RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels.
ik. altijd trouw de „Rubriek voor
(Deze raadsels zijn alle ingezon
den door kinderen, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen
van de kinderen, die mij voor
Donderdagmorgen oplossin
gen zenden, worden in het
volgend nummer bekend ge
maakt).
1. (Ingezonden door Mien Mie-
syerus).
Mijn geheel vind men wel eens in
een kamer en bestaat uit 12 letters.
In iedere kamer is een 1 6 9 4.
De metsedaar gebruikt 5 6 7 5.
2 3 9 6 is een meisjesnaam.
Voor schoenen gebruikt men 7 8
11 12.
Tusschen twee bergen is een 10 6 7.
2. (Ingezonden door Anna van Daa-
len>.
Ik zoek een ieder te bevallen.
Nu ben ik zwart, dan wit, dan
blond.
Hetzelfde bevat niet allen.
Daarom toon ik mij spits en rond.
3. (Ingezonden door Guus Visa-
rius).
Maak hieruit een gebouw in Haar
lem.
caardehtal.
4. (Ingezonden door Maartje
Prins).
Ik ben niet in 't bezit van twee bee-
nen;
Ik heb er maar één zonder teenen.
Ik heb wel een kop, maar geen haar
En één oog slechtsIs dat niet raar
Kunt gij mij raden? Zeg het dan
maar.
5. (Ingezonden door Sophie Mar
tens).
Met een 4 5 6 schrijft men.
Kinderen spelen veel met een 12 3.
Een 14 7 8 16 9 gebruikt men met
bouwen.
15 19 20 is een metaal.
Een 14 17 11 12 10 vindt men op
het land.
Een 13 2 12 15 is een vrucht.
Een 21 11 12 10 vindt men aan een
huis.
Een 20 16 15 gebruiken visschers.
18 2 7 is een meisjesnaam.
6. (Ingezonden door Annie v. d.
Sluys).
Mijn raadsel iswat maakt ge uit
de onderstaande letters
atdlsotea
7. (Ingezonden door Jacoba Smit).
Ik ben niet groot,
En donker rood.
Soms hier en daar gespleten.
En al mijn bloed
Is suikerzoet,
Daarom wil elk mij eten.
En in mij zit
Een harde pit;
Nu zult gij het wel weten.
8. (Ingezonden door Jacobus Ver
hagen).
Hoeveel letters telt A. B. C.
9. (Ingezonden door Gerard Hek-
kelman).
Hoe kunnen 3 menschen, die met
eieren ter verkoop gaan, hetzelfde
geld thuis brengen als zij de eieren
voor dezelfde prijzen verkoopen en
No. één 50, No. twee 30 en No. drie
10 in zijn bezit heeft?
10. (Ingezonden door Dora Tur-
kenburg).
Mijn eerste gebruikt de kaarsen
maker.
Mijn tweede gebruikt de schoen
maker.
Mijn geheel is een klein dorpje m
Noord-Brabant.
I
Onze Jeugd" lees; (de raadséls los ik j
ook altijd op) en daarom wil ik jul-
lie au ook eens iets van ine zelf ver
tellen je hoort dan meteen wie ik
ben.
Nu dan, ik begin.
Het was de 21ste Juni, en ik, een
klein, zwart poesje, werd in een
klein, rond mandje bij een meisje ge
bracht. Zij was jarig en hield al
spoedig erg veel van mij ik werd
haar besto vriendinnetje, 's Morgens
vroeg wachtte ik al voor de deui
van haar slaapkamer. Als ze dan ge
kleed was en de deur van haar ka
mertje open deed, nam ze mij dade
lijk op haar arm en liefkoosde mij
en nam mij mee naar beneden. Dan
werd er ontheten en kreeg ik warme
melk en beschuit. Om half negen
ging het meisje naar school, dan
bracht ik haar tot de huisdeur en
keek nog eens door de brievenbus en
gaf haar daardoor een pootjever
volgens liep ik vlug naar het raam
en keek haar nog eens na tot ik haar
niet meer zag. Wat was het dan stil
Ik wist van verveling niet hoe ik den
tijd door moest brengen.
Tegen twaalf uur ging ik weer bij
de deur zitten, en als ze kwam, was
ik de eerste die haar goeien dag zei.
