NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
22e Jaargang.
No. 6547
Verschijnt dagelijks, benaive op /.on- cti
vvdluu^vn
WOENSDAG 2 NOVEMBER 1904
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)„1.30
Franco per post door Nederland„1.65
Afzonderlijke nummers0.02)4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37)£
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIÊN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door aile Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handei, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre.
AGENDA
Woensdag November.
Bovenzaal „Vereeniging"Sonaten-
avond, 8 uur.
Café ,,Neuf", afd. Haarlem van de
Alg. Ver. voor Bloembollencultuur
74 uur.
De Kroon, ..Technische Vriend en-
kring", Lezing Dr. Bleekrode, 8u.
In deze agenda worden vergaderin
gen, uitvoeringen enz. kosteloos ver
meld, wanneer zij in onze kolommen
zijn geadverteerd.
De Schouwburgquaestie
In de laatste dagen is het schouw
burg-vraagstuk in Haarlem er niet
eenvoudiger op geworden.
Wij hadden zoo gehoopt, dat het
Comité tot stichting van een nieu
wen schouwburg zich zou hebben aan
gesloten bij het Comité dat naar de
verbouwing van den ouden schouw
burg in de Jansstraat streeft, om
zoodoende te geraken tot oplossing
van een quaestie, die tot een spoedig
eind behoort te komen. Het heeft niet
zoo rnogen zijn. In ons vorig num
mer hebben wij meegedeeld, hoe het
Comité voor een nieuwen schouw
burg de verbouwingsplannen van het
oude theater in de Jansstraat in alle
opzichten onvoldoende vindt. Met
zooveel woorden heeft het deze plan
nen in hun geheel en omvang afge
keurd de ruimte in de zaal, op het
tooneel, de overige localiteiten
zelfs de aankoop van het huis ten
noorden van den schouwburg zou het
Comité met de verbouwingsplannen
niet verzoenen. Het is de meest vol
strekte afwijzing, die men zich den
ken kan.
We zijn nu dus precies even ver
als maanden geleden de twee par
tijen staan vierkant tegenover elkaar.
Wat ons betreft, wij zouden hen rus
tig samen de zaak laten uitvechten
en ons er in 't geheel niet mee be
moeien, wanneer het publiek belang
er niet zoo bij betrokken was. 't Is er
mee als van ouds terwijl de Senaat
vergadert, gaat de stad verloren. On
der den hangenden toestand lijdt het
schouwburgbezoek het meest'. Waar
om is niet geheel duidelijk, maar een
feit is het, dat de zaal van de Kroon
menschen als schouwburglokaal
niet voldoet. Hoe eerder we dus, zou
men zeggen, iets beters hebben, des
te .meer gewenscht is dat voor de
gemeente. Zooals 't nu gaat verleert
het publiek het schouwburgbezoek.
Die er heengaan vinden half volle
zalen en blijven een volgenden keer
weg, maar klagen zelf niettemin, dat
gelegenheid tot aangenaam
schouwburgbezoek hun ontnomen is.
Als dit nog lang zoo duren moet zal
het Haarlem niet tot voordeel strek
ken.
HET TOONEEL
„HET KIND VAN STAAT",
(ter inleiding van de voorstelling voor
het Willem III-standbeeld).
Toen we onlangs kennis kregen
Tan de namen der leden van de hoof-
commissie, die gelden zal trachten
bijeen te brengen om een standbeeld
op te richten voor den Koning-Stad
houder Willem III, zochten we tever-
's, te midden der dragers van al
lerlei schitterende titels en beklee-
ders van fameuse ambten, naar den
naam van een eenvoudig burger.
Die burger is m a a r een letterkun
dige, of liever hij was 't, want als
grijsaard slijt hij nu als emeritus
romanschrijver, omringd door mooie
bloemen, zijn ouden dag op een villa
te Bussum.
We bedoelen den ouden heer Schim
mel.
