BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 3 MAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ZATERDAG, 19 November 1904.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
ZONDAGSBRIEVEN.
45.
MIST.
Mijn waarde Vriend
Wat 'n mistIn Londen reden de
abs en de omnibussen weer tegen
[kaar in, en bonsden de voetgangers
jgen elkaar aan en speurde men fijn
iet iedere zenuw of niet een tochtj3
lerkbaar was dat tot wat wind aan-
iwakkerd den nevel scheuren mocht.
En waarlijk niet in Londen alleen
ing de krijtwitte damp, de tastbare
uisternis, die op uw kleed, aan uw
aard zich verdikt tot druppelen
ochts. De menschen gaan voort op
en tast, zich richtend naar den
loor van 't kunstlicht, dat mat er
henen boort. Stemmen klinken
aluiden treffen, maar 't is al vaag
>at ge waarneemt met het oog. Om-
luierd is wat u zijlings raakt. Een
aam staat ge te midden van de hon-
erden als waart ge een blindeon-
iker zijt ge van den weg als toefdet
e in den vreemde. Wij zijn buiten,
p het vrije veld, waar wij, bewo-
ers van de vlakke landen, gewoon
jn naar de vier windstreken heen
zien en den horizont te zoeken,
ier zijn we beminnaars geworden
an de wijde, wijde wereld en zie,
wereldje is even klein geworden
Is de kleinste binnenplaats in de
ad. Scheurt er al een hoopvol licht-
reepje door, de mist blijft doezelen,
>ezelt tot een grauwe brei den iep
den hooiberg en den hond, die
istroostig aan zijn melkkar rukkend
I voorbij zeult. Eén grauwe brei, zon-
weerstand voor uw hand, maar
iverbiddelijk taai voor uw oog.
Zomieke, waar zijt gij Zonneke,
tt nog een paar dagen geleden zoo
arm mij bescheen als wildet ge vra-
!D, vertrouwelijk en zoetKent ge
lij nog van den mooien zomer dien
u gaf?
Licht, waar zijt gij licht, dat
limte en leven mij geeft? licht, dat
raieuw vertrouwen en een tastbare,
erkelijke wereld mij schenkt
Wie ooit heeft den misten de mist-
emming weergegeven met meer
iest en gevoel en realiteöt dan Gui-
o Gezel le in zijn „Fiat Lux"
!r zij licht
!Smoort, het smuikt, het smokkel-
wedert
allentheen Waar zijn ze thans,
aar de boomen, waar de huizen,
waar de wereld, heel en gansch
inden uitWat is 't Wat hapert
er, genoot, dien 'k niet en zie
e „goendagmij, uit den nevel,
roept, van hier nen stap of drie
Van den hoogen torre en blijft er
speur Wat uur, hoe late is 't wel.
aan den tijd De zonne en zie 'k niet
slaapt of waakt het wekkerspel
Hier en daar een' plekke boenend,
zit de zonne in 't duister veld
rood, gelijk een oud versleten
stuk ongangbaar kopergeld.