Om half een werd er gegeten en kreeg
ik stukjes vleesch en andere lekker-,
nijen.Dan ging ze weer naar school
en om 4 uur speelde ze altijd met
me. 's Avonds, als ze lekker toegestopt
lag, kwam ik haar in bed nog eens
even goeden-nacht zeggen on dan ging
ik weer naar beneden om in mijn
mandje te gaan slapen.
Zoo ging liet iederen dag
Maar eens werd er een klein hondje
gebracht. In 'teerst blies ik tegen
hem, maar na een paar dagen sloten
[we samen vriendschap, 'sNachtsslie-
J pen we samen in één mand en over-
dag spedlden we samen verstoppertje
of krijgertje en hadden dol veel pret.
Toch vergat ik mijn meesteresje niet
van haar hield ik toch nog meer dan
van mijn vriendje Puck. Maar eens
werd ze ziek wat vond ik dat naar
Ik kon den heelen dag niet bij haar
komen en zat maar altijd voor de
deur van haai' kamertje. Eindelijk
mocht ik weer eens bij haar en werd
j erg vertroeteld. Wat was ik toen blij
j Ze werd nu weer beter en altijd
I speelde ze met me, ze bond een groo-
te veer aan een touwjte en liet mij
L die pakken, maar als ik dacht„Nu
heb ik hem was hij weer wög.
Ook sleedde ze meik werd in een
l kistje gezet en met een touw over den
grond gesleed. Dat was heerlijk! Na
een paar weken ging het meisje weer
naar school en ging alles weer het-
zelfde, tot er op een goeden dag een
I wit poesje kwam maar daarmee kan
ik heelemaal niet overweg; als we
elkaar zien beginnen we allebei te
blazen, en we blijven dan ook maar
het liefst op een afstand van elkaar.
Zullen we nog ooit goede vrienden
(worden samen? Ik ben er erg be-
i nieuwd naar, maar ik beloof je, als
i het zoo is. kom ik het je eens ver
tellen in „De Zaterdagavond".
Tot een volgenden keer dusV er-
geet me niet in dien tijd, dan eindig
ik met veel groeten van
DE KLEINE ZWARTE POES.
9 Hij roept niet „in de Meimaand"
maar „Koekoek".
10 Hij heeft in 't geheel 39 eieren,
en geeft aan delstelielpeiT9i/seicreuei» ijfels 20
2den Ö«/s i/»,10
3den 4«/s 5
Samen 35
Hij houd dus 4 eieren over
Goede oplossingen ontving ik deze
week van Johnny de Jongh, 8; Ja
cobus Verhagen, 6 Hendrik Ploeg, 8;
Anna Blom, 6; Jacob Portegies, 7;
Bertha Ackerman, 7Carl Hoesber-
gen, 8; Gerardina Heyligers 8; Jan
van der Munnik, 7C.
Anna van Daalen, 9Nelly van Da;
len, 7Piet en Bertus Rusman, 9
Mien Hennse, 6; Antori Baumeistcr,
0Cornelia van der Mey de Bic, 7
Archamgela en Giovanni Ottolini. 7
Willem van Muyden, 4Cornelia W.
Jacobus T. Ik wil wel gelooven, weet je het nu De groeten terug aan voor niets hard! Bij de briefjes mag
dat je het zoo nu en dan erg druk juffrouw Willy, ik bén blij, dat Jo je het papier aan twee kanten be-
hebt met werken want dat examen zoo zoet isIs Willy zelf ook zoet schrijven, bij do raadsels en de ver
is lang niet gemakkelijk, hè? Over Veel groeten voor allemaal! haaltjes aan één kant. Het was de
't verhaal hoor je misschien de vol- schuld van den zetter,, hoorIk
gende week wel. maar ik weet niet J o h a n B. el, vent, moet ik je weet wel. dat je Christina R. heet I
j zeker of ik klaar kom, want je be- voortaan Johannes noemen, of is Jo- Of ik Sint Nicolaas ook zoo'n pretti-
grijpt dat er een heeleboel na te kij- h&n ook goed De raadsels zijn goed. gen tijd vind Ja zeker maar ik ge-
ken is. Ja, wat je me vraagt over Wat heerlijk dat je al zoo goed Ioob dat cr wej„ig menschen zijn, die
l Jules Verne is een moeilijk punt. Zoo- Fransch leertJe schrijft me zeker dat geen nrettifren tiïd vinden Jii
ver ik weet, bestaan er geen zeemon- eens gauw een Franschen brief, hè? njef>
i sters, maar als het later bleek ëen Nu je al zoo'n groote vrind
onderzeesche boot te zijn. was het wordtBen je nu tevreden rnriio|. -ï,
rligers 8; Jan' toch ook ceen leugen' Heb ie wel Cornelia an den H. Ja, ik
II. de Lagh, 9 eens boeken van Fa°rrar gelezen? Die a v- d- M',d? i:®n daf^f Ja
vond ik altijd zoo prachtigWat die }',ind !k Jat eerste raadsel grappig! J^datJe weer mee gaat doen. Je
vragen hetreft ie mae-mp hpnsch net Ik zal ze allebei plaatsen, maar je »noet alles probeeren, hè, ook ver-
zooveel vragen als ie^viltmoeteen poosje geduld hebben. Dut haaltjes maken, en alles gaat maar
zooveel vragen ais je win.heb je zeker wel, is 't niet? niet in eens goed. Wat zouden we
SUr». H. Wat zal dat een werk 1 ,da" .een verbeelding krijgen Ben jo
G err it H. Heerlijk, dat ik zoo'n-; het daar niet mee eens?