En we vroegen ons af, wat die
mannen met gewichtige ambten en
titels in vergelijking met Schimmel
dan toch wel gedaan hebben voor de
nagedachtenis van onzen Koning-
Stadhouder? Ja, we weten wel, dat
men dergelijke „gros bonnets" in
rulke commissies kiest, omdat men
Terwaeht met hun namen geld te
kunnen loskrijgen. Maar, zoo dachten
de eerbied voor Willem III sloot
k>ch vanzelf den moreelen plicht in
rich, om den man, die meer dan
Hoe staat het dus, zoo mogen we
vragen, met de naaste toekomst?
Komt een van de twee plannen, ook
zonder hulp van de andere partij,
spoedig aan uitvoering toe? Voorloo-
pig hebben we er een zwaar hoofd
in. Het verbouwings-comité zoekt
blijkbaar, moreelen, allicht ook fi-
nancieelen steun, anders zou het zich
niet tot het nieuwbouw-comité heb
ben gewend. En hoe staat het met
dit laatste? Hebben deze heerer» de
tonnen al bijeen, die voor een nieu
wen schouwburg onafwijsbaar noo-
dig zullen blijken te wezen? We zou
den het hopen, maar hebben er tot
heden nog niets van gehoord. En dat
is toch maar de hoofdzaak. Plannen
zijn mooi, uitvoeren is beter. Willen
inderdaad vermogende menschen ons
gelukkig maken met een fonkelnieu-
wen schouwburg, met al de moderne
eischen daaraan verbonden, dan zeg
gen wij „asjeblieft, maar, wat we
u verzoeken mogen, wacht niet te
lang, want we hebben in Haarlem
een schouwburg noodig." Waar zijn
nu deze offervaardige ingezetenen
Zij zullen aan Haarlem en hare om
streken een grooten dienst bewijzen,
want natuurlijk is niets beter dan
het beste en staat een nieuwe
schouwburg altijd boven een ver
bouwde mits we er maar niet te
lang op behoeven te wachten.
Als een verwijt is dit natuurlijk
niet bedoeld. Juist door de onderhan
delingen met de andere Commissie
kan het nieuwbouw-comité tot dus
ver in de onmogelijkheid zijn ge
weest, zijn eigen weg te gaan. Nu
die onderhandelingen zijn afgeloopen,
mogen we zeker wel een periode van
snellen vooruitgang der plannen ver
wachten. Ontstaat gelijke activiteit
bij het verbouwingscomité, dan zul
len Haarlem's ingezetenen een wed
strijd, Thalia ter eere, te zien krij
gen, waarvan de eindbeslissing wel
niet te voorspellen is, maar die toch
altijd op opheffing van den tegen-
woord igen gebrekkigen toestand uit-
loopen moet.
Eigenaardig is daarbij de toestand
van het gemeentebestuur. Burge
meester en Wethouders hebben aan
vankelijk gunstig geadviseerd op een
verzoek van het nieuwbouw-comité,
om kosteloos over gemeentegrond te
mogen beschikkenBurgemeester en
Wethouders hebben naderhand de
verbouwingsplannen van het andere
Comité goedgekeurd. In dat opzicht
staan beiden dus in gunstige condi
tie. Wij Haarlemmers hebben nu
maar af te wachten, wie van de twee
ons ter feestelijke opening zal noo-
digen, alleen is maar te hopen, dat
zij het niet beiden zullen doen. Een
nieuwe schouwburg in de Wilhelmi-
nastraat èn de verbouwde in de Jans-
ktraat zou wel de grootste ramp zijn,
die de ondernemers in 't bijzonder en
het schouwburgbezoek in "t algemeen
zou kunnen treffen.
eenig ander voor de nagedachtenis
van den grooten Stadhouder gedaan
heeft, en door wiens romanesken
een groot deel van het lezend Neder
land nog weet in welk opzicht Wil
lem III groot was van karakter en
daden, een eereplaats in zulk een
commissie aan te bieden.