Wind, waar zijt gij heengeloopen
Ligt ge, of ievers doodgelteid,
neêrgevallen, plat ter aarde
Wind waar is uw' roerbaarheid
Op Hervat uw' vluggen bezem,
vaagt des werelds wegen vrij
van die vale en vuile dompen
dat het dage en daglicht zij
Zonne, krachtig krauwt vaneen die
hoopen ruimt uw ridderspeur
slaat er dwers en nogmaal dwers uw'
scherpe, sterke hoeven deur
Werpt uiteen de onvaste vlagen
vluchten doet ze, en veirre voort
zij de smoor van hier gedreven
nevel, 's Heeren stemme aanhoort
F i a t 1 u x De zonne, ontembaar,
zegepraaltde nevel zwicht
onverwinlijk is de Waarheid,
onverheerbaar is het Licht
Te midden van zijn gele paperas
sen zit de archivaris, van zijn docu
menten uit het verre verleden de be
oefenaar der historie, in zijn werk
plaats de ontleder, vorschend naar
het samenstel der onbekende stof
over de ongeordende onderdeelen van
zijn vaag uitgeteekend plan buigt
.zich de bouwmeester, door de duis
tere aanwijzingen omtrent het ge
pleegde misdrijf tracht de dienaar
der gerechtigheid zich een weg te
banen, mistig omnevelen hen de
brokstukken hunner wetenschap,
maar de wijsheid en het vernuft en
de volharding en de hoop loopen
saam en fluisteren vol troostFiat
lux
De menschen liegen en draaien, ze
jokken tegen elkaar; het tooneel is
opgeslagen in de dagelijksche samen
leving, ze spelen comddiede engel
der reinheid en der oprechtheid om
sluieren droef het gelaat; de driftige
hartstocht, het nijdig wantrouwen
zaaien Vlijtig misverstand in den
is een wereld van onklare verhou
dingen, mist omnevelt de menschen
en zondert hen als eenlingen van
elkander af, maar Liefde en Waar
heid, door God gezonden boden, wan
kelen niet in hun hoopvollen klank
Fiat lux I
In zorg en smart, in kwellende ge
wisheid of nog banger onzekerheid
hurken we neer. Grauw is het heden,
donkerder nog de toekomst. Mist
omnevelt den geest, verslapt de spie
ren, breekt de veerkracht, tot eens
Haarlemmer Halletjes.
Een Zaterdagavondpraatje.
3"
Wanneer ik u vraagwat dunkt u
in H. O. C. I 1D.T. V. I. 8 en van
E.A. K. II H. O. C. III 3 dan
lt ge mij waarschijnlijk verdenken
u voor den Zaterdagavond met
iheikundige formules te willen ver
ten. Dit is 't geval niet. De letters
iteekenen den verkorten uitslag van
In korfbalwedstrijd te Amsterdam
ze zijn met hun tot in 't uiterste
Ireven afkorting volkomen in de
in van hun tijd. Het hedendaagsche
inschengeslacht is zoo haastig, dat
zich den tijd niet meer geeft om
woorden behoorlijk uit te spreken
te schrijven. Als we 'e over de
«trische tram hebben, spreken we
m de Enet of van de Esm. In de
mornische politiek worden ver-
hillende arbeiderssecretariaten het
is, het pas en het nas genoemd en
!n van onze groote spoorweg-maat-
bappijen noemen velen de S. S.,
sof ze een hond moeten ophitsen.
*ben ze geen tijd om van Staats-
•oor te spreken
Toen er Hollanders uit Transvaal
Wgkwamen werden we in Neder-
met het woord Zassem ver-
ouwel gemaakt, dat Zuid Afrikaan
se Spoorweg- Maatschappij betee
rt. Mij zal het verwonderen, hoe-
»g het nog duurt vóór we aan de
W. IJzeren Spoorweg-Maatschappij
sierlijken naam van Hijssem zul-
geven.
Met eigennamen is 't al niet beter,
"ie jonge dames noemen zich, zelfs
haar verlovingskaarten, Loes en
«k en Trui, inplaats van met de
toorlijke namen waarmee ze van
uit gedoopt zijn, zelfs heb ik
klaps een brief tijding brengt, een
verrassende wending omkeer belooft,
een inslapen van den kranke, een
glimlach van het zwakke wichtje ge
nezing spelt. Of wel.... langzaam
werkt de tijd, kalmte daalt van bo
ven, regelmatig denken keert, le
venslust herrijst in de ziel, de zon
ne breekt weer door en de hemel
roeptFiat lux
Kleine, brooze mensch, die de we
reld uit elkaar neemt en in elkaar
zet, die stelsels weeft vol logischen
gang, die granieten waarheidsblok-
ken stapelt op wijsheidsmassa's van
arduin, wat zoekt, wat vraagt, wat
twijfelt ge nog?.... Ach, wij zijn van
gisteren en weten nietMist omspant
onzen geest. Maar het geloof in der
geesten Geest en der zonnen Zon
schalt de bazuin Fiat lux
Bekend, overbekend is Da Cost a's
even forsche als dichterlijke zang op
het Eeuwige Licht, maar altijd waard
om te blijven klinken door onze mïs*-
onmevelde zielen
Wegen Gods, hoe duister zijt gij
Maar w' omvleuglen ons het hoofd
voor 't verblindend licht der toekomst,
die 't verrukte hart gelooft.