do Haan, 7; Hendrik Bouman,8Jo- ^m^ken^'lk kon^het heef goedlanSe" brie' van ie VrMg Natuurlijk
hen Bouman, 8Betsy Brakel 9; So-£nm™ennm Ltd "eer antwoord. Ik vind,
phie en Mim Martens,, 9Trijntje en
Bertus Steeman, 9Anna Rodenburg,
8Zus Kenzen, 8Hendrik ter Haak,
zes.
Brievenbus.
Rinske P. Vandaag ben jij 'teer-
§te aan de beurt, Rinske, omdat ik
Je eens even heel hartelijk wil bedan
ken voor die aardige verrassingen.
Wat een snoeperig popje En wat zit
die kerk stevig in elkaar! Je hebt eer
van je werk, hoor, en ik denk, dat er
weer een tweetal kinderen dolblij zal
zijn met SintVan die twee regels
aan den anderen kant was niet erg,
en hoe ik je verhaal vind hoor je,
wanneer de uitslag bekend wordt.
Wat zal die Willem een bol wor
den, hè? In welke klas zit jij nu
Dag, Rinske, nog wdl bedankt
zen. en om het nog eens heelemaal VVK- Jn-,lu uee,r i!"i;VÜUm' V1 .v,m' Gerard Hamer. Ik merkte da-
over ie schrijven, was voel te veel fk jullfe^l ImanjToid ^Stiiou' del!ik W°'' dJ' i<3, ü°g ""J" hadmc<J-
werk geweest, dat begrijp Ik best. Mi„r tno rTS Sn,.?» Z gedaan, en ik zal dan ook manr oens
Heb je hot erg druk tegenwoordig? voél gehMrd a lem dit («Kinnen met je te vertellen, dat ik
Wat schrijft dat kleine broertievan d„. VI1heusch geen „Mijnheer' ben. Het
v.T tJLtfs int. t vctri kciiuui vi, diictii udl li'J
Wat schrijft dat kleine broertje van Maandag 10 jaar wordt, en daar fe
jou een mooie brieven. jliciteer ik je wel mee. Maar waar
houdt Gerrit nu het meest van? Van
Piet en Berthus Ruxman. teekenen. van zingen, of, wacht, van
nat aardig dat jullie ook mee gaat verhaaltjes bedenken misschien
doen En je hebt voor den eersten Goed geraden
keer al heel wat raadsels gevonden,
vind je ook niet? En doe je nu aan pietje H. Gezellig, dat je weer
den volgenden wedstrijd ook mee? meegedaan hebt! En dat je nog eens vertellen, en ook of je zusje ook mee
Irfen verhaaltje wilt maken, vind ik gaat doen .Had zij je erg geholpen,
Mien Hermse. Wel Mien, ben best. Stuur het mij maar als het af of maar een klein beetje?
jij een vriendinnetje van Marie G„ is, dan zal ik ems kijken of ik het.
of heb ik dat nu eens heelemaal mis? ook leuk vind. En raadsels mag je
Dat je ook inee gaat doen vind ik ook zenden. Was het boek mooi
heel plezierig, en ik hoop dan ook, dacht heuscli dat jé di rubriek ver-
dat ik nog een heeleboel brieven van Hendrik B. Ook Hendriks raad- hadt' Ik ken ie nor hest hoor
je zal krijgen. Vind je raadsels op- sel is goed, en zoodia liet aan de' g®»». k?n je nog best. hoor.
lossen een leuk werkje'? beurt is, komt het in de Courant.