Maar Schimmel is slechts een
schrijver, niet waar
Er zit dan ook eenige ondeugen
de humor in het feit, dat-de Haar-
lemsche commissie, die voor Zater-
a.s. een hulde-avond voor den
Koning-Stadhouder heeft op touw ge
zet, haar keus juist heeft moeten la
ten vallen op een tooneelstuk van de
zen zelfden versmaden Schimmel, om
in onze litteratuur iets te kunnen vin
den, het doel en den vorst waardig
Zoo zal de oude heer Schimmel dan
toch nog, ofschoon op indirecte wijze,
door zijn kunst meewerken tot hul
diging van een voorvader der Oran-
je's, met wien een deel van zijn beste
werken zoo zeer is vereenzelvigd, dat
Schimmel's vrienden en bewonde
raars op zijn zeventigsten verjaardag
hem geen toepasselijker en welkomer
geschenk wisten aan te bieden, dan
een borstbeeld van den Koning-Stad
houder, speciaal voor deze gelegen
heid vervaardigd.
„Het Kind van Staat", dat Zater
dagavond dan gegeven zal worden,
dagteekent uit Schimmel's tweede
periode.
Zijn romantisme had gelijk hij
't zelf eens heeft getuigd een „heil
zame. nederlaag" geleden in zijn
Buitenlandsch Overzicht
Het Schieten op de
Engelsche Visschers
De Engelsche Pers is tegenwoordig
nog zoo'n beetje aan het nabetrach- i
ten over wat zij noemt den slag bij
Doggersbank.
De Standard, die in haar onte-
vredenheid over de oplossing van de 1
moeilijkheid vrijwel alleen is geble-
ven en alleen in de „Morning Post
zwakken bijval heeft gevonden, ont-{
vangt van alle andere bladen in meer-
of minder omwonden termen beris-J
pingen over haar oorlogszuchtig-
lieid, hetgeen haar echter niet ver-I
hinderde Maandagmorgen nogmaals
luide te klagen over
Engeland'» vernedering
die, vreest zij, eerst later als de
eerste opgewondenheid over het vreed
zame einde van het conflict wat is
getemperd, duidelijk aan den dag
zal komen. Het blad uit verder zijn
vrees, dat het vertrouwen van de ko
loniën in het moederland erg zal zijn
geschokt en waarschuwt eindelijk,
dat men nog niet moet juichen vóór
den tijd, want dat de toon der Rus
sische pers en de gevaarlijke na
buurschap van de Engelsche en Rus
sische vloten in de Middellandsche
Zee geen van beide nu juist waar-
bergen voor bestendigen vrede kun
nen worden genoemd.
De toon "door de Russische dagbla
den aangeslagen prikkelt trouwens
niet alleen de ..Standard"; ook de
„Daily Telegraph" en de „Times"
toonen zich wat gepiqueerd vooral
door het vertrouwen waarmee men
in Rusland blijkbaar den uitslag van
het onderzoek door de internationale
commissie tegemoet ziet.
De Times legt nadruk op het on
miskenbaar bestaan van een sterk
chauvinistische partij in de Russische
regeeringskringen. vooral in de ad
miraliteit, die al het mogelijke in
het werk schijnt gesteld te hebben,
om der vredespartij, met den minis
ter van buitenlandsch© zaken, graaf
Lamsdorf, aan bet hoofd, het tot
stand brengen van een vreedzame op
lossing onmogelijk te maken.
Ook meent het regeeringsorgaan er
op te moeten wijzen, dat de toestand
van het oogenblik, waarin Engelands
eiscli van bestraffing der verantwoor
delijke Russische zee-officieren nog
geenszins in vervulling is gegaan, niet
toelaat, dat de getroffen oorlogstoe
bereidselen. de vloot-actie als anders
zins, nu reeds worden te niet ge
daan.
De „Times" waarschuwt ten slotte
tegen het koesteren van een al te
groot vertrouwen in de goede beëin
diging van het conflict. Het uitzicht
is op 't oogenblik wel helder, doch
de mogelijkheid, dat het opnieuw be
wolkt raakt, is niet uitgesloten.
Wij zullen deze beschouwingen na
tuurlijk geheel laten voor rekening
van dit altijd weinig toeschietelijke
blad.
Intusschen blijkt, dat ook in
St. Petörsbnrg
de stemming al niet minder fel was
„Giovani di Procida", het had zich al
verzwakt gevoeld in „Oranje en Ne
derland", en was voor goed gestorven
in zijn vertaling van De la Vigne's
Lodewijk XI".
