. f, 1 - - i .1 - linnl.io Ze keek hem I „Papa heeft me met mijn laatsten nien, rondom de tafel neergezet, door i haalde mand verwonderen, wanneer men weet dat de maat van zijn middel vijf en zeventig centimeter bedroeg en die en daar hij niet meer bij haar huis ontvangen wordt, spreekt van de borst negen en negentig ze af hem op straat te ontmoeten. En zonder de watten. wanneer men denkt, dat een luitenant Maar luitenant Kern had principes zoo iets onaangenaam vindt, dan ver in de liefde. En dat waren n.l. de gist men zich zeer. principes van zijn bataljons-komman-Vier weken na dat eerste bezoek dant, die, naar de gewoonte van in stond juffrouw Diana op straat te rang oude majoors, na het middag- wachten op luitenant Kern. De luite- eten over de liefde placht te redenee- nant vond zichzelf buitengewoon ren „Vooral nooit iets beginnen met slim toen hij naar dat rendez-vous arme meisjes!" brulde de ma- ging: Menschen, die de grootste dom- joor, wanneer hij in een prikkelbaar beid van hun leven begaan, vinden humeur was. En twee- of driemaal zichzelf altijd bijzonder sluw. Wat 's maands was de majoor in een prik- hem echter het meest verheugde, was, kei ba ar humeur. dat hij volkomen correct en eervol Gedurende het carnaval leerde lui- gehandeld had al had hij het ver tenant Kern een blondine kennen, moedelijke verloop wel verwacht zooals dat zoo gebeuren kan. Ze Waar het de eer betrof, was hij zeer heette Kalypso, had goud-blonde lok- gesteld -op correctheid. Hij was ook 0,.o, va ca lx -A. oprecht mogelijk, 'daar is een prijs op gevallen!" natuurlijk geen afstand van hem doen 'juffrouw Kalypso", verzekerde hij met I Een prijs Hij wankelde. „Wat 'n geluk!" juichte ze. „Wat 'n geluk I" Hij zweeg. Daar keek ze hem een oogenblik ernstig aan. Dien blik kon hij niet verdragen. Hij voel de 'twanneer hij nog tien seconden bleef zwijgen, dan zou ze hem ver achten, hem, luitenant Kern, van het 43e infanterie-regiment, denk - -f-» uw,.-, uiv uivi .iiiju laaiobou - - - uvcigwci, - verjaardag een lot cadeau gedaan en "denden-in-zadken van haar man toe*-) E moet 't me tóch zeggen, vi I Kezonden. daar lap-pn ruiker-; in i- 'ma ken en groote licht-bruine mane- schijn-oogen. Zij was de eerste Ka lypso. die hij in heel zijn leven leer de kennen. Dat is een hoogst gevaar lijke omstandigheid Bovendien ver- gesteld op glimmend-gepoetste laar zen. Hij zou zelfs in staat zijn zich bij gelegenheid op te offeren, niet uit edelmoedigheid of goedheid, maar eenvoudig uit ijdellieid. Ook dat de linkerhand op de watten van zijn I uniform. „Wanneer ik dus de garantiesom bezeten had „Ja natuurlijkzeer stellig haastte hij zich haar te verzekeren. Hij kon haar toch niet zeggen, dat hij in dat geval er voor opgepast zou hebben haar weet te ontmoeten. Maar eens, van het 43e Dè,t mocht niet in haar openhartigheid ging ze tot gebeuren. Daar deed hij, zooals men aan het einde. Jonge meisjes zijn bij een aanval doet, wanneer er ,,At- dikwijls zóo. „Dan zoudt u dus met me trou- wen „Natuurlijk, dat spreekt van zelf!" hij, luchtig glimlachend. Maar taque" geblazen wordt. Men denkt: „Er gebeure wat wilschreeuwt gezonden, daar lagen ruikers in witjma! papieren omslagen met uitgeslagen Meteen gevoel van weemoed keek kantranden. van leveranciers, die z'! ze nog even na. Ze werden elk gaarne de klandizie wilden behoudenjaar ouder en grooter, elk jaar elk ook een bouquet van geurige, lichte jaar en mét hen werd ook zij steeds rozen lag daar, haar door hun jon- "IM gen huisdokter gezondenverder een Hoera!" en stormt blindelings het gewaardeerde geschenk van den prac- vuur tegemoet. „Wat 'n geluk schreeuwde hij, daar hij merkte, dat ze zich over zijn ®n trok haar in zijn armen, glimlach verbaasde, werd hij innig, j Het geluk was nu niet zoo bijster fin fluisfprHp - Fn Iiaa hüürlï.L- -,r\„ trroot. 