I Ben je ook al kwaad, Hendrik, om-
Johnny de J. Je verhaal heb ik dal ik verteld heb, dat je een 'klein
gekregen, Johnny. Wat ziet het er vriendje van me bent
spijt me wel, maar je hebt je vergist!
Kom je me nu eens gauw vertellen,
dat je het beter weet?
i Theo Weill. Vind je het ook
leuk, om een briefje in de courant te
lezen, Theo Dat moet je me eens
Wilhelmina G. Wat had ik in
i een tijd niets van je gehoord Ik
en Alida ook. Weet je nog wel, dat
een van jullie eens zoo'n mooi opstel
heeft gemaakt over een school-
tochtje? Ik heb het goed bewaard.
Grappig, hè
der W Wat heb je mekeurig uitHad je nu nog eens extra
irt gestuurd Die eoei ie hest gedaan op t
„.aan daar net te Dat was een leuke Sint
k(iken-°.' üvïfi.®!? ifj-h -ker'onk n' Je Pu v00.r boeken, en leer je nu al dan netjes, zeg! En had lansje je
Leo van der V Wat heb je me ""s "-5 Mien IJl. Wel, Mien, hoe is 't met
l?:Lr.°Jl,^aa" g^u"rdL,D:? ISI In IX Stat fi«lü 1«« zwoord*? Nog. altijd veel! loh.nn. Verste
leuke Sint Nicolaas- jou tegenwoordig"? Nog altijd veel Johanna Versteeg. Ben je
:e_ plezier in de pianostudie? Wat hebheusch pas 11 jaar? Wat schrijf je
zoo eens gekiekt te worden, vind je ker ook erg naar, is t niet. Italiaansch Je verhaal heb ik ge-, ee nbeetje geholpen, of was dat nog
nu gold' oSthoïden hoTde bUrinnl'Mien G. Wat gezellig, dat Willy Verlang je ook al zoo naar een ander zusje En nu ken ik Mar-
ties op Walcheren er uit zien' en Tommy samen zoo'n ïiret heb- (len uitslag. garetha ook nog: is dat ook al een
tjes op vvaicneren er uit zien. benKnap, dat hij nu al zooveel, zusje? Dat moet je me toch eens ver.
kent! Hebben jullie hem; Louis de L. Dat was net op t lallen, hoor!
Hillegonda S. Nu wist ik tocli kunstjes
heelemaal niet, dat je nog een broer- die geleerd? En hapt hij nooit naar, tde onstel len'
tje hebt ook! Is hij ouder dan jul- jullie? Ja, er zijn nu al een massa man met de^opstellen
nippertje, hè, dat jullie klaar kwa-
Maar ik heb
™VgTlu?k?gruaottgSmaann "nakyV
keu. gegaan. Dat. nazien is een heel, da| eTveTsefrikkëiijk zi°n
Een Poesenbrief.
verteld door
Nelly de Munnik.
Beste jongens eoi meisjes
Ik zal jullie mijn levensgeschiede-
nis eens vertellen. Je moet weten, dat.
Willy's en mijn eersten
Proef.
"door
Mien Germeraad.
Willy-lief, opgepast
Sta niet te mallen
Anders zie ik je vast
In 't kuipje nog vallen
Wat wil je doen, leuke guit?
Ramen gaan wasschon?
Met broertje's waterspuit,
Om Moe te verrassen
Is t soms je eerste proef?
'k Wil je even wat zeggen
Ook ik ga mijn eerste proef
In 't dichten afleggen
Soms maakte ik wel een vers
Voor Pa en Moe,
Maar dichten voor „de Rubriek"
Kwam 'k nooit nog toe.
Als het zonnetje schijnt straks,
Glinsteren je ruiten;
'k Hoop dat ik den prijs win,
Daarmee wil 'k besluiten
Raadsel-Oplossingen.
De oplossingen van de raadsels der
vorige week waren
1 Jacobstraat.
2 Zijn anderen poot oplichten,
3 Pruisen.
4 Locomotief.
5 Naar hun vierde jaar.
6 Schoorsteenmantel.
7 In troebel water is 't goed vis-
schen.
