Haarlem's Dagblad
NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
Vraag en Aanbod
Een Kir art je per plaatsing
Twee Kwartjes te zamen
Grootte der Adv. hoogstens zes regels
10)
22e Jaargang.
No. 6567
Verschijnt dageiijits, behalve op ;ion- en rtt.-
VRIJDAG 25 NOVEMBER 1904
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlen\1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)„1.30
Franco per post door Nederland„1.65
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37%
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ0.75, elke regel meer ƒ0.15. Reclames 30 Cent per regel.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3lMs Faubourg Montmartre.
plaatst dagelijks Advertentiën van
(geen Winkel-Annonces) voor
DRIEMAALmils binnen een Week, voor
Betaling cL Contant
Stadsnieuws
HET BRONGEBOUW.
De volgende circulaire zal dezer
dagen in Haarlem en Omstreken
worden rondgezonden.
Aan Haarlem's Ingezetenen.
Wij wenden ons tot U, met het ver
zoek een oogenblik Uw welwillende
aandacht te sdhenken, aan de be
schouwing van twee Haarlemsch© on
dernemingen, wier voortbestaan voor
onze stad van /het grootste belang is.
Wij bedoelen het Brongebouw en
Haarlemsch Muziekkorps.
Waar het eerste al niet mocht heb
ben voldaan aan de verwachtingen,
die men er van koesterde, als verza
melplaats van vreemdelingen, die in
Haarlem de Staalwaterkuur komen
doen, zoo valt het toch niet te ont
kennen, dat het als ontspannings
plaats voor Haarlem's ingezetenen
e6n eerste plaats onder de inrichtin
gen van die naard heeft ingenomen
en is het Brongebouw dan ok «oor
het geheele land bekend geworden,
door zijn schoone ligging als door de
vele en goede muziekuitvoeringen die
er gegeven worden.
Deze vele muziekuitvoeringen zijn
dan ook het Haarlemsch Muziekkorps
zeer ten goede gekomen en hebben
gemaakt, dat dank zij dien fina'ntiee-
len steun, het den directeur Kriens
mogelijk is geworden, het Haar
lemsch Muziekkorps tot zulk een
hoogte te brengen, dat het zoowel
voor Harmonie als Strijkorkest met
de beste in den lande kan wedijveren.
Onze verwachting, dat het lage
abonnementsgeld zeer velen aanlei
ding zou hebben gegeven als abonné
toe te treden, is slecths ten deeïe uit
gekomen.
In verhouding tot de zeer groote
kosten, aan een goede exploitatie ver
bonden, is evenwel het getal abonné's
zeer zeker veel te laag gebleven.
Dat het voortbestaan van het Bron
gebouw, wanneer dit zoo moest voort
gaan, in gevaar gebracht wordt, be
hoeft wel geen nader betoog. Doch
ook het voortbestaan van het Haar
lemsch Muziekkorps wordt daardoor
tegelijkertijd bedreigd, want dat mu
ziekkorps, het is maar al te zeer be
kend, staat of valt met ons Bronge
bouw.
Om dit gevaar voor Haarlem af te
wenden, hebben wij gemeend, twee
middelen te baat te moeten nemen,
ten eerste den abonnementsprijs met
50 te verhoogen, alleen wat de
hoofdkaarten betreft, en deze dus te
brengen resp. op 15.en f 7.50 (voor
officieren. Red. H.'s D.), welke prij
zen toch nog zeer laag mogen ge
noemd worden, als men nagaat wat
daarvoor op velerlei gebied wordt ge
boden en ten tweede nogmaals een
dringende uitnoodiging te richten tot
hen, die tot nu toe niet als abonné
zijn toegetreden.
Wordt aan deze uitnoodiging op
eenigszins ruime schaal gevolg gege
ven, dan zullen wij niet alleen in staat
zijn, het Brongebouw te doen blijven,
misschien wel in hoogere mate nog te
doen worden, een aantrekkingspunt
voor stadgenoot en vreemdeling, maar
ook het voortbestaan van ons uit
muntend muziekkorps te verzekeren,
wat een niet minder groot belang
voor onze schoone stad geacht mag
worden.
Een ieder kan daartoe medewer
ken, zoowel zij, die reeds abonné
zijn, door zich den hoogeren abonne
mentsprijs te laten welgevallen, als
zij, die nog niet abonné waren, door
nevensgaand inteekenbiljet in te vul
len en te onderteekenen.
De abonné's die vóór 15 December
a.s. geen opzegging hebben gedaan,
zullen geacht worden genoegen te
hebben genomen met den verhoog
den abonnementsprijs.