7a hnH vnf.&ii.ftrïATii* .-I1 ri en fluisterde dat zijn „En hoe heerlijk zou j groot. Ze had vijf-en-twintig duizend gulden gewonnen dus juist de garan- ouder. steeds ouder.. r -AA-a Ze b'ad voor den Venetiaanschen bord, met fijn schilderwerk versierdsPifgel en glimlachte treurig Steeds van een jong nichtje, dat veel ta- ouder! Neen. wanneer ze zóó weemoedig glimlachte, dan was ze toch allerbo koorhikstWat flatteerde haar lat! En van louter genoegen er over, glimlachte ze nogmaals zoo weemoe dig. Om er nog meier effect bij te zet ten, sprak ze daarbij ik ben al oud ja, jt% ik ben al oud ik ben een oude vrouw!... ja, een oude vrouw, die vandaag vier-en-dertig jaar geworden is Ja wel, via»»-*..» i jong nichtje, lent had nu gevuld met een aantal kleurige, zacht-geurige briefjes van haar vela lieve vriendinnen, die nooit verzuimden haar op haar ver jaardag geluk te wenschendaar was ook een armband van buitengewone smakeloosheid, die de goede papa haar geschonken had, en als kroon van al die heerlijkhedenhet zoo tischen echtgenoot die haar inni^ sten wensch geraden had in den vorm van een banknoot van flinke aarde. Droomerig had de mooie vier-en-dertig jaar En m de beste stemming lachte ze zich weemoedig-droomerig in den vrouw getuurd op de enveloppe, die spiegel toe en herhaalde, al zuchtend, die schat inhield en droomerig glim-luider lachend wendde ze nu haar 5'""' j blikl Hij had de voorwaardelijke wijs i tiesom, die een kapitein noodig heeft. tusschen de donkerroode gordijnen j*k geworden! ebruiktzoude ziin". 't. was een Zoo was hii dan a-eborcen voor óa naar de frisch-besneeuwde boomen inO. manui Ja wel, vier-en-dertig jaar ben telde ze hem gedurende de eerste leert men op de cadettenschool, quadrille, die ze samen dansten, dat Daar stond dan Kalypso aan den ze ee>n Grieksche was. Ze sprak dwe- h9ek van de straat. Maar wanneer pend van de schoonheden der Griek- Diana zich verwaardigt beneden op eerste rendez-vous, vroeg in het voor- j rest van zijn troependienst, en voor jaar. Zij keek dankbaar tot hem op, den tijd op de krijgschool. Natuur- en het „zoude zijn" veranderde in i lijk stonden de ouders er op, dat de haar meisjeskopje bliksemsnel in j verloving dadelijk bekend zou ge- een het zal zijn. Men vervoegt een werkwoord zoo snel van onmogelijk heid tot zekerheid, wanneer men sche landschappen en hij keek met straat te komen, is ze nog lang geen achttien jaar en verliefd is. geloovigen ernst naar haar albasten Venus. Dat merkt Kern, toen hij voor schouders. Ze vertelde van haar zon- baar stond. Het marmeren gelaat nige geboortestad Athene, van den vvas hoogrood gekleurd, de oogleden Akropolis, den Phaleron en de blau- knipten zenuwachtig, en de lichte pa- we zee Hij herinnerde zich den ''asol trilde in een krampachtig geslo- naam Athene nog uit den Grieksch- t,en kleine hand. Alle voorbijgangers Turkschen oorlogook wist hij stel- keken glimlachend naar haar om. lig, dat de Akropolis een gebouw was, En luitenant