Toen brak zijn tweede periode aan,
waarvan zijn „Napoleon Bonaparte"
een afdoend getuigenis aflegt. De
Fransche tooneelschrijver Scribe werd
toen zijn meester en voorbeeld. Dit
bleek ook uit zijn „Juffer Serklaas"
en verder uit „Het Kind van Staat",
dat er op volgde.
Dit laatste stuk hij noemde *t
.een dramatisch tafereel in drie af-
deelingen" werd door hem ontwor
pen en geschreven, toen hij bezig was
met zijn studies voor zijn roman
Mary Hollis", waarin hij voor 't
eerst de „vermetelheid zou hébben
dit zijn zijne eigen woorden zich
te wagen aan het in beeld brengen
van de grootsche figuur uit onze ge
schiedenis, onsterfelijk geworden on
der den naam van Willem den Derde".
Zoover Schimmel 't zich nog herin
neren kan, had Van Lennep's „Eli
sabeth Musch" hem de stof voor dit
tooneelwerk geleverd een roman
dus, die speelde tijdens het eerste
stadhouderlooze tijdperk, toen Joan
de Witt de lakens uitdeelde en voort
durend trachtte te beletten, dat de
jeugdige Willem III tot de waardig
heden zijner vaderen zou worden
verheven.
„Het Kind van Staat" nu speelt in
16G6, clus eveneens in dit stadhouder
looze tijdperk, en plaatst den vorst
als jongeling naast den grooten de
•tegen Engeland, dan die in Londen
tegen Rusland.
„Drie dagen lang heeft het mi
nisterie van marine aan Graaf Lams
dorf elke inlichting geweigerd, en
eveneens geweigerd om telegraphi-
sche berichten te vragen. Eerst het
besliste bevel van den Czaar en het
bericht van de mobilisatie der En-
gelsche vloot maakten, dat de minis
ter van marine, admiraal Avellane,
aan Rodjestwensky om een bericht
seinde. Drie dagen lang heeft Lams
dorf van de zijde der oorlogspartij
de hefstigste bedreigingen moeten
hooren. Men wilde, dat hij het tot
een oorlog zou laten komen
de oorlogspartij hoopte, dat Rusland
in Engelsch-Indië gemakkelijk voor
deden zou behalen, waardoor de ne
derlagen in Mandsjoerije zouden wor
den uitgewischt. Daarvoor wilde zij
zelfs de kans loopen, dat de Russi
sche vloot zou worden opgeofferd".
Doch gelukkig heeft Graaf Lams
dorf door den krachtigen steun van
den Czaar kunnen bewerken, dat een
einde werd gemaakt aan het conflict,
dat noch door hem, noch door zijn
politieke raadgevers was gewenscht en
dat voor Rusland onder de tegen
woordige omstandigheden hoogst
noodlottig had kunnen worden.
De Commissie, die deze zaak zal
onderzoeken, zal volgens de Parij-
sche „Journal" zeer waarschijnlijk
bestaan uit officieren van hoogen
rang van de Russische. Engelsche,
Italiaansche, Fransche en Duitsche
marines. De commissie zou haar oor
deel uitspreken volgens geschreven
verklaringen en geen getuigen hoo
ren, ten einde zoodoende de Balti-
sche vloot in staat te stellen Vigo te
verlaten en haar reis naar het Verre
Oosten te vervolgen. De Engelsche re
geering zou van haar zijde verklaard
hebben een uitvoerig onderzoek te
openen in alle Engelsche havens in
verband met de aanwezigheid van de
twee verdachte torpedobooten, waar
van admiraal Rodjestwensky sprak.
Zooals men ziet. wijkt deze mede-
deeling uit Petersburg nogal af van
andere berichten over het vermoede
lijk verloop van de enquête.