Dat vele zioh gedrongen mogen ge
voelen, aan onze ernstige roepstem
gehoor te geven.
De Directeur,
(w.g.) A. KOOLHOVEN.
Het College van Commissarissen
D. E. L. VAN DEN AREND, Voorz.
J. A. G. VAN DER STEUR, Secr.
Jhr. Mr. F. W. VAN STYRUM.
W. STOLP.
A. DE CLERCQ.
Binnenland ',a- waarom heeft de kortzichtige
Russische regeering niets over dezen
aanval gepubliceerd, indien zij ervan
wist? vragen wij ons met de scherp
zinnige ,,Handelsblad"-diplomaten af.
Ja, waarom? Zou zwijgen mis
schien beter passen in de kraam der
Russische diplomatie, wier gangen
niet zoo heel naspeurlijk zijn, zelfs
voor onzê collega's van de Pijpen
markt
Wat wij wel weten is dit. dat de
heer Kooy Sr.. alvorens den brief aan
ons af te staan, het gevoelen van den
w aarnemenden Russischen gezant te
's-Gravenhage inwon, die zijn regee
ring onmiddellijk telegraphisch den
inhoud mededeelde. Vrijdag ontving
de heer Kooy van de Russische re
geering het bericht, dat zij geen be
zwaar had tegen de publicatie, mits
een gedeelte van den brief werd
weggelaten. Aan dit verzo&k voldeed
de heer Kooy.
Waarom juist is aangedrongen op
weglating van een gedeelte Vermoe
delijk niet, omdat er een of ander
fabeltje in stond, b.v. van den vos
en de zure druiven, maar mogelijk
kan de ,,Handelsblad"-redactie, die
zoo sterk in Russische diplomatie is,
de reden bevroeden.
Nog kunnen wij mededeelen, dat
de heer Kooy Jr. voor de internatio
nale commissie voor het Noordzee-
incident te Parijs als getuige gehoord
zal worden.
DE HAAGSCHE CONVENTIE.
Op 21 November 1904 heeft aan het
Departement van Buitenlandsche Za
ken plaats gehad de nederlegging der
akten van bekrachtiging van China
nopens de na te noemen akten, getee-
kend 29 Juli 1899 ter Internationale
Vredesconferentie, te weten
I. Het verdrag voor de vreedzame
beslechting van internationale ge
schillen
II. Het verdrag betreffende de toe
passing op den zee-oorlog van de be
ginselen der Conventie van Genève
van 22 Augustus 1864
III. De verklaring houdende ver
bod tot het werpen van projectielen
of ontplofbare stoffen uit ballons of
op dergelijke nieuwe wijzen
IV. De verklaring houdende verbod j
tot beziging van projectielen met het'
eenige doel verstikkende of vergiftige j
gassen te verspreiden
V. De verklaring houdende verbod j
tot beziging van kogels, die zich in
het menschelijk lichaam gemakkelijk j
uitzetten of vervormen, zooals kogels
met harden mantel, waarvan de man-
tel niet geheel de kern dekt of van
inkervingen voorzien is.
(„St-Ct.")
en met een spurt gingen wij hem
voorbij.
Wij ontmoetten nu nog alleen bij
na geheel ledige transportvaartuigen
en kwamen eindelijk, hoewel met
aanzienlijke vertraging, in de Dam-
kom aan, toegejuicht door de bezet
ting van de hoofdwacht en door on
zen bekenden vriend Brom, die zijn
jongste op zijn arm had.
Naar ik verneem, zullen de Japan
ners minstens drie maanden werk
hebben om de Hobbemastraat te ne
men. ten minste als de winter hen
niet tot werkeloosheid dwingt.
Allen Willemsparkweggers is aan
gezegd in die maanden een half uur
vroeger op te staan als zij met de
tram willen rijden. Bij voorkeur heeft
de generaal van Publieke Werken
dezen tijd gekozen, omdat 's zomers
kans zou bestaan, dat de getrouwen
liever gingen loopen, en dat zou zijn
collega van de Electriek te veel ge
schaad hebben Je bent niet voor
niets collega's, hè
In het arrestantenlokaal gebracht,
beet hij achtereenvolgens een twee
tal hangsloten der boeien met zijn
tanden stuk. Aan het derdo beproefde
hij ook zijn krachten, echter tever
geefs.
Dinsdag werd hij geboeid .paar
Maastricht overgebracht.