Kern, de groote krijgs- hetwelk reeds vóór de uitvinding van kundige, wist niet, wat hij met die het kruit bestond. Subalterne offi- kleine blondine zou aanvangen. Hij eieren rekenen altijd van den tijd waaode het zelfs niet haar voor te der uitvinding van het kruit van stellen om met hem naar een ban- te voren en daarna. j ketbakker te gaan. Onder groote En wanneer Kalypso hem over den a.nSst en onrust vroeg hij haar ten Phaleron en de blauwe zee sprak, werd 't hem droomerig te moede. Daarover had nog niemand met hem gesproken ook niet de leeraar in slotte, of ze niet voor enkele oogen- blikken met hem in het nabijliggend park wilde gaan. Eerst staarde ze hem met ontzetting de geschiedenis op de cadettenschool aan- Daarop nam ze een kolossaal voor zoover hij het zich ten min ste herinneren kon. En dan, wanneer een goudblonde Griekin over de blauwe zee vertelt, dan is dat altijd wel iets bijzonder pakkends, men kan zeggen wat hem wilDat kan niemand beoordeelen, die het niet zelf ondervonden heeft! besluit en stapte energiek naar den ingang van het park. Ze was zoo ze nuwachtig, dat ze geen woord uit brengen kon. En hij liep naast haar, terwijl zijn sabel op de steenen rin kelde en dacht bij zichzelf„Was ze maar weer goed en wel thuis" In het park waren ze alleen. Het Maar ach ik bezit geen fortuin fluisterde ze zacht en een traan pa relde aan haar lange wimpers. Hij legde zijn arm om haar schou ders zij liet een oogenblik die liefko zing toe van den man, dien ze lief had. De lentewind ruischte door de boo men en de zonneschijn tooverde over I alles een gouden glans. Een jonge luitenant weet niet, wat een Voorwaardelijke Wijs is. Dat leert men niet op de cadettenschool. Voor hem was die vorm eenvoudig een middel geweest om een onschul dig meisjeshart te veroveren hij was er niet weinig trotsch op om op de nieuwsgierige vragen zijner kamera den „Met wie!" luchthartig te kun nen antwoorden„Met een Griek sche." Hij zou die Voorwaardelijke Wijs ook al spoedig vergeten heb ben, ware het niet, dat Kalypso dien ijverig vasthield en naïef-geloovig daar verder op bouwde. Zoo vaak ze bij elkaar kwamen, roerde ze die oude Voorwaardelijke Wijs weer aan. Ook juffrouw Diana zooals een was vroeg in het voorjaar, en de En daar voor hem de omgang met verliefde leeraar in het Grieksch haar naakte takken der oude boomen een fatsoenlijk meisje iets nieuws noemde werd gecharmeerd op den vormden, in het zonnelicht, een licht f was, ging hij er ter harer wille op in, eleganten luitenant. He: waren nic-t traliewerk, over het vochtige kiezel- Tot zijn geruststelling werd joorsDaar hebt u 't nu Ik feliciteer alleen de ondeugende flikkeringen in steenpad, dat zich spelend bewoog, i die reeks van Voorwaardelijke Wij- u Maar 't is jammer van u zijn oogen, die haar bekoord hadden, wannoat- gjjijdjij - maakt worden. Hij was nu ook ver plicht zijn aanstaande schoonmoe der, quasi door vreugde geroerd, de hand te kussen. Drie dagen later stond hij voor zijn majoor en meldde hem zijn verlo ving. Overigens had hij geen woord behoeven te spreken, want aan de sombere manier, waarop hij de hak ken te zamen sloeg, en salueerde, raadde de majoor reeds, wat er aan de hand was. Zijn losse bevalligheid was weg, evenals zijn buigzaamheid en ook de ondeugende flikkeringen in zijn oogen waren voor altijd ver dwenen. „Alle donders schreeuwde de majoor, „Hoe is dat mogelijk ge weest? Heeft