8 Rijn, Elbe.
tje hebt ookIs hij ouder dan jul
lie Ik ben mam blij dat Sint Nicn- mooie winkels, en ik wil best ge-
laas geön van je drieën meenam.looven, dat, Willy het leuk vindt om
Ben je er niet nieuwsgierig naar of ze to gaan bekijken En wat was me
hij van 't jaar weer komt? 'dat een feest, hè? Hadden jullie mooie
versjes gemaaktJo was zeker erg
Willem van den B. Het raad-aan 't dichten geweest! Het was een!
sel komt in onze rubriek, Willem, zoo-1 lange brief, Mien en ik vond het heel zoon hulde voor mezelf,
dra het aan de beurt is zal ik het plezierig om zooveel van je te lioo- ik me met aan! Dat is
plaatsen. Hoe is het mot Agnes Doet ren
zij de volgende keer weer mee Ver-1
lang je even org naar de „Heerlijke Hendrik ter H. Heb je zoo ge-
Decembermaand". waarvan je me lachen om mijn vorigen brief Nu.
vertelt, als Beppie? wie weet of het niet geholpen heeft,
hè Vandaag zal ik tenminste weer
Betsy B. 'tVerhaal ziet er keu- aan je schrijven, want ik vind het
rig uit zoo. Wat schrijf je netjes, heusch heel naar wanneer Hendna
zeg! En nu ben je dus dertien jaar zoo holt, en hij vindt niets! Wat ga
gewordennog wel gefeliciteerd je netjes schrijven, zegIk heb nog
Was 't een prettige dag? Wat word nooit zoo'n mooien brief van je ge-
je nu al groot, hèhad
Z us K. De raadsels zijn goed, Zus,
I
ik je nog niet beloven. Dag Zus
Nelly van D. Ja hoor, ik heb Bertus en Trijntje S. Ook
jullie verhaaltjes gekregendat je Bertus en Trijntje moet ik toch even
zoo verlangt naar den uitslag! Nu, goedendag gaan zeggen! Ik ben
ik vind het erg goed, dat je geduld niaar blij, dat er toch nog altijd tijd
eens een beetje op de proef gesteld is °m de raadsels op te lossen, al
wordt! Ik beloof je. dat ik niets zal blijft er voor brieven met veel tijd
verklappen van de geheimen! Dat overHeb je het zoo druk tegenwoor-
pakjes maken is een heel werk, hè? dlS-
Vooral wanneer je probeert, er iets,
grappigs van te maken! Je benter üc-khuysen Wel, Nico
nog steeds niet met raden! Hoeont- ?en ,la,nK Ik ™d het
houdje zoo goed wat je al geraden heel best, dat je ook mee gaat doen
hebt en wat niet? Nee heu£h. dat >k li "t ™n
andere durf ik heelemaal niet te ver- g?ad, volhouden. Ben je
tellenWat een langen brief schreef pi
je dezen keer! Gezellig, hoor! i NT
j Nelly d M. Een heerlijke verza-
A n t o n B a u m e i s t e r. Het raad- mei,nK raadsels. NelDaar zal ik
sel is wel goed, Anton, en ik vil het SS ëïUS"
onk wel in de 7atprda?avond" zet- ben. Maar ik vind het wel gemakke-
h ter K vond zet lijk.-r wanneer j'e een volgenden keer
mü; SlnS- H ShSSn hij de raadsels het papier aan één
2in karrt beschrijft. Herken je je verhaal-
Sophiastraat 22, [je, Ik hpb een bJetje veran.