De Cl. moet niet erg zuiver op de
graat geweest zijn, want aan het
over de grenzen zetten had hij, kalm
geworden, een broertje dood, zoo hij
zeide.
Wat een gevaarlijk individu thans
in zekere bewaring is, moge verder
nog blijken uit het feit, dat in zijn
kosthuis nog werden gevonden vijf
pakjes dynamiet, twee dynamiet-pa-
tronen, benevens een paar meter
lont. (L. K.)
PROY. LANDDAG.
De Christelijk-historischen in
de
provincie Noord-Holland zullen, naar
in „De Nederlander" wordt medege
deeld, een provincialen landdag hou
den.
Een speciaal comité heeft zich voor
de organisatie van dien landdag ge
vormd en is samengesteld als volgt
mr. H. Verkouteren, te Amsterdam
dr. J. Th. de Visser, te Amsterdam
J. ter Haar Jr., to AmsterdamJ. van
der Smit Jr., te HilversumW.
Klein, te BussumB. F. Westerouen
van Meeteren, te Haarlem; W. J.
Kernkamp, te Edam; mr. B. I. Zubli
te Bennebroek.
De bijeenkomst is bepaald op Woens
dag 28 December a.s. te Amster
dam.
De heeren J. van der Smit Jr.. te
Hilversum en A. Hannsen Jr.. te Am- j
sterdam zullen als sprekers optre
den. De eerste heeft, tot onderwerp
gekozen ,,De nieuw voorgestelde wet
op het lager onderwijs" en de tweede
zal ,,onze gemeente-politiek" behan
delen.
Daama zal nog de algemeene poli-1
tickc toestand besproken worden. i
Bij de Gereformeerde Kerk
te Reeuwijk c. a. is beroepen de heer
J. Steffens, cand. te Haarlem.
DE RUSSISCHE VLOOT
IN DE NOORDZEE. I
Het ,,Alg. Handelsblad" heeft de
vriendelijkheid te twijfelen aan de
waarheidsliefde van den heer A.
Kooy Jr., wiens brief, beschrijvende
den aanval van twee torpedobooten
op het Russische transportschip
,,Kamschatka". het eerst door de
Telegraaf werd gepubliceerd. Onze
geachte collega aldus schrijft nu
de Tel. neemt een gedeelte van
den brief over en teekent daarbij o.
m. aan
Indien dit verhaal juist is, dan
zou de Russische vloot in de Noord
zee tweemaal zijn aangevallen, eens
bij Blarandhoek, en de andere maal
bij Doggersbankeerst de ,.Kam- j
schatka" en de andere maal 't deel,
dat onder bevel van Rodjestvensky
stond daarvan zou de Russische
regeering dan toch in elk geval ken- j
nis moeten dragen. Waarom heeft zij 1
dan daarvan, ook in de dagen van
de meest gespannen verhouding tot
Engeland, volstrekt geene berichten
gepubliceerd De dubbele aanval wa
re de schitterendste verdediging van
Rodjestvensky's optreden geweest
VAN HET OORLOGSTERREIN.
In de „Tel." lezen wij de volgende
niet onaardige schets
Heden heeft een Chineesche jonk
aan het Damrak een brief aange
bracht van onzen specialen corres- f
poudent van het oorlogsterrein.
Hij schrijft ons
„Hedennacht zijn de Japanners,
die negen weken noodig hadden om
met het werk aan de Stadhouders-
kade bij het Vondelpark gereed te
komen, tot aan de Hobbemastraat
genaderd. Die weg is opgebroken en
geblokkeerd, ook voor rijwielen en
motorfietsen. Electrische trams zijn
uitgezonderd, maar de laatste moe
ten toch een hulpwissel gebruiken en
rijden met een dubbel getal stuur
lieden.
Met No. 34, lijn 2, met flinke vaart
door de P. C. straat gekomen zijnde,
bleven wij hedenmorgen 91/2 uur
even voor den ingang van de Hobbe
mastraat, met gedoofde vuren, ver
dekt opgesteld, aangezien een eska
der van de tegenpartij gesignaleerd
was.
Na eenige minuten wachtens, die
ons uren geleken, daar wij allen te
laat in onze zaken zouden komen,
zagen wij drie donkere gevaarten uit
de straat komen en bijdraaien. Ge
lukkig passeerden zij ons/ zonder ons
op te merken, en daarop bobbelden
wij voorzichtig over de hulpwissels
naar de Stadhouderskade, waar een
der stuurlieden een peiling aan
stuurboord deed en den wissel ver
zette.