men er u toch inlaten loopen „Jastotterde de luitenant, die te weinig in zijn eigen taal bedre ven was, om het juisto antwoord te vinden, „ik had gedacht, majoor, dat er geen fortuin zat, voor de garantie som, en toenop eenswas die er toch wèlmajoor U hebt uw verdiende loonzei de majoor met zijn gewonen, ironi- schen grijns. „Heb ik u niet altijd Vooral niets beginnen met arme meisjes? Maar natuurlijk wilde u 't beter weten Die luitenants willen altijd wijzer zijn dan de ma- raama nu weet ik het einde- cien tuin, waarop de zonneschijn IlJk riep Paul, zijn vroolijk, guitig blauw-glinsterende vonkjes tooverde. gezicht tusschen de deur stekend. Nu kwamen de kinderen. j Het weemoedig lachje om den mond Mama, wij feliciteren u riepender mooie vrouw was plots verdwe- tegelijk drie hooge héldere stemmen;oen, de paarlentanden knarsten, het en in vroolijke dartelheid stormden bloed steeg haar in het rose gelaat, de kinderen naar binnen, gevolg isnel greep ze een ivoren haarborstel door de tot bedaardheid vermanende en stortte daarmee op den knaap los, mademoiselle. -die leuk-kalm, mama's opgewonden- De mooie vrouw kuste ze allen j heid stond gade te slaan eerst Paul. den oudste, die reeds f W il je wel zwijgen, jouw bengel I twaalf jaar was toen da tienjarige schreeuwde de mooie vrouw, haar Frits en den zesjarigen Hans. die. j fijne hand dreigend opheffend, nog niet in het bezit van de onder- J Nu werd de zaak voor Paul eerst vindingen tact van zijn ouderen broer recht interessant. Als een kannibaal en zuster, met zijn groote, onschuldi-1 snelde hij naar de voorkamer, onder ge oogen naar Mama's linker middel- aanheffing van hdt krijgsgehuil: Mama is vier-en-dertig jaar oudl Als een Medea stond mama achter j de deur. Eerst wilde ze den kleinen verrader achterna vligpren maar het het was vooral de nadenkende wijze waarop hij zijn wenkbrauwen fronste die haar zoo mannelijk-ernstig voor kwam. En de militaire manier van te groeten, zonder een buiging tema ken, verried in haar oogen ridderlij- wanneer de wind zachtjes door de zen toch altijd weer besloten met den takken ruischte. treurigen, tegenwoordigen tijd Hij verzocht haar op een bank te „Maar ik bezit die garantiesom he- gaan zitten. Ze keek hem aan met j laa-s niet den matten blik van een stervende i „Och, had je toch maar het garan- ree- j tiebedrag voor kapitein gehad", zei- ,Ik ben zoo ongelukkig", lispelde j de hij op een avond, toen de serin- Kalypso was namelijk een arm meisje. De beschrijving die de majoor van dergelijke meisjes placht te ge ven, wanneer hij in een geprikkelde „Hoe bedoel je dat?" vroeg ze. „Wel", verklaarde hij, „in den herfst word ik eerste luitenant, kom dan op de krijgschool en over twee jaren ben ik kapitein." Wanneer men in het voorjaar mei ken trots. Ze was een achttienjarig na een poosje. gen bloeiden en Kalypso buitenge- kind, en wist niet, dat alle officia j Hij zette de sabel voor zich en speel- woon lief en innig was, en twee ren zóó zijn, omdat „mannelijke <le met den gouden kwast van zijn j kleine takjes van vergeet-me-nietjes ernst' en „ridderlijke trots" op de porte-épée. „Wat ziet dat ding er al die ze zelf geplukt had, aan zijn sa- cadettenscholen „vakken" zijn, die weer versleten uit", dacht hij onder- belkwast bevestigd had. even goed bestudeerd worden als Hij streek de plooien van zijn aardrijkskunde en geschiedenis op uniform glad en zuchtte: „Ik ben andere scholen. °°k zeer ongelukkig", daarbij meer- De quaestie had één schaduwzijde maJen met het hoofd knikkende als onder een drukkenden last. Ze keek hem aan. Diepe zielesmart trilde in zijn stem, en weemoed lag een tweeden luitenant spreekt, wordt a.x.over zijn ernstige, mannelijke trek- hij altijd in den herfst eerste luite- stemming was, paste volkomen op ken- Ziï gevoelde medelijden met hem nant, komt op de krijgschool en is 2 haar. Kern dacht nu eens na over j en zette zicli beter op de bank. jaren later stellig kapitein, zijn principes en na drie dagen was „Wat moet er nu van ons worden?" i „En zou je dan met me trouwen?" hij besloten van de invitatie der vr>oeg ze, en boorde de punt van haar vroeg ze, met haar hoofd tegen zijn ouders geen gebruik te maken en het Parasol tusschen de kiezels. Wat dat schouder aangeleund, meisje uit den weg te gaan. betrof, meende hij zekerheid daarom- j „Ja zeker", zei hij, haar lokken Na vijf dagen schreef hij haar een trent ta hebben. Maar hij staarde j streelend, „we zouden ons dan nu brief. Na acht dagen schteef hij een voor z5cE uit. en zeide zacht„Ik engageeren, en over drie jaren op tweeden. En toen zij ook dien in meis- (weet het niet. Een pauze volgde. Toen voelde hij, dat die geschiedenis toch èl te zot werd en wendde zich met een snelle beweging naar rechts. „Een ding weet ikriep hij met schitterende jesachtige schuchterheid onbeant woord had gelaten, kon hij het Grieksche landschap en de blauwe zee heelemaal niet meer vergeten. Tevergeefs trachtte hij in het ca- rambolespel zijn smart te verdooven. oogen «n greep haar ijskoude hand. Hij kon niet meer spelen. En ook Zii boot op den knop van haar pa flink lachen kon hij niet meer. Wan- i'.asol. „En dat is?..." vroeg ze, de neer een der kameraden hem schert- oogen sluitend, send „generaal-majoor" of „Excel- j Nu hing alles af van de manier- lentie" betitelde, antwoordde hij met waarop hij het zeide. Zoo iets moet een zwakken glimlach. En doorgaans met zekerheid en nadruk gezegd wor- pleegt een drie-en-twintigjarige offi- 9en' en toc^ uit 3,efc diepst van het cfer heid. te schateren over die geestig- Hij liet zijn soldaten niet meer in looppas exerceeren, zooals vroeger, hart komen. „Dat ik uzeide hij met zeker heid en nadruk en uit het diepst van zijn hart terwijl hij zijn arm om wanneer hij in een goed humeur was; j baar middel wilde leggen. Maar zij hij was nu nooit meer goed gehu- sProng op en liet hem in zijn ver- meurd. Het Variété-theater bezocht Iiefde houding zitten, hij niet meer. Het gebeurde dat hij kan nooit de uwe worden", avonds ging slapen. En dat alles fluisterde ze zacht. eenvoudig, omdat het meisje, dat hij liefhad, arm was. Eens, in een slapeloozen nacht, viel hem iets in. Den volgenden dag schreef hij een brief in een café. Twee i En treurig vroeg hij„Waarom niet „Omdat ik niet in het bezit ben van het garantiekapitaal." Hij antwoordde somber„Ik weet dagen later kreeg hij er antwoord op. bet. Uw vader heeft het me onlangs Nu was zijn zielestemming plotseling j gezegd. Na die verklaring had ik je veranderd. Hij liet zijn soldaten weer in looppas exerceeren, zóo dat ze dampten en liep zelf mee, zóo vroo lijk was hij. Dien dag was toevallig de majoor weer zeer prikkelbaareen eerste luitenant der huzaren, een ken nis van hem, had zich plotseling verloofd, In zijn ergernis raakte de majoor niet uiïgepTaat