dat weet je nu toch wel derd en ik dcnk dat Je het z00 wc,
aardiger zult vinden, is 't niet? „De
r» w0!1 F a e-nn- 1°«.a1nni Kostschool van Mijnheer Beer" is een
O. Wel, wat gaan jullie al flink op- bijzonder aardig boek, maar ik weet
lossen; maar het waren dezen keer niet precies hoeveel bladzijden er in
ook wel leuke raadsels, he Of vond zjjn Een school van zeven meisjes
je ze moeilijk Verlang jullie ook zoo iten niet. Heb je „De Turfdrager"
naar Sint Nicolaas gekregen
Carl H. Wat grappig, dat jij enWillem v a n M. No. 10 was ook
je hond om't hardst naar de bel wel erg moeilijk, hè? Je moet nu
loopen op Sint Nicolaasavond 1 En maar eens probeeren of het uitkomt,
wie is er dan wel het eerst? Ik ben Wel- ik vind ,dat je gedragboekje er
benieuwd wie het prettiger vindt, 0ro goed uitziet, en ik kan me dan
wanneer er pakjes komen, Carl of 't 0ok best begrijpen, dat je het pret-
hondje En of ik het ook een plezie- vindt op school. Je mag natuur-
rigen avrond vind? Nu, of ik, hoor! I hjk ook een raadsel bedenken dat
vind ik best
J. Henrietta F. Weet je wat: j 0 G It blljj dal je z00
nu gek ls. Dat lk je eigenlijk heele- teger: plagen kunt! Ik zal er in het
maal niet mag antwoorden op je vervolg om denken, hoorVan die
briefje, want dan zou ik dingen gaan vrttag van je b j- ik ni E
verklappen, die niemand mag wetenu dom,.Ik vind je beejemaal niet
Ben je dat niet met me eens? Ikvmd dom, dacht je dat? Ik denk, dat je
het erg gezellig, dat je ook meegaat mij „dom" zult vinden, omdat ik je
doen aan de wedstrijden. Johan is ze- vraag niel begrijji. Bedoel je of alle
ker een broertje van je, met Nu, tot kinderen zeil een Sint Nicolaas-ver-
éen volgenden keer, schrijf maar haal moesten bedenken Wat Siets
betreft, oplossing No. 1 was goed
Sophie
daar waag i
me heusch
een beetje te kras Ik zou er een kleura r 1 e 9.c h o u t e n. Het verhaal
van krijgen als dat in de courant za* lk tegelijk met de andere nazien,
kwam, en d'at zou je toch niet wil- Wat zal me dat een gelees zijn, voor
len, hè Maar ik dank je wel voor »k al verhalen heb nagezien, denk
de goede bedoeling ik vind het erg Je ook njet? Ik wed. dat je wel mee
vriendelijk van jullie Heerlijk van »>udt willen helpenOf heb ik dat
die verrassingverlang je al naar mis
Kerstmis? I
Jacobus S. Nu zou het toch heel
Jacob P. Ook de twee nieuwe erg" zijn als ik aan Hillegonda schreef
raadsels zijn goed. Heb je het andere en aan jou niet! Ben je al lang aan
verleden week zien prijken? Zoodra aardrijkskunde bezig Zoo'n atlas is
je weer iets weet. mag je het sturen een heerlijk present, en ik Tibop voor
Qok je, dat je er een krijgt. Als ik Sint
S Nicolaas spreek, zal ik een goed
Cornelia W. de H. Jammer, dat woordje voor je doen, dat beloof
liet horloge niet terecht is gekomen lk le
Ik vrees ook wel, dat het nu weg zal
blijven! Stond je naam er in? Zet je, Anna van D. Ik vind, dat Nelly
nu bovenaan op je Sint Nicolaas-, gelijk heeft, en datje erg netjes
lijstje weer „een horloge" 't Ver- gaat schrijven Ik ben ook benieuwd,
haaltje heb ik gekregen het wordt waar Nelly's popje terecht komt, maar
een verschrikkelijke stapel1 ik weet heusch niet of ik dat allemaal
1 zn! k\inr.2n ónthouden Ben je ook
Jan van der M. Dat raadsel van 1 al druk aan 't inpakken? Nel en jij
je heeft al eens in de courant ge-zullen wel heel wat te doen hebben,
staan, het eerst bedoel ik, de ande- j is 't niet
're twee zal ik opnemen. Zeg, Jan,
V.'St Yind jij nü het leukste op school,
of hou je van alles veel
Jansje Versteeg, óok mee
doen met de wedstrijden Uitstekend,
hoor] Schrijf me maar dikwijls, dan
wordèn We gauw goede maatje^.
Houd je veel van verhaaltjes maken.
Herman de L. Wat een moeilijk
raadsel, hè, van die eierkoeken Ik
Nelly A. Nee hoor, 't was niets
erg, dat ejr een paar blaadjes over
waren, dat neem ik je niets kwalijk!