Blijve 't middel ons verholen,
God verkondigt ons het doel
in d' onfeilb're profecyen
van het zegenrijkst gevoel
Aan den eindpaal van de tijden
ziet ons oog den geest van 't kwaad,
moegeworsteld en ontwapend,
tot geen afval meer in staat.
Als de Heere God in allen,
en in allen alles is,
zal het licht zijn, eeuwig licht zijn,
Licht uit licht en duisternis
LECTORI SALUTEM.
eenmaal iemand Ki liooren noemen
en zoek nog naar den naam, die
daarmee bedoeld mag wezen. Laten ze
maar oppassenals de demcï* van
de telegramstijl ook de jonge man
nen te pakken krijgt, loopen de meis
jes gevaar, dat voortaan een liefdes
verklaring zal worden gegeven met
het woord „Ihul" of „Ibu", waar de
verbaasde schoone dan maar Ik Heb
U Lief en Ik Bemin U uit zal moeten
maken. Zoo'krijgen we een soort van
sneltaal, evenals we nu al een snel-
schrift bezitten en die mèt de duide
lijkheid ook de poezie van het woord
finaal om hals zal brengen.
Tot mijn spijt moet ik zeggen, dat
ook onze artisten in die rampzalige
richting sturen. Mejuffrouw Scholten,
die Hermine heet. laat zich op pro
gramma's plataf Mien noemen, Me
juffrouw Rebecca Levie heet tegen
woordig Ré en 't is lang niet onwaar
schijnlijk, dat zij samen een werk
uitvoeren van Kor Kuiler. Waarom
dan ook onze Haarlemsche zanger
zich Gerard Zalsman noemt is hoogst
verwonderlijk. Hij kon het immers
best af met Gee en in den tijd, dat
iemand nu rard leest of zegt, zou de
ze misschien een paar centen kunnen
verdienenTime is money
Maar zonder gekheid, ik vind die
mode leelijk en mal en ik hoop, dat
vooreerst niemand die zal toepassen
op iets wat mij aangaat of op mijn
omgeving. Mocht het gewoonte wor
den, om deze rubriek Haarlem
mer Halletjes als van de Haha te
spreken, dan zal ik dat beschouwen
als een teeken om de pen er bij neer
te leggen en de plaats over te laten
aan een ander, die voor telegramstijl
iets gevoelt.
Natuurhistorische
Wandelingen.
IN EN OM HAARLEM".
XXXIV.
Kan een groep uit het dierenrijk
zich op onze sympathie beroemen,
dan is het zeker die der vogelen.
Hun vlucht, hun gezang, hun.... och
alles, tot zelfs de brutaliteit der mus- J
schen lokt ons aan. Wie van al die
gevleugelde luchtbewoners wel het
meest ons weet in te nemen is moei
lijk te zeggen, allen dingen om den
voorrang. Onwillekeurig komt me in'
de gedachte de geschiedenis van de
vogels, toen die een koning wilden j
kiezen. Noch de machtige adelaar,
noch de struis, noch de leeuwerik, I
noch de zwaluw, 't is daar steeds het
klein duimpje, dat telkens als over-1
winnaar optreedt. Het winterkonink-
je. Kent ge het, geachte lezer? Een
gestorven exemplaar, dat hier voor
mij op mijn schrijftafel ligt, boezemt
me zooveel belang in, dat ik er en
kele bijzonderheden van wil vertel
len.
Zoek het diertje hier of daar op,
overal is het te vinden, waar maar
kreupelboschjes, heggen, hoopen rijs
hout, enz. zijn. 't Zoekt zelden hooge
boomen op en ook op het vrije veld
voelt het zich minder thuis. Het over
treft in dartelheid en opgewektheid
bijna alle anderen, behendiger, ver
meteler zijn er weinig en toch als er
gevaar dreigt, dan begeeft hem de
moedzijn klein, zwak lichaampje,
zijn slecht vliegen, zijn weinige
kracht komen hem in herinnering
en.. maar nauwelijks is 't gevaar
geweken, of daar vertoont het zich
opnieuw.