over dat the ma en het slot was natuurlijk weer: „Vooral nooit iets beginnen met arme meisjes, luitenants eigenlijk moeten vermijden, maar ach, God ik kan niet leven zonder u te zien." „En er is ook in 't geheel geen hoop voor de toekomst", zeide ze „Ik heb geen rijke familie en ook papa heeft niets als zijn inkomen, en later zijn pensioen." „Zoo?" zeide hij droevig. Daarop zuchtte hij „Zoo iets zou mijn ka meraden niet overkomen, ziet u. Die informeeren eerst naar den bruid zijn laatst trouwen. „We zoudenzei het arme kind. „Natuurlijk", haastte hij zich te zeggen, „we zouden Maar het is totaal onmogelijk." En hij kuste haar hartstochtelijk op den mond in de Aantoonende Wijs. Want d&t meende hij oprecht, onvo oi"wa ar delij k. Maar langzamerhand begon hij die eeuwige Voorwaardelijke Wijs toch een beetje verontrustend te vinden. De altijd met„Wanneer..." en „Als..." vermengde gesprekken ver veelden hem ten slotte, al eindigden ze ook vast met een zoen. En wanneer die verhouding nog een half jaar langer geduurd had, zou ze den gewonen loop genomen hebben. Juffrouw Diana zou langer op den hoek van de straat hebben moeten wachten, dan voor een godin passend is. Meer dan eens zou hij in het geheel niet gekomen zijn, „omdat hij op het laatste oogenblik, onver wachts, nog dienst moest doen." Men weet niet, hoe vaak jonge officieren op het laatste oogenblik onverwachts nog dienst moeten doen ^vanneer het hun zoo te pas komt. De Voorwaardelijke Wijzen zouden zeldzamer en koeler geworden en ten slotte geheel weggebleven zijn Geen Aantoonende en geen Voorwaarde lijke Wijs, dit is dan het einde van het lied. Maar in een tijd, dat de Voorwaar delijke Wijs nog in vollen bloei stond, ontving Kern op zekeren dag in de kazerne een telegram, luidende „Kom dadelijk bij ons. Kalypso". Een vreemd gevalMaar het zou De majoor had beter gedaan met te zeggen, dat 't jammer was van 't meisje, dat nu trouwen ging met een man, die in weerwil van zijn sabel en zijn watten toch eigenlijk een laaghartige was. In Duitschland zijn de officieren verplicht bij het sluiten van een hu welijk te bewijzen, dat ze in het be zit zijn of geraken van een vastge stelde som in bedrag afhankelijk van hun rang die „Caution" wordt genoemd. vinger staarde en geheel onnoodig, i nogmaals herhaalde Wij feliciteeren u Paul was intusschen reeds bezigverrader achterna vliegen met mannelijke energie te probeeren "el haar in. dat ze zich, tegenover mama's nieuwe armband stuk te ma- de kinderjuffrouw, daarmee zou com- ken. Mama verbood hem niet, zooals promitteeren. Ze is dus volslagen gewoonlijk, met een ongeduldige be-1 machteloos, ze moet het dulden, dat weging, ze was heden zacht gestemd, zoodat. ze den krullekop van den jon gen naar zich toetrok en hem streel de, waarvan deze gebruik maakte om in haar zijden mouw te bijten. Intusschen had mademoiselle d haar eigen kind een geheim rondba zuint, dat zij zoo zorgvuldig bewaard had Tranen van ergernis en woede sprongen haar in de oogen. Dat heeft men nu tot dank van zijn kinderen! dacht ze met fcitterheid, daarvoor of- kleine Fritzi al een paar malen be-jfert uien zijn jeugd, waakt aan hun moedigend aangestooten deze nam bedjes, wanneer ze ziek zijn en schreit dan een aanloop, als moest ze regeerings-programma voordragen, opende krampachtig den mond, al? een'zich- de oogen moeDat is hunl dank. En met gefronste wenkbrauwen,! een visch, die