Dat je de rubriek vergeten hadt,
dacht ik heelemaal niet, Frits en jij
zijn veel te oude kennissen om mekon zien, dat je er je best op gedaan
daar maar heelemaal te vergeten, hadt, maar heelemaal in orde was't
vind je ook niet? Van die Sint Nico-.1 niet! De helft van 12 plus 1/2 is 61/2.
laas-uitdeeling hoor je later nog wel en niet 6 !Het verhaal heb ik gekre-
daar vertel ik natuurlijk in „De Za- i gen, en het ziet er keurig netjes uit.
terdagavond" van vind je dat geenDoet dat je geen plezier
goed plan Hoe is 't met de hand-
werkjes? Dag Nel. veel groeten voor! Bertha A. Een gezellige, lange
Frits en jou. brief, BerthaIk ben blij, dat je
j „De Kleine Heide" zoo'n mooi boek
Ge/ardina H. Wel, ik beloof je.vindt; op dien berg zou ik ook dol-
dat ik nu goed onthouden zal, dat graag eens een kijkje willen nemen,
je 11 jaar bent. Vond je het zoo grap- jij niet? Over je verhaaltje hoor je
pig, om een briefje in de courant te i misschien de volgende week wel. Wat
vinden. Je hebt een aardig raadsel j zal die pop leuk worden, zegHeb
bedacht, en je schrijft netjes j je alles alleen gedaan Kranig, hoor!
Jac. Schn. Wel Ko. je hebt je1 Anna Rodenburg. Je opstel
best gedaan hoor! Ik zal eens gaan; letje kon ik best lezen, Anna. dat zag
tellen, hoeveel Sint Nicolaas-vertel- er heel goed uit. maar uit de raad-
lingen ik nu wel gekregen heb in 't seis kon ik niet erg goed wijs wor-
geheel. Ik denk een heeleboel, jij j den. Den volgenden keer moet je al
ook niet? Hoe is 't in de nieuwe j de oplossingen maar genummerd on-
klas Leer je veel nieuwe dingen I der elkaar zetten op een apart stukje
papier, en zonder de opgaven, want
Christina R. Wel, wel, wat een j die weet ik wel. Denk je er goed aan?
lange briefNatuurlijk krijg je
antwoord. Was je bang, dat ik jè I M. C. VAN DOORN.
vergeten zou? Je loopt nu dus niet'
Bij het afscheid nemen van Lia
voor hare woning, drukte de dokter
haar hartelijk de hand en in zijn
„tot weerziens, juffrouw" lag zulk
een eigenaardige klank, dat het
meisje die woorden telkens herhaalde.
Voor de tweede maal kwam het rij
tuig van den dokter haar afhalen en
maakten zij een heerlijke toer. Toen
hij voor de derde maal kwam, wend
de zij hoofdpijn voor en kon niet
meerijden. De haastige en treurige
wijze van haar weigering deed den
'dokter de oorzaak er van gissen.
Langzaam keerde hij in zijn rijtuig
terug en toen Marius, erg teleurge
steld hem aankeelc, voelde hij duide
lijk, dat hetzelfde gevoel ook op zijn
gelaat te lezen stond.
„Waar is tante Lia?" klonk de
vraag.
„Zij wil vandaag niet meerijden,
beste Marius, wij moeten ons met ons
beidjes vergenoegen."
„En waarom wil tante niet?"
„Dat weet ik niet."
„Dan houd ze zeker niet meer van
Mnrins
„Kom, jo weet zelf wel, dat dat 't
geval niet is."
„Pa, houdt tante Lia ook veel
van u?"
„Maar jongetjeliefdat weet ik
immers niet."
„Ik wou het toch weten."
„Dan moet je het haar zelve maar
vragen", zei de dokter, om maar van
hem af te komen."
„Pa, bent u boos, als tante Lia niet
van u houdt?"
„Jongenlief, schei toch uit met je
vragen zei dr. Sluijters eenigszins
driftig.
Marius keek hem van ter zijde aan
en de vader zat in gedachten ver
diept, neen, boos was hij niet, maar
bedroefd dat kon hij niet ontken
nen. Hij had het jonge meisje, dat
zoo stil haar weg ging en zijn kind
zonder bijgedachten vriendschap be- j
wees, lief gekregen.
Langzaam reed het rijtuig naar 1
huis en Marius kon dien avond op
niet veel gezelligheid van zijn vader
roemen.