Vroolijk. opgewekt, zelfs in de bit
terste armoede, als 't wintert buiten,
erg streng, zoo zelfs, dat de straat
jongens, de musschen, zich mismoe
dig toonen ,dan zingt hij zijn liedje,
alsof het lente was als het ten min
ste maar niet al te hard waaiten
het zonnetje van tijd tot tijd zich
eens laat zien.
Vlug als het is, maar dat moet ge
zien huppelen over den grond, snel,
alsof er een muis liep, kruipen door
spleten en gaten, rusteloos van tak
op tak. van de eene heg naar de
andere, van de eene schuilplaats
naar de volgende, steeds snuffelende
of hier of daar ook wat te vinden is.
Aan het bewegelijke, vlugge diertje
is het bewegelijkst het staartje.
Hoog heft het 't staartje op, rechtop
zelfs en wat duidt het door dat be
wegelijke staartje met. die luttele,
korte slagpennen, al niet aan. Vooral
als het wat belangrijks ontdekt heeft,
komt het nog hooger.
Hoe dat kleine lichaampje nogzoo'n
gezang kan voortbrengen, is haast
niet te begrijpen. Liefelijk afwisse
lende tonen, gevolgd en voorafgegaan
door een triller, en dat tot zelfs mid
den in den winter als de gansche na
tuur slaapt, als het aardrijk bedol
ven is onder de sneeuw, als alle vo
gels zwijgen, dan vertelt, dat. kleine
ding ons. dat het toch wel eenmaal
lente zal worden.
En wat eet dat kleine diertje nu
wel Zie maar naar dat hekje. Dat
vertelt ons. dat het met tal van an
dere spitsbekkige zangers is ingedeeld
onder de priemsnaveligen. allen in
secteneters. Alleen de lijsters doen
zich vooral in 't najaar te goed aan
vruchten. En waar weet dat vogeltje
gedurende den winter nu zijn 'kostje
op te halen
O, er is genoeg te vinden: insecten
in slapenden toestand, als poppen,
als eieren, of anders doet het zich
een enkele maal te goed aan kleinere
bessen. Toch maakt vooral de sneeuw.
bedekking wel eens, dat het honger
lijdt.
Het is met het uitzoeken van de
plaats voor zijn nest ook al niet heel
Kieskeurig, nu eens in boomen, strui
ken, dan weer in boomholten, gaten
van muren, ja zelfs onder de daken.
Steeds is de plaats zelve nog al zorg
vuldig gekozen, en ofschoon het nest
in verhouding van het kleine ding
nog al groot is, valt het toch niet
zoo gemakkelijk op, daar het diertje
de bouwstoffen uit de omgeving op
haalt, waardoor het nest in kleur,
enz. weinig met die der omgeving
verschilt. Reeds vroeg in 't voorjaar
broedt het, in April toch gaat het
ouderenpaar de 13 broeddagen netjes
verdeelen, en ook als de 6 8 jongen,
soms meer, zijn uitgekomen, dan
trachten ze beide aan de hongerige
magen te voldoen. Vrij lang blijven
ze thuis, maar toch komt in Juli vaak
een tweede broedsel.
Opmerkelijk is het, dat het kleine
ding een slechts klein jachtveld heeft,
zoodat men het steeds gemakkelijk in
de natuur kan gadeslaan.
J. STURING.
KUNSTPRAATJE.
XII.
Over kunstenaars en
menschen.
Schoonheid is als een wonder. Het
is iets niet te zeggen wonderlijks, dat,
is in een kunstding, dat. er in leeft,
dat de ziel er van is en spreekt tot
de ziel van de kunstgevoeligen. En
kunstenaars zijn menschen, die
schoonheid makendie met schoon
heid begaafd zijn, die voor schoon
heid hun heele leven geven. Kunste
naars zijn dus wonder-menschen
En zelf voelen zij dit ookals zij
zijn in 't gewone menschen-leven, als
zij dalen uit hun „hoogere sferen",
en als zij zich dan stooten met hun
geprikkelde, fijnvoelende zielen aan
ongevoel bekrompene kleinheid of
I wanbegrip, dan komt op, als een ko
los, liet hoog-trotsche gevoel van
j meerdere mooiere, grootere te zijn.