Toen gingen wij met volle kracht
vooruit. Het bleek echter, dat onze
tocht niet heel voorspoedig zou zijn.
Wij hadden reeds twintig minuten
vertraging en de wijzers van de klok
ken der kiosken gingen onbarmhar
tig vooruit.
Telkens werden kruisers van de an
dere zijde gesignaleerd, en zoo stop
ten wij bij alle zij kanalen, als Prin
sengracht, Keizersgracht en Heeren
gracht. Een stadhuis-kruiser, meteen
bruinen band. om zijn stoompijp,
hield denzelfden koers. Nu was hij
vóór, dan wij, maar op 't Konings
plein kwamen wij in het ruime sop
EEN „RARE" CHINEES.
Te Utrecht verscheen dezer dagen
een zonderling sinjeur aan het hoofd
bureau van politie van een kleine in
eengedrongen, verschrompelde gestal
te een Chinees. Ja werkelijk, een
Chinees in levenden lijve. In 't
Engelsch wist men zich met hem ver
staanbaar te maken. Het bleek, dat
de snaak van kosthuis wilde veran
deren, omdat hij voor een kaars en
voor den muntgasmeter niet extra
wenschte te betalen. Te Batavia en
elders in zijn vaderland was dat
evenmin gewoonte. De nieuwsgierigen
die hem op straat gevolgd waren,
hadden hem van Pontius naar Pila-
tus gestuurd, zoo vertelde de politie
agent, die zich over hem ontfermd
had, zoodat hij ten slotte in het
„Hotel de l'Europe" op het Vreeburg
terecht was gekomen, alwaar men
evenwel op zulk een gast niet bijster
gesteld bleek.
Met een blauwe kiel om het lijf en
een veel te grooten hoed op het
hoofd, waaronder de staart was op
gerold, zag hij er voor genoemd ho
tel dan ook niet al te voordeelig uit
Een der politie-agenten verstond
Maleisch en onderhield zich eenigen
tijd met hem. Ten slotte werd hij on
der geleide weggebracht naar een
kosthuis, dat wellicht beter naar zijn
zin zou zijn en waar het verkrijgen
van licht geen meerdere uitgaven zou
vorderen. Het bleek een koopman in
speksteen te zijn.
EEN FLINK POLITIEMAN.
Een hoofdagent van politie arres
teorde Dinsdagavond op den Sch'e-
damschendijk te Rotterdam zekeren
|F. J. G„ een gewezen bloemist, tot
vóór korten tijd te 's-Gravenhage in
de Prins Hendrikstraat woonachtig.
De agent zag G„ een oudachtig uit
ziend, als heer gekleed persoon, op
den Schiedamschendijk loopen met
een rijwiel en het kwam hem voor,
dat dio persoon heel veel geleek op
iemand, in den laats ten tijd bij her
haling gesignaleerd als zich aan ver
duistering van rijwielen schuldig ma
kende. De agent sprak hem aan, doch
onmiddellijk zette G. het op een loo
pen, zijn rijwiel in den steek laten
de. De agent zette hem na en op zijn
geroep van „houdt hem I" grepen
burgers den vluchteling.
Op het politiebureau in de Lange
Torenstraat legde G. een volledige
bekentenis af en deelde hij mede on
der de namen van Soetmulder, Bran-
tjes, Van den Heuvel, Den Ouden,
Ooster onz. bij verschillende personen
te Rotterdam een acht- of negental
rijwielen opgelicht of verduisterd en
daarna beleend te hebben in huizen
van verkoop met recht van weder-
inkoop.
Het rijwiel dat in zijn bezit was,
toen hij Dinsdagavond aangehouden
werd, had hij juist even te voren on
der een valschen naam gehuurd bij
den rijwielhandelaar L. F. in de Ge
rard Scholtenstraat.
G. is voorloopig op het politiebu
reau in de Lange Torenstraat opge
sloten.
EEN GEVAARLIJK HEERSCHAP.
Sedert eenigen tijd vertoefde in liet
huis van B. te Kerkrade zekere De
Cl„ mijnwerker en Belg van geboor
te. Dat sujet leefde met allo huisge
nooten op zeer vriendschappelijken
voet, met eene enkele zelfs te ge
meenzaam. Al spoedig echter wilde
sinjeur den baas spelen, hetwelk hem
gelukte, daar een ieder bevreesd
voor hem was. Geen wonder ook,
want De Cl. was een doortrapte deug
niet, een aartsschelm.