op het droge ligt. Ten, diep geërgerd, schreed ze langzaam| slotte scheen ze in te zien, dat haar naar den langen smallen spiegel, tus- waardigheid tegenover haar twee schen de twee ramen. Daarbij luister broers waar ze graag de baas over-de ze scherp naar Paul's stem in de wilde spelen het medebracht, een goed voorbeeld te geven, en ze begon ..Hoogvereerde Ouders Mais oü pensös-tu, zeide made- i moiselle boos. Fritzi was geërgerd Zoo staat 'ttoch in het boek kamer er naast, die zijn zusje en ziin broertje jubelend het verrassende sultaat verkondigde Mama is vier-en-dertig jaar Om mama's mond lag een trek van j hitteren haat. Het was voor het eerst, dat- ze haar leeftijd door een ande ren mond hoorde uitspreken en het In het boek is 't immers een was die van haar eigen kind.. Treu- Nieuwjaarswensch fig1 richtte ze het hoofd op en blikte 't. Is goed 'tls goed zei mama' in den spiegel. Een donker rood steeg vergoelijkend. haar naar het aangezicht... Hemel! Wees maar altijd zoet en gehoor- wat was ze leelijk Ze stond zóó, dat zaam. Fritzi, en knijp Hans niet tel- van den eenen kant het door den STORM OP ZEE. Donderend slaat de branding Op het vlakke strand, Zendt ons golf- op golfslag Op het witte zand. En de golven vliegen Met den stormwind meê, Die de duinen geeselt, Die doorwoelt de zee. Slechts de witte meeuwen Ziet men thans nog gaan, En om visch en krabben Op de golven staan. Met hun buit verheffen Zij zich uit het nat Voor hen brengt het water, Als het stormt, een schat. Eenzaam ligt de omtrek, Slechts de meeuw nog schreit, Slechts het zeegebulder Stoort de eenzaamheid. Nu prijkt natuur in volle najaars dracht... De wingerd pronkt, in weeld'rig kleur de to over Met dikke trossen, lokkend tusschen ['t loover De teere perzik buigt van zware [vracht. Van \Tuchten, rood gekoond en wol- [lig zacht: De sappige app'len rood-goud glim- [menover Geladen is de perenboom, in zoo [ver Van peren ooit genoeg kon zijn ge- [bracht. En langs mijn waait de na jaarswind Herfstdraden, parelende en fijn-ge- [weven, Dienen tot doodswad© aan het zomer wind, Dat stervende is een treurig-wreeden [dood 'tHerfstrood zijn drupp'len zomerbloed [die kleven Aan al de schatten, die de herfst ons [bood. kens in zijn beentjes, dat is me het liefste verjaardagscadeau. Paul had stellig iets in den zin. Hij •loeg zijn beide armen om mama's middel en drukte haar zoo vast tegen zich aan als hij maar e enigszins koib.Tot zijn spijt gelukte 'them niet mama te verteederen en aan het schreien te brengen, zooals hij hoop te. Of mama was aan zulke omar mingen gewoon, öf hij was tel zwak. Nu keek hij guitig glimlachend ma demoiselle aan, die in dien ondeu- genden blik reeds een onheil giste en zich tot zijn moeder wendend, vree; hii Zeg eens, mama, hoe oud is u nu eigenlijk vandaag geworden Ja, mama, hoe oud is u? riep nu ook Fritzi. Hoe oud, mama vroeg zelfs de kleine, dikke Hans. De mooie vrouw trachtte te glim lachen Ze haalde een peperhuis uit den zak van haar japon en hield dat in de hoogte. Kijk eens, wat ik gisteren voor jelui heb meegebracht?geconfijte kastanjes 1 Algemeene discussie, waaraan zelfs Hansje ijverig deëlnani hij trappelde van ongeduld. Sst,niet meer dan ieder één, waarschuwde mama. anders eet je^ lui aan tafel niets. Paul at leuk-rustig zijn kastanje op en toen het laatste kruimeltje ver dwenen was, herhaalde hij Dus. Mama, vertel u nu eens. hoe oud u