Uit de redevoering, die de heer Bal-
four Vrijdagavond te Southampton
over het incident hield, mag nog
worden aangehaald, dat hij de ge
beurtenissen op drieërlei wijze wilde
laten onderzoeken lo. door den Co
roner, 2o. door den Board of Trade,
onder speciale leiding van regeerings-
wege, en met vertegenwoordigers der
Russische regeering, en 3o. door een
Hof, dat met bijzonderen zorg zou
worden samengesteld uit mannen
van stand en autoriteit, terwijl het
internationaal zou zijn.
Het volgende, vrij ongelooflijke be- j
richt deelt de Petersburgsche corres-!
pondent van de „Daily Express" me
de. Volgens hem zou het geheim der
Japansche torpedo-booten, die zich
onder de Hullsche visschersvloot be-j
vonden, zijn opgelost, want thans is
gebleken... dat het Oostzee-es-l
kader op eigene torpedo-boo-j
ten heeft geschoten, die het i
voor Japansche torpedo-booten aan
zag.
Verscheidene personen, aan boord
van een der slagschepen, werden ge-
Witt. De handeling valt voor op het
Binnenhof te 's-Gravenhage en in het
kabinet van den Raadpensionaris.
In het eerste bedrijf vernemen we,
hoe 't aan De Witt en de Ixjevestein-
sche fractie gelukt is den jeugdigen
Prins aan zijn voogden te onttrek
ken, en hem door de Edel Groot Mo
gende Heeren Staten van Hollanden
West-Friesland onder „des Staats di
rectie en conduite" te stellen, dus
onder hun onmiddellijke voogdij,
waardoor hij verklaard werd tot
„Kind van Staat".
Schimmel heeft zich nu tot taak
gesteld ons den jongen Prins van
Oranje te teekenen als zwak van
lichaam en gezondheid (in het stuk
hoest en kucht hij dan ook voortdu
rend), maar als sterk van geest en
als een geboren diplomaat. De jeug
dige vorst, die reeds meesterlijk de
kunst verstaat zijn ware gedachten en
gevoelens te verbergen, blijkt als
jongeling van even twintig jaar al
een zoo geslepen en fijn diplomaat
te wezen, dat hij een valstrik, welke
Arlington de Eerste Minister van
Engeland, die in 't geheim en ver
momd naar Holland is overgekomen
hem spannen wil, weet te ontwij
ken. terwijl hij tevens don geweldi
gen en silmmen staatsman De W-'tt,
die hem op een heulen of samenspan
nen met Engeland (met hetwelk Hol
land in oorlog is) wil betrappen, om
hem dan naar Frankrijk te kunnen
wegsturen, prachtig om den tuin
weet te leiden.
I)e jeugdige Willem III en deRaad-
wond, tengevolge van het vuur waar
mede een der aangevallen torpedo
booten de op haar gerichte schoten
beantwoordde."
Wie dit gelooven wil, mag het doen.
Wij zijn zoo vrij het voorloopig nog
niet „au serieux" op te nemen.
De beschieting Tan het
Zweedsche Schip
Op last van de Zweedsche regee
ring heeft te Gefle een verhoorplaats
gehad van kapitein Jonson, gezag
voerder van het stoomschip „Aldeba-
ran", en van de bemanning van dat
schip.
Uit het verhoor blijkt, dat de be
schieting van de „Aldebaran" door de
Russen in bijna nog raadselachtiger
omstandigheden heeft plaats gehad
dan de aanval op de Engelsche vis
schers bij Doggersbank. De „Aldeba
ran", een vrij groot ijzer schip met
een bemanning van 19 koppen, was
den 19en dezer uit Huil naar Gefle
vertrokken. Den 21en. 's avonds, toen
het schip zich in het Skagerrak be
vond, omstreeks 70 K.M. van de plek,
waar eenige uren later de Engelsche
trawlers beschoten zouden worden,
kreeg men een vreemd oorlogsschip
in het gezicht, dat zeer snel op de
„Aldebaran" toekwam en dat stoom
schip met zijn zoeklichten begluurde.
Het. oorlogsschip volgde de „Aldeba
ran" een mijl ver aan stuurboordszij
de. daarop wendde het zich naar bak
boord en begon plotseling te schie
ten. Een projectiel vloog over het
Zweedsche schip heen, (lat daarop
snel de Zweedsche vlag heesch. Dit
hielp echter niethet oorlogsschip
bleef doorvuren, zoodat de kogels de
bemanning om de ooren vlogen ook
de kapitein verliet de commandobrug
om zich in veiligheid te brengen.