En verachtend spreken zij van „de
j menschen."
Mij lijkt dit zeer te begrijpen, en
zeer verkeerd. Want het ware te
wenschen dat die wonder-menschen
eens wat meer doordrongen waren
I van het niet af te wenden feit, dat zij
I niet alleen wonder, maar ook mensch
zijn Het wil mij toch voorkomen dat
gevolgen van dit wanbegrip velen, en
vele slechte zijn Ik weet wel, zijn
zelfbewuste trots hoedt hem voor on
dergang, is een kuras waar de hame
rende slagen der lage gedachten op
afketsen, en ik weet wel dat hij in
het gevoel van mooi te kunnen doen
ook eerder mooi zal doen, maar daar
zijn ook dingen, die onder hen ge
oorloofd zijn als „wonderen", maar
die als „menschen" leelijk zijn. Als
een vlak deel van do zee, door een
meeslepend© kracht geheven wordt,
al hooger, hooger, tot een geweldige
golf, een prachtgolf, lichtend, schit
terend, melodieus, dan daalt het vlak
I voor en achter hem en al het water
trekt hij op naar boven Zoo denk ik
mij ook de kunstenaarmenschen,
wier leven is als een onbewogen
^platte vlakte, die geen hoogheffing
kennen, dan een enkel rimpeltje, zij
i behoeven ook geen verzinkingen te
hebbenmaar menschen, wier leven
een vloedgolf gelijk, stormend om
hoog streven naar 't hoogste hooge,
zij kunnen diepten in zich hebben
van leege laagheid. Maar één ding
zal nooit waar zijn, de leelijke mee
ning, die 'k weet onder de grootste
artiesten, dat hun dit alles geoor
loofd is, ja, dat 't een deel hunner
artiesticiteit uitmaakt. Neen in iede
re leelijke daad zijn zij leelijke men
schen en géén artiesten.
Er komt nog iets bij. Goed en ktraad
zijn betrekkelijk, en v-.>rral zijn zui
ver menschelijke dingen, en nu heb
'k wel eens de redeneering gehoord
dat 'n artiest zich daaraan niet to
storen had, juist omdat "t begrippen
van menschen waren. Fouter, maar
tevens gemakkelijker kan al niet
Als ik nu nog kenmerkende eigen
schappen van een kunstenaarskarak
ter zou moeten geven, dan dit in de
eerste plaats dat alle eigenschappen,
goede en slechte sterker werken
halfheid kent hij niet. Generalisaties
I vind ik zelf onmogelijk, laat 'k dus
j zeggen Eon kunstenaar is veelal
zeer egoïst, wispelturig, HimmelhocU
jauchzend, zum Tode betrübt, alleen
j doende waar hij zin in heeft, en dan
uitstekend, de rest slecht, onener
giek, maar bovenal staat zijn beste
eigenschap mooi gevoelend
Gd. K.
De Kinderjuffrouw.
Ze zaten op de waranda, vanwaar
ze een vergezicht hadden over da
wijde zee ze dronken, in gemakke-
lijke stoelen gezeten, een kop koffie,
1 genietend van het woelige strand-
leven.
I De muziek van de kur-kapel,, speel-
de een wals van Gounod en in de
zwevende rythmische klanken ver
mengde zich het eentonige ruischen
der zee. Als goud straalde de Augus-
tus-zon over 't strand.
I De vrouw van een generaal en
haar drie dochters deden alle moeite
er zoo uit te zien. alsof ze recht veel
plezier hadden in het bonte gewe
mel. Eigenlijk amuseerde zich alleen
de oudste dochter, die reeds gehuwd
was en zich verheugde in een bijzon
der goed zittend costuuin. Haar bei
de zusters en haar moeder bevonden
zich in den minder aangenomen toe
stand van nerveuse spanning. Allen
dachten er aan, of de jonge dokter
uit Stettin soms onverwachts was
vertrokken en hen had laten schie
ten. Reeds gisteren had hij aan de
table d'höte gewoonweg gemankeerd
en ook heden liet hij zich niet zien.