De burgemeester was dan ook niet
langer van hem gediend, en zoo kwam
het, dat hij verleden Zaterdag zou
ingerekend worden om over do gr<
zen geëxpedieerd te worden.
Dat zou echter niet gebeuren.
Twee marechaussees haalden hem
uit zijn bed. Het verzet dat hij pleeg
de, ging alle perken te buiten. Hij
stelde zich zoo wild aan, dat de ma
rechaussees hulp vroegen en verkre
gen. Thans werd hij geboeid; liijvei-
draaide het om te loopen, en na een
lang gehaspel werd de kerel op een
camion gebonden en zoo naar Heeren
vervoerd.
Men meldt aan de ,,N. R. Ct."
Als juist is het bericht inde „Leeu
warder Courant", dat de politie daar
proces-verbaal heeft opgemaakt tegen
een koffiehuishouder, wegens het toe
laten in zijne localiteit, waarvoor
„vergunning" is verleend, van een
twaalftal knapen beneden den 16-ja-
rigen leeftijd anders dan in gezel
schap van een meerderjarige, dan
lean de geverbaliseerde gerust zijn,
want het eerste lid van art. 43 der
I Drankwet, dat hij zou hebben over
treden. blijft blijkens art. 73 tot 1
.'Juli 1905 buiten toepassing.
Rechtszaken
i
MISHANDELING VAN EEN DIER.
I Een paraplue-koopman, Martinus v.
',B„ uit de Diepstraat te 's Bosch, reed
j met zijn woonwagen op 12 October
1.1. op den weg bij de Hollandsche
Rading te Hilversum.
Voor den wagen trok een hit, die de
koopman op de paardenmarkt te
Utrecht een dag of drie van to voren
gekocht had. De hit was koppig en
de baas ranselde het dier geweldig
met de zweep, zelfs toen het hard be
gon te loopen.
Verschrikt door de slagen en het
Fe«lUe*»n.
De Tocht naar
Oberammergau.
Historisch verhaal naar het
Hoogduitsch.
De doodsche stilte, die hier heersch-
te, en de vreemde gezichten der Zi
geuners maakten op Francisca een
Dekiemmenden indruk. Ze deelde dit
aan hare tante mede.
Kom, wat een gekheid, zeide de
ze, waar zoudt ge bang voor zijn?
Ik vind het hier juist plezierig in
deze eenzaamheid. We zullen eens
vragen of ze ons naar het eiland in
het meer willen roeien.
Een krachtige Zigeuner wachtte
baar aan den oever, en verzocht haar
in een bootje te stappen. Met een
paar flinke riemslagen waren ze mid
den op het water.
De dichte bosschen. waardoor het
meer begrensd was. wierpen hunne
donkere schaduwen over de geheele
watervlakte. Hoe helder de zon ook
scheen, bleef hier toch een geheim
zinnig'halfduister heerschen.
De tante had een levendig gevoel
voor natuurschoon. Ze vouwde hare
handen en zat zoo recht als een kaars
en onbeweeglijk naar het indrukwek
kend schouwspel te staren.
Francisca hield hare oogen op het
water gericht en was in droomerijen
verzonken.
Ze landden aan het eiland.
De Zigeuner verzocht haar met eene
barre stem om uit het bootje te slap
pen, en liet, terwijl hij haar hierbij
behulpzaam was, een onaangenaam
gebrom hooren.
-- Ik ben bang voor dien Zigeuner,
zeide Francisca, toen ze het eiland
opgingen.
Wat geef ik om dien Zigeuner?
sprak de tante. Neen maar,
Francisca-lief, zulk een landschap
heb ik nog nooit gezien Dat is om
nooit te vergeten Hè, nu moest ik
hier eigenlijk mijn breikous bij mij
hebben, dan bleef ik hier minstens
een paar zitten.
Ze zetten zich onder de boomen op
een paar groote steenen neder.
Na een poos kwam de Zigeuner
naar haar toe.
Zal ik den mortier eens laden en
dit afschieten? vroeg hij.
Waartoe zoudt ge dat doen?
vroeg de tante.
Om u de sterke echo te laten
hooren.
Eene echo? Die moet hier zeer
mooi klinken, meende ze. Waar hebt
ge uw mortier?
De Zigeuner wees naar eene plaats
aan den oever, en hield haar toen
zijne vlakke hand voor. i
Geef hem eene fooi, zeide de
tante tot Francisca.
Deze haalde hare portemonnaie
voor den dag. De Zigeuner staarde
met een onverholen gretigen blik
naar den rijken inhoud daarvan.