Eenige kogels gingen tusschen de
beide schoorsteenen en den stuurtoe-
stel door. andere vielen aan alle zij
den om het schip heen in zee. Toen
het schip de Zweedsche vlag heesch
en stopte, bevond het oorlogsschip
zich op een afstand van een halve
zeemijl, zoodat de vlag goed door het
zoeklicht beschenen, moest gezien
worden. Niettemin bleef het oorlogs
schip een kwartier lang onafgebro
ken doorvuren. Daarop werd hef een
poos lang stil. zoodat de bemanning
van de „Aldebaran" verwachtte, dat
het oorlógsschip zich met hen in ver
binding zou stellen, maar daar dit
niet gebeurde, gaf de gezagvoerder
bevel, door te stoomen. Nauwelijks
echter had het schip zich in bewe
ging gezet, of de kanonnade werd
hervat, en dat duurde zoo nog tien
minuten. Nadat het schip weer stil
lag, werd het nog een minuut of tien
lang nauwkeurig waargenomen met
de zoeklichtenvervolgens stoomde
het oorlogsschip met bedekte vuren
door.
Volgens de leden der bemanning,
die allen bereid zijnv hun verklaring
onder eede te bevestigen, geschiedde
het bombardement met snelvuurge-
schut van klein kaliber. Het rapport
over het voorgevallene is aan het
Zweedsche ministerie van buitenland-
sche zaken opgezonden.
Een groote slag aan de Sha-ho ia
weder op handen. Uit
Moekden
wordt dato 31 October geseind, dat
na een rust van vele dagen gister
nacht in het Zuidoosten het gebul
der van het zware geschut weder een
aanvang nam.
De kanonnade duurde tot heden
morgen voorter had een gevecht
plaats tusschen verkenningen.
Afdeelingen Japanners trokken in
het Zuidoosten de Sha-ho over.
Een geheele reorganisatie van het
leger is aan den gang. Generaal Koe-
ropatkin voer het opperbevel.
Admiraal Alexejef is gisteren naar
Rusland vertrokken.
Een telegram van Koeropatkin aan
den Czaar vermeldde
In den nacht van 30 dezer zijn
geen berichten ontvangen over ge
vechten in liet front van het leger.
Opgemerkt werd, dat de yijand zijn
strijdkrachten van het Westen naar
het Oosten verschuift. Naar bericht
wordt, krijgen de Japanners uit het
Zuiden en uit Fengwangsjeng ver
sterkingen. Zoo zouden zij op 14 de
zer anderhalve divisie van Port-
Arthur naar Liao-jang om de troepen
van Oyama te versterken, gezonden
hebben.
Men kan op grond van deze be
richten besluiten, dat de Japanners
een einde maken aan de opstelling
van hun troepen om tot den aanval
over te gaan.
Overdag is het weder tamelijk
warm. 's nachts echter bereikt do
koude 6 graden onder het vriespunt.
De gezondheidstoestand der troepen
is goed.
De Russen zijn nu wat aantal be
treft in de minderheid.
Aangaande
het beleg van Port-Artlinr
berichtte generaal Stössel op 14 Oct.
aan den Czaar.
De vijand werpt bommen van 11
cM. doorsnede in de versterkingen
op het noordelijk en noordoostelijk
front ten oosten van den spoorweg
en in de vesting zelf. Tegelijkertijd
nadert hij onze forten met loopgra
ven. Bij het ten zuiden van het dorp
Oetsiafan gelegen fort is hij het
dichtst genaderd.
Door artillerievuur en uitvallen van
de scherpschutters dwingen wij den
vijand zeer voorzichtig te zijn.
De troepen strijden nog evenals
voorheen met heldenmoed, niettegen
staande alle vermoeienis en ontbe
ring. Wij bidden Uwe Majesteit en
de Keizerin om Uwen zegen.