is? De mooie vrouw fronste even haar wenkbrauwen; maar onmiddellijk werd ze weer lief en vriendelijk. Morgen ga ik met jelui op het ijs. kinderen zeide ze maar met wien zal ik rijden? O, met mij, ik kan 't al best verzekerde Paul zelfbewust. Zoo, werkelijk? Nu, we zul len zien antwoordde mama, haar best doende om ongelooflijk te glim lachen. O, zeker mamaMaar hoe oud is u Toe, mama, zeg het nu Het gelaat der jonge wouw werd ernstig. Men mag een dame nooit naar haar leeftijd vragen, onthoud dat eens vooral. PaulDat is zéér onge past. Paul zette er zich spoedig over heen U moet 'tme tóch zeggen, hield hij volPapa is vier-cn-veertig. Is ook vier-en-veertig Ja, zeide mama glimlachend. Misschien welzei Fritzi achter dochtig. Mademoiselle zat op heete kolen en hot gevaarlijke van den toestand in ziende, zeide ze gevat II faut parler francais, més chA- ria sneeuw-weerschijn schelle licht naar binnen viel, terwijl aan de andere zijde de donkere schaduw der kamer scherpe lijnen op haar gelaat toeken de. Onder haar oogen lagen diepe kringen, om haar mond kleine rim peltjes. De wangen waren door de opgewondenheid, waarin ze verkeer de, hoogrood gekleurd, wat al zeer ongedistingeerd stond. Met een zva- ren zucht zonk ze op dén divan neer. Voor het eerst van haar leven had de ouderdom haar aangestaard en ze was er van geschrikt. Ze was dus reeds oud Heden was 't nog slechts alleen bij t schelle licht te bespeuren, maar het volgend jaar reeds bij heldere dagen en over vijf jaren zelfs bij het flat- teerende, verjongende lamplicht. Ze is dus oud ouder dan ze tot nu toe jedacht had. Anclere menschen heb ben wellicht die scherpe' lijnen en rimpels reeds lang opgemerkt en er zich vroolijk over gemaakt, datzezicli nog zoo jeugdig voordeed... Daar is niets belachelijkers dan een oud- wordende beauté. Hoe vaak had ze als meisje en als jonge vrouw zich tra nen gelachen oyer oudere dames, ii« nog krampachtig aan de jeugd vast hielden. O lachen scheen haar het eeuwige recht der jeugd alleen te'zijn! Ze wist, niet, hoe treurig het was af scheid te moeten nemen van krachten schoonheid, hoe diep weemoedig het voor een mooie, gevierde vrouw is te sterven en zich zelve te overleven De vochtige blik der mooie vrouw viel op de met. bloemen en geschen ken versierde tafel. Och, al die rozen en gelukwenschen en vroolijke. fleu rige opschik konden toch de rimpels niet wegtooveren. en die kringen on der de oogen... En intusschen speelde Paul «met Fritzi en Hanshuishoudentje, Paul was de strenge papaHansje die voor geen andere rol geschikt was het kind. en Fritzi was de jarige mama, die vier-en-dertig jaar oud was geworden. En ze liad schik jubelde 'tuit Vier-en-dertig jaar Haar mooie mama echter verborg haar gelaat in het witte berenvel op den divan voorzichtig... om haai kapsel te sparen en schrëide ^oo bitter, als met haar nauw corset mo gelijk was. Zóó vond haar, bij zijn thuiskomst, haar echtgenoot. Maar schat, wat scheelt je toch! vroeg hij, al vreezende voor zijn hui selijke rust. Wat me scheelt? zei ze driftig hoor je dan niet, hoe Paul door hel geheele huis holt en schreeuwt..Ma ma is vier-en-dertig jaarDat gaal toch niemand aanWaarom voed j« je kinderen niet beter op Maar om Godswilhoe is hij daar achtergekomen vroeg hij verschrikt Och, eenvoudig door aan d« deur te luisteren Ik overlegde z<

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1904 | | pagina 2