Anders was hij altijd trouw verscho
nen aan 't tafeltje van de generaais-
vrouw.
Welke van de beide jonge, dit wil
eigenlijk zeggen van de niet meer al
te jonge meisjes hem het beste aan
stond, dat was der dikke mama nog
niet recht helder geworden. In elk
geval, de jonge geneesheer was een
charmant mensch, bovendien hij be
zat zooveel nette gemeenschappelijke
•kennissen, dat hij zeker ook een heel
fatsoenlijk man was.
Bij hen was het een ander geval
dan met de verovering die Magda be
haald had en waarvan men zich heel
Intusschen heeft de leelijke naam-
afkorting van den Korfbalbond me
van mijn chapiter afgebracht. Ik wou J
het namelijk over de wedstrijden van
•dien bond hebben. Vergis ik me niet,
dan zijn er onder de leden van dien
Bond vele leden van de verschillende
vereenigingen voor Lichamelijke Op- I
voeding.
Waarom deze dames en heeren
naast het loffelijke doel dat zij wil-1
len trachten te bereiken, ook nog on
derlinge wedstrijden noodig hebben,
zullen zij zelf wel het best weten en j
behooren we aan hen over te laten.
Als zij zeggen, dat dit noodig is voor
het bewaren van hunne belangstel
ling in 't spel en voor de vermeerde
ring van hun technische bekwaam
heid, dan neem ik dat onmiddellijk
als onomstootelijke waarheid aan.
Maarhoe zal het straks gaan met
de kinderen, die misschien onder lei
ding van deze leden spelen Zullen
we ook -dezen allengs zien optreden in
clubs en clubjes, die tegenover elkaar
in 't krijt zullen komen, als de Haar
lemsche Vereen. Dom (Door Oefening
Magerder) of de Amsterdamsche ver-
eeniging Hak (Houd Altijd Keep)
Zullen we mettertijd in de couranten
lectuur genieten zooals Jaap Jansen
brak prachtig door, waarvan Jaaps
mannelijke neus van twaalf jaar
oud fier za.1 gaan krullen Mogen we
in de toekomst een mededeeling ver
wachten alsMarietje Pietersen red
de met haar zeker spel de eer van
den dag voor Haarlem Hulde aan
Marietje!" en ons dan afvragen, wat
er in de toekomst terechtkomen zal
van Marietjes bescheidenheid, wan
neer ze aJ opgekamd wordt in de
sportverslagen, nu ze met een kort
jurkje aan nog op de schoolbanken
zit?
Spel in de openlucht, goed, maar
vooral geen wedstrijden meer dan er
al zijn en waarvoor onze jeugd zoo
enthousiast is, dat ze er als 't moet
eten en drinken, maar ookhet
werk voor wil laten staan. Ik wil niet
ouderwetsch wezen, maar aan ieder
die er meer van weten wil, aanraden
eens een leeraar van de Hoogere
Burgerschool na te slaan op de
vraag, wat de wedstrijden een zwa-
ren, overzwaren concurrent zijn voor
de school en haar eischen.
Schwamm d'rüberMaar toen ik
zoo aan het spel in de openlucht dacht
ben ik er op uitgegaan om eens te
weten te komen, hoe het daarmee wel
staat. We liooren er zoo weinig meer
van. En wat bleek me toen Dat het
openluchtspel van de schoolkinderen
heeft opgehouden te bestaan. De ver-
eeniging, die het zich ten doel stelde,
heeft op verre na niet de sympathie
gevonden, die zij had mogen ver
wachten. Het ontbreekt haar aan le
den. Met een paar honderd gulden in
"t jaar doet men niet veel, als men
terreinen moet kunnen huren en af
zetten en spelleiders moet kunnen
salarieeren, omdat op den duur ver
schillende menschen moeilijk hun
Woensdag- en Zaterdagmiddag kos
teloos beschikbaar kunnen stellen.