Op 17 October seinde de liedd van
Port Arthur
Gisteren openden de Japanners ern
tegen 3 uur 's namiddags versterkt
kanonvuur op de forten en verster
kingen. Vooral werd een hevig vuur
gericht op het fort en de versterkin
gen op het noordelijk front nabij den
spoorweg. De vijand begon deze ver
sterkingen aan te grijpen, terwijl hij
in de nabijheid hij het dorp Palit-
jwang zware veldartillerie naar de
spoorweglinie vooruitschoof. Door het
I vuur van onze artillerie en scherp
schutters werd de aanval van de Ja
panners teruggeslagen. Te 7 uur des
avonds hield de strijd opslechts de
gewone beschieting duurde den ge-
heelen nacht voort. De verliezen der
Japanners zijn belangrijk.
Dato 31 Oct. komt het volgende be
richt uit Tsjifoe
De algemeene aanval op Port-Arthur
die met den aanval van 24 October
pensionaris de Witt zijn dus de hoofd
figuren uit het stuk, dat vol is van
een geestige, handige diplomaten-
dialoog, waarin Schimmel altijd een
meester is gebleken te zijn
De/e figuren „historische" figu-
m zoowel als de aard van de
dialoog, stellen aan de vertolkers
daarom ook hooge eischen.
Oorspronkelijk had Schimmel dit
stuk voor een Amsterdamsche rede
rijkerskamer, die in 1844 was opge
richt, geschreven. En waarom deze
was ontstaan naast de bekende rede
rijkerskamers „Achilles", waarvan
Van Lennep het hoofd was Het
aristocratisch Amsterdam, meent
Schimmel, kon daar alleen een ant-
Avoord op geven. Van Lennep was
wel het hoofd van „Achilles", maar
om hem heen waren kantoorbedien
den of kleine handelaren gegroepeerd;
de gegradueerden en de vermogen-
den hielden zich dus nu op een af
stand. Aangetast door de koorts dei-
rederijkerij van die dagen stichtten
leze toen zelf een gezelschap naast
„Achilles". En zij waren 't, die „Het
Kind van Staat" 't eerst opvoerden.
In gaven van voordracht stonde.-» zij,
volgens Schimmel, bij de leden van
„Achilles" achter; in die van karak
ter-uitbeelding gingen zij deze te bo
ven. Voor het vers toonden zij een
afkeer, maar ze hadden meer open
oog en oor voor een puntige dialoog,
waarin een persoonlijkheid met
scherpe omtrekken zich uitsprak.
En daarom vonden zij in „Het, Kind
van Staat", juist door de scherp
teekende personen die er in voorko
men, en door Schimmel's puntige
dialoog, precies wat zij zochten.
Maar en dit is zeker eigenaar
dig - deze Amsterdammers weiger
den het stuk in historische kostuums
te spelen sociale bezwaren en echt-
Wederlandsche deftigheid zaten hun
hier, volgens Schimmel, in den weg.
En zoo gaven zij Willem III en De
Witt in zwarten rok te zien
Eerst in 1863 gaf de bekende Renne-
feld, de eerste directeur der Tooneel-
school, er een opvoering in costuura
van.
De liefhebbers, die „Het Kind van
Staat" nu Zaterdagavond hier ter
stede voor het voetlicht zullen bren
gen, zullen het voorbeeld van Renne-
feld nu zeker wel volgen.
We zijn benieuwd dan tevens eens
te zien of Schimmel gelijk had, toen
hij het oordeel van een derde onder
schreef, die gezegd had, dat dit stuk
meer pleizier doet bij de lezing dan
bij de voorstelling. Schimmel heeft
dan ook verklaard, dat hij 't nooit
betreurd had, dat het stuk geen vrou
wenrol bevat en „dus onmogelijk te
eeniger tijd voor een schouwburgpu
bliek kan worden gebracht.
We hopen voor de dilettanten, die
zich hier ter stede de moeite en den
tijd getroosten om „Het Kind van
Slaat" in te studeeren, dat dit on
gunstig oordeel van den auteur over
zijn eigen werk wel wat te beschei
den en te pessimistisch moge blijken
te zijn.
FRANS NETSCHER.