Den volgenden dag wilde dr. Sluij
ters met opzet vermijden, voorbij haar
huis te gaan en liet den koetsier dus
een zijstraat inslaan, waar hij een
herstellenden patiënt moest bezoeken.
dokter zich nu naar het welbekende
huis. Nauwelijks had hij gescheld of
Lia opende hem zelve met een hooge
kleur van verlegenheid.
au Ciicgemiexc
Hij tilde als naar gewoonte Marius „Marius?" vroeg hij.
uit het rijtuig en ging het huis bin
nen. Toon hij na een poos weer bui
ten kwam, riep de koetsier hem ont
steld toe
„Dokter? Uw kind... Marius"...
„Nu, wat is er met hem?"
„Hij is weggeloopenTerwijl ik
aan het tuig van de bruintjes wat
veranderde, moet hij zich uit de voe
ten gemaakt hebben. Ik liep een pr#ir
„Die is hier, dokter, hij kwam mij
zooeven overvallen." In de open ka
merdeur vertoonde zich nu de kleine
gedaante zelf.
„Foei, Marius, je hebt me angstig
gemaakt, waarom ben je weggeloo
pen
„Ik moest tante Lia wat vragen"
was Jiet kalme antwoord.
De dokter keek Lia aau en haar
huizen ver, aan beide zijden en riep verhoogde kleur scheen zich aan hem
hemmaar te vergeefs. Ik kon i te willen meedeelen.
mijn paarden niet verlaten, dat be- Verwonderd over het vreemde stil-
grijpt u j zwijgen vervolgde Marius „Pa het
De dokter stond een oogenblik na i9 toch -heusch waar, tante Lia houdt
te denken en schudde het hoofdop veel van u 1"
eens kreeg hij een inval en verhel- j „Maar Marius 1" Lia wist niet waar
derde zijn gelaat, zij zich bergen zou, doch de oogen
„Hendrik! rijd jij langzaam naar van den dokter begonnen te schitte-
huis <?n kijk goed rond of je hem ook ren. Hij nam het handje van zijn kind
ergens ziet. Ik zal den anderen kant en vroeg hem: „hoe weet je dat? heeft
uitgaan en hem zoeken." tante het je gezegd
Met rassche schreden spoedde de I „Gezegd nu wel niet, maar toen ik
het haar vroeg, toen
„Nu 1"
„Toen deed tante Lia net als u, als
u in uw schik bent."
„Zoo, jongenen hij kuste hem
innig.
„Neen pa, niet zoo hard zoenen...
heel zachtjes. Lia doe Tiet pa eens
voor
„Je bent een schattebout", was het
antwoord.
„Juffrouw Liawat zal ik u nu
nog zeggenmijn jongen heeft het
gras voor mijn voeten weggemaaid.
Lia en hij strekte beide handen
naar haar uit. Wilt u» mij en
J mijn jongen daarbij' hebben?"
EEN HONDENDINER.
I De nieuwste nieuwheid in het ge-
j zolschapsleven der voorname krin
gen van New-York in hun kolonie
Newport is een... hondendiner, dat
de heer en mevrouw Harry Lehr ter
gelegenheid van den derden verjaar-
dag van hun kleinen spits gaven, die
den up to date-naam draagt van
1 „Mightly Atom", wat vertaald wil
zeggen„machtige kleinheid". For-
mcele uitnoodigingen waren gezon
den voor een zevental honden, wier
eigenaars tot de bloem der voornaam
heid behoorden. Roode dalia's sier
den den disch en zilveren kandelaars
stonden erop. De honden namen
plaats op stoelen, en achter hen
plaatsten zich elegante dames, de
gelukkige meesteressen, om de vijf
bedienende knechts bij dat werk te
helpen. Het menu bestond uit kalfs
karbonaden. Frankfurter worst, ver
scheidene soorten van saTaden, ijs-
room, chocolade en een groote ver
jaardagstaart. Tal van voorname
heeren amuseerden zich met naar dit
hondendiner te kijken. Voor (Ie hon
den die do beste manieren aan deA
dag legden, waren prijzen uitgeloofd.
Het verjarende hondje, de „gast
heer", won den eersten prijs. Tot
apotheose werden aan het slot van
het diner e enige katten toegelaten, en
onder een vervaarlijk rumoer van
geblaf, gemiauw en geblaas liep de
voorstelling ten einde. Een treurige
manier om zich te vermaken.