Ei, zal men zeggen, het gemeentebe
stuur heeft toch een terrein aan de
Kleverlaan beschikbaar gesteld Ja
wel, maar toen verzocht werd om het
af te zetten, zoodat er rustig kon wor
den gespeeld, kreeg men van 't stad
huis .nul op het request. De heeren
moesten er zelf maar op passen. En
zoo gebeurde het, dat een poosje ge
leden opgeschoten jongens, die er
zelf wilden spelen, zóo opdrongen, dat
de leider van 't spel met de kinderen,
na met moeite den bal bemachtigd te
hebben, aftrok en dat er sedert dien
tijd niet weer gespeeld is. Dat heter
aan politietoezicht evengoed als aan
een afscheiding ontbrak, zal men
zich wel kunnen voorstellen.
Zoodat ik maar zeggen wil, dat als
het gemeentebestuur wezenlijk iets
goeds voor het openluchtspel van de
schoolkinderen doen wil, er heel an
ders opgetreden zal moeten worden,
niet zoo karig als tot dusver ge
beurd is.
En nu ik het toch over spel heb,
wou ik wel eens weten of de lezer
meent, dat Zaza een stuk in vier of
in vijf bedrijven is. Ik heb den indruk
gekregen, dat het er naar wezen kan.
Zaza is om zoo te zeggen een harmo-
nika je kunt het naar welgevallen
langer of korter maken. Toen het in
de Kroon deze week gespeeld werd,
stond er op de programma's vier be
drijven en op de aanplakbiljetten
eveneens, 't Publiek was dus na vier
bedrijven voldaan, stond op en maak
te zich gereed om heen te gaan. „Een
oogenblik, dames en heeren", zei de
heer van Gasteren, „er komt nog een
vijfde bedrijf" en snelde naar het
tooneel, waar de artisten al bezig wa
ren zich af te schminken, zooals dat
heet, namelijk de verf en de poeder
van het gezicht te wasschen. „Het
vijfde bedrijf spelen we niet", zei de
directeur van 't gezelschap leukjes
en de heer van Gasteren had niets
anders te doen dan naar de zaal te
rug te gaan en den toehoorders mee
te deelen, dat het stuk toch wel de
gelijk uit was. Nu is er wel een vijf
de bedrijf, maar naar 't schijnt een
soort van apotheose, die evengoed
gemist kan worden. En 't publiek,
waaraan vier bedrijven was beloofd
en geleverd, had niets meer te recla
meeven en ging heen, denkelijk wel
wat verbaasd over dat geheimzinnige
vijfde bedrijf, dat er was en toch
weer niet was.
Enfin, dat is nog lang zoo sterk
niet als bijandere komediestuk
ken, waarvan je als 't moest alle be
drijven zoudt willen missen.
Van een ander drama kan ik, denk
ik, het blijde einde melden.
Een van onze groote vereenigingen
zal 't volgende jaar feestvieren en
wou daarvoor gebruik maken van...
het Utrechtsch muziekkorps onder
Hutschenruijter. Dat zou publiek
trekken, dacht ze en verandering "van
spijs doet eten.
Maar het eerecomité dat ze be
noemd had voor haar feest, dacht er
anders over en vroegwaarom niet
Haarlemsch Muziekkorps bij een
Haarlemsch feest?
Vandaar geschrijf, gewrijf het
einde zal wezen, dat de vereeniging
zich met die zienswijze vereenigt en
dat de zang door Haarlemsch Mu
ziekkorps zal worden begeleid, terwijl
toch de vriendschap tusschen ver-
eenigingsbestuur en eerecomité niet
heeft geleden.
Ten slotteheeft iemand wel eens
gehoord van een humoristischen qui-
tantielooper
Er is er een, maar hij heeft humor
met een zwaarmoedige bijsmaak. Op
den achterkant van een quitantie,
die hij moest innen voor contributie
van de ijsclub, schreef hij
..Dood. Rijdt niet meer!"
FIDELTO.