De fooi viel zeer naar zijn genoe
gen uit. Hij grijnsde, begaf zich naar
de boot en stapte daarin.
Tante en nicht bleven bedaard zit-
ten.
Opeens greep hij de riemen en
zette de boot ip beweging. Bliksem-
snel sneed het lichte vaartuig door
het water.
Eerst toen hij een eirfd ver was, 1
riep hij met schorre stem eenige on
verstaanbare woorden.
Zoodra Francisca het wegvaren
van den Zigeuner bemerkte, stiet ze
een angstigen gil uit. De tante had
naar de bergen gekeken en niets ge-
merkt.
Ze liep ijlings naar den oever en
riep den Zigeuner, die reeds vèrweg
was, toe, om terug te keeren. Deze
schudde met zijn hoofd en roeide
slechts des te harder.
Halt, ellendelingriep ze hem
na en stak hem hare gebaldevuis-
ten toe.
Hij liet zich niet van streek bren-
gen. grijnsde spotachtig en voer
naar den oever.
Francisca was insgelijks naar den
kant van het water geloopen.
Het is verschrikkelijk jammer
de ze. Waarom waagden wij vrouwen
liet ook om alleen hierheen te gaan!
Nu zijn we geheel in de handen der
Zigeuners I
De tante volgde de boot met hare
oogen en schuimbekte bijna van
woede.
Wat moeten we beginnen, tante?
Mejuffrouw Wollmar staarde hare
nicht aan, zonder antwoord te ge
ven.
Wat moet er van ons komen,
tante? Zouden we niets kunnen
doen
Niets, antwoordde deze op dof
fen toon.
Hier op het eiland verlaten te
moeten staanO, het wordt me bang
om mijn hart.
Mij ook, bekende de tante.
U ook?
Dit deed Francisca geheel en al
den moed verliezen.
De tante liep langzaam het eiland
weer op, ei» zonk op hare oude plaats
neder.
Wat zal hij met ons beginnen?
vroeg Francisca.
Gene slaakte een diepe zucht.
Ach, wat moet er van ons 'wor
den vroeg Francisca weenend.
Niets goeds, hernam de tante
laconisch. Zij vouwde hare han-1
den. Het is goed, wanneer men
ter rechter tijd heeft leeren bidden,
voegde ze er bij.
Francisca was geheel vernietigd.
Ze zonk in het gras neder.
Na eenigen tijd zag ze naar hare
tante op.
Gelooft ge, tante, dat de Zigeu
ner terug zal komen
Ja. wanneer het nacht gewor
den is, luidde het eentonig antwoord.
In den nacht?
Ja, hij zal ons alles afnemen.
O, hoe verschrikkelijk jammer
de Francisca ontsteld.
En wat er dan geschieden zal j
de tante hield een oogenblik op en|
staarde naar den hemel daar wil
ik maar liever niet aan denken
Op deze woorden volgde een lang
durig stilzwijgen. De inwendige angst
stond op de bleeke gezichten der bei-
de dames te lezen.
Plotseling maakte de tante het
mandje open, dat ze medegenomen
had.
Zult ge ook niet wat eten?
vroeg ze zacht. Ik krijg honger.
De schrik heeft rrf? trek doen krij
gen.
Francisca schudde treurig het
hoofd. Mejuffrouw Wollmar liet zich
daardoor echter niet weerhouden om
groote stukken in haar mond te ste
ken, en die met geweld binnen te
slikken.
Zouden we dan volstrekt niets
kunnen beproeven om ons te redden?
vroeg de nicht.
We zijn verloren, was het wan
hopend antwoord.
Francisca sprong haastig op.
Tante, we moeten aan het water
gaan staan, riep zemisschien ziet
ons iemand.
De Zigeuners zullen niemand
aan den oever laten komen.
Het kan zijn. maar laat ons het
beproeven.
De tante was van het nuttelooze
der poging overtuigdze verroerd©
zich niet.
Francisca stond aan het wateren
spande hare oogen, om naar den te-
genovergestelden oever te zien.
Na een poos liet ze een vreugde
kreet hooren.
Er komt iemand om den hoek
van het huis, riep ze.
Het zal een Zigeuner zijn, ant
woordde de tante moedeloos.
Neen, neen Kom hier, tante f
Zie zelve! Nu stapt hij in een boot!
We zijn gered, tante
Ze vloog terug en viel hare tante
om den hals.
Ik had me reeds aan mijn nood
lot overgegeven, antwoordde deze en
stond langzaam op.
(Wordt vervolgd).